ISSN 1977-0995 doi:10.3000/19770995.C_2014.062.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 62 |
|
![]() |
||
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
57e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2014/C 062/01 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.7138 — ThyssenKrupp/Acciai Speciali Terni/Outokumpu VDM) ( 1 ) |
|
2014/C 062/02 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.7052 — Lloyds Development Capital/PostNL/TNT Post UK) ( 1 ) |
|
2014/C 062/03 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.7157 — BPCE/GIMV/Veolia Transport Belgium) ( 1 ) |
|
2014/C 062/04 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.7168 — Lukoil/ISAB/ISAB Energy/ISAB Energy Services) ( 1 ) |
|
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Raad |
|
2014/C 062/05 |
||
|
Europese Commissie |
|
2014/C 062/06 |
||
2014/C 062/07 |
Nieuwe nationale zijden van voor circulatie bestemde euromuntstukken |
|
2014/C 062/08 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken |
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
4.3.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 62/1 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak COMP/M.7138 — ThyssenKrupp/Acciai Speciali Terni/Outokumpu VDM)
(Voor de EER relevante tekst)
2014/C 62/01
Op 12 februari 2014 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32014M7138. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
4.3.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 62/2 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak COMP/M.7052 — Lloyds Development Capital/PostNL/TNT Post UK)
(Voor de EER relevante tekst)
2014/C 62/02
Op 30 januari 2014 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32014M7052. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
4.3.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 62/2 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak COMP/M.7157 — BPCE/GIMV/Veolia Transport Belgium)
(Voor de EER relevante tekst)
2014/C 62/03
Op 21 februari 2014 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32014M7157. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
4.3.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 62/3 |
Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie
(Zaak COMP/M.7168 — Lukoil/ISAB/ISAB Energy/ISAB Energy Services)
(Voor de EER relevante tekst)
2014/C 62/04
Op 27 februari 2014 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1). De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:
— |
op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector, |
— |
in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32014M7168. EUR-Lex biedt onlinetoegang tot de communautaire wetgeving. |
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Raad
4.3.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 62/4 |
Conclusies van de Raad — Efficiënte en innoverende vormen van onderwijs en opleiding als investering in vaardigheden (1) — Ondersteuning voor het Europees semester 2014
2014/C 62/05
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
TEGEN DE ACHTERGROND VAN:
— |
de artikelen 165 en 166 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; |
— |
De Europa 2020-strategie, en |
— |
de conclusies van de Raad van 12 mei 2009 betreffende een strategisch kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding („ET 2020”) (2). |
REKENING HOUDEND MET:
— |
de aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren (3); |
— |
de conclusies van de Raad van 26 november 2012 over onderwijs en opleiding in Europa 2020 (4) — de bijdrage van onderwijs en opleiding aan economisch herstel, groei en banen; |
— |
de aanbeveling van de Raad inzake de validatie van niet-formeel en informeel leren van 20 december 2012 (5); |
— |
de conclusies van de Raad van 15 februari 2013 over investeren in onderwijs en opleiding (6), een antwoord op „Een andere kijk op onderwijs: investeren in vaardigheden voor betere sociaaleconomische resultaten” en de Jaarlijkse groeianalyse voor 2013; |
— |
de aanbeveling van de Raad van 22 april 2013 (7) tot invoering van een jongerengarantie; |
— |
de verklaring van de Raad over een Europese Alliantie voor leerlingplaatsen van 15 oktober 2013 (8); |
— |
Verordening (EU) nr. 1288/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Erasmus+: het programma van de Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport (9); |
EN NAAR AANLEIDING VAN:
— |
de jaarlijkse groeianalyse 2014 (10), en |
— |
de mededeling van de Commissie „Naar een opener onderwijs: innovatief onderwijzen en leren voor iedereen met nieuwe technologie en open leermiddelen” (11). |
IS HET VOLGENDE VAN OORDEEL:
1. |
Voor onderwijs en opleiding is een strategische rol weggelegd bij de ondersteuning van het economisch herstel in Europa. Hoewel er goede vorderingen zijn gemaakt met betrekking tot het onderwijshoofddoel van de Europa 2020-strategie (12), moet er nog veel worden gedaan om de crisis te boven te komen en de onderliggende structurele problemen op te lossen. |
2. |
Uit recente gegevens blijkt dat deze structurele problemen ten dele samenhangen met het ontbreken van de nodige vaardigheden; zij vormen derhalve een uitdaging voor onze onderwijs- en opleidingsstelsels. |
3. |
Van de potentiële beroepsbevolking in de EU beschikt een vijfde over beperkte lees- en rekenvaardigheden, hetgeen hun inzetbaarheid ernstig beperkt. Hoewel enige vooruitgang is geboekt wat de basisvaardigheden betreft, zijn nog vele scholieren zwak in wiskunde (13). |
4. |
Hoewel prognoses erop wijzen dat voor nagenoeg alle banen in de toekomst ten minste digitale basisvaardigheden vereist zullen zijn, hebben vele scholieren nog geen toegang tot de digitale technologie en de digitale inhoud die nodig zijn voor het verwerven daarvan. Een groot aantal volwassenen heeft helemaal geen digitale vaardigheden. |
WIJST MET NADRUK OP HET VOLGENDE:
1. |
Er moet dringend gereageerd worden op belangrijke uitdagingen zoals jeugdwerkloosheid en de ontoereikende vaardigheden. Naast de essentiële bijdrage die onderwijs en opleiding leveren tot het stimuleren van sociale samenhang en actief burgerschap, zijn zij van groot belang voor de totstandbrenging van slimme, inclusieve en duurzame vormen van groei, het verbeteren van het concurrentievermogen en de inzetbaarheid, en het vergroten van de productiviteit en innovatie. |
2. |
Hoewel al lovenswaardige inspanningen zijn gedaan om deze uitdagingen het hoofd te bieden, moeten de EU en de lidstaten zich meer inspannen om onderwijs en opleiding te verbeteren en moeten zij voortgaan met investeringen in efficiënte en kwalitatief hoogwaardige onderwijs- en opleidingsvormen. |
3. |
De toekomstige evaluaties van de Europa 2020-strategie en van het „2020”-kader voor Europese samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding zouden de kans moeten bieden om de strategische rol van onderwijs en opleiding in het Europees Semester te versterken. |
BESLUIT, TENEINDE DE ZICHTBAARHEID VAN ONDERWIJS EN OPLEIDING IN HET EUROPEES SEMESTER 2014 TE VERGROTEN, DE AANDACHT TOE TE SPITSEN OP:
1. |
het zoveel mogelijk faciliteren van langetermijninvesteringen in de modernisering van de onderwijs- en opleidingsstelsels en de ontwikkeling van vaardigheden op nationaal en Europees niveau en daarbij meer nadruk te leggen op de efficiëntie en de kwaliteit van de investeringen in onderwijs; |
2. |
het toerusten van mensen in alle leeftijdsgroepen met betere en relevantere vaardigheden, onder meer door het intensiveren van het leven lang leren en het bevorderen van gelijke kansen bij de toegang tot onderwijs en opleiding van goede kwaliteit, ook voor lerenden uit kansarme groepen; |
3. |
het faciliteren van de overgang van onderwijs en opleiding naar werk, onder meer door het bevorderen van werkplekleren en, in voorkomend geval, door een ruimere beschikbaarheid van kwalitatief hoogwaardige stages of leerlingplaatsen; |
4. |
de verdere modernisering en verbetering van de onderwijsmethoden, in samenwerking met relevante belanghebbenden en uitgaande van de recentste onderzoeken, alsmede het optimaal benutten van de mogelijkheden die digitaal leren biedt, onder meer, naargelang van de nationale omstandigheden, door middel van:
|
VERZOEKT DE LIDSTATEN OM, MET INACHTNEMING VAN HET SUBSIDIARITEITSBEGINSEL EN VAN NATIONALE OMSTANDIGHEDEN:
1. |
zich verder in te spannen om de verwerving van sleutelcompetenties te verbeteren en het aandeel slecht presterende scholieren terug te dringen; |
2. |
de verwerving van basisvaardigheden te stimuleren, alsmede de vaststelling van om- en bijscholingsmaatregelen door de intensivering van het leven lang leren, met name voor laaggeschoolden; |
3. |
een doeltreffend en inclusief onderwijs- en opleidingsbeleid te voeren, waarin terdege rekening wordt gehouden met de behoeften van lerenden uit kansarme groepen; |
4. |
een empirisch onderbouwde discussie onder een breed scala aan belanghebbenden aan te moedigen over duurzame en efficiënte middelen voor het financieren van onderwijs en opleiding; |
5. |
passende maatregelen te nemen naar aanleiding van de kernboodschappen met betrekking tot onderwijs en opleiding in de verklaring van de Raad over een Europese Alliantie voor leerlingplaatsen en in de aanbeveling van de Raad tot invoering van een jongerengarantie; |
6. |
na te gaan op welke wijze instrumenten voor transparantie en erkenning in het formeel onderwijs ook kunnen worden toegepast voor nieuwe onderwijsvormen, met inbegrip van de validering van vaardigheden die zijn verworven via kwalitatief hoogwaardig webgebaseerd onderwijs; |
7. |
onderwijs- en opleidingsinstellingen te helpen het potentieel van nieuwe technologieën en digitale inhoud ten volle te benutten als aanvulling op de traditionele onderwijsmethoden teneinde tegemoet te komen aan de behoeften van verschillende lerenden, met name die uit kansarme groepen; |
8. |
leraren en schoolleiders bij te staan bij de verwerving van een hoog digitaal vaardigheidsniveau en het overnemen van innoverende onderwijspraktijken door middel van flexibele opleiding, stimuleringsregelingen en geactualiseerde curricula voor de lerarenopleiding; |
9. |
ten volle gebruik te maken van de nieuwe generatie van financiële instrumenten, met name het Erasmus+-programma en de structuur- en investeringsfondsen, bij het aanpakken van deze onderwijs- en opleidingsuitdagingen; |
10. |
ernaar te streven investeringen in onderwijs en opleiding als groeivriendelijke sectoren te faciliteren en daarbij rekening te houden met de onderwijs- en opleidingsaspecten van de landspecifieke aanbevelingen in het kader van Europa 2020. |
VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE:
1. |
de bijdrage van onderwijs en opleiding aan de EU-agenda voor groei en werkgelegenheid te versterken door investeringen efficiënter en doeltreffender in te zetten teneinde de vaardigheidsniveaus te verhogen, de leerresultaten te verbeteren en de vaardigheidstekorten te verhelpen; |
2. |
partnerschappen op nationaal en Europees niveau tussen scheppers van onderwijskundige inhoud aan te moedigen, met als oogmerk de vergroting van het aanbod aan kwalitatief hoogwaardige vrije leermiddelen en ander digitaal onderwijsmateriaal in verschillende talen, waarbij terdege rekening dient te worden gehouden met de auteursrechtelijke en de licentie-aspecten; |
3. |
het nieuwe eTwinning-platform en het nieuwe portaal Open Education Europa te blijven gebruiken als referentiepunt voor bestaande open leermiddelen die in de EU geproduceerd zijn; |
4. |
een vervolg te geven aan het Raadsdebat van november 2013 door het organiseren van een top over de uitdagingen die samenhangen met nieuwe technologieën en open leermiddelen in onderwijs, met name waar het gaat om kwaliteitsborging en de beoordeling en certificering van vaardigheden die verworven zijn met behulp van nieuwe leermethoden; |
5. |
de meerwaarde van het strategisch kader „ET 2020” te vergroten en de doeltreffendheid ervan te optimaliseren, alsmede die van de bijbehorende bestuurs- en werkregelingen, door met name:
|
VERZOEKT DE COMMISSIE:
1. |
gegevens te verzamelen over en een analyse te maken van de economische en de maatschappelijke impact en baten van onderwijs die als basis kan dienen voor een toekomstig debat in de Raad; |
2. |
in het kader van de openbare raadpleging over de Europese ruimte voor vaardigheden en kwalificaties een breed openbaar debat over de gevolgen van nieuwe technologieën en digitale inhoud voor de huidige werkwijzen en instrumenten en beleidsmaatregelen van de EU te bevorderen, onder meer over aspecten zoals kwaliteitsborging en -beoordeling en certificering. |
(1) In het kader van deze conclusies wordt de term „vaardigheden” in een algemene betekenis gebruikt conform de definitie in bijlage I van de Aanbeveling uit 2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren (PB C 111 van 6.5.2008, blz. 4).
(2) PB C 119 van 28.5.2009, blz. 2.
(3) PB L 394 van 30.12.2006, blz. 10.
(4) PB C 393 van 19.12.2012, blz. 5.
(5) PB C 398 van 22.12.2012, blz. 1.
(6) PB C 64 van 5.3.2013, blz. 5.
(7) PB C 120 van 26.4.2013, blz. 1.
(8) 14986/13.
(9) PB L 347 van 20.12.2013, blz. 50.
(10) 15803/13 + ADD 1.
(11) 14116/13 + ADD 1.
(12) Volgens de Onderwijs- en Opleidingsmonitor 2013.
(13) Volgens het PIAAC-onderzoek naar vaardigheden van volwassenen (Programme for the International Assessment of Adult Competences) 2013 van de OESO en het PISA-onderzoek naar de vaardigheden van 15-jarigen op het gebied van lezen, wiskunde en natuurwetenschappen (Programme for International Student Assessment).
N.B.: Het recht op deelname van alle lidstaten aan de werkzaamheden van deze organisatie moet worden gewaarborgd.
(14) Toelichting: Deze werkgroepen, die oorspronkelijk door de Commissie zijn ingesteld in het kader van het werkprogramma Onderwijs en opleiding 2010 om de open coördinatiemethode toe te passen op het gebied van onderwijs en opleiding, zijn een forum voor de uitwisseling van best practices op deze gebieden. Zij brengen op vrijwillige basis deskundigen uit de lidstaten bijeen en bestrijken in hun huidige vorm zes sleutelgebieden: scholen, hoger onderwijs, beroepsonderwijs en -opleiding, volwasseneneducatie, transversale vaardigheden en digitaal leren.
Europese Commissie
4.3.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 62/7 |
Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties (1):
0,25 % per 1 maart 2014
Wisselkoersen van de euro (2)
3 maart 2014
2014/C 62/06
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,3768 |
JPY |
Japanse yen |
139,51 |
DKK |
Deense kroon |
7,4626 |
GBP |
Pond sterling |
0,82305 |
SEK |
Zweedse kroon |
8,8652 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,2129 |
ISK |
IJslandse kroon |
|
NOK |
Noorse kroon |
8,3175 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
27,354 |
HUF |
Hongaarse forint |
312,65 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
PLN |
Poolse zloty |
4,1928 |
RON |
Roemeense leu |
4,5167 |
TRY |
Turkse lira |
3,0576 |
AUD |
Australische dollar |
1,5432 |
CAD |
Canadese dollar |
1,5278 |
HKD |
Hongkongse dollar |
10,6823 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,6446 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,7461 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 473,34 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
14,8640 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
8,4589 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,6515 |
IDR |
Indonesische roepia |
15 969,50 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,5222 |
PHP |
Filipijnse peso |
61,604 |
RUB |
Russische roebel |
50,0835 |
THB |
Thaise baht |
44,818 |
BRL |
Braziliaanse real |
3,2125 |
MXN |
Mexicaanse peso |
18,2997 |
INR |
Indiase roepie |
85,3905 |
(1) Rentevoet die is toegepast op de laatst uitgevoerde transactie voor de opgegeven dag. In geval van een tender met variabele rente, verwijst deze rentevoet naar de marginale interestvoet.
(2) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
4.3.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 62/8 |
Nieuwe nationale zijden van voor circulatie bestemde euromuntstukken
2014/C 62/07
Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de hele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1).
|
|
|
|
1 EUROCENT |
2 EUROCENT |
5 EUROCENT |
10 EUROCENT |
|
|
|
|
20 EUROCENT |
50 EUROCENT |
1 EURO |
2 EURO |
Uitgevend land: Het vorstendom Andorra
Datum van uitgifte: januari 2014
Beschrijving van de beeldenaren: De 1-, 2- en 5-eurocentstukken geven elementen van de natuur, de wilde fauna en de flora weer. Onderaan, schuin van links naar rechts, staan het land van uitgifte „ANDORRA” en het jaar van uitgifte „2014”.
Op de 10-, 20- en 50-eurocentstukken staan elementen van Romeinse kunst afgebeeld. Rechts, verticaal, staan het land van uitgifte „ANDORRA” en het jaar van uitgifte „2014”.
Op het muntstuk van 1 euro staat Casa de la Vall — een historisch huis in Andorra La Vella, een deel van het culturele erfgoed van Andorra. Onderaan staan het land van uitgifte „ANDORRA” en het jaar van uitgifte „2014”.
Op de 2-eurostukken staan het wapenschild van Andorra en het motto virtus unita fortior. Rechts, verticaal, staan het land van uitgifte „ANDORRA” en het jaar van uitgifte „2014”.
In de rand rond het centrale deel van de munt zijn de 12 sterren van de Europese vlag afgebeeld.
Het randschrift van de munt van 2 euro is: 2 **, zes keer herhaald, afwisselend van beneden naar boven en boven naar beneden.
(1) Zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1, PB C 254 van 20.10.2006, blz. 6, en PB C 248 van 23.10.2007, blz. 8, voor de andere euromunten.
4.3.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 62/9 |
Nieuwe nationale zijde van voor circulatie bestemde euromuntstukken
2014/C 62/08
Nationale zijde van de nieuwe, voor circulatie bestemde herdenkingsmunt van twee euro die door Slovenië wordt uitgegeven
Voor circulatie bestemde euromunten hebben in de gehele eurozone de status van wettig betaalmiddel. Om zowel degenen die beroepsmatig met euromunten omgaan als het grote publiek op de hoogte te houden, publiceert de Commissie alle nieuwe ontwerpen van euromunten (1). Volgens de conclusies van de Raad van 10 februari 2009 (2) is het de lidstaten van de eurozone en de landen die met de Europese Unie een monetaire overeenkomst hebben gesloten volgens welke zij euromuntstukken mogen uitgeven, toegestaan een bepaalde hoeveelheid voor circulatie bestemde euroherdenkingsmunten uit te geven, en dat onder bepaalde voorwaarden, met name dat alleen het muntstuk van twee euro wordt gebruikt. Deze munten hebben dezelfde technische kenmerken als gewone voor circulatie bestemde munten van twee euro, maar hebben aan de nationale zijde een speciale herdenkingsafbeelding met een grote nationale of Europese symboolwaarde.
Uitgevende staat: Slovenië
Onderwerp van de herdenkingsmunt: 600e verjaardag van de kroning van Barbara van Celje
Beschrijving van het ontwerp: Het centrale beeld van de munt is het portret van koningin Barbara van Celje met haar scepter, in een gestreept patroon. Op dit beeld staan drie typische zespuntige sterren van de graven van Celje. Links van het portret staat het woord „SLOVENIJA” en aan de rechterzijde het opschrift „BARBARA CELJSKA” en de jaartallen „1414-2014”.
Langs de buitenrand van de munt zijn de twaalf sterren van de Europese vlag afgebeeld.
Oplage: 1 miljoen
Datum van uitgifte: oktober 2014
(1) Zie PB C 373 van 28.12.2001, blz. 1, voor een overzicht van alle nationale zijden die in 2002 zijn uitgegeven.
(2) Zie de conclusies van de Raad Economische en Financiële Zaken van 10 februari 2009 en de Aanbeveling van de Commissie van 19 december 2008 betreffende gemeenschappelijke richtsnoeren voor de nationale zijde en de uitgifte van voor circulatie bestemde euromuntstukken (PB L 9 van 14.1.2009, blz. 52).