ISSN 1977-0995 doi:10.3000/19770995.C_2012.336.nld |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 336 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
55e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Europese Commissie |
|
2012/C 336/01 |
||
2012/C 336/02 |
||
2012/C 336/03 |
||
|
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming |
|
2012/C 336/04 |
||
2012/C 336/05 |
||
2012/C 336/06 |
||
2012/C 336/07 |
||
2012/C 336/08 |
||
|
V Adviezen |
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
Europese Commissie |
|
2012/C 336/09 |
||
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK |
|
|
Europese Commissie |
|
2012/C 336/10 |
Bericht van het vervallen van een bepaalde antidumpingmaatregel |
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
Europese Commissie |
|
2012/C 336/11 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6762 — Advent International Corporation/Mediq) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 ) |
|
2012/C 336/12 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6704 — REWE Touristik GmbH/Ferid NASR/EXIM Holding SA) ( 1 ) |
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE
Europese Commissie
6.11.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 336/1 |
Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties (1):
0,75 % per 1 november 2012
Wisselkoersen van de euro (2)
1 november 2012
2012/C 336/01
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,2975 |
JPY |
Japanse yen |
103,82 |
DKK |
Deense kroon |
7,4597 |
GBP |
Pond sterling |
0,80315 |
SEK |
Zweedse kroon |
8,6398 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,2072 |
ISK |
IJslandse kroon |
|
NOK |
Noorse kroon |
7,3705 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
25,226 |
HUF |
Hongaarse forint |
282,22 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,6962 |
PLN |
Poolse zloty |
4,127 |
RON |
Roemeense leu |
4,534 |
TRY |
Turkse lira |
2,3251 |
AUD |
Australische dollar |
1,2491 |
CAD |
Canadese dollar |
1,2969 |
HKD |
Hongkongse dollar |
10,0557 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,5685 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,583 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 416,07 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
11,2351 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
8,097 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,523 |
IDR |
Indonesische roepia |
12 485,32 |
MYR |
Maleisische ringgit |
3,96 |
PHP |
Filipijnse peso |
53,487 |
RUB |
Russische roebel |
40,6714 |
THB |
Thaise baht |
39,846 |
BRL |
Braziliaanse real |
2,6352 |
MXN |
Mexicaanse peso |
16,9402 |
INR |
Indiase roepie |
69,682 |
(1) Rentevoet die is toegepast op de laatst uitgevoerde transactie voor de opgegeven dag. In geval van een tender met variabele rente, verwijst deze rentevoet naar de marginale interestvoet.
(2) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
6.11.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 336/2 |
Wisselkoersen van de euro (1)
2 november 2012
2012/C 336/02
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,285 |
JPY |
Japanse yen |
103,55 |
DKK |
Deense kroon |
7,4596 |
GBP |
Pond sterling |
0,8016 |
SEK |
Zweedse kroon |
8,5955 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,2073 |
ISK |
IJslandse kroon |
|
NOK |
Noorse kroon |
7,3305 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
25,232 |
HUF |
Hongaarse forint |
281,42 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,6962 |
PLN |
Poolse zloty |
4,1088 |
RON |
Roemeense leu |
4,5275 |
TRY |
Turkse lira |
2,2975 |
AUD |
Australische dollar |
1,2374 |
CAD |
Canadese dollar |
1,2783 |
HKD |
Hongkongse dollar |
9,9589 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,5533 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,5707 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 402,58 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
11,1572 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
8,0205 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,5295 |
IDR |
Indonesische roepia |
12 368,1 |
MYR |
Maleisische ringgit |
3,9237 |
PHP |
Filipijnse peso |
52,897 |
RUB |
Russische roebel |
40,315 |
THB |
Thaise baht |
39,514 |
BRL |
Braziliaanse real |
2,6106 |
MXN |
Mexicaanse peso |
16,6645 |
INR |
Indiase roepie |
69,147 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
6.11.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 336/3 |
Wisselkoersen van de euro (1)
5 november 2012
2012/C 336/03
1 euro =
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,2777 |
JPY |
Japanse yen |
102,60 |
DKK |
Deense kroon |
7,4589 |
GBP |
Pond sterling |
0,79990 |
SEK |
Zweedse kroon |
8,5690 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,2063 |
ISK |
IJslandse kroon |
|
NOK |
Noorse kroon |
7,3425 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
25,234 |
HUF |
Hongaarse forint |
282,58 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,6962 |
PLN |
Poolse zloty |
4,1226 |
RON |
Roemeense leu |
4,5240 |
TRY |
Turkse lira |
2,2793 |
AUD |
Australische dollar |
1,2338 |
CAD |
Canadese dollar |
1,2732 |
HKD |
Hongkongse dollar |
9,9024 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,5515 |
SGD |
Singaporese dollar |
1,5659 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 396,33 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
11,1668 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
7,9820 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,5250 |
IDR |
Indonesische roepia |
12 297,67 |
MYR |
Maleisische ringgit |
3,9142 |
PHP |
Filipijnse peso |
52,748 |
RUB |
Russische roebel |
40,4824 |
THB |
Thaise baht |
39,379 |
BRL |
Braziliaanse real |
2,5999 |
MXN |
Mexicaanse peso |
16,6796 |
INR |
Indiase roepie |
69,7720 |
(1) Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming
6.11.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 336/4 |
Samenvatting van het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel van de Commissie voor een richtlijn tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende de wettelijke controles van jaarrekeningen en geconsolideerde jaarrekeningen, alsmede over het voorstel voor een verordening betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van financiële overzichten van organisaties van openbaar belang
(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in de Engelse, Franse en Duitse taal op de website van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming http://www.edps.europa.eu)
2012/C 336/04
Inleiding
Raadpleging van de EDPS
1. |
Op 30 november 2011 heeft de Commissie een voorstel goedgekeurd inzake wijzigingen van Richtlijn 2006/43/EG betreffende wettelijke controles (1). De wijzigingen van Richtlijn 2006/43/EG betreffen de toelating en registratie van auditors en auditkantoren, de beginselen met betrekking tot beroepsethiek, beroepsgeheim, onafhankelijkheid en verslaggeving alsook de daaraan gerelateerde toezichtsvoorschriften. Op dezelfde datum heeft de Commissie een voorstel goedgekeurd voor een verordening betreffende specifieke eisen voor de wettelijke controles van organisaties van openbaar belang (2), waarin de voorwaarden zijn vastgelegd voor de uitvoering van dergelijke controles (hierna „de voorgestelde verordening” genoemd). Deze voorstellen werden op 6 december 2011 aan de EDPS toegezonden voor raadpleging. |
2. |
De EDPS verwelkomt het feit dat hij door de Commissie is geraadpleegd en beveelt aan om in de preambule van de richtlijn een verwijzing naar het onderhavige advies op te nemen. In de preambule van de voorgestelde verordening is reeds een verwijzing naar de raadpleging van de EDPS opgenomen. |
3. |
In het onderhavige advies gaat de EDPS in op kwesties met betrekking tot Richtlijn 2006/43/EG die niet worden gedekt door de voorgestelde wijzigingen. Hij benadrukt de mogelijke gevolgen van de richtlijn zelf voor de gegevensbescherming (3). De in dit advies voorgestelde analyse is van rechtstreeks belang voor de toepassing van de bestaande wetgeving en voor andere in behandeling zijnde en mogelijk toekomstige voorstellen die soortgelijke bepalingen bevatten, zoals besproken in de EDPS-adviezen over het wetgevingspakket tot herziening van de bankwetgeving, ratingbureaus, markten voor financiële instrumenten (MiFID/MiFIR) en marktmisbruik (4). Derhalve beveelt de EDPS aan dit advies te lezen in nauwe samenhang met zijn adviezen van 10 februari 2012 over de bovengenoemde initiatieven. |
Doelstellingen en toepassingsgebied van het voorstel
4. |
De Commissie is van oordeel dat auditkantoren hebben bijgedragen aan de financiële crisis en is voornemens maatregelen te nemen ten aanzien van de rol die auditors hebben gespeeld in de crisis — of althans de rol die zij zouden moeten hebben gespeeld. De Commissie stelt ook dat solide controle van essentieel belang is voor het herstel van het vertrouwen in de markt. |
5. |
De Commissie wijst er tevens op dat het belangrijk is om te benadrukken dat auditors bij wet belast zijn met de uitvoering van wettelijke controles van financiële overzichten van ondernemingen die beperkte aansprakelijkheid genieten en/of diensten in de financiële sector mogen verlenen. Deze taak houdt in dat zij een maatschappelijke rol vervullen door hun mening te geven over de getrouwheid van de financiële overzichten van deze ondernemingen. |
6. |
Tot slot heeft de financiële crisis volgens de Commissie zwakheden aangetoond in de wettelijke controle ten aanzien van organisaties van openbaar belang. Deze organisaties hebben een grote openbare relevantie vanwege hun activiteiten, hun omvang, hun aantal medewerkers of hun bedrijfsstatus, of omdat zij een grote verscheidenheid aan belanghebbenden kennen. |
7. |
Om deze kwesties op te lossen heeft de Commissie een voorstel bekendgemaakt voor wijziging van Richtlijn 2006/43/EG betreffende wettelijke controles, die betrekking heeft op de toelating en registratie van auditors en auditkantoren, de beginselen met betrekking tot beroepsethiek, beroepsgeheim, onafhankelijkheid en verslaggeving, alsmede de daaraan gerelateerde toezichtsvoorschriften. De Commissie heeft ook een nieuwe verordening voorgesteld over de wettelijke controles van organisaties van openbaar belang, waarin de voorwaarden voor de uitvoering van dergelijke controles zijn vastgelegd. |
8. |
De Commissie stelt voor dat Richtlijn 2006/43/EG van toepassing moet zijn op situaties die niet vallen onder de voorgestelde verordening. Derhalve is het van belang een duidelijke scheiding tussen deze twee wetsteksten aan te brengen. Dit betekent dat de huidige bepalingen in Richtlijn 2006/43/EG die alleen betrekking hebben op de uitvoering van een wettelijke controle van de jaarlijkse en geconsolideerde financiële overzichten van organisaties van openbaar belang, worden overgeheveld naar de voorgestelde verordening en, waar nodig, worden gewijzigd. |
Doel van het advies van de EDPS
9. |
De tenuitvoerlegging en toepassing van het regelgevende kader voor wettelijke controles kan in sommige gevallen gevolgen hebben voor de rechten van individuen met betrekking tot de verwerking van hun persoonsgegevens. Richtlijn 2006/43/EG in haar huidige en gewijzigde vorm en de voorgestelde verordening omvatten bepalingen die gevolgen kunnen hebben voor de bescherming van de gegevens van de betrokken individuen. |
Conclusies
46. |
De EDPS is ingenomen met het feit dat in de voorgestelde verordening specifiek aandacht aan gegevensbescherming wordt besteed, maar stelt niettemin vast dat er nog enige ruimte voor verdere verbetering is. |
47. |
De EDPS doet de volgende aanbevelingen:
|
Gedaan te Brussel, 13 april 2012.
Giovanni BUTTARELLI
Europese adjunct-toezichthouder voor gegevensbescherming
(1) COM(2011) 778.
(2) COM(2011) 779.
(3) De EDPS is niet door de Commissie geraadpleegd over het voorstel voor een Richtlijn 2006/43/EG betreffende wettelijke controles; de richtlijn zelf werd vastgesteld op 17 mei 2006.
(4) Adviezen van de EDPS van 10 februari 2012, beschikbaar op http://www.edps.europa.eu
6.11.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 336/7 |
Samenvatting van het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) over de mededeling van de Europese Commissie aan de Raad en het Europees Parlement over de oprichting van een Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit
(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in de Engelse, Franse en Duitse taal op de website van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) http://www.edps.europa.eu)
2012/C 336/05
1. Inleiding
1.1. Raadpleging van de EDPS
1. |
Op 28 maart 2012 heeft de Commissie een mededeling aangenomen, getiteld „De aanpak van criminaliteit in het digitale tijdperk — Oprichting van een Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit” (1). |
2. |
De EDPS stelt vast dat de Raad zijn conclusies betreffende de oprichting van een Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit op 7-8 juni 2012 heeft bekendgemaakt. (2) De Raad keurt de doelstellingen van de mededeling goed, steunt de onderbrenging van het Centrum (ook bekend als het „EC3”) bij Europol en de toepassing van bestaande structuren voor transversaal werk tussen de verschillende partijen bij de criminaliteitsbestrijding, bevestigt dat het EC3 moet fungeren als contactpunt in de strijd tegen cybercriminaliteit en dat het EC3 nauw zal samenwerken met de relevante agentschappen en betrokken partijen op internationaal niveau, en verzoekt de Commissie om in samenwerking met Europol de draagwijdte nader af te bakenen van de specifieke taken die nodig zijn om het EC3 per 2013 operationeel te maken. In de conclusies ontbreken echter verwijzingen naar het belang van grondrechten, en met name de bescherming van gegevens, bij de oprichting van het EC3. |
3. |
Voordat de mededeling van de Commissie werd aangenomen, kreeg de EDPS de gelegenheid informele opmerkingen over de ontwerpmededeling te maken. In deze opmerkingen benadrukte de EDPS dat gegevensbescherming een essentieel aspect vormt dat bij de opzet van het Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit (hierna „het EC3” genoemd) in aanmerking moet worden genomen. Helaas zijn de opmerkingen die in de informele fase zijn gemaakt niet meegenomen in de mededeling. In zijn conclusies verzoekt de Raad om het EC3 volgend jaar al operationeel te maken. Daarom moet rekening worden gehouden met gegevensbescherming bij de volgende stappen, die al op zeer korte termijn zullen volgen. |
4. |
Dit advies betreft het belang van gegevensbescherming bij de oprichting van het EC3 en reikt specifieke suggesties aan die in aanmerking kunnen worden genomen bij het opstellen van het statuut van het EC3 en de herziening van het rechtskader voor Europol. Daarom heeft de EDPS op eigen initiatief het onderhavige advies uitgebracht op basis van artikel 41, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001. |
1.2. Reikwijdte van de mededeling
5. |
In haar mededeling heeft de Commissie van haar voornemen een Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit op te richten, een van de prioriteiten van de interneveiligheidsstrategie gemaakt (3). |
6. |
De mededeling noemt een aantal voorbeelden van cybercriminaliteit waarmee het EC3 zich zou moeten bezighouden: computerdelicten door georganiseerde criminele bendes, in het bijzonder de delicten die zeer winstgevend zijn, zoals internetfraude; computerdelicten die de slachtoffers ernstige schade berokkenen, zoals seksuele uitbuiting van kinderen via het internet; en computerdelicten die de kritieke systemen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie (ICT) in de Unie ernstig schaden. |
7. |
Wat de werkzaamheden van het EC3 betreft, vermeldt de mededeling vier kerntaken (4):
|
8. |
De informatie die het EC3 verwerkt, zal worden verzameld uit een „breed scala van openbare, particuliere en open bronnen” en is bedoeld om de politiegegevens te verrijken. Er zou informatie worden „geïntegreerd over cyberdelicten, de methoden die door de daders worden toegepast en de verdachten”. Voorts zullen andere Europese agentschappen en organen rechtstreeks bij de activiteiten van het EC3 worden betrokken, niet alleen via de programmaraad van het EC3, maar in voorkomend geval ook door operationele samenwerking. |
9. |
De Commissie stelt voor het EC3 te laten fungeren als natuurlijk contactpunt voor de activiteiten van Interpol op het gebied van cybercriminaliteit en van andere internationale politiediensten die zich met de bestrijding van cybercriminaliteit bezighouden. Samen met Interpol en strategische partners overal ter wereld zou het EC3 moeten streven naar een betere coördinatie van de strijd tegen cybercriminaliteit. |
10. |
Praktisch gezien komt het voorstel van de Commissie erop neer dat het EC3 bij Europol wordt ondergebracht. Het EC3 wordt opgericht „binnen Europol” (5) en zal dus binnen het rechtskader van Europol vallen (6). |
11. |
De belangrijkste veranderingen die het voorgestelde EC3 volgens de Europese Commissie (7) teweeg zal brengen voor Europol zijn: i) uitbreiding van middelen om gegevens uit verschillende bronnen efficiënter te kunnen verzamelen, ii) uitwisseling van informatie met partners buiten de wereld van rechtshandhavingsdiensten (voornamelijk uit de particuliere sector). |
1.3. Strekking van het advies
12. |
Dit advies van de EDPS heeft tot doel:
|
13. |
Het advies is als volgt gestructureerd. In deel 2.1 wordt uiteengezet dat gegevensbescherming een essentieel element vormt bij de oprichting van het EC3. In deel 2.2 wordt ingegaan op de verenigbaarheid van de in de mededeling gestelde doelstellingen voor het EC3 met het mandaat van Europol. Deel 2.3 behandelt de samenwerking met de particuliere sector en internationale partners. |
3. Conclusies
50. |
De EDPS beschouwt de bestrijding van cybercriminaliteit als fundamenteel voor de veiligheid en beveiliging in de digitale ruimte en het scheppen van het nodige vertrouwen. De EDPS merkt op dat de naleving van gegevensbeschermingsregelingen als een integraal onderdeel van de strijd tegen cybercriminaliteit moet worden aangemerkt en niet als een belemmering voor de effectiviteit van de inspanningen. |
51. |
In de mededeling wordt melding gemaakt van de oprichting van een nieuw Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit binnen Europol, terwijl Europol al een aantal jaren over een dergelijk centrum beschikt. De EDPS zou het op prijs stellen als er meer duidelijkheid wordt geschapen over de nieuwe capaciteiten en activiteiten op basis waarvan onderscheid kan worden gemaakt tussen het nieuwe EC3 en het bestaande centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit bij Europol. |
52. |
De EDPS adviseert de bevoegdheden van het EC3 helder te definiëren en deze niet alleen maar te schetsen onder verwijzing naar het concept „computercriminaliteit” zoals opgenomen in de wetgeving voor Europol. Ook moeten de bevoegdheden en waarborgen voor gegevensbescherming van het EC3 in het kader van de herziening van de wetgeving voor Europol invulling krijgen. Totdat de nieuwe Europol-wetgeving in werking treedt, beveelt de EDPS aan dat de Commissie deze bevoegdheden en gegevensbeschermingswaarborgen uiteenzet in het statuut van het EC3. Daarbij kan onder meer gedacht worden aan:
|
53. |
De EDPS is van oordeel dat uitwisselingen van persoonsgegevens tussen het EC3 en een „breed scala van openbare, particuliere en open bronnen” bepaalde risico's voor gegevensbescherming met zich brengen, omdat deze vaak gepaard zullen gaan met de verwerking van gegevens verzameld voor commerciële doeleinden en internationale overdrachten van gegevens. Om deze risico's te ondervangen is in het vigerend Europol-besluit bepaald dat, in het algemeen, Europol niet rechtstreeks met de particuliere sector en uitsluitend in zeer concrete omstandigheden met specifieke internationale organisaties gegevens mag uitwisselen. |
54. |
Tegen deze achtergrond en gegeven het belang van deze twee activiteiten voor het EC3 beveelt de EDPS aan te voorzien in passende waarborgen voor gegevensbescherming die in overeenstemming zijn met de bestaande bepalingen in het Europol-besluit. Deze waarborgen moeten worden opgenomen in het statuut van het EC3 die door het oprichtingsteam worden uitgewerkt (en later in het herziene rechtskader van Europol) en mogen in geen geval leiden tot een lager niveau van gegevensbescherming. |
Gedaan te Brussel, 29 juni 2012.
Peter HUSTINX
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming
(1) Cybercriminaliteit is in de EU-wetgeving niet gedefinieerd.
(2) Conclusies van de Raad betreffende de oprichting van een Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit, 3172e vergadering van de Raad Justitie en Binnenlandse zaken van 7 en 8 juni 2012 te Luxemburg.
(3) De EU-interneveiligheidsstrategie in actie: vijf stappen voor een veiliger Europa. COM(2010) 673 definitief, 22 november 2010. Zie ook het advies van de EDPS over deze mededeling, uitgebracht op 17 december 2010 (PB C 101 van 1.4.2011, blz. 6).
(4) Mededeling blz. 4-5.
(5) Zoals aanbevolen in een in februari 2012 gepubliceerde uitvoerbaarheidsstudie waarin de verschillende mogelijkheden worden onderzocht (handhaving status-quo, onder beheer/onderdeel van Europol, virtueel centrum). http://ec.europa.eu/home-affairs/doc_centre/crime/docs/20120311_final_report_feasibility_study_for_a_european_cybercrime_centre.pdf
(6) Besluit 2009/371/JBZ van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese Politiedienst (Europol).
(7) Persmededeling van 28 maart. Veelgestelde vragen: het nieuwe Europees Centrum voor de bestrijding van cybercriminaliteit. Referte: MEMO/12/221. Datum: 28.3.2012 http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=MEMO/12/221
6.11.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 336/10 |
Samenvatting van het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel voor een Verordening van de Raad over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (herschikking)
(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in de Engelse, Franse en Duitse taal op de website van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) http://www.edps.europa.eu)
2012/C 336/06
1. Inleiding
1.1. Raadpleging van de EDPS
1. |
Op 30 april 2012 heeft de Commissie haar goedkeuring gehecht aan een voorstel voor een herschikking van Verordening (EG) nr. 1104/2008 van oktober 2008 over de migratie van het Schengeninformatiesysteem (SIS 1+) naar het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (1) (hierna „het voorstel” genoemd). |
2. |
De EDPS heeft op 19 oktober 2005 reeds een advies uitgebracht over de drie voorstellen tot instelling van het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (2). Hij heeft destijds zijn analyse gericht op de noodzaak tot beperking van de toegangsrechten en de bewaartermijnen, evenals de noodzaak tot het verstrekken van informatie aan de betrokkenen. Daarnaast heeft hij erop gewezen dat de nieuwe functie van koppelingen tussen registers niet moet leiden tot een uitbreiding van toegangsrechten. Ten aanzien van het technisch ontwerp van SIS II heeft hij aanbevolen verbeteringen aan te brengen in de beveiligingsmaatregelen en heeft hij gewaarschuwd tegen het gebruik van nationale kopieën. |
3. |
De EDPS neemt kennis van de conclusies van de Raad over de migratie naar SIS II (3). De Raad verzocht de lidstaten onder andere om:
|
4. |
Voordat het onderhavige voorstel van de Commissie werd aangenomen, kreeg de EDPS de gelegenheid om informele opmerkingen over het ontwerpvoorstel te maken. In deze opmerkingen heeft de EDPS zijn zorg uitgesproken over verschillende aspecten van de migratie die naar zijn mening moeten worden verduidelijkt. Helaas zijn de tijdens de informele fase gemaakte opmerkingen niet meegenomen in de aangenomen tekst en deze bevat derhalve niet de vereiste verduidelijkingen. |
3. Conclusies
61. |
De migratie naar SIS II van de in SIS opgenomen gegevens is een handeling die, vanuit het oogpunt van gegevensbescherming, specifieke risico's met zich mee kan brengen. Hoewel de EDPS ingenomen is met de inspanningen die zijn verricht om ervoor te zorgen dat deze migratie volledig in overeenstemming met de wet zal plaatsvinden, heeft hij enkele aanbevelingen om het voorstel verder te verbeteren. |
62. |
De EDPS juicht in het bijzonder toe dat, ingevolge de nieuwe bepalingen, het wettelijk kader van SIS II in werking treedt zodra de eerste lidstaat de overschakeling met succes heeft voltooid. Dit is belangrijk omdat krachtens de oude wetgeving het wettelijk kader van SIS II pas in werking zou zijn getreden wanneer alle lidstaten de migratie naar SIS II zouden hebben voltooid, wat voor juridische ambiguïteit zou hebben gezorgd, met name ten aanzien van nieuwe functies. |
63. |
Deze aanpak moet ook vanuit het oogpunt van toezicht worden geanalyseerd. Volgens de EDPS leidt deze er namelijk toe dat er tijdens de migratie verantwoordelijkheden worden overgedragen, wat negatieve gevolgen kan hebben voor en afbreuk kan doen aan de door toezicht geboden waarborgen op het moment dat die het hardst nodig zijn. De EDPS beveelt derhalve aan het mechanisme voor gecoördineerd toezicht vanaf het begin van de migratie van toepassing te laten zijn. De herschikking moet in deze aanpak voorzien. |
64. |
De EDPS is van mening dat de essentiële aspecten van de migratie verder in de tekst van de verordening verduidelijkt moeten worden en dat deze niet moeten worden overgelaten aan andere instrumenten zoals het migratieplan. Dit betreft met name:
|
65. |
De EDPS beveelt aan de testverplichtingen in de verordening te versterken door middel van de volgende verduidelijkingen:
|
66. |
Preventieve beveiligingsmaatregelen worden in het bijzonder toegejuicht, en de EDPS beveelt aan een specifieke bepaling in de tekst van de herschikking op te nemen die de Commissie en de lidstaten verplicht om passende technische en organisatorische maatregelen in te voeren, teneinde een beveiligingsniveau te garanderen dat passend is voor de risico's die de migratie en de specifieke aard van de te verwerken persoonsgegevens met zich meebrengen, op grond van de in artikel 22 van Verordening (EG) nr. 45/2001 opgenomen eisen.
|
Gedaan te Brussel, 9 juli 2012.
Peter HUSTINX
Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming
(1) COM(2012) 81 definitief.
(2) Advies van de EDPS van 19 oktober 2005 over drie voorstellen betreffende het Schengeninformatiesysteem van de tweede generatie (SIS II) (PB C 91 van 19.4.2006, blz. 38).
(3) 3135e vergadering van de Raad Justitie en Binnenlandse zaken van 13 en 14 december 2011, conclusies van de Raad.
6.11.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 336/13 |
Samenvatting van het advies van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming over het voorstel van de Commissie voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (Central Securities Depositories — CSD's) en houdende wijziging van Richtlijn 98/26/EG
(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in de Engelse, Franse en Duitse taal op de website van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS): http://www.edps.europa.eu)
2012/C 336/07
1. Inleiding
1.1. Raadpleging van de EDPS
1. |
Op 7 maart 2012 nam de Commissie een voorstel aan voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de verbetering van de effectenafwikkeling in de Europese Unie, betreffende centrale effectenbewaarinstellingen (Central Securities Depositories — CSD's) en houdende wijziging van Richtlijn 98/26/EG („het voorstel”). Dit voorstel werd op dezelfde dag aan de EDPS toegezonden voor raadpleging. |
2. |
De EDPS verwelkomt het feit dat hij door de Commissie wordt geraadpleegd en beveelt aan een verwijzing naar dit advies op te nemen in de preambules van de voorgestelde verordening. |
3. |
Het voorstel omvat bepalingen die in sommige gevallen gevolgen kunnen hebben voor de bescherming van de gegevens van de betreffende individuen, bijvoorbeeld bepalingen met betrekking tot onderzoeksbevoegdheden van de bevoegde autoriteiten, de uitwisseling van informatie, het bewaren van vastleggingen, de uitbesteding van activiteiten, de bekendmaking van sancties en het rapporteren van inbreuken. |
4. |
Verschillende in behandeling zijnde en mogelijk toekomstige voorstellen bevatten bepalingen die soortgelijk zijn aan degene waarnaar in dit advies wordt verwezen, zoals de voorstellen besproken in de EDPS-adviezen inzake de Europese durfkapitaalfondsen en de Europese fondsen voor sociaal ondernemerschap (1), alsmede het wetgevingspakket tot herziening van de bankwetgeving, kredietratingbureaus, markten voor financiële instrumenten, (MiFID/MiFIR) en marktmisbruik (2). Derhalve beveelt de EDPS aan dit advies te lezen in nauwe samenhang met zijn adviezen over de bovengenoemde initiatieven. |
1.2. Doelstellingen en toepassingsgebied van het voorstel
5. |
Elke effectentransactie op of buiten een handelsplatform wordt gevolgd door een stroom van processen die leiden tot de afwikkeling van de transactie, dat wil zeggen de levering van effecten aan de koper tegen de levering van geld aan de verkoper. CSD's zijn de voornaamste instellingen die afwikkeling mogelijk maken door de exploitatie van zogeheten effectenafwikkelingssystemen. Zij faciliteren de transacties die op de markten worden gesloten. CSD’s zorgen ook voor de initiële vastlegging en het centraal aanhouden van effectenrekeningen waarin het aantal uitgegeven effecten, de uitgevende instelling en elke wijziging in het houderschap van die effecten zijn vastgelegd. |
6. |
Binnen nationale grenzen zijn CSD's in het algemeen veilig en efficiënt. De veiligheid van de grensoverschrijdende combinatie en communicatie van CSD’s daarentegen is minder groot, hetgeen betekent dat een investeerder die een grensoverschrijdende investering doet, met hogere risico's en kosten te maken heeft. Het ontbreken van een efficiënte eengemaakte markt voor afwikkeling veroorzaakt bovendien andere belangrijke problemen, zoals de beperking van de toegang van uitgevers van effecten tot CSD’s, verschillende nationale vergunningssystemen en -voorschriften voor CSD’s in de Europese Unie en beperkte concurrentie tussen verschillende nationale CSD’s. Deze barrières resulteren in een zeer gefragmenteerde markt, terwijl grensoverschrijdende transacties in Europa blijven toenemen en CSD’s steeds meer vervlochten geraken. |
7. |
Het voorstel is erop gericht deze problemen aan te pakken door de invoering van een verplichting om alle effecten giraal voor te stellen en ze bij CSD’s vast te leggen alvorens ze op gereglementeerde platforms te verhandelen, door de harmonisering van afwikkelingstermijnen en afwikkelingssystemen in de EU, en door de invoering van een gemeenschappelijk geheel van regels die de risico’s van de bedrijfsactiviteiten en diensten van de CSD’s aanpakken. |
8. |
De voorgestelde verordening zal, naast Richtlijn 2004/39/EG betreffende markten voor financiële instrumenten (MiFID) voor handelplatforms en het voorstel voor een verordening inzake derivatentransacties (EMIR) voor centrale tegenpartijen, het reguleringskader voor effectenmarktinfrastructuren aanvullen. |
3. Conclusies
48. |
De EDPS is ingenomen met het feit dat in het voorstel specifiek aandacht aan gegevensbescherming wordt besteed. |
49. |
De EDPS doet de volgende aanbevelingen:
|
Gedaan te Brussel, 9 juli 2012.
Giovanni BUTTARELLI
Europese adjunct-toezichthouder voor gegevensbescherming
(1) Advies van de EDPS van 14 juni 2012, beschikbaar op http://www.edps.europa.eu
(2) Adviezen van de EDPS van 10 februari 2012, beschikbaar op http://www.edps.europa.eu
6.11.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 336/15 |
Samenvatting van het advies van de Europese toezichthouder voor gegevenbescherming over de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's — „Europese Strategie voor een beter internet voor kinderen”
(De volledige tekst van dit advies is beschikbaar in het Engels, Frans en Duits op de website van de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming, http://www.edps.europa.eu)
2012/C 336/08
I. Inleiding
I.1. Raadpleging van de EDPS
1. |
Op 2 mei 2012 publiceerde de Commissie haar mededeling over een „Europese Strategie voor een beter internet voor kinderen” (1) (hierna „de mededeling”). |
2. |
In een eerder stadium, voordat deze mededeling werd aangenomen, is de EDPS in de gelegenheid gesteld informele opmerkingen te maken. De EDPS verheugt zich erover dat in de mededeling met enkele van zijn informele opmerkingen rekening is gehouden. Gezien het belang van het onderwerp wil de EDPS daarnaast dit advies op eigen initiatief uitbrengen. |
I.2. Doelstellingen en achtergrond van de mededeling
3. |
De mededeling heeft tot doel een strategie te ontwikkelen om kinderen online beter te beschermen. Zij wordt geplaatst in de context van de EU-agenda voor de rechten van het kind (2), de digitale agenda voor Europa (3) en de conclusies van de Raad over de bescherming van kinderen in de digitale wereld (4). |
4. |
De mededeling is opgebouwd rond vier belangrijke pijlers:
|
5. |
In de mededeling wordt een aantal maatregelen genoemd die het bedrijfsleven, de lidstaten en de Commissie moeten nemen. Er wordt ingegaan op zaken als ouderlijk toezicht, privacyinstellingen, leeftijdclassificaties, instrumenten voor het melden van misbruik, hulplijnen en samenwerking tussen bedrijfsleven, hulplijnen en rechtshandhavingsinstanties. |
I.3. Doelstellingen en toepassingsgebied van het advies van de EDPS
6. |
De EDPS geeft volledige steun aan initiatieven om de bescherming van kinderen op internet te versterken en om de middelen tegen misbruik van kinderen online te verbeteren (5). In twee eerdere adviezen heeft de EDPS het belang van de bescherming en veiligheid van kinderen online vanuit het perspectief van gegevensbescherming onderstreept. (6) Hij verheugt zich erover dat dit in de mededeling wordt erkend. |
7. |
Het toenemende gebruik van de digitale omgeving door kinderen en de voortdurende ontwikkeling van die omgeving leiden tot nieuwe risico's op het vlak van gegevensbescherming en privacy, die in punt 1.2.3 van de mededeling uiteen worden gezet. Zulke risico's behelzen onder meer misbruik van hun persoonsgegevens, de ongewilde verspreiding van hun persoonlijke profiel op socialenetwerksites, het toenemende gebruik van geolocalisatiediensten onder kinderen en het feit dat zij rechtstreeks worden blootgesteld aan reclamecampagnes en ernstige misdrijven als kindermisbruik. Dit zijn specifieke risico's waarvan de aanpak moet worden afgestemd op het specifieke karakter en de kwetsbaarheid van de betrokken categorie personen. |
8. |
De EDPS juicht het toe dat de in de mededeling beoogde maatregelen in overeenstemming moeten zijn met het huidige kader voor gegevensbescherming (waaronder Richtlijn 95/46/EG en Richtlijn 2002/58/EG (7) betreffende e-privacy), de Richtlijn betreffende elektronische handel (2000/31/EG) (8) en het Handvest van de grondrechten van de EU, en dat daarin tevens rekening wordt gehouden met het voorgestelde nieuwe kader voor gegevenbescherming (9). De EDPS benadrukt dat alle maatregelen die naar aanleiding van de mededeling zullen worden getroffen, in overeenstemming moeten zijn met dit kader. |
9. |
In dit advies worden de specifieke kwesties op het gebied van gegevensbescherming belicht die de in de mededeling genoemde maatregelen oproepen. Alle relevante partijen tot wie de mededeling is gericht, te weten de Commissie, de lidstaten en het bedrijfsleven, dienen deze kwesties op passende wijze aan te pakken, indien van toepassing. In het bijzonder wordt in hoofdstuk II vermeld welke specifieke middelen kunnen worden ingezet om de bescherming en veiligheid van kinderen online vanuit het perspectief van gegevenbescherming te helpen vergroten. In hoofdstuk III van het advies worden enkele kwesties in verband met gegevensbescherming belicht die van belang zijn voor de uitvoering van maatregelen ter bestrijding van seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen op internet, vooral het gebruik van instrumenten voor het melden van misbruik en de samenwerking tussen het bedrijfsleven, rechtshandhavingsinstanties en hulplijnen. |
IV. Conclusie
49. |
De EDPS steunt de in de mededeling vermelde initiatieven om internet veiliger voor kinderen te maken en de strijd tegen seksueel misbruik en seksuele uitbuiting van kinderen. Hij is vooral verheugd over de erkenning van gegevensbescherming als een cruciaal middel om kinderen op internet te beschermen en hen in staat te stellen veilig van alle voordelen van dit medium te genieten. |
50. |
De EDPS onderstreept dat het bedrijfsleven, de lidstaten en de Commissie naar behoren rekening moeten houden met de eisen op het gebied van gegevensbescherming wanneer zij initiatieven nemen om de veiligheid van kinderen online te verbeteren. In het bijzonder de volgende punten zijn hierbij van belang:
|
51. |
De in de mededeling belichte initiatieven met betrekking tot de strijd tegen seksueel misbruik en seksuele exploitatie van kinderen roepen enkele vragen in verband met gegevensbescherming op, waaraan alle belanghebbenden op hun eigen werkterrein zorgvuldig aandacht moeten besteden:
|
Gedaan te Brussel, 17 juli 2012.
Giovanni BUTTARELLI
Europese adjunct-toezichthouder voor gegevensbescherming
(1) COM(2012) 196 def.
(2) EU-agenda voor de rechten van het kind, COM(2011) 60 def.
(3) Digitale agenda voor Europa, COM(2010) 245 def.
(4) Conclusies van de Raad over de bescherming van kinderen in de digitale wereld, 3128e zitting van de Raad Onderwijs, jeugdzaken, cultuur en sport te Brussel, op 28 en 29 november 2011.
(5) Er bestaan ook enkele initiatieven in internationaal verband, zoals de Strategie voor de Rechten van het Kind (2012-2015) van de Raad van Europa, COM(2011) 171 def., 15 februari 2012.
(6) Zie het advies van de EDPS betreffende het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap betreffende bescherming van kinderen die het internet en andere communicatietechnologieën gebruiken, gepubliceerd in PB C 2 van 7.1.2009, blz. 2, en het advies van de EDPS over een voorstel voor een richtlijn ter bestrijding van seksueel misbruik, seksuele uitbuiting van kinderen en kinderpornografie, en tot intrekking van Kaderbesluit 2004/68/JBZ, gepubliceerd in PB C 323 van 30.11.2010, blz. 6.
(7) Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie, PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37.
(8) Richtlijn 2000/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2000 betreffende bepaalde juridische aspecten van de diensten van de informatiemaatschappij, met name de elektronische handel, in de interne markt, PB L 178 van 17.7.2000, blz. 1.
(9) Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (algemene verordening gegevensbescherming), COM(2012) 11 def.
V Adviezen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Europese Commissie
6.11.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 336/18 |
Kennisgeving van annulering
Uitnodigingen tot het indienen van voorstellen in het kader van de werkprogramma’s van het specifiek programma „Capaciteiten” van het zevende kaderprogramma voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007-2013)
2012/C 336/09
De Europese Commissie heeft besloten de volgende uitnodiging tot het indienen van voorstellen te annuleren:
Deel |
Identificatiecode van de uitnodiging |
||
|
FP7-CDRP-2013-STAKEHOLDERS |
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK
Europese Commissie
6.11.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 336/19 |
Bericht van het vervallen van een bepaalde antidumpingmaatregel
2012/C 336/10
In aansluiting op het bericht van het naderend vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen (1), waarna geen naar behoren gemotiveerd verzoek om een nieuw onderzoek werd ingediend, deelt de Commissie mede dat onderstaande antidumpingmaatregel binnenkort zal vervallen.
Dit bericht wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (2).
Product |
Land(en) van oorsprong of van uitvoer |
Maatregelen |
Referentie |
Verval-datum (3) |
Folie van polyethyleentereftalaat (petfolie) |
Brazilië, India en Israël |
Antidumping-recht |
Verordening (EG) nr. 1292/2007 van de Raad (PB L 288 van 6.11.2007, blz. 1) |
7.11.2012 |
(1) PB C 117 van 21.4.2012, blz. 7.
(2) PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.
(3) De maatregel vervalt te middernacht op de in deze kolom vermelde datum.
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Europese Commissie
6.11.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 336/20 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6762 — Advent International Corporation/Mediq)
Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak
(Voor de EER relevante tekst)
2012/C 336/11
1. |
Op 23 oktober 2012 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Advent International Corporation (Nederland) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Mediq N.V. (Nederland) door een openbaar bod dat op 24 september 2012 is aangekondigd. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2). |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6762 — Advent International Corporation/Mediq, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).
6.11.2012 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 336/21 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.6704 — REWE Touristik GmbH/Ferid NASR/EXIM Holding SA)
(Voor de EER relevante tekst)
2012/C 336/12
1. |
Op 24 oktober 2012 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 en na een verwijzing in het kader van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat REWE Touristik GmbH (Duitsland), die deel uitmaakt van REWE Group, en Ferid NASR (Tsjechië) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over EXIM Holding SA (Tsjechië) door de verwerving van aandelen. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6704 — REWE Touristik GmbH/Ferid NASR/EXIM Holding SA, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).