ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 114

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

51e jaargang
9 mei 2008


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

AANBEVELINGEN

 

Europese Centrale Bank

2008/C 114/01

Aanbeveling van de Europese Centrale Bank van 30 april 2008 aan de Raad van de Europese Unie betreffende de externe accountant van de Europese Centrale Bank (ECB/2008/2)

1

 

ADVIEZEN

 

Commissie

2008/C 114/02

Advies van de Commissie van 7 mei 2008 overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag betreffende het plan voor de lozing van de radioactieve afvalstoffen die ontstaan bij de ontmanteling van de BR3-drukwaterreactor op de SCK-CEN-locatie in België ( 1 )

2

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2008/C 114/03

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

3

2008/C 114/04

Lijst van schepen waaraan de toegang tot communautaire havens is geweigerd tussen 1 september 2007 en 31 maart 2008, overeenkomstig artikel 7 ter van Richtlijn 95/21/EG van de Raad betreffende havenstaatcontrole

4

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2008/C 114/05

Wisselkoersen van de euro

5

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2008/C 114/06

Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

6

2008/C 114/07

Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen

7

2008/C 114/08

Door de lidstaten medegedeelde inlichtingen betreffende staatssteun die wordt toegekend op grond van Verordening (EG) nr. 1628/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op nationale regionale investeringssteun ( 1 )

9

 

V   Bekendmakingen

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

 

Commissie

2008/C 114/09

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.4989 — Ålö/MX) ( 1 )

10

 

ANDERE BESLUITEN

 

Commissie

2008/C 114/10

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

11

2008/C 114/11

Kennisgeving aan importeurs in de Europese Unie die voornemens zijn in 2009 gereguleerde stoffen die de ozonlaag afbreken, in te voeren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen

15

2008/C 114/12

Kennisgeving aan exporteurs in de Europese Unie die voornemens zijn in 2009 gereguleerde stoffen die de ozonlaag afbreken, uit te voeren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen

21

2008/C 114/13

Kennisgeving aan gebruikers in de Europese Unie van gereguleerde stoffen die krachtens Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen in 2009 voor essentiële toepassingen in de Gemeenschap mogen worden gebruikt

27

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

AANBEVELINGEN

Europese Centrale Bank

9.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 114/1


AANBEVELING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 30 april 2008

aan de Raad van de Europese Unie betreffende de externe accountant van de Europese Centrale Bank

(ECB/2008/2)

(2008/C 114/01)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gelet op de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, inzonderheid op artikel 27.1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De rekeningen van de Europese Centrale Bank (ECB) en van de nationale centrale banken van het Eurosysteem worden gecontroleerd door onafhankelijke externe accountants, die op aanbeveling van de Raad van bestuur van de ECB zijn aanvaard door de Raad van de Europese Unie.

(2)

Het mandaat van de huidige externe accountants van de ECB eindigt na de audit van het boekjaar 2007. Het is derhalve noodzakelijk om met ingang van het boekjaar 2008 externe accountants te benoemen.

(3)

De ECB heeft PricewaterhouseCoopers Aktiengesellschaft Wirtschaftsprüfungsgesellschaft als externe accountant geselecteerd voor de boekjaren 2008 tot en met 2012,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

Het verdient aanbeveling dat PricewaterhouseCoopers Aktiengesellschaft Wirtschaftsprüfungsgesellschaft wordt benoemd tot de externe accountant van de Europese Centrale Bank voor de boekjaren 2008 tot en met 2012.

Gedaan te Frankfurt am Main, 30 april 2008.

De President van de ECB

Jean-Claude TRICHET


ADVIEZEN

Commissie

9.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 114/2


ADVIES VAN DE COMMISSIE

van 7 mei 2008

overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag betreffende het plan voor de lozing van de radioactieve afvalstoffen die ontstaan bij de ontmanteling van de BR3-drukwaterreactor op de SCK-CEN-locatie in België

(Alleen de Franse en Nederlandse teksten zijn authentiek)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/C 114/02)

Op 22 juli 2005 heeft de Europese Commissie overeenkomstig artikel 37 van het Euratom-Verdrag van de Belgische regering algemene gegevens ontvangen betreffende het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen die ontstaan bij de ontmanteling van BR3-drukwaterreactor.

Op basis van deze gegevens en de aanvullende op 15 november 2005 en 7 mei 2007 door de Commissie aangevraagde en op 19 maart 2007 en 9 november 2007 door de Belgische autoriteiten verstrekte informatie brengt de Commissie, na raadpleging van de groep van deskundigen, het volgende advies uit:

1.

de afstand tussen de installatie en de meest nabije grens met een andere lidstaat, in dit geval Nederland, is ongeveer 10 km;

2.

bij normale ontmantelingswerkzaamheden veroorzaakt de lozing van vloeibare of gasvormige effluenten geen blootstelling aan straling die schadelijk is voor de gezondheid van inwoners van andere lidstaten;

3.

radioactieve vaste afvalstoffen die ontstaan bij de ontmantelingswerkzaamheden worden overgebracht naar de Belgoprocess-site (gelegen naast de BR3-site) voor behandeling, conditionering en tussentijdse opslag;

4.

niet-radioactieve vaste afvalstoffen en stoffen die in overeenstemming zijn met de vrijgaveniveaus zullen worden vrijgegeven voor verwijdering als gewone afvalstoffen of voor hergebruik of recycling. Daarbij zal steeds worden voldaan aan de vrijgavecriteria als neergelegd in de basisnormen voor de bescherming van de gezondheid van de bevolking (Richtlijn 96/29/Euratom van de Raad);

5.

in het geval van een niet-geplande lozing van radioactieve afvalstoffen ten gevolge van een ongeval van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, resulteert de geplande wijziging niet in stralingsdoses in andere lidstaten die naar verwachting een effect kunnen hebben op de volksgezondheid.

Concluderend is de Commissie van mening dat de uitvoering van het plan voor de lozing van radioactieve afvalstoffen in welke vorm ook ten gevolge van de ontmanteling van de BR3-reactorop de SCK-CEN-locatie in België, zowel bij normale bedrijfsvoering als bij een ongeval van het type en de omvang als bedoeld in de algemene gegevens, niet het risico doet ontstaan van radioactieve besmetting van het water, de bodem of het luchtruim van een andere lidstaat.


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

9.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 114/3


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/C 114/03)

Datum waarop het besluit is genomen

13.2.2008

Nummer van de steunmaatregel

N 742/07

Lidstaat

Estland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Eesti rahvusliku filmikultuuri arengu toetamine

Rechtsgrondslag

Eesti Filmi Sihtasutuse (edaspidi „EFSA”) toetuste eraldamise eeskirja eelnõu;

Eesti Kultuurikapitali seadus;

2008. aasta riigieelarve (jagu 6. Kultuuriministeeriumi valitsemisala) ja

Eesti Kultuurkapitali ja Eesti Kultuuriministeeriumi toetuste jaotamise põhimõtted

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Cultuurbevordering

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven: 90 mln EEK

Totaal van de voorziene steun: 540 mln EEK

Maximale steunintensiteit

50 %

Looptijd

Tot 31.12.2013

Economische sectoren

Beperkt tot recreatie, cultuur en sport

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Eesti Filmi Sihtasutuse: Vana-Viru 3, EE-10111 Tallinn

Eesti Kultuurkapital: Suur-Karja 23, EE-10148 Tallinn

Eesti Kultuuriministeerium: Suur-Karja 23, EE-15076 Tallinn

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/


9.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 114/4


Lijst van schepen waaraan de toegang tot communautaire havens is geweigerd tussen 1 september 2007 en 31 maart 2008, overeenkomstig artikel 7 ter van Richtlijn 95/21/EG van de Raad betreffende havenstaatcontrole (1)

(2008/C 114/04)

Overeenkomstig artikel 7 ter, lid 1, van Richtlijn 95/21/EG van de Raad betreffende havenstaatcontrole wordt de toegang tot de havens van de lidstaten geweigerd aan schepen die meermaals zijn aangehouden (2).

Onderstaande tabel bevat de lijst van schepen waaraan de toegang tot communautaire havens is geweigerd tussen 1 september 2007 en 31 maart 2008.

Naam van het schip

IMO-nummer

Type

Vlag

AGIOS NIKOLAOS II

7378664

Bulkschip

Comoren

BLUE ICE

7340851

Olietanker

Saint Kitts en Nevis

HAJ YAMAK (3)

7312684

Bulkschip

Panama


(1)  Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/106/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 december 2001 (PB L 19 van 22.1.2002, blz. 17).

(2)  Lid 1 van artikel 7 ter luidt als volgt:

„Een lidstaat ziet erop toe dat een schip in één van de categorieën van bijlage XI, deel A, de toegang tot zijn havens wordt geweigerd, behalve in de situaties als omschreven in artikel 11, lid 6, indien dat schip:

ofwel:

de vlag voert van een staat die op de zwarte lijst van het jaarrapport van het MOU staat; en

meer dan tweemaal in de loop van de voorgaande vierentwintig maanden in een haven van een staat die het MOU heeft ondertekend, is aangehouden;

of:

de vlag voert van een staat die in de zwarte lijst van het jaarrapport van het MOU te boek staat als een staat „met een zeer hoog risico” of „met een hoog risico”; en

meer dan eenmaal in de loop van de voorgaande zesendertig maanden in een haven van een staat die het MOU heeft ondertekend is aangehouden.

De weigering van toegang geldt zodra nadat een schip toestemming heeft gekregen om de haven te verlaten waar het naargelang van het geval voor een tweede of een derde keer is aangehouden.”.

(3)  Het toegangsverbod voor dit schip is opgeheven overeenkomstig de procedure van deel B van bijlage XI bij Richtlijn 95/21/EG.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

9.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 114/5


Wisselkoersen van de euro (1)

8 mei 2008

(2008/C 114/05)

1 euro=

 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,5347

JPY

Japanse yen

160,15

DKK

Deense kroon

7,4619

GBP

Pond sterling

0,78505

SEK

Zweedse kroon

9,3020

CHF

Zwitserse frank

1,6210

ISK

IJslandse kroon

118,50

NOK

Noorse kroon

7,8740

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,171

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

253,05

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6975

PLN

Poolse zloty

3,4231

RON

Roemeense leu

3,6873

SKK

Slowaakse koruna

32,050

TRY

Turkse lira

1,9496

AUD

Australische dollar

1,6312

CAD

Canadese dollar

1,5548

HKD

Hongkongse dollar

11,9633

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,9929

SGD

Singaporese dollar

2,1137

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 604,91

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

11,6884

CNY

Chinese yuan renminbi

10,7509

HRK

Kroatische kuna

7,2573

IDR

Indonesische roepia

14 242,02

MYR

Maleisische ringgit

4,9394

PHP

Filipijnse peso

65,509

RUB

Russische roebel

36,6170

THB

Thaise baht

48,995

BRL

Braziliaanse real

2,6041

MXN

Mexicaanse peso

16,2034


(1)  

Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

9.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 114/6


Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

(2008/C 114/06)

Nummer van de steun

XA 389/07

Lidstaat

Denemarken

Regio

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt

Veterinær assistance.

Støttemodtager er Dansk Landbrugsrådgivning, Landscenteret

Rechtsgrond

Lov om administration af Det Europæiske Fællesskabs forordninger om markedsordninger for landbrugsvarer m.v. (Bemyndigelsesloven), jf. lovbekendtgørelse nr. 297 af 28. april 2004

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun

850 000 DKK in 2007-2008

Maximale steunintensiteit

100 %

Datum van tenuitvoerlegging

1.10.2007

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening

30.9.2008

Doelstelling van de steun

De regeling heeft ten doel:

pluimveehouders diergeneeskundige ondersteuning bieden en know how verspreiden;

de „Danske Fjerkræraad” (Deense Raad voor Pluimvee) en andere sectorale organisaties advies verstrekken en ondersteunen met betrekking tot de diergeneeskundige situatie in de pluimveesector;

diagnoses stellen bij ziekten in de pluimveesector en advies verstrekken met betrekking tot de behandeling en preventie ervan;

de recentste diergeneeskundige kennis met betrekking tot de pluimveeproductie verzamelen en verspreiden.

De uiteindelijke begunstigden zijn de pluimveehouders. Alleen kleine en middelgrote ondernemingen komen voor de regeling in aanmerking.

De regeling is in overeenstemming met artikel 15, lid 2, onder c). Ze behelst adviesdiensten

Betrokken economische sector(en)

Pluimveehouderij

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Fjerkræafgiftsfonden

Axeltorv 3

DK-1609 København V

Website

www.fa-fonden.dk

Andere informatie


9.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 114/7


Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen

(2008/C 114/07)

Nummer van de steunmaatregel

XA 7061/07

Lidstaat

Spanje

Regio

Comunitat Valenciana

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt

Ayudas a las entidades acogidas al Programa de Calidad de la Comunitat Valenciana para el Aceite de Oliva Virgen

Rechtsgrond

Orden de 29 de noviembre de 2007 por la que se aprueba el Programa de Calidad de la Comunitat Valenciana para el Aceite de Oliva Virgen y se regula la concesión de ayudas a las entidades que se acojan al mismo

(DOC núm. 5656 del 10 de diciembre de 2007)

https://www.docv.gva.es/portal/portal/2007/12/10/pdf/2007_14870.pdf

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun

Steunregeling

Totaal jaarlijks bedrag

0,19 mln EUR

Gegarandeerde leningen

Individuele steun

Totaal jaarlijks bedrag

Gegarandeerde leningen

Maximale steunintensiteit

In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening

Ja

Datum van tenuitvoerlegging

10.12.2007

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening

Tot en met 31.12.2013

Doelstelling van de steun

Steun aan KMO's

Ja

Betrokken economische sector(en)

Alle sectoren komen in aanmerking voor KMO-steun

Neen

Beperkt tot specifieke sectoren

Ja

Mijnbouw

 

Alle be- en verwerkende industrie

 

of

 

IJzer- en staalindustrie

 

Scheepsbouw

 

Synthetische vezels

 

Automobielindustrie

 

Andere be- en verwerkende industrie

 

Verwerking en afzet van landbouwproducten

Ja

Alle diensten

 

of

 

Vervoersdiensten

 

Financiële diensten

 

Andere diensten

 

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Consellería de Agricultura, Pesca y Alimentación

C/ Amadeo de Saboya, no 2

E-46010 Valencia

Individuele verlening van aanzienlijke steun

In overeenstemming met artikel 6 van de verordening

Ja


9.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 114/9


Door de lidstaten medegedeelde inlichtingen betreffende staatssteun die wordt toegekend op grond van Verordening (EG) nr. 1628/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op nationale regionale investeringssteun

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/C 114/08)

Nummer van de steunmaatregel

XR 20/08

Lidstaat

Italië

Regio

Friuli Venezia Giulia

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die aanvullende ad-hocsteun ontvangt

Fondo Gorizia

Rechtsgrondslag

Regolamenti Fondo Gorizia

Type maatregel

Steunregeling

Voorziene jaarlijkse uitgaven

5 mln EUR

Maximale steunintensiteit

15 %

Overeenkomstig artikel 4 van de verordening

Datum van tenuitvoerlegging

1.1.2008

Looptijd

31.12.2013

Economische sectoren

Alle sectoren die voor regionale investeringssteun in aanmerking komen

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Camera di Commercio I.A.A. di Gorizia

via Crispi, 10

I-34170 Gorizia

(39) 0481 38 42 23

E-mail: fondo.gorizia@go.camcom.it

Het internetadres waarop de steunregeling is gepubliceerd

www.go.camcom.it

www.go.camcom.it/pagina_sezione.cfm?sezione=03&pagina=01&nomepagina=Fondo%20Gorizia

Andere informatie


V Bekendmakingen

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID

Commissie

9.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 114/10


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak COMP/M.4989 — Ålö/MX)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/C 114/09)

1.

Op 29 april 2008 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 en ingevolge een verwijzing in het kader van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin is medegedeeld dat de onderneming Ålö Intressenter AB („Ålö”, Zweden), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening de volledige zeggenschap verkrijgt over de onderneming Mailleux S.A.S. („MX”, Frankrijk) door de aankoop van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor Ålö: ontwikkeling, productie en verkoop van voorladers voor landbouwtractoren en aanverwante werktuigen;

voor MX: ontwikkeling, productie en verkoop van voorladers voor landbouwtractoren en aanverwante werktuigen, waaronder hef- en transportwerktuigen voor landbouwtractoren.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden haar hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk 10 dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax ((32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4989 — Ålö/MX, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie Fusiezaken

J-70

B-1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


ANDERE BESLUITEN

Commissie

9.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 114/11


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2008/C 114/10)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

ENIG DOCUMENT

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„RADICCHIO DI VERONA”

EG-nummer: IT/PGI/005/0670/16.01.2008

Image BGAImageBOB

1.   Naam

„Radicchio di Verona”

2.   Lidstaat of derde land

Italië

3.   Beschrijving van het landbouwproduct of levensmiddel

3.1.   Productcategorie

Categorie 1.6 — Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt

3.2.   Beschrijving van het product waarvoor de in punt 1 vermelde naam van toepassing is

De BGA „Radicchio di Verona” wordt verleend aan de teelt die wordt verkregen uit planten van de composietenfamilie, geslacht: Cichorium, soort: inthybus, variëteit: vroege en late „Rossa di Verona”.

De planten van de BGA „Radicchio di Verona” hebben hele bladeren zonder steel, met een ongekartelde rand; de bladeren zijn bovenaan buisvormig gekruld. De bladeren nemen, daartoe gestimuleerd door de lage wintertemperaturen, de typische intense donkerrode kleur aan, en geven, doordat ze dicht opeen staan, de krop zijn typische compacte vorm. De belangrijkste nerven van de sterk ontwikkelde bladeren zijn wit van kleur.

Van de „Radicchio di Verona” bestaan een „vroeg” en een „laat” type, die de volgende kenmerken hebben:

—   „vroeg type”: de krop weegt 150-350 gram; het zaaien gebeurt tussen 1 en 20 juli, de oogst begint op 1 oktober en de productie per hectare eindproduct bedraagt niet meer dan 13 ton;

—   „laat type”: de krop weegt 100-300 gram; het zaaien gebeurt tussen 21 juli en 15 augustus, de oogst begint op 15 december en de productie per hectare eindproduct bedraagt niet meer dan 11 ton; bij de oogst moet een flink deel van de penwortel (ten minste 8 cm) aan de krop blijven vastzitten, en voor dit type moet daarna nog een bewerking plaatsvinden, namelijk een fase van forceren en bleken, waardoor de bladeren hun typische knapperige textuur en enigszins bittere smaak krijgen.

Bij het in de handel brengen moet de „Radicchio di Verona” BGA niet alleen aan bovengenoemde kenmerken voldoen, maar ook zorgvuldig zijn opgemaakt, waarbij de krop en de wortel schoongewassen moeten worden; de groottesortering en de lengte van de kroppen, alsmede de afmetingen van het stukje penwortel dat aan de krop blijft vastzitten, moeten uniform zijn. Verder moet de krop er compact uitzien, moeten de bladeren bovenaan dicht opeen staan, moet de krop enigszins elliptisch van vorm zijn en duidelijk geprononceerde bladnerven hebben, moet de kleur van de bladschijf egaal helderrood zijn, en moeten de hoofdnerven geheel wit zijn en aan de onderzijde nauw toelopen. De kroppen moeten heel zijn en gezond, waarbij derhalve producten met rotte plekken of veranderingen die ze ongeschikt maken voor consumptie, zijn uitgesloten, ze moeten er vers uitzien, vrij zijn van parasieten en schade door parasieten, vrij zijn van abnormale uitwendige vochtigheid en vrij zijn van vreemde geur en/of smaak.

De „Radicchio di Verona” BGA wordt in de handel gebracht met een stuk van de wortelstok er nog aan, van niet meer dan 4 cm lang en met een diameter die in verhouding staat tot de omvang van de krop zelf.

3.3.   Grondstoffen (alleen voor verwerkte producten)

3.4.   Diervoeders (alleen voor producten van dierlijke oorsprong)

3.5.   Specifieke onderdelen van het productieproces die in het afgebakende geografische gebied moeten plaatsvinden

Bewerkingen zoals zaaien, verplanten, oogsten, forceren en bleken, opmaken en wassen moeten in het in punt 4 aangegeven productiegebied plaatsvinden.

3.6.   Specifieke voorschriften betreffende het in plakken snijden, het raspen, het verpakken, enz.

Het verpakken van de „Radicchio di Verona” BGA moet plaatsvinden in het omschreven gebied, omdat vervoer en een overmaat aan bewerkingen er immers voor kunnen zorgen dat de kroppen minder compact worden en dat de krop dientengevolge sneller veroudert, waardoor de kwaliteitskenmerken van het product kunnen afnemen. „Radicchio di Verona” BGA wordt in de handel gebracht in verzegelde verpakkingen van de hieronder beschreven soorten, in overeenstemming met de communautaire regelgeving.

kartonnen en/of houten en/of kunststoffen schalen;

kartonnen en/of houten en/of kunststoffen mandjes;

verpakkingen van 30 × 40 cm van karton en/of hout en/of kunststof;

verpakkingen van 30 × 50 cm van karton en/of hout en/of kunststof;

verpakkingen van 40 × 60 cm van karton en/of hout en/of kunststof;

netjes van 0,5 kg, 1 kg en van 1,5 kg.

Elke verpakkingseenheid mag slechts één laag product bevatten en moet zodanig verzegeld zijn dat het zegel wordt verbroken bij opening van de verpakking.

3.7.   Specifieke voorschriften betreffende de etikettering

Op de etikettering van de verpakking moet, behalve het logo met de naam en het communautaire logo, verplicht met duidelijk leesbare drukletters de volgende informatie zijn aangebracht: de naam, de firmanaam en het adres van de verpakker, het gewicht, de datum en de plaats van verpakking, de uiterste houdbaarheidsdatum, alsmede alle andere in de nationale of communautaire wetgeving vastgestelde aanduidingen.

In het logo staan 3 kroppen Radicchio di Verona afgebeeld met een gestileerde tekening en een blauw lint die de Arena van Verona en de rivier de Adige verbeelden, als verwijzing naar de geografische oorsprong.

Image

Het is verboden aan de benaming BGA „Radicchio di Verona” om het even welke kwalificatie die niet in het onderhavige enige document is vastgesteld, toe te voegen. Het gebruik van aanduidingen die verwijzen naar de naam van het producerende bedrijf en de plaats waar dat bedrijf gevestigd is, is toegestaan. Het gebruik van het bedrijfslogo is toegestaan.

In elk geval moet de aanduiding „Radicchio di Verona” BGA aanzienlijk grotere afmetingen hebben dan alle andere aanduidingen.

4.   Beknopte omschrijving van de afbakening van het geografische gebied

Het productiegebied van de „Radicchio di Verona” BGA omvat de hierna vermelde gemeenten, die allemaal in de Regio Veneto liggen.

Het betreft, in de provincie Verona, het grondgebied van de volgende gemeenten: Trevenzuolo, Salizzole, Nogara, Concamarise, Sanguinetto, Cerea, Casaleone, Legnago, Minerbe, Roveredo di Guà, Cologna Veneta, Veronella, Arcole, Zimella, Isola della Scala, Bovolone, Bevilacqua, S. Pietro di Morubio, Roverchiara, Gazzo Veronese, Sorgà, Erbè, Oppeano, Isola Rizza, Albaredo d'Adige, Pressana, Villa Bartolomea, Castagnaro, Terrazzo, Boschi S. Anna, Angiari, Bonavigo.

In de provincie Vicenza gaat het om het grondgebied van de volgende gemeenten: Asigliano Veneto, Pojana Maggiore, Noventa Vicentina, Campiglia dei Berici, Agugliaro, Sossano, Villaga, Albettone, Orgiano, Alonte, Lonigo, Barbarano Vicentino, San Germano dei Berici.

In de provincie Padova gaat het om het grondgebied van de volgende gemeenten: Casale di Scodosia, Castelbaldo, Masi, Megliadino S. Fidenzio, Megliadino S. Vitale, Merlara, Montagnana, Ospedaletto Euganeo, Saletto, S. Margherita d'Adige, Lozzo Atestino, Urbana.

5.   Verband met het geografische gebied

5.1.   Specificiteit van het geografische gebied

Het productiegebied van de „Radicchio di Verona” BGA bestaat uit zandige bodems die rijk zijn aan organisch materiaal; de dikke bodemlaag is goed waterdoorlatend, de percelen liggen op koele plaatsen en zijn zeer vruchtbaar. Het klimaat ter plaatse is uitermate gunstig voor de betrokken teelt; het betreft een continentaal klimaat met zeer warme, zelfs vochtighete zomers en strenge winters met veel mist. De temperatuurverschillen door het jaar heen zijn groot, de regenhoeveelheid is beperkt, maar de neerslag is goed over het jaar verdeeld.

5.2.   Specificiteit van het product

De speciale kenmerken die „Radicchio di Verona” BGA onderscheiden van de andere producten van dezelfde handelscategorie, zijn de bijzondere knapperigheid van de bladeren, de dieprode kleur en de enigszins bittere smaak.

5.3.   Causaal verband tussen het geografische gebied en de kwaliteit of de kenmerken van het product (voor een BOB) dan wel een bepaalde hoedanigheid, de faam of een ander kenmerk van het product (voor een BGA)

„Radicchio de Verona” BGA kan zich laten voorstaan op een eeuwenoude, gevestigde goede naam. De teelt van Radicchio di Verona voor de markt begint pas echt rond 1900, ook al vond de teelt reeds eind achttiende eeuw plaats in zogenaamde „broli” (volkstuinen); ook in de eerste landbouwenquête na de Italiaanse eenwording (inchiesta agraria Jacini — vol. 5, tomo I 1882) wordt aan deze teelt gerefereerd. Op de Veronese hoogvlakte vond de teelt plaats in de rijen tussen de fruitbomen en de wijnranken; reeds in de „Monografia della provincia di Verona” van de hand van koninklijk prefect graaf Luigi Sormano Moretti — Florence, 1911, werd van de „Radicchio di Verona” gesproken.

In het boek „Cucina Veneta” (1980) van Giovanni Rorato, wordt radicchio (roodlof) als volgt beschreven: „Als bloemen op tafel. De „radicchio” heeft Veneto als zijn favoriete streek gekozen, want het is hier dat cichorei al eeuwenlang wordt geteeld en geroemd, ook al dateren de meer gespecialiseerde en selectieve teelten uit de vorige eeuw. Op dit moment zijn in Veneto door selectie verschillende soorten radicchio ontstaan: „radicchio rosso di Treviso” … „radicchio variegato di Castelfranco”, … „radicchio di Chioggia”, „radicchio di Verona”, die ook tot de roodlof behoort, en tot slot de „radicchio variegato di Lusia”, in de streek genaamd Polesine …”.

De talloze traditionele recepten uit de keuken van Veneto, waarbij de Radicchio di Verona als voornaamste ingrediënt wordt gezien, namelijk omelet met „radicchio”, „cappelletti” (soort pasta) van kastanjes met notensaus en „radicchio”, „fagottini” (soort pasta) di radicchio, enz., vergroten de onbetwiste reputatie nog meer.

De compacte kroppen, de knapperige bladeren, en de karakteristieke, enigszins bittere smaak, hangen zeer zeker samen met het milieu van het productiegebied. Het continentale klimaat, de lage temperaturen in de winter en de zandige bodems die rijk zijn aan organisch materiaal, de dikke bodemlaag die goed waterdoorlatend is en de percelen die op koele plaatsen liggen en zeer vruchtbaar zijn, zorgen namelijk voor deze organoleptische eigenschappen.

De menselijke activiteiten die sinds eeuwen worden uitgevoerd, de teelttechnische knowhow, het voordurend proces van zoeken naar en toepassen van specifieke teelttechnieken, hebben ertoe bijgedragen dat „Radicchio di Verona” als product een grote faam geniet, zowel in de specifieke landbouwkundige literatuur als vanuit een commercieel oogpunt.

Verwijzing naar de bekendmaking van het productdossier

(Artikel 5, lid 7, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

De geconsolideerde tekst van het productdossier kan via de volgende link worden geraadpleegd:

www.politicheagricole.it/DocumentiPubblicazioni/Search_Documenti_Elenco.htm? txtTipoDocumento=Disciplinare%20in%20esame%20UE&txtDocArgomento=Prodotti%20di%20Qualit%E0>Prodotti%20Dop,%20Igp%20e%20Stg


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


9.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 114/15


Kennisgeving aan importeurs in de Europese Unie die voornemens zijn in 2009 gereguleerde stoffen die de ozonlaag afbreken, in te voeren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen

(2008/C 114/11)

I.

Deze kennisgeving is gericht aan ondernemingen die in de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 de volgende stoffen van bronnen buiten de Europese Gemeenschap in de Europese Gemeenschap willen invoeren:

Groep I:

CFK 11, 12, 113, 114 of 115

Groep II:

andere volledig gehalogeneerde CFK's

Groep III:

halon 1211, 1301 of 2402

Groep IV:

tetrachloorkoolstof

Groep V:

1,1,1-trichloorethaan

Groep VI:

methylbromide

Groep VII:

broomfluorkoolwaterstoffen

Groep VIII:

chloorfluorkoolwaterstoffen

Groep IX:

broomchloormethaan

II.

Krachtens artikel 7 van Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad (1) moeten voor de invoer van stoffen van de groepen I tot en met IX van bijlage I van deze kennisgeving in de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 volgens de procedure van artikel 18, lid 2, kwantitatieve beperkingen worden vastgesteld en quota worden toegewezen aan importeurs (en aan producenten die gereguleerde stoffen invoeren) (2).

Er worden quota toegewezen voor:

a)

methylbromide, bestemd voor quarantainedoeleinden en toepassingen voorafgaand aan het vervoer, als omschreven door de partijen bij het Protocol van Montreal en artikel 4, lid 2, onder iii), van de verordening;

b)

chloorfluorkoolwaterstoffen (HCFK's);

c)

essentiële toepassingen, conform de criteria van Besluit IV/25 van de partijen bij het Protocol van Montreal en artikel 3, lid 1, van de verordening en zoals door de Commissie goedgekeurd. Met betrekking tot essentiële toepassingen is een afzonderlijke kennisgeving gepubliceerd;

d)

gebruik als grondstof, waarbij gereguleerde stoffen een chemische transformatie ondergaan door middel van een proces waarbij de oorspronkelijke stof volledig in een andere wordt omgezet en waarbij de uitstoot verwaarloosbaar is;

e)

gebruik als technische hulpstof, waarbij gereguleerde stoffen in bestaande installaties voor de in bijlage VI van de verordening opgenomen toepassingen als chemische hulpstoffen worden gebruikt en waarbij de uitstoot verwaarloosbaar is;

f)

vernietiging, waarbij gereguleerde stoffen worden vernietigd met behulp van een door de partijen bij het Protocol van Montreal goedgekeurde technologie die leidt tot de permanente omzetting of ontleding van de volledige hoeveelheid van de stof of een belangrijk deel daarvan.

De maximumhoeveelheid die importeurs in 2009 binnen de Europese Gemeenschap in de handel mogen brengen en/of voor eigen rekening mogen gebruiken, wordt als volgt berekend:

voor methylbromide voor quarantainedoeleinden of toepassingen voorafgaand aan het vervoer: overeenkomstig artikel 4, lid 2, onder iii), van de verordening;

voor HCFK's: overeenkomstig artikel 4, lid 3, onder i).

III.

Ondernemingen die HCFK's invoeren, vallen in een van de volgende categorieën: (3)

importeurs in de EU-15 (4) en Bulgarije en Roemenië die in 1999, en importeurs in de EU-10 (5) die in 2002 of 2003 HCFK's in de Europese Gemeenschap hebben ingevoerd en die HCFK's in de Europese Gemeenschap in de handel willen brengen, maar zelf geen HCFK's produceren;

producenten in de EU-15 en Bulgarije en Roemenië die in 1999, en producenten in de EU-10 die in 2002 of 2003 voor eigen rekening extra HCFK's hebben ingevoerd om in de Europese Gemeenschap in de handel te brengen.

IV.

Voor de tussen 1 januari 2009 en 31 december 2009 ingevoerde hoeveelheden is een invoervergunning vereist. Overeenkomstig artikel 6 van de verordening mogen ondernemingen de gereguleerde stoffen uitsluitend invoeren wanneer zij in het bezit zijn van een door de Commissie afgegeven invoervergunning.

V.

In het kader van de verordening worden de hoeveelheden gereguleerde stoffen gekwantificeerd aan de hand van hun ozonafbrekend vermogen (Ozone Depleting Potential, ODP) (6).

VI.

De Commissie deelt ondernemingen die niet in het bezit zijn van een quotum voor 2008 en bij de Commissie een invoerquotum voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 willen aanvragen, mee dat zij zich uiterlijk op 1 juli 2008 bij de Commissie dienen te melden door indiening van het registratieformulier dat online beschikbaar is op:

http://ec.europa.eu/environment/ozone/ods.htm

Na registratie in de ODS-database dienen zij eveneens de onder VII beschreven procedure te volgen.

VII.

Ondernemingen met een quotum voor 2008 dienen een verklaring te verstrekken door online het relevante invoeraangifteformulier in te vullen en in te dienen via de ODS-database die beschikbaar is op: http://ec.europa.eu/environment/ozone/ods.htm. Naast de online-indiening moet een ondertekend exemplaar van het invoeraangifteformulier aan de Commissie worden gezonden op het volgende adres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Milieu

Eenheid ENV.C.4 — Industrie-emissies en bescherming van de ozonlaag

BU-5 2/053

B-1049 Brussel

Fax (32-2) 292 06 92

E-mail: env-ods@ec.europa.eu

Ook aan de bevoegde instantie van de lidstaat moet een kopie van de aanvraag worden gezonden. Een lijst met de contactpunten in alle lidstaten kan online worden geraadpleegd op:

http://ec.europa.eu/environment/ozone/ods_export.htm

VIII.

Alleen aanvragen die uiterlijk op 1 augustus 2008 zijn ontvangen, worden door de Commissie in behandeling genomen. Voor iedere importeur wordt in overleg met het beheerscomité volgens de procedures van artikel 18 van de verordening een invoerquotum vastgesteld. De toegewezen quota zullen worden vermeld in de ODS-database: http://ec.europa.eu/environment/ozone/ods.htm en alle aanvragers worden via de post op de hoogte gebracht van het besluit. De indiening van een invoeraangifte en de toewijzing van een quotum geven op zich nog niet het recht om tot invoer over te gaan.

IX.

Om in 2009 gereguleerde stoffen te kunnen invoeren, moeten ondernemingen waaraan een quotum is toegewezen, via de ODS-database met behulp van het online-aanvraagformulier een invoervergunning bij de Commissie aanvragen. Wanneer de diensten van de Commissie zich ervan overtuigd hebben dat het verzoek in overeenstemming is met het toegestane quotum en voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 2037/2000, wordt een invoervergunning afgegeven. De Commissie behoudt zich het recht voor een invoervergunning te weigeren wanneer de in te voeren stof niet in overeenstemming is met de omschrijving, mogelijk niet voor het toegestane doel zal worden gebruikt of niet conform de verordening kan worden ingevoerd.

X.

Ondernemingen die teruggewonnen of geregenereerde stoffen invoeren, moeten bij iedere aanvraag voor een vergunning aanvullende informatie verstrekken over de herkomst en de bestemming van de stof en over de voorgenomen verwerking ervan. Ook kan om een analysecertificaat worden gevraagd. Een invoerquotum voor vernietiging kan alleen worden toegewezen aan ondernemingen die beschikken over vernietigingsinstallaties waar een door de partijen bij het Protocol van Montreal goedgekeurde technologie wordt gebruikt.

XI.

Meer informatie over de invoer van stoffen die de ozonlaag afbreken, is online beschikbaar op:

http://ec.europa.eu/environment/ozone/ods_import.htm


(1)  PB L 244 van 29.9.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/540/EG van de Commissie (PB L 198 van 31.7.2007, blz. 35).

(2)  Gereguleerde stoffen of mengsels daarvan die worden ingevoerd in een ander industrieproduct dan een houder voor het vervoer of de opslag van de betrokken stof, vallen niet binnen het bestek van deze kennisgeving.

(3)  De regeling voor de toewijzing van HCFK-quota aan producenten en importeurs is beschreven in Beschikking 2007/195/EG van de Commissie (PB L 88 van 29.3.2007, blz. 51).

(4)  EU-15 zijn de lidstaten van de Europese Unie voor 1 mei 2004: België, Denemarken, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.

(5)  EU-10 zijn de lidstaten van de Europese Unie die op 1 mei 2004 zijn toegetreden: Tsjechische Republiek, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije.

(6)  Voor mengsels: voor de berekening van de ODP-hoeveelheid dient uitsluitend de hoeveelheid van de gereguleerde stoffen in het mengsel in aanmerking te worden genomen. 1,1,1-trichloorethaan wordt altijd met stabilisatoren in de handel gebracht. Importeurs moeten via hun leverancier vaststellen welk percentage stabilisator moet worden afgetrokken voordat de ODP-gewogen hoeveelheid wordt berekend.


BIJLAGE 1

Onder de verordening vallende stoffen

Groep

Stoffen

Ozonafbrekend vermogen (1)

Groep I

CFCl3

(CFC 11)

1,0

CF2Cl2

(CFC 12)

1,0

C2F3Cl3

(CFC 113)

0,8

C2F4Cl2

(CFC 114)

1,0

C2F5Cl

(CFC 115)

0,6

Groep II

CF3Cl

(CFC 13)

1,0

C2FCl5

(CFC 111)

1,0

C2F2Cl4

(CFC 112)

1,0

C3FCl7

(CFC 211)

1,0

C3F2Cl6

(CFC 212)

1,0

C3F3Cl5

(CFC 213)

1,0

C3F4Cl4

(CFC 214)

1,0

C3F5Cl3

(CFC 215)

1,0

C3F6Cl2

(CFC 216)

1,0

C3F7Cl

(CFC 217)

1,0

Groep III

CF2BrCl

(halon 1211)

3,0

CF3Br

(halon 1301)

10,0

C2F4Br2

(halon 2402)

6,0

Groep IV

CCl4

(tetrachloorkoolstof)

1,1

Groep V

C2H3Cl3  (2)

(1,1,1-trichloorethaan)

0,1

Groep VI

CH3Br

(methylbromide)

0,6

Groep VII

CHFBr2

 

1,00

CHF2Br

 

0,74

CH2FBr

 

0,73

C2HFBr4

 

0,8

C2HF2Br3

 

1,8

C2HF3Br2

 

1,6

C2HF4Br

 

1,2

C2H2FBr3

 

1,1

C2H2F2Br2

 

1,5

C2H2F3Br

 

1,6

C2H3FBr2

 

1,7

C2H3F2Br

 

1,1

C2H4FBr

 

0,1

C3HFBr6

 

1,5

C3HF2Br5

 

1,9

C3HF3Br4

 

1,8

C3HF4Br3

 

2,2

C3HF5Br2

 

2,0

C3HF6Br

 

3,3

C3H2FBr5

 

1,9

C3H2F2Br4

 

2,1

C3H2F3Br3

 

5,6

C3H2F4Br2

 

7,5

C3H2F5Br

 

1,4

C3H3FBr4

 

1,9

C3H3F2Br3

 

3,1

C3H3F3Br2

 

2,5

C3H3F4Br

 

4,4

C3H4FBr3

 

0,3

C3H4F2Br2

 

1,0

C3H4F3Br

 

0,8

C3H5FBr2

 

0,4

C3H5F2Br

 

0,8

C3H6FBr

 

0,7

Groep VIII

CHFCl2

(HCFC 21) (3)

0,040

CHF2Cl

(HCFC 22) (3)

0,055

CH2FCl

(HCFC 31)

0,020

C2HFCl4

(HCFC 121)

0,040

C2HF2Cl3

(HCFC 122)

0,080

C2HF3Cl2

(HCFC 123) (3)

0,020

C2HF4Cl

(HCFC 124) (3)

0,022

C2H2FCl3

(HCFC 131)

0,050

C2H2F2Cl2

(HCFC 132)

0,050

C2H2F3Cl

(HCFC 133)

0,060

C2H3FCl2

(HCFC 141)

0,070

CH3CFCl2

(HCFC 141b) (3)

0,110

C2H3F2Cl

(HCFC 142)

0,070

CH3CF2Cl

(HCFC 142b) (3)

0,065

C2H4FCl

(HCFC 151)

0,005

C3HFCl6

(HCFC 221)

0,070

C3HF2Cl5

(HCFC 222)

0,090

C3HF3Cl4

(HCFC 223)

0,080

C3HF4Cl3

(HCFC 224)

0,090

C3HF5Cl2

(HCFC 225)

0,070

CF3CF2CHCl2

(HCFC 225ca) (3)

0,025

CF2ClCF2CHClF

(HCFC 225cb) (3)

0,033

C3HF6Cl

(HCFC 226)

0,100

C3H2FCl5

(HCFC 231)

0,090

C3H2F2Cl4

(HCFC 232)

0,100

C3H2F3Cl3

(HCFC 233)

0,230

C3H2F4Cl2

(HCFC 234)

0,280

C3H2F5Cl

(HCFC 235)

0,520

C3H3FCl4

(HCFC 241)

0,090

C3H3F2Cl3

(HCFC 242)

0,130

C3H3F3Cl2

(HCFC 243)

0,120

C3H3F4Cl

(HCFC 244)

0,140

C3H4FCl3

(HCFC 251)

0,010

C3H4F2Cl2

(HCFC 252)

0,040

C3H4F3Cl

(HCFC 253)

0,030

C3H5FCl2

(HCFC 261)

0,020

C3H5F2Cl

(HCFC 262)

0,020

C3H6FCl

(HCFC 271)

0,030

Groep IX

CH2BrCl

Halon 1011/ broomchloormethaan

0,120


(1)  Deze waarden voor het ozonafbrekend vermogen zijn ramingen op basis van de bestaande kennis, die periodiek in het licht van de besluiten van de partijen bij het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, worden getoetst en bijgewerkt.

(2)  1,1,2-Trichloorethaan niet inbegrepen.

(3)  Geeft de commercieel meest gangbare stof aan, zoals bepaald in het protocol.


9.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 114/21


Kennisgeving aan exporteurs in de Europese Unie die voornemens zijn in 2009 gereguleerde stoffen die de ozonlaag afbreken, uit te voeren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen

(2008/C 114/12)

I.

Deze kennisgeving is gericht aan ondernemingen die in de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 de volgende stoffen uit de Europese Gemeenschap willen uitvoeren:

Groep I:

CFK 11, 12, 113, 114 of 115

Groep II:

andere volledig gehalogeneerde CFK's

Groep III:

halon 1211, 1301 of 2402

Groep IV:

tetrachloorkoolstof

Groep V:

1,1,1-trichloorethaan

Groep VI:

methylbromide

Groep VII:

broomfluorkoolwaterstoffen

Groep VIII:

chloorfluorkoolwaterstoffen

Groep IX:

broomchloormethaan

II.

Krachtens artikel 11 van Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad (1) is de uitvoer van chloorfluorkoolstoffen, andere volledig gehalogeneerde chloorfluorkoolstoffen, halonen, tetrachloorkoolstof, 1,1,1-trichloorethaan en broomfluorkoolwaterstoffen of producten en apparatuur, andere dan persoonlijke goederen, welke die stoffen bevatten of nodig zullen hebben om in werking te blijven, uit de Gemeenschap verboden. Dit verbod geldt niet voor de uitvoer van:

a)

gereguleerde stoffen die krachtens artikel 3, lid 6, worden geproduceerd om te voorzien in de fundamentele binnenlandse behoeften van partijen overeenkomstig artikel 5 van het Protocol;

b)

gereguleerde stoffen die krachtens artikel 3, lid 7, worden geproduceerd om te voorzien in essentiële of kritische toepassingen van partijen;

c)

producten en apparatuur die gereguleerde stoffen bevatten die krachtens artikel 3, lid 5, worden geproduceerd of krachtens artikel 7, onder b), worden ingevoerd;

d)

teruggewonnen, gerecycleerde en geregenereerde halonen die voor kritische toepassingen zijn opgeslagen in installaties waarvoor de bevoegde instantie vergunning heeft verleend of die de bevoegde instantie exploiteert, om tot en met 31 december 2009 te voorzien in de in bijlage VII van de verordening genoemde kritische toepassingen, en producten en apparatuur die halonen bevatten om te voorzien in de in deze bijlage VII genoemde kritische toepassingen;

e)

gereguleerde stoffen die bestemd zijn voor gebruik als grondstof of hulpstof;

f)

dosisinhalatoren en afgiftemechanismen die chloorfluorkoolstoffen bevatten voor hermetisch gesloten implantaten in het menselijk lichaam voor het toedienen van afgemeten doses geneesmiddelen waarvoor een tijdelijke vrijstelling kan worden verleend;

g)

gebruikte producten en apparatuur die hard isolatieschuim of integraalschuim bevatten dat met chloorfluorkoolstoffen is vervaardigd. Deze vrijstelling geldt niet voor:

koel- en klimaatregelingsapparatuur en -producten;

koel- en klimaatregelingsapparatuur en -producten die als koelmiddel gebruikte chloorfluorkoolstoffen bevatten, of die in andere apparatuur of producten als koelmiddel gebruikte chloorfluorkoolstoffen nodig hebben om in werking te blijven;

isolatieschuim en producten voor de bouw;

h)

producten en apparatuur die HCFK's bevatten, die bestemd zijn voor uitvoer naar landen waar het gebruik van HCFK's in die producten nog is toegestaan.

De uitvoer van methylbromide en chloorfluorkoolwaterstoffen uit de Gemeenschap naar een staat die geen partij is bij het protocol, is verboden.

III.

Artikel 12 van Verordening (EG) nr. 2037/2000 stelt een uitvoervergunning voor de in bijlage I van deze kennisgeving opgenomen stoffen verplicht. Deze uitvoervergunningen worden door de Europese Commissie verleend nadat is nagegaan dat aan artikel 11 van de verordening is voldaan.

IV.

De Commissie deelt ondernemingen die tussen 1 januari 2009 en 31 december 2009 gereguleerde stoffen willen uitvoeren en waaraan nog nooit een uitvoervergunning is verleend, mee dat zij zich uiterlijk op 1 juli 2008 bij de Commissie dienen te melden door indiening van het registratieformulier dat online beschikbaar is op:

http://ec.europa.eu/environment/ozone/ods.htm

Na registratie in de ODS-database dienen zij eveneens de onder V beschreven procedure te volgen.

V.

Ondernemingen waaraan in vroegere jaren een uitvoervergunning is verleend, dienen een verklaring te verstrekken door online het relevante uitvoeraangifteformulier in te vullen en in te dienen via de ODS-database die beschikbaar is op: http://ec.europa.eu/environment/ozone/ods.htm. Na de online-indiening moet een ondertekend exemplaar van het uitvoeraangifteformulier aan de Commissie worden gezonden op het volgende adres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Milieu

Eenheid ENV.C.4 — Industrie-emissies en bescherming van de ozonlaag

BU-5 2/053

B-1049 Brussel

Fax (32-2) 292 06 92

E-mail: env-ods@ec.europa.eu

Ook aan de bevoegde instantie van de lidstaat moet een kopie van de aanvraag worden gezonden. Een lijst met de contactpunten in alle lidstaten kan online worden geraadpleegd op:

http://ec.europa.eu/environment/ozone/ods_export.htm

VI.

Alleen aanvragen die uiterlijk op 1 augustus 2008 zijn ontvangen, worden door de Commissie in behandeling genomen. De indiening van een uitvoeraangifte geeft op zich nog niet het recht om tot uitvoer over te gaan.

VII.

Om in 2009 gereguleerde stoffen uit te kunnen voeren, moeten ondernemingen die een uitvoeraangifte hebben ingediend, bij de Commissie via de ODS-database met behulp van het online-aanvraagformulier een uitvoervergunningsnummer (EAN) aanvragen. Wanneer de Commissie zich ervan overtuigd heeft dat het verzoek in overeenstemming is met de aangifte en voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 2037/2000, wordt een EAN verleend. De aanvrager wordt per e-mail op de hoogte gebracht van de inwilliging van het verzoek. De Commissie behoudt zich het recht voor een EAN te weigeren wanneer de uit te voeren stof niet in overeenstemming is met de omschrijving, mogelijk niet voor het toegestane doel zal worden gebruikt of niet conform de verordening kan worden uitgevoerd.

VIII.

Om de beschrijving van de stof en het doel van de uitvoer te controleren kan de Commissie de aanvrager vragen aanvullende informatie in te dienen voor de behandeling van een verzoek om een EAN voor uitvoer om te voorzien in fundamentele binnenlandse behoeften of om te voorzien in essentiële of kritische toepassingen van partijen in de context van artikel 11, lid 1, onder a), en artikel 11, lid 1, onder b), van de verordening.

Hierbij gaat het met name om:

een bevestiging van de producent dat de stof voor het gespecificeerde doel is geproduceerd; en

een bevestiging van de aanvrager dat de stof alleen voor het gespecificeerde doel zal worden uitgevoerd; en

de naam en het adres van de eindontvanger in het land van eindbestemming.

De Commissie behoudt zich het recht voor een EAN pas uit te reiken nadat de bevoegde instantie in het land van bestemming het doel van de uitvoer heeft bevestigd en heeft bevestigd dat de uitvoer niet tot een status van niet-naleving met betrekking tot de bepalingen van het Protocol van Montreal zal leiden.

IX.

Meer informatie over de uitvoer van stoffen die de ozonlaag afbreken, is online beschikbaar op:

http://ec.europa.eu/environment/ozone/ods_export.htm


(1)  PB L 244 van 29.9.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/540/EG van de Commissie (PB L 198 van 31.7.2007, blz. 35).


BIJLAGE I

Onder de verordening vallende stoffen

Groep

Stoffen

Ozonafbrekend vermogen (1)

Groep I

CFCl3

(CFC 11)

1,0

CF2Cl2

(CFC 12)

1,0

C2F3Cl3

(CFC 113)

0,8

C2F4Cl2

(CFC 114)

1,0

C2F5Cl

(CFC 115)

0,6

Groep II

CF3Cl

(CFC 13)

1,0

C2FCl5

(CFC 111)

1,0

C2F2Cl4

(CFC 112)

1,0

C3FCl7

(CFC 211)

1,0

C3F2Cl6

(CFC 212)

1,0

C3F3Cl5

(CFC 213)

1,0

C3F4Cl4

(CFC 214)

1,0

C3F5Cl3

(CFC 215)

1,0

C3F6Cl2

(CFC 216)

1,0

C3F7Cl

(CFC 217)

1,0

Groep III

CF2BrCl

(halon 1211)

3,0

CF3Br

(halon 1301)

10,0

C2F4Br2

(halon 2402)

6,0

Groep IV

CCl4

(tetrachloorkoolstof)

1,1

Groep V

C2H3Cl3  (2)

(1,1,1-trichloorethaan)

0,1

Groep VI

CH3Br

(methylbromide)

0,6

Groep VII

CHFBr2

 

1,00

CHF2Br

 

0,74

CH2FBr

 

0,73

C2HFBr4

 

0,8

C2HF2Br3

 

1,8

C2HF3Br2

 

1,6

C2HF4Br

 

1,2

C2H2FBr3

 

1,1

C2H2F2Br2

 

1,5

C2H2F3Br

 

1,6

C2H3FBr2

 

1,7

C2H3F2Br

 

1,1

C2H4FBr

 

0,1

C3HFBr6

 

1,5

C3HF2Br5

 

1,9

C3HF3Br4

 

1,8

C3HF4Br3

 

2,2

C3HF5Br2

 

2,0

C3HF6Br

 

3,3

C3H2FBr5

 

1,9

C3H2F2Br4

 

2,1

C3H2F3Br3

 

5,6

C3H2F4Br2

 

7,5

C3H2F5Br

 

1,4

C3H3FBr4

 

1,9

C3H3F2Br3

 

3,1

C3H3F3Br2

 

2,5

C3H3F4Br

 

4,4

C3H4FBr3

 

0,3

C3H4F2Br2

 

1,0

C3H4F3Br

 

0,8

C3H5FBr2

 

0,4

C3H5F2Br

 

0,8

C3H6FBr

 

0,7

Groep VIII

CHFCl2

(HCFC 21) (3)

0,040

CHF2Cl

(HCFC 22) (3)

0,055

CH2FCl

(HCFC 31)

0,020

C2HFCl4

(HCFC 121)

0,040

C2HF2Cl3

(HCFC 122)

0,080

C2HF3Cl2

(HCFC 123) (3)

0,020

C2HF4Cl

(HCFC 124) (3)

0,022

C2H2FCl3

(HCFC 131)

0,050

C2H2F2Cl2

(HCFC 132)

0,050

C2H2F3Cl

(HCFC 133)

0,060

C2H3FCl2

(HCFC 141)

0,070

CH3CFCl2

(HCFC 141b) (3)

0,110

C2H3F2Cl

(HCFC 142)

0,070

CH3CF2Cl

(HCFC 142b) (3)

0,065

C2H4FCl

(HCFC 151)

0,005

C3HFCl6

(HCFC 221)

0,070

C3HF2Cl5

(HCFC 222)

0,090

C3HF3Cl4

(HCFC 223)

0,080

C3HF4Cl3

(HCFC 224)

0,090

C3HF5Cl2

(HCFC 225)

0,070

CF3CF2CHCl2

(HCFC 225ca) (3)

0,025

CF2ClCF2CHClF

(HCFC 225cb) (3)

0,033

C3HF6Cl

(HCFC 226)

0,100

C3H2FCl5

(HCFC 231)

0,090

C3H2F2Cl4

(HCFC 232)

0,100

C3H2F3Cl3

(HCFC 233)

0,230

C3H2F4Cl2

(HCFC 234)

0,280

C3H2F5Cl

(HCFC 235)

0,520

C3H3FCl4

(HCFC 241)

0,090

C3H3F2Cl3

(HCFC 242)

0,130

C3H3F3Cl2

(HCFC 243)

0,120

C3H3F4Cl

(HCFC 244)

0,140

C3H4FCl3

(HCFC 251)

0,010

C3H4F2Cl2

(HCFC 252)

0,040

C3H4F3Cl

(HCFC 253)

0,030

C3H5FCl2

(HCFC 261)

0,020

C3H5F2Cl

(HCFC 262)

0,020

C3H6FCl

(HCFC 271)

0,030

Groep IX

CH2BrCl

Halon 1011/ broomchloormethaan

0,120


(1)  Deze waarden voor het ozonafbrekend vermogen zijn ramingen op basis van de bestaande kennis, die periodiek in het licht van de besluiten van de partijen bij het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, worden getoetst en bijgewerkt.

(2)  1,1,2-Trichloorethaan niet inbegrepen.

(3)  Geeft de commercieel meest gangbare stof aan, zoals bepaald in het protocol.


9.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 114/27


Kennisgeving aan gebruikers in de Europese Unie van gereguleerde stoffen die krachtens Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen in 2009 voor essentiële toepassingen in de Gemeenschap mogen worden gebruikt

(2008/C 114/13)

I.

Deze kennisgeving heeft betrekking op de volgende stoffen:

Groep I:

CFK 11, 12, 113, 114 of 115

Groep II:

andere volledig gehalogeneerde CFK's

Groep III:

halon 1211, 1301 of 2402

Groep IV:

tetrachloorkoolstof

Groep V:

1,1,1-trichloorethaan

Groep VI:

methylbromide

Groep VII:

broomfluorkoolwaterstoffen

Groep VIII:

chloorfluorkoolwaterstoffen

Groep IX:

broomchloormethaan

II.

Deze kennisgeving is bestemd voor gebruikers die voornemens zijn:

1.

bovengenoemde stoffen binnen de Gemeenschap te gebruiken voor de vervaardiging van dosis-inhalatoren;

2.

bovengenoemde stoffen met het oog op laboratorium- en analysetoepassingen direct van een producent of via invoer in de Gemeenschap en niet van een distributeur van de stoffen binnen de Gemeenschap te betrekken.

III.

Gereguleerde stoffen voor essentiële toepassingen mogen door productie binnen de Gemeenschap of, indien nodig, door invoer van buiten de Gemeenschap worden verkregen.

IV.

In Besluit IV/25 en Besluit XIX/13 van de partijen bij het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, zijn criteria en een procedure vastgelegd om te bepalen voor welke „essentiële toepassingen” de productie en het verbruik ook na de geleidelijke eliminatie toegestaan blijven.

V.

Krachtens artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2037/2000 van het Europees Parlement en de Raad (1) moet worden vastgesteld welke hoeveelheden van bovengenoemde gereguleerde stoffen overeenkomstig Besluit IV/25 en Besluit XIX/13 van de partijen bij het Protocol van Montreal in 2008 voor essentiële toepassingen in de Gemeenschap kunnen worden toegelaten indien er geen passende alternatieven beschikbaar zijn (2).

VI.

De partijen bij het Protocol van Montreal kunnen in november 2008 een besluit nemen waarbij de toegestane maximale niveaus worden vastgesteld voor de productie van CFK's voor essentiële toepassingen in 2009 voor dosis-inhalatoren voor de behandeling van astma en COPD, zoals gespecificeerd in bijlage I, onder de voorwaarden die door de conferentie der partijen in punt 2 van Besluit VII/28 zijn vastgelegd.

VII.

Bij Besluit XVIII/15 en Besluit XIX/18 van de partijen bij het Protocol van Montreal wordt toestemming verleend voor de productie en het verbruik die nodig zijn met het oog op essentiële toepassingen van gereguleerde stoffen die in de bijlagen A, B en C (stoffen van de groepen II en III) van het Protocol van Montreal worden vermeld, voor laboratorium- en analysetoepassingen. De toegestane toepassingen worden vermeld in bijlage IV van het verslag van de zevende conferentie van de partijen, onder de voorwaarden van bijlage II van het verslag van de zesde conferentie van de partijen. De toepassingen die worden vermeld in punt 6 van Besluit VII/11, de punten a) en c) van Besluit XI/15 en punt 3 van Besluit XIX/18, worden van de toegestane laboratorium- en analysetoepassingen uitgesloten.

VIII.

Overeenkomstig Besluit X/19 van de partijen bij het Protocol van Montreal moet de zuiverheid van gereguleerde stoffen voor laboratorium- en analysetoepassingen voor 1,1,1-trichloorethaan ten minste 99,0 % bedragen en voor CFK's en tetrachloorkoolstof ten minste 99,5 %. Deze zeer zuivere stoffen en mengsels die gereguleerde stoffen bevatten, mogen uitsluitend worden geleverd in hersluitbare containers of hogedrukcilinders met een inhoud van minder dan drie liter of in glazen ampullen met een inhoud van ten hoogste 10 milliliter, waarop duidelijk moet worden aangegeven dat zij stoffen bevatten die de ozonlaag afbreken en uitsluitend voor laboratorium- en analysetoepassingen mogen worden gebruikt, en dat gebruikte of overtollige stoffen voor zover mogelijk moeten worden ingezameld en gerecycleerd. Indien het materiaal niet kan worden gerecycleerd, dient het volgens de in artikel 16, lid 1, van de verordening beschreven procedures te worden vernietigd.

IX.

Meer informatie, met inbegrip van de tekst van de relevante besluiten van de partijen bij het Protocol van Montreal over laboratorium- en analysetoepassingen die in het voorgaande zijn genoemd, kunnen worden geraadpleegd op:

http://ec.europa.eu/environment/ozone/pdf/2006_lab.pdf

X.

De procedure voor de toewijzing van de hoeveelheden gereguleerde stoffen voor bovengenoemde essentiële toepassingen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2037/2000 en Verordening (EG) nr. 2038/2000 van het Europees Parlement en de Raad is als volgt:

1.

ondernemingen waaraan in 2008 geen quotum is toegewezen en die bij de Commissie een quotum voor essentiële toepassingen voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2009 willen aanvragen, dienen zich uiterlijk op 1 juli 2008 bij de Commissie te melden door de indiening van het registratieformulier voor de ODS-database, dat online beschikbaar is op:

http://ec.europa.eu/environment/ozone/ods.htm

Na registratie in de ODS-database dient de onder 2 beschreven procedure te worden gevolgd;

2.

elke gebruiker van de aan het begin van deze kennisgeving genoemde stoffen kan een aanvraag voor essentiële toepassingen indienen.

Voor CFK's voor gebruik in dosis-inhalatoren zullen alle geregistreerde ondernemingen een aanvraagformulier van de Commissie ontvangen.

Voor laboratoriumtoepassingen moet elke aanvrager een aanvraag indienen door online het desbetreffende formulier voor essentiële laboratoriumtoepassingen in te vullen via de ODS-database die beschikbaar is op: http://ec.europa.eu/environment/ozone/ods.htm. Naast de online-indiening moet een ondertekend exemplaar van het invoeraangifteformulier aan de Commissie worden gezonden op het volgende adres:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Milieu

Eenheid ENV.C.4 — Industrie-emissies en bescherming van de ozonlaag

BU-5 2/053

B-1049 Brussel

Fax (32-2) 292 06 92

E-mail: env-ods@ec.europa.eu

Ook aan de bevoegde instantie van de lidstaat moet een kopie van de aanvraag worden gezonden. Een lijst met de contactpunten in alle lidstaten kan online worden geraadpleegd op:

http://ec.europa.eu/environment/ozone/ods_export.htm

XI.

Alleen aanvragen die uiterlijk op 1 augustus 2008 zijn ontvangen, worden door de Commissie in behandeling genomen.

XII.

De Commissie wijst aan deze gebruikers een quotum toe en deelt hun mee voor welke toepassing zij toestemming hebben, welke stof zij mogen gebruiken en welke hoeveelheid gereguleerde stoffen zij mogen gebruiken.

XIII.

Na afloop van deze procedure stelt de Commissie de aanvragers via een beschikking in kennis van de hoeveelheden gereguleerde stoffen die in 2009 voor essentiële toepassingen in de Gemeenschap worden toegelaten, waarvan de productie en invoer worden toegestaan.

XIV.

Houders van een quotum voor een essentiële toepassing van een gereguleerde stof voor 2009 kunnen via de ODS-database een bestelling plaatsen bij een producent in de Gemeenschap of indien nodig bij de Commissie een aanvraag voor een invoervergunning voor een gereguleerde stof indienen, waarbij de hoeveelheid niet groter mag zijn dan hun quotum. De producent moet van de bevoegde instantie van de lidstaat waar de desbetreffende productie-installatie is gevestigd, toestemming krijgen voor de productie van de gereguleerde stof om het toegestane quotum te leveren. Wanneer de bevoegde instantie van de lidstaat deze toestemming geeft, stelt zij de Commissie daarvan ruim van tevoren in kennis.


(1)  PB L 244 van 29.9.2000, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/540/EG van de Commissie (PB L 198 van 31.7.2007, blz. 35).

(2)  De lijst van werkzame bestanddelen die essentieel wordt geacht voor de productie van CFK-dosis-inhalatoren, kan worden geraadpleegd op:

http://ozone.unep.org/Exemption_Information/Essential_Use_Nominations/Measures_by_Parties_to_facilitate_the_transition_to_chlorofluorocarbon_EC.shtml


BIJLAGE 1

Onder de verordening vallende stoffen

Groep

Stoffen

Ozonafbrekend vermogen (1)

Groep I

CFCl3

(CFC 11)

1,0

CF2Cl2

(CFC 12)

1,0

C2F3Cl3

(CFC 113)

0,8

C2F4Cl2

(CFC 114)

1,0

C2F5Cl

(CFC 115)

0,6

Groep II

CF3Cl

(CFC 13)

1,0

C2FCl5

(CFC 111)

1,0

C2F2Cl4

(CFC 112)

1,0

C3FCl7

(CFC 211)

1,0

C3F2Cl6

(CFC 212)

1,0

C3F3Cl5

(CFC 213)

1,0

C3F4Cl4

(CFC 214)

1,0

C3F5Cl3

(CFC 215)

1,0

C3F6Cl2

(CFC 216)

1,0

C3F7Cl

(CFC 217)

1,0

Groep III

CF2BrCl

(halon 1211)

3,0

CF3Br

(halon 1301)

10,0

C2F4Br2

(halon 2402)

6,0

Groep IV

CCl4

(tetrachloorkoolstof)

1,1

Groep V

C2H3Cl3  (2)

(1,1,1-trichloorethaan)

0,1

Groep VI

CH3Br

(methylbromide)

0,6

Groep VII

CHFBr2

 

1,00

CHF2Br

 

0,74

CH2FBr

 

0,73

C2HFBr4

 

0,8

C2HF2Br3

 

1,8

C2HF3Br2

 

1,6

C2HF4Br

 

1,2

C2H2FBr3

 

1,1

C2H2F2Br2

 

1,5

C2H2F3Br

 

1,6

C2H3FBr2

 

1,7

C2H3F2Br

 

1,1

C2H4FBr

 

0,1

C3HFBr6

 

1,5

C3HF2Br5

 

1,9

C3HF3Br4

 

1,8

C3HF4Br3

 

2,2

C3HF5Br2

 

2,0

C3HF6Br

 

3,3

C3H2FBr5

 

1,9

C3H2F2Br4

 

2,1

C3H2F3Br3

 

5,6

C3H2F4Br2

 

7,5

C3H2F5Br

 

1,4

C3H3FBr4

 

1,9

C3H3F2Br3

 

3,1

C3H3F3Br2

 

2,5

C3H3F4Br

 

4,4

C3H4FBr3

 

0,3

C3H4F2Br2

 

1,0

C3H4F3Br

 

0,8

C3H5FBr2

 

0,4

C3H5F2Br

 

0,8

C3H6FBr

 

0,7

Groep VIII

CHFCl2

(HCFC 21) (3)

0,040

CHF2Cl

(HCFC 22) (3)

0,055

CH2FCl

(HCFC 31)

0,020

C2HFCl4

(HCFC 121)

0,040

C2HF2Cl3

(HCFC 122)

0,080

C2HF3Cl2

(HCFC 123) (3)

0,020

C2HF4Cl

(HCFC 124) (3)

0,022

C2H2FCl3

(HCFC 131)

0,050

C2H2F2Cl2

(HCFC 132)

0,050

C2H2F3Cl

(HCFC 133)

0,060

C2H3FCl2

(HCFC 141)

0,070

CH3CFCl2

(HCFC 141b) (3)

0,110

C2H3F2Cl

(HCFC 142)

0,070

CH3CF2Cl

(HCFC 142b) (3)

0,065

C2H4FCl

(HCFC 151)

0,005

C3HFCl6

(HCFC 221)

0,070

C3HF2Cl5

(HCFC 222)

0,090

C3HF3Cl4

(HCFC 223)

0,080

C3HF4Cl3

(HCFC 224)

0,090

C3HF5Cl2

(HCFC 225)

0,070

CF3CF2CHCl2

(HCFC 225ca) (3)

0,025

CF2ClCF2CHClF

(HCFC 225cb) (3)

0,033

C3HF6Cl

(HCFC 226)

0,100

C3H2FCl5

(HCFC 231)

0,090

C3H2F2Cl4

(HCFC 232)

0,100

C3H2F3Cl3

(HCFC 233)

0,230

C3H2F4Cl2

(HCFC 234)

0,280

C3H2F5Cl

(HCFC 235)

0,520

C3H3FCl4

(HCFC 241)

0,090

C3H3F2Cl3

(HCFC 242)

0,130

C3H3F3Cl2

(HCFC 243)

0,120

C3H3F4Cl

(HCFC 244)

0,140

C3H4FCl3

(HCFC 251)

0,010

C3H4F2Cl2

(HCFC 252)

0,040

C3H4F3Cl

(HCFC 253)

0,030

C3H5FCl2

(HCFC 261)

0,020

C3H5F2Cl

(HCFC 262)

0,020

C3H6FCl

(HCFC 271)

0,030

Groep IX

CH2BrCl

Halon 1011/broomchloormethaan

0,120


(1)  Deze waarden voor het ozonafbrekend vermogen zijn ramingen op basis van de bestaande kennis, die periodiek in het licht van de besluiten van de partijen bij het Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken, worden getoetst en bijgewerkt.

(2)  1,1,2-Trichloorethaan niet inbegrepen.

(3)  Geeft de commercieel meest gangbare stof aan, zoals bepaald in het protocol.