ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2010.188.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 188

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

53e jaargang
13 juli 2010


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 188/01

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.5899 — Warburg Pincus/Silver Lake/Interactive Data Corporation) ( 1 )

1

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 188/02

Wisselkoersen van de euro

2

 

Rekenkamer

2010/C 188/03

Speciaal verslag nr. 2/2010 De doeltreffendheid van de steunregelingen voor ontwerpstudies en de opbouw van nieuwe infrastructuren in het kader van het zesde kaderprogramma voor onderzoek

3

 

V   Adviezen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

2010/C 188/04

Aankondiging van algemene vergelijkende onderzoeken

4

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Europese Commissie

2010/C 188/05

Bericht van inleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van fietsen van oorsprong uit de Volksrepubliek China

5

2010/C 188/06

Bericht van het vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen

10

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2010/C 188/07

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5858 — Carrefour/Marinopoulos/Balkan JV) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

11

2010/C 188/08

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5861 — Republic of Austria/Hypo Group Alpe Adria) — Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak ( 1 )

12

 

ANDERE HANDELINGEN

 

Raad

2010/C 188/09

Kennisgeving aan de personen, groepen en entiteiten die zijn geplaatst op de lijst bedoeld in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (zie de bijlage bij Verordening (EU) nr. 610/2010 van de Raad)

13

 

Europese Commissie

2010/C 188/10

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

15

2010/C 188/11

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

20

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

13.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 188/1


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.5899 — Warburg Pincus/Silver Lake/Interactive Data Corporation)

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 188/01

Op 2 juli 2010 heeft de Commissie besloten zich niet te verzetten tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website Concurrentie van de Commissie, afdeling fusies (http://ec.europa.eu/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende hulpmiddelen om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op: naam van de onderneming, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex-website (http://eur-lex.europa.eu/en/index.htm) onder documentnummer 32010M5899. EUR-Lex biedt online-toegang tot de communautaire wetgeving.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

13.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 188/2


Wisselkoersen van de euro (1)

12 juli 2010

2010/C 188/02

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,2572

JPY

Japanse yen

111,35

DKK

Deense kroon

7,4552

GBP

Pond sterling

0,83630

SEK

Zweedse kroon

9,4560

CHF

Zwitserse frank

1,3349

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

8,0160

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,325

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

278,91

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7087

PLN

Poolse zloty

4,0770

RON

Roemeense leu

4,2460

TRY

Turkse lira

1,9582

AUD

Australische dollar

1,4398

CAD

Canadese dollar

1,2986

HKD

Hongkongse dollar

9,7748

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7727

SGD

Singaporese dollar

1,7380

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 512,74

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

9,5799

CNY

Chinese yuan renminbi

8,5126

HRK

Kroatische kuna

7,2158

IDR

Indonesische roepia

11 382,66

MYR

Maleisische ringgit

4,0281

PHP

Filipijnse peso

58,178

RUB

Russische roebel

38,7665

THB

Thaise baht

40,702

BRL

Braziliaanse real

2,2142

MXN

Mexicaanse peso

16,0557

INR

Indiase roepie

58,8505


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


Rekenkamer

13.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 188/3


Speciaal verslag nr. 2/2010 „De doeltreffendheid van de steunregelingen voor ontwerpstudies en de opbouw van nieuwe infrastructuren in het kader van het zesde kaderprogramma voor onderzoek”

2010/C 188/03

De Europese Rekenkamer deelt u mede dat haar Speciaal verslag nr. 2/2010 „De doeltreffendheid van de steunregelingen voor ontwerpstudies en de opbouw van nieuwe infrastructuren in het kader van het zesde kaderprogramma voor onderzoek” zojuist gepubliceerd is.

Het verslag kan worden ingezien op of gedownload van de website van de Europese Rekenkamer: http://www.eca.europa.eu

Het verslag is op aanvraag gratis in papieren vorm verkrijgbaar bij de Rekenkamer:

Europese Rekenkamer

Eenheid „Communicatie en verslagen”

12, rue Alcide De Gasperi

1615 Luxembourg

LUXEMBOURG

Tel. +352 4398-1

E-mail: euraud@eca.europa.eu

of door het invullen van een elektronische bestelbon bij EU-Bookshop.


V Adviezen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

13.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 188/4


AANKONDIGING VAN ALGEMENE VERGELIJKENDE ONDERZOEKEN

2010/C 188/04

Het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) organiseert de algemene vergelijkende onderzoeken:

EPSO/AD/183/10 — Vertalers voor de deense taal (DA)

EPSO/AD/184/10 — Vertalers voor de duitse taal (DE)

EPSO/AD/185/10 — Vertalers voor de engelse taal (EN)

EPSO/AD/186/10 — Vertalers voor de franse taal (FR)

EPSO/AD/187/10 — Vertalers voor de sloveense taal (SL)

De aankondiging van het vergelijkend onderzoek wordt alleen in het Deens, Duits, Engels, Frans en Sloveens bekendgemaakt in Publicatieblad van de Europese Unie C 188 A van 13 juli 2010.

Aanvullende informatie is beschikbaar op de website van EPSO: http://eu-careers.eu


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Europese Commissie

13.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 188/5


Bericht van inleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van fietsen van oorsprong uit de Volksrepubliek China

2010/C 188/05

Na de bekendmaking van een bericht dat de antidumpingmaatregelen die van toepassing zijn op de invoer van fietsen van oorsprong uit onder meer de Volksrepubliek China („het betrokken land”) op korte termijn zullen vervallen (1), heeft de Commissie op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap („de basisverordening”) (2) een verzoek om een nieuw onderzoek ontvangen.

1.   Verzoek om een nieuw onderzoek

Het verzoek werd op 13 april 2010 ingediend door de European Bicycle Manufacturers Association (EBMA) („de indiener van het verzoek”) namens producenten die samen een groot deel, in dit geval meer dan 25 %, van de totale productie van fietsen in de Unie voor hun rekening nemen.

2.   Product

Het nieuwe onderzoek heeft betrekking op fietsen en andere rijwielen (met inbegrip van bakfietsen, maar zonder eenwielers), zonder motor, van oorsprong uit de Volksrepubliek China („het betrokken product”), momenteel ingedeeld onder de GN-codes ex 8712 00 10, 8712 00 30 en ex 8712 00 80.

3.   Geldende maatregelen

Momenteel geldt een definitief antidumpingrecht dat werd ingesteld bij Verordening (EG) nr. 1524/2000 van de Raad (3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1095/2005 van de Raad (4).

4.   Motivering van het nieuwe onderzoek

Het verzoek is ingediend omdat gevreesd wordt dat het vervallen van de maatregelen zal leiden tot voortzetting van de dumping en herhaling van de schade voor de bedrijfstak van de Unie.

Op grond van de bepalingen van artikel 2, lid 7, van de basisverordening heeft de indiener van het verzoek de normale waarde voor de producenten-exporteurs uit de Volksrepubliek China vastgesteld op basis van de verkoopprijzen in een geschikt land met een markteconomie, dat in punt 5.1, onder d), van dit bericht wordt vermeld. De bewering dat het betrokken product nog steeds met dumping wordt ingevoerd, is gebaseerd op een vergelijking van de normale waarde, als bedoeld in de vorige zin, met de prijzen van het betrokken product bij uitvoer naar de Europese Unie.

De aldus berekende dumpingmarge is aanzienlijk.

Volgens de indiener van het verzoek zal waarschijnlijk opnieuw schade veroorzakende dumping plaatsvinden. Hij legt in dit verband bewijzen voor waaruit blijkt dat bij het vervallen van de maatregelen de invoer van het betrokken product waarschijnlijk zal toenemen gezien de productiecapaciteit van de producenten-exporteurs in het betrokken land.

Volgens de indiener van het verzoek is het vooral dankzij de antidumpingmaatregelen dat de bedrijfstak van de Unie geen schade meer lijdt. Indien de maatregelen vervallen en het betrokken product weer in grote hoeveelheden tegen dumpingprijzen uit het betrokken land wordt ingevoerd, zal de bedrijfstak van de Unie waarschijnlijk opnieuw schade lijden.

5.   Procedure

Daar de Commissie na raadpleging van het Raadgevend Comité tot de conclusie is gekomen dat er voldoende bewijsmateriaal is om een nieuw onderzoek bij het vervallen van de maatregelen te openen, opent zij hierbij overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening een nieuw onderzoek.

5.1.    Procedure voor het vaststellen van de waarschijnlijkheid van dumping en schade

Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of de voortzetting van dumping en de herhaling van schade bij het vervallen van de maatregelen waarschijnlijk is of niet.

a)   Steekproeven

Daar kennelijk een groot aantal partijen bij deze procedure betrokken is, kan de Commissie overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening gebruikmaken van steekproeven.

i)   Steekproef van producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, worden alle producenten-exporteurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht binnen de in punt 6, onder b) i), vermelde termijn contact met de Commissie op te nemen en haar op de in punt 7 vermelde wijze de volgende gegevens over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken:

naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en contactpersoon;

de hoeveelheid (in stuks) van het betrokken product die in de periode van 1 april 2009 tot en met 31 maart 2010 naar de Unie is uitgevoerd en de waarde van deze uitvoer in plaatselijke valuta, voor elk van de 27 lidstaten (5) afzonderlijk en in totaal;

de hoeveelheid (in stuks) van het betrokken product die in de periode van 1 april 2009 tot en met 31 maart 2010 op de binnenlandse markt is verkocht en de waarde van die verkoop in plaatselijke valuta;

de hoeveelheid (in stuks) van het betrokken product die in de periode van 1 april 2009 tot en met 31 maart 2010 naar derde landen is uitgevoerd en de waarde van deze uitvoer in plaatselijke valuta;

een nauwkeurige beschrijving van de wereldwijde activiteiten van de onderneming met betrekking tot het betrokken product;

de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (6) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (uitvoer en/of binnenlandse verkoop) van het betrokken product;

alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn.

Door bovengenoemde informatie te verstrekken, geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat aanvaard wordt dat de antwoorden ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De gevolgen van niet-medewerking zijn vermeld in punt 8.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten-exporteurs nodig heeft, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de autoriteiten van de Volksrepubliek China en met alle bekende verenigingen van producenten-exporteurs.

ii)   Steekproef van importeurs

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, worden alle importeurs, of hun vertegenwoordigers, verzocht contact met de Commissie op te nemen en haar binnen de in punt 6, onder b) i), vermelde termijn en op de in punt 7 vermelde wijze de volgende gegevens over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken:

naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en contactpersoon;

een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van de onderneming met betrekking tot het betrokken product;

de totale omzet in de periode van 1 april 2009 tot en met 31 maart 2010;

de hoeveelheid (in stuks) van het betrokken product van oorsprong uit de Volksrepubliek China die in de periode van 1 april 2009 tot en met 31 maart 2010 in de Unie is ingevoerd en verkocht en de waarde van die verkoop in euro’s;

de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (7) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het betrokken product;

alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn.

Door bovengenoemde informatie te verstrekken, geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden beantwoord en dat aanvaard wordt dat de antwoorden ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De gevolgen van niet-medewerking zijn vermeld in punt 8.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van importeurs nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met alle haar bekende verenigingen van importeurs.

iii)   Steekproef van producenten in de Unie

Aangezien een groot aantal producenten in de Unie het verzoek steunt, is de Commissie voornemens bij het onderzoek naar de schade van de bedrijfstak van de Unie gebruik te maken van een steekproef.

Om de Commissie in staat te stellen te beslissen of een steekproef noodzakelijk is en, zo ja, deze samen te stellen, wordt alle producenten in de Unie, of hun vertegenwoordigers, verzocht binnen de in punt 6, onder b) i), vermelde termijn en op de in punt 7 vermelde wijze contact met de Commissie op te nemen en haar de volgende gegevens over hun onderneming of ondernemingen te verstrekken:

naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en contactpersoon;

een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van de onderneming met betrekking tot het soortgelijke product;

de waarde (in euro’s) van de verkoop van het soortgelijke product in de Unie in de periode van 1 april 2009 tot en met 31 maart 2010;

de hoeveelheid (in stuks) van de verkoop van het soortgelijke product in de Unie in de periode van 1 april 2009 tot en met 31 maart 2010;

de hoeveelheid (in stuks) van het soortgelijke product die in de periode van 1 april 2009 tot en met 31 maart 2010 is vervaardigd;

indien van toepassing, de hoeveelheid (in stuks) van het in de Volksrepubliek China geproduceerde betrokken product die in de periode van 1 april 2009 tot en met 31 maart 2010 in de Unie is ingevoerd;

de namen en een nauwkeurige beschrijving van de activiteiten van alle verbonden ondernemingen (8) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop van het soortgelijke product (geproduceerd in de Unie) en het betrokken product (geproduceerd in de Volksrepubliek China);

alle andere informatie die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kan zijn.

Als deze informatie reeds eerder is verstrekt aan de diensten van de Commissie die zich met handelsbescherming bezighouden, hoeven de ondernemingen deze informatie niet opnieuw in te dienen. Door zich aan te melden en de hierboven gevraagde informatie te verstrekken, geeft de onderneming te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Selectie voor de steekproef houdt in dat een vragenlijst moet worden ingevuld en dat de antwoorden bij een bezoek ter plaatse worden gecontroleerd. Ondernemingen die verklaren niet in de steekproef te willen worden opgenomen, worden geacht niet aan het onderzoek te hebben meegewerkt. De bevindingen van de Commissie voor niet-medewerkende producenten in de Unie worden gebaseerd op de beschikbare gegevens en het resultaat kan voor de desbetreffende producent minder gunstig zijn dan wanneer die had meegewerkt.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten in de Unie nodig acht, zal de Commissie bovendien contact opnemen met alle haar bekende verenigingen van producenten in de Unie.

iv)   Definitieve samenstelling van de steekproeven

Alle informatie die voor de samenstelling van de steekproeven van nut kan zijn, moet binnen de in punt 6, onder b) ii), vermelde termijn worden ingediend.

De Commissie zal de steekproeven pas definitief samenstellen na raadpleging van alle partijen die zich bereid hebben verklaard om in de steekproeven te worden opgenomen.

De in de steekproef opgenomen ondernemingen moeten binnen de in punt 6, onder b) iii), vermelde termijn een vragenlijst beantwoorden en medewerking bij het onderzoek verlenen.

Indien onvoldoende medewerking wordt verleend, kan de Commissie haar bevindingen overeenkomstig artikel 17, lid 4, en artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens baseren. Op de beschikbare gegevens gebaseerde bevindingen kunnen voor de betrokken partij minder gunstig zijn (zie punt 8).

b)   Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie vragenlijsten toezenden aan de in de steekproef opgenomen bedrijfstak van de Unie, aan alle bekende verenigingen van producenten in de Unie, aan de in de steekproef opgenomen producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China, aan alle bekende verenigingen van producenten-exporteurs, aan de in de steekproef opgenomen importeurs, aan alle bekende verenigingen van importeurs, en aan de autoriteiten van het betrokken land.

c)   Schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

Alle belanghebbenden worden verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en ook andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst, alsmede bewijsmateriaal te verstrekken. De Commissie moet deze informatie en het bewijsmateriaal binnen de in punt 6, onder a) ii), vermelde termijn ontvangen.

Bovendien kan de Commissie belanghebbenden horen indien zij hierom verzoeken en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Dit verzoek moet binnen de in punt 6, onder a) iii), genoemde termijn worden ingediend.

d)   Selectie van het land met een markteconomie

In het vorige onderzoek is Mexico als geschikt land met een markteconomie gebruikt om de normale waarde voor de Volksrepubliek China vast te stellen. De Commissie overweegt Mexico opnieuw voor dit doel te gebruiken. Opmerkingen over de selectie van dit land moeten binnen de in punt 6, onder c), vermelde bijzondere termijn worden toegezonden.

5.2.    Procedure om het belang van de Unie te beoordelen

Indien wordt vastgesteld dat het waarschijnlijk is dat de dumping zal worden voortgezet en hierdoor opnieuw schade zal ontstaan, zal overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening worden onderzocht of het niet tegen het belang van de Unie is de antidumpingmaatregelen te handhaven. Daarom kan de Commissie vragenlijsten toesturen aan de bekende producenten in de Unie, importeurs, hun representatieve verenigingen, gebruikers en hun representatieve organisaties, leveranciers en hun representatieve verenigingen en representatieve consumentenorganisaties. Deze partijen, en ook die welke de Commissie niet bekend zijn, kunnen, indien zij aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product, binnen de in punt 6, onder a) ii), genoemde algemene termijn contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken. Zij kunnen binnen de in punt 6, onder a) iii), vermelde termijn ook om een mondeling onderhoud verzoeken, met opgave van de redenen waarom zij gehoord willen worden. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt alleen rekening gehouden als tegelijkertijd bij die informatie het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

6.   Termijnen

a)   Algemene termijnen

i)   Om een vragenlijst aan te vragen

Belanghebbenden die geen medewerking hebben verleend aan het onderzoek dat heeft geleid tot de maatregelen waarop het nieuwe onderzoek betrekking heeft, moeten zo spoedig mogelijk en uiterlijk 15 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie een vragenlijst of andere formulieren aanvragen.

ii)   Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere informatie te verstrekken

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders vermeld, binnen 37 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt uiteenzetten en hun antwoorden op de vragenlijst en andere informatie verstrekken. Opgemerkt zij dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie meldt.

Ondernemingen die in een steekproef zijn opgenomen, moeten de vragenlijst binnen de in punt 6, onder b) iii), vermelde termijn ingevuld terugsturen.

iii)   Om een mondeling onderhoud aan te vragen

Binnen dezelfde termijn van 37 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

b)   Bijzondere termijn voor de samenstelling van de steekproef

i)

De Commissie moet de in punt 5.1, onder a) i), ii) en iii), vermelde informatie uiterlijk 15 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie hebben ontvangen, daar zij de betrokken partijen die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen, binnen 21 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie over de definitieve samenstelling van de steekproef wil raadplegen.

ii)

Alle andere informatie die voor de in punt 5.1, onder a) iv), vermelde samenstelling van de steekproef van nut kan zijn, moet uiterlijk 21 dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

iii)

De antwoorden op de vragenlijst van de in de steekproef opgenomen partijen moeten, tenzij anders vermeld, uiterlijk 37 dagen nadat hun is medegedeeld dat zij in de steekproef zijn opgenomen, in het bezit van de Commissie zijn.

c)   Bijzondere termijn voor de selectie van het land met een markteconomie

De bij het onderzoek betrokken partijen kunnen opmerkingen maken over de selectie van Mexico als geschikt land met een markteconomie om de normale waarde voor de Volksrepubliek China vast te stellen (zie punt 5.1, onder d)). Deze opmerkingen moeten uiterlijk tien dagen na de datum van bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie in het bezit van de Commissie zijn.

7.   Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie

Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) worden toegezonden met opgave van naam, adres, e-mailadres en telefoon- en faxnummer van de belanghebbende. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die door belanghebbenden op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited” (9) zijn voorzien en moeten overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie met de vermelding „For inspection by interested parties”.

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat H

Kamer: N-105 04/92

1049 Brussel

BELGIË

Fax +32 22956505

8.   Niet-medewerking

Indien een belanghebbende toegang tot de nodige gegevens weigert of deze niet binnen de vastgestelde termijnen verstrekt, dan wel het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende informatie heeft verstrekt, wordt deze buiten beschouwing gelaten en kan overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening gebruik worden gemaakt van de beschikbare gegevens. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en gebruik wordt gemaakt van de beschikbare gegevens, kunnen de resultaten voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

9.   Tijdschema voor het onderzoek

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 11, lid 5, van de basisverordening uiterlijk 15 maanden na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie afgesloten.

10.   Verzoek om een nieuw onderzoek op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening

Dit nieuwe onderzoek bij het vervallen van de maatregelen wordt geopend overeenkomstig artikel 11, lid 2, van de basisverordening. Overeenkomstig artikel 11, lid 6, van de basisverordening kunnen de geldende maatregelen naar aanleiding van de bevindingen van het onderzoek worden ingetrokken of gehandhaafd, maar niet worden gewijzigd.

Belanghebbenden die van oordeel zijn dat het niveau van de maatregelen opnieuw moet worden onderzocht zodat het kan worden gewijzigd (d.w.z. verhoogd of verlaagd), kunnen een verzoek om een nieuw onderzoek indienen op grond van artikel 11, lid 3, van de basisverordening.

Zij moeten daartoe contact opnemen met de Commissie op het bovenstaande adres. Een dergelijk onderzoek zal onafhankelijk van het in dit bericht aangekondigde onderzoek worden uitgevoerd.

11.   Verwerking van persoonsgegevens

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (10).

12.   Hearing

Indien belanghebbenden van mening zijn dat zij bij de uitoefening van hun recht van verweer moeilijkheden ondervinden, kunnen zij vragen dat de voor hearing bevoegde ambtenaar van DG Handel wordt ingeschakeld. Hij fungeert als tussenpersoon tussen de belanghebbenden en de diensten van de Commissie en kan zo nodig aanbieden te bemiddelen in procedurele kwesties aangaande de bescherming van de belangen van de belanghebbenden tijdens de procedure, met name voor kwesties inzake toegang tot het dossier, vertrouwelijkheid, verlenging van termijnen en behandeling van schriftelijke en/of mondelinge opmerkingen. Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de webpagina's van de voor hearing bevoegde ambtenaar op de website van DG Handel (http://ec.europa.eu/trade).


(1)  PB C 70 van 19.3.2010, blz. 28.

(2)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.

(3)  PB L 175 van 14.7.2000, blz. 39.

(4)  PB L 183 van 14.7.2005, blz. 1.

(5)  De 27 lidstaten van de Europese Unie zijn: België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk en Zweden.

(6)  Voor de betekenis van het begrip „verbonden onderneming”, zie artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

(7)  Zie voetnoot 6.

(8)  Zie voetnoot 6.

(9)  Dit betekent dat het document uitsluitend voor intern gebruik bestemd is. Het document is beschermd krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Het document is vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (antidumpingovereenkomst).

(10)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.


13.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 188/10


Bericht van het vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen

2010/C 188/06

In aansluiting op het bericht van het naderend vervallen van bepaalde antidumpingmaatregelen (1), waarna geen verzoek om een nieuw onderzoek werd ingediend, deelt de Commissie mede dat onderstaande antidumpingmaatregel binnenkort zal vervallen.

Dit bericht wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1225/2009 van de Raad van 30 november 2009 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (2).

Product

Land(en) van oorsprong of van uitvoer

Maatregelen

Referentie

Vervaldatum

Rijwielen

Vietnam

Antidumpingrecht

Verordening (EG) nr. 1095/2005 van de Raad (PB L 183 van 14.7.2005, blz. 1)

15.7.2010


(1)  PB C 70 van 19.3.2010, blz. 28.

(2)  PB L 343 van 22.12.2009, blz. 51.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

13.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 188/11


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.5858 — Carrefour/Marinopoulos/Balkan JV)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 188/07

1.

Op 5 juli 2010 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de onderneming Carrefour S.A. („Carrefour”, Frankrijk) en de onderneming Marinopoulos Holding S.à r.l. („Marinopoulos”, Luxemburg), die deel uitmaakt van het Marinopoulos-concern, in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over CM Balkans B.V. („Balkan JV”, Nederland) door een overeenkomst en door verwerving van aandelen in een nieuw opgerichte gemeenschappelijke onderneming.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Carrefour: kleinhandel in voedings- en niet-voedingsproducten in eigen of in franchise gegeven kruidenierswinkels (hypermarkten, supermarkten, discount- en gemakswinkels) in Europa, Latijns-Amerika en Azië,

Marinopoulos-concern: kleinhandel in voedings- en niet-voedingsproducten, vervaardiging van cosmetica en farmaceutische producten, kleinhandel in kleding, cosmetica, optische producten en koffiespecialiteiten in een aantal landen in Europa, waaronder Griekenland en Cyprus,

Balkan JV: exploitatie van 4 supermarkten in Bulgarije en ontwikkeling van hypermarkten en supermarkten onder de merknaam Carrefour in de Balkan, namelijk Bulgarije, Slovenië, Albanië, Bosnië-Herzegovina, Kroatië, de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, Montenegro en Servië.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5858 — Carrefour/Marinopoulos/Balkan JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


13.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 188/12


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.5861 — Republic of Austria/Hypo Group Alpe Adria)

Voor een vereenvoudigde procedure in aanmerking komende zaak

(Voor de EER relevante tekst)

2010/C 188/08

1.

Op 5 juli 2010 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat de Oostenrijkse bondsminister van Financiën, overeenkomstig artikel 1 van de Oostenrijkse bondswet inzake maatregelen ter stabilisatie van de financiële markten in de Republiek Oostenrijk, in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de concentratieverordening de volledige zeggenschap verkrijgt over Hypo Alpe Adria Bank International AG („HGAA”, Oostenrijk) door de verwerving van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

Bondsministerie van Financiën: stabilisatie van het financiële systeem in Oostenrijk,

HGAA: universele bankdiensten voor particulieren en bedrijven, leasing.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Er zij op gewezen dat deze zaak in aanmerking kan komen voor de vereenvoudigde procedure zoals uiteengezet in de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens de EG-concentratieverordening (2).

4.

De Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per e-mail naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5861 — Republic of Austria/Hypo Group Alpe Adria, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32 („mededeling betreffende een vereenvoudigde procedure”).


ANDERE HANDELINGEN

Raad

13.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 188/13


Kennisgeving aan de personen, groepen en entiteiten die zijn geplaatst op de lijst bedoeld in artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme

(zie de bijlage bij Verordening (EU) nr. 610/2010 van de Raad)

2010/C 188/09

De volgende informatie wordt ter kennis gebracht van de personen, groepen en entiteiten die op de lijst in de bijlage bij Verordening (EU) nr. 610/2010 (1) van de Raad zijn geplaatst.

De Raad van de Europese Unie heeft vastgesteld dat de redenen voor de plaatsing van de personen, groepen en entiteiten op de bovengenoemde lijst van personen, groepen en entiteiten waarvoor de beperkende maatregelen gelden als bepaald bij Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (2) nog altijd geldig zijn. De Raad heeft derhalve besloten om die personen, groepen en entiteiten op de lijst te handhaven.

In Verordening (EG) nr. 2580/2001 is bepaald dat alle tegoeden, andere financiële activa en economische middelen die in het bezit zijn van de betrokken personen, groepen en entiteiten worden bevroren, en dat aan deze personen, groepen en entiteiten noch direct, noch indirect tegoeden, andere financiële activa of economische middelen ter beschikking mogen worden gesteld.

De betrokken personen, groepen en entiteiten worden er op geattendeerd dat zij een verzoek tot de in de bijlage bij de verordening opgenomen bevoegde instanties van de lidstaat of lidstaten kunnen richten om een machtiging te verkrijgen om bevroren tegoeden te gebruiken voor essentiële behoeften of specifieke betalingen (zie artikel 5, lid 2, van de verordening). Een bijgewerkte lijst van de bevoegde instanties staat op de volgende website:

http://ec.europa.eu/comm/external_relations/cfsp/sanctions/measures.htm

De betrokken personen, groepen en entiteiten kunnen de Raad verzoeken zijn motivering voor hun handhaving op de bovengenoemde lijst aan hen mede te delen (voor zover deze niet reeds aan hen is medegedeeld): dat verzoek dient te worden gericht aan het volgende adres:

Raad van de Europese Unie

(T.a.v: CP 931 designations)

Wetstraat 175

1048 Brussel

BELGIË

De betrokken personen, groepen en entiteiten kunnen te allen tijde, onder overlegging van eventuele bewijsstukken, de Raad verzoeken het besluit om hen op bovengenoemde lijst te plaatsen, te heroverwegen; dat verzoek dient aan bovengenoemd adres te worden gericht. Dergelijke verzoeken zullen worden behandeld wanneer zij worden ontvangen. In dat verband worden de betrokken personen, groepen en entiteiten geattendeerd op de regelmatige evaluatie van de lijst door de Raad overeenkomstig artikel 1, lid 6, van Gemeenschappelijk Standpunt 2001/931/GBVB. Om bij de volgende evaluatie te kunnen worden behandeld, dient een verzoek binnen twee maanden na ontvangst van deze kennisgeving te worden ingediend.

U wordt tevens geattendeerd op de mogelijkheid om tegen de verordening van de Raad beroep in te stellen voor het Gerecht van de Europese Unie, conform de voorwaarden van artikel 263, vierde en zesde alinea, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.


(1)  PB L 178 van 13.7.2010, blz. 1.

(2)  PB L 344 van 28.12.2001, blz. 70.


Europese Commissie

13.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 188/15


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2010/C 188/10

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„ORAVSKÝ KORBÁČIK”

EG-nummer: SK-PGI-0005-0774-04.05.2009

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam:

„Oravský korbáčik”

2.   Lidstaat of derde land:

Slowaakse Republiek

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.3.

Kaas

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

„Oravský korbáčik” is een gestoomd kaasproduct, al dan niet gerookt, in de vorm van een zweepje (korbáčik in het Slowaaks) van 10 tot 50 cm lang. Het wordt bereid volgens een traditionele methode, waarbij gefermenteerde, gedeeltelijk gerijpte klompkaas in warm water wordt gestoomd en vervolgens wordt uitgerekt tot slierten van 2 tot 10 mm dik die van oudsher vojky worden genoemd. Daarna worden de slierten gevlochten in de vorm van een zweepje.

De kenmerkende organoleptische eigenschappen van de kaas zijn te danken aan de vezelige textuur van de uit de gestoomde kaas getrokken slierten en de bijzondere vorm die wordt verkregen door het vlechten van de slierten.

Gerookte en niet-gerookte „Oravský korbáčik” verschillen vooral in kleur en geur. Gerookte „Oravský korbáčik” is licht- tot goudgeel, heeft een typisch rookaroma en een iets hoger (1 %) zoutgehalte. Niet-gerookte „Oravský korbáčik” is wit tot crèmewit en heeft geen rookaroma. Textuur en consistentie zijn bij beide soorten identiek.

„Oravský korbáčik” wordt verkocht in een voor voedsel geschikte folie, in meervoudige verpakkingen die verschillen naar gelang van het aantal korbáčiky en het gewicht van de verpakking.

Eigenschappen

Kleur: wit tot lichtgeel of, in het geval van gerookte soorten, goudgeel;

Consistentie: de slierten bestaan uit afzonderlijke vezels met een stevige, maar niet harde elastische consistentie; de elasticiteit vermindert naarmate de kaas rijpt; het product heeft een hoge treksterkte dankzij de vezelige textuur met makkelijk te scheiden vezels;

Geur en smaak: melkachtig, aangenaam kazig, licht zuur en, in het geval van de gerookte soorten, met een typisch rookaroma.

Samenstelling: Droge stof: ten minste 40 gewichtspercenten;

Vetgehalte op de droge stof: ten minste 25 gewichtspercenten;

Keukenzout: niet meer dan 4,5 gewichtspercenten voor de niet-gerookte soorten en niet meer dan 5,5 gewichtspercenten voor de gerookte soorten;

Microbiologische eigenschappen

„Oravský korbáčik” is een gestoomde kaas die wordt bereid uit klompkaas die hoofdzakelijk een warmtebestendige microflora met melkzuur van de volgende soorten bevat: Lactococcus, Streptococcus en Lactobacillus.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

Voor de bereiding van „Oravský korbáčik” wordt gebruik gemaakt van klompkaas die wordt verkregen uit rauwe of gepasteuriseerde koemelk waaraan een melkzuurkweek wordt toegevoegd. Of rauwe dan wel gepasteuriseerde melk wordt gebruikt, heeft geen invloed op de eigenschappen van het eindproduct. De kwaliteit van de melk wordt in de bedrijven van de klompkaasproducenten regelmatig gecontroleerd en opgetekend aan de hand van de volgende parameters: groeiremmende stoffen, temperatuur, zuurtegraad, vet, soortelijk gewicht en vetvrije droge stof.

Het totale aantal micro-organismen en het aantal somatische cellen worden vastgesteld door erkende laboratoria.

De klompkaas bevat ten minste 48 gewichtspercenten droge stof, met ten minste 35 gewichtspercenten vet op de droge stof en een pH van 4,9-5,2.

De buitenzijde van de klompkaas is uniform en glad met dito korst en een witte tot crèmeachtige kleur.

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

Er zijn geen speciale kwaliteitseisen of beperkingen ten aanzien van de oorsprong.

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

De oorsprong van de klompkaas is niet bepalend voor de kwaliteit van het product.

Onderdeel 1

:

Stomen: de gefermenteerde natuurlijke kaas wordt eerst in stukjes gesneden, die worden geraspt en in warm water gestoomd bij een temperatuur van 70-95 °C; de kaas wordt geroerd met behulp van een houten spatel of een mechanisch roertoestel totdat hij een compacte, elastische massa vormt, parenina genoemd.

Onderdeel 2

:

Kneden: de parenina wordt met de hand gekneed, uitgerekt en gevouwen tot een elastische massa met een gladde consistentie die gemakkelijk vorm kan worden gegeven.

Onderdeel 3

:

Vormgeving: de kaasmassa wordt uitgerekt tot slierten, met de hand of met behulp van twee tegen elkaar roterende rollen met groeven. De slierten vallen onmiddellijk in koud drinkwater.

Onderdeel 4

:

Afkoeling: de kaasslierten worden 2 tot 10 minuten afgekoeld in koud drinkwater, zodat zij hun vorm behouden.

Onderdeel 5

:

Wikkelen: de afgekoelde slierten worden op een rol gewikkeld. Daarna worden zij aan 1 kant afgesneden en in het midden samengebonden met een kaasdraad.

Onderdeel 6

:

Zouten: de afgesneden en samengebonden slierten worden gezouten door ze zo lang in een verzadigde zoutoplossing onder te dompelen dat het uiteindelijke zoutgehalte niet meer dan 4,5 gewichtspercenten bedraagt voor de niet-gerookte soorten en 5,5 voor de gerookte soorten (de zouttijd hangt af van de dikte van de kaasslierten en de zuurtegraad van de gebruikte kaas).

Onderdeel 7

:

Gedeeltelijke droging: de kaasslierten worden aan een houten of roestvrije stang gehangen zodat de overtollige pekel kan afvloeien.

Onderdeel 8

:

Vlechten: minstens twee slierten worden in het midden gevouwen en op tweederde van hun lengte tot een zweepje gevlochten en samengebonden met één van de slierten zodat de vlecht niet loskomt.

Onderdeel 9

:

(voor gerookte soorten)

Roken: de kaas wordt gerookt door rechtstreekse blootstelling aan koude rook met een temperatuur van ongeveer 30 °C, in een traditionele houten of metalen rookkamer of in een rookkamer met gedwongen luchtcirculatie met rook van hardhout, totdat hij een goudgele kleur krijgt.

Onderdeel 10

:

Verpakking: de kaas wordt verpakt in een voor voedsel geschikte folie en vervolgens geëtiketteerd met de benaming „Oravský korbáčik”.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.:

„Oravský korbáčik” wordt verkocht in verpakkingen die verschillen naar gelang van het aantal korbáčiky. Een standaardverpakking bevat 5-10 korbáčiky, maar er zijn ook grotere verpakkingen met 50 korbáčiky, van oudsher „zväzok” (bundels) genoemd.

„Oravský korbáčik” moet worden verpakt in het afgebakende geografische gebied teneinde de speciale vorm te behouden, te voorkomen dat de vlecht loskomt en de kwaliteit van het product te handhaven.

Er geldt geen geografische beperking ten aanzien van herverpakking.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

Producenten die „Oravský korbáčik” vervaardigen in overeenstemming met dit productdossier, mogen voor etikettering, reclame en afzet gebruikmaken van de benaming „Oravský korbáčik”.

Op de etiketten van het product moeten de volgende vermeldingen zijn aangebracht:

de benaming „Oravský korbáčik”, duidelijk zichtbaar,

de soort (gerookte of niet-gerookte kaas),

de woorden „beschermde geografische aanduiding” en het EU-symbool.

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

„Oravský korbáčik” wordt vervaardigd in het bekken van de rivier Orava (regio Orava) in de Slowaakse Republiek. Het geografische gebied grenst in het noorden en het oosten aan Polen, in het westen aan de districten Námestovo en Dolný Kubín en in het zuiden aan de districten Dolný Kubín en Tvrdošín.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

Orava is een typisch berggebied met gunstige omstandigheden voor het houden en weiden van schapen en rundvee en de verwerking van hun melk tot kaas. De bijzondere kenmerken van dit bergachtige gebied worden door de plaatselijke bevolking van oudsher benut. Alleen vrouwen uit Zázrivá kunnen de gestoomde kaas met de hand tot zweepjes vlechten en geen enkele machine kan hen vervangen.

Volgens de mondelinge overlevering wordt korbáčiky reeds sinds de tweede helft van de 19de eeuw in Zázrivá geproduceerd. De productie van verschillende soorten voor verkoop bestemde gestoomde kaas, waaronder korbáčiky, was destijds namelijk de enige inkomstenbron voor de plaatselijke schapen- en veehouders.

5.2.   Specificiteit van het product:

Wat de „Zázrivský korbáčik” bijzonder maakt, is zijn vorm, die heel ongebruikelijk is voor kaas of kaasproducten. Hij wordt gemaakt volgens een traditionele, vrijwel uitsluitend handmatige methode waarbij klompkaas in warm water wordt gestoomd en tot slierten wordt uitgerekt die vervolgens tot een zweepje worden gevlochten. De handmatige bewerking van de gestoomde kaas (het kneden en uitrekken) geeft een unieke vezelige textuur die het product zo bijzonder en uniek maakt.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

De aanvraag om „Zázrivský korbáčik” als een beschermde geografische benaming te registreren, is gebaseerd op de speciale vorm van het product, alsook op de faam en de traditie ervan.

De regio Orava is gelegen in het bergachtige noordwesten van Slowakije, waar een koud, onherbergzaam klimaat heerst. De meeste inwoners leefden van de landbouw en de veehouderij (koeien, geiten en schapen), en ze verwerkten en bewerkten de door de dieren geleverde grondstoffen (vooral melk) tot kaasproducten van hoge kwaliteit in verschillende vormen. „Het gebied waarin het ras Pinzgau wordt gehouden, en het feit dat de dieren overwegend op zomerweiden grazen, maken dit ras uiterst geschikt voor de productie van biologische consumptiemelk en zuivelproducten …. De veehouderijen zijn niet alleen bepalend voor het landschap (maaien van gebieden die niet toegankelijk zijn voor machines, begrazing van ongebruikte grond, drogen van hooi op speciale rekken), maar produceren ook regionale specialiteiten van koemelk, zoals de bekende „Oravský korbáÿik” …” (Slovenský pinzgauský dobytok — producent mlieka horských pasienkov).

Dankzij haar vaardigheid en knowhow kon de plaatselijke bevolking zich handhaven ondanks de ruwe omstandigheden, en werden ze ook buiten het gebied bekend.

In historische documenten wordt melding gemaakt van een traditionele gestoomde kaas die in de regio Orava werd vervaardigd; hij werd gemaakt in de vorm van een zweepje, zoals die welke in Slowakije met Pasen traditioneel van riet werd gemaakt; de miniatuurversie kreeg de naam korbáčik. Het gebied stond niet alleen bekend om de vervaardiging van korbáčiky, maar werd ook een centrum voor de inkoop en verkoop van gestoomde kazen, waarbij de handelaren werden genoemd naar de soort kaas die zij verhandelden (bv. korbáčik, oštiepok, srdce, enz.). „In het noorden van Slowakije is het dorp Zázrivá in het gebied Orava nog steeds een belangrijk handelscentrum. Handelaren uit dit gebied verhandelden gerookte en gestoomde kaas; zij kregen de naam van het product dat zij verkochten: korbáčik, …” (Podolák, J. „Tradičné využitie produkcie ovčieho mlieka na Slovensku”, Etnologia Slavica, UK Bratislava, 1986).

In de archieven zijn meerdere stukken te vinden waarin dit beroep wordt vermeld. Handelaren uit Zázrivá bieden hun goederen nog steeds aan op diverse markten en tijdens speciale gelegenheden zoals bruiloften, doopfeesten, Kerstmis, carnaval en Pasen. De productie van korbáčik kent steeds een hoogtepunt tijdens vakantieperiodes, wat getuigt van de populariteit van het product. Dit wordt bevestigd door de productieregisters van de producenten.

De regio Orava heeft haar agrarische karakter behouden. Voorschriften voor de productie van „Oravský korbáÿik” dateren van de helft van de vorige eeuw. Van de faam en traditie van „Oravský korbáÿik” getuigen niet alleen het feit dat het merk is ingeschreven bij de dienst voor de industriële eigendom van de Slowaakse Republiek (voor een geldigheidsduur van 10 jaar, tot en met 22 februari 2006), maar ook de artikels in de pers.

„Oravský korbáÿik” is een bekende traditionele delicatesse, niet alleen voor Slowaken, maar ook voor toeristen, die de specialiteit meenemen als cadeau. „Bij één van de stands greep ik naar een plaatselijke kaasdelicatesse, bekend als „Oravský korbáÿik” (zweepje van Orava) …” („Great Escapes: Hiking in the High Tatras”. The Slovak Spectator, Vol. 10, No 28, 2004); „Nenúkajte Angliÿanov Oravskými korbáÿikmi” (http://www.sme.sk); Slovakia-in, nr. 8-9, 2002, in het artikel „Slovensko a Slováci nemeckými oÿami” staat dat „de auteur, een Tsjechische die in Duitsland woont, de voortreffelijke gestoomde kaas „Oravské korbáÿiky” kent, …”.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

(Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

http://www.upv.sk/pdf/specifkorbac_ek2.pdf


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


13.7.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 188/20


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

2010/C 188/11

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„ZÁZRIVSKÝ KORBÁČIK”

EG-nummer: SK-PGI-0005-0656-30.10.2007

BGA ( X ) BOB ( )

1.   Naam:

„Zázrivský korbáčik”

2.   Lidstaat of derde land:

Slowaakse Republiek

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel:

3.1.   Productcategorie:

Categorie 1.3.

Kaas

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is:

„Zázrivský korbáčik” is een gestoomd kaasproduct, al dan niet gerookt, in de vorm van een zweepje (korbáčik in het Slowaaks) van 10 tot 50 cm lang. Het wordt bereid volgens een traditionele methode, waarbij gefermenteerde, gedeeltelijk gerijpte klompkaas in warm water wordt gestoomd en vervolgens wordt uitgerekt tot slierten van 2 tot 10 mm dik die van oudsher vojky worden genoemd. Daarna worden de slierten gevlochten in de vorm van een zweepje.

De kenmerkende organoleptische eigenschappen van de kaas zijn te danken aan de vezelige textuur van de uit de gestoomde kaas getrokken slierten en de bijzondere vorm die wordt verkregen door het vlechten van de slierten.

Gerookte en niet-gerookte „Zázrivský korbáčik” verschillen vooral in kleur en geur. Gerookte „Zázrivský korbáčik” is licht- tot goudgeel, heeft een typisch rookaroma en een iets hoger (1 %) zoutgehalte. Niet-gerookte „Zázrivský korbáčik” is wit tot crèmewit en heeft geen rookaroma. Textuur en consistentie zijn bij beide soorten identiek.

„Zázrivský korbáčik” wordt verkocht in een voor voedsel geschikte folie, in meervoudige verpakkingen die verschillen naar gelang van het aantal korbáčiky en het gewicht van de verpakking.

Eigenschappen

Kleur: wit tot lichtgeel of, in het geval van gerookte soorten, goudgeel;

Consistentie: de slierten bestaan uit afzonderlijke vezels met een stevige, maar niet harde elastische consistentie; de elasticiteit vermindert naarmate de kaas rijpt; het product heeft een hoge treksterkte dankzij de vezelige textuur met makkelijk te scheiden vezels;

Geur en smaak: melkachtig, aangenaam kazig, licht zuur en, in het geval van de gerookte soorten, met een typisch rookaroma.

Samenstelling: Droge stof: ten minste 40 gewichtspercenten;

Vetgehalte op de droge stof: ten minste 25 gewichtspercenten;

Keukenzout: niet meer dan 4,5 gewichtspercenten voor de niet-gerookte soorten en niet meer dan 5,5 gewichtspercenten voor de gerookte soorten;

Microbiologische eigenschappen

„Zázrivský korbáčik” is een gestoomde kaas die wordt bereid uit klompkaas die hoofdzakelijk een warmtebestendige microflora met melkzuur van de volgende soorten bevat: Lactococcus, Streptococcus en Lactobacillus.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten):

Voor de bereiding van „Zázrivský korbáčik” wordt gebruik gemaakt van klompkaas die wordt verkregen uit rauwe of gepasteuriseerde koemelk waaraan een melkzuurkweek wordt toegevoegd. Of rauwe dan wel gepasteuriseerde melk wordt gebruikt, heeft geen invloed op de eigenschappen van het eindproduct. De kwaliteit van de melk wordt in de bedrijven van de klompkaasproducenten regelmatig gecontroleerd en opgetekend aan de hand van de volgende parameters: groeiremmende stoffen, temperatuur, zuurtegraad, vet, soortelijk gewicht en vetvrije droge stof.

Het totale aantal micro-organismen en het aantal somatische cellen worden vastgesteld door erkende laboratoria.

De klompkaas bevat ten minste 48 gewichtspercenten droge stof, met ten minste 35 gewichtspercenten vet op de droge stof en een pH van 4,9-5,2. De buitenzijde van de klompkaas is uniform en glad met dito korst en een witte tot crèmeachtige kleur.

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong):

Er zijn geen speciale kwaliteitseisen of beperkingen ten aanzien van de oorsprong.

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden:

De oorsprong van de klompkaas is niet bepalend voor de kwaliteit van het product.

Onderdeel 1

:

Stomen: de gefermenteerde natuurlijke kaas wordt eerst in stukjes gesneden, die worden geraspt en in warm water gestoomd bij een temperatuur van 70-95 °C; de kaas wordt geroerd met behulp van een houten spatel of een mechanisch roertoestel totdat hij een compacte, elastische massa vormt, „parenina” genoemd.

Onderdeel 2

:

Kneden: de parenina wordt met de hand gekneed, uitgerekt en gevouwen tot een elastische massa met een gladde consistentie die gemakkelijk vorm kan worden gegeven.

Onderdeel 3

:

Vormgeving: de kaasmassa wordt uitgerekt tot slierten, met de hand of met behulp van twee tegen elkaar roterende rollen met groeven. De slierten vallen onmiddellijk in koud drinkwater.

Onderdeel 4

:

Afkoeling: de kaasslierten worden 2 tot 10 minuten afgekoeld in koud drinkwater, zodat zij hun vorm behouden.

Onderdeel 5

:

Wikkelen: de afgekoelde slierten worden op een rol gewikkeld. Daarna worden zij aan 1 kant afgesneden en in het midden samengebonden met een kaasdraad.

Onderdeel 6

:

Zouten: de afgesneden en samengebonden slierten worden gezouten door ze zo lang in een verzadigde zoutoplossing onder te dompelen dat het uiteindelijke zoutgehalte niet meer dan 4,5 gewichtspercenten bedraagt voor de niet-gerookte soorten en 5,5 voor de gerookte soorten (de zouttijd hangt af van de dikte van de kaasslierten en de zuurtegraad van de gebruikte kaas).

Onderdeel 7

:

Gedeeltelijke droging: de kaasslierten worden aan een houten of roestvrije stang gehangen zodat de overtollige pekel kan afvloeien.

Onderdeel 8

:

Vlechten: minstens twee slierten worden in het midden gevouwen en op tweederde van hun lengte tot een zweepje gevlochten en samengebonden met één van de slierten zodat de vlecht niet loskomt.

Onderdeel 9

:

(voor gerookte soorten)

Roken: de kaas wordt gerookt door rechtstreekse blootstelling aan koude rook met een temperatuur van ongeveer 30 °C, in een traditionele houten of metalen rookkamer of in een rookkamer met gedwongen luchtcirculatie met rook van hardhout, totdat hij een goudgele kleur krijgt.

Onderdeel 10

:

Verpakking: de kaas wordt verpakt in een voor voedsel geschikte folie en vervolgens geëtiketteerd met de benaming „Zázrivský korbáčik”.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz:

„Zázrivský korbáčik” wordt verkocht in verpakkingen die verschillen naar gelang van het aantal korbáčiky. Een standaardverpakking bevat 5-10 korbáčiky, maar er zijn ook grotere verpakkingen met 50 korbáčiky, van oudsher „zväzok” (bundels) genoemd.

„Zázrivský korbáčik” moet worden verpakt in het afgebakende geografische gebied teneinde de speciale vorm te behouden, te voorkomen dat de vlecht loskomt en de kwaliteit van het product te handhaven.

Er geldt geen geografische beperking ten aanzien van herverpakking.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering:

Producenten die „Zázrivský korbáčik” vervaardigen in overeenstemming met dit productdossier, mogen voor etikettering, reclame en afzet gebruikmaken van de benaming „Zázrivský korbáčik”.

Op de etiketten van het product moeten de volgende vermeldingen zijn aangebracht:

de benaming „Zázrivský korbáčik”, duidelijk zichtbaar,

de soort (gerookte of niet-gerookte kaas),

de woorden „beschermde geografische aanduiding” en het EU-symbool.

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied:

„Zázrivský korbáčik” wordt vervaardigd in de gemeente Zázrivá. Het geografisch gebied wordt begrensd door de gemeente Oravská Lesná in het noorden, de gemeente Terchová in het westen, de gemeente Párnica in het zuiden en de bergruggen Paráč en Minčol in het oosten.

5.   Verband met het geografische gebied:

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied:

De omstandigheden in de gemeente Zázrivá zijn gunstig voor het houden en weiden van schapen en rundvee en de verwerking van hun melk tot kaas. De bijzondere kenmerken van dit bergachtige gebied worden door de plaatselijke bevolking van oudsher benut. Alleen vrouwen uit Zázrivá kunnen de gestoomde kaas met de hand tot zweepjes vlechten en geen enkele machine kan hen vervangen.

Volgens de mondelinge overlevering wordt korbáčiky reeds sinds de tweede helft van de 19de eeuw in Zázrivá geproduceerd. De productie van verschillende soorten voor verkoop bestemde gestoomde kaas, waaronder korbáčiky, was destijds namelijk de enige inkomstenbron voor de plaatselijke schapen- en veehouders.

5.2.   Specificiteit van het product:

Wat de „Zázrivský korbáčik” bijzonder maakt, is zijn vorm, die heel ongebruikelijk is voor kaas of kaasproducten. Hij wordt gemaakt volgens een traditionele, vrijwel uitsluitend handmatige methode waarbij klompkaas in warm water wordt gestoomd en tot slierten wordt uitgerekt die vervolgens tot een zweepje worden gevlochten. De handmatige bewerking van de gestoomde kaas (het kneden en uitrekken) geeft een unieke vezelige textuur die het product zo bijzonder en uniek maakt.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA):

De aanvraag om „Zázrivský korbáčik” als een beschermde geografische benaming te registreren, is gebaseerd op de speciale vorm van het product, alsook op de faam en de traditie ervan.

Zázrivá is gelegen in het bergachtige noordwesten van Slowakije, waar een koud, onherbergzaam klimaat heerst. De meeste inwoners leefden van de landbouw en de veehouderij (koeien, geiten en schapen) en ze verwerkten en bewerkten de door de dieren geleverde grondstoffen (vooral melk) tot kaasproducten van hoge kwaliteit in verschillende vormen.

Dankzij haar vaardigheid en knowhow kon de plaatselijke bevolking zich handhaven ondanks de ruwe omstandigheden, en werden ze ook buiten het gebied bekend.

„Aanvankelijk konden slechts enkele families in Zázrivá (de Piklovci) korbáčiky vervaardigen”. (Huba, P.: Zázrivá, monografie 1988).

In historische documenten wordt melding gemaakt van een traditionele gestoomde kaas die in het noorden van Slowakije, nabij het dorp Zázrivá, werd vervaardigd; hij werd gemaakt in de vorm van een zweepje, zoals die welke in Slowakije met Pasen traditioneel van riet werd gemaakt; de miniatuurversie kreeg de naam korbáčik. Het gebied stond niet alleen bekend om de vervaardiging van korbáčiky, maar werd ook een centrum voor de inkoop en verkoop van gestoomde kazen, waarbij de handelaren werden genoemd naar de soort kaas die zij verhandelden (bv. korbáčik, oštiepok, srdce, enz.). „In het noorden van Slowakije is het dorp Zázrivá in het gebied Orava nog steeds een belangrijk handelscentrum. Handelaren uit dit gebied verhandelden gerookte en gestoomde kaas; zij kregen de naam van het product dat zij verkochten: korbáčik, …” (Podolák, J. „Tradičné využitie produkcie ovčieho mlieka na Slovensku”, Etnologia Slavica, UK Bratislava, 1986).

In de archieven zijn meerdere stukken te vinden waarin dit beroep wordt vermeld.

Handelaren uit Zázrivá bieden hun goederen nog steeds aan op diverse markten en tijdens speciale gelegenheden zoals bruiloften, doopfeesten, Kerstmis, karnaval en Pasen. De productie van korbáčik kent steeds een hoogtepunt tijdens vakantieperiodes, wat getuigt van de populariteit van het product. Dit wordt bevestigd door de productieregisters van de producenten.

Korbáčiky is een belangrijk onderdeel geworden van grote regionale evenementen, zoals de beurs Zázrivské dni, waarop wedstrijden voor het maken van „Zázrivský korbáčik” worden georganiseerd. De wedstrijden zijn populair en trekken zowel binnenlandse producenten als occasionele deelnemers.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier:

(Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

http://www.upv.sk/pdf/specifkorbac_ek2.pdf


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.