ISSN 1977-0995 doi:10.3000/19770995.C_2013.096.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 96 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
56e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2013/C 096/01 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 ) |
|
2013/C 096/02 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 ) |
|
|
III Voorbereidende handelingen |
|
|
EUROPESE CENTRALE BANK |
|
2013/C 096/03 |
||
2013/C 096/04 |
||
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2013/C 096/05 |
||
2013/C 096/06 |
Toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie |
|
|
V Adviezen |
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
Europees Parlement |
|
2013/C 096/07 |
Oproep tot kandidaatstelling met het oog op de verkiezing van de Europese ombudsman |
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
4.4.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 96/1 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU
Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt
(Voor de EER relevante tekst)
2013/C 96/01
Datum waarop het besluit is genomen |
20.12.2012 |
|||||||||||
Referentienummer staatssteun |
SA.34536 (12/N) |
|||||||||||
Lidstaat |
Spanje |
|||||||||||
Regio |
— |
— |
||||||||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Restructuring and recapitalisation of Banco CEISS — Spain |
|||||||||||
Rechtsgrondslag |
|
|||||||||||
Type maatregel |
ad-hoc steun |
Banco de Caja España de Inversiones, Salamanca y Soria, SA (Banco CEISS) |
||||||||||
Doelstelling |
Opheffing ernstige verstoring in de economie |
|||||||||||
Vorm van de steun |
Andere kapitaalmaatregelen |
|||||||||||
Begrotingsmiddelen |
Totaalbudget: 1 846 EUR (in miljoen) |
|||||||||||
Maximale steunintensiteit |
— |
|||||||||||
Looptijd (periode) |
20.12.2012-31.12.2017 |
|||||||||||
Economische sectoren |
Financiële activiteiten en verzekeringen |
|||||||||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
FROB. Fondo de Reestructuración Ordenada Bancaria FGD. Fondo de Garantía de Depósitos
|
|||||||||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm
Datum waarop het besluit is genomen |
18.12.2012 |
|||||||
Referentienummer staatssteun |
SA.34604 (12/N) |
|||||||
Lidstaat |
Verenigd Koninkrijk |
|||||||
Regio |
Scotland |
Artikel 107, lid 3, onder c) |
||||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Prolongation of the Freight Facilities Grant scheme |
|||||||
Rechtsgrondslag |
Section 71 of the Transport (Scotland) Act 2001 and Section 272 of the Transport Act 2000 as modified by Article 3 of the Scotland Act 1998 (Transfer of Functions to the Scottish Ministers, etc.) Order 2003 |
|||||||
Type maatregel |
Regeling |
Operators of freight handling facilities |
||||||
Doelstelling |
Milieubescherming |
|||||||
Vorm van de steun |
Rechtstreekse subsidie |
|||||||
Begrotingsmiddelen |
Totaalbudget: 20,75 GBP (in miljoen) |
|||||||
Maximale steunintensiteit |
50 % |
|||||||
Looptijd (periode) |
1.1.2013-19.12.2017 |
|||||||
Economische sectoren |
Binnenvaart, goederenvervoer, Goederenvervoer per spoor, Zee- en kustvaart, goederenvervoer |
|||||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm
Datum waarop het besluit is genomen |
22.8.2012 |
|||||
Referentienummer staatssteun |
SA.35190 (12/N) |
|||||
Lidstaat |
Letland |
|||||
Regio |
Latvija |
Artikel 107, lid 3, onder a) |
||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Grozījumi shēmā “Dalītas atkritumu apsaimniekošanas sistēmas attīstība” |
|||||
Rechtsgrondslag |
|
|||||
Type maatregel |
Regeling |
— |
||||
Doelstelling |
Regionale ontwikkeling |
|||||
Vorm van de steun |
Rechtstreekse subsidie |
|||||
Begrotingsmiddelen |
Totaalbudget: 39,06 LVL (in miljoen) |
|||||
Maximale steunintensiteit |
50 % |
|||||
Looptijd (periode) |
11.9.2012-1.12.2013 |
|||||
Economische sectoren |
Inzameling, verwerking en verwijdering van afval; terugwinning |
|||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm
Datum waarop het besluit is genomen |
14.12.2012 |
|||||
Referentienummer staatssteun |
SA.35280 (12/N) |
|||||
Lidstaat |
Duitsland |
|||||
Regio |
— |
— |
||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Änderung der Beihilferegelung „Richtlinie des Landes Niedersachsen für Garantien zur Beteiligung an kleinen und mittleren Unternehmen der gewerblichen Wirtschaft“ Änderung der Beihilferegelung „Richtlinie des Landes Niedersachsen für Garantien zur Beteiligung an kleinen und mittleren Unternehmen der gewerblichen Wirtschaft“ (N 772/06) |
|||||
Rechtsgrondslag |
§§ 23 und 44 der Niedersächsischen Landeshaushaltsordnung und die Richtlinie des Landes Niedersachsen für Garantien von Beteiligungen an kleinen und mittleren Unternehmen der gewerblichen Wirtschaft — Runderlass des Niedersächsischen Finanzministeriums |
|||||
Type maatregel |
Regeling |
— |
||||
Doelstelling |
Risicokapitaal, Herstructurering ondernemingen in moeilijkheden |
|||||
Vorm van de steun |
Garantie |
|||||
Begrotingsmiddelen |
|
|||||
Maximale steunintensiteit |
75 % |
|||||
Looptijd (periode) |
Tot 31.12.2013 |
|||||
Economische sectoren |
Alle economische sectoren komen voor steun in aanmerking |
|||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm
Datum waarop het besluit is genomen |
6.3.2013 |
||||||
Referentienummer staatssteun |
SA.35403 (12/NN) |
||||||
Lidstaat |
Verenigd Koninkrijk |
||||||
Regio |
Comhairle nan Eilan (Western Isles) |
— |
|||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
HTT (Manufacturing) Ltd, Restructuring Plan September 2012 |
||||||
Rechtsgrondslag |
Enterprise and New Towns (Scotland) Act 1990, as amended 1 April 2001 by Scottish Statutory Instrument 2001 No 126 |
||||||
Type maatregel |
ad-hoc steun |
HTT (Manufacturing) Ltd |
|||||
Doelstelling |
Herstructurering ondernemingen in moeilijkheden |
||||||
Vorm van de steun |
Overige, Rechtstreekse subsidie |
||||||
Begrotingsmiddelen |
|
||||||
Maximale steunintensiteit |
50 % |
||||||
Looptijd (periode) |
Vanaf 29.8.2012 |
||||||
Economische sectoren |
Textielveredeling, Bewerken en spinnen van textielvezels |
||||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
||||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm
4.4.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 96/6 |
Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU
Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt
(Voor de EER relevante tekst)
2013/C 96/02
Datum waarop het besluit is genomen |
20.12.2012 |
|||||||||
Referentienummer staatssteun |
SA.35488 (12/N) |
|||||||||
Lidstaat |
Spanje |
|||||||||
Regio |
— |
— |
||||||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Restructuring of Banco Mare Nostrum — Spain |
|||||||||
Rechtsgrondslag |
|
|||||||||
Type maatregel |
ad-hoc steun |
Banco Mare Nostrum SA |
||||||||
Doelstelling |
Opheffing ernstige verstoring in de economie |
|||||||||
Vorm van de steun |
Andere kapitaalmaatregelen |
|||||||||
Begrotingsmiddelen |
Totaalbudget: 3 745 EUR (in miljoen) |
|||||||||
Maximale steunintensiteit |
— |
|||||||||
Looptijd (periode) |
vanaf 20.12.2012 |
|||||||||
Economische sectoren |
Financiële activiteiten en verzekeringen |
|||||||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||||||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm
Datum waarop het besluit is genomen |
20.12.2012 |
|||||||||
Referentienummer staatssteun |
SA.35490 (12/N) |
|||||||||
Lidstaat |
Spanje |
|||||||||
Regio |
— |
— |
||||||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Restructuring of Liberbank — Spain |
|||||||||
Rechtsgrondslag |
|
|||||||||
Type maatregel |
ad-hoc steun |
Liberbank SA |
||||||||
Doelstelling |
Opheffing ernstige verstoring in de economie |
|||||||||
Vorm van de steun |
Overige, Andere kapitaalmaatregelen |
|||||||||
Begrotingsmiddelen |
Totaalbudget: 1 124 EUR (in miljoen) |
|||||||||
Maximale steunintensiteit |
— |
|||||||||
Looptijd (periode) |
vanaf 20.12.2012 |
|||||||||
Economische sectoren |
Financiële activiteiten en verzekeringen |
|||||||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||||||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm
Datum waarop het besluit is genomen |
19.11.2012 |
|||||
Referentienummer staatssteun |
SA.35561 (12/N) |
|||||
Lidstaat |
Duitsland |
|||||
Regio |
Bremen |
Gemengd |
||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Verlängerung der Richtlinie der Freien Hansestadt Bremen über die Gewährung von Rettungs- und Umstrukturierungsbeihilfen an kleine und mittlere Unternehmen der gewerblichen Wirtschaft |
|||||
Rechtsgrondslag |
Richtlinie der Freien Hansestadt Bremen über die Gewährung von Rettungs- und Umstrukturierungsbeihilfen an kleine und mittlere Unternehmen der gewerblichen Wirtschaft |
|||||
Type maatregel |
Regeling |
— |
||||
Doelstelling |
Redding ondernemingen in moeilijkheden |
|||||
Vorm van de steun |
Rentesubsidie, Garantie, Afboeking schulden, Zachte lening |
|||||
Begrotingsmiddelen |
|
|||||
Maximale steunintensiteit |
80 % |
|||||
Looptijd (periode) |
1.1.2013-31.12.2014 |
|||||
Economische sectoren |
Alle economische sectoren komen voor steun in aanmerking |
|||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm
Datum waarop het besluit is genomen |
18.2.2013 |
|||||||||
Referentienummer staatssteun |
SA.35655 (12/N) |
|||||||||
Lidstaat |
Italië |
|||||||||
Regio |
Lombardia, Veneto |
— |
||||||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Aiuto al salvataggio di FORM SpA in AS |
|||||||||
Rechtsgrondslag |
|
|||||||||
Type maatregel |
Individuele steun |
FORM SpA in AS |
||||||||
Doelstelling |
Redding ondernemingen in moeilijkheden |
|||||||||
Vorm van de steun |
Garantie |
|||||||||
Begrotingsmiddelen |
Totaalbudget: 24 EUR (in miljoen) |
|||||||||
Maximale steunintensiteit |
100 % |
|||||||||
Looptijd (periode) |
1.5.2013-31.10.2013 |
|||||||||
Economische sectoren |
Gieten van lichte metalen |
|||||||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||||||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm
Datum waarop het besluit is genomen |
6.3.2013 |
|||||
Referentienummer staatssteun |
SA.35701 (12/N) |
|||||
Lidstaat |
Finland |
|||||
Regio |
— |
— |
||||
Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde |
Short-term export-credit insurance scheme |
|||||
Rechtsgrondslag |
Act on the State's Export Credit Guarantees (422/2001) |
|||||
Type maatregel |
Regeling |
— |
||||
Doelstelling |
Verzekeren van exportkredieten |
|||||
Vorm van de steun |
Verzekeren van exportkredieten |
|||||
Begrotingsmiddelen |
— |
|||||
Maximale steunintensiteit |
— |
|||||
Looptijd (periode) |
tot 31.12.2015 |
|||||
Economische sectoren |
Alle economische sectoren komen voor steun in aanmerking |
|||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
|||||
Andere informatie |
— |
De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:
http://ec.europa.eu/competition/elojade/isef/index.cfm
III Voorbereidende handelingen
EUROPESE CENTRALE BANK
4.4.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 96/11 |
ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 7 januari 2013
inzake een voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van een faciliteit voor het toekennen van financiële bijstand aan lidstaten die de euro niet als munt hebben
(CON/2013/2)
2013/C 96/03
Inleiding en rechtsgrondslag
Op 19 juli 2012 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) een verzoek van de Raad van de Europese Unie om een advies inzake een voorstel voor een verordening van de Raad houdende instelling van een faciliteit voor financiële ondersteuning voor lidstaten die de euro niet als munt hebben (1) (hierna: de „ontwerpverordening”).
De adviesbevoegdheid van de ECB is gebaseerd op artikel 127, lid 4 en artikel 282, lid 5 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, omdat de ontwerpverordening bepalingen bevat die onder de bevoegdheid van de ECB vallen. In het bijzonder kent de ECB bijstand toe aan lidstaten die de euro niet als munt hebben (hierna: „niet-eurogebied lidstaten”), zulks krachtens de actuele faciliteit, die is vastgesteld bij Verordening (EG) nr.332/2002 (2) en zou een rol spelen bij de beoordeling, het toezicht en het beheer van de financiële bijstand krachtens de ontwerpverordening. Overeenkomstig de eerste volzin van artikel 17.5 van het Reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.
1. Algemene opmerkingen
De ontwerpverordening dient Verordening (EG) nr. 332/2002 te vervangen voor het organiseren van financiële ondersteuning op middellange termijn voor niet-eurogebied lidstaten onder flexibelere voorwaarden en om gelijke voorwaarden te garanderen tussen lidstaten van het eurogebied en niet-eurogebied lidstaten, zulks als antwoord op de huidige financiële crisis. De ontwerpverordening introduceert instrumenten en procedures die vergelijkbaar zijn met de instrumenten en procedures die zijn ontwikkeld voor het verstrekken van financiële ondersteuning aan lidstaten die de euro als munt hebben (hierna: „eurogebied lidstaten”). Terwijl Verordening (EG) nr. 332/2002 (na de laatste wijziging) uitdrukkelijk slechts financiële ondersteuning op middellange termijn voorzag in de vorm van leningen aan niet-eurogebied lidstaten, mits vaststelling van aanpassingsprogramma's, stelt de ontwerpverordening twee aanvullende financieringsinstrumenten beschikbaar: een aan voorwaarden onderworpen anticiperende kredietlijn (PCCL) en een kredietlijn tegen verscherpte voorwaarden (ECCL). De PCCL en de ECCL behoren tot de ondersteuningsinstrumenten voor eurogebied lidstaten. De limiet van de krachtens de ontwerpverordening toekenbare financiële ondersteuning op middellange termijn bedraagt net als in Verordening (EG) nr.332/2002 50 miljard EUR.
De ECB begrijpt dat de financiële ondersteuning van de Unie aan niet-eurogebied lidstaten krachtens Verordening nr. (EU) nr. 407/2010 of de ontwerpverordening mag plaatsvinden totdat Verordening (EU) nr. 407/2010 tot oprichting van het Europees Financieel Stabilisatiemechanisme (3) wordt ingetrokken. Daarom verwelkomt zij de inspanningen om te streven naar zo identiek mogelijke instrumenten voor de eurogebied lidstaten en niet-eurogebied lidstaten en de inspanningen om de toekenningsprocedures van dergelijke ondersteuning te synchroniseren. Het Europees Financieel Stabilisatiemechanisme (EFSM) zal ophouden te bestaan (4), zulks gezien de inwerkingtreding van het Verdrag betreffende het Europese stabilisatiemechanisme, derhalve ware het goed te verduidelijken of ondersteuning die krachtens Verordening nr. (EU) nr. 407/2010 aan een niet-eurogebied lidstaat kan worden geboden, onder de ontwerpverordening zou vallen als het EFSM niet meer bestaat.
2. Specifieke opmerkingen
2.1. |
De ECB neemt nota van de invoering van kredietlijnen ter ondersteuning van niet-eurogebied lidstaten wier economische en financiële toestand fundamenteel gezond is (5). De ECB is van mening dat het toekennen van kredietlijnen verenigbaar is met artikel 143 van het Verdrag, dat bepaalt dat de Unie kan optreden, niet alleen wanneer een niet-eurogebied lidstaat in moeilijkheden is, maar eveneens bij „ernstig dreigende moeilijkheden” wat betreft de betalingsbalans wanneer deze potentiële moeilijkheden in het bijzonder de werking van de interne markt in gevaar zouden kunnen brengen. Belangrijk acht de ECB tegelijkertijd een strikte uitlegging van de toelatingscriteria inzake kredietlijnen, en strikte naleving ervan op termijn. Het is inderdaad essentieel om moreel wangedrag door de ontvangers van dergelijke kredietlijnen te voorkomen. Zoals in het geval van eurogebied lidstaten zal dit van alle betrokken partijen een bijzondere inspanning vergen. |
2.2. |
Met betrekking tot de rol van de ECB en het Eurosysteem bevat de ontwerpverordening soortgelijke bepalingen inzake het beheer van de financiële ondersteuning, respectievelijk de opening en het gebruik van rekeningen bij de nationale centrale bank (NCB) van de betrokken lidstaat en van de respectieve nationale centrale bank bij de ECB. In dit opzicht begrijpt de ECB dat zij krachtens de ontwerpverordening zou optreden als fiscaal agent, zulks in overeenstemming met artikel 21.2 van de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank, en dat geen financiering door het Europees Stelsel van Centrale Banken zou worden verwacht, zulks in overeenstemming met het verbod op monetaire financiering krachtens artikel 123 van het Verdrag. Daarom herhaalt de ECB dat de beheersrekeningen voor deze financiële ondersteuning bij de nationale Centrale Banken en de ECB geen rekening-courant faciliteit zullen kennen (6). |
2.3. |
De ontwerpverordening vestigt, naast het beheer van de leningen en kredietlijnen, in het geval van financiële ondersteuning door de Europese Unie aan niet-eurogebied lidstaten, een bredere deelname van de ECB dan nu het geval is op grond van Verordening (EG) nr. 332/2002. Alhoewel krachtens Verordening (EG) nr. 332/2002 de ECB een beperkte rol heeft bij het beheer van de lening, was de ECB waarnemer in de missies naar niet-eurogebied lidstaten die krachtens Verordening (EG) nr. 332/2002 financiële ondersteuning genieten. De ontwerpverordening houdt daarmee rekening en stelt onder andere voor dat de ECB kan samenwerken met de Commissie bij de beoordeling van de houdbaarheid van de overheidsschuld en de huidige of potentiële financieringsbehoeften, de voorbereiding van de macro-economische aanpassingsprogramma's, het toezicht op de vorderingen ervan via de regelmatige missies, en een aangescherpt toezicht wanneer een ECCL wordt toegekend of een PCCL wordt opgenomen. Meestal wordt dus van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) betrokkenheid verlangd. Krachtens Verordening (EG) nr. 332/2002 voerde enkel de Commissie deze activiteiten uit in het kader van financiële ondersteuning op middellange termijn in verband met de betalingsbalans. De rol van de ECB en het IMF in de ontwerpverordening lijkt grotendeels op het systeem voor eurogebied lidstaten krachtens het EFSM, het EFSF en het ESM. Gezien het feit dat de ECB niet de monetaire autoriteit van de niet-eurogebied lidstaten is, zou de ECB willen onderscheiden tussen haar betrokkenheid ten aanzien van niet-eurogebied lidstaten en haar betrokkenheid ten aanzien van eurogebied lidstaten, en merkt zij op dat haar rol in de voorgestelde samenwerking met de Commissie zal moeten worden georganiseerd binnen haar mandaat en onder naleving van haar onafhankelijkheid. |
2.4. |
De ECB merkt op dat zij bij de beoordeling van de vervulling van de convergentiecriteria van artikel 140 van het Verdrag die nader zijn uitgewerkt in een protocol bij het Verdrag, rekening zal blijven houden met de gevolgen van de internationale ondersteuning voor de betalingsbalans en liquiditeitssteun voor de beoordeling van de wisselkoersstabiliteit, in het bijzonder voor de valuta die deelnemen aan het wisselkoersmechanisme II, ERM II. Zo ook in de toekomst en mede inzake eventuele ondersteuning krachtens de ontwerpverordening. |
2.5. |
De ECB merkt op dat de vaststelling van de ontwerpverordening geen gevolgen mag hebben voor het functioneren van het WKM II in de derde fase van de Economische en Monetaire Unie, waarop het bestaande wettelijk kader toepasselijk blijft (7). |
Indien de ECB wijzigingen van de ontwerpverordening aanbeveelt, worden daartoe specifiek onderbouwde formuleringsvoorstellen in de bijlage opgenomen.
Gedaan te Frankfurt am Main, 7 januari 2013.
De president van de ECB
Mario DRAGHI
(1) COM(2012) 336 definitief.
(2) Verordening (EG) nr. 332/2002 van 18 februari 2002 houdende instelling van een faciliteit voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB L 53 van 23.2.2002, blz. 1).
(3) Verordening (EU) nr. 407/2010 van de Raad van 11 mei 2010 houdende instelling van een Europees financieel stabilisatiemechanisme (PB L 118 van 12.5.2010, blz. 1).
(4) Zie de conclusies van de Europese Raad van 16-17 december 2010; http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ec/118578.pdf
(5) Artikel 4 van de ontwerpverordening.
(6) Zie de tweede alinea van paragraaf 1 van Advies CON/2009/37 van 20 april 2009 inzake een voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 332/2002 houdende instelling van een faciliteit voor financiële ondersteuning op middellange termijn van de betalingsbalansen van de lidstaten (PB C 106 van 8.5.2009, blz.1).
(7) Overeenkomst van 16 maart 2006 tussen de ECB en de nationale centrale banken van de niet-eurogebied lidstaten ter vaststelling van de operationele procedures voor een wisselkoersstelsel in de derde fase van de Economische en Monetaire Unie (PB C 73 van 25.3.2006, blz. 21).
BIJLAGE
Formuleringsvoorstellen
Door de Raad voorgestelde tekst |
Door de ECB voorgestelde wijzigingen (1) |
Wijziging 1 |
|
Artikel 3, leden 2, 3, 7 en 8 en artikel 5, lid 2| |
|
„Artikel 3 2. De Commissie beoordeelt, in verbinding met de ECB en telkens indien mogelijk het IMF, de houdbaarheid van de overheidsschuld en de actuele of potentiële financiële behoeften van de betrokken lidstaat en zendt deze beoordeling aan het EFC. 3. De betrokken lidstaat stelt in overleg met de Commissie, handelend in samenwerking met de ECB en telkens indien mogelijk het IMF, een ontwerp van macro-economisch aanpassingsprogramma met beleidsvereisten op dat gericht is op het opnieuw tot stand brengen van een houdbare betalingsbalanspositie en op het herstellen van zijn vermogen om zich volledig op de financiële markten te financieren. In het ontwerp van macro-economisch aanpassingsprogramma wordt naar behoren rekening gehouden met de aanbevelingen die overeenkomstig de artikelen 121, 126 en 148 van het Verdrag tot de betrokken lidstaat zijn gericht en met de maatregelen die hij heeft genomen om daaraan gevolg te geven, en wordt er tegelijkertijd naar gestreefd de vereiste beleidsmaatregelen te verruimen, te versterken en te verdiepen. […] 7. De Commissie controleert, in verbinding met de ECB en in voorkomend geval het IMF, middels regelmatige toetsingsopdrachten de voortgang bij de uitvoering van het macro-economische aanpassingsprogramma. Zij informeert het EFC op kwartaalbasis. De betrokken lidstaat verleent de Commissie en de ECB zijn volledige medewerking. Hij verstrekt de Commissie en de ECB met name alle informatie die zij nodig achten voor het monitoren van het programma. De betrokken lidstaat heeft tevens verplichtingen als vastgelegd in artikel 6, lid 2. 8. In verbinding met de ECB en telkens indien mogelijk het IMF gaat de Commissie samen met de betrokken lidstaat na welke wijzigingen eventueel in zijn macro-economisch aanpassingsprogramma moeten worden aangebracht. Op aanbeveling van de Commissie keurt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen alle wijzigingen goed die in dat programma moeten worden aangebracht. Artikel 5 2. De Commissie beoordeelt, in verbinding met de ECB en telkens indien mogelijk het IMF, de houdbaarheid van de overheidsschuld en de actuele of potentiële financiële behoeften van de betrokken lidstaat en zendt deze beoordeling aan het EFC.” |
„Artikel 3 2. De Commissie beoordeelt, in verbinding met de ECB en telkens indien mogelijk toepasselijk het IMF, de houdbaarheid van de overheidsschuld en de actuele of potentiële financiële behoeften van de betrokken lidstaat en zendt deze beoordeling aan het EFC. 3. De betrokken lidstaat stelt in overleg met de Commissie, handelend in samenwerking met de ECB rekening houdend met het standpunt van de ECB indien de ECB zou beslissen om dienaangaande een advies te geven, en telkens indien mogelijk gepast, handelend in onderling overleg met het IMF, een ontwerp van macro-economisch aanpassingsprogramma met beleidsvereisten op dat gericht is op het opnieuw tot stand brengen van een houdbare betalingsbalanspositie en op het herstellen van zijn vermogen om zich volledig op de financiële markten te financieren. In het ontwerp van macro-economisch aanpassingsprogramma wordt naar behoren rekening gehouden met de aanbevelingen die overeenkomstig de artikelen 121, 126 en 148 van het Verdrag tot de betrokken lidstaat zijn gericht en met de maatregelen die hij heeft genomen om daaraan gevolg te geven, en wordt er tegelijkertijd naar gestreefd de vereiste beleidsmaatregelen te verruimen, te versterken en te verdiepen. Indien de betrokken lidstaat een lidstaat is waarvan de valuta deelneemt aan ERM II, zou met de verbintenissen krachtens ERM II rekening moeten worden gehouden. […] 7. De Commissie controleert, in verbinding met de ECB en in voorkomend geval indien passend het IMF, middels regelmatige toetsingsopdrachten de voortgang bij de uitvoering van het macro-economische aanpassingsprogramma. Zij informeert het EFC op kwartaalbasis. De betrokken lidstaat verleent de Commissie en de ECB zijn volledige medewerking. Hij verstrekt de Commissie en de ECB met name alle informatie die zij nodig achten voor het monitoren van het programma. De betrokken lidstaat heeft tevens verplichtingen als vastgelegd in artikel 6, lid 2. 8. In verbinding met de ECB Rekening houdend met de standpunten van de ECB, indien de ECB zou beslissen om dienaangaande een advies te geven, en telkens indien mogelijk gepast, handelend in onderling overleg met het IMF gaat de Commissie samen met de betrokken lidstaat na welke wijzigingen eventueel in zijn macro-economisch aanpassingsprogramma moeten worden aangebracht. Op aanbeveling van de Commissie keurt de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen alle wijzigingen goed die in dat programma moeten worden aangebracht. Artikel 5 2. De Commissie beoordeelt, in verbinding met de ECB en telkens indien mogelijk passend het IMF, de houdbaarheid van de overheidsschuld en de actuele of potentiële financiële behoeften van de betrokken lidstaat en zendt deze beoordeling aan het EFC.” |
Uitleg Ter voorkoming van twijfel met betrekking tot de rol van het IMF is consistente terminologie in de ontwerpverordening noodzakelijk. Voorts moet de ontwerpverordening consistent blijven met andere vergelijkbare rechtsinstrumenten die voorzien in financiële ondersteuning, al dan niet door de Unie, bijvoorbeeld Verordening (EU) nr. 407/2010, de EFSF-kaderovereenkomst en het ESM-Verdrag. De schrapping van „handelen in overleg met de ECB” in artikel 3, lid 3 en „in overleg met de ECB” in artikel 3, lid 8, en de toevoeging van „rekening houdend met het standpunt van de ECB indien de ECB zou beslissen om dienaangaande een advies te geven”, in beide leden, moet reflecteren dat de ECB minder betrokken wordt bij de voorbereiding van de aanpassingsprogramma's. Terwijl de rest van de door de Raad voorgestelde tekst bepaalt dat de ECB een meer van een toezichthoudende rol speelt, zou de institutionele rol van de ECB in de artikelen 3, lid 3 en 3, lid 8 behelzen dat zij een economisch aanpassingsprogramma ontwikkelt. De ECB acht een dergelijke rol aangaande een niet-eurogebied lidstaat niet wenselijk, aangezien de nationale centrale bank van die lidstaat is verantwoordelijk is voor het monetaire beleid in die lidstaat. De ECB mag zich derhalve niet mengen in de onafhankelijke besluitvorming van die nationale centrale bank door bij te dragen aan een economisch aanpassingsprogramma. |
|
Wijziging 2 |
|
Artikel 3, leden 11 en 12 |
|
„11. Indien de betrokken lidstaat bij de uitvoering van zijn programma met ontoereikende administratieve capaciteit of significante problemen geconfronteerd wordt, vraagt hij technische bijstand aan de Commissie, die hiertoe met lidstaten en andere Europese en/of relevante internationale instellingen deskundigengroepen kan oprichten. Technische bijstand kan de aanstelling inhouden van een residerend vertegenwoordiger met ondersteunend personeel, die de autoriteiten over de uitvoering van het aanpassingsprogramma van advies moet dienen. 12. De relevante commissie van het Europees Parlement kan de betrokken lidstaat in de gelegenheid stellen aan een gedachtewisseling deel te nemen over de vorderingen die bij de uitvoering van het aanpassingsprogramma worden gemaakt.” |
„11. Indien de betrokken lidstaat bij de uitvoering van zijn macro-economische aanpassingsprogramma met ontoereikende administratieve capaciteit of significante problemen geconfronteerd wordt, vraagt hij technische bijstand aan de Commissie, die hiertoe met lidstaten en andere Europese en/of relevante internationale instellingen deskundigengroepen kan oprichten. Technische bijstand kan de aanstelling inhouden van een residerend vertegenwoordiger met ondersteunend personeel, die de autoriteiten over de uitvoering van het aanpassingsprogramma van advies moet dienen. 12. De relevante commissie van het Europees Parlement kan de betrokken lidstaat in de gelegenheid stellen aan een gedachtewisseling deel te nemen over de vorderingen die bij de uitvoering van het macro-economische aanpassingsprogramma worden gemaakt.” |
Uitleg Ter voorkoming van twijfel over de aard van het bedoelde programma en om redenen van consistentie wordt voorgesteld om overal in de tekst van de ontwerpverordening te verwijzen naar het „macro-economisch aanpassingsprogramma”. |
|
Wijziging 3 |
|
Artikel 3, lid 10 |
|
„10. Ten laatste binnen zes maanden na het besluit overeenkomstig lid 9 kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie besluiten de uitbetalingen te hervatten als hij van oordeel is dat de betrokken lidstaat aan de overeengekomen voorwaarden van de financiële bijstand voldoet. Indien dit besluit niet binnen deze termijn is vastgesteld, worden geen verdere uitbetalingen van uniale financiële bijstand uit hoofde van deze verordening gedaan.” |
„10. Ten laatste binnen zes maanden na het besluit overeenkomstig lid 9 kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen op voorstel van de Commissie besluiten de uitbetalingen te hervatten als hij van oordeel is dat de betrokken lidstaat aan de overeengekomen voorwaarden van de financiële bijstand voldoet. Indien dit besluit niet binnen deze termijn is vastgesteld, worden geen verdere uitbetalingen van de overeengekomen uniale financiële bijstand uit hoofde van deze verordening gedaan.” |
Uitleg Het doel van deze suggestie is duidelijk te maken dat de bepaling niet bedoeld is om de toegang tot nieuwe financiële ondersteuning te beletten, die bijvoorbeeld nodig kan zijn als gevolg van bepaalde ontwikkelingen buiten de betrokken lidstaat. |
|
Wijziging 4 |
|
Artikel 4, lid 1 |
|
„1. Toegang tot een PCCL staat slechts open voor lidstaten waarvan de economische en financiële situatie nog steeds fundamenteel gezond is.” |
„1. Toegang tot een PCCL staat slechts open voor lidstaten waarvan de economische en financiële situatie nog steeds fundamenteel gezond is blijft.” |
Uitleg De voorgestelde wijziging beoogt te verduidelijken dat alleen de lidstaten wier situatie fundamenteel gezond blijft en niet snel zal veranderen toegang kunnen krijgen tot de PCCL. De voorgestelde wijziging beoogt te voorkomen dat terminologie-afwijking in vergelijking met het EFSF/ESM rechtskader wordt begrepen als een wezenlijke verandering. |
|
Wijziging 5 |
|
Artikel 5, lid 5 |
|
„5. De Commissie en de betrokken lidstaat sluiten een memorandum van overeenstemming waarin de aan de kredietlijn verbonden voorwaarden nauwkeurig omschreven worden.” |
„5. De Commissie en de betrokken lidstaat sluiten een memorandum van overeenstemming waarin de aan de kredietlijn verbonden voorwaarden nauwkeurig omschreven worden. De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad van het memorandum van overeenstemming in kennis.” |
Uitleg Voor de consistentie met artikel 3, lid 6 wordt voorgesteld het MoU, waarin de voorwaarden voor de kredietlijn nauwkeurig worden omschreven, aan het Europees Parlement en de Raad te communiceren. |
|
Wijziging 6 |
|
Artikel 11, lid 1 |
|
„1. De betrokken lidstaat informeert de Commissie ten minste 45 kalenderdagen vooraf over zijn voornemen om middelen van zijn kredietlijn op te nemen. Nadere regels worden neergelegd in het in artikel 5, lid 5, bedoelde besluit.” |
„1. De betrokken lidstaat informeert de Commissie en de ECB ten minste 45 kalenderdagen vooraf over zijn voornemen om middelen van zijn kredietlijn op te nemen. Nadere regels worden neergelegd in het in artikel 5, lid 5, bedoelde besluit.” |
Uitleg Gezien het feit dat de ECB bepaalde verantwoordelijkheden toegewezen kreeg met betrekking tot het beheer van de leningen, dient zij op hetzelfde tijdstip als Commissie te worden geïnformeerd over het voornemen van de lidstaat om middelen van zijn kredietlijn op te nemen. |
|
Wijziging 7 |
|
Artikel 12, lid 3 |
|
„3. Zodra de Raad een besluit over een lening heeft genomen, wordt de Commissie gemachtigd op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen op het meest geschikte tijdstip tussen geplande uitbetalingen in leningen aan te gaan teneinde de financieringskosten te optimaliseren en haar reputatie als emittent van de Unie op de markten te bewaren. Aangetrokken, maar nog niet uitbetaalde middelen worden te allen tijde aangehouden op een speciaal daartoe bestemde geld- of effectenrekening, die wordt beheerd in overeenstemming met de regels die op niet-budgettaire operaties van toepassing zijn en kunnen niet worden gebruikt voor een ander doel dan voor het toekennen van financiële bijstand aan lidstaten in het kader van het onderhavige mechanisme.” |
„3. Zodra de Raad een besluit over een lening heeft genomen, of een verzoek van een lidstaat om middelen van zijn kredietlijn op te nemen is ontvangen, wordt de Commissie gemachtigd op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen op het meest geschikte tijdstip tussen geplande uitbetalingen in leningen aan te gaan teneinde de financieringskosten te optimaliseren en haar reputatie als emittent van de Unie op de markten te bewaren. Aangetrokken, maar nog niet uitbetaalde middelen worden te allen tijde aangehouden op een speciaal daartoe bestemde geld- of effectenrekening, die wordt beheerd in overeenstemming met de regels die op niet-budgettaire operaties van toepassing zijn en kunnen niet worden gebruikt voor een ander doel dan voor het toekennen van financiële bijstand aan lidstaten in het kader van het onderhavige mechanisme.” |
Uitleg Het is noodzakelijk om de werkingssfeer van artikel 12, lid 3 uit te breiden om de Commissie in staat te stellen op de kapitaalmarkten of bij financiële instellingen te lenen op het meest geschikte moment in de context van alle soorten van financiële ondersteuning, ook indien een lidstaat besluit om middelen van zijn kredietlijn op te nemen. |
|
Wijziging 8 |
|
Artikel 14, lid 2 Beheer van de leningen en kredietlijnen |
|
„2. De betrokken lidstaat opent een speciale rekening bij zijn nationale centrale bank voor het beheer van de ontvangen financiële bijstand van de Unie. Veertien TARGET2-werkdagen vóór de overeenkomstige vervaldata maakt de betrokken lidstaat de uit hoofde van de lening verschuldigde aflossingen en rentebetalingen op een rekening bij de ECB over.” |
„2. De betrokken lidstaat opent een speciale rekening bij zijn nationale centrale bank voor het beheer van de ontvangen financiële bijstand van de Unie. De centrale bank van de betrokken lidstaat opent een speciale rekening bij de ECB. Veertien TARGET2-werkdagen vóór de overeenkomstige vervaldata maakt de betrokken lidstaat, door middel van een bij zijn centrale bank geopende rekening, de uit hoofde van de lening verschuldigde aflossingen en rentebetalingen of kredietlijn op de respectievelijke rekening bij de ECB over.” |
Uitleg Verduidelijkt wordt dat de lidstaat zelf geen rekening bij de ECB heeft; in plaats daarvan opent de centrale bank van de betrokken lidstaat een rekening bij de ECB voor rekening van die lidstaat. Ook wordt voorgesteld om te verduidelijken dat het beheer niet alleen leningen, maar ook kredietlijnen betreft, aangezien het gaat om verschillende financieringsinstrumenten en als zodanig het nodig zal zijn om een rekening bij de ECB te openen. |
(1) Vet gedrukte tekst geeft aan waar de ECB voorstelt nieuwe tekst toe te voegen Doorhaling betreft tekst die de ECB voorstelt te schrappen.
4.4.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 96/18 |
ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK
van 11 januari 2013
inzake een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) wat betreft de bewaardertaken, bezoldigingsbeleid en sancties
(CON/2013/4)
2013/C 96/04
Inleiding en rechtsgrondslag
Op 19 september 2012 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) van het Europees Parlement een verzoek om een advies inzake een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2009/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende bepaalde instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) wat betreft de bewaardertaken, bezoldigingsbeleid en sancties (1) (het „richtlijnvoorstel”).
De adviesbevoegdheid van de ECB inzake het richtlijnvoorstel is gebaseerd op artikel 127, lid 4 en 282, lid 5 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, aangezien het richtlijnvoorstel bepalingen bevat betreffende de bijdrage van het Europees Stelsel van Centrale Banken tot een goede beleidsvoering ten aanzien van het bedrijfseconomisch toezicht op kredietinstellingen en de stabiliteit van het financiële stelsel krachtens artikel 127, lid 5 van het Verdrag. Overeenkomstig de eerste volzin van artikel 17.5 van het Reglement van orde van de Europese Centrale Bank heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.
Algemene opmerkingen
De ECB verwelkomt in grote lijnen het richtlijnvoorstel dat beoogt het ICBE-kader te versterken in het bijzonder inzake: i) het bezoldigingsbeleid en de praktijken van het hoger kader, risiconemers en personen die controlefuncties uitoefenen; ii) de regels inzake de aanstelling van de bewaarders voor de ICBE-fondsen en de uitoefening van bewaardertaken, inclusief de ermee verband houdende aansprakelijkheidsregeling; en iii) de regeling inzake administratieve sancties en maatregelen. De ECB is van oordeel dat de nieuwe regels een belangrijke rol kunnen spelen om wanpraktijken te vermijden en het beleggersvertrouwen te vergroten. De ECB merkt op dat de voorgestelde versterking van het ICBE-kader een tijdige maatregel is gelet op de reeds bereikte verbeteringen van de verordening inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen uit hoofde van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (2) (hierna: „abi-beheerder-richtlijn”).
Specifieke opmerkingen
1. Hergebruik van activa door de ICBE-bewaarder
De ECB is van oordeel dat het richtlijnvoorstel een ICBE-bewaarder of een partij aan wie de bewaring van een ICBE-fonds is gedelegeerd uitdrukkelijk moet verbieden om de activa onder zijn beheer voor eigen rekening te hergebruiken. Dergelijke praktijken zouden de beleggers aan risico’s kunnen blootstellen, en risico’s voor de financiële stabiliteit kunnen doen ontstaan, gelet op de hefboomwerking van deze praktijken. In deze context is de ECB van mening dat het ICBE-kader dienaangaande strikter moet zijn dan de abi-beheerder-srichtlijn, die hergebruik van activa toestaat mits voorafgaande toestemming van een fondsbeheerder. Dit wordt gerechtvaardigd door het feit dat ICBE-producten op ruime schaal aan retailbeleggers worden verdeeld, terwijl krachtens de abi-beheerder-richtlijn beheerde fondsen doorgaans aan professionele beleggers voorbehouden zijn.
2. Delegatie
Het richtlijnvoorstel staat toe dat de bewaarderstaken onder bepaalde voorwaarden aan een onderbewaarnemer worden gedelegeerd, welke voorwaarden volgens de memorie van toelichting afgestemd zijn op de krachtens de abi-beheerder-richtlijn geldende voorwaarden. Dienaangaande is de ECB is van mening dat de bescherming van retailbeleggers strengere regels voor ICBE-bewaarders vergt dan voor bewaarders die zijn aangesteld door beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen. In het bijzonder moeten voor de delegatie door een ICBE-bewaarder aan een onderbewaarnemer die buiten de Europese Unie is gevestigd steeds passende waarborgen gelden, zoals minimumkapitaalvereisten en effectief toezicht in het betrokken land. Tot slot is eveneens een evaluatie nodig met betrekking tot handhaving van de uitzonderingen die toestaan dat entiteiten in derde landen optreden als onderbewaarnemer van een ICBE-bewaarder, ondanks het feit dat deze entiteiten niet voldoen aan de in het Unierecht vervatte delegatievereisten.
3. Mogelijkheid om te op te treden als ICBE-bewaarder
De ECB ondersteunt de invoering van voorwaarden volgens welke uitsluitend kredietinstellingen en beleggingsondernemingen als ICBE-bewaarders mogen optreden. Dat zal het risico van beleggersbedrog verminderen, omdat geen ICBE-bewaarder wordt aangewezen die niet onderworpen is aan voldoende regelgeving en toezicht. Voorts zou verder moeten worden beoordeeld of de voorgestelde regeling voor kapitaalvereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (3) passende waarborgen bevat in verband met de uitoefening van ICBE- bewaardertaken, gelet op de omvang en complexiteit van de ICBE waarvoor deze taken worden uitgeoefend en de aansprakelijkheidsrisico's waarmee deze taken gepaard gaan.
4. Aansprakelijkheid
De ECB is van mening dat „externe gebeurtenissen die redelijkerwijze buiten … de controle” (4) op basis waarvan de bewaarder zijn aansprakelijkheid contractueel kan beperken, gedetailleerd zouden moeten worden gespecificeerd in de gedelegeerde besluiten van de Commissie, onder verwijzing naar de categorieën van activa die als verloren kunnen worden beschouwd wegens dergelijke externe gebeurtenissen en naar de specifieke soorten gebeurtenissen die bedoeld worden.
Indien de ECB wijzigingen van het richtlijnvoorstel aanbeveelt, worden daartoe specifiek onderbouwde formuleringsvoorstellen in de bijlage opgenomen.
Gedaan te Frankfurt am Main, 11 januari 2013.
De vice-president van de ECB
Vítor CONSTÂNCIO
(1) COM(2012) 350 definitief.
(2) PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1. Zie ECB-addvies CON/2009/81 van 16 oktober 2009 houdende een voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake beheerders van alternatieve beleggingsfondsen en tot wijziging van de Richtlijnen 2004/39/EG en 2009/…/EG (PB C 272 van 13.11.2009, blz. 1). Alle ECB-adviezen worden gepubliceerd op de ECB-website: http://www.ecb.europa.eu
(3) Voorstellen van de Commissie voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang tot de werkzaamheden van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het aanvullend toezicht op kredietinstellingen, verzekeringsondernemingen en beleggingsondernemingen in een financieel conglomeraat (COM(2011) 453 def.), en een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen (COM(2011) 452 def.).
(4) Zie artikel 26b, punt f) van Richtlijn 2009/65/EG, ingevoegd door artikel 1, lid 8 van het richtlijnvoorstel.
BIJLAGE
Formuleringsvoorstellen
Door de Commissie voorgestelde tekst |
Door de ECB voorgestelde wijzigingen (1) |
||||||||||||||||||||||||||||
Wijziging 1 |
|||||||||||||||||||||||||||||
Artikel 1, lid 3 |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg De ECB is van oordeel dat het ICBE-kader strikter moet zijn dan het kader dat in de abi-beheerder-richtlijn is voorzien en dat het met name het hergebruik van activa door de bewaarder onder geen voorwaarde zou mogen toestaan. Dit is gerechtvaardigd aangezien: (i) ICBE-producten op grote schaal aan retailbeleggers worden verkocht; en ii) het hergebruik van activa door de bewaarder belangrijke risico's wat betreft de stabiliteit van het financiële stelsel kan doen ontstaan, gelet op het de hefboomwerking van deze praktijken. De delegatie door een ICBE-bewaarder aan een onderbewaarnemer die is gevestigd buiten de Unie zou in het beste geval aan dezelfde waarborgen moeten worden onderworpen als de door het Unierecht vereiste waarborgen, zoals minimumkapitaalvereisten en doelmatig toezicht in het betrokken land. Indien uitzonderingen gelden, dienen zij duidelijk aan de belegger gecommuniceerd te worden. Dienaangaande is de ECB is van mening dat de bescherming van retailbeleggers strengere regels voor ICBE-bewaarders vergt dan voor bewaarders die zijn aangesteld door beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen. |
|||||||||||||||||||||||||||||
Wijziging 2 |
|||||||||||||||||||||||||||||
Artikel 1, lid 8 |
|||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||
Uitleg De ECB is van mening dat „externe gebeurtenissen die redelijkerwijze buiten … de controle” op basis waarvan de bewaarder zijn aansprakelijkheid contractueel kan beperken, gedetailleerd zouden moeten worden gespecificeerd in de gedelegeerde besluiten van de Commissie, met verwijzing naar de categorieën van activa die als verloren kunnen worden beschouwd wegens dergelijke externe gebeurtenissen en naar de specifieke soorten gebeurtenissen die bedoeld worden. |
(1) De vet gedrukte tekst geeft aan waar de ECB voorstelt om een nieuwe tekst toe te voegen. Doorhaling betreft tekst die de ECB voorstelt te schrappen.
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
4.4.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 96/22 |
Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties (1):
0,75 % per 1 april 2013
Wisselkoersen van de euro (2)
3 april 2013
2013/C 96/05
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,2828 |
JPY |
Japanse yen |
119,96 |
DKK |
Deense kroon |
7,4535 |
GBP |
Pond sterling |
0,84840 |
SEK |
Zweedse kroon |
8,3258 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,2167 |
ISK |
IJslandse kroon |
|
NOK |
Noorse kroon |
7,4465 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
25,828 |
HUF |
Hongaarse forint |
302,10 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,7013 |
PLN |
Poolse zloty |
4,1908 |
RON |
Roemeense leu |
4,4208 |
TRY |
Turkse lira |
2,3205 |
AUD |
Australische dollar |
1,2237 |
CAD |
Canadese dollar |
1,3010 |
HKD |
Hongkongse dollar |
9,9575 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,5198 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,5877 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 432,77 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
11,8463 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,9639 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,6095 |
IDR |
Indonesische roepia |
12 504,21 |
MYR |
Maleisische ringgit |
3,9540 |
PHP |
Filipijnse peso |
52,485 |
RUB |
Russische roebel |
40,5150 |
THB |
Thaise baht |
37,676 |
BRL |
Braziliaanse real |
2,5912 |
MXN |
Mexicaanse peso |
15,7274 |
INR |
Indiase roepie |
69,8550 |
(1) Rentevoet die is toegepast op de laatst uitgevoerde transactie voor de opgegeven dag. In geval van een tender met variabele rente, verwijst deze rentevoet naar de marginale interestvoet.
(2) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
4.4.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 96/23 |
Toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie
2013/C 96/06
Overeenkomstig artikel 9, lid 1, onder a), tweede streepje, van Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (1) worden de toelichtingen op de gecombineerde nomenclatuur van de Europese Unie (2) als volgt gewijzigd:
Op bladzijde 116 wordt punt 1 van de toelichting bij de onderverdelingen „2707 99 91 en 2707 99 99 andere” vervangen door:
„1. |
zware oliën (andere dan ruwe oliën) verkregen bij de distillatie van hoge-temperatuur-steenkoolteer, alsmede soortgelijke producten als deze oliën, voor zover:
Deze producten hebben gewoonlijk een dichtheid van 1,000 g/cm3 bij 15 °C volgens de methode EN ISO 12185. Producten die niet aan de onder a) tot en met c) genoemde voorwaarden voldoen, moeten naar hun kenmerken worden ingedeeld onder bijvoorbeeld de onderverdelingen 2707 10 10 tot en met 2707 30 90, 2707 50 10, 2707 50 90, post 2708, de onderverdelingen 2710 19 31 tot en met 2710 19 99, 2713 20 00 of 2715 00 00;” |
(1) PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1.
(2) PB C 137 van 6.5.2011, blz. 1.
V Adviezen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europees Parlement
4.4.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 96/24 |
OPROEP TOT KANDIDAATSTELLING MET HET OOG OP DE VERKIEZING VAN DE EUROPESE OMBUDSMAN
2013/C 96/07
Gezien de artikelen 24 en 228 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en artikel 106 bis van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie,
Gezien het door het Europees Parlement op 9 maart 1994 vastgestelde statuut van de Europese Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt (1), en met name artikel 6 en artikel 7, lid 3, zoals vervat in bijlage XI bij het Reglement van het Europees Parlement,
Gezien artikel 204 van het Reglement van het Europees Parlement,
Overwegende dat de Europese Ombudsman door het Europees Parlement zal worden gekozen voor de resterende duur van de zittingsperiode 2009-2014,
Overwegende dat de Europese Ombudsman herkiesbaar is,
Overwegende dat de Europese Ombudsman wordt gekozen uit persoonlijkheden die burger zijn van de Unie, in het bezit zijn van alle politieke en burgerrechten, alle waarborgen van onafhankelijkheid bieden en in hun land voldoen aan alle voorwaarden voor de uitoefening van de hoogste rechterlijke functies, of wier ervaring en bekwaamheid voor de uitoefening van de functies van de Ombudsman algemeen bekend zijn,
1. |
Er wordt een oproep gedaan tot indiening van kandidaatstellingen met het oog op de verkiezing van de Europese Ombudsman door het Europees Parlement. |
2. |
De kandidaten moeten worden gesteund door ten minste veertig leden van het Europees Parlement uit ten minste twee lidstaten en zij moeten alle bewijsstukken verschaffen op grond waarvan met zekerheid kan worden vastgesteld dat zij voldoen aan de voorwaarden als gesteld in het statuut van de Ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn ambt alsmede een plechtige verbintenis dat zij, indien zij worden gekozen, voor de duur van hun functie geen andere beroepswerkzaamheden, al dan niet tegen beloning, zullen verrichten. |
3. |
De kandidaatstellingen moeten uiterlijk op 8 mei 2013 worden toegezonden aan de Voorzitter van het Europees Parlement (2). |
M. SCHULZ
Voorzitter van het Europees Parlement
(1) PB L 113 van 4.5.1994, blz. 15.
(2) Adressen voor de toezending van kandidaatstellingen:
De Voorzitter van het Europees Parlement |
(Kandidaatstelling voor de functie van Europees Ombudsman) |
Louise Weiss-gebouw |
Allée du Printemps |
BP 1024/F |
67070 Strasbourg cedex |
FRANCE |
of
Gebouw Paul-Henri Spaak |
Wiertzstraat |
1047 Brussel |
BELGIË |