ISSN 1725-2474

doi:10.3000/17252474.C_2010.132.nld

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 132

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

53e jaargang
21 mei 2010


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

ADVIEZEN

 

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

2010/C 132/01

Advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake onderzoek en preventie van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart

1

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 132/02

Toestemming voor het verlenen van staatssteun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

6

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

 

Europese Commissie

2010/C 132/03

Wisselkoersen van de euro

9

2010/C 132/04

Lijst van de in het begrotingsjaar 2009 ten laste van begrotingsartikel 05.08.06 toegekende subsidies (Bekendgemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2208/2002 van de Commissie)

10

2010/C 132/05

Bericht voor importeurs — Invoer in de EU van tonijn uit Colombia en El Salvador

15

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2010/C 132/06

Liquidatieprocedure — Beslissing (Besluit EHA/662/2010 van 15 maart 2010) tot opening van een liquidatieprocedure ten aanzien van Seguros Mercurio S.A. (Openbaarmaking op grond van artikel 14 van Richtlijn 2001/17/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de sanering en de liquidatie van verzekeringsondernemingen)

16

 

V   Adviezen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Europese Commissie

2010/C 132/07

Mededeling van de minister van Economische Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden op grond van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

17

2010/C 132/08

Mededeling van de minister van Economische Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden op grond van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

19

 

Rectificaties

2010/C 132/09

Rectificatie van de voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5740 — Gazprom/A2A/JV) (Deze tekst annuleert en vervangt de tekst die is bekendgemaakt in het PB C 126 van 18.5.2010, blz. 16)

20

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

ADVIEZEN

De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming

21.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 132/1


Advies van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming (EDPS) over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake onderzoek en preventie van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart

2010/C 132/01

DE EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVENSBESCHERMING,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name op artikel 16,

Gelet op het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, en met name op artikel 8,

Gelet op Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en met name op artikel 41 (2),

BRENGT HET VOLGENDE ADVIES UIT:

I.   INLEIDING

1.

De Commissie heeft op 29 oktober 2009 een voorstel aangenomen voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake onderzoek en preventie van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart (3). Het is de bedoeling dat de voorgestelde verordening Richtlijn 94/56/EG houdende vaststelling van de grondbeginselen voor het onderzoek van ongevallen en incidenten in de burgerluchtvaart (4) gaat vervangen.

2.

De EDPS is niet geraadpleegd zoals in artikel 28, lid 2, van Verordening (EG) nr. 45/2001 wordt vereist. Het huidige advies is derhalve gebaseerd op artikel 41, lid 2, van dezelfde verordening. De EDPS beveelt aan in de preambule van het voorstel melding te maken van dit advies.

3.

Hoewel de EDPS betreurt dat hij niet op het daarvoor geëigende moment is geraadpleegd, merkt hij in algemene zin tevreden op dat in het voorstel aandacht wordt besteed aan gegevensbescherming. In sommige bepalingen wordt benadrukt dat de beoogde maatregelen Richtlijn 95/46/EG onverlet laten en de vertrouwelijkheid van gegevens is een van de diverse belangrijke aspecten van het voorstel.

4.

Niettemin heeft de EDPS enkele tekortkomingen en onduidelijkheden ten aanzien van de bescherming van persoonsgegevens vastgesteld. Na een beschrijving van de context en achtergrond van het voorstel in hoofdstuk II wordt daarop in hoofdstuk III nader ingegaan.

II.   CONTEXT EN ACHTERGROND VAN HET VOORSTEL

5.

Het doel van het voorstel is de bestaande verordening betreffende het onderzoek naar de oorzaken van luchtvaartongevallen te actualiseren. Regels die vijftien jaar geleden zijn goedgekeurd, kunnen niet langer aan de nieuwe gemeenschappelijke luchtvaartmarkt worden aangepast en evenmin aan de expertise die nodig is om complexere luchtvaartuigsystemen te ontwikkelen. De onderzoekscapaciteiten van de lidstaten lopen steeds meer uiteen en ook dat rechtvaardigt een nieuw kader ter ondersteuning van de samenwerking en coördinatie tussen nationale onderzoeksinstanties.

6.

Daarom richt het voorstel zich op de totstandbrenging van een netwerk van instanties die onderzoek doen naar de veiligheid van de burgerluchtvaart, teneinde een meer gestructureerde samenwerking te bevorderen. Tevens bevat het bindende regels die voornamelijk bedoeld zijn om de wederzijdse rechten en plichten van de nationale onderzoeksinstanties en het Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart (EASA) te definiëren ter bescherming van gevoelige gegevens, en uniforme eisen voor de verwerking van veiligheidsaanbevelingen vast te stellen.

7.

De EDPS heeft geen opmerkingen over de algemene doelstelling van het voorstel en geeft zijn volledige steun aan het initiatief, dat tot doel heeft de onderzoeken doeltreffender te maken en daarmee in de toekomst ongevallen met luchtvaartuigen te voorkomen. Onderstaande opmerkingen gaan vooral over aspecten van het voorstel die een uitwerking hebben op de bescherming van persoonsgegevens, waaronder in het bijzonder de verwerking van gegevens van passagierslijsten, over slachtoffers, hun families en getuigen en het cabinepersoneel, gedurende de verschillende fasen van het onderzoek en in het kader van informatie-uitwisseling tussen de onderzoeksinstanties.

III.   ANALYSE VAN HET VOORSTEL

III.1.   Doel van het voorstel

8.

In overweging 3 en artikel 1 wordt de beperking in herinnering gebracht die reeds in de toelichting was vermeld en die inhoudt dat veiligheidsonderzoeken alleen tot doel mogen hebben in de toekomst ongevallen en incidenten te voorkomen, zonder schuld of aansprakelijkheid vast te stellen. De EDPS verwelkomt deze precisering die in lijn is met het doelbindingsbeginsel van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 45/2001 en artikel 6 van Richtlijn 95/46/EG. Volgens deze bepalingen moeten persoonsgegevens voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden worden verkregen en mogen zij vervolgens niet op een met die doeleinden onverenigbare wijze worden verwerkt.

9.

Hoewel deze doelbinding uitdrukkelijk in het begin van het voorstel wordt genoemd, is het belangrijk dat de essentie van dit beginsel niet door uitzonderingen teniet wordt gedaan, zoals zal worden onderzocht in de hoofdstukken III.4 t/m III.6.

10.

De EDPS merkt op dat naast het hoofddoel, te weten verbetering van de luchtvaartveiligheid, de ontwerpverordening eveneens voorziet in de verzameling van persoonsgegevens in het kader van bijstand aan slachtoffers en hun families (artikel 23). De EDPS gelooft niet dat er een probleem is met de verenigbaarheid van dit doel en de beoogde veiligheidsonderzoeken. Artikel 1 van de verordening zou evenwel kunnen worden aangevuld om beide aspecten van de verordening tot hun recht te laten komen.

III.2.   Informatieverzameling

11.

In het voorstel wordt uitvoerig beschreven welk breed scala aan informatie toegankelijk is voor degenen die voor het onderzoek verantwoordelijk zijn. Het gaat met name om persoonsgegevens in vluchtrecorders en alle andere geregistreerde gegevens, de resultaten van de onderzoeken op de lichamen van slachtoffers of van personen die betrokken zijn bij de exploitatie van het luchtvaartuig, en het ondervragen van getuigen die kunnen worden verplicht relevante informatie of bewijsstukken te verstrekken.

12.

Deze informatie is beschikbaar voor de aangewezen onderzoeker en voor zijn deskundigen en adviseurs en die van de geaccrediteerde vertegenwoordigers, voor zover kennis van deze informatie onontbeerlijk is. Ook het EASA heeft recht op toegang tot een deel van deze informatie op het moment dat het onder toezicht van de aangewezen onderzoeker aan het onderzoek deelneemt. Hierbij gelden enkele uitzonderingen, bijvoorbeeld wanneer de getuige er niet mee instemt dat zijn/haar verklaring wordt vrijgegeven.

13.

In het voorstel worden tevens de voorwaarden vermeld waaronder de passagierslijst openbaar moet worden gemaakt. Niet alleen het verrichten van onderzoek is hierbij van belang, maar ook het onderhouden van contacten met families en met de medische eenheden.

14.

De EDPS is blij met het feit dat de voorwaarden voor de verzameling van persoonsgegevens in relatie tot het beoogde doel in het voorstel zo gedetailleerd worden beschreven, hetgeen in overeenstemming is met het noodzakelijkheidsbeginsel (5) van de wetgeving op het gebied van gegevensbescherming.

III.3.   Opslag van persoonsgegevens

15.

De EDPS begrijpt dat het nodig is veel informatie te verzamelen, waaronder persoonsgegevens, zoals hierboven is aangegeven, maar benadrukt dat de opslag van die informatie en de bekendmaking daarvan aan derden aan strenge regels moeten worden gebonden.

16.

Wat betreft de opslag wordt in artikel 14 van het voorstel bepaald dat documenten, materiaal en opgeslagen gegevens dienen te worden bewaard, om redenen die vanzelfsprekend met de uitvoering van het onderzoek verband houden. In het voorstel wordt echter niet aangegeven hoe lang deze informatie mag worden opgeslagen. Op grond van de beginselen voor gegevensbescherming (6) geldt: persoonsgegevens „mogen in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen te identificeren, niet langer worden bewaard dan noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doeleinden waarvoor zij worden verzameld of vervolgens worden verwerkt”. Daarom moeten persoonsgegevens in principe worden gewist zodra het onderzoek is beëindigd of in anonieme vorm worden bewaard indien het niet mogelijk is deze volledig te wissen (7). Indien er redenen zijn om identificeerbare gegevens langer te bewaren, moeten deze worden aangegeven en gerechtvaardigd en criteria bevatten om te bepalen wie de gegevens mogen bewaren. Een bepaling van deze strekking dient in het voorstel te worden opgenomen. Deze bepaling moet op horizontaal niveau gelden voor alle persoonlijke informatie die via het netwerk wordt uitgewisseld.

III.4.   Beschikbaarheid en publicatie van informatie

17.

Hoewel in het voorstel het beginsel wordt gehuldigd dat persoonlijke informatie uitsluitend voor onderzoeksdoeleinden mag worden gebruikt door de partijen die met zulk onderzoek zijn belast, bevat de tekst enkele ruime uitzonderingen (8).

18.

Dit geldt voor getuigenverklaringen die voor andere doeleinden dan de veiligheidsonderzoeken openbaar kunnen worden gemaakt of kunnen worden gebruikt indien de getuige daarmee instemt (artikel 15, lid 1, onder a)). De EDPS herinnert eraan dat hierbij sprake moet zijn van vrije, specifieke en geïnformeerde toestemming van de getuige, en dit nadere gebruik van gegevens mag niet betrekking hebben op een doel dat onverenigbaar is met de veiligheidsonderzoeken. Indien aan deze voorwaarden niet wordt voldaan, mag toestemming niet als basis dienen voor het nadere gebruik van persoonsgegevens. Deze opmerking geldt ook wanneer na toestemming afgeweken wordt van het doelbindingsbeginsel in geval van opnames (artikel 16).

19.

Artikel 15 van het voorstel bevat tevens een brede uitzondering die betrekking heeft op alle mogelijke soorten gevoelige veiligheidsinformatie (9). Deze informatie, die in beginsel specifieke bescherming tegen misbruik geniet, kan niettemin voor enig ander doel dan veiligheidsonderzoeken worden openbaargemaakt, indien de gerechtelijke instanties van een lidstaat daartoe beslissen, gezien het bestaan van een hoger belang en het evenwicht tussen de voordelen van openbaarmaking en de negatieve binnenlandse en internationale gevolgen daarvan op onderzoeken en op het veiligheidsbeheer van de burgerluchtvaart. De EDPS is van mening dat deze uitzondering onvoldoende rechtszekerheid biedt. Vooral het begrip „gerechtelijke instanties” kan tot speculatie leiden. Een administratief besluit van een overheidsinstantie (bijvoorbeeld het Ministerie van Justitie) heeft niet dezelfde legitimiteit als een individuele uitspraak van een rechtbank. Zelfs bij een uitspraak van een rechtbank moet aan strenge voorwaarden worden voldaan: behalve dat het om een wettig doel moet gaan en er sprake moet zijn van een hoger openbaar belang (10), dienen ook de belangen en fundamentele rechten van de betrokkenen in aanmerking te worden genomen. De legitimiteit van de verwerking kan vooral worden beïnvloed door het feit dat persoonlijke informatie die in het kader van een veiligheidsonderzoek door een individu wordt verstrekt, tijdens een gerechtelijke procedure tegen hem kan worden gebruikt. De EDPS verzoekt om deze uitzondering nader toe te lichten en in een gedetailleerde procedure te voorzien met stringentere waarborgen voor de bescherming van de fundamentele rechten van de betrokkenen.

20.

Hij verzoekt tevens om een definitie van één soort gevoelige veiligheidsinformatie die in dit artikel wordt genoemd, namelijk „bijzonder gevoelige en persoonlijke” informatie. Richtlijn 95/46/EG geeft een definitie van gevoelige gegevens, maar het is niet duidelijk of het voorstel naar deze definitie verwijst. Indien het doel is niet alleen de in Richtlijn 95/46/EG gedefinieerde gevoelige gegevens te omvatten, maar verder te gaan dan dat, is een meer passende terminologie op zijn plaats. Die terminologie kan dan verwijzen naar bijzonder intieme en persoonlijke informatie, inclusief gevoelige gegevens in de zin van Richtlijn 95/46/EG alsmede andere voorbeelden van persoonsgegevens die in de definitie moeten worden opgenomen. Dit moet worden aangegeven in artikel 2 (de bepaling over definities) of in artikel 15 van het voorstel.

21.

Op soortgelijke wijze worden opnames in beginsel beschermd, maar deze kunnen in sommige gevallen voor andere doeleinden openbaar worden gemaakt of gebruikt, inclusief gebruik voor luchtwaardigheids- of onderhoudsdoeleinden, indien de opnames zijn geanonimiseerd of volgens beveiligde procedures openbaar worden gemaakt. Deze uitzonderingen kunnen uitsluitend afzonderlijk worden toegepast en zijn niet cumulatief. De EDPS vraagt zich af waarom opnames niet standaard niet-identificeerbaar — d.w.z. anoniem (11) — hoeven te worden gemaakt: er dient een verklaring te worden gegeven waarom de verwerking van identificeerbare persoonsgegevens nodig is voor luchtwaardigheids- of onderhoudsdoeleinden. Bovendien is de derde uitzondering, openbaarmaking volgens beveiligde procedures, te vaag en niet evenredig. Tenzij specifieke legitieme doeleinden worden vermeld, moet deze uitzondering worden geschrapt.

22.

Hetzelfde beginsel van anonimisering moet standaard worden toegepast op de mededeling van informatie (zie de artikelen 8, 17 en 18 van het voorstel over het netwerk en de mededeling van informatie). Wat dit betreft is de EDPS ingenomen met de verplichting van het beroepsgeheim en met de verplichting om alleen relevante informatie aan de belanghebbenden mee te delen. Hij steunt eveneens het in artikel 19, lid 2, verwoorde beginsel, volgens welke het onderzoeksverslag de anonimiteit van de bij het ongeval of incident betrokken personen beschermt.

23.

Ten slotte is ook de publicatie van de passagierslijst aan enkele voorwaarden gebonden. Het beginsel luidt dat de lijst pas openbaar kan worden gemaakt nadat alle families van de passagiers op de hoogte zijn gebracht, waarbij de lidstaten kunnen besluiten deze lijst vertrouwelijk te houden. De EDPS vindt dat het beginsel moet worden omgedraaid. De lijst moet in principe vertrouwelijk worden gehouden, maar de lidstaten kunnen in specifieke gevallen en op legitieme gronden besluiten om deze lijst te publiceren, nadat zij alle families op de hoogte hebben gebracht en van hen toestemming hebben verkregen om de naam van hun familielid te publiceren. De EDPS beveelt aan artikel 22, lid 3, dienovereenkomstig te wijzigen.

III.5.   Uitwisseling van informatie tussen lidstaten en met derde landen

24.

Een van de hoofddoelen van de ontwerpverordening is een netwerk op te richten waarbinnen onderzoeksinstanties informatie en ervaringen kunnen uitwisselen. Volgens artikel 8, lid 6, van het voorstel wisselen de veiligheidsonderzoeksinstanties die aan de werkzaamheden van het netwerk deelnemen, de informatie waarover zij beschikken uit in het kader van de toepassing van de verordening. Zij nemen de nodige maatregelen om de vertrouwelijkheid van die informatie te garanderen, overeenkomstig de toepasselijke nationale of communautaire wetgeving.

25.

De EDPS is verheugd over de maatregelen met betrekking tot de vertrouwelijkheid van informatie, en vooral over de verplichting geen informatie openbaar te maken die door de Commissie als vertrouwelijk wordt beschouwd. Voor zover persoonlijke informatie via het netwerk wordt verwerkt, vindt de EDPS dat deze waarborgen moeten worden aangevuld met een garantieverplichting dat deze gegevens nauwkeurig zijn en in voorkomend geval door alle leden van het netwerk die zulke persoonsgegevens verwerken, gelijktijdig worden gecorrigeerd en gewist.

26.

De rol die het in artikel 15, lid 3, bedoelde register speelt bij de verspreiding van informatie binnen het netwerk, moet worden opgehelderd. Met name dient duidelijk te worden gemaakt, zoals informeel aan de EDPS is meegedeeld, dat het centrale register op geen enkele wijze aan het netwerk wordt gekoppeld en geen persoonsgegevens bevat. De EDPS merkt in dit verband op dat informatie als vluchtnummers indirecte identificatie van bij een luchtvaartongeval of -incident betrokken personen mogelijk kan maken. In de verordening moet ten minste worden vermeld dat de in het register opgeslagen informatie niet kan worden gebruikt om bij een luchtvaartongeval of -incident betrokken personen op te sporen.

27.

De EDPS merkt op dat waarnemers en deskundigen, waaronder eventueel vertegenwoordigers van luchtvaartmaatschappijen of producenten van luchtvaartuigen, kunnen worden uitgenodigd om aan het netwerk deel te nemen. Zij krijgen dan toegang tot dezelfde soort informatie als de leden van het netwerk, behalve indien de Commissie in individuele gevallen beslist dat de informatie vertrouwelijk is en dat de toegang daartoe zal worden beperkt. Deze bepaling laat wellicht de mogelijkheid open dat derden toegang krijgen tot persoonsgegevens van bijvoorbeeld slachtoffers of getuigen, indien deze niet als vertrouwelijk worden aangemerkt. De EDPS is van oordeel dat in het kader van dit voorstel persoonsgegevens altijd als vertrouwelijk moeten worden beschouwd. Gebeurt dit niet, dan moet voor derden de toegang worden beperkt.

28.

Dit is des te belangrijker wanneer de deskundigen of waarnemers derde landen vertegenwoordigen of wanneer het onderzoek samen wordt verricht met onderzoekers uit derde landen die geen passend beschermingsniveau bieden. In het voorstel kan een bepaling worden toegevoegd waarin erop wordt gewezen dat er geen persoonsgegevens kunnen worden doorgegeven aan vertegenwoordigers van een derde land dat geen passend beschermingsniveau biedt, behalve wanneer aan specifieke voorwaarden is voldaan (12). Een dergelijke bepaling zou vooral gelden in relatie tot artikel 8 over het netwerk en artikel 18 over de voorwaarden voor de mededeling van informatie.

29.

Ook deze opmerkingen wijzen op de noodzaak van een algemeen beginsel van anonimisering van persoonsgegevens in een vroeg stadium en zodra identificatie niet langer nodig is voor het uitvoeren van de onderzoeken, zoals reeds genoemd in hoofdstuk III.3.

III.6.   Rol van de Commissie en het EASA

30.

De EDPS merkt op dat de Commissie en het EASA betrokken zijn bij het functioneren van het netwerk (artikelen 7 en 8) en dat zij tot op zekere hoogte aan veiligheidsonderzoeken mogen deelnemen (artikel 9). De EDPS herinnert eraan dat de verwerking van persoonsgegevens door beide instanties dient te stroken met Verordening (EG) nr. 45/2001 en dat de EDPS toezicht op die verwerking houdt. Hierover moet een bepaling aan de verordening worden toegevoegd.

31.

De EDPS verzoekt om opheldering over de mate waarin het netwerk door de Commissie en via de technische infrastructuur van de Europese Unie zal worden beheerd. Indien het de bedoeling is een reeds bestaand netwerk te gebruiken, dan moet duidelijk worden vermeld of, en zo ja, welke plannen er zijn om interoperabiliteit met bestaande databanken mogelijk te maken. Tevens moet het gebruik van deze plannen helder worden gemotiveerd. De EDPS benadrukt dat er een beveiligd netwerk moet komen, dat louter toegankelijk is voor belanghebbenden die daar recht op hebben, en wel uitsluitend voor de in het voorstel beschreven doeleinden. De respectieve taken en verantwoordelijkheden van de Commissie en het EASA (13) en van enige andere EU-instantie die bij het beheer van het netwerk betrokken is, moeten met het oog op de rechtszekerheid in de tekst duidelijker worden omschreven.

IV.   CONCLUSIES

32.

De EDPS is ingenomen met het feit dat de verordening uitdrukkelijk van toepassing is onverminderd Richtlijn 95/46/EG en daarom tot op zekere hoogte rekening houdt met de beginselen van gegevensbescherming. Gezien de context waarin persoonsgegevens worden verwerkt, vindt hij evenwel dat specifieke bepalingen moeten worden toegevoegd om een eerlijke verwerking te waarborgen.

33.

Dit is vooral nodig gezien de omstandigheden waaronder deze gegevens worden verwerkt: zij hebben meestal betrekking op individuen die direct of indirect te maken hebben met een ernstig ongeval en/of het verlies van familieleden. Dit maakt het des te meer noodzakelijk dat hun rechten effectief worden beschermd en dat de overdracht of publicatie van persoonsgegevens strikt beperkt blijft.

34.

Omdat met het voorstel wordt beoogd onderzoek naar ongevallen of incidenten mogelijk te maken en omdat persoonsgegevens slechts relevant zijn wanneer zij in het kader van dergelijk onderzoek noodzakelijk zijn, dienen zulke gegevens in principe zo snel mogelijk te worden gewist of geanonimiseerd en niet pas op het moment dat het eindverslag wordt opgesteld. Dit moet worden gegarandeerd door een horizontale bepaling in de verordening op te nemen.

35.

De EDPS adviseert eveneens:

de uitzonderingen op het doelbindingsbeginsel strikt te definiëren en te beperken;

een beperkte tijd voor de opslag van persoonsgegevens vast te stellen;

een gecoördineerde procedure in het leven te roepen voor toegang, rectificatie en/of het wissen van persoonsgegevens, vooral in het kader van overdracht van die gegevens aan de lidstaten via het netwerk;

de overdracht van persoonsgegevens aan vertegenwoordigers van derde landen toe te staan op voorwaarde dat zij een passend beschermingsniveau bieden;

de taken en verantwoordelijkheden van de Commissie en het EASA te verduidelijken, in het licht van de toepassing van Verordening (EG) nr. 45/2001.

Gedaan te Brussel, 4 februari 2010.

Peter HUSTINX

Europese toezichthouder voor gegevensbescherming


(1)  PB L 281 van 23.11.1995, blz. 31.

(2)  PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1.

(3)  COM(2009) 611 def.

(4)  PB L 319 van 12.12.1994, blz. 14.

(5)  Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 45/2001 en artikel 6 van Richtlijn 95/46/EG.

(6)  Artikel 4, onder e), van Verordening (EG) nr. 45/2001 en artikel 6, onder e), van Richtlijn 95/46/EG.

(7)  Bij anonimisering gaat het erom verdere identificatie van het individu onmogelijk te maken. Bij sommige soorten informatie, zoals stemopnames, is volledige anonimisering niet mogelijk. In dat geval zijn strengere waarborgen nodig om misbruik te voorkomen.

(8)  In november 2008 is de EDPS geraadpleegd tijdens een bemiddelingsprocedure met het oog op een voorstel voor een richtlijn tot vaststelling van de grondbeginselen voor het onderzoek van ongevallen in de zeescheepvaart. Gezien de analogie tussen beide contexten zijn er soortgelijke kwesties aan de orde gesteld en de opmerkingen in hoofdstuk III.4 gaan, net als in de reactie op de vorige raadpleging, over het evenwicht dat dient te worden gevonden tussen de openbaarmaking van informatie in de loop van een onderzoek en gegevensbescherming.

(9)  Het betreft informatie over getuigen, communicatie tussen personen die bij de exploitatie van het luchtvaartuig betrokken zijn geweest, of opnames van luchtverkeersleidingseenheden. Ook „bijzonder gevoelige” informatie, zoals gezondheidsinformatie, valt eronder.

(10)  Er dient te worden opgemerkt dat Richtlijn 95/46/EG uitsluitend uitzonderingen op het doelbindingsbeginsel toestaat, indien dit op wettige wijze gebeurt en noodzakelijk is om bepaalde openbare belangen te beschermen conform de voorwaarden van artikel 13 van deze richtlijn.

(11)  Niet-identificeerbaarmaking strookt met het evenredigheidsbeginsel indien zij begrepen moet worden als volledige anonimisering, met andere woorden indien het onmogelijk is het individu opnieuw te identificeren (zie voetnoot 5).

(12)  Zie artikel 9 van Verordening (EG) nr. 45/2001 en artikel 26 van Richtlijn 95/46/EG.

(13)  Inclusief nadere aanduiding van wie de toegangsrechten tot het netwerk beheert en wie de integriteit ervan garandeert.


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

21.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 132/6


Toestemming voor het verlenen van staatssteun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

2010/C 132/02

Datum waarop het besluit is genomen

7.4.2010

Referentienummer staatssteun

N 480/09

Lidstaat

Italië

Regio

Sicilia

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Misura 221 del PSR Sicilia 2007-2013 «Primo imboschimento di terreni agricoli»

Rechtsgrondslag

Misura 221 del PSR Sicilia 2007-2013 «Primo imboschimento di terreni agricoli»

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Steun voor de bosbouwsector

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Jaarlijkse maximumuitgaven: 56,06 miljoen EUR

Totaal maximumbedrag: 224,27 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

70 %, 80 % of 100 % van de subsidiabele uitgaven

Looptijd (periode)

2010-2013

Economische sectoren

Bosbouwsector

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Regione Siciliana

Assessorato Agricoltura e Foreste — Dipartimento foreste

Viale Regione Siciliana 2246

90145 Palermo PA

ITALIA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

24.3.2010

Referentienummer staatssteun

N 635/09

Lidstaat

Polen

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Pomoc dla sektora leśnego – Rekultywacja na cele przyrodnicze zdegradowanych terenów powojskowych

Rechtsgrondslag

Ustawa z dnia 6 grudnia 2006 r. o zasadach prowadzenia polityki rozwoju

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Steun voor de bosbouwsector

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

130 miljoen PLN

Maximale steunintensiteit

85 %

Looptijd (periode)

2010-2015

Economische sectoren

Bosbouw

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Narodowy Fundusz Ochrony Środowiska i Gospodarki Wodnej

ul. Konstruktorska 3A

02-673 Warszawa

POLSKA/POLAND

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm

Datum waarop het besluit is genomen

7.4.2010

Referentienummer staatssteun

N 64/10

Lidstaat

Italië

Regio

Umbria

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

«Investimenti a finalità ambientale nelle foreste pubbliche» Misura 227, azione a), PSR Umbria 2007-2013

Rechtsgrondslag

Programma di Sviluppo Rurale (PSR) Umbria 2007-2013, decisione C(2009) 10316 del 15 dicembre 2009

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Steun voor de bosbouwsector

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Jaarlijkse maximumuitgaven: 2,625 miljoen EUR

Totaal maximumbedrag: 10,50 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

Tot 100 % van de subsidiabele uitgaven

Looptijd (periode)

31.12.2013

Economische sectoren

Bosbouwsector

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Regione Umbria

Via Mario Angeloni 61

06124 Perugia PG

ITALIA

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/state_aids_texts_nl.htm


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN, ORGANEN EN INSTANTIES VAN DE EUROPESE UNIE

Europese Commissie

21.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 132/9


Wisselkoersen van de euro (1)

20 mei 2010

2010/C 132/03

1 euro =


 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,2334

JPY

Japanse yen

111,93

DKK

Deense kroon

7,4422

GBP

Pond sterling

0,86440

SEK

Zweedse kroon

9,7388

CHF

Zwitserse frank

1,4179

ISK

IJslandse kroon

 

NOK

Noorse kroon

8,0450

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,913

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

283,00

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7074

PLN

Poolse zloty

4,1880

RON

Roemeense leu

4,2031

TRY

Turkse lira

1,9625

AUD

Australische dollar

1,4920

CAD

Canadese dollar

1,3120

HKD

Hongkongse dollar

9,6233

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,8412

SGD

Singaporese dollar

1,7389

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 473,34

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

9,8041

CNY

Chinese yuan renminbi

8,4215

HRK

Kroatische kuna

7,2680

IDR

Indonesische roepia

11 297,49

MYR

Maleisische ringgit

4,0400

PHP

Filipijnse peso

56,720

RUB

Russische roebel

38,5590

THB

Thaise baht

39,931

BRL

Braziliaanse real

2,3067

MXN

Mexicaanse peso

16,1134

INR

Indiase roepie

57,7540


(1)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


21.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 132/10


Lijst van de in het begrotingsjaar 2009 ten laste van begrotingsartikel 05.08.06 toegekende subsidies

(Bekendgemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2208/2002 van de Commissie)

2010/C 132/04

GERICHTE VOORLICHTINGSACTIES

Naam aanvrager (afgekort)

Naam aanvrager (voluit)

Adres

Postcode

Plaats

Land

Toegekend bedrag (EUR)

Medefinanciering (%)

Titel/Omschrijving

Documentary.dk ApS

Documentary.dk ApS

Det Gule Pakhus, Chr. IX Vej 1 A

5600

Faaborg

Denemarken

200 000,00

53,29 %

VOEDSEL EN LANDBOUW IN EUROPA IN 2020

Audiovisuele productie

PK „Agromedia”

„Production House Agromedia” Ltd.

Vazkresenie blvd. 1

1330

Sofia

Bulgarije

91 697,90

50,00 %

GLB — het Europese model voor winstgevende landbouw

Voorlichtingscampagne

Hoferichter & Jacobs GmbH

Hoferichter & Jacobs Gesellschaft für audiovisuelle Medien und Kommunikationstechnologien mbH

Alte Schönhauser Str. 9

10119

Berlin

Duitsland

100 000,00

48,34 %

Oude landen — Moderne wegen. Geschiedenis van de moderne landbouw

Audiovisuele productie

FWA

Asbl Fédération Wallonne de l'Agriculture — Etudes Information

Chaussée de Namur, 47

5030

Gembloux

België

26 408,90

50,00 %

Popularisatie van de werking en de doelstellingen van het GLB

Audiovisuele productie

Chambre d'agriculture des Pyrénées orientales

Chambre d'agriculture des Pyrénées orientales

19 avenue de Grande Bretagne

66025

Perpignan

Frankrijk

30 445,00

50,00 %

Bijeenkomst met jongeren over zomerfruit en -groenten: hoe het GLB uit te leggen aan kinderen in een mediterraan gebied?

Voorlichtingscampagne: acties in scholen

IDC de Cuenca

Asociación Instituto de Desarrollo Comunitario de Cuenca

C/ Segóbriga 7

16001

Cuenca

Spanje

23 921,00

50,00 %

GLB en het mediterrane dieet (voor een uitgebalanceerde en gezonde voeding)

Voorlichtingscampagne: acties in scholen

EPKK (ECAC)

MTÜ Eesti Põllumajandus–Kaubanduskoda Estlandn Chamber of Agriculture and Commerce

Vilmsi 53 g

10147

Tallin

Estland

92 887,50

75,00 %

De maatregelen van het GLB zijn gunstig voor iedereen in Estland en Letland

Voorlichtingscampagne

FAPA

Fundacja Programów Pomocy dla Rolnictwa FAPA

ul. Wspólna 30

00-930

Warszawa

Polen

27 000,00

66,60 %

Voorlichting over het hervormde gemeenschappelijk landbouwbeleid — Conferentie over hernieuwbare energiebronnen als nieuwe uitdaging voor plattelandsgebieden in Polen

Voorlichtingscampagne

Regione Campania

Regione Campania — Area Generale di Coordinamento Sviluppo Attività Settore Primario

Via S. Lucia 81

80132

Napoli

Italië

158 982,50

50,00 %

GLB: Landbouw, milieu en maatschappij

Voorlichtingscampagne: acties in scholen en audiovisuele productie

ARM — CCIAA di Roma

Azienda Romana Mercati, Azienda Speciale della Camera di Commercio Industria Artigianato e Agricoltura di Roma

Via de’Burrò 147

00186

Roma

Italië

95 865,75

50,00 %

Platteland op school — lessen over het GLB in scholen in Rome — 2e jaar

Voorlichtingscampagne: acties in scholen

ASAJA Sevilla

Asociación Agraria Jóvenes Agricultores de Sevilla

Av. San Francisco Javier Edificio Sevilla-2

41018

Sevilla

Spanje

109 505,00

50,00 %

Europees congres van jonge boeren ASAJA-CEJA „Het GLB na 2013: versterking van de rol van de landbouwers om aan de maatschappelijke behoeften in Europa te voldoen”

Seminar en conferentie

AGRI AWARE

Agricultural Awareness Trust

Waverley Office Park, Old Naas Road, Bluebell

Dublin 12

Dublin

Ierland

59 292,00

50,00 %

GLB — Past u beter!

Voorlichtingscampagne

INTERBEV

Association Nationale Interprofessionelle du Bétail et des Viandes

149 rue de Bercy

75595

Paris Cedex 12

Frankrijk

31 332,00

50,00 %

Europese bijeenkomst van jonge herders

Voorlichtingscampagne met een EU-wedstrijd voor studenten

A.L.P.A.

Associazione Lavoratori Produttori dell’Agroalimentare

Via B. Musolino 15-19-21

00153

Roma

Italië

128 040,69

50,00 %

Boeren als rentmeesters van de biodiversiteit in de landbouw

Voorlichtingscampagne

ANAPTIXIAKI A.M.TH

ANAPTIXIAKI ETERIA A.M.TH S.A.

Michail Karaoli 74

67100

Xanthi

Griekenland

31 392,99

50,00 %

Voorlichtingscampagne voor boeren uit de regio's Oost-Macedonië en Thracië over hun mogelijkheid om de EU-landbouwfinancieringsprogramma's te gebruiken en om te leren hoe nieuwe, alternatieve teelten moeten worden beheerd

Voorlichtingscampagne

Euromontana

Euromontana — European Association for mountain areas

11 rue de la Baume

75008

Paris

Frankrijk

76 224,95

50,00 %

De bergen in Europa als voordeel — hoe gemeenschappen en grondbeheer in Europa positieve maatschappelijke resultaten genereren, het beleid en de mogelijkheden

Seminar en conferentie

Eesti Külaliikumine Kodukant

Eesti Külaliikumine Kodukant

Väike-Ameerika 19-220

10129

Tallin

Estland

42 565,00

50,00 %

PLATTELANDSPARLEMENT VAN ESTSE DORPEN: Actieve dorpen helpen de duurzaamheid van plattelandsgebieden garanderen

Seminar en conferentie

COMUNITA’ MONTANA DI CAMERINO

COMUNITA’ MONTANA DI CAMERINO

Via Venanzio Varano no 2

62032

Camerino

Italië

51 500,00

47,98 %

FAST — Platteland — Farmers Are STewards of Countryside (boeren zijn de rentmeesters van het platteland)

Seminar en conferentie

Chambre d'agriculture de la Drôme

Chambre d'agriculture de la Drôme

2 Bvld Vauban, BP 121

26001

Valence

Frankrijk

50 823,54

50,00 %

Het GLB, een hefboom voor de verbetering van de landbouwpraktijken en de ontwikkeling van de biologische landbouw

Informatiestands op landbouwbeurzen

RRA severne Primorske

RRA severne Primorske Regijska razvojna agencija d.o.o. Nova Gorica

Mednarodni prehod 6, Vrtojba

SI-5290

Šempeter pri Gorici

Slovenië

47 750,00

50,00 %

Agricultural EUtrip 2009

Voorlichtingscampagne

ARSIAL

Agenzia Regionale per lo Sviluppo e l'Innovazione dell’Agricoltura del Lazio

Via Rodolfo Lanciani 38

00162

Roma

Italië

105 000,00

50,00 %

Voor een gezonde voeding: het bevorderen van het eten van groenten en fruit op basisscholen in Lazio

Voorlichtingscampagne: acties in scholen

CSA

Collectif Stratégies Alimentaires asbl

Boulevard Leopold II, 184D

1080

Bruxelles

België

20 720,00

50,00 %

GLB — begroting moet de grootste uitdagingen van duurzame ontwikkeling aanpakken

Seminar en conferentie

CCIAA Firenze

Camera di Commercio, Industria, Artigianato ed Agricoltura ei Firenze (CCIAA)

Piazza dei Giudici 3

50122

Firenze

Italië

17 635,00

50,00 %

Hervorming van het GLB: innovatie en groei naar een duurzame en marktgerichte landbouw

Seminar en conferentie

FdP

Fundacja dla Polski

ul. L. Narbutta 20/33

02-541

Warszawa

Polen

29 862,50

50,00 %

Voorlichtingscampagne over het nieuwe gemeenschappelijk landbouwbeleid — Bevordering en ondersteuning van de ontwikkeling van traditionele en regionale kwaliteitsvoedingsproducten als middel voor de duurzame ontwikkeling van plattelandsgebieden

Voorlichtingscampagne

SCF

Scottish Crofting Foundation

Lochalsh Business Park, Auchtertyre

IV40 8EG

Kyle of Lochalsh

Verenigd Koninkrijk

20 308,00

50,00 %

Kleine boeren: ruggengraat van de plattelandsontwikkeling of obstakel voor efficiëntie?

Seminar en conferentie

Regione Lazio

Assessorato all’Agricoltura della Regione Lazio

Via Rosa Raimondi Garibaldi 7

00145

Roma

Italië

121 225,00

50,00 %

De smaak van het land

Voorlichtingscampagne

UUAA

Unión Agrarias — UPA

Doutor Maceira 13, bajo

15706

Santiago de Compostela

Spanje

54 753,25

50,00 %

Het GLB en de nieuwe uitdagingen voor plattelandsgebieden

Voorlichtingscampagne

CeRSAA

Centro Regionale di Sperimentazione e Assistenza Agricola

Regione Rollo 98

17031

Albenga

Italië

66 750,34

50,00 %

AgriCultura News

Audiovisuele productie

I.C.R.

Istituto Cooperativo di Ricerca s.c.

Via Cinthia Parco San Paolo 25

80126

Napoli

Italië

42 883,50

50,00 %

Hervorming van het GLB en innoverende aspecten van de ontwikkeling van de Europese landbouw

Seminar en conferentie

FFRF

Fundación Félix Rodríguez de la Fuente

Plaza de las Cortes, 5, 5o

28014

Madrid

Spanje

23 340,00

50,00 %

Voorlichtingscampagne op landbouwbeurzen

Voorlichtingscampagne

KPIR

Kujawsko-Pomorska Izba Rolnicza

Przysiek 75

87-134

Zławieś Wielka

Polen

53 186,00

50,00 %

Voorlichting aan boeren, belanghebbenden en de plattelandsbevolking in de regio Kujavië — Pommeren over de werking en de voordelen van het zich ontwikkelende GLB

Voorlichtingscampagne

UPA

Unión de Pequeños Agricultores y Ganaderos

C/ Augustín de Betancourt 17, 3o

28003

Madrid

Spanje

197 955,90

50,00 %

Het GLB ná 2013: het GLB dat we willen en nodig hebben

Seminar en conferentie

COPA

Committee of Professional Agricultural Organisations in the European Union

61, rue de Trèves

1040

Brussels

België

200 000,00

48,51 %

Europese landbouw — Europese fototentoonstelling

Visuele productie

AGRYA

Fiatal Gazdák Magyarországi Szövetsége

Váci út 134/C VI. 28.

1138

Budapest

Hongarije

71 240,50

50,00 %

Gebruik van middelen die aan het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn toegewezen — voorbeelden van jonge boeren

Informatieuitwisselingsbezoeken

DSSM-UNIBA

Università degli Studi di Bari-Dipartimento per lo Studio delle Società Mediterranee

Piazza Cesare Battisti 1

70121

Bari

Italië

34 965,00

50,00 %

Voorlichtingscampagne over het nieuwe GLB in Apulië gericht op universiteiten en zakelijke belanghebbenden in de landbouw

Voorlichtingscampagne

DINAMICA

DINAMICA Soc. Cons. a r.l.

Via Bigari 3

40128

Bologna

Italië

45 000,00

49,38 %

Het gemeenschappelijk landbouwbeleid in Emilia-Romagna tussen innovatie en traditie

Voorlichtingscampagne

CEJA

European Council of Young Farmers

Rue Belliard 23A — Boîte 8

1040

Brussels

België

78 377,00

50,00 %

Visie van jonge boeren op de toekomst — Een nieuwe aanpak van interactieve landbouw

Voorlichtingscampagne

Totaal gerichte voorlichtingsacties

2 658 836,71

 


IN EERDERE JAREN TOEGEKENDE EN IN 2009 OPNIEUW VASTGELEGDE SUBSIDIES

Naam aanvrager (afgekort)

Naam aanvrager (voluit)

Adres

Postcode

Plaats

Land

Toegekend bedrag (EUR)

Medefinanciering (%)

Titel/Omschrijving

Cia Grossetto

Confederazione italiana agricoltori di Grosseto

Via Monterosa 130

58100

Grosseto

Italië

65 035,00

49,89 %

„Het nieuwe GLB: mogelijkheden ter bevordering van een concurrerende en duurzame landbouw in Grosseto”

Seminar en conferentie

Cipa-At Umbria

Centro Istruzione Professionale e Assistenza Tecnica della Confederazione Italiana Agricoltori Dell’Umbria

Via Mario Angeloni 1

06125

Perugia

Italië

104 621,53

50,00 %

„Agripolis — Voorlichting over landbouwbeleid en maatschappij”

Seminar en conferentie

Ehne

Ehne

Plaza Simon Bolivar 14

01003

Vitoria-Gasteiz

Spanje

5 497,20

50,00 %

„Uitwisseling van ervaringen onder jonge boeren in Europa. Het GLB als middel om duurzame ontwikkeling tot stand te brengen”

Seminar en conferentie

Totale in eerdere jaren toegekende subsidies

175 153,73

 

Totaal-generaal

2 833 990,44

 

Uitsluitend voor informatieve doeleinden:

IN 2009 TOEGEKENDE, DOCH DOOR DE AANVRAGER IN HETZELFDE JAAR GEANNULEERDE SUBSIDIES (GEEN FINANCIËLE GEVOLGEN)

Naam aanvrager (afgekort)

Naam aanvrager (voluit)

Adres

Postcode

Plaats

Land

Toegekend bedrag (EUR)

Medefinanciering (%)

Titel/Omschrijving

Coldiretti

Confederazione Nazionale Coldiretti

Via XXIV Maggio 43

00187

Roma

Italië

165 233,00

50,00 %

„De nieuwe uitdagingen voor het GLB vanuit financieel gezichtspunt”

Seminar en conferentie

Totale geannuleerde subsidies

165 233,00

 


21.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 132/15


Bericht voor importeurs

Invoer in de EU van tonijn uit Colombia en El Salvador

2010/C 132/05

De Europese Commissie vestigt de aandacht van EU-bedrijven erop dat er gegronde twijfel is ontstaan over de correcte toepassing van de preferentiële regeling en de toepasselijkheid van de oorsprongsbewijzen die in de EU worden aangeboden voor tonijn in blik en bevroren tonijnfilets (de zogenaamde „loins”), ingedeeld onder GS-post 1604 14, uit Colombia en El Salvador.

Bij verschillende onderzoeken is gebleken dat aanzienlijke hoeveelheden tonijn in blik en bevroren tonijnfilet, ingedeeld onder GS-post 1604 14, ten onrechte worden aangegeven als van oorsprong uit Colombia en El Salvador.

Bovendien kan niet worden uitgesloten dat tonijn met gebruikmaking van het systeem van algemene preferenties uit andere landen wordt ingevoerd, zonder dat voldaan wordt aan de daarvoor geldende regels inzake de cumulatie van de oorsprong.

Bij het aangeven van genoemde producten en/of het overleggen van oorsprongsbewijzen dienen daarom de nodige voorzorgsmaatregelen te worden genomen, daar het in het vrije verkeer brengen van die producten in strijd kan zijn met de financiële belangen van de EU en een douaneschuld kan doen ontstaan. Als gevolg hiervan zouden douanerechten kunnen worden nagevorderd overeenkomstig artikel 220, lid 2, onder b), vijfde alinea, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (1).


(1)  PB. L 302 van 19.10.1992, blz. 1.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

21.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 132/16


Liquidatieprocedure

Beslissing (Besluit EHA/662/2010 van 15 maart 2010) tot opening van een liquidatieprocedure ten aanzien van Seguros Mercurio S.A.

(Openbaarmaking op grond van artikel 14 van Richtlijn 2001/17/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de sanering en de liquidatie van verzekeringsondernemingen)

2010/C 132/06

Verzekeringsonderneming

Seguros Mercurio, S.A.

Cl Alfonso Gómez, 45 A

28037 Madrid

ESPAÑA

Datum, inwerkingtreding en aard van de beslissing

Datum

:

15 maart 2010

Inwerkingtreding

:

15 maart 2010

Aard van de beslissing

:

ministerieel besluit

Bevoegde instantie

Ministerie van Economie en Financiën

Titel

:

Minister van Economie en Financiën

Voornaam

:

Elena

Naam

:

Salgado Méndez

Adres

:

Cl Alcalá, 9

28046 Madrid

ESPAÑA

Toezichthoudende autoriteit

Directoraat-generaal Verzekeringen en pensioenfondsen

Titel

:

Directeur-generaal van de dienst Verzekeringen en pensioenfondsen

Voornaam

:

Ricardo

Naam

:

Lozano Aragüés

Adres

:

Po Castellana, 44

28046 Madrid

ESPAÑA

Aangewezen liquidateur

Consorcio de Compensación de Seguros

Titel:

Directeur-generaal

Voornaam:

Ignacio

Naam:

Machetti Bermejo

Adres:

Po Castellana, 44

28046 Madrid

ESPAÑA

Tel.

+34 913395500

Fax

+34 913395678

E-mail:

actividadliquidadora@consorseguros.es

Toepasselijk recht

Spaans recht

Real Decreto Legislativo 6/2004, de 29 de diciembre, por el que se aprueba el Texto Refundido de la Ley de Ordenación y Supervisión de los Seguros Privados.

Real Decreto Legislativo 7/2004, de 29 de diciembre de 2004, por el que se aprueba el Texto Refundido del Estatuto Legal del Consorcio de Compensación de Seguros.

Real Decreto 2020/1986, de 22 de agosto de 1986 por el que se aprueba el Reglamento de Funcionamiento de la Comisión Liquidadora de Entidades Aseguradoras.


V Adviezen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Europese Commissie

21.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 132/17


Mededeling van de minister van Economische Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden op grond van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

2010/C 132/07

De minister van Economische Zaken deelt mee dat een aanvraag voor een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen is ontvangen voor een gebied, genaamd Hemelum.

Het aangevraagde gebied ligt in de provincie Friesland en wordt begrensd door de rechte lijnen tussen de puntenparen A-B, B-C, C-D, D-E, E-F, F-G, G-H, H-I, I-J, J-K, K-L, L-M, M-N, N-O, O-P, P-Q, Q-R, R-S, S-T, T-U en U-A.

De coördinaten van de vermelde punten zijn:

Punt

X

Y

A

151 275,00

565 000,00

B

165 000,00

565 000,00

C

180 637,50

565 000,00

D

179 050,00

564 000,00

E

174 450,00

559 650,00

F

167 525,00

550 570,00

G

172 746,50

545 447,70

H

169 310,00

540 380,00

I

167 193,00

538 089,00

J

165 603,00

538 059,00

K

160 102,00

540 480,00

L

157 527,00

539 778,00

M

154 614,00

541 169,00

N

152 050,00

544 069,00

O

153 237,00

545 873,00

P

155 538,00

547 332,00

Q

154 835,00

550 837,00

R

155 786,00

551 727,00

S

154 947,00

557 285,00

T

155 404,00

558 703,00

U

153 145,00

56 366,00

De ligging van bovengenoemde punten is uitgedrukt in geografische coördinaten berekend volgens het stelsel van de Rijks Driehoeksmeting (RD).

Op basis van deze grensbeschrijving is de oppervlakte 450,4 km2.

De minister van Economische Zaken nodigt hierbij eenieder uit tot het indienen van een concurrerende aanvraag voor een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen voor het gebied dat wordt begrensd door voornoemde punten en coördinaten, onder verwijzing naar de in de aanhef genoemde Richtlijn en artikel 15 van de Mijnbouwwet (Stb. 2002, nr. 542).

De minister van Economische Zaken is voor de verlening van de vergunning bevoegd gezag. De criteria, voorwaarden en eisen, genoemd in de artikelen 5.1, 5.2 en 6.2 van de hierboven genoemde Richtlijn, zijn uitgewerkt in de Mijnbouwwet (Stb. 2002, nr. 542).

Aanvragen kunnen worden ingediend gedurende 13 weken na de publicatie van deze uitnodiging in het Publicatieblad van de Europese Unie en dienen gericht te zijn aan:

De minister van Economische Zaken

ter attentie van J.C. De Groot, directeur Energiemarkt

ALP/562

Bezuidenhoutseweg 30

Postbus 20101

2500 EC Den Haag

NEDERLAND

Aanvragen die na afloop van deze termijn zijn ontvangen, zullen niet in behandeling worden genomen.

De beslissing op de aanvragen wordt uiterlijk twaalf maanden na afloop van deze termijn genomen.

Nadere informatie is verkrijgbaar bij de heer E.J. Hoppel, onder telefoonnummer: +31 703797088.


21.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 132/19


Mededeling van de minister van Economische Zaken van het Koninkrijk der Nederlanden op grond van artikel 3, lid 2, van Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen

2010/C 132/08

De minister van Economische Zaken deelt mee dat een aanvraag voor een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen is ontvangen voor het blok T1, zoals is aangegeven op de kaart, die als bijlage 3 is gevoegd bij de Mijnbouwregeling (Stcrt. 2002, nr. 245), welk blokdeel zal worden genoemd F13b.

De minister van Economische Zaken nodigt hierbij eenieder uit tot het indienen van een concurrerende aanvraag voor een opsporingsvergunning voor koolwaterstoffen voor het blok T1 van het Nederlands continentaal plat, onder verwijzing naar de in de aanhef genoemde Richtlijn en artikel 15 van de Mijnbouwwet (Stb. 2002, nr.542).

De oppervlakte van blok T1 bedraagt 1,3 km2.

De minister van Economische Zaken is voor de verlening van de vergunning bevoegd gezag. De criteria, voorwaarden en eisen, genoemd in de artikelen 5.1, 5.2 en 6.2 van de hierboven genoemde Richtlijn, zijn uitgewerkt in de Mijnbouwwet (Stb. 2002, nr. 542).

Aanvragen kunnen worden ingediend gedurende 13 weken na de publicatie van deze uitnodiging in het Publicatieblad van de Europese Unie en dienen gericht te zijn aan:

De minister van Economische Zaken

ter attentie van J.C. De Groot, directeur Energiemarkt

ALP/562

Bezuidenhoutseweg 30

Postbus 20101

2500 EC Den Haag

NEDERLAND

Aanvragen die na afloop van deze termijn zijn ontvangen, zullen niet in behandeling worden genomen.

De beslissing op de aanvragen wordt uiterlijk twaalf maanden na afloop van deze termijn genomen.

Nadere informatie is verkrijgbaar bij dhr. E.J. Hoppel, onder telefoonnummer: +31 703797088.


Rectificaties

21.5.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 132/20


Rectificatie van de voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5740 — Gazprom/A2A/JV)

(Deze tekst annuleert en vervangt de tekst die is bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie C 126 van 18 mei 2010, blz. 16 )

2010/C 132/09

 

„Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.5740 — Gazprom/A2A/JV)

(Voor de EER relevante tekst)

1.

Op 7 mei 2010 heeft de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) ontvangen. Hierin is meegedeeld dat Gazprom Germania GmbH („Gazprom Germania”, Duitsland), die onder de uiteindelijke zeggenschap staat van OAO Gazprom („Gazprom”, Rusland), en A2A Spa („A2A”, Italië) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van de EG-concentratieverordening de gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over PremiumGas S.p.A. („PremiumGas”, Italië) door de verwerving van aandelen in een gemeenschappelijke onderneming.

2.

De activiteiten van de betrokken ondernemingen zijn:

Gazprom Germania: verkoop van gas in Europa en in het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS) (2) en aanleg van gasinfrastructuur;

A2A: levering van elektriciteit, gas en stadsverwarming, alsook afvalverwerking, voornamelijk in Italië;

PremiumGas: levering van aardgas in Italië.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Europese Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van de EG-concentratieverordening kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Europese Commissie verzoekt belanghebbenden haar hun eventuele opmerkingen over de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Europese Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van de oorspronkelijke bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per faxbericht (+32 22964301), per email naar COMP-MERGER-REGISTRY@ec.europa.eu of per post, onder vermelding van zaaknummer COMP/M.5740 — Gazprom/A2A/JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

1049 Brussel

BELGIË


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1 (de „EG-concentratieverordening”).

(2)  De GOS-landen zijn Armenië, Azerbeidzjan, Belarus, Kazachstan, Kirgizstan, Moldavië, Oekraïne, Oezbekistan, Rusland, Tadzjikistan en Turkmenistan.”