ISSN 1725-2474 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 74 |
|
![]() |
||
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
52e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
II Mededelingen |
|
|
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Commissie |
|
2009/C 074/01 |
||
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Commissie |
|
2009/C 074/02 |
||
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN |
|
2009/C 074/03 |
Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 98/37/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende machines ( 1 ) |
|
|
V Bekendmakingen |
|
|
BESTUURLIJKE PROCEDURES |
|
|
Commissie |
|
2009/C 074/04 |
||
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
Commissie |
|
2009/C 074/05 |
Steunmaatregelen van de staten — Hongarije — Steunmaatregel C 1/09 (ex NN 69/08) — Vermeende steun voor MOL — Uitnodiging overeenkomstig artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag om opmerkingen te maken ( 1 ) |
|
|
ANDERE BESLUITEN |
|
|
Commissie |
|
2009/C 074/06 |
||
2009/C 074/07 |
||
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
II Mededelingen
MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE
Commissie
28.3.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 74/1 |
Mededeling van de Commissie tot vaststelling van de voor de tweede helft van 2009 beschikbare hoeveelheid voor bepaalde producten in de sector melk en zuivelproducten in het kader van bepaalde door de Gemeenschap geopende contingenten
(2009/C 74/01)
Bij de toewijzing van de invoercertificaten voor de eerste helft van 2009 voor bepaalde bij Verordening (EG) nr. 2535/2001 van de Commissie (1) vastgestelde tariefcontingenten, zijn invoercertificaten aangevraagd voor kleinere hoeveelheden dan die welke voor de betrokken producten beschikbaar zijn. Bijgevolg moet voor ieder betrokken contingent de voor de periode van 1 juli tot en met 31 december 2009 beschikbare hoeveelheid worden berekend, rekening houdend met de niet toegewezen hoeveelheden in het kader van Verordening (EG) nr. 1224/2008 van de Commissie (2) (van 9 december 2008 tot vaststelling van de mate waarin de aanvragen van certificaten voor de invoer van bepaalde zuivelproducten die in november 2008 in het kader van bepaalde bij Verordening (EG) nr. 2535/2001 geopende tariefcontingenten zijn ingediend, kunnen worden aanvaard) en met de aanvragen voor certificaten voor de invoer van boter van oorsprong uit Nieuw-Zeeland die in de eerste 10 dagen van november 2008 in het kader van de contingenten met de volgnummers 09.4195 en 09.4182 zijn ingediend.
De beschikbare hoeveelheden voor de periode van 1 juli tot en met 31 december 2009 voor de tweede helft van het invoerjaar voor bepaalde in Verordening (EG) nr. 2535/2001 van de Commissie vastgestelde tariefcontingenten, zijn hieronder aangegeven.
(1) PB L 341 van 22.12.2001, blz. 29.
(2) PB L 331 van 10.12.2008, blz. 5.
BIJLAGE
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE
Commissie
28.3.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 74/3 |
Wisselkoersen van de euro (1)
27 maart 2009
(2009/C 74/02)
1 euro=
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,3295 |
JPY |
Japanse yen |
129,91 |
DKK |
Deense kroon |
7,449 |
GBP |
Pond sterling |
0,9285 |
SEK |
Zweedse kroon |
10,8935 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,5189 |
ISK |
IJslandse kroon |
|
NOK |
Noorse kroon |
8,8 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
27,225 |
EEK |
Estlandse kroon |
15,6466 |
HUF |
Hongaarse forint |
304,37 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,7096 |
PLN |
Poolse zloty |
4,6483 |
RON |
Roemeense leu |
4,2515 |
TRY |
Turkse lira |
2,2222 |
AUD |
Australische dollar |
1,923 |
CAD |
Canadese dollar |
1,6446 |
HKD |
Hongkongse dollar |
10,3041 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
2,3312 |
SGD |
Singaporese dollar |
2,016 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 792,41 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
12,73 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
9,0838 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,4705 |
IDR |
Indonesische roepia |
15 285,26 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,8061 |
PHP |
Filipijnse peso |
64,08 |
RUB |
Russische roebel |
44,7692 |
THB |
Thaise baht |
47,024 |
BRL |
Braziliaanse real |
3,0178 |
MXN |
Mexicaanse peso |
19,1149 |
INR |
Indiase roepie |
67,333 |
Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
28.3.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 74/4 |
Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 98/37/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende machines
(Voor de EER relevante tekst)
(Bekendmaking van titels en referentienummers van geharmoniseerde normen in het kader van de richtlijn)
(2009/C 74/03)
ENO (1) |
Referentienummer en titel van de norm (en referentie document) |
Eerste bekendmaking PB |
Referentie-nummer van de vervangen norm |
Datum waarop het vermoeden van overeenstemming ten aanzien van de vervangen norm vervalt (Noot 1) |
CEN |
EN 81-3:2000 + A1:2008 Veiligheidsregels voor het vervaardigen en het aanbrengen van liften — Deel 3: Elektrische en hydraulische klein-goederenliften |
28.1.2009 |
EN 81-3:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 81-40:2008 Veiligheidsregels voor het vervaardigen en het aanbrengen van liften — Bijzondere liften voor het vervoer van personen en goederen — Deel 40: Trapliften en hefplateaus met hellende baan bedoeld voor gehandicapte personen |
Dit is de eerste bekendmaking |
— |
|
CEN |
EN 115-1:2008 Veiligheid van roltrappen en rolpaden — Deel 1: Vervaardiging en aanbrengen |
28.1.2009 |
EN 115:1995 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 201:1997 Machines voor rubber en kuntstoffen — Spuitgietmachines — Veiligheidseisen |
4.6.1997 |
— |
|
EN 201:1997/A1:2000 |
20.5.2000 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.8.2000) |
|
EN 201:1997/A2:2005 |
31.12.2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.1.2006) |
|
CEN |
EN 280:2001 Hoogwerkers — Ontwerpberekeningen — Stabiliteitscriteria — Constructie — Veiligheid — Inspecties en beproevingen |
14.6.2002 |
— |
|
EN 280:2001/A1:2004 |
2.8.2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (2.8.2006) |
|
CEN |
EN 289:2004 + A1:2008 Machines voor kunststoffen en rubber — Persen — Veiligheidseisen |
28.1.2009 |
EN 289:2004 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 349:1993 + A1:2008 Veiligheid van machines;Minimumafstanden ter voorkoming van het bekneld raken van menselijke lichaamsdelen |
22.8.2008 |
EN 349:1993 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 378-2:2008 Koelsystemen en warmtepompen — Veiligheids- en milieu-eisen — Deel 2: Ontwerp, constructie, beproeven, merken en documentatie |
22.8.2008 |
— |
|
CEN |
EN 415-1:2000 Veiligheid van verpakkingsmachines — Deel 1: Terminologie en indeling van verpakkingsmachines en toebehoren |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 415-2:1999 Veiligheid van machines — Deel 2: Verpakkingsmachines voor voorgevormde vormvaste verpakkingen |
20.5.2000 |
— |
|
CEN |
EN 415-3:1999 Veiligheid van verpakkingsmachines — Deel 3: Vorm-, vul-, en sluitmachines |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 415-4:1997 Veiligheid van verpakkingsmachines — Deel 4: Palletiseer- en depalletiseermachines |
4.6.1997 |
— |
|
CEN |
EN 415-5:2006 Veiligheid van verpakkingsmachines — Deel 5: Productwikkelmachines |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 415-6:2006 Veiligheid van verpakkingsmachines — Deel 6: Palletwikkelmachines |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 415-7:2006 + A1:2008 Veiligheid van verpakkingsmachines — Deel 7: Verpakkingsmachines voor verzamel- en secundaire verpakkingen |
28.1.2009 |
EN 415-7:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 415-8:2008 Veiligheid van verpakkingsmachines — Deel 8: Omsnoeringsmachines |
24.6.2008 |
— |
|
CEN |
EN 422:1995 Machines voor rubber en kunststoffen — Veiligheid — Matrijsblaasmachines voor het vervaardigen van holle producten — Eisen voor het ontwerp en de constructie |
8.8.1996 |
— |
|
CEN |
EN 453:2000 Machines voor de voedselbereiding — Deegmengers en kneders — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
10.3.2001 |
— |
|
CEN |
EN 454:2000 Machines voor de voedselbereiding — Planetaire mengers — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
10.3.2001 |
— |
|
CEN |
EN 474-1:2006 Grondverzetmachines — Veiligheid — Deel 1: Algemene eisen |
8.5.2007 |
EN 474-1:1994 |
Datum verstreken (30.11.2008) |
CEN |
EN 474-2:2006 + A1:2008 Grondverzetmachines — Veiligheid — Deel 2: Eisen voor bulldozers |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 474-2:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 474-3:2006 Grondverzetmachines — Veiligheid — Deel 3: Eisen voor laadschoppen |
8.5.2007 |
EN 474-3:1996 |
Datum verstreken (30.11.2008) |
CEN |
EN 474-4:1996 Grondverzetmachines — Veiligheid — Deel 4: Eisen voor graaflaadcombinaties |
15.10.1996 |
— |
|
CEN |
EN 474-5:1996 Grondverzetmachines — Veiligheid — Deel 5: Eisen voor hydraulische graafmachines |
15.10.1996 |
— |
|
EN 474-5:1996/AC:1997 |
|
|
|
|
CEN |
EN 474-6:2006 Grondverzetmachines — Veiligheid — Deel 6: Eisen voor zelfrijdende dumpers en motorkipwagens |
8.5.2007 |
EN 474-6:1996 |
Datum verstreken (30.11.2008) |
CEN |
EN 474-7:2006 Grondverzetmachines — Veiligheid — Deel 7: Eisen voor scrapers |
8.5.2007 |
EN 474-7:1998 |
Datum verstreken (30.11.2008) |
CEN |
EN 474-8:2006 Grondverzetmachines — Veiligheid — Deel 8: Eisen voor graders |
8.5.2007 |
EN 474-8:1998 |
Datum verstreken (30.11.2008) |
CEN |
EN 474-9:2006 Grondverzetmachines — Veiligheid — Deel 9: Eisen voor pijpleggers |
8.5.2007 |
EN 474-9:1998 |
Datum verstreken (30.11.2008) |
CEN |
EN 474-10:2006 Grondverzetmachines — Veiligheid — Deel 10: Eisen voor sleufgravers |
8.5.2007 |
EN 474-10:1998 |
Datum verstreken (30.11.2008) |
CEN |
EN 474-11:2006 + A1:2008 Grondverzetmachines — Veiligheid — Deel 11: Eisen voor aarde- en vuilverdichters |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 474-11:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 474-12:2006 + A1:2008 Grondverzetmachines — Veiligheid — Deel 12: Eisen voor graafmachines voor leidingen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 474-12:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 500-1:2006 Mobiele wegenbouwmachines — Veiligheid — Deel 1: Algemene eisen |
8.5.2007 |
EN 500-1:1995 |
Datum verstreken (30.11.2008) |
CEN |
EN 500-2:2006 + A1:2008 Mobiele wegenbouwmachines — Veiligheid — Deel 2: Bijzondere eisen voor wegen-freesmachines |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 500-2:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 500-3:2006 + A1:2008 Mobiele wegenbouwmachines — Veiligheid — Deel 3: Bijzondere eisen voor machines voor de bodemstabilisatie |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 500-3:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 500-4:1995 Mobiele wegenbouwmachines — Veiligheid — Deel 4: Specifieke eisen voor verdichtingsmachines |
14.2.1996 |
— |
|
CEN |
EN 500-6:2006+A1:2008 Mobiele wegenbouwmachines — Veiligheid — Deel 6: Bijzondere eisen voor afwerkingsmachines |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 500-6:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 528:2008 Railgebonden stellingbedieningsapparatuur — Veiligheidseisen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 528:1996 |
31.12.2009 |
CEN |
EN 536:1999 Wegenbouwmachines — Asfaltmenginstallaties — Veiligheideisen |
5.11.1999 |
— |
|
CEN |
EN 547-1:1996 + A1:2008 Veiligheid van machines — Menselijke lichaamsafmetingen — Deel 1: Principes voor de bepaling van de vereiste afmetingen van toegangsopeningen in machines voor het gehele lichaam |
28.1.2009 |
EN 547-1:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 547-2:1996 + A1:2008 Veiligheid van machines — Menselijke lichaamsafmetingen — Deel 2: Principes voor de bepaling van de vereiste afmetingen van toegangsopeningen |
28.1.2009 |
EN 547-2:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 547-3:1996 + A1:2008 Veiligheid van machines — Menselijke lichaamsafmetingen — Deel 3: Antropometrische gegevens |
28.1.2009 |
EN 547-3:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 574:1996 + A1:2008 Veiligheid van machines — Tweehandenbediening — Functionele aspecten — Grondslagen voor het ontwerp |
22.8.2008 |
EN 574:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 609-1:1999 Landbouw- en bosbouwmachines — Veiligheid van houtkloofmachines — Deel 1: Wigkloofmachines |
11.6.1999 |
— |
|
EN 609-1:1999/A1:2003 |
31.12.2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
CEN |
EN 609-2:1999 Landbouw- en bosbouwmachines — Houtkloofmachines — Veiligheid — Deel 2: Schroefkloofmachine |
15.4.2000 |
— |
|
CEN |
EN 614-1:2006 Veiligheid van machines — Ergonomische ontwerpprincipes — Deel 1: Terminologie en algemene principes |
8.5.2007 |
EN 614-1:1995 |
Datum verstreken (8.5.2007) |
CEN |
EN 614-2:2000 + A1:2008 Veiligheid van machines — Ergonomische ontwerpprincipes — Deel 2: Interactie tussen het ontwerp van machines en werktaken |
28.1.2009 |
EN 614-2:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 617:2001 Transporteurs — Veiligheids- en EMC-eisen voor installaties voor opslag van stortgoed in silo's, bunkers, voorraadbakken en trechters |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 618:2002 Transporteurs — Veiligheids- en EMC-eisen voor stortgoedtransporteurs met uitzondering van vast opgestelde bandtransporteurs |
24.6.2003 |
— |
|
CEN |
EN 619:2002 Transporteurs — Veiligheids- en EMC-eisen voor stukgoedtransporteurs van transporteenheden |
14.8.2003 |
— |
|
CEN |
EN 620:2002 Stuk- en stortgoedtransporteurs — Veiligheids- en EMC-eisen voor vast opgestelde bandtransporteurs voor stortgoed |
24.6.2003 |
— |
|
CEN |
EN 626-1:1994 + A1:2008 Veiligheid van machines — Verlaging van de gezondheidsrisico's ten gevolge van gevaarlijke stoffen, afkomstig van machines — Deel 1: Grondbeginselen en specificaties voor fabrikanten van machines |
28.1.2009 |
EN 626-1:1994 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 626-2:1996 + A1:2008 Veiligheid van machines — Verlaging van de gezondheidsrisico's ten gevolge van gevaarlijke stoffen, afkomstig van machines — Deel 2: Methodiek voor het opstellen van verificatieprocedures |
22.8.2008 |
EN 626-2:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 627:1995 Specificatie van de gegevensregistratie en de bewaking van personen liften, roltrappen en rolwanden |
28.11.1996 |
— |
|
CEN |
EN 632:1995 Landbouwmachines — Maaidorsers en veldhakselaars — Veiligheid |
8.8.1996 |
— |
|
CEN |
EN 690:1994 Landbouwmachines — Stalmeststrooiers — Veiligheid |
1.7.1995 |
— |
|
CEN |
EN 692:2005 Gereedschapsmachines — Veiligheid — Mechanische persen |
2.8.2006 |
EN 692:1996 |
Datum verstreken (2.8.2006) |
CEN |
EN 693:2001 Gereedschapswerktuigen — Veiligheid — Hydraulische persen |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 703:2004 Landbouwmachines — Machines om kuilvoer te laden, temengen en/of te verdelen — Veiligheid |
31.12.2005 |
EN 703:1995 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
CEN |
EN 704:1999 Landbouwmachines — Opraappersen — Veiligheid |
11.6.1999 |
— |
|
CEN |
EN 706:1996 Landbouwmachines — Snoeimachines voor de uitlopers van druivenstokken — Veiligheid |
22.3.1997 |
— |
|
CEN |
EN 707:1999 Landbouwmachines — Mengmestverspreiders — Veiligheid |
5.11.1999 |
— |
|
CEN |
EN 708:1996 Landbouwmachines — Aangedreven grondbewerkingsmachines — Veiligheid |
8.5.1997 |
— |
|
EN 708:1996/A1:2000 |
16.6.2000 |
Noot 3 |
Datum verstreken (30.9.2000) |
|
CEN |
EN 709:1997 Land- en bosbouwmachines — Eénassige trekkers met direct aangedreven cultivatoren — Veiligheid |
23.10.1997 |
— |
|
EN 709:1997/A1:1999 |
15.4.2000 |
Noot 3 |
Datum verstreken (15.4.2000) |
|
CEN |
EN 710:1997 Veiligheidseisen voor toestellen, installaties en verwante inrightingen waarmee gietvormen en -kernen worden gemaakt |
13.3.1998 |
— |
|
CEN |
EN 741:2000 Transporteurs — Veiligheidseisen voor systemen en hun componenten voor pneumatisch transport van stortgoed |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 745:1999 Landbouwmachines — Cirkelmaaiers en klepelmaaiers — Veiligheid |
11.6.1999 |
— |
|
CEN |
EN 746-1:1997 Industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen — Deel 1: Algemene veiligheidseisen |
4.6.1997 |
— |
|
CEN |
EN 746-2:1997 Industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen — Deel 2: Veiligheidseisen voor verbrandings- en brandstofsystemen |
4.6.1997 |
— |
|
CEN |
EN 746-3:1997 Industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen — Deel 3: Veiligheidseisen voor de productie en het gebruik van bescherm- en reactiegassen |
4.6.1997 |
— |
|
CEN |
EN 746-4:2000 Industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen — Deel 4: Bijzondere veiligheidseisen voor dompelverzinkinstallaties |
16.6.2000 |
— |
|
CEN |
EN 746-5:2000 Industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen — Deel 5: Bijzondere veiligheidseisen voor zoutbad-installaties |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 746-8:2000 Industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen — Deel 8: Bijzondere veiligheidseisen voor afschrikapparatuur |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 774:1996 Tuingereedschap — Draagbare, aangedreven heggescharen — Veiligheid |
15.10.1996 |
— |
|
EN 774:1996/A1:1997 |
8.5.1997 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.8.1997) |
|
EN 774:1996/A2:1997 |
23.10.1997 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.1997) |
|
EN 774:1996/A3:2001 |
27.11.2001 |
Noot 3 |
Datum verstreken (27.11.2001) |
|
CEN |
EN 786:1996 Tuingereedschap — Elektrisch aangedreven handgeleide graskantenmaaiers en graskantensnijders — Mechanische veiligheid |
15.10.1996 |
— |
|
EN 786:1996/A1:2001 |
27.11.2001 |
Noot 3 |
Datum verstreken (27.11.2001) |
|
EN 786:1996/AC:1996 |
|
|
|
|
CEN |
EN 791:1995 Boorinstallaties — Veiligheidseisen |
8.8.1996 |
— |
|
CEN |
EN 792-1:2000 + A1:2008 Handgereedschap met niet-elektrische aandrijving — Veiligheidseisen — Deel 1: Montagegereedschap voor bevestigingsmiddelen zonder schroefdraad |
28.1.2009 |
EN 792-1:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 792-2:2000 + A1:2008 Handgereedschap met niet-elektrische aandrijving — Veiligheidseisen — Deel 2: Knip- en krimpgereedschap |
28.1.2009 |
EN 792-2:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 792-3:2000 + A1:2008 Handgereedschap met niet-elektrische aandrijving — Veiligheidseisen — Deel 3: Boor- en tapmachines |
28.1.2009 |
EN 792-3:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 792-4:2000 + A1:2008 Handgereedschap met niet-elektrische aandrijving — Veiligheidseisen — Deel 4: Slaggereedschap |
28.1.2009 |
EN 792-4:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 792-5:2000 + A1:2008 Handgereedschap met niet-elektrische aandrijving — Veiligheidseisen — Deel 5: Slagboormachines |
28.1.2009 |
EN 792-5:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 792-6:2000 + A1:2008 Handgereedschap met niet-elektrische aandrijving — Veiligheidseisen — Deel 6: Montagegereedschap voor bevestigingsmiddelen met schroefdraad |
28.1.2009 |
EN 792-6:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 792-7:2001 + A1:2008 Handgereedschap met niet-elektrische aandrijving — Veiligheidseisen — Deel 7: Slijpmachines |
28.1.2009 |
EN 792-7:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 792-8:2001 + A1:2008 Handgereedschap met niet-elektrische aandrijving — Veiligheidseisen — Deel 8: Schijfschuurmachines en polijstmachines |
28.1.2009 |
EN 792-8:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 792-9:2001 + A1:2008 Handgereedschap met niet-elektrische aandrijving — Veiligheidseisen — Deel 9: Slijpmachines met opgespannen slijpstenen |
28.1.2009 |
EN 792-9:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 792-10:2000 + A1:2008 Handgereedschap met niet-elektrische aandrijving — Veiligheidseisen — Deel 10: Persen |
28.1.2009 |
EN 792-10:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 792-11:2000 + A1:2008 Handgereedschap met niet-elektrische aandrijving — Veiligheidseisen — Deel 11: Plaatscharen en knabbelscharen |
28.1.2009 |
EN 792-11:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 792-12:2000 + A1:2008 Handgereedschap met niet-elektrische aandrijving — Veiligheidseisen — Deel 12: Kleine cirkelzagen, kleine decoupeerzagen en oscillerende zagen |
28.1.2009 |
EN 792-12:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 792-13:2000 + A1:2008 Handgereedschap met niet-elektrische aandrijving — Veiligheidseisen — Deel 13: Nietmachines |
28.1.2009 |
EN 792-13:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 809:1998 Pompen en pompeenheden voor vloeistoffen — Algemene veiligheidseisen |
15.10.1998 |
— |
|
EN 809:1998/AC:2001 |
|
|
|
|
CEN |
EN 815:1996 + A2:2008 Veiligheid van niet-afgeschermde machines voor het boren van tunnels en machines zonder aandrijfas voor het boren in rotsen — Veiligheidseisen |
28.1.2009 |
EN 815:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 818-1:1996 + A1:2008 Kortschalmige kettingen voor hijsdoeleinden — Veiligheid — Deel 1: Algemene acceptatievoorwaarden |
22.8.2008 |
EN 818-1:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 818-2:1996 + A1:2008 Kortschalmige kettingen voor hijsdoeleinden — Veiligheid — Deel 2: Kettingen met middelmatige tolerantie voor kettingsamenstellen — Klasse 8 |
22.8.2008 |
EN 818-2:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 818-3:1999 + A1:2008 Kortschalmige kettingen voor hijsdoeleinden — Veiligheid — Deel 3: Kettingen met middelmatige tolerantie voor kettingsamenstellen — Kwaliteitsklasse 4 |
22.8.2008 |
EN 818-3:1999 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 818-4:1996 + A1:2008 Kortschalmige kettingen voor hijsdoeleinden — Veiligheid — Deel 4: Kettingsamenstellen — Klasse 8 |
22.8.2008 |
EN 818-4:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 818-5:1999 + A1:2008 Kortschalmige kettingen voor hijsdoeleinden — Veiligheid — Deel 5: Kettingsamenstellen — Kwaliteitsklasse 4 |
22.8.2008 |
EN 818-5:1999 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 818-6:2000 + A1:2008 Kortschalmige kettingen voor hijsdoeleinden — Veiligheid — Deel 6: Kettingsamenstellen — Specificatie voor informatie voor gebruik en onderhoud te verstrekken door de fabrikant |
22.8.2008 |
EN 818-6:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 818-7:2002 + A1:2008 Kortschalmige kettingen voor hijsdoeleinden — Veiligheid — Deel 7: Kettingen met een kleine tolerantie voor takels, Kwaliteitsklasse T (type T, DAT en DT) |
22.8.2008 |
EN 818-7:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 836:1997 Tuingereedschap — Door een aangedreven grasmaaiers — Veiligheid |
4.6.1997 |
— |
|
EN 836:1997/A1:1997 |
13.3.1998 |
Noot 3 |
Datum verstreken (30.4.1998) |
|
EN 836:1997/A2:2001 |
27.11.2001 |
Noot 3 |
Datum verstreken (27.11.2001) |
|
EN 836:1997/A3:2004 |
31.12.2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
EN 836:1997/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN 842:1996 + A1:2008 Veiligheid van machines — Visuele gevaarsignalen — Algemene eisen, ontwerpprincipes en beproevingsmethoden |
28.1.2009 |
EN 842:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 848-1:2007 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Freesmachines voor éénzijdige bewerking met draaiend gereedschap — Deel 1: Freesmachines met één verticale as |
6.11.2007 |
EN 848-1:1998 |
Datum verstreken (31.8.2008) |
CEN |
EN 848-2:2007 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Freesmachines voor éénzijdige bewerking met draaiend gereedschap — Deel 2: Eénassige bovenfreesmachines met handmatige of gemechaniseerde voeding |
6.11.2007 |
EN 848-2:1998 |
Datum verstreken (31.8.2008) |
CEN |
EN 848-3:1999 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Freesmachines voor éénzijdige bewerking met draaiend gereedschap — Deel 3: Numeriek bestuurde boor- en freesmachines |
15.4.2000 |
— |
|
Waarschuwing: Wat de kenmerken van en de materiaalkeuze voor beschermingsgordijnen, met name lamellengordijnen, betreft, heeft deze publicatie geen betrekking op de paragrafen 5.2.7.1.2.b, eerste tot en met zesde alinea, van deze norm; de toepassing hiervan geeft geen vermoeden van overeenstemming met de fundamentele veiligheids- en gezondheidsvoorschriften 1.3.2, 1.3.3 en 1.4.1 van bijlage I bij Richtlijn 98/37/EG in samenhang met het fundamenteel veiligheids- en gezondheidsvoorschriften 1.1.2.a van die bijlage. |
||||
CEN |
EN 859:2007 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Vlakbanken met handvoeding |
24.6.2008 |
EN 859:1997 |
Datum verstreken (31.12.2008) |
CEN |
EN 860:2007 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Vandiktebanken voor éénzijdige bewerking |
6.11.2007 |
EN 860:1997 |
30.6.2010 |
CEN |
EN 861:2007 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Gecombineerde vlak- en vandiktebanken |
6.11.2007 |
EN 861:1997 |
30.6.2010 |
CEN |
EN 869:2006 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor onder hoge druk werken de gietmachines voor metalen |
8.5.2007 |
EN 869:1997 |
Datum verstreken (8.5.2007) |
CEN |
EN 894-1:1997 + A1:2008 Veiligheid van machines — Ergonomische eisen voor het ontwerpen van informatie- en bedieningsmiddelen — Deel 1: Algemene beginselen voor de interactie tussen de mens en informatie- en bedieningsmiddelen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 894-1:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 894-2:1997 + A1:2008 Veiligheid van machines — Ergonomische eisen voor het ontwerpen van informatie- en bedieningsmiddelen — Deel 1: Algemene beginselen voor de interactie tussen de mens en informatie- en bedieningsmiddelen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 894-2:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 894-3:2000 + A1:2008 Veiligheid van machines — Ergonomische eisen voor het ontwerpen van informatie- en bedieningsmiddelen — Deel 3: Bedieningsmiddelen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 894-3:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 907:1997 Land- en bosbouwmachines — Veldspuiten voor gewasbeschermingsmiddelen en voor vloeibare kunstmest — Veiligheid |
23.10.1997 |
— |
|
CEN |
EN 908:1999 Veiligheidseisen voor land- en bosbouwmachines — Regeninstallaties met haspel |
11.6.1999 |
— |
|
CEN |
EN 909:1998 Land- en bosbouwmachines — Zelfrijdende, draaiende boominstallaties en regenmachines — Veiligheid |
11.6.1999 |
— |
|
CEN |
EN 930:1997 Machines voor de fabricage van schoeisel, leer- en kunstleerproducten — Machines voor opruwen, schuren, glanzen en kantafwerking — Veiligheidseisen |
13.3.1998 |
— |
|
EN 930:1997/A1:2004 |
31.12.2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
CEN |
EN 931:1997 Machines voor de fabricage van schoeisel — Leestmachines -Veiligheidseisen |
13.3.1998 |
— |
|
EN 931:1997/A1:2004 |
31.12.2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
CEN |
EN 940:1997 Houtbewerkingsmachines — Veiligheid — Gecombineerde houtbewerkingsmachines |
23.10.1997 |
— |
|
EN 940:1997/AC:1997 |
|
|
|
|
CEN |
EN 953:1997 Veiligheid van machines — Afscherming — Algemene eisen voor het ontwerp en de constructie van vaste en beweegbare afschermingen |
13.3.1998 |
— |
|
CEN |
EN 972:1998 Leerbewerkingsmachines — Machines met invoerwalsen — Veiligheidseisen |
15.10.1998 |
— |
|
CEN |
EN 981:1996 + A1:2008 Veiligheid van machines;Systeem van akoestische en optische gevaarsignalen en informatieve signalen |
28.1.2009 |
EN 981:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 982:1996 + A1:2008 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor hydraulische en pneumatische systemen en hun componenten — Hydrauliek |
28.1.2009 |
EN 982:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 983:1996 + A1:2008 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor hydraulische en pneumatische systemen en hun onderdelen — Pneumatiek |
28.1.2009 |
EN 983:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 996:1995 Funderingsmachines — Veiligheidseisen |
15.10.1996 |
— |
|
EN 996:1995/A1:1999 |
11.6.1999 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.7.1999) |
|
EN 996:1995/A2:2003 |
20.4.2004 |
Noot 3 |
Datum verstreken (20.4.2004) |
|
EN 996:1995/A1:1999/AC:1999 |
|
|
|
|
CEN |
EN 999:1998 + A1:2008 Veiligheid van machines — De plaatsing van beveiligingsinrichtingen in verband met naderingssnelheden van lichaamsdelen |
28.1.2009 |
EN 999:1998 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1005-1:2001 + A1:2008 Veiligheid van machines — Menselijke fysieke belasting — Deel 1: Termen en definities |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 1005-1:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1005-2:2003 + A1:2008 Veiligheid van machines — Menselijke fysieke belasting — Deel 2: Handmatig hanteren van machines en machine-onderdelen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 1005-2:2003 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1005-3:2002 + A1:2008 Veiligheid van machines — Menselijke fysieke belasting — Deel 3: Aanbevolen maximale krachten bij machinewerkzaamheden |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 1005-3:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1005-4:2005 + A1:2008 Veiligheid van machines — Menselijke fysieke belasting — Deel 4: Evaluatie van werkhoudingen en bewegingen bij machinewerkzaamheden |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 1005-4:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1010-1:2004 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor het ontwerp en het vervaardigen van druk- en papierverwerkingsmachines — Deel 1: Algemene eisen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1010-2:2006 Veiligheidseisen van machines — Veiligheidseisen voor het ontwerp en de constructie van druk- en papierverwerkingsmachines — Deel 2: Druk- en verfmachines inclusief voordrukmachines |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 1010-3:2002 Veiligheid van machines — Veiligheidsvoorschriften voor het ontwerp en de constructie van druk- en papierverwerkingsmachines — Deel 3: Snijmachines |
14.8.2003 |
— |
|
CEN |
EN 1010-4:2004 Veiligheid van machines — Veiligheidsvoorschriften voor het ontwerp en de constructie van druk- en papierverwerkingsmachines — Deel 4: Boekbind-, papierverwerkings- en afwerkingsmachines |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1010-5:2005 Veiligheid van machines — Veiligheidsvoorschriften voor het ontwerp en de constructie van druk- en papierverwerkingsmachines — Deel 5: Machines voor de productie van golfkarton en machines voor de conversie van vlak- en golfkarton |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1012-1:1996 Compressoren en vacuümpompen — Veiligheidseisen — Deel 1: Compressoren |
15.10.1996 |
— |
|
CEN |
EN 1012-2:1996 Compressoren en vacuümpompen — Veiligheidseisen — Deel 2: Vacuumpompen |
15.10.1996 |
— |
|
CEN |
EN 1028-1:2002 + A1:2008 Brandweerpompen — Centrifugaalpompen met aanzuiginrichting — Deel 1: Classificatie — Algemene en veiligheidseisen |
28.1.2009 |
EN 1028-1:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1028-2:2002 + A1:2008 Brandweerpompen — Centrifugaalpompen met ontluchtingsinrichting — Deel 2: Verificatie van algemene en veiligheidseisen |
22.8.2008 |
EN 1028-2:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1032:2003 + A1:2008 Mechanische trillingen — Beproeving van mobiele machines om de trillingsemissiewaarde te bepalen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 1032:2003 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1034-1:2000 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor het ontwerp en de constructie van machines voor de papierfabricage en -afwerking — Deel 1: Algemene eisen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1034-2:2005 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor het ontwerp en de constructie van machines voor de papierfabricage en -afwerking — Deel 2: Ontschorsingsmachine |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 1034-3:1999 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor het ontwerp en de constructie van machines voor de papierfabricage en -afwerking — Deel 3: Opwikkelmachines en rollensnijmachines, meerlagenmachines |
20.5.2000 |
— |
|
CEN |
EN 1034-4:2005 Veiligheidsmachines — Veiligheidseisen voor het ontwerp en de constructie van machines voor papierfabricage en -afwerking — Deel 4: Pulpers en hun laadfaciliteiten |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 1034-5:2005 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor het ontwerp en de constructie van machines voor de papierfabricage en -afwerking — Deel 5: Snijmachines |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 1034-6:2005 Veiligheidsmachines — Veiligheidseisen voor het ontwerp en de constructie van machines voor papierfabricage en -afwerking — Deel 6: Kalanders |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 1034-7:2005 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor het ontwerp en de constructie van machines voor de papiervervaardiging en -afwerking — Deel 7: Verdeelkasten |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1034-13:2005 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor het ontwerp en de constructie van machines voor de papierfabricage en -afwerking — Deel 13: Machines voor het persen van balen en units |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 1034-14:2005 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor het ontwerp en de constructie van machines voor de papierfabricage en -afwerking — Deel 14: Haspelverdeler |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 1034-22:2005 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor het ontwerp en de constructie van machines voor de papierfabricage en -afwerking — Deel 22: Houtvermalers |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1035:1998 Leerbewerkingsmachines — Machines met bewegende platen — Veiligheidseisen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1037:1995 + A1:2008 Veiligheid van machines — Voorkoming van onbedoeld starten |
22.8.2008 |
EN 1037:1995 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1088:1995 + A2:2008 Veiligheid van machines — Blokkeerinrichtingen gekoppeld aan afschermingen — Grondbeginselen voor het ontwerp en de keuze |
28.1.2009 |
EN 1088:1995 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1093-1:2008 Veiligheid van machines — Evaluatie van de emissie van gevaarlijke stoffen in de lucht — Deel 1: Keuze van de meetmethoden |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 1093-1:1998 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1093-2:2006 + A1:2008 Veiligheid van machines — Evaluatie van de emissie van gevaarlijke stoffen in de lucht — Deel 2: Sporen gasmethode voor het beoordelen van de emissiewaarde van een bepaalde vervuilende stof |
22.8.2008 |
EN 1093-2:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1093-3:2006 + A1:2008 Veiligheid van machines — Evaluatie van de emissie van gevaarlijke stoffen in de lucht — Deel 3: Emissiewaarde van een opgegeven vervuilende stof — Proefstandmethode met gebruik van de werkelijke vervuilende stof |
22.8.2008 |
EN 1093-3:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1093-4:1996 + A1:2008 Veiligheid van machines — Evaluatie van de emissie van gevaarlijke stoffen in de lucht — Deel 4: Vangvermogen van een uitlaatsysteem — Sporenmethode |
22.8.2008 |
EN 1093-4:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1093-6:1998 + A1:2008 Veiligheid van machines — Evaluatie van de emissie van gevaarlijke stoffen in de lucht — Deel 6: Massascheidingsrendement, vrije uitlaat |
28.1.2009 |
EN 1093-6:1998 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1093-7:1998 + A1:2008 Veiligheid van machines — Evaluatie van de emissie van gevaarlijke stoffen in de lucht — Deel 7: Massascheidingsrendement, geleide uitlaat |
28.1.2009 |
EN 1093-7:1998 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1093-8:1998 + A1:2008 Veiligheid van machines — Evaluatie van de emissie van gevaarlijke stoffen in de lucht — Deel 8: Parameter voor de concentratie aan vervuilende stof, proefstandmethode |
28.1.2009 |
EN 1093-8:1998 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1093-9:1998 + A1:2008 Veiligheid van machines — Evaluatie van de emissie van gevaarlijke stoffen in de lucht — Deel 9: Parameter voor de concentratie aan vervuilende stof, proefruimtemethode |
28.1.2009 |
EN 1093-9:1998 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1093-11:2001 + A1:2008 Veiligheid van machines — Evaluatie van de emissie van gevaarlijke stoffen in de lucht — Deel 11: Decontaminatie-index |
28.1.2009 |
EN 1093-11:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1114-1:1996 Machines voor rubber en kunststoffen — Veiligheid — Extrusiepersen en extrusie-installaties — Deel 1: Veiligheidseisen voor extrusiepersen |
8.5.1997 |
— |
|
CEN |
EN 1114-2:1998 + A1:2008 Machines voor kunststoffen en rubber — Extrusiepersen en extrusie-installaties — Deel 2: Veiligheidseisen voor granulatoren |
28.1.2009 |
EN 1114-2:1998 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1114-3:2001 Machines voor rubber en kunststoffen — Extrusiepersen en extrusie-installaties — Deel 3: Veiligheidseisen voor afvoerinrichtingen |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 1127-1:2007 Ontplofbare atmosferen — Voorkoming van en bescherming tegen ontploffingen — Deel 1: Grondbeginselen en methodologie |
24.6.2008 |
EN 1127-1:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1127-2:2002 + A1:2008 Ontploffingsgevaarlijke atmosferen — Voorkoming van en bescherming tegen ontploffingen — Deel 2: Grondbeginselen en methodologie voor mijnen |
22.8.2008 |
EN 1127-2:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1175-1:1998 Veiligheid van gemotoriseerde transportwerktuigen — Elektrische eisen — Deel 1: Algemene eisen voor transportwerktuigen met batterijvoeding |
15.10.1998 |
— |
|
CEN |
EN 1175-2:1998 Veiligheid van gemotoriseerde transportwerktuigen — Elektrische eisen — Deel 2: Algemene eisen voor transportwerktuigen aangedreven door een verbrandingsmotor |
13.6.1998 |
— |
|
CEN |
EN 1175-3:1998 Veiligheid van gemotoriseerde transportwerktuigen — Elektrische eisen — Deel 3: Bijzondere eisen voor elektrische krachtoverbrengingssystemen van transportwerktuigen aangedreven door een verbrandingsmotor |
15.10.1998 |
— |
|
CEN |
EN 1218-1:1999 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Pennenbanken — Deel 1: Eenzijdige pennenbanken met schuiftafel |
10.3.2001 |
— |
|
CEN |
EN 1218-2:2004 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Pennenbanken — Deel 2: Tweezijdige pennenbanken en/of profielmachines met transportketting |
31.12.2005 |
— |
|
EN 1218-2:2004/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN 1218-3:2001 Veiligheid vanhoutbewerkingsmachines — Pennenbanken — Deel 3: Machines met handbediende schuiftafels voor het zagen van gestructureerd hout |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 1218-4:2004 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Pennenbanken — Deel 4: Machines met randgeleiding en kettingtransport |
31.12.2005 |
— |
|
EN 1218-4:2004/A1:2005 |
2.8.2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (2.8.2006) |
|
EN 1218-4:2004/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN 1218-5:2004 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Pennenbanken — Deel 5: Eenzijdige profileermachines met vaste tafel en aanvoerrollen of met kettingaanvoer |
31.12.2005 |
— |
|
EN 1218-5:2004/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN 1247:2004 Gieterijmachines — Veiligheidseisen voor gietpannen, gietmachines, centrifugaalgietmachines, continu- en semi-continu-gietmachines |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1248:2001 Gieterijmachines — Veiligheidseisen voor straalinstallaties |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 1265:1999 + A1:2008 Veiligheid van machines — Regels voor het meten van het geluid veroorzaakt door gietmachines en -installaties |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 1265:1999 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1299:1997 + A1:2008 Mechanische trillingen en schok — Trillingsisolatie van machines — Gegevens voor de toepassing van bronisolatie |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 1299:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1374:2000 Landbouwwerktuigen — Stationaire losapparaten voor ronde silo's — Veiligheid |
10.3.2001 |
— |
|
EN 1374:2000/AC:2004 |
|
|
|
|
CEN |
EN 1398:1997 Laadbruggen |
13.3.1998 |
— |
|
EN 1398:1997/AC:1998 |
|
|
|
|
CEN |
EN 1417:1996 + A1:2008 Machines voor kunststoffen en rubber — Walsen — Veiligheidseisen |
28.1.2009 |
EN 1417:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1459:1998 Veiligheid van gemotoriseerde transportwerktuigen — Gemotoriseerde heftrucks met een variabele reikwijdte |
30.5.2000 |
— |
|
Waarschuwing: De aandacht van de gebruikers van norm EN 1459 wordt gevestigd op het feit dat die geen betrekking heeft op het risico dat de bestuurder loopt bij het omvallen van het transportwerktuig. Voor dat aspect doet overeenstemming met de norm niet het vermoeden van overeenstemming ontstaan. |
||||
|
EN 1459:1998/A1:2006 |
8.5.2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (8.5.2007) |
EN 1459:1998/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN 1492-1:2000 + A1:2008 Hijsbanden — Veiligheid — Deel 1: Vlakke geweven hijsbanden, gemaakt van kunststofvezels, voor algemeen gebruik |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 1492-1:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1492-2:2000 + A1:2008 Hijsbanden — Veiligheid — Deel 2: Ronde hijsbanden gemaakt van kunststofvezels voor algemeen gebruik |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 1492-2:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1492-4:2004 + A1:2008 Hijsbanden — Veiligheid — Deel 4: Hijsgereedschappen voor algemeen gebruik gemaakt van touwen van natuurlijke en kunststofvezels |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 1492-4:2004 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1493:1998 + A1:2008 Hefbruggen voor voertuigen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 1493:1998 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1494:2000 + A1:2008 Verrijdbare of verplaatsbare krikken en vijzels, en bijbehorende hefinrichtingen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 1494:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1495:1997 Hefplateaus — Hefsteigers |
13.3.1998 |
— |
|
Waarschuwing: Deze publicatie betreft niet punt 5.3.2.4, de laatste alinea van punt 7.1.2.12, tabel 8 en figuur 9 van de norm EN 1495:1997, waarvoor geen vermoeden van overeenstemming met de bepalingen van Richtlijn 98/37/EG wordt gegeven. |
||||
|
EN 1495:1997/AC:1997 |
|
|
|
CEN |
EN 1501-1:1998 Vuilniswagens en de daarbij behorende hefinrichtingen — Algemene eisen en veiligheidseisen — Deel 1: Langs de achterzijde te beladen vuilniswagens |
15.10.1998 |
— |
|
EN 1501-1:1998/A1:2004 |
2.8.2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (2.8.2006) |
|
CEN |
EN 1501-2:2005 Vuilniswagens en de daarbij behorende hefinrichtingen — Algemene eisen en veiligheidseisen — Deel 2: Langs de zijkant te beladen vuilniswagens |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1501-3:2008 Afvalinzamelwagens en de daarbij behorende hefinrichtingen — Algemene eisen en veiligheidseisen — Deel 3: Aan de voorzijde te beladen afvalinzamelwagens |
24.6.2008 |
— |
|
CEN |
EN 1501-4:2007 Afvalinzamelwagens en de daarbij horende hefinrichtingen — Algemene eisen en veiligheidseisen — Deel 4: Geluidsbeproevingscode voor afvalinzamelwagens |
24.6.2008 |
— |
|
CEN |
EN 1525:1997 Veiligheid van gemotoriseerde transportwerktuigen — Bestuur derloze trucks en hun systemen |
13.3.1998 |
— |
|
CEN |
EN 1526:1997 + A1:2008 Veiligheid van gemotoriseerde mobiele transportwerktuigen — Aanvullende eisen voor geautomatiseerde functies op transportwerktuigen |
28.1.2009 |
EN 1526:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1539:2000 Droogtoestellen en ovens, waarin brandbare stoffen worden vrijgegeven — Veiligheidseisen |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 1547:2001 Industriële installaties voor warmtebehandelingsprocessen — Geluidmeetmethoden voor industriële installaties voor warmtebehandelingen inclusief de laad- en losinrichtingen |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 1550:1997 + A1:2008 Veiligheid van gereedschapsmachines — Veiligheidseisen voor het ontwerp en de constructie van werkstukhouders |
28.1.2009 |
EN 1550:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1551:2000 Veiligheid van gemotoriseerde transportwerktuigen — Gemotoriseerde transportwerktuigen met een hefvermogen groter dan 10 000 kg |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 1552:2003 Ondergrondse mijnbouwmachines — Mobiele winningsmachines op het front — Veiligheidseisen voor walsinstallaties en schaafinstallaties |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 1553:1999 Landbouwmachines — Gemotoriseerde, gemonteerde, half gemonteerde en getrokken apparatuur — Algemene veiligheidsvoorschriften |
15.4.2000 |
— |
|
CEN |
EN 1570:1998 Veiligheidseisen voor heftafels |
15.10.1998 |
— |
|
EN 1570:1998/A1:2004 |
31.12.2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
CEN |
EN 1612-1:1997 + A1:2008 Machines voor kunststoffen en rubber — Reactie-gietmachines — Deel 1: Veiligheidseisen voor meet- en doseereenheid |
28.1.2009 |
EN 1612-1:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1612-2:2000 + A1:2008 Machines voor kunststoffen en rubber — Reactie-gietmachines — Deel 2: Veiligheidseisen voor reactie-gietinstallaties |
28.1.2009 |
EN 1612-2:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1672-2:2005 Machines voor de voedselbereiding — Algemene basisregels |
31.12.2005 |
EN 1672-2:1997 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
CEN |
EN 1673:2000 Machines voor de voedselbereiding — Bakovens met draaibare rekken — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 1674:2000 Machines voor de voedselbereiding — Deegrolmachines — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 1677-1:2000 Onderdelen voor hijsgereedschappen — Veiligheid — Deel 1: Gesmede stalen onderdelen, kwaliteits klasse 8 |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 1677-2:2000 + A1:2008 Onderdelen voor hijsgereedschappen — Veiligheid — Deel 2: Gesmede stalen haken met haakklep, kwaliteitsklasse 8 |
22.8.2008 |
EN 1677-2:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1677-3:2001 + A1:2008 Onderdelen voor hijsgereedschappen — Veiligheid — Deel 3: Gesmede stalen zelfborgende haken — Kwaliteitsklasse 8 |
22.8.2008 |
EN 1677-3:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1677-4:2000 + A1:2008 Onderdelen voor hijsgereedschappen — Veiligheid — Deel 4: Schalmen — Kwaliteitsklasse 8 |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 1677-4:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1677-5:2001 + A1:2008 Onderdelen voor hijsgereedschappen — Veiligheid — Deel 5: Gesmede stalen haken met haakklep — Kwaliteitsklasse 4 |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 1677-5:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1677-6:2001 + A1:2008 Onderdelen voor hijsgereedschappen — Veiligheid — Deel 6: Schalmen — Kwaliteitsklasse 4 |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 1677-6:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1678:1998 Machines voor de voedselbereiding — Snijmachines voor groenten — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
15.10.1998 |
— |
|
CEN |
EN 1679-1:1998 Zuigermotoren met inwendige verbranding — Veiligheid — Deel 1: Dieselmotoren |
13.6.1998 |
— |
|
CEN |
EN 1710:2005 + A1:2008 Uitrusting en onderdelen voor gebruik in ondergrondse mijnen op plaatsen waar ontploffingsgevaar kan heersen |
22.8.2008 |
EN 1710:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1726-1:1998 Veiligheid van gemotoriseerde transportwerktuigen — Gemotoriseerde transportwerktuigen met een hefvermogen tot en met 10 000 kg en trekkers met een trekkracht tot en met 20 000 N — Deel 1: Algemene voorschriften |
30.5.2000 |
— |
|
Waarschuwing: De aandacht van de gebruikers van norm EN 1726-1 wordt gevestigd op het feit dat die geen betrekking heeft op het risico dat de bestuurder loopt bij het omvallen van het transportwerktuig. Voor dat aspect doet overeenstemming met de norm niet het vermoeden van overeenstemming ontstaan. |
||||
|
EN 1726-1:1998/A1:2003 |
2.8.2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (2.8.2006) |
CEN |
EN 1726-2:2000 Veiligheid van gemotoriseerde transportwerktuigen — Gemotoriseerde transportwerktuigen met een hefvermogen tot en met 10 000 kg en trekkers met een trekkracht tot en met 20 000 N — Deel 2: Aanvullende eisen voor heftrucks met meestijgende weekeplk en heftrucks die zijn ontworpen om te rijden met hooggeheven last |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 1755:2000 Veiligheid van gemotoriseerde transportwerktuigen — Inzet in potentieel explosiegevaatlijke atmosferen — Gebruik in gebieden met ontbrandbare gassen, dampen, nevels en stof |
10.3.2001 |
— |
|
CEN |
EN 1756-1:2001 + A1:2008 Laadkleppen — Hefplateaus voor montage aan voertuigen op wielen — Veiligheidseisen — Deel 1: Laadkleppen voor goederen |
22.8.2008 |
EN 1756-1:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1756-2:2004 Laadkleppen — Hefplateaus voor montage aan voertuigen op wielen — Veiligheidseisen — Deel 2: Hefplateaus voor passagiers |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1757-1:2001 Veiligheid van mobiele transportwerktuigen — Met de hand voortbewogen transportwerktuigen — Deel 1: Stapelaars |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 1757-2:2001 Veiligheid van mobiele transportwerktuigen — Met de hand voortbewogen transportwerktuigen — Deel 2: Pallettrucks |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 1757-4:2003 Veiligheid van gemotoriseerde transportwerktuigen — Met de hand voortbewogen transportwerktuigen — Deel 4: Schaarhef-pallettrucks |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1760-1:1997 Veiligheid van machines — Drukgevoelige beschermingsvoorzieningen — Deel 1: Algemene principes voor het ontwerp en beproeving van drukgevoelige matten en vloeren |
13.3.1998 |
— |
|
CEN |
EN 1760-2:2001 Veiligheid van machines — Drukgevoeligebeschermingsvoorzieningen — Deel 2: Algemene principes voor het ontwerp en beproeving van drukgevoeligelijsten en stangen |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 1760-3:2004 Veiligheid van machines — Drukgevoelige beschermingsvoorzieningen — Deel 3: Algemene principes voor het ontwerp en beproeving van drukgevoelige bumpers, platen, kabels en dergelijke voorzieningen |
31.12.2005 |
— |
|
EN 1760-3:2004/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN 1777:2004 Hydraulische hoogwerkers (HPs) voor de brandweer en reddingsdiensten — Veiligheidseisen en beproeving |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1804-1:2001 Machines voor ondergrondse mijnbouw — Veiligheidseisenvoor hydraulisch aangedreven gewelfsteunen — Deel 1: Steuneenheden en algemene eisen |
24.6.2003 |
— |
|
CEN |
EN 1804-2:2001 Machines voor ondergrondse-mijnbouw — Veiligheidseisen voor hydraulisch aangedreven gewelfsteunen — Deel 2: Stempels en cilinders |
24.6.2003 |
— |
|
CEN |
EN 1804-3:2006 Machines voor ondergrondse-mijnbouw — Veiligheidseisen voor hydraulisch aangedreven gewelfsteunen — Deel 3: Hydraulische besturingssystemen |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 1807:1999 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Lintzagen |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 1808:1999 Veiligheidseisen voor hangsteigers — Ontwerpberekeningen, stabiliteitscriteria, constructie — Beproevingen |
5.11.1999 |
— |
|
CEN |
EN 1829-2:2008 Hogedrukspuitmachines — Veiligheidseisen — Deel 2: Slangen, slangverbindingen en verbindingselementen |
22.8.2008 |
— |
|
CEN |
EN 1834-1:2000 Zuigermotoren met inwendige verbranding — Veiligheidseisen voor het ontwerp en de bouw van motoren voor toepassing in gebieden met ontploffingsgevaar — Deel 1: Motoren van groep II voor gebieden met ontplofbare gassen en dampen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1834-2:2000 Zuigermotoren met inwendige verbranding — Veiligheidseisen voor het ontwerp en de bouw van motoren voor toepassing in gebieden met onploffingsgevaar — Deel 2: Motoren van groep I voor gebruik in ondergrondse mijnbouw, met gevaar door mijngas en/of brandbaar stof |
10.3.2001 |
— |
|
CEN |
EN 1834-3:2000 Zuigermotoren met inwendige verbranding — Veiligheidseisen voor het ontwerp en de bouw van motoren voor toepassing in gebieden met ontploffingsgevaar — Deel 3: Motoren van groep II voor gebruik in gebieden met ontplofbare stofmengsels |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1837:1999 Veiligheid van machines — Integrale verlichting van machines |
11.6.1999 |
— |
|
CEN |
EN 1845:2007 Machines voor het vervaardigen van schoeisel — Machines voor het vormen van schoeisel — Veiligheidseisen |
24.6.2008 |
EN 1845:1998 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1846-2:2001 Brandweer- en reddingsvoertuigen — Deel 2: Algemene eisen — Veiligheid en prestatie |
14.6.2002 |
— |
|
EN 1846-2:2001/A1:2004 |
31.12.2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
EN 1846-2:2001/A2:2006 |
8.5.2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (8.5.2007) |
|
EN 1846-2:2001/A1:2004/AC:2007 |
|
|
|
|
EN 1846-2:2001/AC:2007 |
|
|
|
|
CEN |
EN 1846-3:2002 + A1:2008 Brandweer- en reddingsvoertuigen — Deel 3: Permanent geïnstalleerd materiaal — Veiligheid en prestatie |
28.1.2009 |
EN 1846-3:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 1853:1999 Landbouwmachines — Kipwagens — Veiligheid |
5.11.1999 |
— |
|
CEN |
EN 1870-1:2007 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Cirkelzagen — Deel 1: Cirkelzaagtafels (met en zonder schuiftafel), afkortcirkelzagen en bouwplaatszagen |
6.11.2007 |
EN 1870-1:1999 |
Datum verstreken (31.10.2008) |
CEN |
EN 1870-3:2001 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Cirkelzagen — Deel 3: Afkortzagen en gecombineerde afkortzagen en tafelcirkelzagen |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 1870-4:2001 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Cirkelzagen — Deel 4: Meerbladscirkelzagen voor langszagen, met handmatigladen en/of lossen |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 1870-5:2002 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Cirkelzagen — Deel 5: Gecombineerde cirkelzaagtafels/van onderen werkende afkortzaag en meerbladscirkelzagen voor langszagen |
24.6.2003 |
— |
|
CEN |
EN 1870-6:2002 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Cirkelzagen — Deel 6: Cirkelzagen en/of cirkelzaagmachines voor brandhout, met handmatig laden en/of lossen |
24.6.2003 |
— |
|
CEN |
EN 1870-7:2002 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Cirkelzagen — Deel 7: Cirkelzagen met geïntegreerde voedingstafel voor boomstammen en met handmatig laden en/of lossen |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 1870-8:2001 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Cirkelzagen — Deel 8: Enkelbladige schulpzagen met aangedreven zaageenheid en handmatig laden en/of lossen |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 1870-9:2000 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Cirkelzagen — Deel 9: Cirkelzaagmachines met twee bladen voor dwarszagen met geïntegreerde voeding voor boomstammen en met handmatig laden en/of lossen |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 1870-10:2003 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Cirkelzagen — Deel 10: Automatische enkelbladige en semi-automatischeafkortzaagmachines met een zaagblad |
31.12.2005 |
— |
|
EN 1870-10:2003/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN 1870-11:2003 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Cirkelzagen — Deel 11: Horizontaal zagende automatische en half-automatische cirkelzaagmachines voor dwarszagen (handzaagmachines) |
31.12.2005 |
— |
|
EN 1870-11:2003/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN 1870-12:2003 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Cirkelzagen — Deel 12: Afkortzaagmachines met pendelend zaagblad |
31.12.2005 |
— |
|
EN 1870-12:2003/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN 1870-13:2007 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Cirkelzagen — Part 13: Horizontale plaatzaagmachines |
24.6.2008 |
EN 1870-2:1999 |
30.6.2009 |
CEN |
EN 1870-14:2007 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Cirkelzagen — Deel 14: Verticale plaatzaagmachines |
24.6.2008 |
EN 1870-2:1999 |
Datum verstreken (30.6.2008) |
CEN |
EN 1870-15:2004 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Cirkelzagen — Deel 15: Zaagmachines met meerdere zaagbladen voor dwarszagen met geïntegreerde voedingsinrichting en handmatig laden en/of lossen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1870-16:2005 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Cirkelzagen — Deel 14: Dubbele verstekzaag voor V-zagen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1889-1:2003 Machines voor ondergrondse-mijnbouw — Mobiele machines die ondergronds werken — Veiligheid — Deel 1: Voertuigenop rubberbanden |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 1889-2:2003 Machines voor ondergrondse-mijnbouw — Verrijdbaremachines die ondergronds werken — Veiligheid — Deel 2: Locomotieven |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 1915-1:2001 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Algemene eisen — Deel 1: Basis-veiligheidseisen |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 1915-2:2001 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Algemene eisen — Deel 2: Stabiliteits- en sterkteeisen, berekeningen en beproevingsmethoden |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 1915-3:2004 Grondafhandelingsapparatuur — Algemene eisen — Deel 3: Methoden voor het meten van trillingen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1915-4:2004 Grondafhandelingsapparatuur — Algemene eisen — Deel 4: Methoden voor geluidsmeting |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 1953:1998 Verstuif- en spuitapparatuur voor bekledingsmaterialen — Veiligheidseisen |
14.11.1998 |
— |
|
CEN |
EN 1974:1998 Machines voor de voedselbereiding — Snijmachines voor vlees — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
15.10.1998 |
— |
|
CEN |
EN ISO 2151:2008 Akoestiek — Compressoren en vacuümpompen — Bepaling van geluidsemissie — Praktijkmethode (Graad 2) (ISO 2151:2004) |
28.1.2009 |
EN ISO 2151:2004 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 2860:2008 Grondverzetmachines — Minimale afmetingen van toegangen (ISO 2860:1992) |
28.1.2009 |
EN ISO 2860:1999 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 2867:2008 Grondverzetmachines — Toegangssystemen |
28.1.2009 |
EN ISO 2867:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 3164:2008 Grondverzetmachines — Laboratoriumonderzoek tegen kantelende en vallende voorwerpen — Restvolume na vervorming (ISO 3164:1995) |
28.1.2009 |
EN ISO 3164:1999 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 3411:2007 Grondverzetmachines — Lichaamsafmetingen van bedieners en minimale vrije werkruimte (ISO 3411:2007) |
24.6.2008 |
EN ISO 3411:1999 |
31.7.2010 |
CEN |
EN ISO 3449:2008 Grondverzetmachines — Vallende voorwerpbescherming — Laboratoriumbeproevingen en eisen (ISO 3449:2005) |
28.1.2009 |
EN ISO 3449:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 3450:2008 Grondverzetmachines — Remsystemen van machines met rubberbanden — Systemen, prestatie-eisen en beproevingsprocedures (ISO 3450:1996) |
28.1.2009 |
EN ISO 3450:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 3457:2008 Grondverzetmachines — Afschermingen — Definities en eisen (ISO 3457:2003) |
28.1.2009 |
EN ISO 3457:2003 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 3471:2008 Grondverzetmachines — Kantelbeveiligingsinrichtingen — Laboratorium beproevingen en eisen (ISO 3471:2008) |
28.1.2009 |
EN 13510:2000 |
28.2.2009 |
CEN |
EN ISO 3741:1999 Akoestiek — Bepaling van geluidvermogenniveaus van geluidbronnen met gebruik van geluiddruk — Precisiemethode voor nagalmkamers (ISO 3741:1999) |
24.6.2003 |
EN 23741:1991 |
Datum verstreken (24.6.2003) |
EN ISO 3741:1999/AC:2002 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 3743-1:1995 Akoestiek — Bepaling van geluidvermogenniveaus van geluidbronnen — Praktijkmethoden voor kleine, verplaatsbare bronnen in galmvelden — Deel 1: Vergelijkingsmethode voor nagalmkamers met harde wanden (ISO 3743-1:1994) |
8.8.1996 |
— |
|
CEN |
EN ISO 3743-2:1996 Akoestiek — Bepaling van geluidvermogenniveaus van geluidbronnen gebaseerd op de meting van de geluiddruk — Praktijkmethoden voor kleine, verplaatsbare bronnen in galmvelden — Deel 2: Methoden voor speciale nagalmkamers (ISO 3743-2:1994) |
28.11.1996 |
— |
|
CEN |
EN ISO 3744:1995 Akoestiek — Bepaling van geluidsvermogenniveaus van geluidbronnen via de meling van geluiddrukken — Praktijkmethode voor vrijeveldomstandigheden boven een reflecterend oppervlak (ISO 3744:1994) |
14.2.1996 |
— |
|
CEN |
EN ISO 3745:2003 Akoestiek — Bepaling van geluidvermogenniveaus van geluidbronnen bij gebruik van geluiddruk — Precisiemethoden die gebruik maken van een echovrije of semi-echovrije ruimte (ISO 3745:2003) |
2.8.2006 |
— |
|
EN ISO 3745:2003/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 3746:1995 Geluidleer — Bepaling van geluidvermogenpeilen van lawaaibronnen — Globale methode (ISO 3746:1995) |
14.2.1996 |
— |
|
EN ISO 3746:1995/AC:1996 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 3747:2000 Akoestiek — Bepaling van geluidvermogenniveaus van geluidbronnen met geluidsdruk — Vergelijkingsmethode voor gebruik in situ (ISO 3747:2000) |
14.8.2003 |
— |
|
CEN |
EN ISO 4871:1996 Akoestiek — Opgave en verificatie van geluidemissiewaarden van machines en toestellen (ISO 4871:1996) |
8.5.1997 |
— |
|
CEN |
EN ISO 5136:2003 Akoestiek — Bepaling van het geluidvermogen dat door ventilatoren en andere lucht-verplaatsende toestellen in kanalen wordt afgestraald — Methode voor metingen in het kanaal (ISO 5136:2003) |
20.4.2004 |
EN 25136:1993 |
Datum verstreken (20.4.2004) |
CEN |
EN ISO 5674:2006 Trekkers en machines voor land- en bosbouw — Beschermingen voor aftaktussenassen — Sterkte- en slijtageproeven en acceptatiecriteria (ISO 5674:2004, 1.7.2005) |
8.5.2007 |
EN 1152:1994 |
Datum verstreken (8.5.2007) |
CEN |
EN ISO 6682:2008 Grondverzetmachines — Comforgebieden en bedieningsafstanden (ISO 6682:1986 + A1:1989) |
28.1.2009 |
EN ISO 6682:1995 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 6683:2008 Grondverzetmachines — Gordels en gordelbevestigingen — Prestatie-eisen en beproevingen (ISO 6683:2005) |
28.1.2009 |
EN ISO 6683:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 7096:2008 Grondverzetmachines — Laboratoriumonderzoek van de trillingen van de bestuurdersstoel (ISO 7096:2000) |
28.1.2009 |
EN ISO 7096:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 7235:2003 Akoestiek — Laboratorium meetprocedures voor geluiddempers in kanalen en luchtverdeelsystemen — Tussenschakelverzwakking, stromingsgeluid en totaal drukverlies (ISO 7235:2003) |
20.4.2004 |
EN ISO 7235:1995 |
Datum verstreken (20.4.2004) |
CEN |
EN ISO 7250:1997 Menselijke lichaamsafmetingen voor het technisch ontwerpen (ISO 7250:1996) |
13.3.1998 |
— |
|
CEN |
EN ISO 7731:2008 Ergonomie — Gevaarsignalen voor openbare- en werkruimten — Akoestische gevaarsignalen (ISO 7731:2003) |
28.1.2009 |
EN ISO 7731:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 8230-1:2008 Veiligheidseisen voor chemische reinigingsmachines — Deel 1: Algemene veiligheidseisen (ISO 8230-1:2008) |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN ISO 8230:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 8230-2:2008 Veiligheidseisen voor chemische reinigingsmachines — Deel 2: Machines die perchlooretheen toepassen (ISO 8230-2:2008) |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN ISO 8230:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 8230-3:2008 Veiligheidseisen voor chemische reinigingsmachines — Deel 3: Machines die oplosbare ontploffingsmiddelen toepassen (ISO 8230-3:2008) |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN ISO 8230:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 8662-4:1995 Draagbare handgereedschappean met motoraandrijving — Metingen van mechanische trillingen aan het handvat — Deel 4: Slijpmachines (ISO 8662-4:1994) |
8.8.1996 |
— |
|
CEN |
EN ISO 8662-6:1995 Draagbare handgereedschappen met motoraandrijving — Metingen van mechanische trillingen aan het handvat — Deel 6: Slagboormachines (ISO 8662-6:1994) |
14.2.1996 |
— |
|
CEN |
EN ISO 8662-7:1997 Draagbaar mechanisch handgereedschap — Meting van trillingen aan het handvat — Deel 7: Schroefsleutels, schroeven draaiers en moersleutels met slag-, impuls- of ratelaandrijving (ISO 8662-7:1997) |
13.3.1998 |
— |
|
CEN |
EN ISO 8662-8:1997 Draagbare handgereedschappen met motoraandrijving — Metingen van mechanische trillingen aan het handvat — Deel 8: Polijstmachines en schuurmachines met een roterende, excentrische of pendelende beweging (ISO 8662-8:1997) |
13.3.1998 |
— |
|
CEN |
EN ISO 8662-9:1996 Draagbare handgereedschappen met motoraandrijving — Metingen van mechanische trillingen aan het handvat — Deel 9: Stampers (ISO 8662-9:1996) |
8.5.1997 |
— |
|
CEN |
EN ISO 8662-10:1998 Draagbaar mechanisch handgereedschap — Meting van trillingen aan het handvat — Deel 10: Knibbelscharen en plaatscharen (ISO 8662-10:1998) |
24.6.2003 |
— |
|
EN ISO 8662-10:1998/AC:2002 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 8662-12:1997 Draagbare handgereedschappen met motoraandrijving — Metingen van mechanische trillingen aan het handvat — Deel 12: Zagen en vijlen met een translerende beweging en zagen met een pendelende of roterende beweging (ISO 8662-12:1997) |
13.3.1998 |
— |
|
CEN |
EN ISO 8662-13:1997 Draagbaar mechanisch handgereedschap — Meting van trillingen aan het handvat — Deel 13: Slijpmachines (ISO 8662-13:1997) |
13.3.1998 |
— |
|
EN ISO 8662-13:1997/AC:1998 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 8662-14:1996 Draagbare handgereedschappen met motoraandrijving — Metingen van mechanische trillingen aan het handvat — Deel 14: Steenbewerkingsmachines en naaldontroesters (ISO 8662-14:1996) |
8.5.1997 |
— |
|
CEN |
EN ISO 9614-1:1995 Akoestiek — Bepaling van geluidvermogenniveaus van geluidbronnen via de meting van geluidintensiteiten — Deel 1: Metingen op vaste punten (ISO 9614-1:1993) |
8.8.1996 |
— |
|
CEN |
EN ISO 9614-3:2002 Akoestiek — Bepaling van geluidvermogenniveaus van geluidbronnen met behulp van geluidintensiteitsmetingen — Deel 3: Precisiemethode voor meting door scannen (ISO 9614-3:2002) |
14.8.2003 |
— |
|
CEN |
EN ISO 9902-1:2001 Textielmachines — Bepaling van geluidsemissie — Deel 1: Algemene eisen (ISO 9902-1:2001) |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN ISO 9902-2:2001 Textielmachines — Bepaling van geluidsemissie — Deel 2: Machines voor de voorbereiding van spinnen en spinmachines (ISO 9902-2:2001) |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN ISO 9902-3:2001 Textielmachines — Bepaling van geluidsemissie — Deel 3: Machines voor niet-geweven stoffen (ISO 9902-3:2001) |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN ISO 9902-4:2001 Textielmachines — Bepaling van geluidsemissie — Deel 4: Machines voor vezelverwerking, takelwerk en touwproductie (ISO 9902-4:2001) |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN ISO 9902-5:2001 Textielmachines — Bepaling van geluidsemissie — Deel 5: Machines voor de voorbereiding op weven en breien (ISO 9902-5:2001) |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN ISO 9902-6:2001 Textielmachines — Bepaling van geluidsemissie — Deel 6: Machines voor de vervaardiging van weefsel (ISO 9902-6:2001) |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN ISO 9902-7:2001 Textielmachines — Bepaling van geluidsemissie — Deel 7: Machines voor het verven en afwerken (ISO 9902-7:2001) |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN ISO 10218-1:2008 Staaldraad en draadprodukten — Algemeen — Deel 1: Beproevingsmethoden |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN ISO 10218-1:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 10472-1:2008 Veiligheidseisen voor industriële wasmachines — Deel 1: Algemene eisen (ISO 10472-1:1997) |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN ISO 10472-1:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 10472-2:2008 Veiligheidseisen voor industriële wasmachines — Deel 2: Wasmachines en wascentrifuges (ISO 10472-2:1997) |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN ISO 10472-2:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 10472-3:2008 Veiligheidseisen voor industriële wasmachines — Deel 3: Wastunnellijmen inclusief de samenstellende machines (ISO 10472-3:1997) |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN ISO 10472-3:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 10472-4:2008 Veiligheidseisen voor industriële wasmachines — Deel 4: Luchtdrogers (ISO 10472-4:1997) |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN ISO 10472-4:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 10472-5:2008 Veiligheidseisen voor industriële wasmachines — Deel 5: Strijkijzers voor vlak werk, voeders en opvouwmachines (ISO 10472-5:1997) |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN ISO 10472-5:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 10472-6:2008 Veiligheidseisen voor industriële wasmachines — Deel 6: Strijk- en persmachines (ISO 10472-6:1997) |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN ISO 10472-6:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 10821:2005 Industriële naaimachines — Veiligheidseisen voor naaimachines, -eenheden en -systemen (ISO 10821:2005) |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN ISO 11102-1:1997 Zuigermotoren met inwendige verbranding — Startinrichtingen met handslinger — Deel 1: Veiligheidseisen en beproevingen (ISO 11102-1:1997) |
13.3.1998 |
— |
|
CEN |
EN ISO 11102-2:1997 Zuigermotoren met inwendige verbranding — Startinrichtingen met handslinger — Deel 2: Beproeving van de loslaathoek (ISO 11102-2:1997) |
13.3.1998 |
— |
|
CEN |
EN ISO 11111-1:2005 Textielmachines — Veiligheidseisen — Deel 1: Algemene eisen (ISO 11111-1:2005) |
31.12.2005 |
EN ISO 11111:1995 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
CEN |
EN ISO 11111-2:2005 Textielmachines — Veiligheidseisen — Deel 2: Machines voor de voorbereiding van spinnen en spinmachines (ISO 11111-2:2005) |
31.12.2005 |
EN ISO 11111:1995 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
CEN |
EN ISO 11111-3:2005 Textielmachines — Veiligheidseisen — Deel 3: Machines voor de vervaardiging van niet-geweven stoffen (ISO 11111-3:2005) |
31.12.2005 |
EN ISO 11111:1995 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
CEN |
EN ISO 11111-4:2005 Textielmachines — Veiligheidseisen — Deel 4: Machines voor de bewerking van garen, touwen en koorden (ISO 11111-4:2005) |
31.12.2005 |
EN ISO 11111:1995 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
CEN |
EN ISO 11111-5:2005 Textielmachines — Veiligheidseisen — Deel 5: Voorbereidingsmachines voor weven en breien (ISO 11111-5:2005) |
31.12.2005 |
EN ISO 11111:1995 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
CEN |
EN ISO 11111-6:2005 Textielmachines — Veiligheidseisen — Deel 6: Machines voor de vervaardiging van weefsel (ISO 11111-6:2005) |
31.12.2005 |
EN ISO 11111:1995 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
CEN |
EN ISO 11111-7:2005 Textielmachines — Veiligheidseisen — Deel 7: Verf- en afwerkingsmachines (ISO 11111-7:2005) |
31.12.2005 |
EN ISO 11111:1995 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
CEN |
EN ISO 11145:2008 Optica en optische instrumenten — Lasers en laserapparatuur — Woordenlijst en symbolen (ISO 11145:2006) |
28.1.2009 |
EN ISO 11145:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 11200:1995 Akoestiek — Geluid uitgestraald door machines en toestellen — Handleiding voor het gebruik van basisnormen voor het meten van geluiddrukkniveaus op de werkplek en op andere aangegeven plekken (ISO 11200:1995) |
15.10.1996 |
— |
|
EN ISO 11200:1995/AC:1997 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 11201:1995 Akoestiek — Geluid uitgestraald door machines en toestellen — Het meten van geluiddrukniveaus op de werkplek en op andere aangegeven plekken — Praktijkmethode voor vrijeveldcondities boven een reflecterend oppervlak (ISO 11201:1995) |
15.10.1996 |
— |
|
EN ISO 11201:1995/AC:1997 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 11202:1995 Akoestiek — Geluid uitgestraald door machines en toestellen — Het meten van geluiddrukniveaus op de werkplek en op andere aangegeven plekken — Globale methode in situ (ISO 11202:1995) |
15.10.1996 |
— |
|
EN ISO 11202:1995/AC:1997 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 11203:1995 Akoestiek — Geluid uitgestraald door machines en toestellen — Bepaling van geluiddrukniveaus op de werkplek en op andere aangegeven plekken (ISO 11203:1995) |
15.10.1996 |
— |
|
CEN |
EN ISO 11204:1995 Akoestiek — Geluid uitgestraald door machines en toestellen — Het meten van geluiddrukniveaus op de werkplek en op andere aangegeven plekken — Methode voor het bepalen van omgevingscorrecties (ISO 11204:1995) |
15.10.1996 |
— |
|
EN ISO 11204:1995/AC:1997 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 11205:2003 Akoestiek — Geluid uitgestraald door machines en toestellen — Praktijkmethode voor de bepaling van geluiddrukniveaus op de werkplek en op andere aangegeven plekken (ISO 11205:2003) |
2.8.2006 |
— |
|
EN ISO 11205:2003/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 11252:2008 Lasers en laserapparatuur — Lasertoestel — Minimumeisen voor de documentatie (ISO 11252:2004) |
28.1.2009 |
EN ISO 11252:2004 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 11546-1:1995 Akoestiek — Bepaling van de geluidisolerende eigenschappen van omkastingen Deel 1: Metingen onder laboratoriumomstandigheden (voor verklaringen) (ISO 11546-1:1995) |
15.10.1996 |
— |
|
CEN |
EN ISO 11546-2:1995 Akoestiek — Bepaling van de geluidisolerende eigenschappen van omkastingen — Deel 2: Meten onder praktijkomstandigheden (voor afnamekeuring/verificatie) (ISO 11546-2:1995) |
15.10.1996 |
— |
|
CEN |
EN ISO 11553-1:2008 Veiligheid van machines — Machines die gebruik maken van lasers — Veiligheidseisen (ISO 11553-1:2005) |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN ISO 11553-1:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 11553-2:2008 Veiligheid van machines — Machines die gebruik maken van lasers — Deel 2: Veiligheidseisen voor handmatige machines die gebruik maken van lasers (ISO 11553-2:2007) |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN ISO 11553-2:2007 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 11554:2008 Optica en optische instrumenten — Lasers en aanverwante apparatuur — Beproevingsmethoden voor vermogen, energie en tijdelijke kenmerken van laserstralen (ISO 11554:2006) |
28.1.2009 |
EN ISO 11554:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 11680-1:2008 Bosbouwmachines — Veiligheidseisen en beproeving voor aangedreven boomzagen — Deel 1: Apparaten voorzien van een integrale verbrandingsmotor (ISO 11680-1:2000) |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN ISO 11680-1:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 11680-2:2008 Bosbouwmachines — Veiligheidseisen en beproeving voor aangedreven boomzagen — Deel 2: Apparaten voor gebruik met een op de rug draagbare krachtbron (ISO 11680-2:2000) |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN ISO 11680-2:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 11681-1:2004 Bosbouwmachines — Draagbare kettingzagen — Veiligheidseisen en beproeving — Deel 1: Kettingzagen voor normale bosarbeid (ISO 11681-1:2004) |
31.12.2005 |
EN 608:1994 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
EN ISO 11681-1:2004/A1:2007 |
6.11.2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (6.11.2007) |
|
CEN |
EN ISO 11681-2:2008 Bosbouwmachines — Veiligheidseisen en beproevingen van draagbare kettingzagen — Deel 2: Kettingzagen voor boomonderhoud (ISO 11681-2:2006) |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN ISO 11681-2:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 11688-1:1998 Akoestiek — Aanbevolen praktijk voor het ontwerp van machines en apparatuur met een laag geluidsniveau — Deel 1: Planning (ISO/TR 11688-1:1995) |
15.10.1998 |
— |
|
EN ISO 11688-1:1998/AC:1998 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 11691:1995 Akoestiek — Bepaling van instromingsverliezen van geluiddempers in kanalen zonder stroming — Globale laboratoriummethode (ISO 11691:1995) |
14.2.1996 |
— |
|
CEN |
EN ISO 11806:1997 Land- en bosbouwmachines — Draagbare, met de hand geleide opslagmaaiers en graskantenmaaiers met aandrijving door een verbrandingsmotor — Veiligheidseisen (ISO 11806:1997) |
23.10.1997 |
— |
|
EN ISO 11806:1997/AC:1998 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 11957:1996 Akoestiek — Bepaling van de geluidisolerende eigenschappen van cabines — Metingen in het laboratorium en in situ (ISO 11957:1996) |
8.5.1997 |
— |
|
CEN |
EN 12001:2003 Machines voor het transport, het spuiten en verdelen van beton en specie — Veiligheidseisen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN ISO 12001:1996 Akoestiek — Geluid uitgestraald door machines en toestellen — Regels voor het opstellen en het presenteren van machine-specifieke normen voor geluidemissie (ISO 12001:1996) |
8.5.1997 |
— |
|
EN ISO 12001:1996/AC:1997 |
|
|
|
|
CEN |
EN 12012-1:2007 + A1:2008 Machines voor kunststoffen en rubber — Verkleiningsmachines — Deel 2: Veiligheidseisen voor strenggranulatoren |
28.1.2009 |
EN 12012-1:2007 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12012-2:2001 + A2:2008 Machines voor kunststoffen en rubber — Verkleiningsmachines — Deel 1: Veiligheidseisen voor snijmolens |
28.1.2009 |
EN 12012-2:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12012-3:2001 + A1:2008 Machines voor kunststoffen en rubber — Verkleiningsmachines — Deel 3: Veiligheidseisen voor versnipperaars |
28.1.2009 |
EN 12012-3:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12012-4:2006 + A1:2008 Machines voor kunststoffen en rubber — Verkleiningsmachines — Deel 4: Veiligheidseisen voor agglomeratoren |
28.1.2009 |
EN 12012-4:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12013:2000 + A1:2008 Machines voor kunststoffen en rubber — Interne mengers — Veiligheidseisen |
28.1.2009 |
EN 12013:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12016:2004 + A1:2008 Elektromagnetische compatibiliteit — Productgroepnorm voor liften, roltrappen en rolpaden — Immuniteit |
28.1.2009 |
EN 12016:2004 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12041:2000 Machines voor de voedselbereiding — Deegwalsen — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
10.3.2001 |
— |
|
CEN |
EN 12042:2005 Machines voor de voedselbereiding — Deegverdeelmachines — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 12043:2000 Machines voor de voedselbereiding — Rijskamers voor deeg — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 12044:2005 Machines voor de fabricage van schoeisel, leer- en kunstleerprodukten — Stansmachines — Veiligheidseisen |
31.12.2005 |
— |
|
EN 12044:2005/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN 12053:2001 + A1:2008 Veiligheid van gemotoriseerde transportwerktuigen — Beproevingsmethoden voor het meten van geluidemissies |
28.1.2009 |
EN 12053:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12077-2:1998 + A1:2008 Veiligheid van hijskranen — Eisen voor gezondheid en veiligheid — Deel 2: Begrenzings- en aanwijsinrichtingen |
22.8.2008 |
EN 12077-2:1998 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 12100-1:2003 Veiligheid van machines — Basisbegrippen, algemene ontwerpbeginselen — Deel 1: Basisterminologie, methodologie (ISO 12100-1:2003) |
31.12.2005 |
EN 292-1:1991 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
CEN |
EN ISO 12100-2:2003 Veiligheid van machines — Basisbegrippen, algemene ontwerpbeginselen — Deel 2: Technische beginselen (ISO 12100-2:2003) |
31.12.2005 |
EN 292-2:1991 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
CEN |
EN 12110:2002 + A1:2008 Tunnelbouwmachines — Luchtsluizen — Veiligheidseisen |
28.1.2009 |
EN 12110:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12111:2002 Tunnelbouwmachines — Continu-graafmachines — Veiligheidseisen |
14.8.2003 |
— |
|
CEN |
EN 12151:2007 Machines en installaties voor de vervaardiging van beton en mortel — Veiligheidseisen |
24.6.2008 |
— |
|
CEN |
EN 12158-1:2000 Bouwliften voor goederenvervoer — Deel 1: Liften met betreedbaar platform |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 12158-2:2000 Bouwliften voor goederenvervoer — Deel 2: Hellend opgestelde liften met niet-betreedbare lastdragende inrichtingen |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 12162:2001 Vloeistofpompen — Veiligheidsvoorschriften — Procedure voor hydrostatische beproeving |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 12198-1:2000 + A1:2008 Veiligheid van machines — Beoordeling en vermindering van het gevaar veroorzaakt door straling uitgezonden door machines — Deel 1: Algemene beginselen |
28.1.2009 |
EN 12198-1:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12198-2:2002 + A1:2008 Veiligheid van machines — Beoordeling en vermindering van de risico's veroorzaakt door straling uitgezonden door machines — Deel 2: Meetprocen |
28.1.2009 |
EN 12198-2:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12198-3:2002 + A1:2008 Veiligheid van machines — Beoordeling en vermindering van het gevaar veroorzaakt door straling uitgezonden door machines — Deel 3: Vermindering van straling door verzwakking of afscherming |
28.1.2009 |
EN 12198-3:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12203:2003 Machines voor de fabricage van schoeisel, leer- en kunstleerproducten — Persen voor schoenen en leer — Veiligheidseisen |
31.12.2005 |
— |
|
EN 12203:2003/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN 12254:1998 + A2:2008 Afschermingen voor werkplekken met lasers — Veiligheidseisen en beproeving |
22.8.2008 |
EN 12254:1998 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12267:2003 Machines voor de voedselbereiding — Cirkelzaagmachines — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 12268:2003 Machines voor de voedselbereiding — Lintzaagmachines — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 12301:2000 + A1:2008 Machines voor kunststoffen en rubber — Kalanders — Veiligheidseisen |
28.1.2009 |
EN 12301:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12312-1:2001 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Bijzondere eisen — Deel 6: Ontijzingapparatuur |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 12312-2:2002 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Bijzondere eisen — Deel 2: Cateringvoertuigen |
14.8.2003 |
— |
|
CEN |
EN 12312-3:2003 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Bijzondere eisen — Deel 3: Voertuigen met bandtransporteurs |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 12312-4:2003 Grondafhandelingsapparatuur voorvliegtuigen — Bijzondere eisen — Deel 4: Passagiersbruggen |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 12312-5:2005 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Bijzondere eisen — Deel 5: Brandstofmaterieel voor tankwagens |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12312-6:2004 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Bijzondere eisen — Deel 6: Ontijzingapparatuur |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12312-7:2005 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Bijzondere eisen — Deel 7: Apparatuur voor het verplaatsen van vliegtuigen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12312-8:2005 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Bijzondere eisen — Deel 8: Onderhoudstrappen en -platforms |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12312-10:2005 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Bijzondere eisen — Deel 10: Transporteurs voor containers/pallets |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12312-12:2002 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Bijzondere eisen — Deel 12: Drinkwateruitrusting |
14.8.2003 |
— |
|
CEN |
EN 12312-13:2002 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Bijzondere eisen — Deel 13: Toiletuitrusting |
14.8.2003 |
— |
|
CEN |
EN 12312-14:2006 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Bijzondere eisen — Deel 14: Passagiervoertuigen ten behoeve van het instappen van gehandicapten |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 12312-15:2006 Grondafhandelingsapparatuur — Bijzondere eisen — Deel 15: Tractoren voor bagage en apparatuur |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 12312-16:2005 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Bijzondere eisen — Deel 16: Luchtstartapparatuur |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12312-17:2004 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Bijzondere eisen — Deel 17: Klimaatregelingsapparatuur |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12312-18:2005 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Bijzondere eisen — Deel 18: Zuurstof/stikstofeenheden |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12312-19:2005 Grondafhandelingsapparatuur — Specifieke eisen — Deel 19: Vliegtuigkrikken, wielvijzels en hydraulische staartstutten |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12312-20:2005 Grondafhandelingsapparatuur voor vliegtuigen — Specifieke eisen — Deel 20: Krachtinstallaties aan de grond |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12321:2003 Machines voor ondergrondse-mijnbouw — Veiligheidseisen voor schraaptransporteurs |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 12331:2003 Machines voor voedselbereiding — Gehaktmolens — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
31.12.2005 |
— |
|
EN 12331:2003/A1:2005 |
31.12.2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.1.2006) |
|
CEN |
EN 12336:2005 + A1:2008 Tunnelbouwmachines — Schermmachines, persboormachines, augerboormachines, machines voor het aanbrengen van tunnelbekleding — Veiligheidseisen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 12336:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12348:2000 Kernboormachines op boorkolommen — Veiligheid |
10.3.2001 |
— |
|
CEN |
EN 12355:2003 Machines voor de voedselbereiding — Ontzwoerd-, ontvel- en ontvliesmachines — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
14.8.2003 |
— |
|
CEN |
EN 12385-1:2002 + A1:2008 Staalkabels — Veiligheid — Deel 1: Algemene eisen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 12385-1:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12385-2:2002 + A1:2008 Staalkabels — Veiligheid — Deel 2: Definities, aanduiding en classificatie |
22.8.2008 |
EN 12385-2:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12385-3:2004 + A1:2008 Staalkabels — Veiligheid — Deel 3: Informatie voor gebruik en onderhoud |
22.8.2008 |
EN 12385-3:2004 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12385-4:2002 + A1:2008 Staalkabels — Veiligheid — Deel 4: Strengenkabels voor algemene toepassingen |
22.8.2008 |
EN 12385-4:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12385-10:2003 + A1:2008 Staalkabels — Veiligheid — Deel 10: Spiraalkabels voor algemene toepassing in constructies |
22.8.2008 |
EN 12385-10:2003 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12387:2005 Machines voor de fabricage van schoeisel, leer- en kunstleerproducten — Modulaire machines voor de reparatie van schoenen — Veiligheidseisen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12409:2008 Machines voor kunststoffen en rubber — Warmvormmachines — Veiligheidseisen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 12409:1999 |
30.4.2009 |
CEN |
EN 12415:2000 Veiligheid van gereedschapswerktuigen — Kleine numeriek bestuurde draaimachines en draaicentra |
27.11.2001 |
— |
|
EN 12415:2000/A1:2002 |
14.8.2003 |
Noot 3 |
Datum verstreken (14.8.2003) |
|
CEN |
EN 12417:2001 Gereedschapswerktuigen — Veiligheid — Bewerkingsstations |
14.6.2002 |
— |
|
EN 12417:2001/A1:2006 |
2.8.2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (30.9.2006) |
|
CEN |
EN 12418:2000 Steensnijmachines voor gebruik op de bouwplaats — Veiligheid |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 12463:2004 Machines voor voedselbereiding — Worststopmachines entoebehoren — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12478:2000 Veiligheid van gereedschapswerktuigen — Grote numeriek bestuurde draaibanken en draaicentra |
27.11.2001 |
— |
|
EN 12478:2000/AC:2001 |
|
|
|
|
CEN |
EN 12505:2000 Machines voor de voedselbereiding — Centrifuges voor de verwerking van eetbare oliën en vetten — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 12525:2000 Landbouwwerktuigen — Voorladers — Veiligheid |
20.5.2000 |
— |
|
EN 12525:2000/A1:2006 |
8.5.2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (8.5.2007) |
|
CEN |
EN 12545:2000 Machines voor de fabricage van schoeisel, leer- en kunstleerproducten. Meting van geluid — Algemene eisen |
10.3.2001 |
— |
|
CEN |
EN 12547:1999 Centrifuges — Algemene veiligheidseisen |
11.6.1999 |
— |
|
CEN |
EN 12549:1999 + A1:2008 Akoestiek — Geluidmetingen voor montagegereedschap voor bevestigingsartikelen — Praktijkmethode |
28.1.2009 |
EN 12549:1999 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12581:2005 Bekledingsinstallaties — Installaties voor het aanbrengen van vloeibare organische materialen door dompelen en elektroforese — Veiligheidseisen |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 12601:2001 Generatoreenheden aangedreven door een zuigermotor met inwendige verbranding — Veiligheid |
14.8.2003 |
— |
|
CEN |
EN 12621:2006 Machines voor de toevoer en/of circulatie van bekledingsmaterial onder druk — Veiligheidseisen |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 12622:2001 Veiligheid van gereedschapsmachines — Hydraulische kantpersen |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 12629-1:2000 Machines voor de vervaardiging van bouwproducten van beton en kalkzandsteen — Veiligheid — Deel 1: Gemeenschappelijke eisen |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 12629-2:2002 Machines voor de vervaardiging van bouwproducten van beton en kalkzandsteen — Veiligheid — Deel 2: Steenvormmachines |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 12629-3:2002 Machines en installatie voor de vervaardiging van bouwproducten van beton en kalkzandsteen — Veiligheid — Deel 3: Machines met glij- en draaittafels |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 12629-4:2001 Machines voor de vervaardiging van bouwproducten van beton en kalkzandsteen — Veiligheid — Deel 4: Machinesvoor dakpannen |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 12629-5-1:2003 Machines voor de vervaardiging van bouwproducten van beton en kalkzandsteen — Veiligheid — Deel 5-1: Machines voor het maken van buizen in verticale richting |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12629-5-2:2003 Machines voor de vervaardiging van bouwproducten van beton en kalkzandsteen — Veiligheid — Deel 5-2: Machines voor het maken van buizen in horizontale richting |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12629-5-3:2003 Machines voor de vervaardiging van bouwproducten van beton en kalkzansteen — Veiligheid — Deel 5-3: Machines voor voorgespannen buis |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12629-5-4:2003 Machines voor de vervaardiging van bouwproducten van beton en kalkzandsteen — Veiligheid — Deel 5-4: Machines voor betonbuizen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12629-6:2004 Machines voor de vervaardiging van bouwproducten van beton en kalkzandsteen — Veiligheid — Deel 6: Stationaire en mobiele uitrusting voor de vervaardiging van vooraf versterkte producten |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12629-7:2004 Machines voor de vervaardiging van bouwproducten van beton en kalkzandsteen — Veiligheid — Deel 7: Stationaire en mobiele uitrusting voor de vervaardiging van voorgespannen producten |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12629-8:2002 Machines voor de vervaardiging van bouwproducten van beton en kalkzandsteen — Veiligheid — Deel 8: Machines en uitrusting |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 12635:2002 + A1:2008 Industriële, bedrijfs- en garagedeuren en hekken — Installatie en gebruik |
Dit is de eerste bekendmaking |
— |
|
CEN |
EN 12639:2000 Vloeistofpompen en pompeenheden — Geluidsmetingen — Nauwkeurigheidsklasse 2 en 3 |
10.3.2001 |
— |
|
EN 12639:2000/AC:2000 |
|
|
|
|
CEN |
EN 12643:1997 + A1:2008 Grondverzetmachines — Machines met rubberbanden — Eisen aan de bestuurbaarheid |
28.1.2009 |
EN 12643:1997 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12644-1:2001 + A1:2008 Hijskranen — Informatie voor gebruik en beproeving — Deel 1: Gebruikshandleidingen |
28.1.2009 |
EN 12644-1:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12644-2:2000 + A1:2008 Hijskranen — Informatie voor gebruik en beproeving — Deel 2: Merken |
28.1.2009 |
EN 12644-2:2000 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12649:2008 Betonverdichters en afrijkmachines — Veiligheid |
22.8.2008 |
— |
|
CEN |
EN 12653:1999 Machines voor de fabricage van schoeisel, leer- en kunstleerproducten — Spijkermachines — Veiligheidseisen |
27.11.2001 |
— |
|
EN 12653:1999/A1:2004 |
31.12.2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
CEN |
EN 12693:2008 Koelsystemen en warmtepompen — Veiligheids- en milieu-eisen — Verdringingscompressoren voor koelvloeistoffen |
22.8.2008 |
— |
|
CEN |
EN 12717:2001 Veiligheid van gereedschapsmachines — Boormachines |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 12733:2001 Land- en bosbouwmachines — Motormaaiers met meelopende bestuurder — Veiligheid |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 12750:2001 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Freesmachines voor vierzijdige bewerking |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 12753:2005 Thermische reinigingsinstallaties (verbrandingsovens) voor uitlaatgassen van oppervlaktebehandelingsinstallaties — Veiligheidseisen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12757-1:2005 Mengmachines voor deklaagmaterialen — Veiligheidseisen — Deel 1: Mengmachines voor gebruik bij het herstel van voertuigen |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 12779:2004 Veiligheid van houtbewerkingsmachines — Vast opgestelde installaties met afzuigsystemen voor zaagsel en spaanders — Veiligheidstechnische eisen en prestaties |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12840:2001 Veiligheid van gereedschapswerktuigen — Met de hand bestuurde draaimachines met of zonder automatische besturing |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 12851:2005 Machines voor voedselbereiding — Voorzetapparatuur voor machines met een extra aandrijfas — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 12852:2001 Machines voor voedselbereiding — Verticale snijmachines en mengers — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 12853:2001 Machines voor voedselbereiding — Handmixers en handmengers — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 12854:2003 Machines voor voedselbereiding — Verrijdbare verticale-staafmixers — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 12855:2003 Machines voor de voedselbereiding — Kneders met omlopende mengbak — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12881-1:2005 + A1:2008 Transportbanden — Beproeving van de brandbaarheid met een gesimuleerde brand — Deel 1: Proeven met propaanbranders |
22.8.2008 |
EN 12881-1:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12881-2:2005 + A1:2008 Transportbanden — Brandbaarheidbeproeving — Deel 2: Brandproef op grote schaal |
22.8.2008 |
EN 12881-2:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12882:2008 Transportbanden voor algemeen gebruik — Eisen aan de elektrische veiligheid en aan de brandbaarheid |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 12882:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12921-1:2005 Machines voor oppervlaktereiniging en voorbehandeling van industriële producten met vloeistoffen en dampen — Deel 1: Algemene veiligheidseisen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12921-2:2005 + A1:2008 Machines voor oppervlaktereiniging en voorbehandeling van industrële producten met vloeistoffen of dampen — Deel 2: Veiligheid van machines met op water gebaseerde reinigingsvloeistoffen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 12921-2:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12921-3:2005 + A1:2008 Machines voor oppervlaktereiniging en voorbehandeling van industriële producten met vloeistoffen of dampen — Deel 3: Veiligheid van machines met ontvlambare reiningsvloeistoffen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 12921-3:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12921-4:2005 + A1:2008 Machines voor oppervlaktereiniging en voorbehandeling van industriële producten met vloeistoffen en dampen — Deel 4: Veiligheid van machines met gehalogeneerde oplosmiddelen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 12921-4:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 12957:2001 Gereedschapsmachines — Veiligheid — Vonkerosiemachines |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 12965:2003 Trekkers en machines voor land- en bosbouw — Aftakassen en hun beschermkappen — Veiligheid |
20.4.2004 |
— |
|
EN 12965:2003/A1:2004 |
31.12.2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
CEN |
EN 12978:2003 Industriële, bedrijfs- en garagedeuren en hekken — Veiligheidsvoorzieningen voor automatisch werkende deuren en hekken — Eisen en beproevingsmethoden |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 12981:2005 Bekledingsinstallaties — Spuitcabines voor het aanbrengen van organische deklagen — Veiligheidseisen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 12984:2005 Machines voor voedselbereiding — Draagbare en/of met de hand bediende machines en apparaten met mechanisch aangedreven snijwerktuigen — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 12999:2002 Hijskranen — Laadkranen |
14.8.2003 |
— |
|
EN 12999:2002/A1:2004 |
31.12.2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
EN 12999:2002/A2:2006 |
8.5.2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (8.5.2007) |
|
CEN |
EN 13000:2004 Hijskranen — Mobiele kranen |
8.5.2007 |
— |
|
Waarschuwing: Deze publicatie heeft geen betrekking op de paragrafen 4.2.6.3.1, 4.2.6.3.2 en 4.2.6.3.3 van deze norm; de toepassing hiervan biedt geen vermoeden van overeenstemming met het fundamenteel veiligheids- en gezondheidsvoorschrift 4.2.1.4 van bijlage I bij Richtlijn 98/37/EG in samenhang met de voorschriften 1.1.2.c, 1.2.5, 1.3.1, 4.1.2.1 en 4.1.2.3 van die bijlage. |
||||
CEN |
EN 13001-1:2004 Veiligheid van hijskranen — Algemene ontwerp — Deel 1: Algemene grondslagen en eisen |
31.12.2005 |
— |
|
EN 13001-1:2004/AC:2006 |
|
|
|
|
EN 13001-1:2004/AC:2008 |
|
|
|
|
CEN |
EN 13001-2:2004 Veiligheid van hijskranen — Algemeen ontwerp — Deel 2: Belastingsinvloeden |
31.12.2005 |
— |
|
EN 13001-2:2004/A1:2006 |
8.5.2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (8.5.2007) |
|
EN 13001-2:2004/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN 13015:2001 + A1:2008 Onderhoud van liften en roltrappen — Regels voor onderhoudsinstructies |
28.1.2009 |
EN 13015:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13019:2001 + A1:2008 Machines voor wegenreininging — Veiligheidseisen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13019:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13020:2004 Machines voor de oppervlaktebehandeling van wegen — Veiligheidseisen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 13021:2003 + A1:2008 Machines voor winterdienst — Veiligheidseisen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13021:2003 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13023:2003 Meetmethoden van geluid voor druk, papieromzettings, en papiervervaardigende machines en hulpapparatuur — Nauwkeurigheidscategorieën 2 en 3 |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 13035-1:2008 Machines en fabrieken voor de productie, behandelingen bewerking van hol glas — Veiligheidseisen — Deel 1: Opslag, behandeling en transport buiten het bedrijf |
24.6.2008 |
— |
|
CEN |
EN 13035-2:2008 Machines en installaties voor de fabricage, behandeling en verwerking van vlakglas — Veiligheidseisen — Deel 2: Opslag, behandeling en transport buiten de fabriek |
24.6.2008 |
— |
|
CEN |
EN 13035-3:2003 Machines en fabrieken voor de productie, behandeling en bewerking van vakglas — Veiligheidseisen — Deel 3: Snijmachines |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 13035-4:2003 Machines en fabrieken voor de productie, behandeling en bewerking van vakglas — Veiligheidseisen — Deel 4: Kanteltafels |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 13035-5:2006 Machines en fabrieken voor de productie, behandeling en bewerking van vlakglas — Veiligheidseisen — Deel 5: Machines en installaties voor het op- en afstapelen |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 13035-6:2006 Machines en fabrieken voor de productie, behandeling en bewerking van vlakglas — Veiligheidseisen — Deel 6: Breekmachines |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 13035-7:2006 Machines en fabrieken voor de productie, behandeling en bewerking van vlakglas — Veiligheidseisen — Deel 7: Snijmachines voor gelamineerd glas |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 13035-9:2006 Machines en fabrieken voor de productie, behandeling en bewerking van vlakglas — Veiligheidseisen — Deel 9: Wasinstallaties |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 13035-11:2006 Machines en fabrieken voor de productie, behandeling en bewerking van vlakglas — Veiligheidseisen — Deel 11: Boormachines |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 13042-1:2007 Machines en fabrieken voor de productie, behandeling en bewerking van hol glas — Veiligheidseisen — Deel 1: Druppelverdeler |
24.6.2008 |
— |
|
CEN |
EN 13042-2:2004 Machines en fabrieken voor de productie, behandeling en bewerking van hol glas — Veiligheidseisen — Deel 2: Behandelingsmachine voor de aanvoer |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 13042-3:2007 Machines en fabrieken voor de productie, behandeling en bewerking van hol glas — Veiligheidseisen — Deel 3: IS machines |
6.11.2007 |
— |
|
CEN |
EN 13042-5:2003 Machines en fabrieken voor de productie, behandeling en bewerking van hol glas — Veiligheidseisen — Deel 5: Persen |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 13059:2002 + A1:2008 Veiligheid van gemotoriseerde transportwerktuigen — Beproevingsmethode voor het meten van trillingen |
28.1.2009 |
EN 13059:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13102:2005 + A1:2008 Machines voor de keramiek — Veiligheid — Laden en lossen van fijnkeramische tegels |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13102:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13112:2002 Leerbewerkingsmachines — Splits- en snijmachines — Veiligheidseisen |
24.6.2003 |
— |
|
CEN |
EN 13113:2002 Leerbewerkingsmachines — Rolbekledingsmachines — Veiligheidseisen |
24.6.2003 |
— |
|
CEN |
EN 13114:2002 Leerbewerkingsmachines — Draaiende bewerkingsvaten — Veiligheidseisen |
24.6.2003 |
— |
|
CEN |
EN 13118:2000 Landbouwmachines — Aardappeloogstmachines — Veiligheid |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 13120:2004 Aan de binnenzijde geplaatstezonneschermen — Prestatie-eisen inclusief veiligheid |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 13128:2001 Veiligheid van gereedschapsmachines — Frees- en kottermachines |
14.6.2002 |
— |
|
EN 13128:2001/A1:2006 |
2.8.2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (30.9.2006) |
|
CEN |
EN 13135-1:2003 Hijskranen — Veiligheid — Ontwerp — Eisen voor de uitrusting — Deel 1: Elektrotechnische uitrusting |
31.12.2005 |
— |
|
EN 13135-1:2003/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN 13135-2:2004 Hijskranen — Uitrusting — Deel 2: Niet-elektrotechnische uitrusting |
31.12.2005 |
— |
|
EN 13135-2:2004/AC:2005 |
|
|
|
|
CEN |
EN 13140:2000 Landbouwmachines — Oogstmachines voor suikerbieten en voederbieten — Veiligheid |
27.11.2001 |
— |
|
CEN |
EN 13155:2003 Hijskranen — Veiligheid — Afneembare hijsgereedschappen |
20.4.2004 |
— |
|
EN 13155:2003/A1:2005 |
31.12.2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (28.2.2006) |
|
CEN |
EN 13157:2004 Hijskranen — Veiligheid — Handgedreven kranen |
31.12.2005 |
— |
|
EN 13157:2004/AC:2008 |
|
|
|
|
CEN |
EN 13204:2004 Dubbelwerkende hydraulische reddingsapparatuur voor de brandweer en de reddingsdienst — Eisen voor veiligheid en prestatie |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 13208:2003 Machines voor de voedselbereiding — Groentenschillers — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 13218:2002 + A1:2008 Gereedschapsmachines — Veiligheid — Stationaire slijpmachines |
28.1.2009 |
EN 13218:2002 |
28.12.2009 |
EN 13218:2002 + A1:2008/AC:2008 |
|
|
|
|
CEN |
EN 13241-1:2003 Industriële en commerciële garagedeuren en -poorten — Productnorm — Deel 1: Producten zonder vuur of rookweerstandkarakteristieken |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 13288:2005 Machines voor de voedselbereiding — Til- en kipmachines voor pannen — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 13289:2001 Machines voor deegbereiding — Drogers en koelers — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 13355:2004 Bekledingsinstallaties — Gecombineerde cabines — Veiligheidsvoorzieningen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 13367:2005 + A1:2008 Machines voor keramiek — Veiligheid — Overlaadperrons en -wagens |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13367:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13378:2001 Machines voor deegbereiding — Deegpersen — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 13379:2001 Machines voor deegbereiding — Strooi-, afstreep- en snijmachine, staafretourtransportband, staafmagazijn — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 13389:2005 Machines voor de voedselbereiding — Mengers met horizontale assen — Eisen voor veiligheid en hygiëne |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 13390:2002 Machines voor de voedselbereiding — Machines voor de bereiding van taarten en vlaaien — Eisen voor veiligheid en hygiëne |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 13411-1:2002 + A1:2008 Eindverbindingen voor staalkabels — Veiligheid — Deel 1: Kousen voor staalkabelsamenstellen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13411-1:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13411-2:2001 + A1:2008 Eindverbindingen voor staalkabels — Veiligheid — Deel 2: Splitsen van ogen voor kabelsamenstellen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13411-2:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13411-3:2004 + A1:2008 Eindverbindingen voor staalkabels — Veiligheid — Deel 3: Persklemmen en aanpersen van persklemmen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13411-3:2004 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13411-4:2002 + A1:2008 Eindverbindingen voor staalkabels — Veiligheid — Deel 4: Ingieten in sokken met metaal en kunsthars |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13411-4:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13411-5:2003 + A1:2008 Eindverbindingen voor staalkabels — Veiligheid — Deel 5: U-bout kabelklemmen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13411-5:2003 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13411-6:2004 + A1:2008 Eindverbindingen voor staalkabels — Veiligheid — Deel 6: Asymmetrische wigklemmen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13411-6:2004 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13411-7:2006 + A1:2008 Eindverbindingen voor staalkabels — Veiligheid — Deel 7: Symmetrische wigklemmen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13411-7:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13414-1:2003 + A2:2008 Staalkabelsamenstellen — Veiligheid — Deel 1: Samenstellen voor algemene hijsdoeleinden |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13414-1:2003 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13414-2:2003 + A2:2008 Staalkabelsamenstellen — Veiligheid — Deel 2: Specificatie voor informatie voor gebruik en onderhoud te verstrekken door de fabrikant |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13414-2:2003 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13414-3:2003 + A1:2008 Staalkabelsamenstellen — Veiligheid — Deel 3: Grommers en kabelslagstroppen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13414-3:2003 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13418:2004 + A1:2008 Kunststof- en rubbermachines — Spoelmachines voor film of plaat — Veiligheidseisen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13418:2004 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13448:2001 Land- en bosbouwmachines — Maaiers tussen de rijen — Veiligheid |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN 13457:2004 Machines voor de fabricage van schoeisel, leer- en kunstleerproducten — Machines voor het splijten, schiften, snijden, lijmen en drogen van lijm — Veiligheidseisen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 13478:2001 + A1:2008 Veiligheid van machines — Brandpreventie en -beveiliging |
22.8.2008 |
EN 13478:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13490:2001 + A1:2008 Mechanische trillingen — Gemotoriseerde transportwerktuigen — Laboratoriumonderzoek van de trillingen van de bestuurdersstoel |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13490:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13524:2003 Onderhoudsmachines voor wegen — Veiligheidseisen |
20.4.2004 |
— |
|
CEN |
EN 13525:2005 + A1:2007 Bosbouwmachines — Houtversnipperaars — Veiligheid |
6.11.2007 |
EN 13525:2005 |
Datum verstreken (30.11.2007) |
CEN |
EN 13531:2001 + A1:2008 Grondverzetmachines — Beschermende constructie bij kantelen (TOPS) van kleine graafmachines — Laboratoriumbeproevingen en prestatie-eisen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13531:2001 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13534:2006 Machines voor voedselbereiding — Pekelinjectiemachine — Eisen voor veiligheid en hygiëne |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 13557:2003 + A2:2008 Hijskranen — Bedieningsorganen en bedieningsplaatsen |
22.8.2008 |
EN 13557:2003 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13561:2004 + A1:2008 Zonneschermen — Prestatie-eisen inclusief veiligheid |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13561:2004 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13570:2005 Machines voor de voedselbereiding — Mixers en mengmachines — Eisen voor veiligheid en hygiëne |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 13586:2004 + A1:2008 Hijskranen — Toegang |
22.8.2008 |
EN 13586:2004 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13591:2005 Machines voor voedselbereiding — Laadinrichtingen voor ovens met een vaste vloer — Eisen voor veiligheid en hygiëne |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 13617-1:2004 Tankstations — Deel 1: Constructie en prestatie vanbrandstofzuilen |
31.12.2005 |
— |
|
EN 13617-1:2004/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN 13621:2004 Machines voor voedselbereiding — Sladrogers — Eisen voor veiligheid en hygiëne |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 13659:2004 + A1:2008 Luiken — Prestatie-eisen inclusief veiligheid |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13659:2004 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13675:2004 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor buisvorming en walstuigen en afwerkingslijnapparatuur |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 13684:2004 Tuingereedschap — Met de hand voorbewogen grasmatverluchters en aanbouwcultivators — Veiligheid |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 13731:2007 Hefzaksystemen voor brandweer en reddingsdiensten — Veiligheids- en prestatie-eisen |
24.6.2008 |
— |
|
CEN |
EN 13732:2002 Machines voor voedselverwerking — Melkkoeltanks voor de boerderij — Eisen aan constructie, werking, geschiktheid voor gebruik, veiligheid en hygiëne |
14.8.2003 |
— |
|
EN 13732:2002/A1:2005 |
31.12.2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (28.2.2006) |
|
CEN |
EN ISO 13732-1:2008 Klimaatomstandigheden — Methoden voor het bepalen van menselijke reacties bij het aanraken van oppervlaken — Deel 1: Warme oppervlakken (ISO 13732-1:2006) |
28.1.2009 |
EN ISO 13732-1:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 13732-3:2008 Klimaatomstandigheden — Methoden voor het bepalen van menselijke reacties bij het aanraken van oppervlakken — Deel 3: Koude oppervlakken (ISO 13732-3:2005) |
28.1.2009 |
EN ISO 13732-3:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13736:2003 Gereedschapswerktuigen — Veiligheid — Pneumatische persen |
14.8.2003 |
— |
|
EN 13736:2003/AC:2004 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 13753:2008 Mechanische trillingen en schok — Hand- en armtrillingen — Methode voor het meten van de overdraagbaarheid van trillingen door veerkrachtige materialen onder belasting door het arm-handsysteem (ISO 13753:1998) |
28.1.2009 |
EN ISO 13753:1998 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13788:2001 Gereedschapsmachines — Veiligheid — Automatische draaimachines met meervoudige spil |
24.6.2003 |
— |
|
CEN |
EN ISO 13849-1:2008 Veiligheid van machines — Onderdelen van besturingssytemen met een veiligheidsfunctie — Deel 1: Algemene regels voor ontwerp (ISO 13849-1:2006) |
22.8.2008 |
EN ISO 13849-1:2006 EN 954-1:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 13849-2:2008 Veiligheid van machines — Onderdelen van besturingssytemen met een veiligheidsfunctie — Deel 2: Validatie (ISO 13849-2:2003) |
22.8.2008 |
EN ISO 13849-2:2003 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 13850:2008 Veiligheid van machines — Noodstop — Ontwerpbeginselen (ISO 13850:2006) |
22.8.2008 |
EN ISO 13850:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13852-1:2004 Hijskranen — Offshore kranen — Deel 1: Offshore kranenvoor algemene doeleinden |
31.12.2005 |
— |
|
EN 13852-1:2004/AC:2007 |
|
|
|
|
CEN |
EN ISO 13857:2008 Veiligheid van machines — Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones door bovenstaande en onderstaande ledematen (ISO 13857:2008) |
22.8.2008 |
EN 294:1992 EN 811:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13862:2001 Zagen voor beton, asfalt en steen — Veiligheid |
14.8.2003 |
EN 500-5:1995 |
Datum verstreken (14.8.2003) |
CEN |
EN 13870:2005 Machines voor voedselbereiding — Vleessnijmachines — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 13871:2005 Machines voor voedselbereiding — Machines voor snijden van blokjes — Eisen voor de veiligheid en hygiëne |
31.12.2005 |
— |
|
EN 13871:2005/AC:2005 |
|
|
|
|
CEN |
EN 13885:2005 Machines voor voedselbereiding — Clipmachines — Eisen voor veiligheid en hygiëne |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 13886:2005 Machines voor voedselbereiding — Kookpannen met aangedreven roerstaaf en/of mixer — Veiligheid en hygiëne-eisen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 13889:2003 + A1:2008 Gesmede stalen sluitingen voor algemene hijsdoeleinden — D-sluitingen en harpsluitingen — Kwaliteitsklasse 6 — Veiligheid |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13889:2003 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13898:2003 Gereedschapsmachines — Veiligheid — Zaagmachines voor metaal |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 13951:2003 + A1:2008 Vloeistofpompen — Veiligheidseisen — Materiaal voor landbouw en voeding — Pompen — Ontwerpregels voor de waarborging van hygiëne in gebruik |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 13951:2003 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 13954:2005 Machines voor voedselbereiding — Broodsnijders — Eisen voor veiligheid en hygiëne |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 13977:2005 + A1:2007 Railtoepassingen — Bovenbouw — Veiligheidseisen voor draagbare machines en lorries voor constructie en onderhoud |
22.8.2008 |
EN 13977:2005 |
Datum verstreken (22.8.2008) |
CEN |
EN 13985:2003 Gereedschapswerktuigen — Veiligheid — Guillotinescharen |
14.8.2003 |
— |
|
CEN |
EN 14010:2003 Veiligheid van machines — Mechanisch aangedreven parkeerinrichtingen voor motorvoertuigen — Veiligheids- en EMC-eisen voor ontwerp, fabricage, opstelling en inbedrijfstelling |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 14017:2005 + A1:2008 Landbouw- en bosbouwmachines — Strooiers voor vaste kunstmeststoffen — Veiligheid |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 14017:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 14018:2005 Landbouw- en bosbouwmachines — Zaaimachines — Veiligheid |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 14043:2005 Automatische autoladders voor de brandweer — Eisen en beproevingsmethoden |
31.12.2005 |
— |
|
EN 14043:2005/AC:2006 |
|
|
|
|
CEN |
EN 14044:2005 Half-automatische autoladders voor de brandweer — Eisen, beproevingsmethoden |
2.8.2006 |
— |
|
EN 14044:2005/AC:2007 |
|
|
|
|
CEN |
EN 14070:2003 Veiligheid van gereedschapsmachines — Transfermachines en machines voor speciale doeleinden |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN ISO 14121-1:2007 Veiligheid van machines — Risicobeoordeling — Deel 1: Principes (ISO 14121-1:2007) |
24.6.2008 |
EN 1050:1996 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 14122-1:2001 Veiligheid van machines — Vaste toegangsmiddelen tot machines en industriële installaties — Deel 1: Keuze van een vast toegangsmiddel tussen twee niveaus (ISO 14122-1:2001) |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN ISO 14122-2:2001 Veiligheid van machines — Vaste toegangsmiddelen tot machines en industriële installaties — Deel 2: Werkbordessen en looppaden (ISO 14122-2:2001) |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN ISO 14122-3:2001 Veiligheid van machines — Permanente toegangsmiddelentot machines — Deel 3: Trappen, trapladders en leuningen (ISO 14122-3:2001) |
14.6.2002 |
— |
|
CEN |
EN ISO 14159:2008 Machineveiligheid — Hygiëne-eisen voor het ontwerpen van machines (ISO 14159:2002) |
22.8.2008 |
EN ISO 14159:2004 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 14238:2004 Hijskranen — Met de hand bestuurde lastmanipulatoren |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN ISO 14314:2004 Zuigermotoren met inwendige verbranding — Repeteerstartinrichting — Algemene veiligheidseisen (ISO 14314:2004) |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 14351-1:2006 Ramen en deuren — Productnorm — Prestatie-eisen — Deel 1: Ramen en deuren, zonder brand- en rookwerende eigenschappen |
2.8.2006 |
— |
|
CEN |
EN 14439:2006 Hijskranen — Veiligheid — Torenkranen |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 14462:2005 Apparatuur voor oppervlaktebehandeling — Geluidbeproevingscode voor apparatuur voor oppervlaktebehandeling inclusief bijkomende behandelingsapparatuur — Nauwkeurigheid graad 2 en 3 |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 14466:2005 + A1:2008 Brandweerpompen — Draagbare pompen — Veiligheid en prestatie-eisen, beproevingen |
28.1.2009 |
EN 14466:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 14492-1:2006 Hijskranen — Motorisch aangedreven lieren en takels — Deel 1: Motorisch aangedreven lieren |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 14492-2:2006 Hijskranen — Motorisch aangedreven lieren en takels — Deel 2: Motorisch aangedreven takels |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 14502-2:2005 + A1:2008 Hijskranen — Uitrusting voor het hijsen van personen — Deel 2: Hefbare bedieningsplaatsen |
22.8.2008 |
EN 14502-2:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 14655:2005 Machines voor voedselbereiding — Baguettesnijders — Veiligheids- en hygiënevoorschriften |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 14656:2006 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor extrusiepersen voor staal en non-ferro metalen |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 14658:2005 Transporteurs — Veiligheidseisen voor transporteurs voor ontginning in dagbouw van ligniet |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 14673:2006 Veiligheid van machines — Veiligheidsvoorschriften voor hydraulische persen voor het smeden van staal en non-ferro metalen |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 14677:2008 Veiligheid van machines — Secundaire staalverwerking — Machines en uitrusting voor de behandeling van vloeibaar staal |
22.8.2008 |
— |
|
CEN |
EN 14681:2006 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor machines en materieel voor de staalproductie met elektrische boogovens |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 14710-1:2005 + A1:2008 Brandweerpompen — Centrifugaalpompen zonder aanzuiginrichting — Deel 1: Classificatie, Algemene- en veiligheidseisen |
28.1.2009 |
EN 14710-1:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 14710-1:2005 + A2:2008 Brandweerpompen — Centrifugaalpompen zonder ontluchtingsinrichting — Deel 1: Classificatie, algemene en veiligheidseisen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 14710-1:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 14710-2:2005 + A1:2008 Brandweerpompen — Centrifugaalpompen zonder aanzuiginrichting — Deel 2: Verificatie van algemene en veiligheidseisen |
22.8.2008 |
EN 14710-2:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 14710-2:2005 + A2:2008 Brandweerpompen — Centrifugaalpompen zonder ontluchtingsinnrichting — Deel 2: Verificatie van algemene en veiligheidseisen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 14710-2:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 14738:2008 Veiligheid van machines;Antropometrische eisen voor het ontwerp van werkplekken bij machines |
28.1.2009 |
EN ISO 14738:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 14753:2007 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor machine en materieel voor het continu gieten van staal |
24.6.2008 |
— |
|
CEN |
EN 14861:2004 Bosbouwmachines — Zelfrijdende machines — Veiligheidseisen |
31.12.2005 |
— |
|
CEN |
EN 14886:2008 Machines voor kunststoffen en rubber — Snijmachines voor schuimblokken — Veiligheidseisen |
24.6.2008 |
— |
|
CEN |
EN 14910:2007 Tuingereedschap — Handgeleide maaiers aangedreven door een verbrandingsmotor — Veiligheid |
24.6.2008 |
— |
|
CEN |
EN 14930:2007 Landbouw- en bosbouwmachines en tuingereedschap — Lopend bediende en met de hand geleide machines — Bepaling van de toegankelijkheid van ver hitte oppervlakken |
6.11.2007 |
— |
|
CEN |
EN 14957:2006 Machines voor voedselbereiding — Vaatwasmachines met transportband — Veiligheids- en hygiëne-eisen |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 14958:2006 Machines voor voedselbereiding — Machines voor het malen en bewerken van meel en griesmeel — Veiligheid en hygiëne eisen |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 14973:2006 + A1:2008 Transportbanden voor gebruik in ondergrondse installaties — Veiligheidseisen voor elektriciteit en brandbaarheid |
22.8.2008 |
EN 14973:2006 |
22.12.2009 |
CEN |
EN ISO 14982:1998 Land- en bosbouwmachines — Elektromagnetische compatibiliteit — Beproevingsmethoden en aanvaardingscriteria (ISO 14982:1998) |
15.10.1998 |
— |
|
CEN |
EN 14985:2007 Hijskranen — Zwenkkranen |
6.11.2007 |
— |
|
CEN |
EN 15000:2008 Veiligheid van gemotoriseerde transportwerktuigen — Gemotoriseerde heftrucks met een variabele reikwijdte — Specificatie, prestatie- en beproevingseisen voor lastmomentaanwijzers en lastmomentbegrenzers in langsrichting |
28.1.2009 |
— |
|
CEN |
EN 15027:2007 Verplaatsbare zaagwand en kabelzaaguitrusting voor werkplaats — Veiligheid |
24.6.2008 |
— |
|
CEN |
EN 15056:2006 Hijskranen — Eisen voor containerspreaders |
8.5.2007 |
— |
|
CEN |
EN 15061:2007 + A1:2008 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor de machinale verwerking van platen met aan elkaar gekoppelde machines |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 15061:2007 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 15067:2007 Machines voor kunststoffen en rubber — Veiligheidseisen voor folieverwerkingsmachines voor tassen en zakken — Veiligheidseisen |
24.6.2008 |
— |
|
CEN |
EN 15093:2008 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor warme plaat walstuigen |
Dit is de eerste bekendmaking |
— |
|
CEN |
EN 15094:2008 Veiligheid van machines — Veiligheidseisen voor koude plaat walstuigen |
Dit is de eerste bekendmaking |
— |
|
CEN |
EN 15095:2007 + A1:2008 Aangedreven mobiele stellingen, carrouselinstallaties en opslagliften — Veiligheidseisen |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN 15095:2007 |
28.12.2009 |
CEN |
EN 15162:2008 Machines en installaties voor het winnen en bewerken van natuursteen — Veiligheidseisen voor gereedschapszagen |
22.8.2008 |
— |
|
CEN |
EN 15163:2008 Machines en installaties voor het gebruik en bewerken van natuursteen — Veiligheid — Eisen voor diamant draadzagen |
22.8.2008 |
— |
|
CEN |
EN 15164:2008 Machines en installaties voor het winnen en bewerken van natuursteen — Veiligheid — Eisen voor ketting- en riemzagen |
22.8.2008 |
— |
|
CEN |
EN 15166:2008 Machines voor voedselbereiding — Machines voor het automatisch splitsen van de achterzijde van karkassen — Eisen voor veiligheid en hygiëne |
Dit is de eerste bekendmaking |
— |
|
CEN |
EN 15268:2008 Tankstations — Veiligheidseisen voor de constructie en prestatie van dompelpompinrichtingen |
28.1.2009 |
— |
|
CEN |
EN ISO 15536-1:2008 Ergonomie — Computer-mensfiguren en lichaamssjablonen — Deel 1: Algemene eisen (ISO 15536-1:2005) |
28.1.2009 |
EN ISO 15536-1:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 15744:2008 Niet-elektrische aangedreven handgereedschap — Geluidmeetmethode — Praktijkmethode (klasse 2) (ISO 15744:2002) |
28.1.2009 |
EN ISO 15744:2002 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 19432:2008 Machines en apparatuur voor de bouw — Draagbare, met de hand geleide afkortslijpmachine aangedreven door een zuigermotor met inwendige verbranding — Veiligheidseisen en beproeven (ISO 19432:2006) |
22.8.2008 |
EN ISO 19432:2006 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 20643:2008 Met de hand overgebrachte trillingen van handmatige of met de hand geleide machines — Metingen van trillingen van de grijpvlakken (ISO 20643:2005) |
22.8.2008 |
EN ISO 20643:2005 |
28.12.2009 |
CEN |
EN ISO 22867:2008 Draagbare, met de hand geleide bosbouwmachines met inwendige verbrandingsmotor — Trilproef code — Meting van trillingen bij de handvatten |
Dit is de eerste bekendmaking |
— |
|
CEN |
EN ISO 22868:2008 Bosbouwmachines — Geluidsbeproevingscode voor draagbare, met de hand geleide machines met inwendige verbrandingsmotor — Uitvoeringsmethode (klasse 2) (ISO 22868:2005) |
Dit is de eerste bekendmaking |
EN ISO 22868:2005 |
Datum verstreken (8.5.2007) |
CEN |
EN 28662-1:1992 Draagbare handgereedschappen met motoraandrijving — Meting van mechanische trillingen aan het handvat — Deel 1: Algemeen (ISO 8662-1:1988) |
31.12.1994 |
— |
|
CEN |
EN 28662-2:1994 Draagbare handgereedschappen met motoraandrijving — Metingen van mechanische trillingen aan het handvat — Deel 2: Beitel- en klinkhamers (ISO 8662-2:1992) |
14.2.1996 |
— |
|
EN 28662-2:1994/A1:1995 |
14.2.1996 |
Noot 3 |
Datum verstreken (29.2.1996) |
|
EN 28662-2:1994/A2:2001 |
14.6.2002 |
Noot 3 |
Datum verstreken (14.6.2002) |
|
CEN |
EN 28662-3:1994 Draagbare handgereedschappen met motoraandrijving — Meting van mechanische trillingen aan het handvat — Deel 3: Steenboormachines en boorhamers (ISO 8662-3:1992) |
14.2.1996 |
— |
|
EN 28662-3:1994/A1:1995 |
14.2.1996 |
Noot 3 |
Datum verstreken (29.2.1996) |
|
EN 28662-3:1994/A2:2001 |
14.6.2002 |
Noot 3 |
Datum verstreken (14.6.2002) |
|
CEN |
EN 28662-5:1994 Draagbare handgereedschappen metmotoraandrijving — Metingen van mechanische trillingenaan het handvat — Deel 5: Breek- en sloophamers (ISO 8662-5:1992) |
14.2.1996 |
— |
|
EN 28662-5:1994/A1:1995 |
14.2.1996 |
Noot 3 |
Datum verstreken (29.2.1996) |
|
EN 28662-5:1994/A2:2001 |
20.4.2004 |
Noot 3 |
Datum verstreken (20.4.2004) |
|
CEN |
EN 30326-1:1994 Mechanische trillingen — Laboratorium methode voor de evaluatie van trillingen van de voertuigstoel — Del 1: Basis eisen (ISO 10326-1:1992) |
14.2.1996 |
— |
|
EN 30326-1:1994/A1:2007 |
24.6.2008 |
Noot 3 |
Datum verstreken (24.6.2008) |
|
Cenelec |
EN 50144-1:1998 Veiligheid van handgereedschap met elektrische aandrijving — Deel 1: Algemene eisen Noot 4 |
15.4.2000 |
— |
|
EN 50144-1:1998/A1:2002 |
24.6.2003 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
EN 50144-1:1998/A2:2003 |
20.4.2004 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
Cenelec |
EN 50144-2-7:2000 Veiligheid van handgereedschap met elektrische aandrijving — Deel 2-7: Bijzondere eisen voor spuitpistolen |
27.11.2001 |
— |
|
Cenelec |
EN 50144-2-13:2002 Veiligheid van handgereedschap met elektrische aandrijving — Deel 2-13: Bijzondere eisen voor kettingzagen |
14.8.2003 |
— |
|
Cenelec |
EN 50144-2-16:2003 Veiligheid van handgereedschap met elektrische aandrijving — Deel 2-16: Bijzondere eisen voor nietpistolen |
20.4.2004 |
— |
|
Cenelec |
EN 50260-1:2002 Veiligheid van batterijgevoed handgereedschap met elektrische aandrijving en samengestelde batterijen — Deel 1: Algemene eisen Noot 4 |
24.6.2003 |
— |
|
Cenelec |
EN 50260-2-7:2002 Veiligheid van batterijgevoed handgereedschap met elektrische aandrijving en samengestelde batterijen — Deel 2-7: Bijzondere eisen voor spuitpistolen |
24.6.2003 |
— |
|
Cenelec |
EN 50338:2006 Veiligheid van huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen — Bijzondere eisen voor batterijgevoede elektrische grasmaaiers met meelopende bestuurder |
6.11.2007 |
EN 50338:2000 en zijn wijzigingsblad Noot 2.1 |
Datum verstreken (1.10.2008) |
Cenelec |
EN 50416:2005 Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen — Veiligheid — Bijzondere eisen voor afwasmachines voor bedrijfsgebruik |
31.12.2006 |
— |
|
Cenelec |
EN 60204-1:2006 Veiligheid van machines — Elektrische uitrusting van machines — Deel 1: Algemene eisen (IEC 60204-1:2005 (Gewijzigd)) |
6.11.2007 |
EN 60204-1:1997 Noot 2.1 |
1.6.2009 |
Cenelec |
EN 60204-11:2000 Veiligheid van machines — Elektrische uitrusting van machines — Deel 11: Eisen voor hoogspanningsapparatuur voor spanningen hoger dan 1 000 V wisselspanning maar niet hoger dan 36 kV (IEC 60204-11:2000) |
27.11.2001 |
— |
|
Cenelec |
EN 60204-31:1998 Veiligheid van machines — Elektrische uitrusting van machines — Deel 31:Bijzondere eisen op het gebied van veiligheid en EMC voor naaimachines, -eenheden en -systemen (IEC 60204-31:1996 (Gewijzigd)) |
15.4.2000 |
— |
|
Cenelec |
EN 60204-32:1998 Veiligheid van machines — Elektrische uitrusting van machines — Deel 32: Eisen voor hef- en hijswerktuigen (IEC 60204-32:1998) |
15.4.2000 |
— |
|
Cenelec |
EN 60335-1:1994 Veiligheid van huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen — Deel 1: Algemene eisen (IEC 60335-1:1991 (Gewijzigd)) Noot 4 |
15.4.2000 |
— |
|
EN 60335-1:1994/A11:1995 |
15.4.2000 |
Noot 3 |
|
|
EN 60335-1:1994/A15:2000 |
10.3.2001 |
Noot 3 |
|
|
EN 60335-1:1994/A16:2001 |
27.11.2001 |
Noot 3 |
|
|
EN 60335-1:1994/A1:1996 (IEC 60335-1:1991/A1:1994 (Gewijzigd)) |
15.4.2000 |
Noot 3 |
Datum verstreken (15.4.2000) |
|
EN 60335-1:1994/A12:1996 |
15.4.2000 |
Noot 3 |
Datum verstreken (15.4.2000) |
|
EN 60335-1:1994/A13:1998 |
15.4.2000 |
Noot 3 |
Datum verstreken (1.12.2000) |
|
EN 60335-1:1994/A14:1998 |
15.4.2000 |
Noot 3 |
Datum verstreken (1.7.2001) |
|
EN 60335-1:1994/A2:2000 (IEC 60335-1:1991/A2:1999) |
27.11.2001 |
Noot 3 |
Datum verstreken (1.8.2007) |
|
Cenelec |
EN 60335-1:2002 Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen — Veiligheid — Deel 1: Algemene eisen (IEC 60335-1:2001 (Gewijzigd)) Noot 4 |
14.8.2003 |
EN 60335-1:1994 en zijn wijzigingsbladen Noot 2.1 |
|
EN 60335-1:2002/A11:2004 |
6.8.2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (1.10.2006) |
|
EN 60335-1:2002/A1:2004 (IEC 60335-1:2001/A1:2004) |
31.12.2006 |
Noot 3 |
Datum verstreken (1.10.2007) |
|
EN 60335-1:2002/A12:2006 |
6.11.2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (6.11.2007) |
|
Cenelec |
EN 60335-2-64:2000 Veiligheid van huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen — Deel 2-64: Bijzondere eisen voor keukenmachines voor bedrijfsgebruik (IEC 60335-2-64:1997 (Gewijzigd)) |
20.5.2000 |
— |
|
EN 60335-2-64:2000/A1:2002 (IEC 60335-2-64:1997/A1:2000 (Gewijzigd)) |
24.6.2003 |
Noot 3 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
|
Cenelec |
EN 60335-2-72:1998 Veiligheid van huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen — Deel 2-72: Bijzondere eisen voor draagbare vloerbehandelingstoestellen, voor commercieel en industrieel gebruik (IEC 60335-2-72:1995 (Gewijzigd)) |
15.4.2000 |
— |
|
EN 60335-2-72:1998/A1:2000 (IEC 60335-2-72:1995/A1:2000) |
10.3.2001 |
Noot 3 |
Datum verstreken (1.9.2003) |
|
Cenelec |
EN 60335-2-77:2006 Veiligheid van huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen — Deel 2-77: Bijzondere eisen voor via het net aangedreven grasmaaiers met meelopende bestuurder (IEC 60335-2-77:1996 (Gewijzigd)) |
6.11.2007 |
EN 60335-2-77:2000 Noot 2.1 |
Datum verstreken (1.9.2008) |
Cenelec |
EN 60335-2-91:2003 Huishoudelijke en soortgelijke toestellen — Veiligheid — Deel 2-91: Bijzondere eisen voor gazontrimmers waar je achter loopt, gazontrimmers die je in de hand hebt en graskanttrimmers (IEC 60335-2-91:2002 (Gewijzigd)) |
6.8.2005 |
— |
|
Cenelec |
EN 60335-2-92:2005 Huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen — Veiligheid — Deel 2-92: Bijzondere eisen voor met de hand voortbewogen grasmatverluchters en aanbouwcultivators (IEC 60335-2-92:2002 (Gewijzigd)) |
2.8.2006 |
— |
|
Cenelec |
EN 60745-1:2003 Handgereedschap met elektrische aandrijving — Veiligheid — Deel 1: Algemene eisen (IEC 60745-1:2001 (Gewijzigd)) Noot 4 |
20.4.2004 |
EN 50144-1:1998 en zijn wijzigingsbladen Noot 2.1 |
|
EN 60745-1:2003/A1:2003 (IEC 60745-1:2001/A1:2002) |
20.4.2004 |
EN 50260-1:2002 Noot 3 |
|
|
Cenelec |
EN 60745-2-1:2003 Handgereedschap met motoraandrijving — Veiligheid — Deel 2-1: Speciale eisen voor boren (IEC 60745-2-1:2003 (Gewijzigd)) |
20.4.2004 |
EN 50144-2-1:1999 + EN 50260-2-1:2002 Noot 2.1 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
EN 60745-2-1:2003/A11:2007 |
6.11.2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (6.11.2007) |
|
Cenelec |
EN 60745-2-2:2003 Handgereedschap met motoraandrijving — Veiligheid — Deel 2-2: Speciale eisen voor schroevendraaiers en slagschroevendraaiers (IEC 60745-2-2:2003 (Gewijzigd)) |
20.4.2004 |
EN 50144-2-2:1999 + EN 50260-2-2:2002 Noot 2.1 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
EN 60745-2-2:2003/A11:2007 |
6.11.2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (1.12.2007) |
|
Cenelec |
EN 60745-2-3:2007 Handgereedschap motoraandrijvende elektrisch gereedschap — Deel 2-3: Bijzondere eisen voor slijpmachines, polijstmachines en schijfschuurmachines (IEC 60745-2-3:2006 (Gewijzigd)) |
6.11.2007 |
EN 50144-2-3:2002 en zijn wijzigingsbladen Noot 2.1 |
1.12.2009 |
Cenelec |
EN 60745-2-4:2003 Handgereedschap met elektrische aandrijving — Veiligheid — Deel 2-4: Speciale eisen voor polijstmachines en schuurmachines anders dan schijfschuurmachines (IEC 60745-2-4:2002 (Gewijzigd)) |
20.4.2004 |
EN 50144-2-4:1999 + EN 50260-2-4:2002 Noot 2.1 |
Datum verstreken (1.2.2006) |
EN 60745-2-4:2003/A11:2007 |
6.11.2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (1.2.2008) |
|
Cenelec |
EN 60745-2-5:2003 Handgereedschap met elektrische aandrijving — Veiligheid — Deel 2-5: speciale eisen voor cirkelzagen (IEC 60745-2-5:2003 (Gewijzigd)) |
20.4.2004 |
EN 50144-2-5:1999 + EN 50260-2-5:2002 Noot 2.1 |
Datum verstreken (1.4.2006) |
Cenelec |
EN 60745-2-6:2003 Handgereedschap met motoraandrijving — Veiligheid — Deel 2-6: Speciale eisen voor hamers (IEC 60745-2-6:2003 (Gewijzigd)) |
20.4.2004 |
EN 50144-2-6:2000 en zijn wijzigingsbladen + EN 50260-2-6:2002 Noot 2.1 |
Datum verstreken (1.2.2006) |
EN 60745-2-6:2003/A11:2007 |
6.11.2007 |
Noot 3 |
Datum verstreken (6.11.2007) |
|
EN 60745-2-6:2003/A1:2006 (IEC 60745-2-6:2003/A1:2006) |
6.11.2007 |
Noot 3 |
1.5.2009 |
|
Cenelec |
EN 60745-2-8:2003 Handgereedschap met motoraandrijving — Veiligheid — Deel 2-8: Speciale eisen voor plaatsscharen en knibbelscharen (IEC 60745-2-8:2003 (Gewijzigd)) |
20.4.2004 |
— |
|
EN 60745-2-8:2003/A11:2007 |
24.6.2008 |
Noot 3 |
Datum verstreken (24.6.2008) |
|
Cenelec |
EN 60745-2-9:2003 Handgereedschap met elektrische aandrijving — Veiligheid — Deel 2-9: speciale eisen voor tapmachines (IEC 60745-2-9:2003 (Gewijzigd)) |
20.4.2004 |
— |
|
EN 60745-2-9:2003/A11:2007 |
24.6.2008 |
Noot 3 |
Datum verstreken (24.6.2008) |
|
Cenelec |
EN 60745-2-11:2003 Handgreedschap met elektrische aandrijving — Veiligheid — Deel 2-11: speciale eisen voor decoupeerzagen (figuur en schrobzagen) (IEC 60745-2-11:2003 (Gewijzigd)) |
20.4.2004 |
EN 50144-2-10:2001 + EN 50260-2-10:2002 Noot 2.1 |
Datum verstreken (1.2.2006) |
EN 60745-2-11:2003/A11:2007 |
24.6.2008 |
Noot 3 |
Datum verstreken (24.6.2008) |
|
Cenelec |
EN 60745-2-14:2003 Handgereedschap met elektrische aandrijving — Veiligheid — Deel 2-14: speciale eisen voor schaafmachines (IEC 60745-2-14:2003 (Gewijzigd)) |
20.4.2004 |
EN 50144-2-14:2001 Noot 2.1 |
Datum verstreken (1.7.2006) |
EN 60745-2-14:2003/A11:2007 |
24.6.2008 |
Noot 3 |
Datum verstreken (24.6.2008) |
|
EN 60745-2-14:2003/A1:2007 (IEC 60745-2-14:2003/A1:2006 (Gewijzigd)) |
24.6.2008 |
Noot 3 |
1.2.2010 |
|
Cenelec |
EN 60745-2-15:2006 Handgereedschap met elektrische aandrijving — Deel 2-15: Bijzondere eisen voor heggenscharen (IEC 60745-2-15:2006 (Gewijzigd)) |
22.8.2008 |
EN 50144-2-15:2001 Noot 2.1 |
1.5.2009 |
Cenelec |
EN 60745-2-17:2003 Handgereedschap met elektrische aandrijving — Veiligheid — Deel 2-17: Speciale eisen voor bovenhandfrezers en trimmers (IEC 60745-2-17:2003 (Gewijzigd)) |
20.4.2004 |
EN 50144-2-17:2000 + EN 50144-2-18:2000 + EN 50260-2-14:2002 Noot 2.1 |
Datum verstreken (31.12.2005) |
EN 60745-2-17:2003/A11:2007 |
24.6.2008 |
Noot 3 |
Datum verstreken (24.6.2008) |
|
Cenelec |
EN 60745-2-18:2004 Handgereedschap met elektrische aandrijving — Veiligheid — Deel 2-18: Speciale eisen voor omsnoeringsgereedschap (IEC 60745-2-18:2003 (Gewijzigd)) |
2.8.2006 |
— |
|
EN 60745-2-18:2004/A11:2007 |
24.6.2008 |
Noot 3 |
Datum verstreken (24.6.2008) |
|
Cenelec |
EN 60745-2-19:2005 Handgereedschap met elektrische aandrijving — Veiligheid — Deel 2-19: Speciale eisen voor voegmachines IEC 60745-2-19:2005 (Gewijzigd)) |
2.8.2006 |
— |
|
EN 60745-2-19:2005/A11:2007 |
24.6.2008 |
Noot 3 |
Datum verstreken (1.7.2008) |
|
Cenelec |
EN 60745-2-20:2003 Handgereedschap met elektrische aandrijving — Deel 2-20: Veiligheid — speciale eisen voor bandzagen (IEC 60745-2-20:2003 (Gewijzigd)) |
20.4.2004 |
— |
|
EN 60745-2-20:2003/A11:2007 |
24.6.2008 |
Noot 3 |
Datum verstreken (24.6.2008) |
|
Cenelec |
EN 60745-2-21:2007 Handgereedschap met elektrische aandrijving — Veiligheid — Deel 2-21: Speciale eisen voor doorsteekapparaten (IEC 60745-2-21:2002 (Gewijzigd)) |
24.6.2008 |
— |
|
Cenelec |
EN 60947-5-3:1999 Laagspanningsschakelaars — Deel 5-3: Stuurstroomkringen en schakelelementen — Eisen voor naderingselementen met een vastgesteld gedrag onder storingsomstandigheden (PDF) (IEC 60947-5-3:1999) |
24.6.2003 |
— |
|
EN 60947-5-3:1999/A1:2005 (IEC 60947-5-3:1999/A1:2005) |
31.12.2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (1.3.2008) |
|
Cenelec |
EN 60947-5-5:1997 Laagspanningsschakelaars — Deel 5: Stuurstroomkringen en schakelelementen — Sectie 5: Elektrische noodstopinrichting met mechanische vergrendelingsfunctie (IEC 60947-5-5:1997) |
10.3.2001 |
— |
|
EN 60947-5-5:1997/A1:2005 (IEC 60947-5-5:1997/A1:2005) |
31.12.2005 |
Noot 3 |
Datum verstreken (1.3.2008) |
|
Cenelec |
EN 61029-1:2000 Veiligheid van verplaatsbaar elektrisch gereedschap met motoraandrijving — Deel 1: Algemene eisen (IEC 61029-1:1990 (Gewijzigd)) Noot 4 |
10.3.2001 |
— |
|
EN 61029-1:2000/A11:2003 |
20.4.2004 |
Noot 3 |
Datum verstreken (1.10.2005) |
|
EN 61029-1:2000/A12:2003 |
20.4.2004 |
Noot 3 |
Datum verstreken (1.11.2005) |
|
Cenelec |
EN 61029-2-1:2002 Veiligheid van verplaatsbaar elektrisch gereedschap met motoraandrijving — Deel 2-1: Bijzondere eisen voor cirkelzagen (IEC 61029-2-1:1993 + A1:1999 + A2:2001 (Gewijzigd)) |
24.6.2003 |
— |
|
Cenelec |
EN 61029-2-4:2003 Veiligheid van verplaatsbaar elektrisch gereedschap met motoraandrijving — Deel 2-4: Bijzondere eisen voor slijpmachines (IEC 61029-2-4:1993 (Gewijzigd)) |
14.8.2003 |
— |
|
EN 61029-2-4:2003/A1:2003 (IEC 61029-2-4:1993/A1:2001 (Gewijzigd)) |
20.4.2004 |
Noot 3 |
Datum verstreken (2.8.2006) |
|
Cenelec |
EN 61029-2-8:2003 Veiligheid van verplaatsbaar elektrisch gereedschap met motoraandrijving — Deel 2-8: Bijzondere eisen voor verticale deegwalsen met enkele spil (IEC 61029-2-8:1995 + A1:1999 + A2:2001 (Gewijzigd)) |
20.4.2004 |
— |
|
Cenelec |
EN 61029-2-9:2002 Veiligheid van verplaatsbaar elektrisch gereedschap met motoraandrijving — Deel 2-9: Bijzondere eisen voor verstekzagen (IEC 61029-2-9:1995 (Gewijzigd)) |
14.8.2003 |
— |
|
Cenelec |
EN 61310-1:2008 Veiligheid van machines — Signalering, markeringen en bediening — Deel 1: Eisen aan zichtbare, hoorbare en voelbare signalen (IEC 61310-1:2007) |
22.8.2008 |
EN 61310-1:1995 Noot 2.1 |
1.12.2010 |
Cenelec |
EN 61310-2:2008 Veiligheid van machines — Signalering, markeringen en bediening — Deel 2: Eisen aan markeringen (IEC 61310-2:2007) |
22.8.2008 |
EN 61310-2:1995 Noot 2.1 |
1.12.2010 |
Cenelec |
EN 61310-3:2008 Veiligheid van machines — Signalering, markeringen en bediening — Deel 3: Eisen aan de positie en de bediening van bedieningselementen (IEC 61310-3:2007) |
22.8.2008 |
EN 61310-3:1999 Noot 2.1 |
1.12.2010 |
Cenelec |
EN 61496-1:2004 Machineveiligheid — Aanrakingsvrije elektrische beveiligingsinrichtingen — Deel 1: Algemene eisen en beproevingen (IEC 61496-1:2004 (Gewijzigd)) |
6.8.2005 |
EN 61496-1:1997 Noot 2.1 |
Datum verstreken (1.4.2007) |
Cenelec |
EN 61800-5-2:2007 Regelbare elektrische aandrijfsystemen — Deel 5-2: Veiligheidseisen — Functioneel (IEC 61800-5-2:2007) |
24.6.2008 |
— |
|
Cenelec |
EN 62061:2005 Veiligheid van machines — Functionele veiligheid van elektrische, elektronische en programmeerbare systemen met een veiligheidsfunctie (IEC 62061:2005) |
31.12.2005 |
— |
|
Noot 1 |
In het algemeen is de datum waarop het vermoeden van overeenstemming ten aanzien van de vervangen norm vervalt („dow”), de door de Europese Normalisatie-instituten vastgestelde datum van intrekking, maar gebruikers van de norm worden erop gewezen dat dit in bepaalde uitzonderlijke gevallen anders kan zijn. |
Noot 2.1 |
De nieuwe (of gewijzigde) norm heeft dezelfde werkingssfeer als de vervangen norm. Op de aangegeven datum vervalt het ten aanzien van de vervangen norm bestaande vermoeden van overeenstemming met de essentiële eisen van de richtlijn. |
Noot 3 |
In het geval van wijzigingsbladen is de norm waarnaar verwezen wordt EN CCCCC:YYYY, de voorafgaande wijzigingsbladen, indien die er zijn, en het nieuw genoemde wijzigingsblad. De vervangen norm (kolom 4) bestaat daarom uit EN CCCCC:YYYY en de voorafgaande wijzigingsbladen, indien die er zijn, maar zonder het nieuw genoemde wijzigingsblad. Op genoemde datum eindigt het vermoeden van overeenstemming met de essentiële eisen van de richtlijn van de vervangen norm. |
Noot 4 |
Veronderstelling van overeenkomstigheid voor een product wordt bereikt door te voldoen aan de eisen van deel 1 en het relevante deel 2 als dit deel 2 ook voorkomt in het Publicatieblad van de Europese Unie onder richtlijn 98/37/EG. |
WAARSCHUWING:
— |
Iedere informatie betreffende de beschikbaarheid van de normen kan verkregen worden ofwel bij de Europese normalisatie-instellingen ofwel bij de nationale normalisatie-instellingen waarvan de lijst een bijlage is bij de Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) gewijzigd door Richtlijn 98/48/EG (3). |
— |
De publicatie van de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie houdt niet in dat de normen beschikbaar zijn in alle talen van de Gemeenschap. |
— |
Deze lijst vervangt de vorige lijsten die in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd werden. De Commissie zal er zorg voor dragen dat de huidige lijst regelmatig wordt bijgewerkt. |
Meer informatie kunt u vinden op Europa:
http://ec.europa.eu/enterprise/newapproach/standardization/harmstds
(1) ENO: Europese Normalisatie Organisatie:
— |
CEN: avenue Marnix 17, B-1000 Brussel, Tel. (32-2) 550 08 11; fax (32-2) 550 08 19 (http://www.cen.eu), |
— |
Cenelec: avenue Marnix 17, B-1000 Brussel, Tel. (32-2) 519 68 71; fax (32-2) 519 69 19 (http://www.cenelec.org), |
— |
ETSI: 650, route des Lucioles, F-06921 Sophia Antipolis, Tel. (33) 492 94 42 00; fax (33) 493 65 47 16 (http://www.etsi.org). |
(2) PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37.
(3) PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18.
V Bekendmakingen
BESTUURLIJKE PROCEDURES
Commissie
28.3.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 74/61 |
Oproep tot kandidaatstelling in verband met de benoeming van uit de publieke sector afkomstige leden van de Raad van Toezicht van de EFRAG
(2009/C 74/04)
De European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) is in 2001 opgericht om de Commissie te adviseren over de goedkeuring van standaarden voor jaarrekeningen. Naast zijn adviserende functie heeft de EFRAG ook een proactieve rol om ervoor te zorgen dat de Europese standpunten over de ontwikkeling van de financiële verslaglegging adequaat en duidelijk in het internationale standaardiseringsproces tot uiting komen. Om deze laatste rol beter te kunnen vervullen, moest de governance van de EFRAG worden hervormd. De EFRAG publiceerde in december 2008 zijn definitieve verslag hieromtrent. De verbeterde structuur wordt momenteel ingevoerd.
Tot de belangrijkste verantwoordelijkheden van de verbeterde Raad van Toezicht van de EFRAG behoren het goedkeuren van de algemene strategie van de EFRAG, het benoemen van de leden van de technische deskundigengroep (Technical Expert Group — TEG) en de leden van het planning- en middelencomité (Planning and Resource Committee — PRC), het behandelen van begrotings- en financieringskwesties en het onderhouden van contacten met de Europese instellingen en met de trustees van de IASCF.
De Raad van Toezicht zal bestaan uit vooraanstaande personen met belangstelling voor de mondiale ontwikkelingen op het gebied van de financiële verslaglegging en die op evenwichtige wijze zijn geselecteerd qua professionele achtergrond, onder wie gebruikers, opstellers en boekhouders. Alle leden van de Raad van Toezicht handelen op persoonlijke titel en moeten er zich formeel toe verbinden te handelen in het openbaar belang van Europa, los van hun professionele of sectorale banden. De Raad van Toezicht zal bestaan uit 17 leden, onder wie vier leden wier achtergrond ligt in de nationale of Europese publieke sector.
De Commissie verzoekt daarom om kandidaatstellingen met het oog op het opstellen van een lijst van kandidaten voor de benoeming van de vier uit de publieke sector afkomstige leden van de Raad van Toezicht.
Bij de beoordeling van de kandidaten zal de Commissie rekening houden met de volgende criteria:
— |
ervaring met overheidsbeleid op Europees of internationaal niveau, verbintenis om te handelen in het openbaar belang van Europa; |
— |
achtergrond in een overheidsinstantie, een openbare instelling of de academische wereld; |
— |
grote reputatie en integriteit; |
— |
goede kennis van de Engelse taal; |
— |
vertrouwdheid met financiële verslaglegging is een pluspunt; |
— |
noodzaak van een evenwichtige samenstelling met betrekking tot geografische oorsprong, geslacht en achtergrond. |
De ondertekende kandidaatstellingen moeten uiterlijk op 30 april 2009 door de diensten van de Commissie zijn ontvangen. Kandidaatstellingen die na het verstrijken van de termijn worden ontvangen, kunnen door de Commissie alleen in aanmerking worden genomen bij de vervanging van leden.
Kandidaatstellingen moeten:
— |
per aangetekend schrijven of per koerier worden toegezonden aan:
|
— |
of per e-mail worden toegezonden aan: MARKT-F3@ec.europa.eu onder vermelding van „EFRAG Public Policy Supervisory Board Members” als onderwerp. |
De kandidaatstellingen moeten worden gedaan in één van de officiële talen van de Europese Unie, moeten duidelijk de nationaliteit van de kandidaat vermelden en vergezeld gaan van de nodige bescheiden. De kandidaatstellingen moeten alle bijzonderheden bevatten die nuttig zijn voor de beoordeling ervan; dit kan onder meer een curriculum vitae zijn met opgave van de beroepservaring en de deskundigheid van de kandidaat en een korte brief waarin wordt uiteengezet waarom de betrokkene zich kandidaat stelt. Verder moet worden vermeld:
— |
voor welke instanties/organisaties de kandidaat heeft gewerkt en hoe lang; |
— |
wat zijn/haar specifieke bekwaamheden zijn; |
— |
bij welke concrete projecten of taken hij/zij betrokken is geweest; |
— |
waar hij/zij ervaring op internationaal en/of EU-niveau heeft opgedaan; |
— |
of hij/zij belangen heeft die van invloed kunnen zijn op zijn/haar onafhankelijkheid. |
De geselecteerde personen worden op persoonlijke titel benoemd en handelen onafhankelijk van invloeden van buitenaf. Zij mogen zich niet door plaatsvervangers laten vertegenwoordigen. De leden van de Raad van Toezicht worden door de algemene vergadering van de EFRAG benoemd voor een vernieuwbare termijn van 3 jaar. De leden kunnen maximaal 6 jaar zitting hebben.
De lijst van benoemde leden van de Raad van Toezicht wordt gepubliceerd op de website van de EFRAG en op die van DG Interne markt en diensten. De namen van de leden worden verzameld, verwerkt en bekendgemaakt overeenkomstig Verordening (EG) nr. 45/2001 (1).
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de heer Pierre DELSAUX, telefoon +32 22965472, e-mail: Pierre.Delsaux@ec.europa.eu, of de heer Jeroen HOOIJER, telefoon: +32 22955885, e-mail: Jeroen.Hooijer@ec.europa.eu.
(1) Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens (PB L 8 van 12.1.2001, blz. 1).
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Commissie
28.3.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 74/63 |
STEUNMAATREGELEN VAN DE STATEN — HONGARIJE
Steunmaatregel C 1/09 (ex NN 69/08) — Vermeende steun voor MOL
Uitnodiging overeenkomstig artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag om opmerkingen te maken
(Voor de EER relevante tekst)
(2009/C 74/05)
De Commissie heeft Hongarije bij schrijven van 13 januari 2009, dat na deze samenvatting in de authentieke taal is weergegeven, in kennis gesteld van haar besluit tot inleiding van de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag ten aanzien van de bovengenoemde steunmaatregel.
Belanghebbenden kunnen hun opmerkingen over de steunmaatregel ten aanzien waarvan de Commissie de procedure inleidt, kenbaar maken door deze binnen één maand vanaf de datum van deze bekendmaking te zenden aan:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Griffie Staatssteun |
1049 Bruxelles/Brussel |
BELGIQUE/BELGIË |
Faxnummer: + 32 22961242 |
Deze opmerkingen zullen ter kennis van Hongarije worden gebracht. Een belanghebbende die opmerkingen maakt, kan, met opgave van redenen, schriftelijk verzoeken om vertrouwelijke behandeling van zijn identiteit.
TEKST VAN DE SAMENVATTING
I. PROCEDURE
1. |
Op 14 november 2007 ontving de Commissie een klacht over vermeende staatssteun van Hongarije ten gunste van Hungarian Oil & Gas plc, hierna: „MOL”. De klacht heeft betrekking op de in 2005 gesloten overeenkomst tussen MOL en de Hongaarse overheid, waardoor de onderneming de facto wordt vrijgesteld van de verhoging van de ontginningsvergoeding, die voortvloeit uit een in januari 2008 goedgekeurde wijziging van de Hongaarse Mijnbouwwet. |
2. |
Aangezien de in de klacht omschreven maatregel inderdaad vragen oproept, werden op 24 januari 2008 en 18 juni 2008 verzoeken om inlichtingen bij Hongarije ingediend. De Hongaarse autoriteiten hebben deze vragenlijsten op 25 maart 2008 en 9 september 2008 beantwoord. |
II. OMSCHRIJVING
3. |
Op grond van de overeenkomst tussen MOL en de Hongaarse overheid wordt de onderneming de facto vanaf januari 2008 vrijgesteld van een verhoging van de ontginningsvergoeding voor koolwaterstoffen, die voortvloeit uit een recente wijziging van de Hongaarse Mijnbouwwet. Volgens de uit 2005 daterende overeenkomst blijven de ontginningsvergoedingen van MOL tot 2020 ongewijzigd voor de meeste van haar koolwaterstofconcessies, ondanks de aanzienlijke stijging van de ontginningsvergoeding als gevolg van de wijziging in de wetgeving. |
III. BEOORDELING
4. |
In het licht van de wijze waarop de overeenkomst en de wijziging zijn opgesteld, zijn zij beschouwd als onderdeel van eenzelfde maatregel en is hun gezamenlijk effect beoordeeld. Uit de analyse van de Commissie bleek dat het gecombineerde effect van de verlenging van de overeenkomst en de daaropvolgende wijziging ertoe leidt dat een onrechtmatig voordeel aan MOL wordt verleend. |
5. |
De Commissie is van oordeel dat de maatregel beantwoordt alle criteria van Artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag en daarom als staatssteun moet worden beschouwd. De Commissie ziet geen redenen op grond waarvan de maatregel verenigbaar zou kunnen zijn met de gemeenschappelijke markt, aangezien geen enkele in het EG-Verdrag opgenomen afwijking van toepassing lijkt te zijn. |
IV. CONCLUSIE
6. |
In het licht van bovenstaande overwegingen heeft de Commissie besloten ten aanzien van de beschreven maatregel de formele onderzoeksprocedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden. |
TEKST VAN DE BRIEF
„A Bizottság ezúton tájékoztatja Magyarországot, hogy a fent említett intézkedésre vonatkozóan a magyar hatóságok által benyújtott információk áttekintése után úgy határozott, hogy megindítja az EK-Szerződés 88. cikkének (2) bekezdésében meghatározott eljárást.
1. AZ ELJÁRÁS
(1) |
2007. november 14-én panasz érkezett a Bizottsághoz olyan intézkedésekre vonatkozóan, amelyeket Magyarország állítólag a Magyar Olaj- és Gázipari Nyrt. (a továbbiakban: MOL) javára foganatosított (1). A panasz állami támogatással kapcsolatos vonatkozásai (2) a vállalkozás bányajáradék-fizetési kötelezettségeire irányultak. |
(2) |
Az állítólagos állami támogatási intézkedés a MOL és a magyar állam által 2005-ben kötött azon megállapodás (a továbbiakban: a megállapodás vagy a szerződés), amely lehetővé teszi, hogy a vállalkozás valójában mentességet kapjon a bányászati törvény 2008 januárjában történt módosítását követő bányajáradék-emelés alól. |
(3) |
Mivel a panaszban leírt intézkedés valóban kétségekre adott alapot, a Bizottság információkérést küldött Magyarországnak 2008. január 24-én, továbbá 2008. június 18-án. A magyar hatóságok e kérdőívekre 2008. március 25-én, illetve 2008. szeptember 9-én adtak választ. |
2. A KEDVEZMÉNYEZETT ÉS AZ INTÉZKEDÉS LEÍRÁSA
2.1. A kedvezményezett
(4) |
A MOL integrált olaj- és gázipari társaság, részvényeit jegyzik a budapesti, a luxemburgi és a varsói tőzsdén. A magyar piacon fő tevékenységei közé a következők tartoznak: kőolaj és földgáz feltárása és kitermelése; gázipari termékek gyártása; kőolajtermékek finomítása, szállítása, tárolása és forgalmazása kis- és nagykereskedelmi szinten egyaránt; földgázszállítás; valamint olefinek és poliolefinek előállítása és értékesítése. Továbbá a MOL-csoport több magyar és külföldi leányvállalatot is magában foglal (3). |
2.2. A bányászati törvény
(5) |
A magyarországi bányászati tevékenységekre vonatkozó általános szabályokat a bányászatról szóló, 1993. évi XLVIII. törvény (4) (a továbbiakban: bányászati törvény) határozza meg. |
(6) |
A törvény értelmében bányászati tevékenység (azaz az ásványi anyagok kutatása, feltárása és kitermelése) két különböző jogi formában folytatható: i. koncessziós szerződés alapján; illetve ii. hatósági engedély alapján. Koncesszió esetében a bányászati kérdésekért felelős miniszter (a továbbiakban: illetékes miniszter) (5) szerződést köt »zárt terület« (6) kitermelésére vonatkozóan a nyilvános pályázat nyertesével. Ettől eltér az az eset, amikor ún. »nyílt területről« (7) van szó; ilyenkor a bányafelügyelet nem tagadhatja meg a bányászati jog megadását, amennyiben a kérelmező megfelel a törvény által rögzített feltételeknek. |
(7) |
Továbbá a bányászati törvény előírja, hogy az ásványi nyersanyagok kitermelése esetében bányajáradékot kell fizetni, amely a kitermelt ásványi nyersanyag mennyisége után keletkező érték meghatározott százaléka. Koncesszió esetében ennek összegét a koncessziós szerződés rögzíti. Az engedély alapján folytatott ásványi nyersanyag-kitermelés esetében a bányajáradékot a bányászati törvény 20. cikke szabályozza. |
(8) |
2008 januárjáig a szénhidrogének engedély alapján történő kitermeléséhez kapcsolódó bányajáradék 12 %-ot tett ki, bizonyos kivételekkel, mint amilyen az 1998. január 1-je előtt termelésbe állított szénhidrogén mezők esete, ahol a bányajáradék J %. A J tényezőt egy olyan képlet alapján számították ki, amely a korábbi gázárakon, valamint a kitermelt mennyiségen és értéken alapul; minimális értékét 12 %-ban határozták meg. |
2.3. A határidő meghosszabbítására kötött szerződés
(9) |
A bányászati törvény 26/A cikkének (5) bekezdése alapján a bányavállalkozó a bányafelügyeleti engedély időpontjától számított 5 éven belül köteles a kitermelést megkezdeni. Amennyiben eddig az időpontig nem kezdődik el a kitermelés, az engedélyt bevonják. E cikk arról is rendelkezik, hogy e határidő az illetékes miniszter és a bányavállalkozó között megkötött szerződésben magasabb bányajáradék meghatározásával (8) meghosszabbítható. Ezenfelül abban az esetben, ha a meghosszabbítási kérelem kettőnél több bányatelekre irányul, a megnövelt bányajáradék alkalmazását kiterjesztik a bányavállalkozó valamennyi bányatelkére, ötnél több bányatelekre kért határidő-hosszabbítás esetén pedig további egyszeri térítés (9) is megállapítható. |
(10) |
2005. szeptember 19-i kérelmében a MOL szénhidrogénmezői (olaj és gáz) közül 12-re vonatkozóan bányászati jogának meghosszabbítását kérte, amelyet korábban engedély útján szerzett. |
(11) |
2005. december 22-én a MOL és az illetékes miniszter szerződést kötött a határidő meghosszabbítására az alábbi feltételekkel: a) Határidő-hosszabbítás: A kérelem tárgyát képező bányászati jogokat 5 évvel meghosszabbították (azaz további öt év áll a MOL rendelkezésére ahhoz, hogy megkezdje a kitermelést e mezőkön). A meghosszabbításért fizetendő térítést az ötéves meghosszabbítási időszak minden egyes évére 1,020 és 1,050 közötti szorzó (»c«) alkalmazásával határozták meg, az alábbiakban felsorolt hosszabbítási térítési díjakat állapítva meg. Továbbá a kitermelés megkezdését követően a következő bányajáradékokat kellett alkalmazni az elkövetkező 15 éves időtartam hátralévő részére: b) Kiterjesztés az összes bányatelekre: Mivel a bányászati jog meghosszabbítását ötnél több bányatelekre kérték, az 1998. január elseje után termelésbe állított összes bányatelekre megegyező összegű járadék alkalmazandó 15 éven át, azaz 2020-ig. Az 1998. január elsejét megelőzően termelésbe állított bányatelkek tekintetében a »J« és c szorzata az alkalmazandó szorzószám. A »J« értékét a megállapodás aláírásakor hatályos bányászati törvény alapján a szerződés állapította meg. c) A bányajáradék »befagyasztása«: A felek abban is megállapodtak, hogy a szerződésben megállapított bányajáradék a bányászati törvény esetleges módosításaitól függetlenül a szerződés teljes időtartamára alkalmazandó (azaz 2020-ig). d) Egyszeri térítés: A megállapodás a kitermelés késedelmes megkezdése miatt 20 milliárd HUF (10) összegű egyszeri díjról is rendelkezett. e) Felmondási záradék: A szerződés úgy rendelkezett, hogy módosítása nem lehetséges. A szerződést a felek csak a MOL irányításában bekövetkező, a részvények minimum 25 %-át érintő változás esetén mondhatják fel. |
(12) |
A bányafelügyelet 2005. december 23-i határozatával meghosszabbította a MOL bányászati jogát a kérelem tárgyát képező mezőkre vonatkozóan. |
2.4. A bányászati törvény módosítása
(13) |
A bányászati törvény 2008 januárjában elfogadott módosítása bizonyos típusú szénhidrogének esetében jelentősen megemelte a bányajáradékot. Ennek értelmében jelenleg 30 %-os bányajáradékot kell fizetni minden, 1998. január 1-je és 2008. január 1-je között termelésbe állított mező után. A 2008. január 1-je után termelésbe állított mezők esetében a kitermelt szénhidrogén-mennyiségtől függő (12, 20, illetve 30 %-os) járadék fizetendő. Az 1998 előtt termelésbe állított mezők esetében a »J« szorzó alkalmazandó, amelynek minimumértékét 30 %-ban határozták meg. Továbbá az összes járadékot a nyersolaj árától függő pótdíj terheli (»Brent-felár«) (11). Speciális értékek alkalmazandók nehéz kitermelési feltételek esetében (12 %), valamint magas inertgáz-tartalom esetében (8 %). |
(14) |
Az új bányajáradékok 2008. január 8-a óta vannak hatályban; az ezt megelőzően aláírt ún. »hosszú távú megállapodások« – azaz koncessziós megállapodások és határidő-hosszabbítási megállapodások – tárgyát képező mezőkre a magyar hatóságok szerint nem alkalmazandók. Mivel a MOL mezőinek 96,6 %-át a megállapodás előtt állították termelésbe, így annak alkalmazási körébe tartoznak, a vállalkozás valójában mentesül a módosított bányajáradék fizetésének kötelezettsége alól. 2. táblázat: A módosítást megelőzően és azt követően fizetendő bányajáradékok összefoglalása
|
3. ÉRTÉKELÉS
3.1. Az intézkedés háttere
(15) |
A MOL határidő-hosszabbítási megállapodása első látásra nem áll ellentétben a bányászati törvénnyel, mivel annak vonatkozó rendelkezéseivel összhangban kötötték meg. Ugyanakkor fontos felhívni a figyelmet arra, hogy a törvény nem tartalmaz semmiféle rendelkezést arra az esetre vonatkozóan, amennyiben az eredeti bányajáradékot a meghosszabbítási megállapodás megkötését követően megemelik. A bányászati törvény explicit kivételt sem állapít meg az ilyen jellegű hosszú lejáratú szerződésekre vonatkozóan. |
(16) |
A megállapodás és a törvénymódosítás kialakítását figyelembe véve egyazon intézkedés részének kell őket tekinteni (a továbbiakban: az intézkedés); értékelésüket nem elkülönítve kell végezni, hanem együttes hatásukat kell vizsgálni. |
3.2. Az állami támogatás megléte
(17) |
A 87. cikk (1) bekezdése megállapítja, hogy a közös piaccal összeegyeztethetetlen a tagállamok által vagy állami forrásból bármilyen formában nyújtott olyan támogatás, amely bizonyos vállalkozásoknak vagy bizonyos áruk termelésének előnyben részesítése által torzítja a versenyt, illetve annak torzításával fenyeget, amennyiben ez érinti a tagállamok közötti kereskedelmet. |
Állami források és szelektivitás
(18) |
Úgy tűnik, hogy az intézkedés által az állam bevételekről mond le, mégpedig szelektív módon, mivel csak egy vállalkozásnak nyújt mentességet. A magyar hatóságok mostanáig nem adtak magyarázatot arra vonatkozóan, hogy a magyar adórendszer és a magyar bányászati szabályozás általános logikája indokolja-e a mentességet. Érvelésük szerint az adószabályok nem alkalmazhatók analógiás alapon a bányajáradékokra, mivel ezek az állami tulajdonban levő szénhidrogének vételárát jelentik, azaz nem tekinthetők adónak. Továbbá a határidő-hosszabbítási megállapodás értelmében a bányászati jog szerződéses viszony tárgyává vált, a hosszabbítási megállapodással kapcsolatos eljárás pedig a koncessziós szerződések logikáját követi. |
(19) |
Fontos felidézni, hogy a MOL hosszabbítási szerződésének megkötése az ún. engedélyezés alapján történt, amely jelentős mértékben eltér a koncessziótól (14), mint ez a fentiekben kifejtésre került. Ebből következően a koncessziós megállapodás logikája nem alkalmazható sem az engedélyezés tárgyát képező bányászati jogokra, sem pedig az erre vonatkozóan kötött megállapodásokra. |
(20) |
A Bizottság azzal a magyar véleménnyel sem ért egyet, amely szerint az engedélyezés értelmében fizetendő bányajáradék nem minősülne fiskális intézkedésnek, tekintettel arra, hogy az illeték összegét (valamint a lehetséges hosszabbítás viszonylatában alkalmazandó alapvető módozatait) törvény szabályozza, és fizetése minden bányászati jogot kapott vállalkozás számára kötelező. |
(21) |
Beadványaikban a magyar hatóságok arra hivatkoznak, hogy a bányajáradék emelésére azért volt szükség, hogy az állam magasabb bevételre tehessen szert a szénhidrogének megnövekedett piaci árából. Mivel azonban a MOL a piacvezető a magyarországi szénhidrogén-termelésben (15), de facto kivételezett helyzete ellentmondani látszik a hatóságok azon céljának, amely a szénhidrogén-kitermelésből származó bevétel emelésére irányul. |
(22) |
Végül a felmondási záradék (azaz annak lehetősége, hogy a szerződést bármelyik fél felmondhatja abban az esetben, ha harmadik személy a vállalkozás részvényeinek több mint 25 %-át megszerzi) és a bányajáradék ezt követő emelése együttesen alkalmazva olyan eszköznek tekinthető, amelynek célja annak megakadályozása, hogy (külföldi) befektetők a MOL eszközeit felvásárolhassák. Amennyiben a MOL irányítása megváltozna, minden bányatelkére a módosított bányászati törvényben meghatározott értékek vonatkoznának. |
Előny
(23) |
Ami az előny kérdését illeti, az intézkedést a bányászati törvény határidő-hosszabbítási szerződésre vonatkozó rendelkezéseinek célját figyelembe véve kell elemezni. Ilyen típusú megállapodást akkor kell kötni, ha egy vállalkozás nem kezdi meg a kitermelést a korábban kiadott bányászati jog törvényben meghatározott határidején belül, és emiatt e határidő meghosszabbítását kéri. A meghosszabbítás ellentételezésére a vállalkozásnak elméletben magasabb járadékot, továbbá esetlegesen egyszeri kártalanítást kell fizetnie. |
(24) |
E kompenzációs elemek célja a bányák kiaknázatlanul maradásának megakadályozása, valamint annak biztosítása, hogy az állam bányajáradékhoz jusson. Célja nem az, hogy szerzett jogokat hozzon létre, és egy adott szinten befagyassza a bányajáradékot. Az új járadék 2008 januárjában bekövetkező hatályba lépésével a MOL szinte valamennyi bányatelke után fizetendő, eredetileg valamivel magasabb járadék a legtöbb esetben lényegesen alacsonyabb mértékű lett, mint amennyit a hasonló bányatelkeket működtető versenytársak fizetnek, akik pedig betartották a kitermelés megkezdésére vonatkozó törvényi határidőt. |
(25) |
Így tehát a határidő-hosszabbítási megállapodás azon rendelkezése, amely 15 évre befagyasztja a bányajáradékot anélkül, hogy lehetőséget adna a módosítására, amennyiben annak hatályos jogszabályban előírt mértéke megváltozik, kívül esik a bányászati törvény hatályán, szellemén és logikáján (amely járadékot ró ki abból a célból, hogy a bányák késedelmes kitermelésében ellenérdekeltté tegye a vállalkozásokat). A járadék mértékének befagyasztása következtében olyan paradox helyzet áll elő, amelyben a MOL de facto előnyhöz jut abból adódóan, hogy nem teljesítette kötelezettségeit. |
(26) |
A magyar hatóságok állítása szerint a MOL ugyan egyes esetekben lehetséges, hogy alacsonyabb járadékot fizet, mint amennyire a bányászati törvény kötelezné, bizonyos esetekben viszont valójában magasabb összeget fizet (pl. a magas inertgáz tartalmú földgáz esetében). Továbbá a MOL 20 milliárd HUF összegű egyszeri kártalanítási díjat is fizetett. Ezzel kapcsolatban meg kell jegyezni, hogy a bányászati törvény 1,2 %-os szorzó alkalmazását tette lehetővé, amely akár 14,4 %-kal megemelt járadékot eredményezett volna (12 × 1,2). Ez a felek által ténylegesen megállapított szorzónál több mint 2 százalékponttal magasabb. Tekintetbe véve az elméletileg lehetségeshez képest viszonylag alacsony szinten megállapított szorzót, a hosszabbítás logikája alapján indokolt a kezdeti kártalanítási díj. |
(27) |
Továbbá Magyarország azt állítja, hogy a járadék emelése a gyakorlatban ritkán fordul elő, és a felek nem számíthattak a jogszabály ilyen jellegű változására, ezzel magyarázható, hogy nem került külön záradék a szerződésbe, amely foglalkozott volna a bányajáradék lehetséges emelésével. Két olyan tény van, amely ezen állításnak ellentmond. Egyrészt a hosszabbítási szerződést az illetékes miniszter írta alá; ebből adódóan igen nehezen fogadható el az az érv, hogy a bányajáradék olyan díjtétel, amelyet valamilyen teljességgel kívülálló harmadik fél ró ki. Másrészt a hosszabbítási megállapodás explicit módon kizárja az alkalmazandó járadék módosítását a szerződés teljes időtartamára vonatkozóan. |
(28) |
Ugyan nehezen bizonyítható, mik voltak a felek szándékai a szerződés megkötésekor, a magyar államtól elvárható lett volna érdekeinek védelme. Mindenesetre teret szentelhetett volna e kérdésnek a bányászati törvény módosításában. Ezenfelül az emelés a 2008 előtt megkötött engedélyezési megállapodásokra is kiterjed, ami azt támasztja alá, hogy az engedéllyel rendelkező vállalkozásoknak nincs arra vonatkozó jogos elvárása, illetve szerzett joga, hogy az általuk fizetendő járadék szintje az engedélyük teljes időtartama alatt változatlan marad. |
(29) |
Továbbá amikor egy vállalkozás hatósági engedélyt kap egy bánya kitermelésére, el kell fogadnia az illeték összegének jövőbeli lehetséges módosításait. Egyértelműen ezt igazolja, hogy a 2008-as törvénymódosítás visszamenőleges hatállyal bírt, azaz az emelés a 2008 előtti hatósági engedélyek feltételeit is befolyásolta (16). Ez bizonyítékul szolgál arra nézve, hogy az engedéllyel rendelkező vállalkozásoknak nincs jogos elvárása, illetve szerzett joga arra vonatkozóan, hogy az általuk fizetendő járadék szintje engedélyük teljes időtartama alatt változatlan marad. A jogi keret alapján semmilyen más piaci szereplő nem számíthatott volna arra, hogy a MOL-szerződéssel megegyező feltételekkel ilyen jellegű hosszabbítási megállapodást kötnének vele. |
(30) |
Mint a fenti 2. táblázatból látható, a MOL által fizetendő bányajáradék szinte minden esetben (17) kedvezőbb, mint a hasonló versenytársak által fizetendő összeg. Kétségtelen, hogy a régebbi mezők tekintetében a MOL nem rendelkezik közvetlen versenytárssal. Azonban számításba véve, hogy a MOL meghosszabbítás által érintett mezőit 2005 után állították termelésbe (és különösen azt, hogy e mezők egy része esetében erre még mindig nem került sor), az intézkedés potenciálisan hátrányos megkülönböztetést jelent az új piacra lépőkre nézve. |
(31) |
Továbbá a MOL üzleti működését kiszámíthatóbbá teszi, hogy bányajáradékát befagyasztották, míg a versenytársak az illeték változásaival szembesülhetnek. Végül a MOL által a hosszabbítási szerződés értelmében fizetendő járadék mentes az ún. Brent-felártól, amelyet a bányászati törvény módosítása vezetett be. Az áringadozási záradék alóli mentesség komoly kockázatkizárást jelent a MOL számára, és versenytársaihoz képest kiszámíthatóbbá teszi üzleti tevékenységét. |
(32) |
Tehát a hosszabbítási szerződés megszövegezésének módja minden jövőbeli változás alól mentességet biztosított a MOL számára. Ebből az következik, hogy a vállalkozást előnyhöz juttatták olyan versenytársaival szemben, akik pedig betartották engedélyükbe foglalt feltételeket. |
A verseny torzítása és a kereskedelemre gyakorolt hatás
(33) |
A Magyarország által benyújtott információk szerint Magyarországon csupán három vállalkozás foglalkozik szénhidrogén-kitermeléssel (18). Ugyanakkor egy korábban benyújtott felsorolás két másik olyan vállalkozást (19) is tartalmazott, amely az adatok szerint végzett szénhidrogén-kitermeléssel kapcsolatos tevékenységeket 2007-ben. Ezenfelül vannak arra utaló jelek, hogy több más vállalkozás is folytat kutatást Magyarország területén (20), ami esetleg szénhidrogén-kitermeléshez vezethet. |
3.3. Az állami támogatás meglétére vonatkozó következtetés
(34) |
A kifejtett érvek alapján a Bizottság úgy ítéli meg, hogy az intézkedés megfelel az EK-Szerződés 87. cikkének (1) bekezdésében felsorolt kritériumoknak, amit a következők indokolnak:
|
(35) |
Ilyen feltételek mellett a kérdéses intézkedést az EK-Szerződés 87. cikkének (1) bekezdése értelmében állami támogatásnak kell minősíteni. |
3.4. Az állami támogatás összeegyeztethetősége
(36) |
A Bizottság előzetesen úgy ítéli meg, hogy a MOL javára hozott intézkedés az információk alapján állami támogatásnak minősül. E tekintetben összeegyeztethetőségét az EK-Szerződés 87. cikkének (2) és (3) bekezdésében foglalt kivételek fényében kell értékelni. |
(37) |
Az EK-Szerződés 87. cikke (2) bekezdésében meghatározott kivételek – a magánszemély fogyasztóknak nyújtott szociális jellegű támogatás, a természeti csapások vagy más rendkívüli események által okozott károk helyreállítására nyújtott támogatás és a Németországi Szövetségi Köztársaság egyes területei számára nyújtott támogatás – erre az esetre nem vonatkoznak. |
(38) |
Az EK-Szerződés 87. cikke (3) bekezdésének a) pontja által biztosított kivétel szerint engedélyezhető az olyan területek gazdasági fejlődését előmozdító támogatás, ahol rendkívül alacsony az életszínvonal vagy jelentős az alulfoglalkoztatottság, ugyanakkor ebben az esetben ez a kivétel nem tűnik alkalmazhatónak, mivel a támogatás ilyen magyarországi régiók gazdasági fejlődésére nézve nem biztosít előnyt. |
(39) |
Az intézkedés nem tekinthető sem közös európai érdeket szolgáló projektnek, sem egy tagállam gazdaságában bekövetkezett komoly zavar megszüntetését szolgáló eszköznek, mint ezt az EK-Szerződés 87. cikke (3) bekezdésének b) pontja megfogalmazza, továbbá nem irányul a kultúra és a kulturális örökség megőrzésének előmozdítására sem az EK-Szerződés 87. cikke (3) bekezdésének d) pontja értelmében. |
(40) |
Végül az intézkedést meg kell vizsgálni az EK-Szerződés 87. cikke (3) bekezdésének c) pontja értelmében, amely szerint engedélyezhető az egyes gazdasági tevékenységek vagy gazdasági területek fejlődését előmozdító támogatás, amennyiben az ilyen támogatás nem befolyásolja hátrányosan a kereskedelmi feltételeket a közös érdekekkel ellentétes mértékben. A vizsgálat jelenlegi stádiumában a Bizottság kétségesnek tartja az intézkedés lehetséges összeegyeztethetőségét a 87. cikk (3) bekezdésének c) pontja által biztosított derogációval. A magyar hatóságok sem hoztak fel olyan érveket, amelyek azt bizonyítanák, hogy e kivétel alkalmazható lenne a szóban forgó esetre. |
(41) |
A Bizottság ehelyett azon az állásponton van, hogy a kérdéses intézkedés csökkenti azokat a költségeket, amelyeket rendes körülmények között a MOL-nak viselnie kellene, ezért tehát működési támogatásnak kell minősíteni. Az ilyen jellegű támogatás nem ítélhető összeegyeztethetőnek a közös piaccal, mivel semmiféle tevékenység vagy gazdasági régió fejlődését nem segíti elő, és időben nem korlátozott, nem csökkenő és nem arányos semmilyen sajátos gazdasági hátrány orvoslásának vonatkozásában. |
(42) |
A Bizottság tehát megállapítja, hogy a felülvizsgálat tárgyát képező intézkedés nem tűnik összeegyeztethetőnek a közös piaccal. |
4. KÖVETKEZTETÉS
(43) |
A Bizottság egyértelmű utalásokat talált arra nézve, hogy a Magyarország által végrehajtott vitatott intézkedés állami támogatást jelent, és kétségei vannak arra vonatkozóan, hogy ez a támogatás a közös piaccal összeegyeztethetőnek tekinthető-e. Ezért a Bizottság úgy határozott, hogy a leírt intézkedéssel kapcsolatban megindítja az EK-Szerződés 88. cikke (2) bekezdése szerinti hivatalos vizsgálati eljárást. |
Határozat
1. |
A fenti megfontolások alapján a Bizottság úgy határozott, hogy megindítja az EK-Szerződés 88. cikkének (2) bekezdésében meghatározott eljárást, továbbá felkéri a magyar hatóságokat, hogy e levél kézhezvételétől számított egy hónapon belül nyújtsák be mindazon dokumentumokat, információkat és adatokat, amelyek a támogatás összeegyeztethetőségének értékeléséhez szükségesek. Ezeknek az információknak különösen a következőkre kell kiterjedniük:
|
2. |
A Bizottság kéri a magyar hatóságokat, hogy e levél másolatát azonnal továbbítsák a támogatás lehetséges kedvezményezettje részére. |
3. |
A Bizottság felhívja a figyelmet a 659/1999/EK tanácsi rendelet 14. cikkére, amely értelmében sor kerülhet az érintett tagállam által a kedvezményezettől való minden jogellenes támogatás visszafizettetésére. |
4. |
A Bizottság emlékezteti Magyarországot, hogy az érdekelt feleket e levélnek és tartalmi összefoglalójának az Európai Unió Hivatalos Lapjában történő közzététele útján tájékoztatja. E levél másolatának megküldésével az EFTA Felügyeleti Hatóságot is értesíti. Valamennyi érdekelt felet felkéri továbbá, hogy a közzétételt követő egy hónapon belül nyújtsa be észrevételeit.” |
(1) A/39830.
(2) Más problémák – pl. a MOL tulajdonosi szerkezetének bizonyos vonásai, amelyek kivételt jelentenek a gazdasági társaságokra vonatkozó általános szabályok alól, valamint az ún. Lex MOL – a Belső Piaci Főigazgatóság hatáskörébe tartoznak. Így ezekkel kapcsolatban külön panaszt iktattak SG/CDC/2007/A/8617 számon.
(3) Például az egyik vezető magyar vegyipari vállalatot, a TVK-t, a Slovnaft nevű szlovák olajvállalatot és a Roth nevű osztrák kis- és nagykereskedelmi vállalatot. Emellett stratégiai partnerség kapcsolja az INA nevű horvát vállalathoz.
(4) »1993. évi XLVIII. törvény a bányászatról«.
(5) Jelenleg a bányászatért a Közlekedési, Hírközlési és Energiaügyi Minisztérium felel. 2005-ben ez a minisztérium a Gazdasági és Közlekedési Minisztérium volt.
(6) A bányászati törvény meghatározása szerint a zárt terület bányászati tevékenység céljából lehatárolt, koncessziós pályázatra kijelölt terület.
(7) A bányászati törvény meghatározása szerint minden olyan terület, amely nem minősül zárt területnek.
(8) Legfeljebb az eredeti érték 1,2-szeres mértékében.
(9) Legfeljebb a megnövelt bányajáradék alapján fizetendő összeg 20 %-ának megfelelő mértékben.
(10) Hozzávetőlegesen 80 millió EUR.
(11) +3 %/6 %, amennyiben a nyersolaj ára a hordónkénti 80/90 USD felett van.
(12) A meghosszabbítás alá tartozó 12 bányatelek közül öt mező termelésbe állítására 2008. január 1-je után kerül(t) sor.
(13) Az egyszerűség kedvéért az ötödik évet követően alkalmazandó bányajáradékot tüntetjük fel.
(14) A bányászati törvény egy másik típusú szerződést is megemlít (§ 50/A(5)): az illetékes miniszter – az adópolitikáért felelős miniszterrel egyetértésben – a bányajáradék mértékét közérdekből csökkentheti, és a csökkentéssel kapcsolatos feltételekről a bányavállalkozóval szerződést köt. Ez a típusú szerződés a jogalap és az előfeltételek (közérdek) tekintetében eltér a MOL által kötött szerződéstől.
(15) 2007-ben a MOL mezőiből származott a Magyarországon kitermelt teljes földgázmennyiség 96 %-a, a kőolaj esetében pedig ez az érték elérte a 100 %-ot.
(16) A 2008 előtti engedélyezési megállapodások módosulnak, de csak a jövőre vonatkozóan. A 2008 előtt esedékes befizetéseket nem érintik a változások.
(17) Ténylegesen alacsonyabb lenne a járadék mértéke a különleges bányászati feltételekkel rendelkező szénhidrogének és a magas inertgáz tartalmú földgáz esetében. Valamivel alacsonyabb mértékű járadékfizetési kötelezettség vonatkozna az alacsony kitermelési hozamú mezőkre, amennyiben nem alkalmazzák a Brent-felárat.
(18) A MOL, a Winstar Kft. (amely koncessziós megállapodás alapján folytatja tevékenységét) és az MMBF Zrt. (amely a MOL tulajdonában áll, és elsősorban földgáztárolással foglalkozik).
(19) E vállalkozások a Magyar Horizont Energia Kft. és a TXM Kft.
(20) A magyar elektronikus sajtóban megjelent cikkek szintén beszámolnak olyan földgázmezőkről, amelyeket nemrég kezdtek el működtetni más vállalkozások.
ANDERE BESLUITEN
Commissie
28.3.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 74/70 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
(2009/C 74/06)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking
ENIG DOCUMENT
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
„LIMONE INTERDONATO MESSINA”
EG-nummer: IT-PGI-005-0558-16.10.2006
BGA ( X ) BOB ( )
1. Naam
„Limone Interdonato Messina”
2. Lidstaat of derde land
Italië
3. Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel
3.1. Productcategorie (bijlage II)
Categorie 1.6 — Fruit, groenten en granen, vers of verwerkt
3.2. Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is
De beschermde geografische aanduiding „Limone Interdonato Messina” is gereserveerd voor de cultivar „Interdonato”, een natuurlijke hybride van een kloon van Citrus medica en een kloon van citroen. Wanneer het product voor menselijke consumptie wordt aangeboden, moet het de volgende eigenschappen hebben: VRUCHTEN: middelgroot tot groot, tussen 80 en 350 gram; VORM: elliptisch met een geprononceerde knobbel en een ondiep litteken van de steel; EPICARP: dun, niet erg ruw met veel olieafscheidende klieren; KLEUR: bij het begin van de rijpingsgraad waarbij de vruchten reeds in de handel worden gebracht, matgroen met een lichte neiging naar geel, en na volledig fysiologische rijping geel, met uitzondering van de matgroene uiteinden; VRUCHTVLEES: geel van kleur, redelijk stevig en zacht met weinig tot geen pitten; SAP: citroengeel van kleur, met een sapopbrengst van niet minder dan 25 %. De totale zuurgraad bedraagt minder dan 50 g/l en het aantal graden Brix is gelijk aan of bedraagt meer dan 6,2. Handelsklasse: Extra en I.
De oogst van de „Limone Interdonato Messina” BGA vindt plaats van 1 september tot en met 15 april.
3.3. Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)
—
3.4. Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)
—
3.5. Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden
Het productieproces moet in het in punt 4 bedoelde productiegebied plaatsvinden om de oorsprong en de controle van het product te garanderen, zoals bepaald in artikel 4, lid 2, onder e), van Verordening (EG) nr. 510/2006. De oogst vindt plaats in de in bovenstaand punt 3.2 aangegeven periode, met de hand en met behulp van een schaar om te voorkomen dat de aanzet van de steel loslaat.
3.6. Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.
Voor de betrokken citroenen met aanduiding „Limone Interdonato Messina” BGA die niet onmiddellijk na de oogst in de handel worden gebracht, is bewaring bij lage temperaturen toegestaan. Daarvoor worden koelhuizen gebruikt waarin de relatieve vochtigheid hoog wordt gehouden (75-95 %) om de turgescentie van de vruchten intact te houden, terwijl de lucht wordt ververst (alle lucht in het koelhuis wordt vijfmaal per 24 uur ververst), om de stoffen die zich tijdens het ademen van de vruchten ontwikkelen (kooldioxide en etheen) te verwijderen. De bewaartemperatuur ligt tussen 6 °C en 11 °C. De verpakking mag niet meer dan 30 dagen ná de oogst plaatsvinden.
De citroenen met aanduiding BGA „Limone Interdonato Messina” worden voor menselijke consumptie aangeboden in houten, plastic en/of kartonnen kratten en/of bladen, in netten met een maximumgewicht van 5 kg of in schuimverpakking. De verschillende verpakkingen moet zodanig worden verzegeld dat de inhoud er niet kan worden uitgehaald zonder de verzegeling te verbreken. „Limone Interdonato Messina” kan ook los in de handel worden gebracht, mits elke vrucht dan wordt gemerkt.
3.7. Specifieke voorschriften betreffende de etikettering
Op het etiket van de verpakking moet verplicht het volgende worden weergegeven: de benaming BGA „Limone Interdonato Messina” en het logo, met grotere lettertekens dan de andere vermeldingen op het etiket; de naam, de bedrijfsnaam, het adres van het producerende bedrijf en/of het verpakkingsbedrijf, de handelsklasse („Extra” of „I”).
Het logo bestaat uit twee concentrische cirkels: de groene kleur tussen de beide cirkels (groen is de kleur bij het begin van de rijping van de citroen) vormt de achtergrond voor de woorden: LIMONE INTERDONATO en voor twee foto's van de betrokken citroen. Binnen de binnenste cirkel vormt de azuurblauwe kleur als van de zee de achtergrond van de afbeelding van Kolonel Interdonato, de man die de cultivar van die naam heeft geselecteerd, van een gestileerde kaart van Sicilië en van de vermelding MESSINA, het laatste woord van de BGA.
4. Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied
Het productiegebied van de BGA „Limone Interdonato Messina” omvat het volledige grondgebied van de volgende gemeenten in de provincie Messina: Messina, Scaletta Zanclea, Itala, Alì, Alì' Terme, Nizza di Sicilia, Roccalumera, Fiumedinisi, Pagliara, Mandanici, Furci Siculo, S.Teresa di Riva, Letojanni, S. Alessio Siculo, Forza D'Agrò, Taormina, Casalvecchio Siculo, Giardini Naxos en Savoca
5. Verband met het geografische gebied
5.1. Specificiteit van het geografische gebied
Het betrokken geografische gebied waar „Limone Interdonato Messina” BGA wordt geteeld, is een groot deel van het Ionische kant van de provincie Messina, die in het Oosten aan de Ionische Zee grenst, en omvat het grondgebied van alle gemeenten op de lijn van Messina tot en met Taormina, die een aaneengesloten gebied vormen.
Het fytogeografische gebied van de cultivar ligt tussen 0 en ongeveer 400 meter boven zeeniveau en omvat de vruchtbare beekdalen van de talrijke bergbeken en de stroomgebieden van het omschreven gebied.
De bodemgesteldheid hangt ten nauwste samen met de bergketen van de „Monti Peloritani” die zich met steile hellingen vanaf de Ionische Zee verheft en waarvan de toppen tamelijk dichtbij de kust liggen, waardoor zich ook op bescheiden hoogten een sterke geaccidenteerdheid voordoet en er steile hellingen voorkomen. Het gebied vertoont vooral hellingsgraden van meer dan 40 %, terwijl de vlakke gedeelten alleen de beekdalen en de kustvlakten omvatten.
Geologisch is het uiterste noordoosten van Sicilië in stratigrafisch opzicht verbonden met het aan de overkant in Calabrië gelegen gebied, waarbij granietrotsen, leisteen en schisteus gesteente de voornaamste kern vormen, waarop zich rencentere bodems hebben afgezet. De voornaamste kern behoort waarschijnlijk tot het Cambrium en bestaat uit een porfier-/granietachtig gesteente en schisten.
In het mariene post-Cambrium sediment zitten vele lagen dicht opeen: kalklagen, dolomiet, schisten en klei; deze reeks opeenvolgende pliocene sedimenten bestaat uit basale conglomeraten, mergel, kleisoorten, en tot slot onsamenhangende rotsbodems die uit zand en zandsteen bestaan.
De tectonische plooiing heeft de geologische rotsstructuur verbrijzeld, waardoor bronnen zijn kunnen ontstaan. Verder is de structuur van invloed op de stabiliteit van de bodems en op de dikte van de afzettingen, waardoor grondwaterbekkens kunnen ontstaan uit regenwater dat in die bodems doordringt. Deze bronnen en grondwaterbekkens bieden goede irrigatiemogelijkheden.
De bodem is veeleer heterogeen, waarbij alluviale lithosols overheersen, met daarnaast uit landbouwkundig oogpunt zeer vruchtbare bruine bodems.
In hydrologisch opzicht moet worden gewezen op de ruime aanwezigheid van talrijke waterlopen die allen bij hevige neerslag het karakter van snelstromende beken krijgen; relevant is de aanwezigheid in de ondergrond van water dat sterk zwavel-, zout-, broom- en joodhoudend is, en dat ook gebruikt wordt als thermaal water.
Het voor de teelt benodigde water komt kortom vooral voort uit de neerslag, de bronnen en het grondwater dat uit een van de vele aanwezige putten wordt gehaald.
Het klimaat ter plaatse is typisch mediterraan, met zachte winters en zomers met lange droogteperiodes die gepaard gaan met hoge temperaturen.
De dominante windrichtingen zijn westenwinden en noordoostenwinden, en in de winter waaien ook de „maestrale” (mistral) en de „libeccio” vaak (respectievelijk een noorwesten-en een zuidwestenwind), die bijzonder onstuimig kunnen zijn. Ook waait de scirocco (of sirocco), een warme vochtige wind uit het zuiden tot zuidoosten, vaak gedurende langere perioden.
Uit het bovenstaande blijkt wel dat de bodemgesteldheid, de geologie, het klimaat en de omgevingsfactoren die kenmerkend zijn voor het gebied waar de „Limone Interdonato Messina” wordt geteeld, een absoluut uniek milieu vormen dat elders niet te vinden is.
Als bewijs daarvan mag gelden dat de citroenbomen van de cultivar Interdonato weliswaar ook elders op Sicilië en in Calabrië voorkomen, maar daar nooit dezelfde specifieke typische kenmerken hebben ontwikkeld waarom die cultivar in het betrokken gebied juist zo wordt geroemd.
5.2. Specificiteit van het product
De fundamentele kenmerken van de „Limone Interdonato Messina” zijn de vroege rijping, waardoor ze op de markt worden gebracht in een periode waarin andere citrusvruchten producerende gebieden rond de Middellandse Zee nog geen gele citroenen leveren, het zoete vruchtvlees als gevolg van een beperkt citroenzuurgehalte (minder dan 50 g/l), de goede bestandheid tegen de citrusvruchtenziekte „mal secco”, en de dunne, gladde schil met veel olieklieren.
5.3. Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)
De registratieaanvraag als BGA van de „Limone Interdonato Messina” hangt samen met de reputatie die dit product in het productiegebied sinds mensenheugenis geniet. In 1875 selecteerde kolonel Interdonato, held uit de strijd om de Italiaanse eenwording onder leiding van Garibaldi, deze cultivar waarvan de vruchten zich onderscheidden door hun vroege rijping, hun grote afmetingen, de langwerpige cilindrische vorm, het goede sapgehalte en de gladde schil. Sindsdien werd de kwaliteit ervan door de bewoners van het gebied gewaardeerd en erkend; in de volksmond kreeg de citroen ook andere namen, zoals „speciale citroen” of „fijne citroen”. Tot op heden blijven die namen verbonden met de benaming „Limone Interdonato”. De belangrijkste kenmerken — met name de vroege rijping, het zoete vruchtvlees, als gevolg van het beperkte citroenzuurgehalte, alsmede de dunne schil — zijn het resultaat van het stelsel van relaties tussen de bodem- en klimaatkenmerken, de plant en de typische teeltmethoden in het gebied van de betrokken BGA. De agronomische praktijken die met nadruk moeten worden genoemd in verband met het specifieke karakter van de teelt van de cultivar Interdonato in het gebied van de betrokken BGA, zijn het gebruik van grote hoeveelheden organische mest en van meststoffen die stikstof langzaam afgeven. Aangezien wetenschappelijk is aangetoond dat bemesting met stikstof een aanzienlijk effect heeft op de ruwschilligheid van de vruchthuid, is het gebruik van organische meststoffen die stikstof langzaam afgeven gunstig voor de geleidelijke opneming door de plant en de verspreiding van de olieklieren van de vrucht. Een andere bijzondere techniek is die van de irrigatie, die erop gericht is gelijkmatig en gedurende de hele groei- en rijpingsfase van de vruchten precies voldoende te irrigeren, en dan grotendeels in de zomer. De teelt van de „Limone Interdonato Messina” in het gebied langs de Ionische kust van de provincie Messina is derhalve het resultaat van een natuurlijke ontwikkeling die kan worden toegeschreven aan een combinatie van bijzondere natuurlijke en menselijke factoren in het teeltgebied, die nergens anders op dezelfde kenmerkende wijze kan worden gereproduceerd. Het bewijs hiervan zijn de negatieve uitkomsten van alle pogingen om de teelt te verspreiden in het gebied rond Catania of de Tyrrheense westkust van de provincie Messina, omdat de „limone Interdonato” het vrij stabiele en productieve resultaat is van de kenmerken in het oorsprongsgebied. Overigens is de vroege rijping ongetwijfeld ook te danken aan de citruskloon die aan de oorsprong ligt van de cultivar „Interdonato”. Samenvattend kan zeker worden gezegd dat reeds in de XIXe eeuw de „Limone Interdonato” het landschap aan de hele Ionische kant van de provincie Messina zijn eigen gezicht gaf; die streek kreeg de bijnaam „land van de altijdgroene tuinen”, waardoor de economie, de gewoonten, de sociale opbouw, de verhalen, de cultuur, de riten en de tradities werden beïnvloed.
Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier
De bevoegde instantie heeft de nationale procedure voor de indiening van bezwaarschriften ingeleid met de bekendmaking van het voorstel tot erkenning van de beschermde geografische aanduiding (BGA) „Limone Interdonato Messina” in het staatsblad van de Italiaanse Republiek (Gazzetta Ufficiale della Repubblica Italiana) nr. 285 van 7.12.2005.
De geconsolideerde tekst van het productdossier kan worden geraadpleegd op de volgende internetsite via de volgende link:
www.politicheagricole.it/DocumentiPubblicazioni/Search_Documenti_Elenco.htm?txtTipoDocumento=Disciplinare%20in%20esame%20UE&txtDocArgomento=Prodotti%20di%20Qualit%E0>Prodotti%20Dop,%20Igp%20e%20Stg
of
— |
door rechtstreeks de homepage van de site van het Italiaanse ministerie van Landbouw (www.politicheagricole.it) te openen en te klikken op „Prodotti di Qualità” (aan de linkerkant van het scherm) en vervolgens op „Disciplinari di Produzione all'esame dell'UE (Reg CE 510/2006)”. |
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.
28.3.2009 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 74/74 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
(2009/C 74/07)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.
WIJZIGINGSAANVRAAG
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
Wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 9
„PICODON DE L'ARDECHE” of „PICODON DE LA DROME”
EG-nummer: FR-PDO-0117-0550-29.03.2006
BGA ( ) BOB ( X )
1. Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft:
— |
X |
Naam van het product |
— |
X |
Beschrijving van het product |
— |
|
Geografisch gebied |
— |
|
Bewijs van de oorsprong |
— |
X |
Werkwijze voor het verkrijgen van het product |
— |
X |
Verband |
— |
X |
Etikettering |
— |
X |
Nationale eisen |
— |
|
Overige [nader aan te geven] |
2. Aard van de wijziging(en):
— |
|
Wijziging van het enige document of de samenvatting |
— |
X |
Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en ook geen samenvatting is bekendgemaakt |
— |
|
Wijziging van het productdossier waarbij geen wijziging van het bekendgemaakte enige document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006) |
— |
|
Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006) |
3. Wijziging(en):
3.1. Naam van het product
De naam is „Picodon” (in plaats van „Picodon de l'Ardèche ou Picodon de la Drôme”).
Motivering:
Picodon is een term die vanouds verbonden is met het geografische gebied waar het product met de oorsprongsbenaming wordt bereid. Talloze documenten (boeken, liederen, post, enz.) getuigen van het lokale gebruik van deze term voor een lokale kaas die strikt beperkt blijft tot het geografische gebied.
Het gebruik van deze term voor kazen die niet aan de in het productdossier van „Picodon de la Drôme ou Picodon de l'Ardèche” vastgestelde eisen voldoen, vormt een bron van verwarring voor de consument. Daarom willen de producenten de traditie graag in ere herstellen en weer uitsluitend de naam Picodon gaan hanteren.
3.2. Beschrijving van het product
De kaas heeft de vorm van een klein rond koekje met een diameter van 5-7 cm, is 1,8-2,5 cm hoog (in plaats van 1-3 cm) en weegt ten minste 60 gram.
De korst is dun en heeft lichtgele of witte, eventueel blauw gespikkelde schimmels. Het snijvlak is glad, de kaas is wit of geel, heeft een homogene en fijne textuur en is na langere rijping breekbaar. De smaak is zuiver, karakteristiek en niet te zout of te zuur. Wanneer de Picodon een specifieke rijping genaamd „affiné méthode Dieulefit” ondergaat, heeft de kaas die daaruit voortvloeit, de volgende kenmerken:
— |
diameter: 4,5 cm tot 6 cm; |
— |
hoogte: 1,3 cm tot 2,5 cm; |
— |
minimumgewicht: 45 gram. |
Aan de buitenkant is de kaas dan wit, ivoorkleurig, grijs of lichtcrème met enkele sporen van kleuren. Het snijvlak is marmerkleurig en de textuur is fijn, regelmatig en soepel. De smaak is zuiver, licht pikant en typerend voor geitenkaas.
Motivering:
De beschrijving van het product is aangevuld met het gewicht en de diameter en met het uiterlijk van de korst en de kaas zelf. De hoogte is precies aangegeven.
De kaas die gerijpt is volgens de Dieulefit-methode („affiné méthode Dieulefit”), heeft bepaalde bijzondere eigenschappen wat betreft diameter, hoogte, minimumgewicht en uiterlijk die nauwkeurig moeten worden vermeld.
3.3. Werkwijze voor het verkrijgen van het product
Nieuw is de opmerking dat de gebruikte melk uitsluitend afkomstig mag zijn van melkgeiten van de rassen Alpine of Saanen of van dieren die behoren tot een kruising van deze beide rassen of streekeigen dieren.
Er zijn preciseringen aangebracht wat betreft het maximumaantal geiten per hectare, de herkomst van hun voer en de samenstelling ervan. De geiten mogen niet gevoerd worden met silage of andere gegiste producten. Als de weersomstandigheden het toelaten, moeten de geiten een permanent toegankelijke uitloop naar buiten hebben.
Er zijn preciseringen aangebracht wat betreft de melk, de termijnen en voorwaarden voor het gebruik ervan, de stremming (met behulp van lebmagen), de termijn en de duur van de stremming (voor de bereiding op de boerderij worden specifieke voorwaarden vastgesteld), het gieten in de vorm (met ronde randen, zonder uitlekken vooraf, handmatig met een lepel), het zouten, het uitnemen uit de vorm (uiterlijk 48 uur nadat de kaas in de vorm is gegoten).
Er zijn preciseringen aangebracht wat betreft de toegestane ingrediënten, het verbod op concentratie van de melk en het verbod om producten in bereiding onder het vriespunt of onder gemodificeerde atmosfeer te bewaren. Er wordt aangegeven dat naast op zuivel gebaseerde ingrediënten uitsluitend de volgende ingrediënten, technische hulpmiddelen of additieven aan de melk mogen worden toegevoegd of tijdens de bereiding mogen worden gebruikt: leb, onschadelijke culturen van bacteriën, gist en schimmels, calciumchloride en zout.
Het drogen (minimaal 24 uur) en rijpen (minimaal acht dagen na het drogen bij een vastgestelde temperatuur en vochtigheidsgraad) worden nauwkeurig omschreven. Er wordt aangegeven dat de kazen niet eerder dan 14 dagen na de stremming (in plaats van drogen en rijping gedurende ten minste twaalf dagen na de stremming) de fabriek mogen verlaten, uitgezonderd de verse kazen die bestemd zijn voor de rijpingsbedrijven.
De kaas die gerijpt wordt volgens de Dieulefit-methode („affiné méthode Dieulefit”), wordt op een specifieke manier bereid (met name de opslag in een kist gedurende minimaal 15 dagen onder omstandigheden die gunstig zijn voor schimmelvorming aan de oppervlakte en een tweede rijpingsfase onder vastgestelde omstandigheden waaronder ten minste tweemaal wassen).
Motivering:
In het productdossier zijn preciseringen aangebracht wat betreft de werkwijzen die de producenten hebben toegepast voor de bereiding van het product, maar die tot op heden nog niet in het productdossier waren vastgelegd.
De producenten vonden het nodig te vragen of deze werkwijzen formeel in het productdossier konden worden ingeschreven om de benaming tegen mogelijke namaak te beschermen. Deze preciseringen hebben dus tot doel het product beter te beschrijven en een sterkere link te leggen met de oorsprong van het product.
Bovendien is ten aanzien van de bewerkingen van en additieven voor kazen (waarvoor een algemene reglementering bestaat) gebleken dat nieuwe technieken als microfiltratie, gedeeltelijke concentratie van melk of rijpingsenzymen gevolgen kunnen hebben voor de kenmerken van kazen met een oorsprongsbenaming.
Daarom is besloten in de productdossiers voor de oorsprongsbenamingen de huidige werkwijzen met betrekking tot bewerkingen van en additieven voor melk en bij de bereiding van kazen te preciseren om te vermijden dat toekomstige niet-gereglementeerde werkwijzen afbreuk doen aan de kenmerken van kazen met een oorsprongsbenaming.
3.4. Verband
De duiding van het verband is gecompleteerd wat betreft:
— |
de voorlopers van de Picodon; |
— |
de oorsprong van de traditionele benaming Picodon; |
— |
de beschrijving van de kenmerken van de geografie, het klimaat en de bodem van het afgebakende gebied. |
Motivering:
De producenten wilden het verband met het geografische gebied beter laten uitkomen.
3.5. Etikettering
Het etiket op elke kaas met de gecontroleerde oorsprongsbenaming „Picodon” draagt de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming, in letters ter grootte van twee derde van de grootste letters op het etiket, alsmede de vermelding „Appellation d'Origine Contrôlée”. De naam en het adres van de fabrikant dienen op het etiket van de kaas te staan.
Motivering:
Afschaffing van de verplichting om het specifieke logo voor gecontroleerde oorsprongsbenamingen op het product aan te brengen.
3.6. Nationale eisen
In plaats van „Décret du 29 décembre 1986” moet gelezen worden „Décret relatif à l'appellation d'origine contrôlée „Picodon””.
SAMENVATTING
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
„PICODON”
EG-nummer: FR-PDO-0117-0550-29.03.2006
BOB ( X ) BGA ( )
Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.
1. Bevoegde dienst van de lidstaat:
Naam: |
Institut National de l'Origine et de la Qualité |
|||
Adres: |
|
|||
Tel. |
+33 153898000 |
|||
Fax |
+33 153898060 |
|||
E-mail: |
info@inao.gouv.fr |
2. Groepering:
Naam: |
Syndicat Drôme Ardèche de Défense et de Promotion du Picodon AOC |
|||
Adres: |
|
|||
Tel. |
+33 475562606 |
|||
Fax |
+33 475420105 |
|||
E-mail: |
info@picodon-aoc.fr |
|||
Samenstelling: |
Producenten/verwerkers ( X ) Andere samenstelling ( X ) |
3. Productcategorie:
Categorie 1.3 — Kaas
4. Overzicht van het productdossier:
(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)
4.1. Naam
„Picodon”
4.2. Beschrijving
De Picodon is een kaas van geitenmelk in de vorm van een klein rond koekje. De korst is dun en heeft lichtgele of witte, eventueel met blauw gespikkelde schimmels. Het snijvlak is glad, de kaas is wit of geel, heeft een homogene en fijne textuur en is na langere rijping breekbaar. De smaak is zuiver en niet te zout of te zuur.
Wanneer de kaas de vermelding „affiné méthode Dieulefit” draagt, is hij aan de buitenkant wit, ivoorkleurig, grijs of lichtcrème met enkele sporen van kleuren. Het snijvlak is marmerkleurig en de textuur is fijn, regelmatig en soepel. De smaak is zuiver, licht pikant en typerend voor geitenkaas.
De Picodon weegt ten minste 60 g behalve wanneer hij volgens de Dieulefit-methode is gerijpt („affiné méthode Dieulefit”). In dat geval is het minimumgewicht 45 g. Het gewichtsverlies is het gevolg van de wasbeurten tijdens de langere rijping.
Dit kleine „koekje” heeft een diameter van 5-7 cm en is 1,8-2,5 cm hoog. De Picodon die gerijpt is volgens de Dieulefit-methode, heeft door het wassen kleinere afmetingen: diameter van 4,5-6 cm, hoogte 1,3-2,5 cm.
Het percentage vet (vet/droge stof) is ten minste 45 % en het drogestofgehalte mag niet lager zijn dan 40 % voor 100 g kaas.
4.3. Geografisch gebied
Het geografische gebied omvat alle gemeenten van de departementen Ardèche en Drôme en alle gemeenten van de kantons Valréas (departement Vaucluse) en van het kanton Barjac (departement Gard).
4.4. Bewijs van de oorsprong
Elke melkproducent, elk verwerkingsbedrijf en elk rijpingsbedrijf vult een identiteitsverklaring in die wordt geregistreerd door de controlediensten en aan de hand waarvan de laatstgenoemden alle marktdeelnemers kunnen identificeren. De marktdeelnemers dienen registers bij te houden voor de controlediensten, evenals alle documenten die nodig zijn voor de controle van de oorsprong, de kwaliteit en de omstandigheden van de productie van de melk en de kazen. Bovendien moet elke marktdeelnemer een duidelijke wekelijkse boekhouding overleggen met daarin de binnengekomen en uitgegane hoeveelheden melk en kaas.
Ten slotte worden de kwaliteit en de typische kenmerken van een product met een oorsprongsbenaming gecontroleerd aan de hand van een analytisch en organoleptisch onderzoek.
4.5. Werkwijze voor het verkrijgen van het product
De melkproductie en de fabricage en de rijping van de kazen vinden plaats in het geografische gebied.
De melk voor de Picodon is uitsluitend afkomstig van geiten van de rassen Alpine of Saanen of van dieren die behoren tot een kruising van deze beide rassen of streekeigen dieren. De geiten worden gehouden zoals in de streek gebruikelijk is. Op het bedrijf moet de oppervlakte voor weilanden, voor de kaasbereiding of voor de teelt van granen voor het voederen van de geiten ten minste één hectare per tien geiten bedragen. Het basisvoer van de geiten bestaat voor minimaal 80 % uit voeders of granen die afkomstig zijn uit het geografische gebied. In geen enkele periode van het jaar wordt aan de geiten silage of ander gegist voeder gegeven. Gedroogde producten mogen niet meer dan 20 % van het voer uitmaken, behalve wanneer er sprake is van uitzonderlijke weersomstandigheden. Het basisvoer van de geiten moet afkomstig zijn uit het afgebakende gebied.
De geiten mogen niet permanent in stallen worden gehouden. Als de weersomstandigheden het toelaten, moeten de dieren toegang krijgen tot een uitloop naar buiten.
De Picodon wordt uitsluitend bereid uit volle geitenmelk. Naast melk zijn de enige ingrediënten, technische hulpmiddelen of additieven die aan de melk mogen worden toegevoegd of die tijdens de bereiding mogen worden gebruikt, leb, onschadelijke culturen van bacteriën, gist en schimmels, calciumchloride en zout.
Toevoeging van geconcentreerde melk, melkpoeder of melkeiwitten, en ultrafiltratie zijn verboden. Bij bereiding op de boerderij moet rauwe melk worden gebruikt. Tijdens het productieproces mag de melk een hittebehandeling ondergaan.
Voor de stremming wordt de melk vermengd met zuursel of „wei” met toevoeging van een kleine hoeveelheid dierlijk stremsel. Tijdens de stremming moet de temperatuur van de melk tussen 20 en 25 °C liggen. De stremming verloopt traag: het duurt 18-48 uur voordat een pH tussen 4 en 4,5 is verkregen.
Voor de boerenkazen moet de stremming hooguit 14 uur na de oudste melkbeurt plaatsvinden.
Het gebruik van ingevroren wrongel is verboden.
De wrongel wordt, zonder uitlekken vooraf, handmatig met behulp van een lepel in de afzonderlijke vormen gegoten met of zonder verdeler. Hij moet ten minste eenmaal worden gekeerd. Beide kanten van de kaas worden met droog, fijn of halfgrof zout gezouten. Na ten hoogste 48 uur wordt de kaas weer uit de vormen gehaald. Nadat de kaas ten minste 24 uur bij een maximumtemperatuur van 23 °C heeft gedroogd, wordt hij aan een rijpingsproces onderworpen.
De rijping duurt minimaal acht dagen bij een temperatuur tussen 12 en 18 °C en een relatieve luchtvochtigheid van ten minste 80 %.
De kaas mag pas 14 dagen na de stremming in de handel worden gebracht.
Bij uitstel van het kaasbereidingsproces moet de temperatuur boven het vriespunt liggen.
De Picodon die rijpt volgens de Dieulefit-methode, ondergaat een langere rijping afgewisseld met wasbeurten:
— |
Allereerst wordt de kaas minimaal 15 dagen op een vochtige plaats in een kist gelegd bij een temperatuur tussen 5 °C en 10 °C en een relatieve vochtigheid van meer dan 80 %. |
— |
Een tweede rijpingsfase vindt plaats in een van vocht verzadigde ruimte bij een temperatuur tussen 13 °C en 17 °C. Deze fase duurt langer dan acht dagen en omvat ten minste twee wasbeurten. |
— |
Een droogfase van minimaal 24 uur. Deze droging dient op natuurlijke wijze te verlopen. Kunstmatig drogen is slechts een optie wanneer de weersomstandigheden een natuurlijke droging onmogelijk maken. |
Deze kaas kan pas een maand na de stremming in de handel worden gebracht.
4.6. Verband
Drôme en Ardèche behoren al heel lang tot de belangrijkste departementen waar geiten worden gehouden. Het is daarom geen verrassing dat in deze streek reeds in een ver verleden over geitenkaas werd gesproken.
De voorlopers van het woord „Picodon” verschijnen in de loop van de negentiende eeuw op papier.
Het woord wordt met name genoemd in een „Glossaire du patois de Die” van Auguste Brossier, dat in 1863 uitkwam. De trein tussen Dieulefit en Montélimar kreeg de bijnaam „de Picodon” omdat de bedrijven waar de rijping van de Picodon plaatsvond, daarvan gebruik maakten en daarbij een karakteristieke geur achterlieten.
De naam „Picodon” voor de kaas is afkomstig van een Occitaanse volksterm die „kaasje met pikante smaak” betekent.
Omdat de geiten vroeger in het najaar en de winter geen melk gaven, vormde de kaasbereiding de enige mogelijkheid om de melkoverschotten te bewaren die in het voorjaar en de zomer door de grote melkproductie waren ontstaan.
De kaasconsumptie werd dus over de wintermaanden verspreid waardoor er diverse gradaties van rijping ontstonden.
De kaas kon na een zeer korte rijping, nauwelijks droog, worden gegeten en kreeg dan de naam „picodon” of meer in het algemeen „tomme”. Deze voedingsgewoonte bestaat nog steeds en ligt vermoedelijk ten grondslag aan de oorsprong van de „Picodon” waarvoor een korte rijping van ten minste 14 dagen is voorgeschreven. In de winter werden de overtollige Picodons echter bewaard in aarden kruiken.
„De Picodon was omgeven met bladeren en werd bewaard in een bitcho (soort aarden pot met twee handvatten). Om de twee weken werd de kaas uit de pot gehaald, gewassen en met nieuwe bladeren ingepakt”. Op die manier kon de kaas lang worden bewaard en kreeg hij een karakteristieke geur en smaak.
Dit is een variant van de officieel erkende techniek „affiné méthode de Dieulefit”.
De Picodon wordt vervaardigd op de heuvels die aan weerskanten boven het Rhônedal uitsteken. Hij is kenmerkend voor dit schrale droge berggebied waar uitsluitend geiten kunnen worden geteeld als gevolg van de heersende geologische en klimatologische omstandigheden. Deze kaasbereiding, waarvan de herinnering van generatie op generatie is overgegaan, wordt in dit gebied nog steeds beoefend en zorgt voor de broodnodige economische ontwikkeling van het gebied.
De productievoorwaarden zijn zodanig gedefinieerd dat de specifieke kenmerken van het gebied behouden blijven en in het product tot uitdrukking komen.
4.7. Controlestructuur
Naam: |
Institut national de l'Origine et de la Qualité (INAO) |
|||
Adres: |
|
|||
Tel. |
+33 153898000 |
|||
Fax |
+33 153898060 |
|||
E-mail: |
info@inao.gouv.fr |
Het Institut National de l'Origine et de la Qualité is een bestuursrechtelijke openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die onder het ministerie van Landbouw valt.
Het INAO is verantwoordelijk voor de controle van de productievoorwaarden van de producten met een oorsprongsbenaming.
Naam: |
Direction Générale de la Concurrence, de la Consommation et de la Répression des Fraudes (DGCCRF) |
|||
Adres: |
|
|||
Tel. |
+33 144871717 |
|||
Fax |
+33 144973037 |
|||
E-mail: |
— |
Het DGCCRF is een dienst van het ministerie van Economische Zaken, Financiën en Industrie.
4.8. Etikettering
Het etiket op elke kaas met de gecontroleerde oorsprongsbenaming „Picodon” draagt de naam van de gecontroleerde oorsprongsbenaming, in letters ter grootte van twee derde van de grootste letters op het etiket, alsmede de vermelding „Appellation d'Origine Contrôlée”. De naam en het adres van de fabrikant dienen op het etiket van de kaas te staan.
Op het etiket van de kaas die volgens de Dieulefit-methode is gerijpt, moet de vermelding „affiné méthode Dieulefit” staan.
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz 12.