ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2011.037.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 37

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

54e jaargang
5 februari 2011


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2011/C 037/01

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

1

2011/C 037/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.5932 — News Corp/BSkyB) ( 1 )

5

2011/C 037/03

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.6100 — Gilde/Parcom/Gamma) ( 1 )

5

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2011/C 037/04

Kennisgeving aan de personen en entiteiten die onderworpen zijn aan de maatregelen bedoeld in Besluit 2011/72/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië

6

 

Europese Commissie

2011/C 037/05

Wisselkoersen van de euro

7

 

Europol

2011/C 037/06

Besluit van de Raad van bestuur van Europol tot wijziging van het besluit van de raad van bestuur van Europol van 16 november 1999 betreffende de belasting op door Europol aan zijn personeelsleden betaalde salarissen en emolumenten en tot instemming met de door Europol vastgestelde voorwaarden en procedures ter aanpassing van de in het aanhangsel genoemde waarden

8

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2011/C 037/07

Bijwerking van de lijst van grensdoorlaatposten bedoeld in artikel 2, punt 8, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB C 316 van 28.12.2007, blz. 1; PB C 134 van 31.5.2008, blz. 16; PB C 177 van 12.7.2008, blz. 9; PB C 200 van 6.8.2008, blz. 10; PB C 331 van 31.12.2008, blz. 13; PB C 3 van 8.1.2009, blz. 10; PB C 37 van 14.2.2009, blz. 10; PB C 64 van 19.3.2009, blz. 20; PB C 99 van 30.4.2009, blz. 7; PB C 229 van 23.9.2009, blz. 28; PB C 263 van 5.11.2009, blz. 22; PB C 298 van 8.12.2009, blz. 17; PB C 74 van 24.3.2010, blz. 13; PB C 326 van 3.12.2010, blz. 17; PB C 355 van 29.12.2010, blz. 34; PB C 22 van 22.1.2011, blz. 22)

12

2011/C 037/08

Door de lidstaten meegedeelde informatie over staatssteun die wordt verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

13

 

V   Adviezen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Raad

2011/C 037/09

Open uitnodiging — Europese samenwerking inzake wetenschap en technologie (COST)

17

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2011/C 037/10

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.6101 — UPM/Myllykoski en Rhein Papier) ( 1 )

19

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Europese Commissie

2011/C 037/11

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

20

2011/C 037/12

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

24

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

5.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/1


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten krachtens de artikelen 107 en 108 VWEU

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 37/01

Datum waarop het besluit is genomen

17.12.2010

Referentienummer staatssteun

N 629/09

Lidstaat

Roemenië

Regio

Cele 8 Regiuni de Dezvoltare ale României

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

„Sprijinirea investițiilor în extinderea și modernizarea rețelelor de transport al energiei electrice și gazelor naturale”

Rechtsgrondslag

1.

Proiect de Ordin al ministrului economiei pentru aprobarea Schemei de ajutor de stat privind „Sprijinirea investițiilor în extinderea și modernizarea rețelelor de transport al energiei electrice și gazelor naturale”;

2.

Programul Operațional Sectorial „Creșterea Competitivității Economice” (POS CCE), aprobat prin Decizia Comisiei Europene C(2007) 3472/2007;

3.

Ghidul solicitantului pentru operațiunea 4.1(b) „Sprijinirea investițiilor în extinderea și modernizarea rețelelor de transport al energiei electrice, gazelor naturale și petrolului, în scopul reducerii pierderilor în rețea și realizării în condiții de siguranță și continuitate a serviciului de transport” – partea de transport din POS CCE, Axa Prioritară 4, Domeniul Major de Intervenție 1

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Sectorale ontwikkeling, Regionale ontwikkeling, Milieubescherming

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun 57,7 mln EUR

Maximale steunintensiteit

85 %

Looptijd (periode)

tot 31.12.2013

Economische sectoren

Beperkt tot de elektriciteits-, water- en gassector, Beperkt tot de transportsector

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministerul Economiei, prin Autoritatea de Management a POS CCE

Calea Victoriei nr. 152, sector 1

București

ROMÂNIA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

14.12.2010

Referentienummer staatssteun

N 26/A/10

Lidstaat

Letland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Grozījumi biodegvielas atbalsta shēmā (tiešais atbalsts)

Rechtsgrondslag

Ministru kabineta 2008. gada 15. aprīļa noteikumi Nr. 280 “Noteikumi par finansiāli atbalstāmajām kvotām biodegvielai” Ministru kabineta 2006. gada 18. aprīļa noteikumi Nr. 303 “Kārtība kāda uzrauga un administrē tiešo valsts atbalstu ikgadējā minimāli nepieciešamā biodegvielas daudzuma ražošanai” Biodegvielas likums, Likums “Par akcīzes nodokli”

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Milieubescherming

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun 64,77 mln LVL

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

tot 31.12.2010

Economische sectoren

Beperkt tot de be- en verwerkende industrie

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Lauku atbalsta dienests, Republikas laukums 2

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

8.7.2010

Referentienummer staatssteun

N 205/10

Lidstaat

Spanje

Regio

Madrid

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Producción de cortometrajes — subvencionada por la Comunidad de Madrid

Rechtsgrondslag

Ley 2/95, de 8 de marzo, de Subvenciones de la Comunidad de Madrid; Ley 38/2003 de 17 de noviembre, General de Subvenciones (Ley Estatal); Orden por la que se establecen las bases reguladores para la concesión de ayudas a empresas privadas dedicadas al sector audiovisual y cinematográfico; Proyecto de orden de la Consejería de Cultura y Turismo, por la que se convocan ayudas a la producción cinematográfica para el año 2010

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Cultuurbevordering

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

 

Voorziene jaarlijkse uitgaven 0,4 mln EUR

 

Totaal van de voorziene steun 0,4 mln EUR

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd (periode)

28.11.2009-26.11.2010

Economische sectoren

Beperkt tot recreatie, cultuur en sport

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Consejeria de Cultura y Turismo de Madrid

Calle Caballero de Gracia, 132

28013 Madrid

ESPAÑA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

3.8.2010

Referentienummer staatssteun

N 331/10

Lidstaat

Ierland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Transfer of the first tranche of assets to NAMA

Rechtsgrondslag

National Asset Management Agency Act 2009

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Opheffing van een ernstige verstoring van de economie

Vorm van de steun

Andere kapitaalmaatregelen

Begrotingsmiddelen

[…] (1)

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

26.2.2010-26.2.2011

Economische sectoren

Beperkt tot de financiële dienstverlening

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Department of Finance

Government Building

Upper Merrion Street

Dublin 2

IRELAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

21.9.2010

Referentienummer staatssteun

N 347/10

Lidstaat

Ierland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Prolongation of the guarantee for certain short-term liabilities and interbank deposits

Rechtsgrondslag

The Credit Institutions (Financial Support) Act 2008 as amended

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Opheffing van een ernstige verstoring van de economie

Vorm van de steun

Garantie

Begrotingsmiddelen

[…] (2)

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

30.9.2010-31.12.2010

Economische sectoren

Beperkt tot de financiële dienstverlening

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

The Minister, acting on behalf of the Government, in accordance with the Act

Department of Finance

Government Building

Upper Merrion Street

Dublin 2

IRELAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


(1)  Vertrouwelijke informatie.

(2)  Vertrouwelijke informatie.


5.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/5


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.5932 — News Corp/BSkyB)

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 37/02

Op 21 december 2010 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32010M5932. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


5.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/5


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.6100 — Gilde/Parcom/Gamma)

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 37/03

Op 28 januari 2011 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector,

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32011M6100. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

5.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/6


Kennisgeving aan de personen en entiteiten die onderworpen zijn aan de maatregelen bedoeld in Besluit 2011/72/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië

2011/C 37/04

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen die worden vermeld in de bijlage bij Besluit 2011/72/GBVB van de Raad (1), als gewijzigd bij Besluit 2011/79/GBVB (2) en in bijlage I bij Verordening (EU) nr. 101/2011 van de Raad (3), betreffende restrictieve maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten vanwege de situatie in Tunesië.

De Raad van de Europese Unie heeft besloten dat de personen die in de bovengenoemde bijlagen worden vermeld, moeten worden opgenomen in de lijst van personen die onderworpen zijn aan restrictieve maatregelen als bedoeld in Besluit 2011/72/GBVB van de Raad en Verordening (EU) nr. 101/2011.

De betrokken personen en entiteiten worden erop geattendeerd dat zij een verzoek kunnen richten tot de bevoegde instanties van de betrokken lidstaat (lidstaten), waarvan de (elektronische) gegevens zijn opgenomen in bijlage II bij Verordening (EU) nr. 101/2011, om een machtiging te verkrijgen voor het gebruik van bevroren tegoeden voor basisbehoeften of voor specifieke betalingen (zie artikel 4 van de verordening).

De betrokken personen en entiteiten kunnen bij de Raad een gemotiveerd verzoek indienen om het besluit hen op bovenbedoelde lijst op te nemen, te heroverwegen; deze verzoeken dienen aan het volgende adres te worden gericht:

Raad van de Europese Unie

Secretariaat-generaal

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

De betrokken personen worden er tevens op geattendeerd dat zij tegen het besluit van de Raad beroep kunnen instellen bij het Gerecht van de Europese Unie, volgens de voorwaarden van artikel 275, tweede alinea, en artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.


(1)  PB L 28 van 2.2.2011, blz. 62.

(2)  PB L 31 van 5.2.2001, blz. 40.

(3)  PB L 31 van 5.2.2001, blz. 1.


Europese Commissie

5.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/7


Wisselkoersen van de euro (1)

4 februari 2011

2011/C 37/05

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3631

JPY

Japanse yen

111,42

DKK

Deense kroon

7,4544

GBP

Pond sterling

0,84720

SEK

Zweedse kroon

8,8185

CHF

Zwitserse frank

1,2954

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

7,8075

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

24,018

HUF

Hongaarse forint

270,35

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7015

PLN

Poolse zloty

3,9008

RON

Roemeense leu

4,2640

TRY

Turkse lira

2,1736

AUD

Australische dollar

1,3406

CAD

Canadese dollar

1,3448

HKD

Hongkongse dollar

10,6124

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7685

SGD

Singaporese dollar

1,7362

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 505,75

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

9,9353

CNY

Chinese yuan renminbi

8,9760

HRK

Kroatische kuna

7,4220

IDR

Indonesische roepia

12 210,64

MYR

Maleisische ringgit

4,1302

PHP

Filipijnse peso

59,575

RUB

Russische roebel

40,0029

THB

Thaise baht

41,997

BRL

Braziliaanse real

2,2718

MXN

Mexicaanse peso

16,3538

INR

Indiase roepie

62,1540


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


Europol

5.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/8


BESLUIT VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN EUROPOL

tot wijziging van het besluit van de raad van bestuur van Europol van 16 november 1999 betreffende de belasting op door Europol aan zijn personeelsleden betaalde salarissen en emolumenten en tot instemming met de door Europol vastgestelde voorwaarden en procedures ter aanpassing van de in het aanhangsel genoemde waarden

2011/C 37/06

DE RAAD VAN BESTUUR VAN EUROPOL,

Gelet op het Besluit van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese politiedienst (hierna: „Europol”) op grond van artikel 30, lid 1, onder b), artikel 30, lid 2, en artikel 34, lid 2, onder c), van het Verdrag betreffende de Europese Unie (1) (hierna: „Europol-besluit”), en met name op artikel 57, lid 5, artikel 62 en artikel 63;

Gelet op het protocol op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie en artikel 41, lid 3, van de Europol-overeenkomst, betreffende de voorrechten en immuniteiten van Europol, de leden van zijn organen, zijn adjunct-directeuren en zijn personeelsleden (2) (hierna: „protocol”), en met name op artikel 10;

Gelet op het Besluit van de raad van bestuur van Europol van 16 november 1999 ter instemming met de door Europol vastgestelde voorwaarden en procedures betreffende de belasting op door Europol aan zijn personeelsleden betaalde salarissen en emolumenten (3);

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Overeenkomstig artikel 57, lid 5, van het Europol-besluit blijven het statuut van de personeelsleden van Europol (4) en andere desbetreffende instrumenten van toepassing op de personeelsleden die niet overeenkomstig artikel 57, lid 2, van het Europol-besluit in dienst zijn getreden.

(2)

Tot 2009 gebeurde de jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen overeenkomstig artikel 44 van het statuut van de personeelsleden van Europol, waarbij gebruik werd gemaakt van een door de raad van bestuur goedgekeurde formule die rekening houdt met twee componenten:

de ontwikkeling van de kosten van levensonderhoud in Nederland;

de wijzigingen in de salarissen van het overheidspersoneel in de EU-lidstaten.

(3)

Artikel 57, lid 5, van het Europol-besluit bepaalt dat, in afwijking van hoofdstuk 5 van het statuut van de personeelsleden van Europol, het percentage van de jaarlijkse aanpassing van de bezoldigingen, dat door de Raad overeenkomstig artikel 65 van het Statuut van de ambtenaren (5) wordt vastgesteld, van toepassing zal zijn op de personeelsleden van Europol.

(4)

Artikel 57, lid 5, van het Europol-besluit betreft slechts bepaalde elementen van de personeelsbezoldiging als bedoeld in hoofdstuk 5 (artikelen 43 tot 55) van het statuut van de personeelsleden van Europol en omvat niet de belasting op door Europol aan zijn personeelsleden die onder het statuut van de personeelsleden van Europol vallen betaalde salarissen en emolumenten.

(5)

Met het oog op de gewijzigde procedure van artikel 57, lid 5, van het Europol-besluit betreffende de aanpassing van bezoldigingen is het wenselijk om de voorwaarden en procedures voor de toepassing van de belasting op door Europol aan zijn personeelsleden die onder het statuut van de personeelsleden van Europol vallen, met uitzondering van plaatselijke functionarissen, betaalde salarissen en emolumenten aan te passen overeenkomstig bovengenoemd artikel 10 van het protocol.

(6)

De jaarlijkse aanpassing van de bezoldiging van artikel 57, lid 5, van het Europol-besluit werd door Europol voor het eerst met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2009 ten uitvoer gelegd overeenkomstig de cijfers in Verordening (EG) nr. 1296/2009 van de Raad van 23 december 2009 houdende aanpassing van de bezoldigingen en de pensioenen van de ambtenaren en de andere personeelsleden van de Europese Unie, alsmede van de aanpassingscoëfficiënten welke van toepassing zijn op deze bezoldigingen en pensioenen. De berekeningsmethode voor deze jaarlijkse aanpassing voor personeelsleden die onder het statuut van de personeelsleden van Europol vallen, werd aan de raad van bestuur gepresenteerd tijdens zijn bijeenkomst van 24 maart 2010 (zoals in de bijlage van dit Besluit weergegeven).

(7)

De belasting die van toepassing is op personeelsleden van Europol die onder het statuut van de personeelsleden van Europol vallen, dient te worden gewijzigd om deze in overeenstemming te brengen met de overeenkomstig artikel 57, lid 5, van het Europol-besluit toegepaste aanpassing van de bezoldiging.

(8)

De aanpassing van de in artikel 4 van het aanhangsel van het besluit van de raad van bestuur van Europol van 16 november 1999 genoemde waarden wordt beperkt tot een technische aanpassing die overeenstemt met het overeenkomstig artikel 57, lid 5, van het Europol-besluit gebruikte percentage voor de aanpassing van de bezoldiging.

(9)

De directeur van Europol dient de bevoegdheid te krijgen om ieder jaar de genoemde waarden in artikel 4 van het aanhangsel van het besluit van de raad van bestuur van Europol van 16 november 1999 aan te passen.

BESLUIT ALS VOLGT:

Artikel 1

Met ingang van 1 juli 2009:

wordt de waarde genoemd in de eerste zin van artikel 4 van het aanhangsel van het besluit van de raad van bestuur van Europol van 16 november 1999 vervangen door 119,16 EUR.

worden de waarden in euro in de tabel van artikel 4 van het aanhangsel van het besluit van de raad van bestuur van Europol van 16 november 1999 vervangen door:

8 % voor bedragen tussen 119,16 EUR en 2 099,02 EUR;

10 % voor bedragen tussen 2 099,03 EUR en 2 891,07 EUR;

12,5 % voor bedragen tussen 2 891,08 EUR en 3 313,31 EUR;

15 % voor bedragen tussen 3 313,32 EUR en 3 762,78 EUR;

17,5 % voor bedragen tussen 3 762,79 EUR en 4 185,06 EUR;

20 % voor bedragen tussen 4 185,07 EUR en 4 594,36 EUR;

22,5 % voor bedragen tussen 4 594,37 EUR en 5 016,62 EUR;

25 % voor bedragen tussen 5 016,63 EUR en 5 425,94 EUR;

27,5 % voor bedragen tussen 5 425,95 EUR en 5 848,19 EUR;

30 % voor bedragen tussen 5 848,20 EUR en 6 257,50 EUR;

32,5 % voor bedragen tussen 6 257,51 EUR en 6 679,76 EUR;

35 % voor bedragen tussen 6 679,77 EUR en 7 089,72 EUR;

40 % voor bedragen tussen 7 089,73 EUR en 7 512,00 EUR;

45 % voor bedragen boven 7 512,01 EUR.

Artikel 2

Het Besluit van de raad van bestuur van 16 november 1999 wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 3 wordt het volgende artikel 3 bis ingevoegd:

„Na de aanpassing van de bezoldiging die ieder jaar door de Raad overeenkomstig artikel 65 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie wordt besloten, zal de directeur van Europol voor het eerst met ingang van 1 juli 2010 en daarna op jaarlijkse basis de in artikel 4 van de bijlage van dit Besluit genoemde bedragen met hetzelfde percentage aanpassen als toegepast overeenkomstig artikel 57, lid 5, van het Besluit van de Raad van 6 april 2009 tot oprichting van de Europese politiedienst (6). De in overeenstemming met dit artikel vastgestelde waarden zullen in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag volgende op de dag van goedkeuring door de raad van bestuur.

Gedaan te Den Haag, 14 oktober 2010.

Francisco José ARANDA

Voor de raad van bestuur

De voorzitter


(1)  PB L 121 van 15.5.2009, blz. 37.

(2)  PB C 221 van 19.7.1997, blz. 2.

(3)  PB C 65 van 28.2.2001, blz. 6.

(4)  Besluit van de Raad van 3 december 1998 houdende vaststelling van het statuut voor de personeelsleden van Europol (PB C 26 van 30.1.1999, blz. 23).

(5)  Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1).

(6)  Vgl. voetnoot 1.”.


BIJLAGE

Aanpassing van de salarissen en vergoedingen van personeelsleden van Europol die onder het personeelsstatuut van Europol vallen overeenkomstig artikel 57, lid 5, van het Besluit van de Raad met ingang van 1 juli 2009

Overeenkomstig artikel 57, lid 5, van het Europol-besluit in afwijking van hoofdstuk 5 van het statuut van de personeelsleden van Europol is het percentage van de jaarlijkse aanpassing van de bezoldiging dat door de Raad overeenkomstig artikel 65 van het Statuut van de ambtenaren van de Europese Gemeenschappen (1) wordt vastgesteld, van toepassing op de personeelsleden van Europol; daarom geldt met ingang van 1 juli 2009 voor het personeel van Europol dat onder het personeelsstatuut van Europol valt, het volgende:

a)

de in artikel 45 van het statuut van de personeelsleden van Europol opgenomen tabel van het maandelijkse basissalaris wordt vervangen door (1,85 % verhoging):

 

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

1

15 867,20

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2

14 248,07

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

3

9 779,37

10 031,95

10 284,54

10 556,55

10 828,56

11 113,50

11 397,15

11 696,39

11 997,54

12 314,90

12 628,98

4

8 516,46

8 743,14

8 966,59

9 202,97

9 439,37

9 688,70

9 934,80

10 197,11

10 459,38

10 734,65

11 009,89

5

7 017,19

7 201,76

7 383,10

7 577,40

7 771,69

7 978,93

8 182,93

8 399,90

8 613,62

8 840,28

9 066,97

6

6 013,37

6 172,00

6 330,69

6 499,08

6 664,22

6 839,08

7 013,95

7 198,53

7 383,10

7 577,40

7 771,69

7

5 012,73

5 145,51

5 275,03

5 414,27

5 553,50

5 699,24

5 844,95

6 000,39

6 152,59

6 314,51

6 476,41

8

4 261,48

4 374,81

4 484,89

4 604,73

4 721,29

4 844,35

4 967,40

5 100,18

5 229,70

5 368,94

5 504,93

9

3 756,32

3 856,69

3 957,10

4 060,69

4 164,33

4 274,42

4 384,53

4 501,10

4 614,48

4 737,50

4 857,31

10

3 257,64

3 345,08

3 429,25

3 519,91

3 607,36

3 704,51

3 801,64

3 902,03

3 999,17

4 106,04

4 209,66

11

3 157,26

3 241,46

3 322,39

3 409,84

3 497,25

3 591,16

3 681,85

3 778,99

3 876,14

3 979,77

4 080,11

12

2 506,40

2 574,35

2 639,12

2 707,14

2 775,15

2 849,61

2 924,09

3 001,81

3 076,29

3 157,26

3 238,21

13

2 153,39

2 211,69

2 266,74

2 328,28

2 386,57

2 451,32

2 512,85

2 580,85

2 645,64

2 716,86

2 784,84

b)

in artikel 59, lid 3, van het statuut van de personeelsleden van Europol wordt het bedrag „1 049,20 EUR” vervangen door „1 068,61 EUR”;

c)

in artikel 59, lid 3, van het statuut van de personeelsleden van Europol wordt het bedrag „2 098,39 EUR” vervangen door „2 137,21 EUR”;

d)

in artikel 60, lid 1, van het statuut van de personeelsleden van Europol wordt het bedrag „279,80 EUR” vervangen door „284,98 EUR”;

e)

in artikel 2, lid 1, van aanhangsel 5 bij het statuut van de personeelsleden van Europol wordt het bedrag „292,50 EUR” vervangen door „297,91 EUR”;

f)

in artikel 3, lid 1, van aanhangsel 5 bij het statuut van de personeelsleden van Europol wordt het bedrag „12 717,53 EUR” vervangen door „12 952,80 EUR”;

g)

in artikel 3, lid 1, van aanhangsel 5 bij het statuut van de personeelsleden van Europol wordt het bedrag „2 861,45 EUR” vervangen door „2 914,39 EUR”;

h)

in artikel 3, lid 2, van aanhangsel 5 bij het statuut van de personeelsleden van Europol wordt het bedrag „17 168,67 EUR” vervangen door „17 486,29 EUR”;

i)

in artikel 4, lid 1, van aanhangsel 5 bij het statuut van de personeelsleden van Europol wordt het bedrag „1 271,76 EUR” vervangen door „1 295,29 EUR”;

j)

in artikel 4, lid 1, van aanhangsel 5 bij het statuut van de personeelsleden van Europol wordt het bedrag „953,84 EUR” vervangen door „971,49 EUR”;

k)

in artikel 4, lid 1, van aanhangsel 5 bij het statuut van de personeelsleden van Europol wordt het bedrag „635,87 EUR” vervangen door „647,63 EUR”;

l)

in artikel 4, lid 1, van aanhangsel 5 bij het statuut van de personeelsleden van Europol wordt het bedrag „508,69 EUR” vervangen door „518,10 EUR”;

m)

in artikel 5, lid 3, van aanhangsel 5 bij het statuut van de personeelsleden van Europol wordt het bedrag „1 794,70 EUR” vervangen door „1 827,90 EUR”;

n)

in artikel 5, lid 3, van aanhangsel 5 bij het statuut van de personeelsleden van Europol wordt het bedrag „2 392,94 EUR” vervangen door „2 437,21 EUR”;

o)

in artikel 5, lid 3, van aanhangsel 5 bij het statuut van de personeelsleden van Europol wordt het bedrag „2 991,17 EUR” vervangen door „3 046,51 EUR”.

De in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1296/2009 van de Raad vastgelegde aanpassingscoëfficiënt voor Nederland (109,3), is niet volledig toegepast op de bezoldigingen van het personeel dat verder onder het personeelsstatuut van Europol valt. In plaats daarvan is slechts de verhouding tussen deze aanpassingscoëfficiënt en de vorig jaar vastgelegde aanpassingscoëfficiënt (109,1) toegepast om de wijzigingen van de kosten van levensonderhoud in Nederland te weerspiegelen.

Voor de vaststelling van de aanpassingscoëfficiënt voor Frankrijk en voor de Verenigde Staten (Washington) is het verschil genomen tussen de aanpassingscoëfficiënt vanaf 1 juli 2009 zoals vastgelegd in de Verordening van de Raad (115,8 voor Frankrijk en 87,4 voor de Verenigde Staten (Washington)) (2) en de aanpassingscoëfficiënt voor Nederland op 1 juli 2007 (109,1). Daarom is de aanpassingscoëfficiënt vanaf 1 juli 2009 voor:

Nederland 100,18;

Frankrijk 106,14;

Verenigde Staten (Washington) 80,11.

Het resultaat van de toepassing van de aanpassingscoëfficiënt wordt onderworpen aan de in artikel 1 van dit Besluit vastgestelde belasting.


(1)  Verordening (EEG, Euratom, EGKS) nr. 259/68 van de Raad (PB L 56 van 4.3.1968, blz. 1).

(2)  Verordening (EG) nr. 613/2009 van de Raad (PB L 181 van 14.7.2009, blz. 1) en Verordening (EU) nr. 768/2010 (PB L 228 van 31.8.2010, blz. 1).


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

5.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/12


Bijwerking van de lijst van grensdoorlaatposten bedoeld in artikel 2, punt 8, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB C 316 van 28.12.2007, blz. 1; PB C 134 van 31.5.2008, blz. 16; PB C 177 van 12.7.2008, blz. 9; PB C 200 van 6.8.2008, blz. 10; PB C 331 van 31.12.2008, blz. 13; PB C 3 van 8.1.2009, blz. 10; PB C 37 van 14.2.2009, blz. 10; PB C 64 van 19.3.2009, blz. 20; PB C 99 van 30.4.2009, blz. 7; PB C 229 van 23.9.2009, blz. 28; PB C 263 van 5.11.2009, blz. 22; PB C 298 van 8.12.2009, blz. 17; PB C 74 van 24.3.2010, blz. 13; PB C 326 van 3.12.2010, blz. 17; PB C 355 van 29.12.2010, blz. 34; PB C 22 van 22.1.2011, blz. 22)

2011/C 37/07

De publicatie van de lijst van grensdoorlaatposten bedoeld in artikel 2, punt 8, van Verordening (EG) nr. 562/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot vaststelling van een communautaire code betreffende de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) is gebaseerd op de informatie die door de lidstaten aan de Commissie wordt verstrekt overeenkomstig artikel 34 van de Schengengrenscode.

Naast de publicatie in het Publicatieblad wordt de lijst regelmatig bijgewerkt op de website van het directoraat-generaal Binnenlandse Zaken.

POLEN

Vervanging van de informatie die is gepubliceerd in PB C 316 van 28.12.2007.

Landgrenzen

Nieuwe grensdoorlaatpost:

Grzechotki–Mamonowo II

Luchthavens

De volgende grensdoorlaatpost wordt geschrapt:

Lubin


5.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/13


Door de lidstaten meegedeelde informatie over staatssteun die wordt verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

2011/C 37/08

Steun nr.: XA 69/10

Lidstaat: Spanje

Regio: Comunidad Autónoma de Canarias

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Ayudas urgentes y de carácter excepcional para reparar los daños producidos por las lluvias en el Archipiélago los días 31 de enero y 1 y 2 de febrero de 2010, previstas en el artículo 6, del Decreto no 12/2010, a excepción de las relativas a la reparación de daños en infraestructuras de industrialización y comercialización de productos agrícolas de las entidades comercializadoras (apartado 4 del artículo 6) que se acogen al Reglamento (CE) no 1998/2006, «de mínimis»

Rechtsgrondslag: Artículo 6 del Decreto Territorial no 12/2010, de 4 de febrero, de ayudas y medidas urgentes y de carácter excepcional para reparar los daños producidos por las lluvias en el Archipiélago los días 31 de enero y 1 y 2 de febrero de 2010 (B.O.C. no 26 de 9 de febrero de 2010), a excepción de las destinadas a la reparación de daños en infraestructuras de industrialización y comercialización de productos agrícolas de las entidades comercializadoras que se acogen como ya se ha señalado al Reglamento (CE) no 1998/2006, «de mínimis».

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 400 000 EUR

Maximale steunintensiteit: Volgens artikel 6 van het vorengenoemde „decreto” (decreet) nr. 12/2010 van 4 februari 2010 kan de maximale steunintensiteit tot 90 % van de geleden verliezen bedragen. De omvang van de verliezen wordt overeenkomstig artikel 6, lid 6, onder d), van het vorengenoemde „decreto” vastgesteld aan de hand van een verslag over de schade dat wordt opgesteld door het desbetreffende ministerie van de regering van de eilandengroep. Het steunbedrag mag evenwel in geen geval groter zijn dan het verschil tussen het bedrag van het geleden verlies en, hetzij het steunbedrag dat (of de vergoeding die) in het kader van een andere — compatibele of aanvullende — steunregeling voor hetzelfde doel door een ander overheidsorgaan, een (nationale of internationale) openbare instelling of een openbare dan wel particuliere financiële entiteit werd uitgekeerd, hetzij het bedrag van de vergoeding die in het kader van een verzekeringscontract als vergoeding werd uitgekeerd.

Wanneer steun wordt uitgekeerd voor beschadigd productiemateriaal en beschadigde infrastructuur in de landbouwsector, in de zin van artikel 6, lid 4, van decreet nr. 12/2010 van 4 februari 2010, wordt de schade vastgesteld door toepassing van het geraamde schadepercentage op de door het directoraat-generaal Landbouw goedgekeurde kostprijs, met gebruikmaking van hiertoe ontworpen modellen.

Deze verleende steun wordt evenwel met 50 % verlaagd wanneer het landbouwers betreft die geen verzekering hebben afgesloten die minstens 50 % van hun gemiddelde jaarlijkse productie dekt overeenkomstig artikel 11, lid 8, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren.

Ook mag voor alle aanvragers, indien de middelen ontoereikend zijn om aan alle aanvragen te voldoen, een lager steunpercentage worden toegepast en dit totdat alle financiële middelen zijn uitgeput.

Datum van tenuitvoerlegging: De datum waarop is voldaan aan de eisen van artikel 20 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006, overeenkomstig de aanvullende negende bepaling van decreet nr. 12/2010 van 4 februari 2010 die een aanvullende voorwaarde voor steun in het kader van artikel 6 van het decreet bevat, tenzij het steun betreft voor schade aan de infrastructuur van landbouworganisaties die zich toeleggen op de verwerking en de afzet (artikel 6(5) van decreet nr. 167/2009); laatstgenoemde schade komt voor steun in aanmerking krachtens Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loopt tot en met 31 december 2010 of totdat de financiële middelen (400 000 EUR) zijn uitgeput.

Doelstelling van de steun: De doelstellingen zijn die welke zijn opgenomen in decreet nr. 12/2010 en zijn conform de bepalingen van artikel 11 van Verordening (EG) nr. 1857/2006;

De brutosteunintensiteit mag niet meer bedragen dan 80 % van de door de ongunstige weersomstandigheden veroorzaakte daling van de verkoopinkomsten, en niet meer dan 90 % van die daling in probleemgebieden of in de in artikel 36, onder a), i), ii) en iii), van Verordening (EG) nr. 1698/2005 bedoelde gebieden die door de lidstaten zijn aangewezen overeenkomstig de artikelen 50 en 94 van die verordening. Die inkomensdaling wordt berekend door het onder a) bedoelde cijfer in mindering te brengen op het onder b) bedoelde cijfer:

Het maximumbedrag van de op grond van lid 1 voor steun in aanmerking komende verliezen moeten worden verminderd met:

Overeenkomstig artikel 6 van decreet nr. 12/2010 van 25 februari 2010, wordt steun verleend in de volgende gevallen:

a)

op veehouderijen, de verliezen ten gevolge van schade aan voorzieningen die voor de veehouderij worden gebruikt, op voorwaarde dat de dieren op het bedrijf gedekt zijn door een van de bepalingen in het kader van het gecombineerde verzekeringssysteem;

b)

de verliezen aan plantaardige of dierlijke productie waarvoor bij het ontstaan van de schade de looptijd van het verzekeringscontract nog niet was ingegaan, maar de verzekering wel in het vorige verkoopseizoen was afgesloten;

c)

de verliezen aan plantaardige en dierlijke productie waarvoor bij het ontstaan van de schade de looptijd van het in het kader van het gecombineerde verzekeringssysteem gesloten verzekeringscontract wél al was ingegaan. In dat geval wordt enkel de schade vergoed die niet door dat systeem wordt gedekt;

d)

de verliezen aan plantaardige en dierlijke productie die niet is opgenomen in het lopende gecombineerde verzekeringssysteem voor de landbouw, tenzij de productie door een andere vorm van verzekering is gedekt.

De verliezen van veehouderijbedrijven die het gevolg zijn van schade aan voorzieningen die voor de veehouderij worden gebruikt, worden vergoed in de vorm van betalingen die de extra uitgaven voor diervoeder dekken.

De vergoeding van het verlies aan plantaardige productie wordt berekend op basis van een raming van de waarde van de voor het betrokken verkoopseizoen verwachte productie. Hiertoe worden, waar mogelijk, de in het verzekeringssysteem voor de landbouw vastgestelde toepasselijke voorwaarden en procedures in aanmerking genomen.

De steun die wordt toegekend voor verliezen aan plantaardige en dierlijke productie is bedoeld voor de eigenaren van bedrijven die verliezen gelijk aan of groter dan 30 % van hun productie hebben geleden.

Betrokken economische sector(en):

Dierlijke productie: geiten, konijnen, pluimvee en bijen.

Plantaardige productie: Fruit uit gematigde streken, subtropisch fruit (bananen, papaya, avocado, enz.), druiven, groenten (aardappelen) en sierplanten.

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Consejería de Agricultura, Ganadería, Pesca y Alimentación (Dirección General de Agricultura)

Avda. José Manuel Guimerá, 10

Edificio de Servicios Múltiples II, Planta 3a

38071 Santa Cruz de Tenerife

ESPAÑA

Website: http://www.gobcan.es/agricultura/otros/reglamento_CE_pynes.htm

Andere informatie: —

Steun nr.: XA 150/10

Lidstaat: Frankrijk

Regio: Département de l’Ain

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Appui technique à l’amélioration des performances des filières (Ain)

Rechtsgrondslag: Articles L 1511-2, L 3231-2 et 3232-1 du code général des collectivités territoriales; délibération du Conseil général de l’Ain

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 440 000 EUR

Maximale steunintensiteit: 80 %

Het steunpercentage is afhankelijk van het soort actie en bedraagt:

50 % voor de opstelling van overeenkomsten inzake goede praktijken en voor technische ondersteuning van de zuivelproducenten;

70 % voor technische ondersteuning bij de verbetering van standaardproducten (art. 15);

80 % voor technische ondersteuning bij de verbetering van de kwaliteitsproducten (art. 14);

Datum van tenuitvoerlegging: De datum waarop het registratienummer van het vrijstellingsverzoek op de website van het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling van de Commissie wordt bekendgemaakt.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot uiterlijk 31 december 2013

Doelstelling van de steun: De maatregel valt onder de artikelen 14 en 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 — Technische ondersteuning in de landbouwsector.

De regeling heeft ten doel in het departement Ain voor een betere landbouwproductie te zorgen dankzij steun voor de opstelling van overeenkomsten inzake goede praktijken en steun voor technische ondersteuning. Het departement geeft subsidies voor de ondersteuning van de zuivelproducenten, voor de maatregelen die de producenten moeten nemen bij het verwerven van een BOB of voor de vaststelling van normen op departementsniveau.

Steun voor de opstelling van overeenkomsten inzake goede praktijken:

aanmoediging en technische ondersteuning zijn nuttig om de veehouders ertoe te stimuleren zich aan te sluiten bij een nationale overeenkomst inzake goede praktijken op het gebied van veehouderij. De steun is bedoeld voor op de veehouders afgestemde bewustmakingsacties, voor de opleiding en dynamisering van een team van deskundigen op het gebied van zuivelfabrieken of melkcontrole, en van regionale en nationale werkgroepen, belast met de aanpassing aan de nieuwe ontwikkelingen, alsook voor een doeltreffende geautomatiseerde verwerking van de valideringsbezoeken.

Technische ondersteuning met het oog op prestatieverbetering: deze steun is bedoeld ter ondersteuning van initiatieven die verschillende vormen kunnen aannemen:

steun aan landbouwers die betrokken zijn bij de productie van producten met een BOB of met een merknaam waarvoor een productdossier werd opgesteld, op basis van de vastgestelde thematiek;

steun bij de uitwerking van een technisch referentiesysteem (en een genetisch referentiesysteem voor de veehouderijen), overdracht van technisch-economische kennis in het kader van opleidingssessies voor landbouwers opdat zij zouden kunnen profiteren van de laatste technische ontwikkelingen in hun respectieve sectoren (rundvee-, schapen-, geiten-, pluimvee-, varkenshouderij, paardenfokkerij, tuinbouw, bio …);

steun bij de uitwerking van een referentiesysteem op het gebied van diervoeder met als doel het voederpotentieel te valoriseren en stikstoflozingen in het milieu door middel van betrouwbare ureum- en infraroodonderzoeken te beperken. De resultaten zullen het mogelijk maken technisch advies te verstrekken met het oog op een efficiënte en evenwichtige voeding zodat de digestieve functies bij de herkauwers alsook de melkproductie worden geoptimaliseerd;

specifieke steun voor veehouders in de vorm van maatregelen die ten doel hebben: de uitwerking van een eenvoudige opvolgingsmethode om de opfoktijd van vaarzen tot 2 jaar te beperken (referentietabel), de vaststelling, aan de hand van infraroodmetingen, van het voor iedere voederwijze geldende omega-3 gehalte van de melk en de ontwikkeling van een referentiesysteem in dit verband, de optimalisering van het beheer van de weiden teneinde de productiekosten van de melk te verlagen (opleidingen voor de veehouders op de weiden om op deze wijze interessante praktijken over te dragen).

De aangeboden dienstverlening is voorbehouden voor bedrijven:

die als kmo kunnen worden gedefinieerd in de zin van de EU-wetgeving (cf bijlage I bij Verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van 6 augustus 2008);

die zich toeleggen op de primaire productie van landbouwproducten;

die geen ondernemingen zijn die zich in moeilijkheden bevinden in de zin van de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden (PB C 244 van 1.10.2004).

Betrokken economische sector(en): Alle landbouwsectoren in het departement (landbouwbedrijven die beantwoorden aan de definitie van kmo)

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Monsieur le Président du Conseil général de l’Ain

Direction de l’aménagement du territoire et de l’economie

45 avenue Alsace-Lorraine

01000 Bourg en Bresse

FRANCE

Website: http://www.ain.fr

http://www.ain.fr/jcms/int_50667/formulaires

http://www.ain.fr/upload/docs/application/msword/2010-07/b_ain_bue_a.t._ameliorperf_b2.doc

Andere informatie: —

Steun nr.: XA 210/10

Lidstaat: Italië

Regio: Het gehele Italiaanse grondgebied

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Concessione di un contributo per la partecipazione del giovane imprenditore agricolo (o di un proprio collaboratore) a forum per lo scambio di conoscenze tra imprese, a concorsi, mostre e fiere.

Rechtsgrondslag: Legge 15 dicembre 1998, n. 441, recante «Norme per la diffusione e la valorizzazione dell’imprenditoria in agricoltura».

Legge 27 dicembre 2006, n. 296 (legge finanziaria 2007), articolo 1, comma 1068 e comma 1074.

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: De totale voorziene uitgaven bedragen 400 000,00 EUR.

Maximale steunintensiteit: 100 % van de subsidiabele uitgaven

Datum van tenuitvoerlegging: De datum waarop het registratienummer van het vrijstellingsverzoek op de website van het directoraat-generaal Landbouw en plattelandsontwikkeling van de Commissie wordt bekendgemaakt.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De steun wordt verleend tot en met 31 december 2013.

Doelstelling van de steun: Landbouwers en hun bedrijfsmedewerkers aanmoedigen om deel te nemen aan fora met het oog op de uitwisseling van kennis tussen bedrijven, alsmede aan wedstrijden, tentoonstellingen en vakbeurzen overeenkomstig artikel 15, lid 2, onder d), van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001, (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3).

Betrokken economische sector(en): Jonge landbouwers

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Ministero delle politiche agricole alimentari e forestali

Dipartimento delle politiche competitive del mondo rurale e della qualità

Direzione generale della competitività per lo sviluppo rurale

Via XX Settembre 20

00187 Roma RM

ITALIA

Website: http://www.politicheagricole.gov.it/SviluppoRurale/GiovaniAgricoltura/default.htm

Andere informatie: —


V Adviezen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Raad

5.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/17


OPEN UITNODIGING

Europese samenwerking inzake wetenschap en technologie (COST)

2011/C 37/09

COST brengt onderzoekers en deskundigen uit verschillende landen, die op specifieke gebieden werkzaam zijn, met elkaar in contact. COST financiert NIET de onderzoeksactiviteiten zelf, maar geeft steun aan netwerkactiviteiten zoals vergaderingen, conferenties, korte wetenschappelijke uitwisselingen en stimuleringsactiviteiten. Op dit moment worden meer dan 280 wetenschappelijke netwerken (acties) ondersteund.

COST vraagt om voorstellen voor acties die bijdragen tot de wetenschappelijke, technologische, economische, culturele of maatschappelijke ontwikkeling van Europa. Vooral voorstellen die als voorloper dienen voor andere Europese programma's en/of die gestart zijn door beginnende onderzoekers, zijn welkom.

Het ontwikkelen van nauwere banden tussen Europese onderzoekers is van cruciaal belang voor het tot stand brengen van de Europese onderzoeksruimte (EOR). COST stimuleert nieuwe, innovatieve, interdisciplinaire en brede onderzoeksnetwerken in Europa. COST-activiteiten worden uitgevoerd door onderzoeksteams ter versterking van de fundamenten voor de ontwikkeling van wetenschappelijke topkwaliteit in Europa.

De activiteiten van COST zijn onderverdeeld in negen brede gebieden (biogeneeskunde en moleculaire biowetenschappen; chemie en moleculaire wetenschappen en technologieën; aardsysteemkunde en milieubeheer; voeding en landbouw; bosbouw, en de daarmee samenhangende producten en diensten; individuen, samenlevingen, culturen en gezondheid; informatie- en communicatietechnologie; materialen, natuurkunde en nanowetenschappen; vervoer en stadsontwikkeling). Op http://www.cost.eu wordt toegelicht wat de beoogde reikwijdte van de verschillende gebieden is.

De indieners wordt verzocht hun onderwerp in een gebied onder te brengen. Interdisciplinaire voorstellen die niet zomaar in één gebied te plaatsen zijn, zijn echter bijzonder welkom en zullen afzonderlijk worden beoordeeld.

Een voorstel moet deelname van onderzoekers uit minimaal vijf COST-landen behelzen. Er kan een financiële steun van ongeveer 100 000 EUR per jaar, voor normaliter vier jaar, tegemoet worden gezien, afhankelijk van de beschikbare middelen.

De voorstellen zullen in twee fasen worden beoordeeld. In de voorlopige voorstellen (maximaal 1 500 woorden/3 bladzijden), die moeten worden ingediend via het onlineformulier op http://www.cost.eu/opencall wordt een kort overzicht van het voorstel en de bedoelde effecten ervan gegeven. De voorstellen die niet aan de subsidiabiliteitscriteria van COST voldoen (bijvoorbeeld omdat financiering van onderzoek wordt gevraagd), zullen worden uitgesloten. De in aanmerking komende voorstellen zullen worden beoordeeld door de desbetreffende Domain Committees, conform de op http://www.cost.eu gepubliceerde criteria. De indieners van de geselecteerde voorlopige voorstellen zullen worden uitgenodigd een volledig voorstel in te dienen. Volledige voorstellen worden middels collegiale toetsing beoordeeld volgens de beoordelingscriteria op http://www.cost.eu/opencall. Normaal gesproken wordt binnen zes maanden na het verstrijken van de uiterste datum van indiening een besluit genomen. Naar verwachting kunnen de acties dan binnen drie maanden van start gaan.

De uiterste datum van indiening voor voorlopige voorstellen is 25 maart 2011, 17.00 uur Brusselse tijd. Voor maximaal 80 volledige voorstellen zal er een uitnodiging volgen voor de definitieve selectie van maximaal 30 nieuwe acties, afhankelijk van de beschikbare middelen. Op 13 mei 2011 zal er een uitnodiging volgen om de volledige voorstellen uiterlijk op 29 juli 2011 in te dienen. Naar verwachting worden in december 2011 besluiten genomen. De volgende uiterste datum van indiening is gepland op 30 september 2011.

De indieners kunnen voor nadere inlichtingen en hulp contact opnemen met hun nationale COST-coördinator (zie http://www.cost.eu/cnc).

De voorstellen moeten online via de website van het COST-bureau worden ingediend.

De coördinatieactiviteiten van COST worden financieel gesteund via het OTO-kaderprogramma van de EU. Het COST-bureau, dat opgezet is door de Europese Stichting voor Wetenschappen (ESW) en als uitvoerend orgaan voor COST fungeert, verzorgt en beheert het administratieve, wetenschappelijke en technische secretariaat voor de COST, haar Domain Committees en acties.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

5.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/19


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.6101 — UPM/Myllykoski en Rhein Papier)

(Voor de EER relevante tekst)

2011/C 37/10

1.

Op 28 januari 2011 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat UPM Kymmene Corporation („UPM”, Finland) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de uitsluitende zeggenschap verkrijgt over Myllykoski Corporation („Myllykoski”, Finland) en Rhein Papier GmbH („Rhein Papier”, Duitsland) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

UPM en Myllykoski: ontwikkeling, vervaardiging en verhandeling van papierproducten,

Rhein Papier: vervaardiging van papierproducten.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.6101 — UPM/Myllykoski en Rhein Papier, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).


ANDERE HANDELINGEN

Europese Commissie

5.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/20


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2011/C 37/11

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

Image ” (JINXIANG DA SUAN)

EG-nummer: CN-PGI-0005-0622-16.07.2007

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam:

Image” (Jinxiang Da Suan)

2.   Lidstaat of derde land:

Volksrepubliek China

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.6:

Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

Jinxiang Da Suan is een van de soorten van het plaatselijke witte knoflook dat in het district Jinxiang wordt geteeld. De bol is helderwit van kleur, afgeplat van vorm en heeft in de buitenste laag 8 tot 11 knoflookteentjes; het knoflook heeft een matig scherpe smaak en de knoflookbol heeft een doorsnede van 5 à 7 cm en een gewicht van 40 tot 80 g.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

3.5.1.   Voorbereiding van de grond

Eerst wordt de bodem 20 à 25 cm diep omgeploegd zodat diepte, fijnkorrelige structuur, doorlaatbaarheid en vlakheid gegarandeerd zijn en vervolgens worden de 150 tot 400 cm brede voren getrokken met daarnaast de ruggen met een hoogte van 10 à 30 cm en een breedte van 25 à 40 cm.

3.5.2.   Selectie en behandeling van de tenen die als plantgoed in aanmerking komen

Slechts knoflooktenen met een zuivere kleur die minstens 5 g wegen, die elkaar niet overlappen en die vrij zijn van rot, ziekten, beschadigingen en uitlopers, komen als plantgoed in aanmerking. De tenen worden vóór het planten 2 à 3 dagen in de zon gelegd.

3.5.3.   Planten van de tenen

De tenen worden in de periode van 8 tot 15 oktober geplant. Op een hectare mogen maximaal 350 000 tenen worden geplant. Ze worden na het planten met 1 à 1,5 cm aarde bedekt.

3.5.4.   Verzorging van de landbouwgrond

3.5.4.1.   Bemesting

Er moet op het veld minstens 67,5 kg/ha organische meststof worden aangebracht.

3.5.4.2.   Bescherming met plastic folie

Na het planten worden de voren met plastic folie bedekt; het folie wordt door de landbouwer gescheurd wanneer het uitschietende loof 1 à 2 cm boven het oppervlak uitsteekt.

3.5.4.3.   Bevloeiing

Het veld met de geplante knoflooktenen wordt in de loop van het volgende jaar, tijdens de vegetatieperiode, op specifieke ogenblikken bevloeid, namelijk einde maart wanneer het loof aan de geplante tenen weer opschiet, eind april wanneer de bloemstengels beginnen te groeien en begin mei wanneer de nieuwe knoflooktenen zich — na het weghalen van de bloemstengels — beginnen te vormen.

3.5.5.   Oogst en opslag

Het knoflook wordt midden mei geoogst wanneer het loof onderaan verdort, er bovenaan slechts 2 à 4 groene bladeren overblijven en de stengel zacht wordt. De geoogste knoflookbollen worden in de periode van 10 juli tot en met 30 juli bewaard bij vriestemperaturen van – 2° tot – 4°C. De opslagperiode mag maximaal 300 dagen bedragen.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken enz.:

Het sorteren van de bollen, het wegsnijden van het loof, het schoonmaken van de bollen, het wegsnijden van de stengel, de kwaliteitscontrole van het half afgewerkt product, het wegen, het verpakken, het aanbrengen van de code en de kwaliteitscontrole van het eindproduct moeten plaatsvinden in het afgebakende geografische gebied.

Jinxiang knoflook wordt verpakt in voor het product veilige dozen van afbreekbaar karton of eerst in voor het product veilige netten van ander afbreekbaar materiaal die vervolgens in kartonnen dozen worden geplaatst. De knoflookbollen worden naar grootte verpakt: 4,5 à 5 cm, 5 à 5,5 cm, 6 à 6,5 cm en 6,5 cm en groter; het gewicht van een verpakking bedraagt 5 kg, 10 kg, 13 kg of 20 kg.

Voor de uitvoer bestemd knoflook wordt verpakt in golfkartonnen dozen met als afmetingen 40 × 30 × 20 cm of 38 × 27 × 21 cm.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

De vermelding „beschermde geografische aanduiding” (BGA), de naam van het desbetreffende teeltgebied (het gewest Jinxiang, de provincie Shandong), de benaming van het product (knoflook uit Jinxiang), de gegevens betreffende de verpakking, de gegevens betreffende de grootte van de knoflookbollen, het erkenningsnummer van de producent, het handelsmerk van de producent, het brutogewicht, het nettogewicht, de productiedatum en de houdbaarheidsdatum moeten op het etiket worden vermeld.

4.   Beknopte beschrijving van het afgebakende geografische gebied:

Het afgebakende geografische teeltgebied Jinxiang Da Suan omvat de volgende steden: Jinxiang, Gaohe, Puji, Huji, Yangshan, Yushan, Mamiao, Jishu, Xinglong, Wangpi, Huayu, Sima en Xiaoyun, en is goed voor een totale oppervlakte van 885 vierkante kilometer.

Voor de afbakening van het teeltgebied werd de bodemgesteldheid in aanmerking genomen. Kenmerkend voor deze bodemgesteldheid is:

1.

De bovenste laag wordt gevormd door licht tot matig lemige riviersedimentgronden;

2.

De pH-waarde van de 0-20 cm dikke teelaarde bedraagt 7,0-8,0;

3.

De grond bevat ten minste 1,2 % organisch materiaal.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

Het landschap in het teeltgebied van het Jinxiang knoflook wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door lichte hellingen en slechts enkele laagvlakten. De bodem in het gebied bestaat uit riviersedimentgronden die deel uitmaken van de alluviale vlakte van de Gele Rivier. Het milieu in het gewest Jinxiang is zeer geschikt voor de landbouwproductie; de luchtkwaliteit, de bodem en het water zijn er conform NY/T744-2003, de norm die wordt gehanteerd voor de productie van voedsel in een schoon milieu.

5.2.   Specificiteit van het product:

Jinxiang Da Suan is een knoflooksoort met grote bollen; hun diameter bedraagt 5 tot 7 cm, ze wegen 40 tot 80 g en hebben in de buitenste laag 8 tot 11 tenen. Het knoflook heeft een afgeplatte bolvorm, is helderwit van kleur en matig scherp van smaak; het cellulosegehalte bedraagt maximaal 0,7 %, het totale zwavelgehalte minimaal 0,9 % en het watergehalte minimaal 60 %.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

5.3.1.   Bodemgesteldheid

Het landbouwareaal van het gewest Jinxiang bestaat hoofdzakelijk uit riviersedimentgronden. De bovenste laag heeft een licht tot matig lemige textuur. Kenmerkend is dat de gronden luchtig en zeer doorlatend zijn, water en ook meststoffen zeer goed vasthouden en een hoog gehalte aan organisch materiaal hebben. Dergelijke kenmerken maken deze gronden uitermate geschikt voor het telen van gewassen met ondiepe wortels zoals knoflook, dat zich in dergelijke gronden goed kan ontwikkelen tot regelmatige bollen.

5.3.2.   Klimaatomstandigheden

Het gewest Jinxiang ligt in de gematigde zone en heeft een halfvochtig en halfdroog continentaal moessonklimaat. Het wordt gekenmerkt door vier duidelijk onderscheiden seizoenen en krijgt voldoende zonneschijn. Het kent een droge en koude winter, een warme en regenachtige zomer, een helder, kil najaar en een winderig voorjaar. De periode van maart tot mei is een kritische periode voor de knoflookteelt omdat de dagtemperaturen dan 11° tot 15° hoger kunnen liggen. Met name in mei zijn de temperaturen hoger dan 20°, is een dag gemiddeld 8,4 uur lang en bedraagt het aantal uren zonneschijn 60 %; bovendien kan de zonnestraling op piekmomenten gemiddeld 14,88 kcal/cm2 bedragen.

Van 10 december tot 10 februari bedraagt de gemiddelde temperatuur 0,4° en ligt de minimumtemperatuur boven – 7°, omstandigheden die eraan bijdragen dat het knoflook veilig door de winter wordt geloodst. Bovendien is een lange vernalisatieperiode bevorderlijk voor knoflook met een groter aantal tenen.

5.3.3.   Menselijke factor

Van oudsher wordt in het gewest Jinxiang knoflook geteeld. In de annalen van het gewest is geregistreerd dat in Jinxiang sedert het begin van de Oostelijke Han-dynastie, met andere woorden al 2000 jaar lang, wit knoflook wordt geteeld. Het knoflookareaal bedroeg 200 hectare aan het begin van de vorige eeuw, 330 tot 700 hectare in het midden van de vorige eeuw en het bedraagt nu 40 000 hectare.

De rijke ervaring met het planten, het drogen aan de lucht en het verwerken van knoflook die jaar na jaar werd opgedaan, leidde tot een geavanceerde techniek voor de knoflookteelt. Deze vereist dat knoflooktenen van topkwaliteit als plantgoed worden geselecteerd, dat deze ondiep worden geplant, dat de grond vóór het planten wordt bemest, dat frequent wordt geïrrigeerd en dat vroeg wordt geoogst rekening houdend met de weersomstandigheden. Om de originele stralend witte kleur van het knoflook te bewaren, wordt voor het drogen gebruik gemaakt van bamboeborden die ervoor zorgen dat het knoflook volledig en gelijkmatig droogt. Bovendien zorgen messen met een boogvorm ervoor dat de kwaliteit van het knoflook bij de verwerking beter behouden blijft

5.3.4.   Faam van het product

Jinxiang Da Suan sleepte de zilveren medaille in de wacht naar aanleiding van de eerste Chinese landbouwtentoonstelling die in 1992 plaatsvond. Dat is de hoogste onderscheiding voor Chinees wit knoflook tot dusverre. Het knoflook werd in oktober 1996 als groente door het ministerie voor Landbouw bovendien met een „A-label” onderscheiden. In het gewest Jinxiang werd 20 000 hectare knoflookareaal door het ministerie voor Landbouw erkend als nationale standaardproductiebasis voor groenten en de knoflookmarkt van Jinxiang kreeg in 2006 de titel van centrale groothandel voor verse landbouwproducten. Twintig import- en exportorganisaties in het gewest verwierven het „Europe/Globe GAP-certificaat” voor hun 700 hectare grote productiebasis. De jaarlijkse opbrengst van het 40 000 hectare grote areaal — namelijk 700 000 ton — is goed voor één vierde van de totale knoflookproductie van China.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


5.2.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 37/24


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2011/C 37/12

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„COPPA DI PARMA”

EG-nummer: IT-PGI-0005-0602-04.05.2007

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam:

„Coppa di Parma”

2.   Lidstaat of derde land:

Italië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.2.:

Vleesproducten (verhit, gepekeld, gerookt, enz.)

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is.:

De „Coppa di Parma” BGA wordt in de handel gebracht in de vorm van een niet-afgeplatte cilinder. De lengte van het product varieert van 25 cm tot 40 cm en het gewicht bedraagt minstens 1,3 kg. Afgesneden plakken mogen geen geelkleurige vette delen, of zachte delen — bewijzen dat de rijping niet goed is verlopen — bevatten en moeten schimmelvrij zijn. De „Coppa di Parma” BGA moet voor het overige de volgende kenmerken vertonen:

 

Organoleptische kenmerken: de typische smaak van een vleesproduct, met een toereikende proteolytische afbraak in het magere gedeelte en lipolytische afbraak in het vette gedeelte als gevolg van een goede rijping, zonder een abnormale fenol-, vismeel- of andere smaak, en voor het overige voldoende doorsmakend. Een aangename geur en een aangenaam aroma die voor het product kenmerkend zijn en die het dankt aan het in het vette gedeelte — niet in het magere — naast de hoofdader, ingebracht paardenbot dat als spalk fungeert. Bij het aanraken en het snijden matig vaste consistentie; gemakkelijk loslatende darm; geen kunstmatige vet- of oxidatielaag, goede samenhang van binnenste en buitenste delen hetgeen erop wijst dat het droog- en rijpingsproces geleidelijk is verlopen; plakken die uniform van kleur en zonder vlekken zijn; mager gedeelte rood, en vet gedeelte rozig van kleur. De „Coppa di Parma” is een product dat minimaal 60 dagen moet rijpen.

 

Chemische en fysisch-chemische kenmerken:

Zout

< 5 %

Eiwit totaal

min. 22 %

Verhouding water/eiwit

max. 2,00

pH

> 5,7

 

Microbiologische parameters:

Enterobacteriën totaal

CFU/g < 10

E. Coli

CFU/g < 10

Stafilococcus Aureus

CFU/g < 100

Voor de bereiding van de „Coppa di Parma” wordt van de volgende ingrediënten gebruik gemaakt: zout (2,6 à 3,5 %), natuurlijk aroma en/of peper en/of eventueel andere kruiden. Eveneens toegestane ingrediënten zijn: wijn, dextrose en/of fructose en/of sucrose, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen, melkzuurbacteriën in overeenstemming met de goede praktijken, natriumnitriet/kaliumnitriet, natriumnitraat/kaliumnitraat, ascorbinezuur en zijn zout, in overeenstemming met de wettelijke bepalingen.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

Voor de bereiding van de „Coppa di Parma” moet — zo wil het de traditie — gebruik worden gemaakt van vlees van zware Italiaanse varkens. Deze voor het centrum en het noorden van Italië typische varkens vertonen immers specifieke genetische kenmerken en worden gedurende negen maanden in bijzondere omstandigheden gehouden waardoor ze een hoog gewicht bereiken en hun vlees een hoog gehalte aan intramusculair vet en een hoog gehalte aan enzymen, met name cathepsine, verwerft die voor de rijping van de „Coppa di Parma” fundamenteel blijken te zijn.

De „Coppa di Parma” BGA wordt bereid van het hierboven beschreven varkensvlees:

Toegestaan zijn: raszuivere dieren of daarvan afgeleide dieren van de traditionele basisrassen Large White en Landrace (het veredelde ras zoals opgenomen in het Italiaanse stamboek);

Zijn eveneens toegestaan: dieren van het ras Duroc (het veredelde ras zoals opgenomen in het Italiaanse stamboek);

Zijn bovendien toegestaan: dieren van andere rassen — bastaarden en kruisingen — op voorwaarde dat ze voortkomen uit selectie- of kruisingssystemen waarvan de doelstellingen niet onverenigbaar zijn met die van het Italiaanse stamboek voor de productie van zware varkens;

De traditie indachtig zijn hoe dan ook uitgesloten: varkens met ongewenste eigenschappen — met name varkens die bijzonder stressgevoelig zijn — die voortaan ook op objectieve wijze „post mortem” en op de gedroogde producten kunnen worden gemeten;

Zijn in ieder geval uitgesloten: raszuivere dieren van de rassen Belgische Landrace, Hampshire, Piétrain, Duroc en Spotted Poland;

De gebruikte genetische typen moeten ervoor zorgen dat een hoog gewicht en een goed rendement, en hoe dan ook een gemiddeld gewicht per partij (levend gewicht) van 160 kg, plus of min 10 %, worden bereikt;

De minimale slachtleeftijd bedraagt negen maanden;

Er mag geen vlees worden gebruikt dat afkomstig is van beren of van zeugen;

De varkens moeten perfect gezond zijn wanneer ze worden geslacht en moeten perfect leegbloeden.

De delen van het varken die voor de bereiding van de „Coppa di Parma” BGA worden gebruikt, zijn het spierweefsel van de nek dat aan de nekwervels vastzit en een gedeelte van het borstweefsel (de spiermassa die vastzit aan de spalk die wordt gevormd door de doornuitsteeksels, de wervellichamen en de dwarsuitsteeksels van de borstwervels).

Het gebruikte vlees mag op generlei wijze ingevroren zijn geweest.

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

Er moeten nauwkeurige regels worden nageleefd op het vlak van het gebruik en de samenstelling van het voeder. Het voederen van de varkens verloopt in twee fasen en de basis van het voeder wordt hoofdzakelijk gevormd door granen en door bijproducten van de kaasmakerij. Het granenvoer wordt bij voorkeur verstrekt in vloeibare vorm (als brij of als mestvoer) waaraan traditioneel wei wordt toegevoegd. In dit geval is het voeder als volgt samengesteld:

Tot het varken een levend gewicht van 80 kg heeft bereikt: kan gebruik worden gemaakt van het voeder dat is voorzien voor de afmestfase alsook van het hierna vermelde voeder in afnemende volgorde van gebruik. sojaschroot; kuilmaïs; gries van maïsgluten en/of maïsglutenvoer; ontpit Johannesbrood, distilleerafval; lipiden met een smeltpunt dat boven 36 °C ligt; vismeel, eiwithoudende lysaten; karnemelk. Het drogestofaandeel van de granen mag niet minder bedragen dan 45 % van het totale voeder;

Afmestfase: het toegestane voeder is in afnemende volgorde van gebruik: maïs, mestvoer van granen en/of van maïskolven; sorgho, gerst; tarwe, triticale, haver, minder belangrijke graansoorten; zemelen en andere bijproducten van de tarweverwerking; gedroogde aardappelen, geperste en ingekuilde bietenpulp, sojaschroot; sojameel; maniok, melasse, kokosschroot, maïskiemschroot, erwtjes en/of andere zaden van leguminosen; droge bietenpulp; sojameel; lijnzaadkoeken, appel- en perendraf, druivenpellen en tomatenvellen voor de darmtransit, meel van gedroogde luzerne, biergist en/of torulagist, lipiden met een smeltpunt dat hoger ligt dan 40 °C; wei; karnemelk. Het drogestofaandeel van de granen mag niet minder bedragen dan 55 % van het totale voeder.

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

De hierna vermelde productiefasen van de „Coppa di Parma” moeten in het afgebakende geografische gebied plaatsvinden:

Het uitsnijden van de vleesdelen die voor de bereiding van het product worden gebruikt;

Het — mechanisch of manueel — pekelen, dat 6 tot 14 dagen in beslag kan nemen;

Het in de darm stoppen van het product, hetzij in één enkele natuurdarm wanneer het product bestemd is om in zijn geheel of in plakken te worden verkocht, hetzij in een samengestelde natuurdarm, waarbij meerdere anatomische delen achter elkaar worden gevoegd, wanneer het product bestemd is om in plakken te worden verkocht;

Het samenbinden van het product, hetzij met een touwtje wanneer het product bestemd is om in zijn geheel of in plakken te worden verkocht, hetzij met een plastic net wanneer het product bestemd is om in plakken te worden verkocht;

Het droogstoken gedurende 8 à 10 uur;

Het drogen gedurende minstens 15 dagen;

Het rijpen gedurende minstens 60 tot 90 dagen, afhankelijk van het gewicht van de coppa.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

Het in plakken snijden en verpakken van de „Coppa di Parma” BGA mag uitsluitend plaatsvinden in in het productiegebied gevestigde installaties, onder toezicht van de erkende controle-instantie en op de wijze die in het controleprogramma is vastgesteld.

De „Coppa di Parma” die in zijn geheel wordt verkocht, mag alleen op het werkblad van de detailhandelaar en in aanwezigheid van de klant in plakken worden gesneden.

Immers, omdat het een dermate verfijnd product is — rijk aan onverzadigde vetzuren en arm aan bewaarmiddelen — en omdat het product tijdens het snijden en verpakken vrij agressieve invloeden kan ondergaan, is het noodzakelijk dat vaklui die over een specifieke kennis van het product beschikken, deze handelingen voor hun rekening nemen. Het is met name absoluut noodzakelijk dat de tijdspanne waarin de plakken coppa met de lucht in aanraking komen, zo kort mogelijk wordt gehouden teneinde te voorkomen dat het product bruin zou kleuren.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

De „Coppa di Parma” mag in de handel worden gebracht: in zijn geheel, uitsluitend voorzien van een etiket; in deelstukken, vacuümverpakt of verpakt onder beschermende atmosfeer; in plakken, vacuümverpakt of verpakt onder beschermende atmosfeer.

De benaming „Coppa di Parma”, gevolgd door de vermelding „Indicazione Geografica Protetta” of door het acroniem „IGP” (vertaald in de taal van het land waar het product in de handel wordt gebracht), moeten in onuitwisbare letters, klaar en duidelijk, goed te onderscheiden van andere eventuele vermeldingen en gevolgd door het grafische symbool van de EU en door het merkteken van de onderneming, op het etiket worden aangebracht.

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

Het productiegebied van de „Coppa di Parma” BGA beslaat het gehele administratieve grondgebied van de provincies Parma, Modena, Reggio Emilia, Mantova, Pavia alsook gemeenten langsheen de Po die deel uitmaken van het administratieve grondgebied van de volgende provincies:

Lodi, Senna Lodigiano, Ospedaletto Lodigiano, Orio Litta, Livraga, Borghetto Lodigiano, Brembio, Segugnago, Somaglia, Casalpusterlengo, Cotogno, Gardamiglio, San Rocco al Porto, San Fiorano, S. Stefano Lodigiano, Cavacurta, Maleo, Corno Giovine, Corno Vecchio, Maccastorna, Meleti, Castelnuovo B. D’Adda, Caselle Landi;

Milano: San Colombano al Lambro;

Cremona: Pizzighettone, Crotta d’Adda, Spinadesco, Acquanegra Cremonese, Sesto ed Uniti, Cremona, Gerre de Caprioli, Stagno Lombardo, Pieve d’Olmi, San Daniele Po, Motta Baluffi, Torricella del Pizzo, Gussola, Casalmaggiore, Martignana Po, Rivarolo del Re, Scandolara Bovara, Casteldidone, Solarolo Rainerio, S. Giovanni in Croce, San Martino del Lago, Cingia de’ Botti, Cella Dati, Tornata, Calvatone, Piadina, Voltino, Derovere, Ca’ d’Andrea, Sospiro, Bonemerse, Malagnino, Pieve S. Giacomo, Torre de’ Picenardi, Drizzona, Isola Dovarese.

Vanuit geografisch oogpunt wordt het productiegebied gekenmerkt door heuvelachtige zones — die in dalen overgaan — en die zich uitstrekken tot aan de noordelijke oevers van de Po.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

Het productiegebied van de „Coppa di Parma” BGA wordt gekenmerkt door zowel heuvels als vlakten en door meren en zoutmijnen. In de Parmezaanse heuvels gingen de in de vlakten toegepaste technieken en het gebruik van het zout van Salsomaggiore steeds hand in hand. Het is aan de aanwezigheid van deze zoutmijnen te danken dat de praktijken van het inzouten en van de verwerking van het varkensvlees vanaf de XIVde eeuw hebben geleid tot de vervaardiging van producten die zowel op nationaal als op internationaal vlak op erkenning kunnen bogen. Ook de „Coppa di Parma” heeft in dat verband zijn plaats veroverd. Dat is te danken aan de vaklui in de regio die dankzij opleiding onderlegd zijn in de productie van de coppa en in de loop der eeuwen hebben bijgedragen aan de verspreiding van het recept buiten de grenzen van de provincie Parma door het in de andere, in punt 4 genoemde provincies, in omloop te brengen.

5.2.   Specificiteit van het product:

De „Coppa di Parma” BGA onderscheidt zich van andere producten van dezelfde handelscategorie door zijn typische en stevige smaak, door zijn matig vaste consistentie, zijn homogeniteit, het feit dat het product vetarm is en de uniformiteit van zijn kleur — een roodkleurig mager, en een rooskleurig vet gedeelte.

De andere specifieke kenmerken van de „Coppa di Parma”, die het van soortgelijke producten van oorsprong uit de aangrenzende gebieden onderscheiden, zijn de zachtheid van de plakken en de geringe hoeveelheid kruiden die bij het pekelen wordt gebruikt. De verklaring voor deze kenmerken moet worden gezocht in de korte rijpingstijd en in het feit dat niet is voorzien in gedetailleerde voorschriften met betrekking tot het gebruik van kruiden; een en ander leidt ertoe dat de „Coppa di Parma” kan bogen op een smaak en een aroma die voor varkensvlees zeer typisch zijn en tevens op plakken die bijzonder zacht zijn.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel van een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

De faam van de „Coppa di Parma” BGA wordt geïllustreerd door de overvloedige bibliografie die verwijzingen naar het product bevat of waarin citaten met betrekking tot het product zijn opgenomen.

Reeds aan het einde van de XVIIde eeuw verwijzen bewoordingen zoals „bondiola” of „salame investito”, m.a.w. „in een darm gestopt”, naar de „Coppa di Parma”. Aan het begin van de XVIIIde eeuw wordt de „Coppa di Parma” in de memoires van een reiziger een typisch streekproduct genoemd. In een in 1723 opgestelde lijst wordt gesteld dat, wie deel wil uitmaken van de coöperatie van de „lardaroli”, een bepaald aantal „salami” en „bondiole” moet bezitten. In een document waarin de vertegenwoordigers van de coöperatie van de „lardaroli” worden beoordeeld (1750) en in een schorsingsdocument van 21 april 1764 wordt eveneens naar de „Coppa di Parma” verwezen. Uit dezelfde periode dateren de contracten die door de administratoren van het Hof voor de voedselleveringen aan de hofkeuken werden gesloten. Er zijn betrouwbare rekeningen bewaard gebleven die het verbruik van „coppa” aan het hof van hertog Don Ferdinando Borbone laten zien. Documenten van de XIXde eeuw vertellen ons hoeveel „coppa” op de markten in de regio werd verkocht. Volgens de berekeningen werden in 1940 ongeveer 200 stuks „coppa” uit de provincie Parma uitgevoerd.

De „Coppa di Parma” dankt zijn bijzondere kenmerken aan een reeks concrete factoren die voor een band met de regio zorgen; het betreft factoren in de ruime zin die dus ook verwijzen naar natuurelementen en menselijke inbreng en allemaal verband houden met de varkenshouderij, met bereidingstechnieken, met het milieu waarin de rijping plaatsvindt en vooral met de interactie tussen al die factoren. De productie van de „Coppa di Parma” BGA is van bij het begin van de productie tot de dag van vandaag ononderbroken voortgezet. De industriële bereiding van de „Coppa di Parma” BGA werd voorafgegaan door een fase van artisanale bereiding die ervoor heeft gezorgd dat de karakteristieke kenmerken van het product gehandhaafd bleven. Het klimaat en het milieu (temperatuur en vochtgehaltė) zijn typisch voor de Po-regio, waar de „Coppa di Parma” het licht zag. Het gebied waar grondstoffen en fabricage hun oorsprong vonden, is hetzelfde gebied dat als productiegebied werd afgebakend, dat de gehele tijd onaangetast is blijven voortbestaan en waar de tradities in ere worden gehouden die voor de faam van de coppa hebben gezorgd.

De „Coppa di Parma” is een van de meest courante fijne vleeswaren in het geografische gebied en maakt altijd deel uit van de producten die in de belangrijkste slagerijen in het geografische gebied aan de klant worden aangeboden. Wanneer voor het product reclame wordt gemaakt, wordt door de producenten vooral de nadruk gelegd op de smeuïgheid van de plakken coppa; deze moeten zacht en mogen nooit droog zijn. Zo is het bewijs geleverd dat de rijping van korte duur was en is tevens het typische aroma van het product gewaarborgd. De smeuïgheid van de „Coppa di Parma” leidt ertoe dat het product gebruikt kan worden in hartige taarten en als pizzabeleg zoals blijkt uit bepaalde recepten waarin uitdrukkelijk en onomwonden naar het product met deze BGA wordt verwezen. Voor het overige moet ook benadrukt worden dat de „Coppa di Parma” nooit weg te denken valt op de stands van producenten die deelnemen aan de belangrijkste lokale beurzen voor agrovoeding.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

(artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

De bevoegde instantie heeft de nationale procedure voor de indiening van bezwaarschriften ingeleid met de bekendmaking van het voorstel tot erkenning van de beschermde geografische aanduiding „Coppa di Parma” in de Gazette Ufficiale van Italië.

De geconsolideerde tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd:

via de volgende link: http://www.politicheagricole.it/DocumentiPubblicazioni/Search_Documenti_Elenco.htm?txtTipoDocumento=Disciplinare%20in%20esame%20UE&txtDocArgomento=Prodotti%20di%20Qualit%E0>Prodotti%20Dop,%20Igp%20e%20Stg

of:

rechtstreeks via de homepage van het ministerie van Landbouw-, Voeding- en Bosbeleid (http://www.politicheagricole.it): klikken op „Prodotti di Qualità” (links op het scherm) en vervolgens op „Disciplinari di Produzione all'esame dell'UE [regolamento (CE) n. 510/2006].”


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.