ISSN 1977-0995

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 304

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

58e jaargang
15 september 2015


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

2015/C 304/01

Bericht aan de lezer

1


 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Rekenkamer

2015/C 304/02

Jaarrekening van de Europese Rekenkamer over het begrotingsjaar 2014

2


NL

 


15.9.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 304/1


BERICHT AAN DE LEZER

(2015/C 304/01)

Onverminderd het bepaalde in artikel 287 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, waarin de verantwoordelijkheid voor de controle van alle ontvangsten en uitgaven van de Unie bij de Rekenkamer wordt gelegd, en het bepaalde in artikel 319 van voornoemd Verdrag betreffende de kwijtingverlening, laat de Rekenkamer sinds de afsluiting van het begrotingsjaar 1987 jaarlijks haar jaarrekening door een externe accountant controleren.

De verslagen die de externe accountant van de Rekenkamer heeft opgesteld over de rekeningen van de Rekenkamer voor de begrotingsjaren 1987-1991 werden alleen ter kennis gebracht van de voorzitter van de Commissie Begrotingscontrole van het Europees Parlement.

Overeenkomstig het besluit van het college van de Rekenkamer op haar vergadering van 8 juli 1993 worden de verslagen van de externe accountant sindsdien in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt, met ingang van het verslag betreffende het begrotingsjaar 1992.

Voor de Rekenkamer

Eduardo RUIZ GARCÍA

Secretaris-generaal van de Europese Rekenkamer


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Rekenkamer

15.9.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 304/2


JAARREKENING VAN DE EUROPESE REKENKAMER OVER HET BEGROTINGSJAAR 2014

(2015/C 304/02)

INHOUD

Certificering van de rekeningen 3
Verslag van de onafhankelijke accountant 4
Financiële staten en toelichting 5
Balans 5
Staat van de financiële resultaten 6
Tabel van de kasstromen 7
Staat van de veranderingen van de nettoactiva 7
Grondslagen voor financiële verslaglegging en toelichting bij de financiële staten 8

1.

Algemeen 8

2.

Rechtsgrondslag en boekhoudregels 8

3.

Toelichting bij de balans 10

4.

Toelichting bij de staat van de financiële resultaten 12

5.

Andere significante vermeldingen 14
Begrotingsinformatie over het begrotingsjaar 2014 16

A

Berekening van het begrotingsresultaat 16

B

Aansluiting van het economische resultaat met het begrotingsresultaat 16
Onafhankelijk verslag over de betrouwbaarheid 18

CERTIFICERING VAN DE REKENINGEN

Certificering van de jaarrekening 2014 van de Europese Rekenkamer

De jaarrekening van de Europese Rekenkamer over het jaar 2014 is opgesteld overeenkomstig titel IX van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Europese Unie, de door de rekenplichtige van de Commissie vastgestelde boekhoudregels en de door mijzelf vastgestelde boekhoudbeginselen en -methoden.

Ik erken mijn verantwoordelijkheid voor de opstelling en presentatie van de jaarrekening van de Europese Rekenkamer overeenkomstig artikel 68 van de financiële regels.

Ik heb van de ordonnateur, die voor de betrouwbaarheid instond, alle inlichtingen verkregen die nodig zijn voor het opstellen van de jaarrekening, die een beeld geeft van de activa en de passiva van de Europese Rekenkamer en de uitvoering van de begroting.

Hierbij verklaar ik dat, op basis van deze inlichtingen en van de controles die ik noodzakelijk achtte voor het aftekenen van de rekeningen, ik redelijke zekerheid heb dat de rekeningen op alle materiële punten een getrouw beeld geven van de financiële positie, de resultaten van de verrichtingen en de kasstroom van de Europese Rekenkamer.

Luxemburg, 20 mei 2015.

Isidoro RODRÍGUEZ DE LAS PARRAS

Rekenplichtige van de Europese Rekenkamer


CONTROLEVERSLAG

Aan het management van de

Europese Rekenkamer

Wij hebben bijgaande financiële staten van de Europese Rekenkamer gecontroleerd, die de balans per 31 december 2014, de staat van de financiële resultaten, de tabel van de kasstromen en de staat van de veranderingen van de nettoactiva bevatten voor het per die datum afgesloten begrotingsjaar en een overzicht van belangrijke grondslagen voor financiële verslaglegging en andere toelichtingen, beginnend op bladzijde 5 en eindigend op bladzijde 17.

Verantwoordelijkheid van het management voor de financiële staten

Het management is verantwoordelijk voor de opstelling en getrouwe weergave van deze financiële staten, overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor de financiële regels, alsmede voor de interne beheersing die het management noodzakelijk acht voor de opstelling van financiële staten die geen materiële onjuistheden als gevolg van fraude of fouten bevatten.

Verantwoordelijkheid van de registeraccountant

Het is onze verantwoordelijkheid om een oordeel over deze financiële staten af te geven op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de internationale controlestandaarden zoals die voor Luxemburg zijn vastgesteld door de „Commission de Surveillance du Secteur Financier”. Op grond van deze standaarden dienen wij ons te houden aan de ethische vereisten en de controle te plannen en verrichten om redelijke zekerheid te verkrijgen dat de financiële staten geen materiële onjuistheden bevatten.

Een controle houdt in dat procedures worden uitgevoerd om controle-informatie te verkrijgen over de in de financiële staten verstrekte bedragen en mededelingen. De keuze van de procedures, waaronder de beoordeling van de risico's van materiële onjuistheden in de financiële staten als gevolg van fraude of fouten, wordt bepaald door de registeraccountant („réviseur d'entreprises agréé”). Bij deze risicobeoordelingen houdt de registeraccountant rekening met de interne beheersing met betrekking tot de opstelling en getrouwe weergave van de financiële staten van de entiteit om controleprocedures op te zetten die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar niet met het oogmerk een oordeel over de doeltreffendheid van de interne beheersing van de entiteit uit te spreken. Een controle houdt tevens een beoordeling in van de geschiktheid van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaglegging en de redelijkheid van de door het management gemaakte boekhoudkundige schattingen, evenals een beoordeling van de algehele presentatie van de financiële staten.

Wij achten de verkregen controle-informatie toereikend en geschikt als grondslag voor ons controleoordeel.

Oordeel

De financiële staten geven naar ons oordeel een getrouw beeld van de financiële situatie van de Europese Rekenkamer per 31 december 2014, van haar financiële resultaten en haar kasstromen voor het per die datum afgesloten begrotingsjaar, overeenkomstig Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor de financiële regels.

Luxemburg, 20 mei 2015

PricewaterhouseCoopers, Société coopérative

Vertegenwoordigd door

Pierre KRIER


FINANCIËLE STATEN EN TOELICHTINGEN

Balans

(euro)

 

Toelichting

31 december 2014

31 december 2013

Niet-vlottende activa

 

 

 

Immateriële activa

3.1.

4 8 42  801

4 1 48  978

Vaste bedrijfsmiddelen

3.2.

8 8 5 91  910

9 5 6 10  315

Vorderingen

 

25

 

 

9 3 4 34  711

9 9 7 59  318

Vlottende activa

 

 

 

Vorderingen

3.3.

7 57  924

3 89  149

Geldmiddelen en kasequivalenten

3.4.

1 0 1 83  273

1 2 4 79  808

 

 

1 0 9 41  197

1 2 8 68  957

Totaal activa

 

10 4 3 75  908

11 2 6 28  275

Niet-vlottende passiva

 

 

 

Personeelsbeloningen

3.5.

6 6 3 74  932

Andere verplichtingen

3.6.

1 75  000

 

 

6 6 5 49  932

Vlottende passiva

 

 

 

Voorzieningen

3.7.

27  250

1 0 52  207

Crediteuren

3.8.

7 0 28  142

1 4 2 80  819

 

 

7 0 55  392

1 5 3 33  026

Totaal passiva

 

7 0 55  392

8 1 8 82  958

Nettoactiva

 

9 7 3 20  516

3 0 7 45  317

Gecumuleerd overschot/tekort

 

3 0 7 45  317

3 7 0 41  226

Economisch resultaat over het jaar

 

6 6 5 75  199

(6 2 95  909)

Nettoactiva

 

9 7 3 20  516

3 0 7 45  317

De bijgevoegde toelichting maakt integrerend deel uit van deze financiële staten.

Staat van de financiële resultaten

(euro)

 

Toelichting

2014

2013

Door de Commissie aan andere instellingen overgedragen middelen

4.1.

11 4 5 00  000

11 2 8 00  000

Ontvangsten uit administratieve verrichtingen

4.2.

1 9 4 64  086

1 7 3 09  843

Overige beleidsontvangsten

4.3.

25  213

30  268

Totaal beleidsontvangsten

4.4.

13 3 9 89  299

13 0 1 40  111

Personeelsuitgaven

4.5.

(10 4 4 31  815)

(9 9 3 47  366)

Uitgaven in verband met activa

4.6.

(6 5 43  584)

(5 9 88  272)

Overige administratieve uitgaven

4.7.

(1 8 5 52  871)

(1 9 7 88  770)

Operationele uitgaven

4.8.

(23  621)

(12  695)

Totaal beleidsuitgaven

 

(12 9 5 51  891)

(12 5 1 37  103)

Overschot/(tekort) uit beleidsactiviteiten

 

4 4 37  408

5 0 03  008

Financiële ontvangsten

4.9.

4  947

646

Financiële uitgaven

4.10.

(20  049)

(20  020)

Mutaties in pensioenen (– uitgaven, + ontvangsten)

4.11.

6 2 1 52  893

(1 1 2 79  543)

Overschot/(tekort) uit niet-beleidsactiviteiten

 

6 2 1 37  791

(1 1 2 98  917)

Economisch resultaat over het jaar

 

6 6 5 75  199

(6 2 95  909)

Tabel van de kasstromen

(euro)

 

2014

2013

Economisch resultaat over het jaar

6 6 5 75  199

(6 2 95  909)

Beleidsactiviteiten — Aanpassingen

 

 

Afschrijvingen

5 50  630

1 97  753

Waardeverminderingen

7 1 22  924

5 7 61  980

Toename/(afname) voorzieningen

(1 1 99  957)

(2 0 14  710)

Toename/(afname) vorderingen

(3 68  750)

1 1 97  959

 

 

 

Toename/(afname) crediteuren

(7 2 52  677)

(9 4 21  487)

 

 

 

Nettokasstroom uit beleidsactiviteiten

6 5 4 27  369

(1 0 5 74  414)

Kasstroom uit investeringsactiviteiten

 

 

Aanschaf van eigendommen, installaties en apparatuur en immateriële activa (–)

(1 3 67  492)

(8 0 38  985)

Opbrengst van eigendommen, installaties en apparatuur en immateriële activa (+)

18  520

28  540

Nettokasstroom uit investeringsactiviteiten

(1 3 48  972)

(8 0 10  445)

Toename/(afname) personeelsbeloningen

(6 6 3 74  932)

7 4 39  624

Nettotoename/(-afname) van geldmiddelen en kasequivalenten

(2 2 96  535)

(1 1 1 45  235)

Geldmiddelen en kasequivalenten aan het begin van het jaar

1 2 4 79  808

2 3 6 25  043

Geldmiddelen en kasequivalenten aan het eind van het jaar

1 0 1 83  273

1 2 4 79  808

Staat van de veranderingen van de nettoactiva

(euro)

Nettoactiva

2014

2013

Saldo aan het begin van het jaar

3 0 7 45  317

3 7 0 41  226

Economisch resultaat over het jaar

6 6 5 75  199

(6 2 95  909)

Saldo aan het eind van het jaar

9 7 3 20  516

3 0 7 45  317

Grondslagen voor financiële verslaglegging en toelichting bij de financiële staten

1.    Algemeen

De Europese Rekenkamer (hierna „Rekenkamer”) werd opgericht bij het Verdrag van Brussel van 22 juli 1975, en begon haar werkzaamheden in oktober 1977; zij is gevestigd te Luxemburg.

Taakomschrijving van de Europese Rekenkamer

Het is de taak van de Europese Rekenkamer om bij te dragen tot de verbetering van het financieel beheer van de EU en om op te treden als onafhankelijk hoedster van de financiële belangen van de burgers van de Unie, waarbij zij de verantwoording en transparantie bevordert.

In haar rol als onafhankelijk extern controleur van de EU gaat de Rekenkamer na of de EU-middelen naar behoren worden verantwoord, of ze worden geheven en besteed overeenkomstig de regelgeving ter zake en waar voor geld opleveren.

De Rekenkamer verleent diensten in de vorm van controles waarbij zij de inning en besteding van de middelen van de EU beoordeelt. Zij onderzoekt of de financiële verrichtingen naar behoren zijn geboekt en vermeld, wettig en regelmatig zijn uitgevoerd en zodanig zijn beheerd dat de zuinigheid, efficiëntie en doeltreffendheid zijn gewaarborgd. De Rekenkamer deelt de resultaten van haar controles mede in duidelijke, relevante en objectieve verslagen. Zij geeft tevens haar oordeel over kwesties op het gebied van financieel beheer.

De Rekenkamer stimuleert de verantwoording en doorzichtigheid en staat het Europees Parlement en de Raad bij in de controle op de uitvoering van de EU-begroting, met name tijdens de kwijtingsprocedure. De Rekenkamer wil als efficiënte organisatie toonaangevend zijn in ontwikkelingen op het gebied van de controle van de openbare financiën en openbaar bestuur.

Het begrotingsjaar van de Rekenkamer loopt van 1 januari tot 31 december.

2.    Rechtsgrondslag en boekhoudregels

2.1.   Basis van de presentatie

De jaarrekening van de Rekenkamer wordt opgesteld overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (1) (hierna de „financiële regels” genoemd), en Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 (2) houdende uitvoeringsvoorschriften voor de financiële regels.

2.2.   Boekhoudbeginselen

Overeenkomstig artikel 144 van de financiële regels verschaffen de financiële staten informatie, onder andere informatie over het gevoerde boekhoudbeleid, die relevant, betrouwbaar, vergelijkbaar en begrijpelijk is. Bij de begrotingsboekhouding worden de in de financiële regels vastgelegde begrotingsbeginselen in acht genomen. Zij geeft een getrouw beeld van de begrotingsontvangsten en -uitgaven.

De financiële staten worden opgesteld overeenkomstig de boekhoudregels van de Europese Unie (boekhoudregels van de EU), die zijn gebaseerd op internationaal aanvaarde normen voor de overheidssector. Deze boekhoudregels zijn vastgesteld door de rekenplichtige van de Commissie na raadpleging van de andere instellingen.

2.3.   Waardering van saldi en transacties in vreemde valuta

Transacties in vreemde valuta worden in euro omgerekend tegen de per de transactiedatum geldende wisselkoers.

Deviezenwinsten en -verliezen op de afsluiting van transacties in vreemde valuta en op de omrekening van in vreemde valuta uitgedrukte monetaire activa en passiva tegen de aan het eind van het jaar geldende wisselkoers worden opgenomen in de staat van de financiële resultaten.

De saldi aan het eind van het jaar van in vreemde valuta uitgedrukte monetaire activa en passiva worden in euro omgerekend tegen de op 31 december geldende wisselkoers.

2.4.   Immateriële activa

Aangekochte licenties voor computersoftware worden geboekt tegen historische kostprijs verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingsverliezen. De activa worden lineair afgeschreven in de loop van vier jaar. Intern geproduceerde immateriële activa worden in rekeningen opgenomen wanneer zij aan de relevante criteria van de boekhoudregels van de EU voldoen. De opneembare kosten omvatten alle direct toerekenbare kosten die nodig zijn om het actief te creëren, te produceren en voor te bereiden zodat het kan worden gebruikt op de door het management beoogde wijze. De kosten voor onderzoeksactiviteiten en de niet opgenomen kosten voor ontwikkeling en onderhoud worden als uitgaven geboekt wanneer zij worden gedaan.

2.5.   Vaste bedrijfsmiddelen

Alle vaste bedrijfsmiddelen worden geboekt tegen historische kostprijs verminderd met afschrijvingen en waardeverminderingsverliezen. De historische kostprijs omvat uitgaven die direct aan de aanschaf of de bouw van het actief kunnen worden toegerekend.

De daarna gemaakte kosten worden, naar gelang van het geval, slechts in de boekwaarde van het actief opgenomen of als afzonderlijk actief geboekt wanneer het waarschijnlijk is dat de daaruit in de toekomst voortkomende economische baten of het daaruit voortkomende dienstenpotentieel aan de Rekenkamer zullen toevloeien en de kosten op betrouwbare wijze kunnen worden gemeten. De herstel- en onderhoudskosten worden in de staat van de financiële resultaten geboekt tijdens de begrotingsperiode waarin zij zich voordoen. Aangezien de Rekenkamer geen geld leent om de aankoop van vaste bedrijfsmiddelen te financieren, gaan dergelijke aankopen niet gepaard met leenkosten.

Op terreinen en kunstwerken worden geen afschrijvingen toegepast, aangezien ervan wordt uitgegaan dat zij een onbeperkte levensduur hebben. Activa in aanbouw worden niet afgeschreven, aangezien deze activa nog niet beschikbaar zijn voor gebruik. De afschrijvingen op andere activa worden voor de toerekening van de kosten aan de restwaarde over hun geraamde levensduur als volgt berekend volgens de lineaire methode:

Gebouwen

25 jaar of verwachte nuttige levensduur

Installaties, machines en uitrusting

4, 8 jaar

Meubilair en wagenpark

4, 8, 10 jaar

Computerapparatuur

4 jaar

Specifieke inrichting van geleasede gebouwen

de looptijd van de lease

Andere installaties

4, 6, 8 jaar

2.6.   Personeelsbeloningen

De personeelsbeloningen omvatten de toekomstige pensioenrechten van de leden van de Rekenkamer; krachtens artikel 19 van Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 2290/77 van de Raad van 18 oktober 1977 tot vaststelling van de geldelijke regeling van de leden van de Rekenkamer (3) worden de uitkeringen waarin deze pensioenregeling voorziet, in de begroting van de Unie opgenomen en waarborgen de lidstaten gezamenlijk de uitbetaling ervan. De verplichting voor deze toekomstige pensioenbetalingen wordt geboekt overeenkomstig boekhoudregel nr. 12 van de EU „Personeelsbeloningen”. Vanaf 31 december 2014 wordt de betrokken pensioenverplichting gepresenteerd en toegelicht in de rekeningen van de Commissie.

2.7.   Voorzieningen

Voorzieningen worden opgenomen wanneer de Rekenkamer een bestaande, in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting tegenover derden heeft als gevolg van gebeurtenissen in het verleden, het zeer waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen nodig zal zijn om de verplichting af te wikkelen en het bedrag op betrouwbare wijze kan worden geraamd. Voor toekomstige exploitatieverliezen worden geen voorzieningen opgenomen. Het bedrag van de voorziening is de beste raming van de uitgaven die naar verwachting nodig zullen zijn om de huidige verplichting op de verslagdatum af te wikkelen.

2.8.   Opname van uitgaven

Overeenkomstig de boekhoudregels van de EU worden transacties en gebeurtenissen in de financiële staten opgenomen in de periode waarop zij betrekking hebben. Aan het eind van de boekhoudperiode worden te betalen kosten opgenomen op basis van een geschat bedrag voor de verschuldigde overdracht voor de periode. De berekening van de te betalen kosten verloopt volgens gedetailleerde operationele en praktische richtsnoeren die moeten waarborgen dat de financiële staten een getrouw beeld geven.

3.    Toelichting bij de balans

NIET-VLOTTENDE ACTIVA

3.1.   Immateriële activa

De mutaties in de immateriële activa gedurende het jaar 2014 waren:

(euro)

 

Brutoboekwaarde per 1 januari 2014

Toevoegingen

Vervreemdingen

Overdracht

Brutoboekwaarde per 31 december 2014

Gecumuleerde afschrijvingen en waardevermindering per 31 december 2014

Nettoboekwaarde per 31 december 2014

Computersoftware

1 5 52  393

1 71  698

(454)

1 4 90  265

3 2 13  902

(1 8 14  813)

1 3 99  089

Immateriële activa in ontwikkeling

3 8 60  768

1 0 73  209

 

(1 4 90  265)

3 4 43  712

 

3 4 43  712

Totaal

5 4 13  161

1 2 44  907

(454)

0

6 6 57  614

(1 8 14  813)

4 8 42  801

In 2014 werden er geen kosten in verband met onderzoeksactiviteiten opgenomen.

3.2.   Vaste bedrijfsmiddelen

De mutaties in de vaste bedrijfsmiddelen gedurende het jaar 2014 waren:

(euro)

 

Brutoboekwaarde per 1 januari 2014

Toevoegingen

Vervreemdingen

Overdracht

Brutoboekwaarde per 31 december 2014

Gecumuleerde afschrijvingen en waardevermindering per 31 december 2014

Nettoboekwaarde per 31 december 2014

Terreinen

7 76  631

 

 

 

7 76  631

 

7 76  631

Gebouwen

12 2 8 66  646

15  010

(1 5 45  542)

2 9 99  084

12 4 3 35  198

(4 1 8 46  701)

8 2 4 88  497

Installatie en uitrusting

7 52  703

87  665

(5  906)

 

8 34  462

(4 85  516)

3 48  946

Computerapparatuur

4 7 98  617

6 73  788

(1 6 59  640)

 

3 8 12  765

(2 2 36  847)

1 5 75  918

Meubilair en wagenpark

4 5 85  224

1 77  215

(38  115)

 

4 7 24  324

(2 0 85  363)

2 6 38  961

Andere installaties

1 8 18  012

7 14  449

(2 19  879)

 

2 3 12  582

(1 5 49  625)

7 62  957

Activa in aanbouw

4 1 49  082

(1 1 49  998)

(2 9 99  084)

 

Totaal

13 9 7 46  915

1 6 68  127

(4 6 19  080)

13 6 7 95  962

(4 8 2 04  052)

8 8 5 91  910

VLOTTENDE ACTIVA

3.3.   Vorderingen

(euro)

 

31 December 2014

31 December 2013

Lopende vorderingen, hoofdzakelijk in verband met de overdracht van nationale pensioenrechten door personeelsleden

2  577

2  768

Diverse vorderingen, met name in verband met voorschotten op salarissen en dienstreizen

1 80  210

1 89  485

Uitgestelde lasten voor huur van gebouwen en IT-contracten

5 64  853

1 95  197

Vorderingen op EU-entiteiten

10  284

1  699

Totaal

7 57  924

3 89  149

3.4.   Geldmiddelen en kasequivalenten

(euro)

 

31 December 2014

31 December 2013

Kleine kas

1  000

1  000

Lopende bankrekening

6 59  601

3 32  783

Trustrekening

9 5 22  672

1 2 1 46  025

Totaal

1 0 1 83  273

1 2 4 79  808

Op 27 januari 2010 opende de Europese Rekenkamer een trustrekening bij de Banque et Caisse d'Épargne de l'État te Luxemburg. Door middel van deze trustrekening kan de Europese Rekenkamer het door de begrotingsautoriteit voor het K3-bouwproject toegekende budget beheren (zie punt 5.3).

Van de trustrekening maakt de Europese Rekenkamer uitsluitend gebruik op bepaalde voorwaarden die zijn bepaald in de overeenkomst met de Banque et Caisse d'Épargne de l'État te Luxemburg.

De uitsluitende begunstigde van betalingen die uit deze trustrekening worden verricht, is de operationele bankrekening van het consortium dat optreedt als projectbeheerder. Deze operationele rekening wordt uitsluitend door de projectbeheerder gebruikt om de facturen van de bouwbedrijven te voldoen.

NIET-VLOTTENDE PASSIVA

3.5.   Personeelsbeloningen

In het kader van de procedure voor de opstelling van ramingen van de administratieve uitgaven van de instellingen voor de ontwerpbegroting 2015 stelde de Commissie voor om de uitgaven voor de pensioenen van leden van alle instellingen op te nemen in begrotingsafdeling van de Commissie dat reeds de pensioenuitgaven voor de personeelsleden van alle instellingen omvat.

Evenals de andere instellingen stemde de Europese Rekenkamer in met dat voorstel en de uitgaven voor de pensioenen van de leden werden verplaatst naar de afdeling van de Commissie van de vastgestelde begroting 2015.

Dienovereenkomstig en zoals gevraagd door de rekenplichtige van de Commissie in zijn afsluitingsinstructies voor de financiële staten 2014 en de begrotingsrapportage aan het einde van het jaar zal de betrokken pensioenverplichting per 31 december 2014 worden vermeld in de rekeningen van de Commissie.

3.6.   Andere verplichtingen

De beëindiging van de huur van het K9-gebouw leidde niet tot uitgaven voor reparatiewerkzaamheden.

VLOTTENDE PASSIVA

3.7.   Voorzieningen

Dit is een raming van de bedragen die waarschijnlijk zullen moeten worden betaald in verband met een aantal lopende rechtszaken.

3.8.   Crediteuren

(euro)

 

31 December 2014

31 December 2013

Lopende schulden

15  571

14  393

Diverse schulden in verband met salarissen en personeel

(16  315)

(10  212)

Te betalen lasten

6 8 08  292

1 4 1 07  180

Aan geconsolideerde EU-entiteiten te betalen posten, met name aan de Europese Raad en het Europees Parlement

2 20  594

1 69  458

Totaal

7 0 28  142

1 4 2 80  819

4.    Toelichting bij de staat van de financiële resultaten

4.1.

„Door de Commissie aan andere instellingen overgedragen middelen”: het bedrag komt overeen met de door de Rekenkamer aan de Commissie gerichte maandelijkse verzoeken tot storting om haar bankrekening aan te vullen.

4.2.

„Ontvangsten uit administratieve verrichtingen”: voor het grootste gedeelte bestaat deze rubriek uit inhoudingen op salarissen van leden en personeel in verband met belasting en sociale bijdragen.

4.3.

„Overige beleidsontvangsten” ontstaan onder meer uit wisselkoerswinsten.

4.4.

Ontvangsten werden als volgt door wissel- en niet-wisseltransacties gegenereerd:

(euro)

 

2014

2013

Ontvangsten uit wisseltransacties

30  160

22  378

Ontvangsten uit niet-wisseltransacties

13 3 9 64  086

13 0 1 17  733

Totale ontvangsten

13 3 9 94  246

13 0 1 40  111

4.5.

„Personeelsuitgaven” omvatten de salarissen van leden, statutair personeel, arbeidscontractanten en tijdelijk personeel. De overbruggingstoelagen voor voormalige leden en de belastingen over die toelagen en pensioenen voor leden vallen ook onder de post „Mutaties in pensioenen” (zie 4.11).

4.6.

De „uitgaven in verband met activa” bestaan uit de waardevermindering/afschrijving van de materiële en immateriële activa.

4.7.

De voornaamste posten van de rubriek „Overige administratieve uitgaven” zijn:

huur van gebouwen en aanverwante kosten,

informatica en telecommunicatie,

kosten van dienstreizen,

schoonmaak- en beveiligingsdiensten.

4.8.

„Beleidsuitgaven” ontstaan onder meer uit wisselkoersverliezen.

4.9.

„Financiële ontvangsten” bestaan uit op de lopende rekening en de trustrekening van de Rekenkamer ontvangen bankrente.

4.10.

„Financiële uitgaven” zijn over de lopende rekening en de trustrekening van de Rekenkamer geheven bankkosten.

4.11.

„Mutaties in pensioenen” omvat alle uitgaven in verband met de pensioenen voor de leden van de Rekenkamer. Dit dekt de pensioenen en overgangsvergoedingen die werden betaald in de loop van 2014. Aangezien de uitgaven voor de pensioenen van de leden zijn verplaatst naar de afdeling van de Commissie in de begroting 2015, is de mutatie in het passivum voor het nettopensioen van de leden (6 6 3 74  932 euro) het gevolg van de overschrijving naar de rekening van de Commissie.

(euro)

 

2014

2013

Verandering nettopensioenverplichting leden

(6 6 3 74  932)

7 4 39  624

Betaalde ouderdomspensioenen

2 9 38  437

2 7 15  911

Betaalde overlevingspensioenen

3 80  772

3 25  474

Betaalde overbruggingstoelagen

1 6 63  086

1 5 37  185

Betaalde invaliditeitspensioenen

Subtotaal in het jaar betaalde pensioenen

4 9 82  295

4 5 78  570

Correctiecoëfficiënt

2 29  296

1 62  071

Op betalingen ingehouden belastingen

(9 89  552)

(9 00  722)

Totaal mutaties in pensioenen

(6 2 1 52  893)

1 1 2 79  543

5.    Andere significante vermeldingen

5.1.   Voorwaardelijke activa

De volgende bankgaranties zijn ingevolge contractuele verplichtingen door dienstverleners verstrekt:

(euro)

 

31 December 2014

31 December 2013

Reisbureau

50  000

Renovatie K1-gebouw

2  500

2  500

Projectbeheer K3-gebouw

2 2 99  801

7 1 96  680

Verzekeringsmaatschappij

1  361

1  361

Telecommunicatie

20  000

20  000

Methodologische steun voor EMAS

4  680

Totaal

2 3 28  342

7 2 70  541

5.2.   Vastleggingen voor toekomstige financiering

(euro)

 

31 december 2014

31 december 2013

Operationele lease voor gebouwen

8 07  500

5 60  000

Operationele lease voor IT-materiaal, auto's en andere uitrusting

2 9 14  006

2 3 73  573

Subtotaal

3 7 21  506

2 9 33  573

Vastleggingen ten laste van nog niet gebruikte kredieten — RAL („Restant à liquider”) — na aftrek van te betalen kosten voor 2014

4 9 56  357

9 3 64  602

Totaal

8 6 77  863

1 2 2 98  175

De RAL is een element van de begrotingsboekhouding dat de waarde van de nog af te wikkelen vastleggingen weergeeft. Dat is het verschil tussen de aangegane verbintenissen en de betalingen, dat ontstaat door het tijdsverloop tussen het aangaan van een verbintenis en het verrichten van de desbetreffende betaling.

5.3.   Bouwprojecten van de Rekenkamer

De Rekenkamer nam haar hoofdkantoor (het „K1”-gebouw) in 1988 in gebruik en kocht dit en de grond waarop het staat in 1990 aan. In 1999 tekende de Rekenkamer een kaderovereenkomst met de Luxemburgse staat waarmee zij het recht verkreeg een tweede stuk grond gedurende 49 jaar (eenmaal te verlengen) te gebruiken voor de bouw van een uitbreiding (het „K2”-gebouw) in ruil voor de betaling van één euro. Voor de tweede uitbreiding, het „K3”-gebouw, moesten de Luxemburgse staat en de Rekenkamer echter een nieuwe kaderovereenkomst sluiten vanwege verschillende regelingen voor de projectuitvoering; dat gebeurde op 22 februari 2008.

De beide terreinen voor de bovengenoemde twee uitbreidingen („K2” en „K3”) heeft de staat verkocht aan de Rekenkamer voor het symbolische bedrag van één euro.

Mocht de Rekenkamer harerzijds ooit overwegen een van de gebouwen aan een andere partij dan een uniaal orgaan of instelling af te staan, dan zal zij voor het symbolische bedrag van één euro het terrein in eigendom teruggeven aan de staat; deze beschikt tevens over een optie, het gebouw voor een door een onafhankelijke deskundige vast te stellen bedrag te kopen. Ingeval de staat besluit van deze optie geen gebruik te maken, zal hij het recht om het terrein te gebruiken aan de kopers van het gebouw overdragen.

In Luxemburg wordt het gebruik van kantoorgebouwen toegestaan voor een periode van 15 jaar, waarna ze moeten worden gemoderniseerd om te voldoen aan de geldende gezondheids-, veiligheids- en milieunormen. De voorgeschreven gezondheids- en veiligheidswerkzaamheden aan het K1-gebouw werden uitgevoerd. De werkzaamheden zijn voltooid; de formele definitieve ontvangst vond plaats in 2010. Het K2-gebouw werd in gebruik genomen in november 2003 en heeft dus nog tot 2018 een geldige vergunning („autorisation d'exploitation”).

De bouwwerkzaamheden voor het K3-gebouw zijn in maart 2010 begonnen en het gebouw werd in gebruik genomen op 15 november 2012.

5.4.   Aanzienlijke potentiële aansprakelijkheid bij geschillen  (4)

Er is geen aanzienlijke potentiële aansprakelijkheid bij geschillen.


(1)  PB L 298 van 26.10.2012, blz. 1.

(2)  PB L 362 van 31.12.2012, blz. 1.

(3)  PB L 268 van 20.10.1977, blz. 1.

(4)  Boekhoudregel nr. 10 van de EU betreffende voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa.


BEGROTINGSINFORMATIE OVER HET BEGROTINGSJAAR 2014

A.   Berekening van het begrotingsresultaat

Het begrotingsresultaat van het jaar wordt berekend op basis van de cijfers van de begrotingsuitvoering.

(euro)

Betalingen ten laste van kredieten van het jaar 2014

(12 4 1 62  633)

Betalingen ten laste van overgedragen betalingskredieten

(9 4 99  604)

Betalingen ten laste van kredieten i.v.m. bestemmingsontvangsten

(53  360)

Invorderingsopdrachten van het jaar, geïnd tijdens het jaar 2014

1 9 4 87  805

Bugettaire invorderingsopdrachten afgegeven vóór 2014 en geïnd gedurende 2014

11  244

Aanpassing van invorderingsopdrachten van voorgaande jaren

Naar 2014 overgedragen betalingskredieten

(7 8 25  569)

Uit voorgaande jaren overgedragen kredieten

1 1 0 40  895

Aanpassing in verband met overdrachten uit het voorgaande jaar van per 31 december beschikbare kredieten afkomstig uit bestemmingsontvangsten

1 05  327

Begrotingsresultaat

(11 0 8 95  895)

Tussen de oorspronkelijke en de definitieve begroting waren er geen aanvullingen of verlagingen.

B.   Aansluiting van het economisch resultaat met het begrotingsresultaat

(euro)

Economisch resultaat over het jaar

6 6 5 75  199

Aanpassing voor posten in het economisch resultaat maar niet in het begrotingsresultaat

(16 7 5 38  431)

 

Verschil transitorische posten eind voorgaande jaar/eind lopende jaar

(1 5 94  505)

 

Bedrag uit verbindingsrekening met de Commissie, geboekt op de economische resultatenrekening

(11 4 5 00  000)

 

Onbetaalde facturen aan het eind van het jaar, geboekt onder lasten (klasse 6)

1 2 19  754

 

Waardevermindering immateriële en materiële vaste activa

6 6 66  026

 

Voorzieningen

 

Waardevermindering

 

Nog niet geïnde, in 2014 afgegeven invorderingsopdrachten in klasse 7

(3  042)

 

Betalingen ten laste van overgedragen betalingskredieten

9 4 99  604

 

Overige

(6 8 8 27  941)

 

Wisselkoersverschillen

1  673

Aanpassing voor posten in het begrotingsresultaat maar niet in het economisch resultaat

(9 9 32  663)

 

Verwerving van activa (betaald gedurende het jaar)

(3 7 55  403)

 

Vóór 2014 afgegeven invorderingsopdrachten, geïnd tijdens het jaar

1  690

 

Naar 2014 overgedragen betalingskredieten

(7 8 25  569)

 

Annulering van ongebruikte, uit het voorgaande jaar overgedragen betalingskredieten

1 5 41  292

 

Aanpassing in verband met overdrachten uit het voorgaande jaar van per 31.12 beschikbare kredieten afkomstig uit bestemmingsontvangsten

1 05  327

 

Betalingen voor pensioenen (dit zijn begrotingsbetalingen, maar geboekt ten laste van voorzieningen)

 

 

Overige

Begrotingsresultaat

(11 0 8 95  895)


ONAFHANKELIJK VERSLAG OVER DE BETROUWBAARHEID

Aan het management van de

Europese Rekenkamer

Wij hebben onderzocht of de door de Europese Commissie aan de Europese Rekenkamer (hierna „de Rekenkamer”) toegewezen financiële middelen voor de gestelde doelen zijn gebruikt en of de door de ordonnateurs ingestelde controleprocedures de nodige waarborgen bieden betreffende de conformiteit van de financiële verrichtingen met de toepasselijke voorschriften en regelgeving voor de financiële middelen die ter beschikking werden gesteld en werden gebruikt voor de periode van 1 januari 2014 tot 31 december 2014.

Het voeren van de boekhouding en de administratie en het vaststellen en in stand houden van passende controles valt onder de verantwoordelijkheid van het management van de Rekenkamer. Onze verantwoordelijkheid bestaat in het geven van een oordeel op basis van ons onderzoek.

Wij verrichtten ons onderzoek overeenkomstig de internationale standaard inzake controleopdrachten „controleopdrachten buiten controles of beoordelingen van historische financiële informatie” (ISAE 3000), zoals vastgesteld door de „Commission de Surveillance du Secteur Financier”. Deze standaard schrijft voor dat wij ons onderzoek zodanig plannen en verrichten dat er redelijke zekerheid bestaat dat misbruik van de middelen dat van materieel belang is voor de boekhouding van de Rekenkamer, wordt ontdekt. Ons werk bestond hoofdzakelijk in het toetsings- en steekproefgewijs onderzoeken van bewijs ter onderbouwing van het feit dat:

de aan de Rekenkamer toegewezen middelen voor de gestelde doelen zijn gebruikt;

de bestaande controleprocedures de noodzakelijke waarborgen bieden betreffende de conformiteit van de financiële verrichtingen met de toepasselijke voorschriften en regelgeving.

Als criteria hebben wij voor ons onderzoek de volgende voorschriften en regelgeving gehanteerd:

Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (hierna „begroting”) en tot intrekking van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 (hierna de „financiële regels”);

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 1268/2012 van de Commissie van 29 oktober 2012 houdende uitvoeringsvoorschriften voor Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie (hierna de „uitvoeringsvoorschriften”);

Besluit nr. 24-2014 van de Europese Rekenkamer van 5 juni 2014 betreffende de interne regels voor de uitvoering van haar begroting. Deze bepalingen maken deel uit van de in de Verdragen vastgelegde procedures of de op grond daarvan gesloten overeenkomsten welke betrekking hebben op de operationele procedure in verband met de begrotingsuitvoering.

Met name de volgende interne regels zijn als criteria gehanteerd:

Artikel 7 — Ondertekening — „Elk van de partijen die zijn betrokken bij het voorbereiden, controleren en registreren van verrichtingen ter vaststelling en invordering van ontvangsten, of ter vastlegging van bedragen en ter verrichting van betalingen, tekent voor deze betrokkenheid met vermelding van de datum.”;

Artikel 8 — Bouwprojecten — „De president dient elk bouwproject dat aanzienlijke financiële gevolgen kan hebben voor de begroting van de Rekenkamer voor te leggen aan het Europees Parlement en de Raad. Voordat de Rekenkamer haar goedkeuring verleent aan enige contractuele verbintenis inzake een dergelijk project, moet de bevoegde dienst een verklarend document afgeven waarin de verenigbaarheid van het project met het financiële kader wordt aangetoond.”;

Artikel 11.2 — „De personen die gemachtigd zijn tot ondertekening van overschrijvingsopdrachten moeten, alvorens te ondertekenen, specifiek nagaan of de overschrijvingsopdrachten overeenstemmen met de betalingsopdracht.”;

Artikel 17.2 — „Het verzoek om overschrijving moet vergezeld gaan van de in artikel 17, lid 2, genoemde informatie.”;

Artikel 18.4 — „De rekenplichtige geeft de ordonnateurs via het centrale IT-systeem een lijst van over te dragen bedragen. Het is de verantwoordelijkheid van de ordonnateurs ervoor te zorgen dat aan het eind van het jaar alleen die bedragen worden overgedragen waarvoor hiertoe een wettelijke verplichting bestaat.”;

Artikel 20 — Eigendomsinventaris — „Overeenkomstig de door de secretaris-generaal na overleg met de rekenplichtige vastgestelde procedures wordt een voor alle ordonnateurs gemeenschappelijke inventaris van de materiële activa bijgehouden.”;

Artikel 22.1 — Minimumprocedures voor beheer en interne beheersing — „De procedures voor beheer en interne beheersing worden door de ordonnateurs opgesteld met inachtneming van de door de Rekenkamer vastgestelde minimumnormen voor de interne beheersing.”.

Wij zijn van mening dat met ons onderzoek een redelijke grondslag is gelegd ter onderbouwing van ons oordeel.

Op basis van onze in dit verslag omschreven werkzaamheden is niets onder onze aandacht gekomen dat ons, in enig materieel opzicht en op grond van de hiervoor vermelde criteria, doet aannemen:

dat de aan de Rekenkamer toegewezen middelen niet voor de gestelde doelen zijn gebruikt;

dat de bestaande controleprocedures niet de noodzakelijke waarborgen bieden dat de financiële verrichtingen in overeenstemming zijn met de toepasselijke voorschriften en regelgeving.

Ons verslag heeft slechts het in de eerste alinea gestelde doel en dient uitsluitend te uwer informatie, en mag voor geen enkel ander doel worden gebruikt, noch worden verspreid onder derden, behoudens ter bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Luxemburg, 20 mei 2015

PricewaterhouseCoopers, Société coopérative

Reviseur d'entreprises

Vertegenwoordigd door

Pierre KRIER