ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 111

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

51e jaargang
6 mei 2008


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

AANBEVELINGEN

 

Europees Parlement
Raad

2008/C 111/01

Aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2008 tot vaststelling van een Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren ( 1 )

1

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2008/C 111/02

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak COMP/M.4999 — Heineken/Scottish & Newcastle assets) ( 1 )

8

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2008/C 111/03

Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties: 4,26 % per 1 mei 2008 — Wisselkoersen van de euro

9

2008/C 111/04

Wisselkoersen van de euro

10

2008/C 111/05

Administratieve Commissie van de Europese Gemeenschappen voor de sociale zekerheid van migrerende werknemers — Omrekeningskoersen van de munteenheden in toepassing van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad

11

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2008/C 111/06

Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

13

2008/C 111/07

Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen

18

2008/C 111/08

Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen

22

2008/C 111/09

Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

25

2008/C 111/10

Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 97/23/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende drukapparatuur ( 1 )

26

2008/C 111/11

Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad — Het opleggen van openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten tussen Ostrava (OSR) en Brussel (BRU) ( 1 )

42

2008/C 111/12

Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad — Het opleggen van openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten tussen Ostrava (OSR) en Amsterdam (AMS) ( 1 )

43

2008/C 111/13

Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad — Het opleggen van openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten tussen Ostrava (OSR) en Londen (LTN) ( 1 )

44

 

V   Bekendmakingen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Commissie

2008/C 111/14

Uitnodiging tot het indienen van voorstellen in het kader van het werkprogramma Capaciteiten van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebiedvan onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie

45

 

Europees Milieuagentschap

2008/C 111/15

Oproep tot het indienen van blijken van belangstelling (2008) voor deskundigen voor het lidmaatschap van het Wetenschappelijk Comité van het Europees Milieuagentschap (EMA)

46

 

PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

 

Commissie

2008/C 111/16

Bericht van het naderende vervallen van bepaalde anti-dumpingmaatregelen

50

 

ANDERE BESLUITEN

 

Commissie

2008/C 111/17

Bekendmaking van een wijzigingsverzoek overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

51

 

Rectificaties

2008/C 111/18

Proces-verbaal van verbetering van het Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, ondertekend te Lissabon, 13 december 2007(PB C 306 van 17.12.2007)

56

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

AANBEVELINGEN

Europees Parlement Raad

6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/1


AANBEVELING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

van 23 april 2008

tot vaststelling van een Europees kwalificatiekader voor een leven lang leren

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/C 111/01)

HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 149, lid 4, en artikel 150, lid 4,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Gezien het advies van het Comité van de Regio's (2),

Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag (3),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Voor de individuele ontwikkeling, het concurrentievermogen, de werkgelegenheid en de sociale cohesie in de Gemeenschap is het van essentieel belang dat burgers meer kennis, vaardigheden en competenties verwerven en dat deze worden erkend. Dit zou de grensoverschrijdende mobiliteit van werknemers en lerenden vergemakkelijken en zou helpen te voldoen aan de eisen van vraag en aanbod op de Europese arbeidsmarkt. De toegang tot en de deelname aan een leven lang leren voor iedereen, ook voor mensen uit benadeelde groepen, en het gebruik van kwalificaties moeten daarom op nationaal en Gemeenschapsniveau worden bevorderd.

(2)

De Europese Raad van Lissabon van 2000 concludeerde dat meer transparantie op het gebied van kwalificaties een van de belangrijke pijlers is om de Europese onderwijs- en opleidingsstelsels aan de behoeften van de kennismaatschappij aan te passen. De Europese Raad van Barcelona van 2002 drong voorts zowel aan op nauwere samenwerking in de universiteitssector als op grotere transparantie en betere erkenningsmethoden in beroepsonderwijs en beroepsopleiding.

(3)

In de resolutie van de Raad van 27 juni 2002 inzake levenslang leren (4) werd de Commissie verzocht in nauwe samenwerking met de Raad en de lidstaten op basis van de resultaten van het Bolognaproces een kader te ontwikkelen voor de erkenning van kwalificaties voor onderwijs en opleiding, en op het gebied van beroepsopleiding soortgelijke maatregelen te ontwikkelen.

(4)

In de gezamenlijke verslagen van de Raad en de Commissie over de uitvoering van het werkprogramma „Onderwijs en opleiding 2010” van 2004 en 2006 wordt benadrukt dat er een Europees kwalificatiekader moet komen.

(5)

In het kader van het Kopenhagenproces waren de Raad van de Europese Unie en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten in het kader van de Raad van 15 november 2004 bijeen; in hun conclusies over de toekomstige prioriteiten voor een intensievere Europese samenwerking inzake beroepsonderwijs en -opleiding wordt voorrang gegeven aan de ontwikkeling van een open en flexibel Europees kader voor kwalificaties, gebaseerd op transparantie en wederzijds vertrouwen, dat zal dienen als gemeenschappelijk referentiepunt voor zowel onderwijs als opleiding.

(6)

De validatie van niet-formele en informele leerresultaten dient te worden bevorderd overeenkomstig de gemeenschappelijke Europese beginselen die in de conclusies van de Raad van 28 mei 2004 voor de identificatie en validatie van niet-formeel en informeel leren zijn vastgesteld.

(7)

De Europese Raden van Brussel van maart 2005 en maart 2006 onderstreepten dat het belangrijk is dat een Europees kwalificatiekader wordt goedgekeurd.

(8)

In deze aanbeveling is rekening gehouden met Beschikking nr. 2241/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende een enkel communautair kader voor transparantie op het gebied van kwalificaties en competenties (Europass) (5) en met Aanbeveling 2006/962/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake sleutelcompetenties voor een leven lang leren (6).

(9)

Deze aanbeveling is compatibel met het kader voor de Europese ruimte voor hoger onderwijs en de cyclusdescriptoren die de ministers van hoger onderwijs van 45 Europese landen op 19 en 20 mei 2005 in Bergen hebben goedgekeurd in het kader van het proces van Bologna.

(10)

De conclusies van de Raad over kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding van 23 en 24 mei 2004, Aanbeveling 2006/143/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 over verdere Europese samenwerking op het gebied van de kwaliteitsborging in het hoger onderwijs (7) en de normen en richtsnoeren voor kwaliteitsborging in de Europese ruimte voor hoger onderwijs die door de ministers van Hoger Onderwijs in Bergen zijn overeengekomen, bevatten gemeenschappelijke beginselen inzake kwaliteitsborging, die ten grondslag dienen te liggen aan de uitvoering van het Europees kwalificatiekader.

(11)

Deze aanbeveling laat Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (8), die zowel de bevoegde nationale autoriteit als de migrant rechten toekent en plichten oplegt, onverlet. Waar beroepskwalificaties overeenkomstig Richtlijn 2005/36/EG zijn erkend, mag verwijzing naar de kwalificatieniveaus van het Europees kwalificatiekader geen invloed hebben op de toegang tot de arbeidsmarkt.

(12)

Deze aanbeveling heeft tot doel een gemeenschappelijk referentiekader te scheppen dat als convertor werkt voor de verschillende kwalificatiesystemen en kwalificatieniveaus, zowel voor het algemeen vormend en hoger onderwijs als voor het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding. Dit zal de transparantie, de vergelijkbaarheid en de overdraagbaarheid van de kwalificaties van de burgers die zijn uitgereikt overeenkomstig de praktijk in de verschillende lidstaten verbeteren. Elk kwalificatieniveau dient in beginsel via een veelheid van onderwijs- en loopbaantrajecten bereikbaar te zijn. Dankzij het Europees kwalificatiekader moet het voor internationale sectorale organisaties mogelijk worden hun kwalificatiesysteem aan een gemeenschappelijk Europees referentiepunt te relateren, zodat duidelijk is hoe de internationale sectorale kwalificaties zich verhouden tot nationale kwalificatiesystemen Deze aanbeveling draagt dan ook bij tot de ruimere doelstellingen, namelijk bevordering van levenslang leren en vergroting van de inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, de mobiliteit en de sociale integratie van werkenden en lerenden. Transparante kwaliteitsborgingsbeginselen en uitwisseling van informatie zullen bijdragen tot de uitvoering van deze aanbeveling door te helpen bij het opbouwen van wederzijds vertrouwen.

(13)

Deze aanbeveling dient bij te dragen tot de modernisering van de onderwijs- en opleidingsstelsels, de aansluiting tussen onderwijs, opleiding en arbeidsmarkt en het slaan van bruggen tussen formele, niet-formele en informele leervormen, zodat ook leerresultaten die zijn verworven door ervaring erkenning krijgen.

(14)

Deze aanbeveling vervangt of definieert geen nationale kwalificatiesystemen en/of kwalificaties. Het Europees kwalificatiekader beschrijft geen specifieke kwalificaties, noch individuele competenties; een specifieke kwalificatie moet via de toepasselijke nationale kwalificatiesystemen worden gerelateerd aan het juiste niveau van het Europees kwalificatiekader.

(15)

Deze aanbeveling is door het niet-bindende karakter ervan in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel in zoverre zij de activiteiten van de lidstaten ondersteunt en aanvult door nauwere samenwerking tussen hen mogelijk te maken ter verbetering van de transparantie en ter stimulering van mobiliteit en een leven lang leren. Zij dient overeenkomstige de nationale wetgeving en praktijk te worden uitgevoerd.

(16)

Aangezien de doelstelling van deze aanbeveling, te weten het scheppen van een gemeenschappelijk referentiekader dat als convertor werkt voor de verschillende kwalificatiesystemen en kwalificatieniveaus, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt en derhalve vanwege de omvang of de gevolgen van de overwogen actie beter door de Gemeenschap kan worden verwezenlijkt, kan de Gemeenschap, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel, gaat deze aanbeveling niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken,

BEVELEN DE LIDSTATEN AAN:

1.

het Europees kwalificatiekader als een referentiehulpmiddel te gebruiken om de kwalificatieniveaus van de verschillende kwalificatiesystemen te vergelijken en zowel een leven lang leren en gelijke kansen in de kennismaatschappij als verdere integratie van de Europese arbeidsmarkt te bevorderen, met inachtneming van de rijke verscheidenheid aan nationale onderwijsstelsels;

2.

hun nationale kwalificatiesystemen tegen 2010 aan het Europees kwalificatiekader te koppelen, in het bijzonder door hun kwalificatieniveaus op een transparante manier te relateren aan de niveaus in bijlage II, en door, indien dit nodig wordt geacht, overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijk nationale kwalificatiekaders te ontwikkelen;

3.

waar nodig maatregelen te nemen opdat alle nieuwe certificaten, diploma's en „Europass”-documenten die door de bevoegde autoriteiten worden afgegeven, tegen 2012 — via de nationale kwalificatiesystemen — een duidelijke verwijzing naar het passende niveau van het Europees kwalificatiekader bevatten;

4.

zich bij het definiëren en beschrijven van kwalificaties op leerresultaten te baseren, en de validatie van niet-formeel en informeel leren te bevorderen overeenkomstig de gemeenschappelijke Europese beginselen die in de conclusies van de Raad van 28 mei 2004 zijn vastgesteld, en daarbij bijzondere aandacht te besteden aan burgers die het grootste risico lopen op werkloosheid of bestaanonzekerheid en die door een dergelijke aanpak geholpen zouden worden om deel te nemen aan levenslang leren en toe te treden tot de arbeidsmarkt;

5.

de in bijlage III vastgelegde beginselen inzake kwaliteitsborging in onderwijs en opleiding te bevorderen en toe te passen bij het koppelen van kwalificaties die binnen nationale kwalificatiesystemen in hoger onderwijs, beroepsopleiding en opleiding worden verworven, aan het Europees kwalificatiekader;

6.

ter ondersteuning en in samenwerking met andere relevante nationale autoriteiten, ter oriëntering van de verbanden tussen nationale kwalificatiesystemen en het Europees kwalificatiekader nationale coördinatiepunten, per geval afgestemd op de structuren en behoeften van de lidstaten, aan te wijzen ten einde de kwaliteit en de transparantie van deze verbanden te bevorderen.

Deze nationale coördinatiepunten hebben onder meer de volgende taken:

a)

kwalificatieniveaus in de nationale kwalificatiesystemen relateren aan de in bijlage II beschreven niveaus van het Europees kwalificatiekader;

b)

ervoor zorgen dat een transparante methode wordt gebruikt om de nationale kwalificatieniveaus aan het Europees kwalificatiekader te relateren om vergelijkingen daartussen makkelijker te maken en ervoor te zorgen dat de daaruit resulterende beslissingen worden bekendgemaakt;

c)

belanghebbenden de toegang waarborgen tot informatie over hoe nationale kwalificaties via de nationale kwalificatiesystemen verband houden met het Europees kwalificatiekader;

d)

medewerking van alle relevante belanghebbenden, waaronder, overeenkomstig de nationale wetgeving en praktijk, instellingen voor hoger onderwijs, beroepsonderwijs en -opleiding, sociale partners, sectoren en deskundigen inzake de vergelijking en het gebruik van kwalificaties op Europees niveau, bevorderen.

ONDERSCHRIJVEN HET VOORNEMEN VAN DE COMMISSIE OM:

1.

de lidstaten te helpen bij de uitvoering van bovenstaande taken, en de internationale sectorale organisaties bij het gebruik van de referentieniveaus en beginselen van het Europees kwalificatiekader zoals vastgesteld in deze aanbeveling, in het bijzonder door samenwerking, de uitwisseling van goede praktijken en de uitvoering van tests te faciliteren (ook door middel van vrijwillige wederzijdse beoordelingen en proefprojecten in het kader van communautaire programma's), voorlichting- en adviesacties met comités voor sociale dialoog te lanceren en ondersteunend en begeleidingsmateriaal te ontwikkelen;

2.

uiterlijk op 23 april 2009 een adviesgroep voor het Europees kwalificatiekader (samengesteld uit vertegenwoordigers van de lidstaten met in voorkomend geval deelneming van de Europese sociale partners) in te stellen, die ermee belast is de algehele samenhang te waarborgen en de transparantie van het proces waarbij kwalificatiesystemen aan het Europees kwalificatiekader worden gekoppeld, te bevorderen;

3.

de maatregelen die ingevolge deze aanbeveling zijn genomen in samenwerking met de lidstaten en na raadpleging van de betrokken belanghebbenden te beoordelen en te evalueren, met inbegrip van de taken en levensduur van de adviesgroep, en uiterlijk op 23 april 2013 verslag uit te brengen aan het Europees Parlement en de Raad over de opgedane ervaring en de gevolgen voor de toekomst, en indien nodig een toetsing en herziening van deze aanbeveling voor te stellen;

4.

nauwere banden tussen het Europees kwalificatiekader en bestaande of toekomstige Europese systemen voor de overdracht en accumulatie van punten in het hoger onderwijs en het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding te bevorderen om de mobiliteit van de burgers te verbeteren en de erkenning van leerprestaties te vergemakkelijken.

Gedaan te Straatsburg, 23 april 2008.

Voor het Europees Parlement

De voorzitter

H.-G. PÖTTERING

Voor de Raad

De voorzitter

J. LANARČIČ


(1)  PB C 175 van 27.7.2007, blz. 74.

(2)  PB C 146 van 30.6.2007, blz. 77.

(3)  Advies van het Europees Parlement van 24 oktober 2007 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en Besluit van de Raad van 14 februari 2008.

(4)  PB C 163 van 9.7.2002, blz. 1.

(5)  PB L 390 van 31.12.2004, blz. 6.

(6)  PB L 394 van 30.12.2006, blz. 10.

(7)  PB L 64 van 4.3.2006, blz. 60.

(8)  PB L 255 van 30.9.2005, blz. 22. Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 2006/100/EG van de Raad (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 141).


BIJLAGE I

Definities

Voor de doeleinden van deze aanbeveling gelden de volgende definities:

a)

een „kwalificatie” is een formeel resultaat van een beoordelings- en validatieproces, dat wordt verworven wanneer een bevoegde instantie bepaalt dat de leerprestaties die een individu heeft bereikt, aan bepaalde eisen beantwoorden;

b)

een „nationaal kwalificatiesysteem” omvat alle aspecten van de activiteiten van een lidstaat die verband houden met de erkenning van leren, alsook andere mechanismen die onderwijs en opleiding aan de arbeidsmarkt en de samenleving relateren. Het gaat daarbij onder meer om de ontwikkeling en toepassing van institutionele regelingen en processen voor kwaliteitsborging, beoordeling en de toekenning van kwalificaties. Een nationaal kwalificatiesysteem kan uit verschillende substructuren bestaan en kan een nationaal kwalificatiekader omvatten;

c)

een „nationaal kwalificatiekader” is een instrument voor de classificatie van kwalificaties volgens een set van criteria voor bepaalde bereikte leerniveaus. Het heeft tot doel nationale kwalificatiesubstructuren te integreren en te coördineren en de transparantie, toegang, voortgang en kwaliteit van de kwalificaties in verband met de arbeidsmarkt en de samenleving te verbeteren;

d)

een „sector” is een groep professionele activiteiten, ingedeeld naar belangrijkste economische functie, product, dienst of technologie;

e)

een „internationale sectorale organisatie” is een vereniging van nationale organisaties, zoals bijvoorbeeld een werkgevers- of beroepsorganisatie, die de belangen van nationale sectoren vertegenwoordigt;

f)

„leerresultaten” bepalen wat een lerende kent, begrijpt en kan doen na de voltooiing van een leerproces; zij worden gedefinieerd in termen van kennis, vaardigheden en competentie;

g)

„kennis” is het resultaat van de assimilatie van informatie door leren. Kennis is het geheel van feiten, beginselen, theorieën en manieren van werken dat verband houdt met een werk- of studiegebied. In het kader van het Europees kwalificatiekader wordt kennis als theoretische kennis en/of feitenkennis beschreven;

h)

„vaardigheden” zijn vermogens om kennis toe te passen en knowhow te gebruiken om taken uit te voeren en problemen op te lossen. In het kader van het Europees kwalificatiekader worden vaardigheden als cognitief (logisch, intuïtief en creatief denken) en praktisch (handigheid en de toepassing van methodes, materialen, hulpmiddelen en instrumenten) beschreven;

i)

„competentie” is het bewezen vermogen om kennis, vaardigheden en persoonlijke, sociale, interculturele en/of methodologische capaciteiten te gebruiken bij werk of studie en voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. In het kader van het Europees kwalificatiekader wordt competentie in termen van verantwoordelijkheid en zelfstandigheid beschreven.


BIJLAGE II

Descriptoren van de niveaus in het Europees kwalificatiekader (EKK)

Elk van de 8 niveaus wordt gedefinieerd door een set descriptoren die de leerresultaten aangeven die in alle kwalificatiesystemen relevant zijn voor kwalificaties op dat niveau.

 

Kennis

Vaardigheden

Competentie

 

In de context van EKK wordt kennis als theoretische kennis en/of feitenkennis beschreven

In de context van EKK worden vaardigheden als cognitief (betreffende logisch, intuïtief en creatief denken) en praktisch (betreffende handigheid en toepassing van methodes, materialen, hulpmiddelen en instrumenten) beschreven

In de context van EKK wordt competentie in termen van verantwoordelijkheid en zelfstandigheid beschreven

Niveau 1

De voor niveau 1 relevante leerresultaten

Algemene basiskennis

Vereiste basisvaardigheden om eenvoudige taken uit te voeren

Werken of studeren onder rechtstreeks toezicht in een gestructureerde context

Niveau 2

De voor niveau 2 relevante leerresultaten

Basiskennis van feiten van een werk- of studiegebied

Vereiste cognitieve en praktische basisvaardigheden om relevante informatie te gebruiken om taken uit te voeren en routineproblemen met behulp van eenvoudige regels en hulpmiddelen op te lossen

Werken of studeren onder toezicht met enige zelfstandigheid

Niveau 3

De voor niveau 3 relevante leerresultaten

Kennis van feiten, beginselen, processen en algemene begrippen van een werk- of studiegebied

Een waaier van vereiste cognitieve en praktische vaardigheden om taken uit te voeren en problemen op te lossen door de keuze en toepassing van basismethodes, hulpmiddelen, materialen en informatie

Verantwoordelijkheid op zich nemen door de voltooiing van taken op werk- of studiegebied.

Bij de oplossing van problemen het eigen gedrag aanpassen aan de omstandigheden

Niveau 4

De voor niveau 4 relevante leerresultaten

Feitenkennis en theoretische kennis in brede contexten van een werk- of studiegebied

Een waaier van vereiste cognitieve en praktische vaardigheden om in een werk- of studiegebied specifieke problemen op te lossen

Zichzelf managen binnen de richtsnoeren van werk- of studiecontexten die gewoonlijk voorspelbaar zijn, maar kunnen veranderen.

Toezicht uitoefenen op routinewerk van anderen en een zekere mate van verantwoordelijkheid op zich nemen voor de evaluatie en verbetering van werk of studieactiviteiten

Niveau 5 (1)

De voor niveau 5 relevante leerresultaten

Ruime, gespecialiseerde feiten- en theoretische kennis binnen een werk- of studiegebied en bewustzijn van de grenzen van die kennis

Een brede waaier van vereiste cognitieve en praktische vaardigheden om creatieve oplossingen voor abstracte problemen uit te werken

Management en toezicht uitoefenen in contexten van werk- of studieactiviteiten waarin zich onvoorspelbare veranderingen voordoen.

Prestaties van zichzelf en anderen kritisch bekijken en verbeteren

Niveau 6 (2)

De voor niveau 6 relevante leerresultaten

Gevorderde kennis van een werk- of studiegebied, die een kritisch inzicht in theorieën en beginselen impliceert

Gevorderde vaardigheden, waarbij blijk wordt gegeven van absoluut vakmanschap en innovatief vermogen om complexe en onvoorspelbare problemen in een gespecialiseerd werk- of studiegebied op te lossen

Managen van complexe technische of beroepsactiviteiten of -projecten; de verantwoordelijkheid op zich nemen om in onvoorspelbare werk- of studiecontexten beslissingen te nemen.

De verantwoordelijkheid op zich nemen om de professionele ontwikkeling van personen en groepen te managen

Niveau 7 (3)

De voor niveau 7 relevante leerresultaten

Bijzonder gespecialiseerde kennis, die ten dele zeer geavanceerd is op een werk- of studiegebied, als basis voor originele ideeën en/of onderzoek.

Kritisch bewustzijn van kennisproblemen op een vakgebied en op het raakvlak tussen verschillende vakgebieden

Gespecialiseerde vaardigheden in probleemoplossing, die op het gebied van onderzoek en/of innovatie vereist om nieuwe kennis en procedures te ontwikkelen en kennis uit verschillende vakgebieden te integreren

Managen en transformeren van complexe en onvoorspelbare werk- of studiecontexten die nieuwe strategische benaderingen vereisen.

De verantwoordelijkheid op zich nemen om bij te dragen tot professionele kennis en manieren van werken en/of om strategische prestaties van teams kritisch te bekijken

Niveau 8 (4)

De voor niveau 8 relevante leerresultaten

De meest geavanceerde kennis op een werk- of studiegebied en op het raakvlak tussen verschillende vakgebieden

De meest geavanceerde en gespecialiseerde vaardigheden en technieken, met inbegrip van synthese- en evaluatievaardigheden/-technieken, vereist om kritische problemen in onderzoek en/of innovatie op te lossen en bestaande kennis of professionele manieren van werken uit te breiden en opnieuw te definiëren

Blijk geven van een grote mate van autoriteit, innovatie, autonomie, wetenschappelijke en professionele integriteit en aanhoudende betrokkenheid bij de ontwikkeling van baanbrekende ideeën of processen voor werk- of studiecontexten, met inbegrip van onderzoek

Het kwalificatiekader van de Europese ruimte voor hoger onderwijs voorziet in cyclusdescriptoren.

Elke cyclusdescriptor geeft een algemene beschrijving van typische verwachtingen omtrent resultaten en vermogens aan het einde van die cyclus.


(1)  De descriptor voor het hoger onderwijs korte cyclus (binnen of gekoppeld aan de eerste cyclus), door het „Joint Quality Initiative” ontwikkeld als onderdeel van het Bolognaproces, stemt overeen met de leerresultaten voor EKK niveau 5.

(2)  De descriptor voor de eerste cyclus in het kwalificatiekader van de Europese ruimte voor hoger onderwijs, zoals overeengekomen door de ministers bevoegd voor hoger onderwijs tijdens hun vergadering in Bergen in mei 2005 in het kader van het Bolognaproces, stemt overeen met de leerresultaten voor EKK niveau 6.

(3)  De descriptor voor de tweede cyclus in het kwalificatiekader van de Europese ruimte voor hoger onderwijs, zoals overeengekomen door de ministers bevoegd voor hoger onderwijs tijdens hun vergadering in Bergen in mei 2005 in het kader van het Bolognaproces, stemt overeen met de leerresultaten voor EKK niveau 7.

(4)  De descriptor voor de derde cyclus van het kwalificatiekader van de Europese ruimte voor hoger onderwijs, zoals overeengekomen door de ministers bevoegd voor hoger onderwijs tijdens hun vergadering in Bergen in mei 2005 in het kader van het Bolognaproces, stemt overeen met de leerresultaten voor EKK niveau 8.


BIJLAGE III

Gemeenschappelijke beginselen voor kwaliteitsborging in het hoger onderwijs, het beroepsonderwijs en de beroepsopleiding in het kader van het Europees kwalificatiekader

Bij de toepassing van het Europees kwalificatiekader dient de kwaliteitsborging, die noodzakelijk is om de verantwoordingsplicht voor en de verbetering van hoger onderwijs en beroepsopleiding en vorming te verzekeren, volgens onderstaande beginselen te worden ingevuld:

alle niveaus van het Europees kwalificatiekader moeten onderbouwd zijn met beleidsmaatregelen en procedures met betrekking tot kwaliteitsborging;

kwaliteitsborging moet een integraal onderdeel van het interne beheer van onderwijs- en opleidingsinstellingen zijn;

kwaliteitsborging moet een regelmatige evaluatie van instellingen, hun programma's of hun kwaliteitsborgingssystemen door externe controle-instanties of -agentschappen omvatten;

de externe controle-instanties of -agentschappen voor kwaliteitsborging moeten regelmatig worden gecontroleerd;

kwaliteitsborging moet de dimensies context, input, proces en output omvatten en tegelijk de nadruk leggen op output en leerresultaten;

kwaliteitsborgingsystemen moeten de volgende elementen omvatten:

duidelijke en meetbare doelstellingen en standaarden;

richtlijnen voor de concrete uitvoering, met inbegrip van de betrokkenheid van de belanghebbenden;

geschikte middelen;

consequente evaluatiemethoden, die zowel zelfbeoordeling als externe beoordeling omvatten;

feedbackmechanismen en procedures voor verbeteringen;

evaluatieresultaten die toegankelijk zijn voor een ruim publiek;

kwaliteitsborgingsinitiatieven op internationaal, nationaal en regionaal niveau moeten worden gecoördineerd met het oog op overzichtelijkheid, samenhang, synergie-effecten en analyse van het hele systeem;

kwaliteitsborging moet een niveau- en systeemoverschrijdend samenwerkingsproces zijn waarbij alle belanghebbenden betrokken worden, zowel binnen de lidstaten als in de gehele Gemeenschap;

kwaliteitsborgingsrichtsnoeren op het niveau van de Gemeenschap kunnen als referentie dienen voor evaluaties en peer learning.


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/8


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak COMP/M.4999 — Heineken/Scottish & Newcastle assets)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/C 111/02)

Op 3 april 2008 heeft de Commissie besloten geen bezwaar aan te tekenen tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website „concurrentie” van de Europese Commissie (http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende mogelijkheden om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op bedrijfsnaam, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex website onder documentnummer 32008M4999. EUR-Lex is het geïnformatiseerde documentatiesysteem voor de communautaire wetgeving (http://eur-lex.europa.eu).


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/9


Door de Europese Centrale Bank toegepaste rentevoet voor de basisherfinancieringstransacties (1):

4,26 % per 1 mei 2008

Wisselkoersen van de euro (2)

5 mei 2008

(2008/C 111/03)

1 euro=

 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,5460

JPY

Japanse yen

162,73

DKK

Deense kroon

7,4624

GBP

Pond sterling

0,78520

SEK

Zweedse kroon

9,3485

CHF

Zwitserse frank

1,6305

ISK

IJslandse kroon

118,32

NOK

Noorse kroon

7,9150

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,227

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

252,14

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6985

PLN

Poolse zloty

3,4423

RON

Roemeense leu

3,6350

SKK

Slowaakse koruna

32,243

TRY

Turkse lira

1,9538

AUD

Australische dollar

1,6424

CAD

Canadese dollar

1,5717

HKD

Hongkongse dollar

12,0510

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,9738

SGD

Singaporese dollar

2,1041

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 557,98

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

11,7728

CNY

Chinese yuan renminbi

10,8033

HRK

Kroatische kuna

7,2569

IDR

Indonesische roepia

14 243,30

MYR

Maleisische ringgit

4,8807

PHP

Filipijnse peso

65,218

RUB

Russische roebel

36,7400

THB

Thaise baht

48,993

BRL

Braziliaanse real

2,5596

MXN

Mexicaanse peso

16,1858


(1)  

Rentevoet die is toegepast op de laatst uitgevoerde transactie voor de opgegeven dag. In geval van een tender met variabele rente, verwijst deze rentevoet naar de marginale interestvoet.

(2)  Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/10


Wisselkoersen van de euro (1)

2 mei 2008

(2008/C 111/04)

1 euro=

 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,5458

JPY

Japanse yen

161,94

DKK

Deense kroon

7,4618

GBP

Pond sterling

0,77900

SEK

Zweedse kroon

9,3555

CHF

Zwitserse frank

1,6238

ISK

IJslandse kroon

116,22

NOK

Noorse kroon

7,9260

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

25,265

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

251,93

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6985

PLN

Poolse zloty

3,4518

RON

Roemeense leu

3,6395

SKK

Slowaakse koruna

32,237

TRY

Turkse lira

1,9532

AUD

Australische dollar

1,6554

CAD

Canadese dollar

1,5715

HKD

Hongkongse dollar

12,0498

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,9772

SGD

Singaporese dollar

2,1058

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 563,19

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

11,7563

CNY

Chinese yuan renminbi

10,8013

HRK

Kroatische kuna

7,2600

IDR

Indonesische roepia

14 260,01

MYR

Maleisische ringgit

4,8909

PHP

Filipijnse peso

65,233

RUB

Russische roebel

36,7635

THB

Thaise baht

49,025

BRL

Braziliaanse real

2,5588

MXN

Mexicaanse peso

16,2085


(1)  

Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/11


ADMINISTRATIEVE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VOOR DE SOCIALE ZEKERHEID VAN MIGRERENDE WERKNEMERS

Omrekeningskoersen van de munteenheden in toepassing van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad

(2008/C 111/05)

Artikel 107, leden 1, 2 en 4, van Verordening (EEG) nr. 574/72 van de Raad

Referentieperiode: april 2008

Toepassingsperiode: juli, augustus en september 2008

04-2008

EUR

BGN

CZK

DKK

EEK

LVL

LTL

HUF

PLN

RON

SKK

SEK

GBP

NOK

ISK

CHF

1 EUR =

1

1,95580

25,0638

7,46034

15,6466

0,697409

3,45280

253,752

3,44213

3,64281

32,3741

9,36989

0,794866

7,96286

116,652

1,59639

1 BGN =

0,511300

1

12,8151

3,81447

8,00010

0,356585

1,76542

129,743

1,75996

1,86257

16,5529

4,79082

0,406415

4,07141

59,6443

0,816232

1 CZK =

0,0398982

0,0780328

1

0,297654

0,624270

0,0278253

0,137760

10,1242

0,137335

0,145341

1,29167

0,373841

0,0317137

0,317704

4,65421

0,0636929

1 DKK =

0,134042

0,262160

3,35961

1

2,09730

0,0934822

0,462821

34,0134

0,461390

0,488290

4,33950

1,25596

0,106546

1,06736

15,6363

0,213983

1 EEK =

0,0639116

0,124998

1,60187

0,476803

1

0,0445726

0,220674

16,2177

0,219992

0,232818

2,06908

0,598845

0,0508012

0,50892

7,45544

0,102028

1 LVL =

1,43388

2,80438

35,9385

10,6972

22,4353

1

4,95090

363,849

4,93559

5,22335

46,4206

13,4353

1,13974

11,4178

167,265

2,28902

1 LTL =

0,289620

0,566439

7,25898

2,16066

4,53157

0,201984

1

73,4916

0,996909

1,05503

9,37620

2,71371

0,230209

2,30620

33,7848

0,462345

1 HUF =

0,00394086

0,00770753

0,0987730

0,0294001

0,0616610

0,00274839

0,0136070

1

0,0135649

0,0143558

0,127582

0,0369254

0,00313245

0,0313805

0,459710

0,00629113

1 PLN =

0,290518

0,568195

7,28149

2,16736

4,54562

0,202610

1,003100

73,7195

1

1,05830

9,40527

2,72212

0,230923

2,31336

33,8896

0,463779

1 RON =

0,274513

0,536893

6,88035

2,04796

4,29520

0,191448

0,947840

69,6583

0,944910

1

8,88714

2,57216

0,218201

2,18591

32,0226

0,438229

1 SKK =

0,0308889

0,0604124

0,774193

0,230441

0,483306

0,0215422

0,106653

7,83810

0,106323

0,112522

1

0,289425

0,0245525

0,245964

3,60326

0,0493105

1 SEK =

0,106725

0,208732

2,67493

0,796204

1,66988

0,0744309

0,368499

27,0816

0,367360

0,388778

3,45512

1

0,0848319

0,849835

12,4497

0,170374

1 GBP =

1,25807

2,46054

31,5321

9,38566

19,6846

0,877392

4,34388

319,239

4,33045

4,58292

40,7291

11,7880

1

10,0179

146,757

2,00837

1 NOK =

0,125583

0,245615

3,14759

0,936892

1,96495

0,0875827

0,433613

31,8669

0,432273

0,457475

4,06564

1,17670

0,0998216

1

14,6495

0,200479

1 ISK =

0,0085725

0,0167661

0,214859

0,0639537

0,134130

0,00597853

0,0295991

2,17528

0,0295076

0,0312279

0,277527

0,0803233

0,00681398

0,0682615

1

0,0136850

1 CHF =

0,626415

1,22514

15,7003

4,67327

9,80126

0,436867

2,16288

158,954

2,15620

2,28191

20,2796

5,86944

0,497916

4,98806

73,0727

1

1.

Volgens Verordening (EEG) nr. 574/72 is de koers voor de omrekening in een munteenheid van bedragen die in een andere munteenheid luiden, de door de Commissie berekende koers op basis van het maandgemiddelde gedurende de in lid 2 vermelde referentieperiode van de wisselkoersen van deze munteenheden die door de Europese Centrale Bank zijn gepubliceerd.

2.

De referentieperiode is:

de maand januari voor de omrekeningskoersen die met ingang van 1 april daaropvolgend moeten worden toegepast,

de maand april voor de omrekeningskoersen die met ingang van 1 juli daaropvolgend moeten worden toegepast,

de maand juli voor de omrekeningskoersen die met ingang van 1 oktober daaropvolgend moeten worden toegepast,

de maand oktober voor de omrekeningskoersen die met ingang van 1 januari daaropvolgend moeten worden toegepast.

De omrekeningskoersen van de munteenheden worden bekendgemaakt in het tweede Publicatieblad van de Europese Unie (C-reeks) van de maanden februari, mei, augustus en november.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/13


Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

(2008/C 111/06)

Nummer van de steun: XA 411/07

Lidstaat: Republiek Slovenië

Regio: Območje občine Brda

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Podpore programom razvoja podeželja v občini Brda 2007–2013

Rechtsgrond: Pravilnik o dodelitvi pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva in podeželja v občini Brda za programsko obdobje 2007–2013

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun:

 

2007: 35 000 EUR

 

2008: 35 000 EUR

 

2009: 35 000 EUR

 

2010: 35 000 EUR

 

2011: 35 000 EUR

 

2012: 35 000 EUR

 

2013: 35 000 EUR

Maximale steunintensiteit:

1.   Investeringen in landbouwbedrijven die zich toeleggen op primaire productie:

voor de modernisering van landbouwbedrijfsgebouwen, de verbetering van landbouwgronden en van toegangswegen mag de steunintensiteit maximaal 40 % van de subsidiable uitgaven, exclusief BTW, bedragen.

2.   Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen:

voor niet-productieve erfgoedelementen, tot 100 % van de werkelijke uitgaven;

voor investeringen in erfgoedelementen die tot de productieve activa behoren, tot 60 % van de subsidiabele uitgaven, exclusief BTW, op voorwaarde dat de investeringen niet leiden tot een verhoging van de productiecapaciteit van het bedrijf;

aanvullende steun kan worden verleend tot 100 % om de extra kosten te dekken voor het gebruik van traditionele materialen bij de instandhouding van erfgoedelementen van bedrijven.

3.   Steun als bijdrage aan verzekeringspremies:

de gemeentelijke overheid cofinanciert de verzekeringspremies voor een bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen het uit de nationale begroting gefinancierde bedrag en maximaal 50 % van de subsidiabele verzekeringspremie wanneer de desbetreffende verzekering dient ter dekking van de verliezen aan gewassen en vruchten, en van de verliezen in de veehouderij als gevolg van ziekten.

4.   Steun voor ruilverkavelingen:

tot 100 % van de subsidiabele uitgaven voor juridische en administratieve procedures.

5.   Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten:

tot 100 % van de subsidiabele uitgaven, exclusief BTW, verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten; er vinden geen rechtstreekse geldelijke betalingen aan producenten plaats.

6.   Technische ondersteuning in de landbouwsector:

tot 100 % van de subsidiabele uitgaven, exclusief BTW, verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten; er vinden geen rechtstreekse geldelijke betalingen aan producenten plaats

Datum van tenuitvoerlegging: Oktober 2007 (de steun wordt niet toegekend zolang de beknopte informatie niet is gepubliceerd op de website van de Europese Commissie)

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loopt af op 31 december 2013

Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB

Verwijzingen naar artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 en subsidiabele uitgaven: Hoofdstuk III van de ontwerpregels voor het verlenen van staatssteun voor natuurbehoud, landbouw en plattelandsontwikkeling in de gemeente Brda voor de programmeringsperiode 2007-2013 bevat maatregelen die staatssteun zijn en die in overeenstemming zijn met de volgende artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3):

artikel 4: Investeringen in landbouwbedrijven die zich toeleggen op primaire productie;

artikel 5: Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen;

artikel 12: Steun als bijdrage aan verzekeringspremies;

artikel 13: Steun voor ruilverkavelingen;

artikel 14: Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten;

artikel 15: Technische ondersteuning in de landbouwsector

Betrokken economische sector(en): Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Občina Brda

Trg 25. maja 2

SLO-5212 Dobrovo

Website: http://www.lex-localis.info/UradnoGlasiloObcin/VsebinaDokumenta.aspx?SectionID=cad347f3-53f5-403e-ab1f-b987c82cd89a

Andere informatie: De steun als bijdrage aan verzekeringspremies voor het verzekeren van gewassen en vruchten betreft de volgende met een natuurramp gelijkgestelde ongunstige weersomstandigheden: voorjaarsvorst, hagel, blikseminslag, brand veroorzaakt door blikseminslag, stormen en overstromingen.

De regels van de gemeentelijke overheid voldoen aan de criteria van Verordening (EG) nr. 1857/2006 betreffende de door de gemeentelijke overheden te treffen maatregelen en de toe te passen algemene bepalingen (procedure voor de toekenning, cumulatie, doorzichtigheid en controle van steun)

Andrej MARKOČIČ

Hoofd van de gemeentelijke administratie

Nummer van de steun: XA 412/07

Lidstaat: Republiek Slovenië

Regio: Območje občine Kobarid

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva in podeželja v občini Kobarid za programsko obdobje 2007–2013

Rechtsgrond: Pravilnik o dodeljevanju pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva ter podeželja v občini Kobarid za programsko obdobje 2007–2013

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun:

 

2007: 35 662 EUR

 

2008: 40 000 EUR

 

2009: 45 000 EUR

 

2010: 45 000 EUR

 

2011: 50 000 EUR

 

2012: 50 000 EUR

 

2013: 60 000 EUR

Maximale steunintensiteit:

1.   Investeringen in landbouwbedrijven die zich toeleggen op primaire productie:

tot 50 % van de subsidiabele uitgaven in probleemgebieden en tot 40 % in andere gebieden.

2.   Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen:

tot 100 % van de subsidiabele uitgaven voor investeringen in niet-productieve erfgoedelementen;

tot 60 % van de subsidiabele uitgaven — of 75 % in probleemgebieden — voor investeringen in erfgoedelementen die tot de productieve activa behoren, op voorwaarde dat de investeringen niet leiden tot een verhoging van de productiecapaciteit van het bedrijf;

aanvullende steun kan worden verleend tot 100 % om de extra uitgaven te dekken voor traditionele materialen die bij de instandhouding van erfgoedelementen worden gebruikt.

3.   Technische ondersteuning in de landbouwsector:

tot 100 % van de subsidiabele uitgaven voor: onderwijs en opleiding voor landbouwers; adviesdiensten; de organisatie van fora, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen; publicaties, catalogi en websites; de verspreiding van wetenschappelijke kennis

Datum van tenuitvoerlegging: Oktober 2007 (de steun wordt niet toegekend zolang de beknopte informatie niet is gepubliceerd op de website van de Europese Commissie)

Duur van de regeling: Tot en met 31 december 2013

Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB

Verwijzingen naar artikelen in Verordening (EG) nr. 1857/2006 en subsidiabele uitgaven: Hoofdstuk III van de voorgestelde Pravilnik o dodeljevanju pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva podeželja v občini Kobarid za programsko obdobje 2007-2013 bevat maatregelen die staatssteun zijn en die in overeenstemming zijn met de volgende artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3):

artikel 4: Investeringen in landbouwbedrijven;

artikel 5: Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen;

artikel 15: Technische ondersteuning in de landbouwsector

Betrokken economische sector(en): Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Občina Kobarid

Trg svobode 2

SLO-5222 Kobarid

Website: http://www.uradni-list.si/1/ulonline.jsp?urlid=200791&dhid=91831

Andere informatie: De plaatselijke wetgeving voldoet aan de criteria van Verordening (EG) nr. 1857/2006 betreffende de door de gemeentelijke overheden te treffen maatregelen en de toe te passen algemene bepalingen (procedure voor de toekenning, cumulatie, doorzichtigheid en controle van steun)

Robert KAVČIČ

burgemeester van Kobarid

Nummer van de steun: XA 413/07

Lidstaat: Republiek Slovenië

Regio: Območje občine Starše

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Dodeljevanje državnih pomoči za programe razvoja kmetijstva in podeželja v občini Starše

Rechtsgrond: Pravilnik o dodeljevanju državnih pomoči, pomoči de minimis in izvajanju drugih ukrepov razvoja kmetijstva in podeželja v občini Starše

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun:

 

2007: 111 332 EUR

 

2008: 80 000 EUR

 

2009: 80 000 EUR

 

2010: 80 000 EUR

 

2011: 80 000 EUR

 

2012: 80 000 EUR

 

2013: 80 000 EUR

Maximale steunintensiteit:

1.   Investeringen in landbouwbedrijven die zich toeleggen op primaire productie:

tot 40 % van de subsidiabele uitgaven;

tot 50 % van de subsidiabele uitgaven wanneer het investeringen betreft van jonge landbouwers binnen vijf jaar na hun vestiging;

tot 50 % van de subsidiabele uitgaven in andere gebieden wanneer het investeringen betreft van jonge landbouwers binnen vijf jaar na hun vestiging. De investeringen moeten zijn opgenomen in een bedrijfsplan en de jonge landbouwer moet voldoen aan de criteria van artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1698/2005.

De regeling heeft ten doel investeringssteun te verlenen voor: het herstel van noodzakelijke elementen van de landbouwbedrijven; de aankoop van uitrusting voor de landbouwproductie; meerjarige teelten; de verbetering van landbouw- en weidegronden.

2.   Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen:

tot 60 % van de werkelijke uitgaven — of 75 % in probleemgebieden — voor investeringen in erfgoedelementen die tot de productieve activa behoren (landbouwbedrijfsgebouwen), op voorwaarde dat de investeringen niet leiden tot een verhoging van de productiecapaciteit van het bedrijf;

tot 100 % van de subsidiabele uitgaven voor de instandhouding van niet-productieve erfgoedelementen op landbouwbedrijven (archeologische of historische sites);

aanvullende steun kan worden verleend tot 100 % indien de steun is bedoeld om de extra uitgaven te dekken voor traditionele materialen die bij de instandhouding van de erfgoedelementen van landbouwbedrijven worden gebruikt.

3.   Steun als bijdrage aan verzekeringspremies:

de gemeentelijke overheid cofinanciert de verzekeringspremies voor een bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen het uit de nationale begroting gefinancierde bedrag en maximaal 50 % van de subsidiabele verzekeringspremie wanneer de desbetreffende verzekering dient ter dekking van de verliezen aan gewassen en vruchten, en van de verliezen in de veehouderij als gevolg van ziekten.

4.   Steun voor ruilverkavelingen:

tot 70 % van de subsidiabele uitgaven voor juridische en administratieve procedures.

5.   Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten:

tot 100 % van de werkelijke uitgaven; de steun wordt verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten en niet in de vorm van rechtstreekse geldelijke betalingen aan producenten.

6.   Technische ondersteuning in de landbouwsector:

tot 100 % van de uitgaven voor: onderwijs en opleiding; door derden verleende adviesdiensten; de organisatie van fora, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen; publicaties en websites. De steun wordt verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten en niet in de vorm van rechtstreekse geldelijke betalingen aan producenten

Datum van tenuitvoerlegging: November 2007 (de steun wordt niet toegekend zolang de beknopte informatie niet is gepubliceerd op de website van de Europese Commissie)

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loopt af op 31 december 2013

Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB

Verwijzingen naar artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 en subsidiabele uitgaven: Hoofdstuk II van de ontwerpregels voor het verlenen van staatssteun en de minimis-steun en het ten uitvoer leggen van andere landbouwmaatregelen en maatregelen voor plattelandsontwikkeling in de gemeente Starše bevat maatregelen die staatssteun zijn en die in overeenstemming zijn met de volgende artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3):

artikel 4: Investeringen in landbouwbedrijven;

artikel 5: Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen;

artikel 12: Steun als bijdrage aan verzekeringspremies;

artikel 13: Steun voor ruilverkavelingen;

artikel 14: Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten;

artikel 15: Technische ondersteuning in de landbouwsector

Betrokken economische sector(en): Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Občina Starše

Starše 93/I 5

SLO-2205 Starše

Website: http://www.starse.si/Obrazci_Vloge/PRAVILNIK_kmetijstvo_2007.pdf

Andere informatie: De steun als bijdrage aan verzekeringspremies voor het verzekeren van gewassen en vruchten betreft de volgende met een natuurramp gelijkgestelde ongunstige weersomstandigheden: voorjaarsvorst, hagel, blikseminslag, brand veroorzaakt door blikseminslag, stormen en overstromingen.

De regels van de gemeentelijke overheid voldoen aan de criteria van Verordening (EG) nr. 1857/2006 betreffende de door de gemeentelijke overheden te treffen maatregelen en de toe te passen algemene bepalingen (procedure voor de toekenning, cumulatie, doorzichtigheid en controle van steun)

Vili DUCMAN

Burgemeester van de gemeente Kidričevo

Nummer van de steun: XA 415/07

Lidstaat: Ierland

Regio: Lidstaat

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Breeding Information Campaign 2008

Rechtsgrond: National Development Plan 2007-2013

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 100 000 EUR

Maximale steunintensiteit: 50 %

Datum van tenuitvoerlegging:

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: 1 januari 2008-31 december 2008

Doelstelling van de steun: De campagne heeft ten doel de resultaten van de tests en van de genetische evaluatie van de „Irish Cattle Breeding Federation” bij landbouwers te propageren om vlees- en melkveehouders meer inzicht te verschaffen in moderne wetenschappelijke fokwaarden en er op deze wijze mede voor te zorgen dat hun bedrijven gedurende lange tijd levensvatbaar blijven.

De steun wordt verleend in overeenstemming met artikel 15, lid 2, onder d), en artikel 15, lid 2, onder e), van Verordening (EG) nr. 1857/2006 — Technische ondersteuning in de landbouwsector.

Subsidiabele uitgaven zijn uitgaven voor:

de organisatie van workshops;

reclame;

onderzoek

Betrokken economische sector(en): Rundveehouderij

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Department of Agriculture, Fisheries and Food

Agriculture House

Kildare Street, Dublin 2

Ireland

Website: http://www.agriculture.gov.ie/NDP_State_Aid/

(De voorwaarden met betrekking tot de maatregel zullen onder deze weblink beschikbaar zijn zodra de maatregel ten uitvoer wordt gelegd)

Nummer van de steun: XA 416/07

Lidstaat: Nederland

Regio: Provincies Utrecht, Overijssel, Gelderland, Limburg en Noord-Brabant

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001

Rechtsgrond: Artikel 3.64 Wet inkomstenbelasting 2001 juncto artikel 12a, onderdeel b, Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001. Indien het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2008 wordt aangenomen door de Eerste Kamer, zal de rechtsgrondslag wijzigen in artikel 3.54 Wet inkomstenbelasting 2001 (1)

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: De gederfde fiscale inkomsten krachtens de regeling zijn per jaar 8,7 mln EUR

Maximale steunintensiteit: Ingevolge artikel 6, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 kan steun worden verleend tot 100 % van de gemaakte kosten als een verplaatsing bestaat uit het demonteren, verhuizen en weer opbouwen van bestaande installaties. Steunmaatregel XA 62/05 voorziet in toekenning van steun voor de verplaatsing van bedrijfsgebouwen waar intensieve veehouderij plaatsvindt die gelegen zijn in op grond van de Reconstructiewet concentratiegebieden aangewezen reconstructiegebieden. Bij de berekeningsgrondslag van de vergoedingen in deze steunmaatregel is echter geen rekening gehouden met de fiscale consequenties van de verplaatsing van de bedrijfsgebouwen voor de betrokken ondernemers. Ondernemers die ten behoeve van verplaatsing van hun bedrijf hun onderneming fiscaal staken, zijn namelijk gehouden over stille reserves e.d. van hun (oude) onderneming met de fiscus af te rekenen. Dat vormt een kostenpost voor ondernemers die direct en onlosmakelijk verbonden is aan verplaatsing van hun bedrijf. Om zowel de verplaatsing als de fiscale afrekening te kunnen bekostigen zullen de ondernemers immers vreemd vermogen moeten aantrekken. Dat leidt tot financieringslasten. Onderhavige steunmaatregel voorziet daarom in een aanvulling op steunmaatregel XA 62/05. Met deze steunmaatregelen tezamen wordt steun verleend tot 100 % van de gemaakte kosten en wordt derhalve voldaan aan hetgeen in artikel 6, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 bepaald is

Datum van tenuitvoerlegging: De maatregel wordt tenuitvoer gelegd na publicatie van een besluit tot inwerkingtreding van het besluit van 3 september 2007 houdende aanpassing van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001, Stb. 2007, 328. Dit inwerkingtredingsbesluit zal worden voorbereid nadat de in artikel 18, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1857/2006, bedoelde bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie heeft plaatsgevonden.

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Afhankelijk van de openstellingen van de steunregelingen van de provincies Limburg, Noord-Brabant, Utrecht, Gelderland en Overijssel, maar uiterlijk tot 31 december 2013

Doelstelling van de steun: Zoals beschreven in de informatie met betrekking tot steunmaatregel XA 62/05 betreft de steun verplaatsing — in het algemeen belang — van bedrijfsgebouwen waar intensieve veehouderij plaatsvindt. De steunmaatregel heeft ten doel om verplaatsingen van veehouderijbedrijven in het kader van de Reconstructiewet concentratiegebieden te vergemakkelijken. Ten behoeve van deze verplaatsingen bieden de provincies Limburg, Noord-Brabant, Utrecht, Gelderland en Overijssel een aantal steunmaatregelen (zie steunmaatregel XA 62/05), maar ondernemers die van deze regelingen gebruik maken en met het oog op verplaatsing hun onderneming fiscaal gezien staken lopen tegen een extra kostenpost aan. Deze kostenpost bestaat uit het aantrekken van vreemd vermogen en financieringslasten die een gevolg zijn van de bij staking verplichte afrekening bij de fiscus over stille reserves e.d. Hierd oor is verplaatsing voor de betrokken ondernemers financieel vaak niet haalbaar, waardoor veehouderijbedrijven op hun oude locatie bv. gevestigd blijven (bv.vlakbij kwetsbare natuurgebieden). Met onderhavige steunmaatregel wordt voorkomen dat genoemde kostenpost ontstaat. De steunmaatregel beperkt zich tot ondernemers die gebruik maken van de steunmaatregelen, genoemd in steunmaatregel XA 62/05

Betrokken economische sector(en): Veehouderijsector

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Postbus 20501

2500 EK Den Haag

Nederland

Website: http://www.minfin.nl/nl/actueel/kamerstukken_en_besluiten,2007/09/DB07-352.html

Andere informatie: —


(1)  Kamerstukken I 2007/08, 31 206, nr. A, zie:

http://www.eerstekamer.nl/9324000/1/j9vvgh5ihkk7kof/vhq6dh3ycvh1/f=y.pdf


6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/18


Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen

(2008/C 111/07)

Nummer van de steunmaatregel

XA 7051/07

Lidstaat

Portugal

Regio

Região Autónoma dos Açores

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt

Aumento do valor dos produtos florestais.

Regime de auxílios integrado na Medida 1.7 — Aumento do valor dos produtos agrícolas e florestais, do Programa de Desenvolvimento Rural da Região Autónoma dos Açores

Rechtsgrond

Verordening (EG) nr. 70/2001, gewijzigd bij de Verordeningen (EG) nr. 364/2004 en (EG) nr. 1857/2006.

Maatregel 1.7 van het „Programa de Desenvolvimento Rural da Região Autónoma dos Açores” is gebaseerd op artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 en de nationale uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld nadat het programma door de Commissie is goedgekeurd

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun

Steunregeling

Totaalbedrag per jaar

85 000 EUR

Gegarandeerde leningen

Individuele steun

Totaal steunbedrag

Gegarandeerde leningen

Maximale steunintensiteit

In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, van Verordening (EG) nr. 70/2001

Ja

De steun bedraagt maximaal 75 % van de subsidiabele investeringskosten

Datum van tenuitvoerlegging

2007

Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening

Tot 31.12.2013

Doelstelling van de steun

Steun voor ondernemingen in de bosbouwsector met het doel de waarde van de bosbouwproducten te verhogen. De steun betreft uitsluitend de verwerking en de afzet van bosbouwproducten

Ja

Betrokken economische sector(en)

Bosbouwsector

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Autoridade de Gestão do Programa de Desenvolvimento Rural da Região Autónoma dos Açores

Direcção Regional dos Assuntos Comunitários da Agricultura

Vinha Brava

P-9700-240 Angra do Heroísmo — Açores

Tel. (351) 295 40 42 80

Fax (351) 295 40 36 31

E-mail: draca@azores.gov.pt

Individuele verlening van aanzienlijke steun

Neen

De beheersautoriteit:

(Fátima Amorim)

Nummer van de steunmaatregel

XA 7052/07

Lidstaat

Portugal

Regio

Região Autónoma dos Açores

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt

Cooperação para a Promoção da Inovação.

Regime de auxílios integrado na Medida 1.8 — Cooperação para a Promoção da Inovação, do Programa de Desenvolvimento Rural da Região Autónoma dos Açores

Rechtsgrond

Verordening (EG) nr. 70/2001, gewijzigd bij de Verordeningen (EG) nr. 364/2004 en (EG) nr. 1857/2006.

Maatregel 1.8 van het „Programa de Desenvolvimento Rural da Região Autónoma dos Açores” is gebaseerd op artikel 29 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 en de nationale uitvoeringsbepalingen worden vastgesteld nadat het programma door de Commissie is goedgekeurd

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun

Steunregeling

Totaal jaarlijks bedrag

672 269 EUR

Gegarandeerde leningen

Individuele steun

Totaal steunbedrag

Gegarandeerde leningen

Maximale steunintensiteit

In overeenstemming met artikel 5 bis van Verordening (EG) nr. 70/2001

Ja

De steunintensiteit varieert van 45 % tot 100 % naargelang van de fase van onderzoek en ontwikkeling waarop de kosten betrekking hebben. Omvat een project diverse onderzoeks- en ontwikkelingsfasen, dan wordt de toegestane steunintensiteit berekend op basis van het gewogen gemiddelde van de onderscheiden toegestane steunintensiteiten, berekend op basis van de betrokken subsidiabele kosten

Datum van tenuitvoerlegging

2007

Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening

Tot en met 31.12.2013

Doelstelling van de steun

De samenwerking bevorderen tussen marktdeelnemers van de betrokken sectoren en publiek-private partnerschappen, met het oog op de ontwikkeling, overdracht en verspreiding van nieuwe producten, procédés en technologieën

Betrokken economische sector(en)

Agrovoeding en bosbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Autoridade de Gestão do Programa de Desenvolvimento Rural da Região Autónoma dos Açores

Direcção Regional dos Assuntos Comunitários da Agricultura

Vinha Brava

P-9700-240 Angra do Heroísmo — Açores

Tel. (351) 295 40 42 80

Fax (351) 295 40 36 31

E-mail: draca@azores.gov.pt

Individuele verlening van aanzienlijke steun

Neen

De beheersautoriteit:

(Fátima Amorim)

Nummer van de steunmaatregel

XA 7057/07

Lidstaat

Spanje

Regio

Galicia

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt

Ayudas para la promoción, modernización y dimensionamiento del asociacionismo agrario

Rechtsgrond

Orden de 17 de agosto de 2007 por la que se establecen las bases reguladoras de las ayudas para la promoción, modernización y dimensionamiento del asociacionismo agrario en Galicia y se convocan ayudas para el año 2007 (DOG no 164, del 24.8.2007, corrección errores DOG 29/11/07)

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun

Steunregeling

Totaal jaarlijks bedrag

2007

0,2 mln EUR

Gegarandeerde leningen

Individuele steun

Totaal jaarlijks bedrag

Gegarandeerde leningen

Maximale steunintensiteit

In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening

Ja

Datum van tenuitvoerlegging

24.8.2008

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening

Van 1.1.2007 tot en met 31.12.2013

Doelstelling van de steun

Steun aan KMO's

Ja

Betrokken economische sector(en)

Alle sectoren komen in aanmerking voor KMO-steun

Neen

Beperkt tot specifieke sectoren

 

Mijnbouw

 

Alle be- en verwerkende industrie

 

of

 

IJzer en staalindustrie

 

Scheepsbouw

 

Synthetische vezels

 

Automobielindustrie

 

Andere be- en verwerkende industrie

 

Verwerking en afzet van landbouwproducten

Ja

Alle diensten

 

of

 

Vervoersdiensten

 

Financiële diensten

 

Andere diensten

 

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Xunta de Galicia

Consellería do Medio Rural

Dirección general de producción, industrias y calidad agroalimentaria

dxpica.mrural@xunta.es

Edificio Administrativo San Caetano s/n

E-15781 Santiago de Compostela

Individuele verlening van aanzienlijke steun

Overeenkomstig artikel 6 van de verordening

Ja


Nummer van de steunmaatregel

XA 7060/07

Lidstaat

Spanje

Regio

Cataluña

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt

Ayudas para la incentivación de la eficiencia energética en invernaderos agrícolas y explotaciones de porcino

Rechtsgrond

Orden AAR/388/2007, de 23 de octubre, por la cual se aprueban las bases reguladoras de las ayudas para la incentivación de la mejora de la eficiencia energética en invernaderos agrícolas y en explotaciones de porcino, y se convocan las correspondientes al año 2007 (DOGC núm. 4997 de 29.10.2007)

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun

Steunregeling

Totaal jaarlijks bedrag

0,478 mln EUR

Gegarandeerde leningen

Individuele steun

Totaal jaarlijks bedrag

Gegarandeerde leningen

Maximale steunintensiteit

In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening

Ja

Datum van tenuitvoerlegging

30.10.2007

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening

Tot en met 30.6.2008

Doelstelling van de steun

Steun aan KMO's

Ja

Betrokken economische sector(en)

Alle sectoren komen in aanmerking voor KMO-steun

 

Beperkt tot specifieke sectoren

Ja

Mijnbouw

 

Alle be- en verwerkende industrie

 

of

 

IJzer- en staalindustrie

 

Scheepsbouw

 

Synthetische vezels

 

Automobielindustrie

 

Andere be- en verwerkende industrie

 

Verwerking en afzet van landbouwproducten (1)

Ja

Alle diensten

 

of

 

Vervoersdiensten

 

Financiële diensten

 

Andere diensten

 

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Departamento de Agricultura, Alimentación y Acción Rural

Gran Via de les Corts Catalanes, 612-614

E-08007 Barcelona

Individuele verlening van aanzienlijke steun

In overeenstemming met artikel 6 van de verordening

Ja


(1)  Als omschreven in artikel 2, onder k), van deze verordening.


6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/22


Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen

(2008/C 111/08)

Nummer van de steun: XA 7054/07

Lidstaat: Italië

Regio: Umbria

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Progetti integrati di filiera a favore delle PMI attive nel settore della produzione, trasformazione e commercializzazione dei prodotti di cui all'allegato I del trattato. Criteri per la concessione degli aiuti

Rechtsgrond: Deliberazione della Giunta regionale n. 1798 del 12 novembre 2007 avente per oggetto «Modifiche ed integrazioni alla DGR 1449/2007 concernente: progetti integrati di filiera a favore delle PMI attive nel settore della produzione, trasformazione e commercializzazione dei prodotti di cui all'allegato I del trattato, criteri per la concessione degli aiuti».

Deze steunregeling moet worden begrepen als aanpassing van de vorige steunregeling waarvoor vrijstelling is verleend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1/2004 van de Commissie en die is geregistreerd onder nr. XA 02/05. Deze regeling wordt ten uitvoer gelegd door middel van een specifieke openbare aankondiging waarbij de voorwaarden voor de indiening van de steunaanvragen worden vastgesteld. De aankondiging wordt pas gedaan na bevestiging overeenkomstig artikel 9 van Verordening (EG) nr. 70/2001 dat de Commissie deze beknopte informatie heeft ontvangen, en de bekendmaking daarvan op de website van de Commissie.

Benadrukt wordt dat de rechtsgrond voor de steuncategorieën in de sector productie van de producten van bijlage I bij het Verdrag, namelijk genoemde steunregeling waarvoor vrijstelling is verleend (XA 02/05), wordt aangepast overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1857/2006. Derhalve sturen wij overeenkomstig artikel 20 van die verordening de Commissie tevens de beknopte informatie die de juridische voorwaarde vormt voor de tenuitvoerlegging van de steunregeling waarvoor vrijstelling is verleend in de betrokken sector

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 5 450 000 EUR, waarvan:

5 000 000 EUR bij voorrang voor de bedrijven in het gebied van het Lago Trasimeno — provincie Perugia, (Magione, Panicale, C. del Lago, Tuoro, Passignano, Città della Pieve, Piegaro, Paciano);

450 000 EUR als eerste toewijzing en in afwachting van de vaststelling van het programma voor plattelandsontwikkeling van Umbrië voor de periode 2007-2013, dat ter goedkeuring aan de Europese Commissie is voorgelegd, voor de toekenning van steun voor geïntegreerde projecten in de agrovoedingssector, voor de rest van het grondgebied van de regio

Maximale steunintensiteit:

1.

Voor de primaire sector wordt de steun in de vorm van kapitaalsubsidies verstrekt, waarbij de volgende maxima gelden:

40 % van de uitgaven voor de volgende acties:

a)

de bouw of de verbetering van onroerende goederen, alsmede de aanschaf van landbouwgrond, tot 10 % van de totale kosten voor elke betrokken partij. Ook de aankoop van onroerende goederen is toegestaan, als dat voor het project noodzakelijk is, tot een maximum van de voor steun in aanmerking komende kosten van 516 EUR per vierkante meter nuttige oppervlakte;

b)

uitgaven voor de invoering van kwaliteitsborgingssystemen in bedrijven volgens de ISO 9000-norm;

20 % van de uitgaven voor de aanschaf van machines en uitrusting, met inbegrip van computers en toebehoren;

12 % van de algemene uitgaven in verband met de uitgaven onder a) en b), met inbegrip van de verwerving van octrooien en licenties.

De bovengenoemde percentages worden met 10 procentpunten verhoogd, indien het een actie betreft in berggebieden of probleemgebieden zoals overeenkomstig de artikelen 50 en 94 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 aangewezen in het programma voor plattelandsontwikkeling van Umbrië 2007-2013, en ze worden met nog eens 10 procentpunten verhoogd, als het acties door jonge landbouwers betreft.

In elk geval mag het totaal van de aan één enkele onderneming verleende steun niet meer bedragen dan 400 000 EUR, verspreid over een willekeurige periode van drie begrotingsjaren, of 500 000 EUR, als het bedrijf zich in een overeenkomstig de artikelen 50 en 94 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 in het programma voor plattelandsontwikkeling van Umbrië 2007-2013 aangewezen berg- of probleemgebied bevindt.

Onder de primaire sector vallen ook investeringen in het landbouwbedrijf die noodzakelijk zijn om dierlijke of plantaardige producten voor te bereiden voor eerste verkoop. Onder eerste verkoop wordt verstaan de verkoop door een primaire producent aan wederverkopers of verwerkers, en iedere werkzaamheid die nodig is om het product voor deze eerste verkoop voor te bereiden, alsmede de verkoop aan de eindgebruiker, indien het product aan de eindgebruiker wordt verkocht in ruimten die niet gescheiden zijn van die welke bestemd zijn voor de primaire activiteit.

Van steun uitgesloten zijn:

de aankoop van productierechten, dieren en eenjarige gewassen;

draineerwerkzaamheden en voor irrigatie bestemde installaties en werkzaamheden;

de aanplant van eenjarige gewassen;

gewone vervangingsinvesteringen;

investeringen voor de vervaardiging van producten die melk en zuivelproducten imiteren of vervangen.

2.

Voor de sector verwerking en afzet wordt de steun in de vorm van kapitaalsubsidies verstrekt tot maximaal 40 % van de uitgaven voor de volgende acties:

a)

de bouw of verbetering van onroerende goederen. Ook de aankoop van onroerende goederen is toegestaan, als dat voor het project noodzakelijk is, tot een maximum van de voor steun in aanmerking komende kosten van 516 EUR per vierkante meter nuttige oppervlakte;

b)

uitgaven voor de invoering van kwaliteitsborgingssystemen in bedrijven volgens de ISO 9000-norm;

c)

de aanschaf van machines, uitrusting, met inbegrip van computers en toebehoren, technische installaties;

d)

de algemene uitgaven in verband met de uitgaven onder a), b) en c), tot maximaal 12 % van die uitgaven, met inbegrip van de verwerving van octrooien en licenties.

Van steun uitgesloten zijn:

investeringen voor de stadia na de eerste bewerking wanneer op het bedrijf geen eerste bewerking van een in bijlage I bij het Verdrag genoemd product plaatsvindt;

investeringen op het niveau van de detailhandel;

investeringen voor verwerking of afzet van producten uit derde landen.

Voor elke onderneming zijn de maximaal in aanmerking komende uitgaven beperkt tot 40 % van de omzet op de laatste goedgekeurde rekeningen op de datum van indiening van de aanvraag, ofwel tot 10 keer het geplaatste aandelenkapitaal op diezelfde datum.

In ieder geval zijn de uitgaven voor ondernemingen voor de verwerking en afzet van de in bijlage I bij het Verdrag genoemde landbouwproducten alleen subsidiabel als ze aan Verordening (EG) nr. 70/2001 voldoen.

3.

Voor geïntegreerd beheer op het gebied van kwaliteit, milieubescherming, volksgezondheid, de gezondheid van planten en dieren, dierenwelzijn en veiligheid op het werk mag steun worden verleend in de vorm van kapitaalsubsidies, waarbij de volgende maxima gelden:

tot 100 % van de door de producenten (zowel individuele landbouwers als producentengroeperingen) gedragen kosten, en tot maximaal 30 000 EUR per bedrijf, voor de volgende acties:

a)

uitgaven voor controles in verband met de afgifte van de eerste certificering voor op communautair niveau erkende kwaliteitsproducten (DOC, DOCG, BOB, IGT, BGA, SGT en biologisch);

tot 50 % voor de uitgaven tot maximaal 100 000 EUR per bedrijf voor de volgende acties:

b)

uitgaven voor de invoering van milieukwaliteitssystemen in bedrijven volgens de ISO 14000- of de EMAS-norm;

tot 80 % voor de uitgaven tot maximaal 100 000 EUR per bedrijf voor de volgende acties:

c)

uitgaven voor de invoering van certificeringssystemen in de voedselketen;

tot 70 % van de uitgaven van bedrijven of producentenorganisaties tot maximaal 200 000 EUR voor acties op het gebied van afzetondersteunende diensten, zoals:

d)

publicaties zoals catalogi of websites met informatie over het betrokken product van de betrokken sector, op voorwaarde dat de informatie neutraal is en alle leden van de sector over dezelfde mogelijkheden beschikken om in die publicaties te worden opgenomen;

e)

organisatie van en deelname aan fora voor de uitwisseling van kennis tussen bedrijven, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen, uitsluitend voor uitgaven voor: inschrijvingen, reizen, publicaties, standhuur, symbolische prijzen tot 250 EUR per prijs en per winnaar;

f)

voor op communautair niveau erkende kwaliteitsproducten (DOC, DOCG, BOB, IGT, BGA, SGT en biologisch):

i)

verspreiding van wetenschappelijke kennis;

ii)

informatie over de kwaliteitssystemen en de voedingswaarde van die producten en hun gebruik, mits de verwijzingen naar de oorsprong exact overeenkomen met de door de Gemeenschap geregistreerde referenties.

Technische ondersteuning mag in geen geval rechtstreekse betalingen aan de landbouwer omvatten, behalve in gevallen als bedoeld in artikel 14, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1857/2006

Datum van tenuitvoerlegging:

Looptijd van de regeling:

Doelstelling van de steun: Acties ter ondersteuning van het MKB in de sector productie, verwerking en afzet van de producten van bijlage I bij het Verdrag (met uitzondering van de sectoren bosbouw, bio-energie en visserij) bedoeld om het concurrentievermogen van de belangrijkste agrovoedingssectoren van Umbrië te versterken door product- en procesinnovaties en geïntegreerd beheer op het gebied van kwaliteit, veiligheid en milieubescherming in te voeren, alsmede door diensten ter ondersteuning van de afzet van landbouwproducten, met name kwaliteitsproducten, op te zetten.

Voor de sector productie is de vrijstelling van deze regeling gebaseerd op de artikelen 4, 14 en 15 van Verordening (EG) nr. 1857/2006.

Voor de sector verwerking en afzet is de vrijstelling van deze regeling gebaseerd op de artikelen 4 en 5 van Verordening (EG) nr. 70/2001.

De in aanmerking komende kosten van de steunregeling staan vermeld in de bovenstaande paragraaf „Maximale steunintensiteit”

Betrokken economische sector(en): De bij de steunregeling betrokken sectoren zijn de sectoren productie, verwerking en afzet van de producten van bijlage I bij het EG-Verdrag (met uitzondering van de sectoren bosbouw, bio-energie en visserij).

Voor in deze steunregeling vastgestelde initiatieven moet worden aangetoond dat er normale afzetmogelijkheden bestaan. Investeringen die de productiecapaciteit verhogen in sectoren waarvoor in het kader van de gemeenschappelijke marktordeningen specifieke beperkingen bestaan, zijn niet toegestaan als niet wordt bewezen dat de betrokken productiequota zijn aangekocht

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Regione Umbria — Direzione regionale Agricoltura e foreste, aree protette, valorizzazione dei sistemi naturalistici e paesaggistici, beni ed attività culturali, sport e spettacolo

Centro direzionale Fontivegge

I-06100 Perugia

Website: www.regione.umbria.it

klik op „aree tematiche”;

klik in linkerkolom op „agricoltura e foreste”;

klik onder „ultime notizie” op „D.G.R. N. 1449 del”;

klik op „clicca qui”

E-mailadres: fgarofalo@regione.umbria.it

Andere informatie: De steun voor de sector productie van de landbouwproducten van bijlage I bij het Verdrag wordt verstrekt in het kader van de vrijstellingsregeling van Verordening (EG) nr. 1857/2006. Derhalve wordt overeenkomstig artikel 20 van die verordening de beknopte informatie betreffende de steun overeenkomstig de vrijstellingsregeling in die sector samen met deze informatie aan de Commissie toegestuurd


6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/25


Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

(2008/C 111/09)

Nummer van de steun

XA 6/08

Lidstaat

Oostenrijk

Regio

Bundesland Salzburg

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt

Erhaltung regionaltypischer Steinmauern und Holzzäune; Almschindeldächer

Rechtsgrond

Allgemeine Richtlinie für die Gewährung von Förderungsmitteln des Landes Salzburg bzw. die Sonderrichtlinien des Bundes zu den sonstigen Maßnahmen der LE mit Ausnahmen hinsichtlich Förderbarkeit von Sachkosten und Mindestinvestitionssumme

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun

Voorziene jaarlijkse uitgaven: Jaarlijks: ca. 85 000 EUR

Totaalbedrag van de aan een onderneming verleende individuele steun: max. 10 000 EUR per jaar

Maximale steunintensiteit

Maximale steunintensiteit: 50 %

Maximaal steunbedrag: 10 000 EUR per onderneming en per jaar

Datum van tenuitvoerlegging

Datum van goedkeuring van de steun

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening

31.12.2013

Doelstelling van de steun

Geldende bepaling: Artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 (Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen)

Doelstelling van de steun: Bouw van traditionele elementen die een stempel drukken op het landschap

Subsidiabele uitgaven per onderneming en per jaar max. 20 000 EUR

Betrokken economische sector(en)

Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Amt der Salzburger Landesregierung

Abteilung Land- und Forstwirtschaft

Fanny von Lehnert Straße 1

A-5020 Salzburg

www.salzburg.gv.at


6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/26


Mededeling van de Commissie in het kader van de uitvoering van Richtlijn 97/23/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende drukapparatuur

(Voor de EER relevante tekst)

(Bekendmaking van titels en referentienummers van geharmoniseerde normen in het kader van de richtlijn)

(2008/C 111/10)

De volgende lijst bevat verwijzingen naar geharmoniseerde normen voor drukapparatuur en geharmoniseerde ondersteunende normen voor materialen die bij de productie van drukapparatuur worden gebruikt. Bij geharmoniseerde ondersteunende normen voor materialen is het vermoeden van overeenstemming met de essentiële veiligheidseisen beperkt tot technische materiaalgegevens in de norm. Er wordt niet verondersteld dat het materiaal geschikt is voor een specifiek onderdeel van de apparatuur. Bijgevolg moeten de in de materiaalnorm vermelde technische gegevens worden beoordeeld in het licht van de ontwerpvoorschriften van dit specifieke onderdeel van de apparatuur om na te gaan of aan de essentiële veiligheidseisen van de richtlijn drukapparatuur is voldaan.

ENO (1)

Referentienummer en titel van de norm

(en referentie document)

Referentienummer van de vervangen norm

Datum waarop het vermoeden van overeenstemming ten aanzien van de vervangen norm vervalt

(Noot 1)

CEN

EN 19:2002

Afsluiters voor industrieel gebruik — Het merken van afsluiters van metalen

 

CEN

EN 287-1:2004

Het kwalificeren van lassers — Smeltlassen — Deel 1: Staal

 

EN 287-1:2004/A2:2006

Noot 3

Datum verstreken

(30.9.2006)

EN 287-1:2004/AC:2004

 

 

CEN

EN 334:2005

Gasdrukregelaars voor inlaatdrukken tot 100 bar

 

CEN

EN 473:2000

Niet-destructief onderzoek — Kwalificatie en certificatie van personeel voor niet-destructief onderzoek — Algemene principes

 

EN 473:2000/A1:2005

Noot 3

Datum verstreken

(30.4.2006)

CEN

EN 593:2004

Industriële afsluiters — Metalen vlinderkleppen

 

CEN

EN 764-5:2002

Drukapparatuur — Deel 5: Controle en inspectiedocumentatie van materialen

 

CEN

EN 764-7:2002

Drukapparatuur — Deel 7: Veiligheidssystemen voor niet aan vlambelasting blootgestelde drukapparatuur

 

EN 764-7:2002/AC:2006

 

 

CEN

EN 1057:2006

Koper en koperlegeringen — Naadloze koperen buizen voor gas- en waterleidingen in sanitaire en verwarmingstoepassingen

 

CEN

EN 1092-1:2007

Flenzen en hun verbindingen — Ronde flenzen voor buizen, afsluiters, hulpstukken en accessoires, PN-aanduiding — Deel 1: Stalen flenzen

 

CEN

EN 1092-3:2003

Flenzen en hun verbindingen — Ronde flenzen voor buizen, afsluiters, hulpstukken en toebehoren, PN-aanduiding — Deel 3: Flenzen van koperlegeringen

 

EN 1092-3:2003/AC:2004

 

 

EN 1092-3:2003/AC:2007

 

 

CEN

EN 1092-4:2002

Flenzen en hun verbindingen — Ronde flenzen voor buizen, afsluiters, hulpstukken en toebehoren, met PN-aanduiding — Deel 4: Flenzen van aluminiumlegeringen

 

CEN

EN 1171:2002

Industriële afsluiters — Gietijzeren schuifafsluiters

 

CEN

EN 1252-1:1998

Cryogene vaten — Materialen — Deel 1: Eisen aan de taaiheid voor temperaturen beneden – 80 °C

 

EN 1252-1:1998/AC:1998

 

 

CEN

EN 1252-2:2001

Cryogene vaten — Materialen — Deel 2: Eisen aan de taaiheid voor temperaturen tussen – 80 °C en –10 °C

 

CEN

EN 1349:2000

Regelkleppen voor de procesindustrie

 

EN 1349:2000/AC:2001

 

 

CEN

EN 1591-1:2001

Flenzen en hun verbindingen — Ontwerpregels voor flensverbindingen met ronde flenzen en pakkingen — Deel 1: Berekeningsmethode

 

CEN

EN 1626:1999

Cryogene vaten — Afsluiters voor cryogeen gebruik

 

CEN

EN 1653:1997

Koper en koperlegeringen — Plaat en schijven voor ketels, drukvaten en warmwatervoorraadtoestellen

 

EN 1653:1997/A1:2000

 

 

CEN

EN 1759-3:2003

Flenzen en hun verbindingen — Ronde flenzen voor buizen, afsluiters, hulpstukken en toebehoren, met „class”-aanduiding — Deel 3: Flenzen van koperlegeringen

 

EN 1759-3:2003/AC:2004

 

 

CEN

EN 1759-4:2003

Flenzen en hun verbindingen — Ronde flenzen voor buizen, afsluiters, hulpstukken en toebehoren, met „class”-aanduiding — Deel 4: Flenzen van aluminiumlegeringen

 

CEN

EN 1797:2001

Cryogene vaten — Verenigbaarheid van gas en materialen

EN 1797-1:1998

Datum verstreken

(31.1.2002)

CEN

EN 1866:2005

Verrijdbare blustoestellen

 

CEN

EN 1983:2006

Industriële afsluiters — Stalen kogelkranen

 

CEN

EN 1984:2000

Industriële afsluiters — Stalen schuifafsluiters

 

CEN

EN ISO 4126-1:2004

Veiligheidsvoorzieningen voor bescherming tegen ontoelaatbare overdruk — Deel 1: Veiligheidskleppen (ISO 4126-1:2004)

 

EN ISO 4126-1:2004/AC:2006

 

 

CEN

EN ISO 4126-3:2006

Veiligheidsvoorzieningen voor de bescherming tegen ontoelaatbare overdruk — Deel 3: Combinatie van veiligheidskleppen en breekplaat (ISO 4126-3:2006)

 

CEN

EN ISO 4126-4:2004

Veiligheidsvoorzieningen voor bescherming tegen ontoelaatbare overdruk — Deel 4: Pilootgestuurde veiligheidskleppen (ISO 4126-4:2004)

 

CEN

EN ISO 4126-5:2004

Veiligheidsvoorzieningen voor bescherming tegen ontoelaatbare overdruk — Deel 5: Gestuurde drukontlastsystemen (CSPRS) (ISO 4126-5:2004)

 

CEN

EN ISO 9606-2:2004

Het kwalificeren van lassers — Smeltlassen — Deel 2: Aluminium en aluminiumlegeringen (ISO 9606-2:2004)

 

CEN

EN ISO 9606-3:1999

Het kwalificeren van lassers — Smeltlassen — Deel 3: Koper en koperlegeringen (ISO 9606-3:1999)

 

CEN

EN ISO 9606-4:1999

Het kwalificeren van lassers — Smeltlassen — Deel 4: Titaan en titaanlegeringen, zirkonium en zirkoniumlegeringen (ISO 9606-4:1999)

 

CEN

EN ISO 9606-5:2000

Het kwalificeren van lassers — Smeltlassen — Deel 5: Titaan en titaanlegeringen, zirkonium en zirkoniumlegeringen (ISO 9606-5:2000)

 

CEN

EN 10028-2:2003

Platte producten gemaakt van staal voor drukunten — Deel 2: Ongelegeende en gelegeende staalsoorten met gespecificerde ergenschappen bij hoge temperatuur

EN 10028-2:1992

Datum verstreken

(31.12.2003)

EN 10028-2:2003/AC:2005

 

 

CEN

EN 10028-3:2003

Platte producten gemaakt van staal voor drukvaten — Deel 3: Lasbaar, fijnkorrelig staal, normaal gegloeid

EN 10028-3:1992

Datum verstreken

(31.12.2003)

CEN

EN 10028-4:2003

Platte producten van staal voor drukvaten — Deel 4: Nikkelgelegeerde staalsoorten met gespecificeerde eigenschappen bij lage temperatuur

EN 10028-4:1994

Datum verstreken

(31.12.2003)

EN 10028-4:2003/AC:2005

 

 

CEN

EN 10028-5:2003

Platte producten van staal voor drukvaten — Deel 5: Lasbare fijnkorrelige thermomechanisch gewalste staalsoorten

EN 10028-5:1996

Datum verstreken

(31.12.2003)

CEN

EN 10028-6:2003

Platte produkten van staal voor drukvaten — Deel 6: Lasbare fijnkorrelige veredelde staalsoorten

EN 10028-6:1996

Datum verstreken

(31.12.2003)

CEN

EN 10204:2004

Producten van metaal — Soorten keuringsdocumenten

 

CEN

EN 10213:2007

Gietstaal voor druktoepassingen

EN 10213-1:1995

EN 10213-2:1995

EN 10213-3:1995

EN 10213-4:1995

31.5.2008

CEN

EN 10216-1:2002

Naadloze stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 1: Buizen van ongelegeerd staal met eigenschappen gespecificeerd bij omgevingstemperatuur

 

EN 10216-1:2002/A1:2004

 

 

CEN

EN 10216-2:2002+A2:2007

Naadloze stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 2: Buizen van ongelegeerd en gelegeerd staal met eigenschappen gespecificeerd bij verhoogde temperatuur

EN 10216-2:2002

Datum verstreken

(29.2.2008)

CEN

EN 10216-3:2002

Naadloze stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 3: Buizen van gelegeerd fijnkorrelig staal

 

EN 10216-3:2002/A1:2004

 

 

CEN

EN 10216-4:2002

Naadloze stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 4: Buizen van ongelegeerd en gelegeerd staal met eigenschappen gespecificeerd bij lage temperatuur

 

EN 10216-4:2002/A1:2004

 

 

CEN

EN 10216-5:2004

Naadloze stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 5: Corrosievaste stalen buizen

 

CEN

EN 10217-1:2002

Gelaste stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 1: Buizen van ongelegeerd staal met eigenschappen gespecificeerd bij omgevingstemperatuur

 

EN 10217-1:2002/A1:2005

 

 

CEN

EN 10217-2:2002

Gelaste stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 2: Elektrisch gelaste buizen van ongelegeerd en gelegeerd staal met eigenschappen gespecificeerd bij verhoogde temperatuur

 

EN 10217-2:2002/A1:2005

 

 

CEN

EN 10217-3:2002

Gelaste stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 3: Buizen van gelegeerd fijnkorrelig staal

 

EN 10217-3:2002/A1:2005

 

 

CEN

EN 10217-4:2002

Gelaste stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 4: Elektrisch gelaste buizen van ongelegeerd staal met eigenschappen gespecificeerd bij lage temperatuur

 

EN 10217-4:2002/A1:2005

 

 

CEN

EN 10217-5:2002

Gelaste stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 5: Onderpoedergelaste buizen van ongelegeerd en gelegeerd staal met eigenschappen gespecificeerd bij verhoogde temperatuur

 

EN 10217-5:2002/A1:2005

 

 

CEN

EN 10217-6:2002

Gelaste stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 6: Onderpoedergelaste buizen van ongelegeerd staal met eigenschappen gespecificeerd bij lage temperatuur

 

EN 10217-6:2002/A1:2005

 

 

CEN

EN 10217-7:2005

Gelaste stalen buizen voor toepassingen onder druk — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 7: Corrosievaste stalen buizen

 

CEN

EN 10222-1:1998

Smeedstukken van staal voor drukvaten — Deel 1: Algemene eisen voor vrij smeedwerk

 

EN 10222-1:1998/A1:2002

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2002)

CEN

EN 10222-2:1999

Smeedstukken van staal voor drukvaten — Deel 2: Ferritische en martensitische staalsoorten met gespecificeerde eigenschappen bij verhoogde temperatuur

 

EN 10222-2:1999/AC:2000

 

 

CEN

EN 10222-3:1998

Smeedstukken van staal voor drukvaten — Deel 3: Nikkel staal met eigenschappen bij lage temperatuur

 

CEN

EN 10222-4:1998

Smeedstukken van staal voor drukvaten — Deel 4: Lasbaar fijnkorrelig staal met een hoge sterktegrens

 

EN 10222-4:1998/A1:2001

Noot 3

Datum verstreken

(31.1.2002)

CEN

EN 10222-5:1999

Smeedstukken van staal voor drukvaten — Deel 5: Martensitische, austenitische en austenitisch-ferritisch corrosievaste staalsoorten

 

EN 10222-5:1999/AC:2000

 

 

CEN

EN 10253-2:2007

Pijpfittings voor lassen — Deel 2: Ongelegeerd staal en staalsoorten van ferritische legeringen met bijzondere beproevingseisen

 

CEN

EN 10253-4:2008

Pijpfittings voor lassen — Deel 4: Smeedbaar austenitisch en austenitische-ferritische (duplex) corrosievast staal met specifieke keuringseisen

 

CEN

EN 10269:1999

Staalsoorten en nikkellegeringen voor bevestigingsartikelen met gespecificeerde eigenschappen van verhoogde en/of lage temperaturen

 

EN 10269:1999/A1:2006

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2006)

EN 10269:1999/A1:2006/AC:2006

 

 

CEN

EN 10305-4:2003

Stalen buizen voor nauwkeurige toepassingen — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 4: Naadloze koudgetrokken buizen voor hydraulische en pneumatische toepassingen

 

CEN

EN 10305-6:2005

Stalen buizen voor nauwkeurige toepassingen — Technische leveringsvoorwaarden — Deel 6: Gelaste koudgetrokken buizen voor hydraulische en pneumatische toepassingen

 

CEN

EN ISO 10931:2005

Kunststofleidingssystemen voor industriële toepassingen — Polyvinylidenefluoride (PVDF) — Specificaties voor onderdelen en het leidingssysteem (ISO 10931:2005)

 

CEN

EN 12178:2003

Koelsystemen en warmtepompen — Vloeistofniveau-indicatoren — Eisen, beproeving en merken

 

CEN

EN 12263:1998

Koelsystemen en warmtepompen — Veiligheidsschakelinrichtingen voor drukbegrenzing — Eisen en beproevingen

 

CEN

EN 12266-1:2003

Industriële afsluiters — Beproeving van afsluiters — Deel 1: Beproevingen, beproevingsprocedures en acceptatiecriteria waaraan iedere afsluiter moet voldoen

 

CEN

EN 12284:2003

Koelsystemen en warmtepompen — Afsluiters — Eisen, beproevingen en merken

 

CEN

EN 12288:2003

Industriële afsluiters — Schuifafsluiters van koperlegeringen

 

CEN

EN 12334:2001

Industriële afsluiters — Terugslagkleppen van gietijzer

 

EN 12334:2001/A1:2004

Noot 3

Datum verstreken

(28.2.2005)

EN 12334:2001/AC:2002

 

 

CEN

EN 12392:2000

Aluminium en aluminiumlegeringen — Geknede producten — Bijzondere eisen voor producten bestemd voor de vervaardiging van drukvaten

 

CEN

EN 12420:1999

Koper en koperlegeringen — Smeedstukken

 

CEN

EN 12434:2000

Cryogene vaten — Slangen voor cryogene toepassing

 

EN 12434:2000/AC:2001

 

 

CEN

EN 12451:1999

Koper en koperlegeringen — Naadloze, ronde buizen voor warmtewisselaars

 

CEN

EN 12452:1999

Koper en koperlegeringen — Naadloze, gewalste buizen met ribben voor warmtewisselaars

 

CEN

EN 12516-1:2005

Industriële afsluiters — Ontwerpsterkte van de behuizing — Deel 1: Tabellarsische methode voor de behuizing van stalen afsluiters

 

EN 12516-1:2005/AC:2007

 

 

CEN

EN 12516-2:2004

Industriële afsluiters — Ontwerpsterkte van de behuizing — Deel 2: Berekeningsmethode voor de behuizing van stalen afsluiters

 

CEN

EN 12516-3:2002

Afsluiters — Ontwerpsterkte van de behuizing — Deel 3: Experimentele methode

 

EN 12516-3:2002/AC:2003

 

 

CEN

EN 12516-4:2008

Industriële afsluiters — Ontwerpsterkte van de behuizing — Deel 4: Berekeningsmethode voor industriële afsluiters gefabriceerd in metalen anders dan staal

 

CEN

EN 12542:2002

Niet-verplaatsbare, gelaste cilindrische stalen tanks voor LPG met een inhoud niet groter dan 13 m3, en voor bovengrondse installaties — Ontwerp en fabricage

 

EN 12542:2002/A1:2004

Noot 3

Datum verstreken

(31.5.2005)

CEN

EN 12735-1:2001

Koper en koperlegeringen — Naadloze, ronde buizen voor luchtbehandeling en koeling — Deel 1: Buizen voor leidingsystemen

 

EN 12735-1:2001/A1:2005

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2005)

CEN

EN 12735-2:2001

Koper en koperlegeringen — Naadloze, ronde buizen voor luchtbehandeling en koeling — Deel 2: Buizen voor apparaten

 

EN 12735-2:2001/A1:2005

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2005)

CEN

EN 12778:2002

Kookgerei — Snelkookpannen voor huishoudelijk gebruik

 

CEN

EN 12952-1:2001

Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 1: Algemeen

 

CEN

EN 12952-2:2001

Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 2: Materialen voor onderdelen onder druk voor ketels en hulpstukken

 

CEN

EN 12952-3:2001

Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 3: Ontwerp en berekening voor drukdelen

 

CEN

EN 12952-5:2001

Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 5: Verwerking en constructie van drukdelen van de ketel

 

CEN

EN 12952-6:2002

Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 6: Keuring tijdens de constructie, documentatie en merken van onderdelen onder druk voor ketels

 

CEN

EN 12952-7:2002

Ketels met pijpen en hulpapparatuur — Deel 7: Eisen voor apparatuur voor de ketel

 

CEN

EN 12952-8:2002

Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 8: Eisen voor stookinstallaties voor vloeibare en gasvormige brandstoffen voor ketels

 

CEN

EN 12952-9:2002

Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 9: Eisen voor stookinstallaties voor verpoederde vaste brandstoffen voor de ketel

 

CEN

EN 12952-10:2002

Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 10: Eisen voor beveiliging tegen overdruk

 

CEN

EN 12952-11:2007

Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 11: Eisen voor begrenzingsinrichtingen voor de ketels en toebehoren

 

CEN

EN 12952-14:2004

Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 14: Eisen voor rookgas DENOX-systemen met gebruik van vloeibare onder druk staande ammoniak- en ammoniawateroplossing

 

CEN

EN 12952-16:2002

Ketels met pijpen en hulpinstallaties — Deel 16: Eisen voor wervelbed- en roosterstookinstallaties voor vaste brandstoffen voor de ketel

 

CEN

EN 12953-1:2002

Vlampijpketels — Deel 1: Algemeen

 

CEN

EN 12953-2:2002

Vlampijpketels — Deel 2: Materialen voor drukdelen voor ketels en hulpstukken

 

CEN

EN 12953-3:2002

Vlampijpketels — Deel 3: Ontwerp en berekening voor drukonderdelen

 

CEN

EN 12953-4:2002

Vlampijpketels — Deel 4: Vakmanschap en constructie van drukdelen voor ketels

 

CEN

EN 12953-5:2002

Vlampijpketels — Deel 5: Inspectie gedurende constructie, documentatie en merken van drukdelen voor ketels

 

CEN

EN 12953-6:2002

Vlampijpketels — Deel 6: Eisen voor uitrusting voor de ketels

 

CEN

EN 12953-7:2002

Vlampijpketels — Deel 7: Eisen voor stookinstallaties voor vloeibare en gasvormige brandstoffen voor ketels

 

CEN

EN 12953-8:2001

Vlampijpketels — Deel 8: Eisen voor beveiligingen tegen overdruk

 

CEN

EN 12953-9:2007

Vlampijpketels — Deel 9: Eisen voor begrenzingsinrichtingen en toebehoren

 

CEN

EN 12953-12:2003

Vlampijpketels — Deel 12: Eisen voor roosterstookinstallaties voor vaste brandstoffen voor de ketel

 

CEN

EN 13121-1:2003

Bovengrondse tanks en vaten van met glasvezel versterkte kunststoffen (GVK) — Deel 1: Ruwe materialen — Specifieke voorwaarden en gebruiksvoorwaarden

 

CEN

EN 13121-2:2003

Bovengrondse tanks en vaten van met glasvezel versterkte kunststoffen (GVK) — Deel 2: Samengestelde materialen — Chemische weerstand

 

CEN

EN 13133:2000

Hardsolderen — Kwalificeren van de soldeerder

 

CEN

EN 13134:2000

Hardsolderen — Goedkeuring van de procedure

 

CEN

EN 13136:2001

Koelsystemen en warmtepompen — Overdrukbeveiligingen en hun bijbehorende leidingen — Berekeningsmethode

 

EN 13136:2001/A1:2005

Noot 3

Datum verstreken

(31.12.2005)

CEN

EN 13175:2003+A2:2007

LPG materieel en toebehoren — Specificaties en beproeving van LPG tankafsluiters en hulpstukken

EN 13175:2003

Datum verstreken

(30.9.2007)

CEN

EN 13348:2001

Koper en koperlegeringen — Naadloze, ronde koperen buizen voor medische gassen of vacuum

 

EN 13348:2001/A1:2005

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2005)

CEN

EN 13371:2001

Cryogene vaten — Koppelingen voor cryogeen gebruik

 

CEN

EN 13397:2001

Industriële afsluiters — Membraanafsluiters gemaakt van metalen

 

CEN

EN 13445-1:2002

Niet aan vlambelasting blootgestelde drukvaten — Deel 1: Algemeen

 

EN 13445-1:2002/A1:2007

Noot 3

Datum verstreken

(31.12.2007)

EN 13445-1:2002/A2:2006

Noot 3

Datum verstreken

(30.6.2007)

EN 13445-1:2002/A3:2007

Noot 3

Datum verstreken

(29.2.2008)

CEN

EN 13445-2:2002

Niet aan vlambelasting blootgestelde drukvaten — Deel 2: Materialen

 

EN 13445-2:2002/A1:2007

Noot 3

Datum verstreken

(31.12.2007)

EN 13445-2:2002/A2:2006

Noot 3

Datum verstreken

(30.6.2007)

CEN

EN 13445-3:2002

Niet aan vlambelasting blootgestelde drukvaten — Deel 3: Ontwerp

 

EN 13445-3:2002/A1:2007

Noot 3

Datum verstreken

(31.12.2007)

EN 13445-3:2002/A2:2007

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2007)

EN 13445-3:2002/A3:2007

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2007)

EN 13445-3:2002/A4:2005

Noot 3

Datum verstreken

(31.1.2006)

EN 13445-3:2002/A5:2005

Noot 3

Datum verstreken

(15.8.2006)

EN 13445-3:2002/A6:2006

Noot 3

Datum verstreken

(31.8.2006)

EN 13445-3:2002/A8:2006

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2006)

EN 13445-3:2002/A10:2008

Noot 3

30.9.2008

EN 13445-3:2002/A11:2006

Noot 3

Datum verstreken

(30.6.2007)

EN 13445-3:2002/A17:2007

Noot 3

Datum verstreken

(30.4.2007)

CEN

EN 13445-4:2002

Niet aan vlambelasting blootgestelde drukvaten — Deel 4: Fabricage

 

EN 13445-4:2002/A2:2006

Noot 3

Datum verstreken

(30.6.2007)

CEN

EN 13445-5:2002

Niet aan vlambelasting blootgestelde drukvaten — Deel 5: Inspectie en beproeving

 

EN 13445-5:2002/A1:2007

Noot 3

Datum verstreken

(31.12.2007)

EN 13445-5:2002/A2:2005

Noot 3

Datum verstreken

(31.12.2005)

EN 13445-5:2002/A3:2006

Noot 3

Datum verstreken

(30.11.2006)

EN 13445-5:2002/A4:2006

Noot 3

Datum verstreken

(30.6.2007)

EN 13445-5:2002/A5:2006

Noot 3

Datum verstreken

(28.2.2007)

CEN

EN 13445-6:2002

Niet aan vlambelasting blootgestelde drukvaten — Deel 6: Eisen voor het ontwerp en de fabricage van drukvaten en vatonderdelen gemaakt van nodulair gietijzer

 

EN 13445-6:2002/A1:2004

Noot 3

Datum verstreken

(31.10.2004)

EN 13445-6:2002/A2:2006

Noot 3

Datum verstreken

(30.6.2007)

CEN

EN 13445-8:2006

Niet aan vlambelasting blootgestelde drukvaten — Deel 8: Aanvullende eisen voor drukvaten van aluminium of aluminiumlegeringen

 

CEN

EN 13458-1:2002

Cryogene vaten — Vacuum geïsoleerde statische vaten — Deel 1: Fundamentele eisen

 

CEN

EN 13458-2:2002

Cryogene vaten — Vacuüm geïsoleerde statische vaten — Deel 2: Ontwerp, fabricage, inspectie en beproeving

 

EN 13458-2:2002/AC:2006

 

 

CEN

EN 13458-3:2003

Cryogene vaten — Vacuüm geïsoleerde statische vaten — Deel 3: Operationele eisen

 

EN 13458-3:2003/A1:2005

Noot 3

Datum verstreken

(31.12.2005)

CEN

EN 13480-1:2002

Metalen industriële leidingsystemen — Deel 1: Algemeen

 

EN 13480-1:2002/A1:2005

Noot 3

Datum verstreken

(31.12.2005)

CEN

EN 13480-2:2002

Metalen industriële leidingsystemen — Deel 2: Materialen

 

CEN

EN 13480-3:2002

Metalen industriële leidingsystemen — Deel 3: Ontwerp en berekening

 

EN 13480-3:2002/A1:2005

Noot 3

Datum verstreken

(28.2.2006)

EN 13480-3:2002/A2:2006

Noot 3

Datum verstreken

(31.5.2007)

CEN

EN 13480-4:2002

Metalen industriële leidingsystemen — Deel 4: Fabricage en installatie

 

CEN

EN 13480-5:2002

Metalen industriële leidingsystemen — Deel 5: Inspectie en beproeven

 

CEN

EN 13480-6:2004

Metalen industriële leidingsystemen — Deel 6: Aanvullende eisen voor ondergrondse pijpleidingen

 

EN 13480-6:2004/A1:2005

Noot 3

Datum verstreken

(30.6.2006)

CEN

EN 13480-8:2007

Metalen industriële leidingsystemen — Deel 8: Aanvullende eisen voor leidingen van aluminium en aluminiumlegeringen

 

CEN

EN 13611:2007

Veiligheids- en regelinrichtingen voor gasbranders en gasverbruikstoestellen — Algemene eisen

 

CEN

EN 13648-1:2002

Cryogene vaten — Veiligheidsvoorzieningen tegen ontoelaatbare overdruk — Deel 1: Veiligheidskleppen voor cryogeen gebruik

 

CEN

EN 13648-2:2002

Cryogene vaten — Veiligheidsvoorzieningen tegen ontoelaatbare overdruk — Deel 2: Veiligheidvoorzieningen met een breekplaat voor cryogeen gebruik

 

CEN

EN 13648-3:2002

Cryogene vaten — Veiligheidsvoorzieningen voor de bescherming tegen ontoelaatbare overdruk — Deel 3: Bepaling van de benodigde afvoercapaciteit — Maten voor overdrukbeveiligingen

 

CEN

EN 13709:2002

Industriële afsluiters — Stalen klepafsluiters en afsluitbare terugslagkleppen

 

CEN

EN 13789:2002

Industriële afsluiters — Gietijzeren klepafsluiters

 

CEN

EN 13799:2002

Inhoudsmeters voor LPG-tanks

 

EN 13799:2002/AC:2007

 

 

CEN

EN 13835:2002

Gieterijtechniek — Austenitisch gietijzer

 

EN 13835:2002/A1:2006

 

 

CEN

EN 13923:2005

Met vezel gewikkelde GVK drukvaten — Materialen, ontwerp, vervaardiging en beproeving

 

CEN

EN 14071:2004

Drukontlastkleppen voor LPG-tanks — Aanvullende apparatuur

 

CEN

EN 14075:2002

Niet-verplaatsbare, gelaste, stalen cilindrische tanks voor LPG met een inhoud niet groter dan 13 m3 en voor installatie ondergronds — Ontwerp en fabricage

 

EN 14075:2002/A1:2004

Noot 3

Datum verstreken

(30.6.2005)

CEN

EN 14129:2004

Drukontlastkleppen voor LPG-tanks

 

CEN

EN 14197-1:2003

Cryogene vaten — Niet-verplaatsbare niet-vacuüm geïsoleerde vaten — Deel 1: Basiseisen

 

CEN

EN 14197-2:2003

Cryogene vaten — Niet-verplaatsbare niet-vacuüm geïsoleerde vaten — Deel 2: Ontwerp, fabricage, inspectie en beproeven

 

EN 14197-2:2003/A1:2006

Noot 3

Datum verstreken

(28.2.2007)

EN 14197-2:2003/AC:2006

 

 

CEN

EN 14197-3:2004

Cryogene vaten — Niet-verplaatsbare niet-vacuüm geïsoleerde vaten — Deel 3: Operationele eisen

 

EN 14197-3:2004/A1:2005

Noot 3

Datum verstreken

(31.12.2005)

EN 14197-3:2004/AC:2004

 

 

CEN

EN 14222:2003

Vlampijpketels van corrosievast staal

 

CEN

EN 14276-1:2006

Drukapparatuur voor koelsystemen en warmtepompen — Deel 1: Drukvaten — Algemene eisen

 

CEN

EN 14341:2006

Industriële afsluiters — Stalen terugslagkleppen

 

CEN

EN 14359:2006

Met gas geladen accumulatoren voor hydraulische en pneumatische toepassingen

 

CEN

EN 14382:2005

Veiligheidsvoorzieningen voor gasdrukregelstations en -installaties — Gasveiligheidsafsluiters voor inlaatdrukken tot 100 bar

 

CEN

EN 14570:2005

Uitrusting voor bovengrondse en ondergrondse LPG-tanks

 

EN 14570:2005/A1:2006

Noot 3

Datum verstreken

(31.8.2006)

CEN

EN 14585-1:2006

Gegolfde metalen slangassemblages voor toepassingen onder druk — Deel 1: Eisen

 

CEN

EN ISO 15493:2003

Kunststofleidingsystemen voor industriële toepassingen — ABS, PVC-U en PVC-C — Specificaties voor onderdelen en leidingsystemen — Metrische reeks (ISO 15493:2003)

 

CEN

EN ISO 15494:2003

Kunststofleidingsystemen voor industriële toepassingen — Polybuteen (PB), polyetheen (PE) en polypropeen (PP) — Specificaties voor onderdelen en leidingsystemen — Metrische reeks (ISO 15494:2003)

 

CEN

EN ISO 15613:2004

Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen — Goedkeuring op basis van een lasproef voor aanvang van de productie (ISO 15613:2004)

 

CEN

EN ISO 15614-1:2004

Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen — Lasmethodebeproeving — Deel 1: Boog- en autogeenlassen van staal en booglassen van nikkel en nikkellegeringen (ISO 15614-1:2004)

 

EN ISO 15614-1:2004/A1:2008

Noot 3

31.8.2008

CEN

EN ISO 15614-2:2005

Beschrijven en goedkeuren van lasmethodes voor metalen — Lasmethodebeproeving — Deel 2: Booglassen van aluminium en zijn legeringen (ISO 15614-2:2005)

 

CEN

EN ISO 15614-4:2005

Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen — Lasmethodebeproeving — Deel 4: Reparatielassen van aluminiumgietstukken (ISO 15614-4:2005)

 

CEN

EN ISO 15614-5:2004

Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen — Lasmethodebeproeving — Deel 5: Booglassen van titanium, zirkoon en hun legeringen (ISO 15614-5:2004)

 

CEN

EN ISO 15614-6:2006

Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen — Lasmethodebeproeving — Deel 6: Booglassen van koper en zijn legeringen (ISO 15614-6:2006)

 

CEN

EN ISO 15614-7:2007

Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen — Lasmethodebeproeving — Deel 7: Deklaaglassen (ISO 15614-7:2007)

 

CEN

EN ISO 15614-8:2002

Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen — Lasmethodebeproeving — Deel 8: Lassen van pijpen aan pijp-plaatverbindingen (ISO 15614-8:2002)

 

CEN

EN ISO 15614-11:2002

Beschrijven en goedkeuren van lasmethoden voor metalen — Lasmethodebeproeving — Deel 11: Elektronenbundel- en laserlassen (ISO 15614-11:2002)

 

CEN

EN ISO 15620:2000

Lassen — Wrijvingslassen van metalen (ISO 15620:2000)

 

CEN

EN ISO 16135:2006

Industriële afsluiters — Kogelkranen van thermoplastische materialen (ISO 16135:2006)

 

CEN

EN ISO 16136:2006

Industriële afsluiters — Vlinderkleppen van thermoplastische materialen (ISO 16136:2006)

 

CEN

EN ISO 16137:2006

Industriële afsluiters — Terugslagkleppen van thermoplastische materialen (ISO 16137:2006)

 

CEN

EN ISO 16138:2006

Industriële afsluiters — Membraanafsluiters van thermoplastische materialen (ISO 16138:2006)

 

CEN

EN ISO 16139:2006

Industriële afsluiters — Schuifafsluiters van thermoplastische materialen (ISO 16139:2006)

 

CEN

EN ISO 21787:2006

Industriële afsluiters — Klepafsluiters van thermoplastische materialen (ISO 21787:2006)

 

Noot 1

In het algemeen is de datum waarop het vermoeden van overeenstemming ten aanzien van de vervangen norm vervalt, de door de Europese normalisatie-instituten vastgestelde datum van intrekking, maar gebruikers van de norm worden erop gewezen dat dit in bepaalde uitzonderlijke gevallen anders kan zijn.

Noot 3

In het geval van wijzigingsbladen is de norm waarnaar verwezen wordt EN CCCCC:YYYY, de voorafgaande wijzigingsbladen, indien die er zijn, en het nieuw genoemde wijzigingsblad. De vervangen norm (kolom 4) bestaat daarom uit EN CCCCC:YYYY en de voorafgaande wijzigingsbladen, indien die er zijn, maar zonder het nieuw genoemde wijzigingsblad. Op genoemde datum eindigt het vermoeden van overeenstemming met de essentiële eisen van de richtlijn van de vervangen norm.

Waarschuwing:

iedere informatie betreffende de beschikbaarheid van de normen kan verkregen worden ofwel bij de Europese normalisatie-instellingen ofwel bij de nationale normalisatie-instellingen waarvan de lijst een bijlage is bij de Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) gewijzigd door Richtlijn 98/48/EG (3);

de publicatie van de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie houdt niet in dat de normen beschikbaar zijn in alle talen van de Gemeenschap;

deze lijst vervangt de vorige lijsten die in het Publicatieblad van de Europese Unie gepubliceerd werden. De Commissie zal er zorg voor dragen dat de huidige lijst regelmatig wordt bijgewerkt.

Meer informatie kunt u vinden op Europa:

http://ec.europa.eu/enterprise/newapproach/standardization/harmstds/


(1)  ESO: Europese Normalisatie Organisatie:

CEN: rue de Stassart 36, B-1050 Brussel, tel. (32-2) 550 08 11, fax (32-2) 550 08 19 (http://www.cen.eu)

CENELEC: rue de Stassart 35, B-1050 Brussel, tel. (32-2) 519 68 71, fax (32-2) 519 69 19 (http://www.cenelec.org)

ETSI: 650, route des Lucioles, F-06921 Sophia Antipolis, tel. (33) 492 94 42 00, fax (33) 493 65 47 16 (http://www.etsi.org).

(2)  PB L 204 van 21.7.1998, blz. 37.

(3)  PB L 217 van 5.8.1998, blz. 18.


6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/42


Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad

Het opleggen van openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten tussen Ostrava (OSR) en Brussel (BRU)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/C 111/11)

1.

Overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes heeft Tsjechië openbaredienstverplichtingen opgelegd met betrekking tot geregelde luchtdiensten tussen de luchthavens van Ostrava (OSR) en Brussel (BRU).

2.

De volgende openbaredienstverplichtingen worden opgelegd:

Minimumfrequentie per week en route

Luchthaven Ostrava Leoš Janáček (OSR/LKMT)-Luchthaven Brussel (BRU/EBBR): 3 retourvluchten per week.

Te gebruiken vliegtuigen

De diensten moeten worden uitgevoerd met een vliegtuig met drukcabine met een capaciteit van ten minste 30 zitplaatsen.

Continuïteit van de dienstverlening

Behalve ingeval van overmacht, zoals weersomstandigheden, stakingen of door luchthavens opgelegde operationele beperkingen, mag gedurende de hele exploitatieperiode niet meer dan 2 % van het aantal normaal aangeboden vluchten op afzonderlijke routes worden geannuleerd.

Dienstregeling en verbindingen

Ten minste 70 % van de verbindingen waarop de openbaredienstverplichtingen van toepassing zijn, moet verzekerd worden via een rechtstreekse vlucht.

De eerste vlucht vanuit de luchthaven Leoš Janáček van Ostrava mag niet vertrekken voor 4.30 uur plaatselijke tijd, de laatste vlucht mag niet later toekomen dan 23.55 uur plaatselijke tijd.

Code sharing (twee of meer codes voor één enkele vlucht) is toegestaan voor de individuele deelnemers.

Samenwerking met andere luchtvaartmaatschappijen in de vorm van een interline-overeenkomst is geen absolute vereiste, maar is toegestaan.

Tarieven

Het maximumtarief voor één enkele vlucht op de route OSR-BRU bedraagt 200 EUR.

Dit maximumtarief geldt voor een vlucht in economy class exclusief belasting over de toegevoegde waarde.

Het Global Reservation System voor luchtvaartreserveringen moet worden gebruikt.


6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/43


Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad

Het opleggen van openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten tussen Ostrava (OSR) en Amsterdam (AMS)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/C 111/12)

1.

Overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes heeft Tsjechië openbaredienstverplichtingen opgelegd met betrekking tot geregelde luchtdiensten tussen de luchthavens van Ostrava (OSR) en Amsterdam (AMS).

2.

De volgende openbaredienstverplichtingen worden opgelegd:

Minimumfrequentie per week en route

Luchthaven Ostrava Leoš Janáček (OSR/LKMT)-Luchthaven Amsterdam Schiphol (AMS/EHAM): 2 retourvluchten per week.

Te gebruiken vliegtuigen

De diensten moeten worden uitgevoerd met een vliegtuig met drukcabine met een capaciteit van ten minste 30 zitplaatsen.

Continuïteit van de dienstverlening

Behalve ingeval van overmacht, zoals weersomstandigheden, stakingen of door luchthavens opgelegde operationele beperkingen, mag gedurende de hele exploitatieperiode niet meer dan 2 % van het aantal normaal aangeboden vluchten op afzonderlijke routes worden geannuleerd.

Dienstregeling en verbindingen

Ten minste 70 % van de verbindingen waarop de openbaredienstverplichtingen van toepassing zijn, moet verzekerd worden via een rechtstreekse vlucht.

De eerste vlucht vanuit de luchthaven Leoš Janáček van Ostrava mag niet vertrekken voor 4.30 uur plaatselijke tijd, de laatste vlucht mag niet later toekomen dan 23.55 uur plaatselijke tijd.

Code sharing (twee of meer codes voor één enkele vlucht) is toegestaan voor de individuele deelnemers.

Samenwerking met andere luchtvaartmaatschappijen in de vorm van een interline-overeenkomst is geen absolute vereiste, maar is toegestaan.

Tarieven

Het maximumtarief voor één enkele vlucht op de route OSR-AMS bedraagt 200 EUR.

Dit maximumtarief geldt voor een vlucht in economy class exclusief belasting over de toegevoegde waarde.

Het Global Reservation System voor luchtvaartreserveringen moet worden gebruikt.


6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/44


Mededeling van de Commissie overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad

Het opleggen van openbaredienstverplichtingen met betrekking tot geregelde luchtdiensten tussen Ostrava (OSR) en Londen (LTN)

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/C 111/13)

1.

Overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad van 23 juli 1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes heeft Tsjechië openbaredienstverplichtingen opgelegd met betrekking tot geregelde luchtdiensten tussen de luchthavens van Ostrava (OSR) en Londen (LTN).

2.

De volgende openbaredienstverplichtingen worden opgelegd:

Minimumfrequentie per week en route

Luchthaven Ostrava Leoš Janáček (OSR/LKMT) — Luchthaven Londen — Luton (LTN/EGGW): 5 retourvluchten per week.

Te gebruiken vliegtuigen

De diensten moeten worden uitgevoerd met een vliegtuig met drukcabine met een capaciteit van ten minste 30 zitplaatsen.

Continuïteit van de dienstverlening

Behalve ingeval van overmacht, zoals weersomstandigheden, stakingen of door luchthavens opgelegde operationele beperkingen, mag gedurende de hele exploitatieperiode niet meer dan 2 % van het aantal normaal aangeboden vluchten op afzonderlijke routes worden geannuleerd.

Dienstregeling en verbindingen

Ten minste 70 % van de verbindingen waarop de openbaredienstverplichtingen van toepassing zijn, moet verzekerd worden via een rechtstreekse vlucht.

De eerste vlucht vanuit de luchthaven Leoš Janáček van Ostrava mag niet vertrekken voor 4.30 uur plaatselijke tijd, de laatste vlucht mag niet later toekomen dan 23.55 uur plaatselijke tijd.

Code sharing (twee of meer codes voor één enkele vlucht) is toegestaan voor de individuele deelnemers.

Samenwerking met andere luchtvaartmaatschappijen in de vorm van een interline-overeenkomst is geen absolute vereiste, maar is toegestaan.

Tarieven

Het maximumtarief voor één enkele vlucht op de route OSR-LTN bedraagt 200 EUR.

Dit maximumtarief geldt voor een vlucht in economy class exclusief belasting over de toegevoegde waarde.

Het Global Reservation System voor luchtvaartreserveringen moet worden gebruikt.


V Bekendmakingen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Commissie

6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/45


Uitnodiging tot het indienen van voorstellen in het kader van het werkprogramma „Capaciteiten” van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebiedvan onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie

(2008/C 111/14)

Hierbij wordt kennis gegeven van de lancering van een uitnodiging tot het indienen van voorstellen in het kader van het werkprogramma „Capaciteiten” van het zevende kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (2007 tot 2013).

Er worden voorstellen ingewacht voor de volgende uitnodiging.

Specifiek programma „Capaciteiten”:

Deel

:

Onderzoeksinfrastructuren

Identificatiecode van de uitnodiging

:

FP7-INFRASTRUCTURES-2008-2

Deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen heeft betrekking op het bij Besluit C(2007) 5759 van de Commissie van 29 november 2007 aangenomen werkprogramma.

Informatie over het budget, de termijnen en de uitvoeringsregels betreffende de uitnodiging, het werkprogramma en de leidraad voor de indiening van voorstellen is beschikbaar via de CORDIS-website: http://cordis.europa.eu/fp7/calls/


Europees Milieuagentschap

6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/46


Oproep tot het indienen van blijken van belangstelling (2008) voor deskundigen voor het lidmaatschap van het Wetenschappelijk Comité van het Europees Milieuagentschap (EMA)

(2008/C 111/15)

Het Europees Milieuagentschap

Het hoofddoel van het Europees Milieuagentschap (EMA) is duurzame ontwikkeling te ondersteunen en bij te dragen tot significante, meetbare verbeteringen van het milieu in Europa door het verstrekken van tijdige, doelgerichte, relevante en betrouwbare informatie aan beleidsmakers en burgers.

Het EMA verzamelt en verspreidt gegevens en informatie via het Europees Informatie- en Observatienetwerk (Eionet). Eionet is een samenwerkingsverband van het EMA en zijn 32 lidstaten. Het netwerk verbindt national focal points (NFP's) in de EU en andere samenwerkende landen, Europese thematische centra (European topic centres — ETC's), nationale contactpunten (national reference centres — NRC's) en deskundigen van de Commissie.

De werkzaamheden van het EMA omvatten onder meer het verzamelen en analyseren van gemeenschappelijke milieugegevens die afkomstig zijn van de diensten van de Europese Commissie, de EMA-lidstaten, internationale organisaties, conventies en overeenkomsten, het geven van beleidsrelevante adviezen en het beschikbaar stellen van deze informatie aan een breed publiek.

Het EMA organiseert deze oproep (EEA/SC/2008/001-014) voor de benoeming van negen leden van het Wetenschappelijk Comité met deskundigheid op de beleidsterreinen die onder deze oproep vallen.

De rol van het Wetenschappelijk Comité van het EMA

Het Wetenschappelijk Comité (SC) staat de raad van bestuur en de directeur van het EMA bij met wetenschappelijk en professioneel advies over alle wetenschappelijke vraagstukken op de werkterreinen van het EMA.

Dit Wetenschappelijk Comité van het EMA werd opgericht volgens artikel 10 van Verordening (EEG) nr. 1210/90 van de Raad van 7 mei 1990 inzake de oprichting van het Europees Milieuagentschap en het Europees milieuobservatie en -informatienetwerk (Eionet). De belangrijkste taak van het Wetenschappelijk Comité bestaat in het verstrekken van adviezen over de jaarlijkse en meerjarenwerkprogramma's van het Agentschap, over de werving van wetenschappelijke medewerkers en over elke wetenschappelijke aangelegenheid die met de werkzaamheden van het EMA verband houdt.

Reikwijdte van de oproep

De onderstaande onderwerpen worden gezien als belangrijke werkterreinen van het Wetenschappelijk Comité van het EMA:

1.

atmosferische processen, luchtvervuiling, strategieën ter beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering;

2.

biodiversiteit;

3.

bedrijfsleven en milieubewust ondernemerschap;

4.

ecologische economie;

5.

energie (incl. beperkings- en aanpassingsstrategieën);

6.

geschiedenis van het milieu;

7.

europese en internationale milieuwetgeving;

8.

zoetwater (incl. grondwater);

9.

geïntegreerde milieubeoordeling en -indicatoren;

10.

ruimtelijke ordening en beheer van natuurlijke hulpbronnen;

11.

landbouw;

12.

ecosystemen op aarde, incl. bodem, bossen, graslanden;

13.

moderne technologieën (incl. nanotechnologieën, GGO, etc.);

14.

transport en milieu.

Samenstelling van het Wetenschappelijk Comité van het EMA

Het Wetenschappelijk Comité van het EMA bestaat uit onafhankelijke, uit de 32 lidstaten van het EMA afkomstige wetenschappers, die alle voor de werkterreinen van het Agentschap relevante milieusectoren bestrijken. De leden van het Wetenschappelijk Comité worden geworven via een open sollicitatieprocedure.

De voorzitter en de twee vice-voorzitters worden uit de leden van het Wetenschappelijk Comité gekozen.

Het Wetenschappelijk Comité bestaat uit maximaal 20 deskundigen.

Het wordt op prijs gesteld als de deskundigen in het comité niet alleen een grondige kennis hebben van hun specialisatie, maar ook van een of meer milieuvakgebieden, waardoor binnen het comité een zo breed mogelijk scala aan disciplines vertegenwoordigd is.

Deelname aan vergaderingen

De leden van het Wetenschappelijk Comité dienen regelmatig aan de vergaderingen van het comité deel te nemen — ten minste drie keer per jaar. Vergaderingen van het Wetenschappelijk Comité worden doorgaans in het kantoorgebouw van het EMA in Kopenhagen gehouden.

De leden van het Wetenschappelijk Comité krijgen geen salaris, maar hebben recht op een onkostenvergoeding voor elke volledige vergaderdag. Zij ontvangen ook een reiskosten- en dagvergoeding in overeenstemming met het beleid van het Agentschap voor de vergoeding van reis- en verblijfkosten.

De voorzitter en rapporteurs hebben recht op een vergoeding ter dekking van aan de coördinatie van ontwerpadviezen verbonden kosten.

Voorwaarden

Kandidaten dienen:

een universitaire opleiding te hebben afgerond op een relevant wetenschappelijk gebied, bij voorkeur afgesloten met een proefschrift;

ten minste 10 jaar beroepservaring te hebben opgedaan op een niveau dat aansluit op genoemde kwalificatie;

onderdaan te zijn van een van de bij het EMA aangesloten landen (lidstaten van de Europese Unie plus IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Zwitserland en Turkije).

Selectiecriteria

Sollicitaties van kandidaten die aan de voorwaarden voldoen, zullen worden getoetst aan de hand van de volgende criteria:

ervaring met de uitvoering van wetenschappelijke analyses en/of verstrekking van wetenschappelijk advies op de vereiste vakgebieden en specialisaties;

ervaring met intercollegiale toetsing van wetenschappelijk werk en publicaties, bij voorkeur op de vakgebieden van het EMA;

het vermogen om complexe informatie en dossiers te analyseren en om ontwerpen van wetenschappelijke adviezen en verslagen op te stellen;

bekwaamheid op het gebied van kwaliteitsborging;

aantoonbare wetenschappelijke prestaties op topniveau op het door de sollicitant bestreken gebied;

beroepservaring in een multidisciplinaire omgeving, bij voorkeur in internationaal verband;

goede kennis van het Engels is een pre, aangezien dit de werktaal binnen het comité is; vaardigheid in de omgang met moderne, elektronische middelen voor uitwisseling van documenten en voor communicatie strekt tot aanbeveling, gezien het voornemen van het Agentschap om hier optimaal gebruik van te maken.

De uitvoerend directeur kan voor de evaluatie van de beroepservaring van de kandidaten een beroep doen op een panel van deskundigen.

Benoeming, mandaat en reservelijst

De deskundigen die het meest aan bovenstaande criteria voldoen, zullen worden benoemd voor een periode van vier jaar, die eenmaal met maximaal vier jaar kan worden verlengd.

Deskundigen die voldoen aan de voorwaarden voor lidmaatschap maar niet worden benoemd, zullen op een reservelijst worden geplaatst. De reservelijst kan worden gebruikt voor vergelijkbare werkzaamheden en blijft geldig tot [bijv.] 31 december 2010 (verlenging is mogelijk) voor een periode van 2 jaar. De geldigheidsperiode van de reservelijst kan worden verlengd.

Onafhankelijkheid en belangenverklaringen

De geselecteerde deskundigen zullen op persoonlijke titel worden benoemd. Zij worden verzocht een verbintenisverklaring te tekenen en jaarlijks een verklaring te ondertekenen omtrent eventuele belangen die afbreuk zouden kunnen doen aan hun onafhankelijkheid.

Gelijke kansen

Het EMA is een „gelijkekansenwerkgever” en waakt zorgvuldig voor elke vorm van discriminatie.

Sollicitatieprocedure

Geïnteresseerden dienen hun belangstelling kenbaar te maken door het onlinesollicitatieformulier en het CV in te vullen die onder elk van de onderstaande links te vinden zijn.

Het CV dient een lijst te bevatten met wetenschappelijke publicaties van de sollicitant, bij voorkeur in het Engels gesteld, evenals overige beroepservaring.

Naast hun specialisatie dienen kandidaten ook hun overige kennisgebieden aan te geven; hierdoor kan het EMA betere ondersteuning bieden op zijn horizontale en thematische werkterreinen.

Toepasselijke procedureregels van het Wetenschappelijk Comité van het EMA zijn ook te vinden onder de volgende link:

http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/sc-rules-procedure.pdf

(Engelstalig document)

Houd bij sollicitatie via het onlinesollicitatieformulier rekening met de volgende punten:

1.

houd bij het opsturen van uw sollicitatie rekening met tijdzones;

2.

nadat u uw sollicitatie hebt verzonden, ontvangt u een automatisch antwoord;

3.

het is uw verantwoordelijkheid de automatische antwoordmail te bewaren als bewijs van uw sollicitatie;

4.

verzend uw sollicitatie opnieuw als u geen automatisch antwoord ontvangt.

Het EMA stimuleert indiening van sollicitaties via het onlinesollicitatieformulier.

Via de post verzonden sollicitaties worden eveneens geaccepteerd, op voorwaarde dat de sollicitanten duidelijk op de envelop vermelden voor welk expertisegebied ze in aanmerking willen komen.

Onlinesollicitatieformulieren (Engels) en CV's (Engels) voor de verschillende gebieden zijn te vinden onder de volgende links:

 

Gebied 1: Atmosferische processen, luchtvervuiling, strategieën ter beperking van en aanpassing aan de klimaatverandering

http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area1

 

Gebied 2: Biodiversiteit

http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area2

 

Gebied 3: Bedrijfsleven & milieubewust ondernemerschap

http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area3

 

Gebied 4: Ecologische economie

http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area4

 

Gebied 5: Energie (incl. beperkings- en aanpassingsstrategieën)

http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area5

 

Gebied 6: Geschiedenis van het milieu

http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area6

 

Gebied 7: Europese & internationale milieuwetgeving

http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area7

 

Gebied 8: Zoetwater (incl. grondwater)

http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area8

 

Gebied 9: Geïntegreerde milieubeoordeling en -indicatoren

http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area9

 

Gebied 10: Ruimtelijke ordening en beheer van natuurlijke hulpbronnen

http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area10

 

Gebied 11: Landbouw

http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area11

 

Gebied 12: Ecosystemen op aarde, incl. bodem, bossen, graslanden

http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area12

 

Gebied 13: Moderne technologieën (incl. nanotechnologieën, GGO, etc.)

http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area13

 

Gebied 14: Transport en milieu

http://www.eea.europa.eu/organisation/scientific-committee/calls/area14

Sollicitaties per post dienen naar het volgende adres te worden gezonden:

Personnel management group

Scientific Committee Call 2008 — area (a.u.b. nummer 1-14 invullen)

Europees Milieuagentschap

Kongens Nytorv 6

DK-1050 Kopenhagen K

De kandidaten wordt vriendelijk verzocht eventuele vragen over deze oproep te richten aan het volgende e-mailadres:

sc.call08-questions@eea.europa.eu

Bewijsstukken kunnen in een later stadium van de procedure worden verlangd.

Alle blijken van belangstelling worden vertrouwelijk behandeld.

De blijken van belangstelling zullen door het EMA niet aan de kandidaten worden teruggezonden. De persoonlijke informatie die het EMA van kandidaten vraagt, zal worden verwerkt in overeenstemming met Verordening (EG) nr. 45/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2000 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de communautaire instellingen en organen en betreffende het vrije verkeer van die gegevens. De persoonsgegevens die de kandidaten overleggen, worden verwerkt in verband met de behandeling van de blijken van belangstelling met het oog op een mogelijke voorselectie, selectie en benoeming van leden van het Wetenschappelijk Comité van het EMA.

Sluitingsdatum

Blijken van belangstelling moeten uiterlijk 30 juni 2008 via het speciale onlinesollicitatieformulier (12.00 uur, Midden-Europese tijd) of per post (de datum van het poststempel dient als bewijs) naar het bovenstaande adres worden gezonden.


PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE HANDELSPOLITIEK

Commissie

6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/50


Bericht van het naderende vervallen van bepaalde anti-dumpingmaatregelen

(2008/C 111/16)

1.

De Commissie deelt mede dat, tenzij volgens onderstaande procedure een herzieningsonderzoek wordt geopend, de hierna vermelde anti-dumpingmaatregelen op de in de onderstaande tabel vermelde data zullen vervallen ingevolge artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad van 22 december 1995 inzake beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap (1).

2.   Procedure

De producenten in de Gemeenschap kunnen een schriftelijk verzoek om een herzieningsonderzoek indienen. Dit verzoek dient voldoende bewijs te bevatten dat het vervallen van de maatregelen vermoedelijk voortzetting of herhaling van de invoer met dumping en daaruit voortvloeiende schade ten gevolge zou hebben.

Indien de Commissie besluit de betrokken maatregelen aan een herzieningsonderzoek te onderwerpen, dan zullen de importeurs, de exporteurs, de vertegenwoordigers van het land van uitvoer en de producenten in de Gemeenschap in de gelegenheid worden gesteld de in het verzoek om een herzieningsonderzoek verstrekte informatie aan te vullen, te weerleggen of daarop commentaar te leveren.

3.   Termijn

De communautaire producenten kunnen overeenkomstig voornoemde basis, bij de Europese Commissie, Directoraat-Generaal Handel (Eenheid H-1), J-79 4/23, B-1049 Brussel (2), een schriftelijk verzoek om een herzieningsonderzoek indienen vanaf de datum van publikatie van dit bericht, doch uiterlijk drie maanden voor de in onderstaande tabel vermelde datum.

4.

Dit bericht wordt gepubliceerd overeenkomstig het bepaalde in artikel 11, lid 2, van Verordening (EG) nr. 384/96.

Product

Land(en) van oorsprong of van uitvoer

Maatregel

Referentie

Vervaldatum

Furfurylalcohol

Volksrepubliek China

Antidumpingrecht

Verordening (EG) nr. 1905/2003 van de Raad (PB L 283 van 31.10.2003, blz. 1)

1.11.2008


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2117/2005 (PB L 340 van 23.12.2005, blz. 17).

(2)  Fax (32-2) 295 65 05.


ANDERE BESLUITEN

Commissie

6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/51


Bekendmaking van een wijzigingsverzoek overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2008/C 111/17)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen het wijzigingsverzoek. Bezwaarschriften moeten binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking bij de Commissie worden ingediend.

WIJZIGINGSVERZOEK

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

Wijzigingsaanvraag overeenkomstig artikel 9

„GORGONZOLA”

EG-nummer: IT/PDO/117/0010/12.04.2002

Image BGAImage BOB

1.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft

Image

Benaming van het product

Image

Beschrijving van het product

Image

Geografisch gebied

Image

Bewijs van de oorsprong

Image

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Image

Verband

Image

Etikettering

Image

Nationale eisen

Image

Overige

2.   Aard van de wijziging

Image

Wijziging van het enige document of van de samenvatting

Image

Wijziging van het productdossier van de geregistreerde BOB of BGA waarvoor noch het enige document, noch de samenvatting gepubliceerd zijn

Image

Wijziging van het productdossier waarvoor geen wijzigingen van het gepubliceerde enige document vereist zijn (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Image

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

3.   Wijziging(en)

Beschrijving van het product

In het bestaande productdossier is een gewicht tussen 6 en 13 kg aangegeven, zonder specificatie van de organoleptische kenmerken voor de diverse grootteklassen van het eindproduct.

Met het oog op een betere productinformatie voor de consument worden de organoleptische kenmerken nu per grootteklasse aangegeven:

„grote” kaas, met een gewicht tussen 10 en 13 kg, een zachte of licht pikante smaak en een minimale rijpingsduur van 50 dagen;

„middelgrote” kaas, met een gewicht tussen 9 en 12 kg, een uitgesproken pikante smaak en een minimale rijpingsduur van 80 dagen;

„kleine” kaas, met een gewicht tussen 6 en 8 kg, een uitgesproken pikante smaak en een minimale rijpingsduur van 60 dagen.

Voorts worden de afmetingen van de rand en de diameter van de kaas als volgt aangepast aan de reële productieomstandigheden:

rechte rand met een hoogte van minimaal 13 cm;

diameter tussen 20 en 32 cm.

Ten slotte wordt het met het oog op een goede informatie van de consument nuttig geacht expliciet te vermelden dat de korst niet eetbaar is, en de „roodachtige” kleur te vervangen door „roze”, omdat dit het uitzicht van het product beter weergeeft.

Geografisch gebied

Het gebied wordt uitgebreid met de provincie Varese, die bij de registratie niet was opgenomen, ondanks het feit dat het gebied de vereiste (historisch gedocumenteerde) kwaliteiten bezat en dezelfde klimaat- en bodemkenmerken als het afgebakende gebied, en dat het kaas produceerde met dezelfde eigenschappen als die waarvoor de erkenning als Gorgonzola werd verleend.

De namenlijst van de betrokken provincies wordt aangepast. Het gaat hier niet om een wijziging, aangezien de nieuwe administratieve afbakening geen verandering van het in Verordening (EG) nr. 1107/96 van de Commissie van 12 juni 1996 betreffende de registratie van de BOB Gorgonzola bedoelde gebied inhoudt; het gaat uitsluitend om een naamsverandering.

In de tekst worden derhalve de volgende provincies toegevoegd, hoewel hun grondgebied reeds deel uitmaakte van het in Verordening (EG) nr. 1107/96 bedoelde productiegebied:

 

Biella, waarvan het grondgebied reeds deel uitmaakte van de provincie Vercelli;

 

Lecco, Lodi en Monza, waarvan het grondgebied reeds deel uitmaakte van de provincie Milano;

 

Verbano-Cusio-Ossola, waarvan het grondgebied reeds deel uitmaakte van de provincie Novara.

Bewijs van de oorsprong

In het productdossier is een paragraaf met betrekking tot de oorsprong ingevoegd; voor producten als Gorgonzola, die op grond van artikel 17 van Verordening (EG) nr. 2081/92 van de Raad zijn geregistreerd, was hier nog niet in voorzien.

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Aangezien in het huidige productdossier niet is aangegeven of rauwe dan wel gepasteuriseerde melk moet worden gebruikt, wordt het nuttig geacht (mede met het oog op een adequate controle) te preciseren dat gepasteuriseerde volle koemelk moet worden gebruikt. Dit is bij de bereiding van Gorgonzola trouwens altijd het geval geweest.

Voorts wordt in het productdossier nu ook vermeld dat na de pasteurisatie van de volle koemelk melkfermenten, penicillinesporen en geselecteerde gisten worden toegevoegd.

Door het gebruik van melkfermenten als startcultuur voor de verzuring ontstaan de typische gaten die bevorderlijk zijn voor de ontwikkeling van penicillium en van het klassieke blauwgroen gemarmerde uitzicht. Hiermee wil men vermijden dat gaten ontstaan door het mengen van de kaasmassa, waarbij de ontwikkeling van penicillium in de hand wordt gewerkt, maar tegelijk gevaar voor besmetting met listeria ontstaat.

In plaats van de in het productdossier vastgestelde algemene rijpingsduur van 2 tot 3 maanden aan te houden, wordt het nuttig geacht de rijpingstijd per productsoort vast te stellen.

De in het productdossier op 32 °C vastgestelde maximumtemperatuur voor de coagulatie van de melk wordt op 36 °C gebracht om de eigenschappen van de Gorgonzola te behouden. Bijgevolg is ook de maximumtemperatuur van het droogzouten verhoogd, van 20 °C tot 24 °C.

Voorts zijn de in het productdossier vermelde temperatuurwaarden voor de rijpingsruimten verlaagd van 5-8 °C tot 2-7 °C, wat in de lijn ligt van de andere vereiste aanpassingen om de biochemische reacties van de rijping te vertragen en te voorkomen dat de producten een te uitgesproken smaak krijgen.

Nieuw is de vermelding van het relatieve procentuele vochtgehalte (85-99 %); dit kwam niet voor in het productdossier op grond waarvan de oorsprongsbenaming is toegekend, maar is desalniettemin een uiterst belangrijke waarde.

De paragraaf in het huidige productdossier met betrekking tot het aanbrengen van merktekens is geherformuleerd om te verduidelijken dat twee merktekens worden aangebracht, het eerste in het begin en het tweede (met gegaufreerde aluminiumfolie) wanneer de kaas voor consumptie wordt aangeboden, alsook om te preciseren dat deze merken pas worden aangebracht nadat de controlestructuur zich ervan heeft vergewist dat het product de in het productdossier vastgestelde organoleptische en kwalitatieve eigenschappen bezit.

Etikettering

Teneinde de consument bewust te laten kiezen, wordt voorzien in de mogelijkheid om op het etiket aan te geven of het een „zachte” of „pikante” soort betreft.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„GORGONZOLA”

EG-nummer: IT/PDO/117/0010/12.04.2002

BOB ( X ) BGA ( )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Ministero delle Politiche agricole alimentari e forestali — Dipartimento delle Politiche di sviluppo — Direzione generale per la Qualità dei prodotti agroalimentari

Adres:

Via XX Settembre, 20

I-00187 Roma

Tel.

(39) 06 481 99 68

Fax

(39) 06 420 31 26

E-mail:

qpa3@politicheagricole.gov.it

2.   Aanvragende groepering:

Naam:

Consorzio per la tutela del formaggio Gorgonzola

Adres:

Via A. Costa, 5/c

I-28100 Novara

Tel.

(39) 0321 62 66 13

Fax

(39) 0321 39 09 36

E-mail:

consorzio.gorgonzola@gorgonzola.it

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) Andere ( )

3.   Productcategorie:

Categorie 1.3 — Kaas

4.   Productdossier:

(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam: „Gorgonzola”.

4.2.   Beschrijving: Beschrijving: Gorgonzola is een zachte, vette kaas met een niet-gekookte kaasmassa, die uitsluitend uit volle koemelk wordt verkregen.

Het eindproduct moet de volgende kenmerken bezitten:

vorm: cylindrisch, met een vlakke onder- en bovenkant en een rechte hoge zijkant;

afmetingen: minimumhoogte van de rand 13 cm; diameter tussen 20 en 32 cm;

gewicht:

grote kaas, zachte soort, met een zachte of licht pikante smaak: 10/13 kg;

middelgrote kaas, pikante soort, met een zeer pikante smaak: 9/12 kg;

kleine kaas, pikante soort, met een uitgesproken pikante smaak: 6/8 kg;

korst: grijs en/of roze van kleur, niet eetbaar;

kaasmassa: homogeen, wit of lichtgeel, met de typische blauwgroene marmering (als gevolg van de ontwikkeling van schimmels;

vetgehalte in de droge stof: ten minste 48 %.

4.3.   Geografisch gebied: Het gebied voor de productie en de rijping omvat het hele grondgebied van de volgende provincies:

Bergamo, Biella, Brescia, Como, Cremona, Cuneo, Lecco, Lodi, Milano, Novara, Pavia, Varese, Verbano Cusio-Ossola, Vercelli;

Alessandria: alleen het grondgebied van de gemeenten Casale Monferrato, Villanova Monferrato, Balzola, Morano Po, Coniolo, Pontestura, Serralunga di Crea, Cereseto, Treville, Ozzano Monferrato, San Giorgio Monferrato, Sala Monferrato, Cellamonte, Rosignano Monferrato, Terruggia, Ottiglio, Frassinello Monferrato, Olivola, Vignale, Camagna, Conzano, Occimiano, Mirabello Monferrato, Giarole, Valenza, Pomaro Monferrato, Bozzole, Valmacca, Ticineto, Borgo San Martino en Frassineto Po.

4.4.   Bewijs van de oorsprong: Elke afzonderlijke productiefase moet worden bewaakt door middel van registraties van de inkomende en uitgaande producten. De traceerbaarheid van het product wordt gewaarborgd door de bovenvermelde registraties, door middel van de inschrijving van de melkproducenten, kaasproducenten en rijpingsbedrijven op speciale lijsten die door de controlestructuur worden bijgehouden, alsmede aan de hand van de productieregisters en de aangiften van de geproduceerde hoeveelheden. De grondstof wordt in alle productiefasen nauwgezet gecontroleerd door het aangewezen controleorgaan. Alle natuurlijke of rechtspersonen die in deze lijsten zijn ingeschreven, worden door het controleorgaan gecontroleerd overeenkomstig het productdossier en het betrokken controleplan.

De BOB „Gorgonzola” wordt aangegeven door twee merktekens die moeten worden aangebracht in het productie- en rijpingsgebied, zodat het controleorgaan vooraf kan nagaan of het product de in punt 4.2 beschreven organoleptische en kwalitatieve kenmerken bezit.

Het betreft:

één merkteken dat reeds op de plaats van productie op de vlakke onder- en bovenkant wordt aangebracht en het identificatienummer van de kaasmakerij draagt. Hierbij moet gebruik worden gemaakt van de stempels die worden verdeeld door het „Consorzio di Tutela” (Raad van toezicht) in opdracht van het „Ministero delle politiche agricole alimentari e forestali”;

een ander merkteken dat wordt aangebracht wanneer het product de voor het ter consumptie aanbieden vereiste kenmerken bezit; het bestaat uit een gegaufreerde aluminiumfolie rond de hele of de halve kaas; in dit laatste geval wordt de kaas horizontaal doorgesneden zodat het eerste merkteken met het identificatienummer van de kaasmakerij goed zichtbaar blijft op de vlakke kant, en op de andere kant het op aluminium gedrukte gegaufreerde identificatiemerk verschijnt om de authenticiteit en de traceerbaarheid van het product te garanderen.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product:

Productie: „Gorgonzola” met beschermde oorsprongsbenaming wordt als volgt geproduceerd:

de uit het productiegebied afkomstige volle koemelk wordt gepasteuriseerd;

stremming: na de pasteurisatie van de volle koemelk worden melkfermenten, penicillinesporen en geselecteerde gisten toegevoegd; vervolgens wordt vloeibaar natuurlijk stremsel van kalveren toegevoegd bij een temperatuur van 28-36 °C;

de wrongel wordt in de vormen (fasceruoli) gelegd en op de vlakke onder- en bovenkant wordt het eerste merkteken met het identificatienummer van de kaasmakerij aangebracht;

vervolgens wordt de kaas gedurende een aantal dagen droog gezouten, bij een temperatuur van 18 tot 24 °C;

tijdens de rijping komen penicillinevariëteiten en -stammen tot ontwikkeling die typisch zijn voor „Gorgonzola” en de kaas het blauwgroen gemarmerde uitzicht geven.

Rijping: de minimale rijpingsduur bedraagt 50 dagen:

grote kaas, zachte soort, 10/13 kg, met een zachte of licht pikante smaak, minimale rijpingsduur: 50 dagen;

middelgrote kaas, pikante soort, 9/12 kg, met een uitgesproken pikante smaak, minimale rijpingsduur: 80 dagen;

grote kaas, pikante soort, 6/8 kg, met een uitgesproken pikante smaak, minimale rijpingsduur: 60 dagen.

Voor alle soorten vindt de rijping plaats in ruimten met een temperatuur tussen 2 en 7 °C en een vochtigheid van 85 tot 99 %.

Bij de rijping wordt de kaas meermaals doorprikt om de ontwikkeling van de voor „Gorgonzola” typische penicillinevariëteiten en -stammen te bevorderen (gemarmerd uitzicht).

Aan het eind van de rijpingsperiode gaat het controleorgaan na of het product de voor het ter consumptie aanbieden vereiste kenmerken bezit en wordt de gegaufreerde aluminiumfolie met het gegaufreerde identificatiemerk aangebracht.

4.6.   Verband: De natuurlijke factoren houden verband met het klimaat in het productiegebied, dat zich uitstekend leent voor een overvloedige en hoogkwalitatieve productie van voedergewassen voor het melkvee, en dat zeer bevorderlijk is voor de ontwikkeling van microbiologische agentia die bepalend zijn voor de organoleptische kenmerken en de kleuring van de kaas.

Met betrekking tot de humane factoren moet worden gewezen op de zeer grote consumptie in het gebied zelf, met name doordat de kaas wordt gebruikt in diverse traditionele en voor het productiegebied typische bereidingen op basis van granen.

4.7.   Controlestructuur:

Naam:

CSQA — Certificazioni S.r.l.

Adres:

Via S. Gaetano, 74

I-36016 Thiene (VI)

Tel.

(39) 0445 36 60 94

Fax

(39) 0445 38 26 72

E-mail:

csqa@csqa.it

De controlestructuur voldoet aan de in de EN-norm 45011 vastgestelde voorwaarden.

4.8.   Etikettering: „Gorgonzola” moet de identificatiemerken van het „consorzio” dragen.

Bij „grote” kazen die de nodige eigenschappen bezitten om als „zacht” te worden omschreven, en „middelgrote” en „kleine” kazen die de nodige eigenschappen bezitten om als „pikant” te worden omschreven, mogen deze aanduidingen op het etiket naast of onder de benaming „Gorgonzola” in aanmerkelijk kleinere letters worden aangebracht.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


Rectificaties

6.5.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 111/56


PROCES-VERBAAL VAN VERBETERING

van het Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, ondertekend te Lissabon, 13 december 2007

( Publicatieblad van de Europese Unie C 306 van 17.12.2007 )

(2008/C 111/18)

Deze verbetering werd uitgevoerd bij proces-verbaal van verbetering dat op 30 april 2008 te Rome werd ondertekend en waarvan de regering van de Italiaanse Republiek depositaris is.

A.   WIJZIGINGEN VAN HET VERDRAG VAN LISSABON TOT WIJZIGING VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE EN HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP

1)

Bladzijde 4, preambule, onder „DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK BULGARIJE”

In plaats van:

„Ivailo KALFIN

Viceminister-president en minister van Buitenlandse Zaken”;

lezen:

„Ivailo KALFIN

Vice-minister-president en minister van Buitenlandse Zaken”.

2)

Bladzijde 6, preambule, onder „DE PRESIDENT VAN DE ITALIAANSE REPUBLIEK”

In plaats van:

„Massimo D'ALEMA

Vicepresident van de Raad van ministers en minister van Buitenlandse Zaken”;

lezen:

„Massimo D'ALEMA

Vice-president van de Raad van ministers en minister van Buitenlandse Zaken”.

3)

Bladzijde 7, preambule, onder „HARE MAJESTEIT DE KONINGIN DER NEDERLANDEN”

In plaats van:

„Dr. J.P. BALKENENDE

Eerste minister”;

lezen:

„Dr. J.P. BALKENENDE

Minister-President, Minister van Algemene Zaken”.

4)

Bladzijde 10, artikel 1, punt 2, onder b)

In plaats van:

„… Deze twee Verdragen hebben dezelfde rechtskracht …”;

lezen:

„… Deze twee Verdragen hebben dezelfde juridische waarde …”.

5)

Bladzijde 13, artikel 1, punt 8

In plaats van:

„1.

De Unie erkent de rechten, vrijheden en beginselen die zijn vastgesteld in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie van 7 december 2000, als aangepast op 12 december 2007 te Straatsburg, dat dezelfde rechtskracht als de Verdragen heeft.”;

lezen:

„1.

De Unie erkent de rechten, vrijheden en beginselen die zijn vastgesteld in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie van 7 december 2000, als aangepast op 12 december 2007 te Straatsburg, dat dezelfde juridische waarde als de Verdragen heeft.”.

6)

Bladzijde 19, artikel 1, punt 17, ad artikel 9 C, lid 6, eerste alinea, en lid 9

In plaats van:

„… overeenkomstig artikel 201 ter, van het Verdrag …”;

lezen:

„… overeenkomstig artikel 201 ter van het Verdrag …”.

7)

Bladzijde 19, artikel 1, punt 17, ad artikel 9 C, lid 6, tweede alinea, tweede zin

In plaats van:

„De Raad Algemene Zaken bereidt in samenspraak met de voorzitter van de Europese Raad en de Commissie de bijeenkomsten van de Europese Raad voor en volgt deze op.”;

lezen:

„De Raad Algemene Zaken bereidt de bijeenkomsten van de Europese Raad voor en volgt deze op, in samenspraak met de voorzitter van de Europese Raad en de Commissie.”.

8)

Bladzijde 20, artikel 1, punt 18, ad artikel 9 D, lid 5, tweede alinea, tweede zin

In plaats van:

„… Dit systeem wordt door de Europese Raad met eenparigheid van stemmen vastgesteld overeenkomstig artikel 211 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.”;

lezen:

„… Dit systeem wordt door de Europese Raad met eenparigheid van stemmen vastgesteld overeenkomstig artikel 211 bis van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.”.

9)

Bladzijde 20, artikel 1, punt 18, ad artikel 9 D, lid 7, eerste alinea, eerste zin

In plaats van:

„… passende raadpleging …”;

lezen:

„… passende raadpleging en …”.

10)

Bladzijde 21, artikel 1, punt 18, ad artikel 9 D, lid 8, tweede zin

In plaats van:

„Het Europees Parlement kan overeenkomstig 201 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie …”;

lezen:

„Het Europees Parlement kan overeenkomstig artikel 201 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie …”.

11)

Bladzijde 22, artikel 1, punt 21

In plaats van:

„De bepalingen van titel IV worden opgenomen in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, zoals gewijzigd.”;

lezen:

„De bepalingen van titel IV worden opgenomen in het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, zoals elders gewijzigd.”.

12)

Bladzijde 24, artikel 1, punt 24, ad artikel 10 A, lid 2, onder g)

In plaats van:

„… g)

het verlenen van hulp aan volkeren, landen en regio's die te kampen hebben met natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen; en uit …”;

lezen:

„… g)

het verlenen van hulp aan volkeren, landen en regio's die te kampen hebben met natuurrampen of door de mens veroorzaakte rampen; en …”.

13)

Bladzijde 25, artikel 1, punt 27, onder a), ad artikel 11, lid 1, tweede alinea, derde zin

In plaats van:

„Wetgevingshandelingen kunnen in dezen niet worden vastgesteld.”;

lezen:

„Wetgevingshandelingen kunnen niet worden vastgesteld.”.

14)

Bladzijde 26, artikel 1, punt 27, onder b), i), ad artikel 11, lid 2

In plaats van:

„… de eerste alinea wordt als volgt aangevuld …”;

lezen:

„… de eerste alinea wordt aan het einde als volgt aangevuld …”.

15)

Bladzijde 26, artikel 1, punt 29, onder a), ad artikel 13

In plaats van:

„in lid 1 wordt „… stelt de beginselen en de algemene richtsnoeren voor …”;”

lezen:

„in lid 1 wordt „… stelt de beginselen van en de algemene richtsnoeren voor …”.”

16)

Bladzijde 28, artikel 1, punt 33, onder a), ad artikel 15 bis, lid 1

In plaats van:

„in lid 1 worden de woorden „Iedere lidstaat of de Commissie kan … aan de Raad voorleggen …” vervangen door „Iedere lidstaat, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor Buitenlandse zaken en Veiligheidsbeleid, of de hoge vertegenwoordiger met de steun van de Commissie, kan … aan de Raad voorleggen …” en de woorden „…voorstellen voorleggen …” door „voorstellen indienen respectievelijk initiatieven voorleggen.”;”

lezen:

„in lid 1 worden de woorden „Iedere lidstaat of de Commissie kan de Raad” vervangen door „Iedere lidstaat, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, of de hoge vertegenwoordiger met de steun van de Commissie, kan”, worden de woorden „aan de Raad” ingevoegd voor „voorleggen” en aan het einde van lid 1 worden de woorden „… respectievelijk initiatieven voorleggen.” toegevoegd.”.

17)

Bladzijde 28, artikel 1, punt 34, onder a), ad artikel 15 ter, lid 1

In plaats van:

„In het kader van dit artikel worden besluiten door de Europese Raad en de Raad met eenparigheid van stemmen genomen, tenzij in dit hoofdstuk anders is bepaald. Wetgevingshandelingen kunnen in dezen niet worden vastgesteld.”;

lezen:

„In het kader van dit hoofdstuk worden besluiten door de Europese Raad en de Raad met eenparigheid van stemmen genomen, tenzij in dit hoofdstuk anders is bepaald. Wetgevingshandelingen kunnen niet worden vastgesteld.”.

18)

Bladzijde 34, artikel 1, punt 49, onder c), ad artikel 28 bis, lid 3, tweede alinea

In plaats van:

„De lidstaten verbinden zich ertoe hun militaire vermogens geleidelijk te verbeteren. Er wordt een agentschap op het gebied van de ontwikkeling van defensievermogens, onderzoek, aankopen en bewapening (hierna genoemd: „het Europees Defensieagentschap”) opgericht, dat de operationele behoeften bepaalt, maatregelen bevordert om in die behoeften te voorzien, bijdraagt tot de vaststelling en, in voorkomend geval, tot de uitvoering van alle nuttige maatregelen om de industriële en technologische basis van de defensiesector te versterken, deelneemt aan het bepalen van een Europees beleid inzake vermogens en bewapening, en de Raad bijstaat om de verbetering van de militaire vermogens te evalueren.”;

lezen:

„De lidstaten verbinden zich ertoe hun militaire vermogens geleidelijk te verbeteren. Het Agentschap op het gebied van de ontwikkeling van defensievermogens, onderzoek, aankopen en bewapening (hierna genoemd: „het Europees Defensieagentschap”) bepaalt de operationele behoeften, bevordert maatregelen om in die behoeften te voorzien, draagt bij tot de vaststelling en, in voorkomend geval, tot de uitvoering van alle nuttige maatregelen om de industriële en technologische basis van de defensiesector te versterken, neemt deel aan het bepalen van een Europees beleid inzake vermogens en bewapening, en staat de Raad bij om de verbetering van de militaire vermogens te evalueren.”.

19)

Bladzijde 39, artikel 1, punt 56, ad artikel 48, lid 7, eerste alinea

In plaats van:

„7.   Indien het derde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of titel V van het onderhavige Verdrag voorschrijft …”;

lezen:

„7.   Indien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie of titel V van het onderhavige Verdrag voorschrijft …”.

20)

Bladzijde 40, artikel 1, punt 57, onder a), ad artikel 49, eerste alinea

In plaats van:

„… vervangen door „… die de in artikel 1 bis bedoelde waarden eerbiedigt en zich ertoe verbindt deze uit te dragen, kan verzoeken …”;”;

lezen:

„… vervangen door „… de in artikel 1 bis bedoelde waarden eerbiedigt en zich ertoe verbindt deze uit te dragen, kan verzoeken …”;”.

21)

Bladzijde 42, artikel 2, punt 2, onder a)

In plaats van:

„worden „de Gemeenschap” en „de Europese Gemeenschap” vervangen door „de Unie”, de woorden „van de Europese Gemeenschappen” of „van de EEG” door „van de Europese Unie” en het bijvoeglijk naamwoord „communautair” door „van de Unie”, met uitzondering van artikel 299, lid 6, onder c), thans artikel 311 bis, lid 5, onder c). In artikel 136, eerste alinea, heeft de voorgaande wijziging uitsluitend betrekking op de vermelding „de Gemeenschap”;”

lezen:

„worden „de Gemeenschap” en „de Europese Gemeenschap” vervangen door „de Unie”, de woorden „van de Europese Gemeenschappen” of „van de EEG” door „van de Europese Unie” en het bijvoeglijk naamwoord „communautair” door „van de Unie”, met uitzondering van artikel 299, lid 6, onder c), thans artikel 311 bis, lid 5, onder c). Het woord „Gemeenschapsrecht” wordt vervangen door de woorden „het recht van de Unie”; het woord „Gemeenschapsprogramma” wordt vervangen door de woorden „programma van de Unie”. De woorden „der gemeenschap” worden vervangen door de woorden „van de Unie”. In artikel 136, eerste alinea, heeft de voorgaande wijziging uitsluitend betrekking op de vermelding „de Gemeenschap”.”

22)

Bladzijde 42, artikel 2, punt 2, onder b)

In plaats van:

„worden „dit Verdrag”, „van dit Verdrag” en „in dit Verdrag” vervangen door respectievelijk „de Verdragen”, „van de Verdragen” en „in de Verdragen”, zo nodig met aanpassing van bijvoeglijk naamwoord en werkwoord; dit geldt niet voor artikel 121, lid 1, eerste alinea, thans artikel 121, lid 1, eerste alinea, hernummerd tot 117 bis, lid 1, eerste alinea, voor artikel 182, derde alinea, noch voor de artikelen 312 en 313.”;

lezen:

„worden „dit Verdrag”, „van dit Verdrag” en „in dit Verdrag” vervangen door respectievelijk „de Verdragen”, „van de Verdragen” en „in de Verdragen”, zo nodig met aanpassing van bijvoeglijk naamwoord en werkwoord; dit geldt niet voor artikel 182, derde alinea, noch voor de artikelen 312 en 313.”.

23)

Bladzijde 42, artikel 2, punt 2, onder d)

In plaats van:

„wordt „met gekwalificeerde meerderheid van stemmen” geschrapt;”;

lezen:

„wordt „met gekwalificeerde meerderheid van stemmen”, „die besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen” en „genomen met gekwalificeerde meerderheid van stemmen” geschrapt.”.

24)

Bladzijde 43, artikel 2, punt 2, onder k)

In plaats van:

„wordt „statuten van het ESCB” vervangen door „statuten van het ESCB en de ECB”;”;

lezen:

„wordt „statuten van het ESCB” vervangen door „statuten van het ESCB en van de ECB”;”.

25)

Bladzijde 44, artikel 2, punt 7, tweede alinea, vierde streepje

Het vierde streepje van de tweede alinea („artikel 231, tweede alinea”) wordt geschrapt.

26)

Bladzijde 44, artikel 2, punt 7

In plaats van:

„—

artikel 237, derde zin”;

lezen:

„—

artikel 237, onder d), derde zin”.

27)

Bladzijde 45, artikel 2, punt 8, tweede streepje

In plaats van:

„—

artikel 97 ter”;

lezen:

„artikel 4, thans artikel 97 ter”.

28)

Bladzijde 50, artikel 2, punt 27, onder a), ad artikel 16

In plaats van:

„Onverminderde de artikelen …”;

lezen:

„Onverminderd de artikelen …”.

29)

Bladzijde 50, artikel 2, punt 28, onder b), ad artikel 16 bis

In plaats van:

„en de woorden „leden 2 en 3” worden vervangen door „het huidige lid”;”;

lezen:

„en de woorden „de leden 2 en 3” worden vervangen door „het huidige lid”;”.

30)

Bladzijde 50, artikel 2, punt 28, onder d), ad artikel 16 A

In plaats van:

„in lid 3, thans lid 3, derde alinea, wordt „Elk van bovengenoemde instellingen” vervangen door „Elke instelling zorgt voor transparantie in haar werkzaamheden en …””;

lezen:

„in lid 3, thans lid 3, derde alinea, wordt „Elk van bovengenoemde instellingen” vervangen door „Elke instelling, orgaan of instantie zorgt voor transparantie in zijn of haar werkzaamheden en …”.”

31)

Bladzijde 51, artikel 2, punt 33, ad artikel 16 E

In plaats van:

„in lid 2 wordt „Wanneer de Raad … vaststelt” vervangen door „Het Europees Parlement en de Raad kunnen, volgens de gewone wetgevingsprocedure, … de basisbeginselen vaststellen”, en wordt „neemt hij … een besluit volgens de procedure van artikel 251” geschrapt;”;

lezen:

„in lid 2 wordt „Wanneer de Raad …” vervangen door „Het Europees Parlement en de Raad kunnen, in afwijking van lid 1, volgens de gewone wetgevingsprocedure, …”, wordt „… vaststelt …” vervangen door „de basisbeginselen vaststellen”, en wordt „neemt hij, in afwijking van lid 1, een besluit volgens de procedure van artikel 251” geschrapt;”.

32)

Bladzijde 53, artikel 2, punt 37, ad artikel 21

In plaats van:

„… Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen de bepalingen vast voor de procedures en voorwaarden voor de indiening, van een burgerinitiatief in de zin van artikel 8 B van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met inbegrip van het minimum aantal lidstaten waaruit de burgers die het verzoek indienen, afkomstig dienen te zijn.”;

lezen:

„… Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen de bepalingen vast voor de procedures en voorwaarden voor de indiening van een burgerinitiatief in de zin van artikel 8 B van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met inbegrip van het minimum aantal lidstaten waaruit de burgers die het verzoek indienen, afkomstig dienen te zijn.”.

33)

Bladzijde 53, artikel 2, punt 44, ad artikel 23

In plaats van:

„In artikel 23, lid 1, wordt „… is gegrondvest …” vervangen door „… omvat …”;”

lezen:

„In artikel 23, lid 1, wordt „… is gegrondvest op …” vervangen door „… omvat …”.”

34)

Bladzijde 56, artikel 2, punt 59, ad artikel 53

In plaats van:

„In artikel 53 wordt „… verklaren zich bereid bij de liberalisatie …” vervangen door „… spannen zich in om bij de liberalisering …”.”;

lezen:

„In artikel 53 wordt „… verklaren zich bereid, bij de liberalisatie …” vervangen door „… spannen zich in om bij de liberalisering …”.”.

35)

Bladzijde 56, artikel 2, punt 60, ad artikel 57

In plaats van:

„In artikel 57, lid 2, wordt „Hoewel de Raad tracht … kan hij … op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen maatregelen nemen …” vervangen door „Hoewel het Europees Parlement en de Raad trachten … stellen zij volgens de gewone wetgevingsprocedure maatregelen vast …”;”;

lezen:

„In artikel 57, lid 2, wordt „Hoewel de Raad tracht … kan hij … op voorstel van de Commissie met gekwalificeerde meerderheid van stemmen maatregelen nemen …” vervangen door „Hoewel het Europees Parlement en de Raad trachten … stellen zij … volgens de gewone wetgevingsprocedure maatregelen vast …”;”

36)

Bladzijde 61, artikel 2, punt 65), ad artikel 63 bis, lid 1

In plaats van:

„… een intensievere preventie en bestrijding van illegale immigratie en mensenhandel …”;

lezen:

„… een preventie en intensievere bestrijding van illegale immigratie en mensenhandel …”.

37)

Bladzijde 67, artikel 2, punt 67, ad artikel 69 E, lid 2, laatste alinea

In plaats van:

„Het Europees openbaar ministerie is belast met de rechtsvordering voor de bevoegde rechtbanken van de lidstaten in verband met deze strafbare feiten.”;

lezen:

„Het Europees openbaar ministerie is belast met de rechtsvordering voor de bevoegde rechterlijke instanties van de lidstaten in verband met deze strafbare feiten.”.

38)

Bladzijde 69, artikel 2, punt 71, ad artikel 72

In plaats van:

„Aan het begin van artikel 72 wordt „en behoudens goedkeuring van de Raad, met eenparigheid van stemmen verleend” vervangen door „en behoudens vaststelling door de Raad, met eenparigheid van stemmen en volgens een bijzondere wetgevingsprocedure, van een maatregel die in een afwijking voorziet …”;”

lezen:

„Aan het begin van artikel 72 wordt „en behoudens goedkeuringen van de Raad, met eenparigheid van stemmen verleend” vervangen door „en behoudens vaststelling door de Raad, met eenparigheid van stemmen van een maatregel die in een afwijking voorziet …”.”

39)

Bladzijde 70, artikel 2, punt 79, ad artikel 93

In plaats van:

„In artikel 93 wordt „binnen de in artikel 14 gestelde termijn” vervangen door „te bewerkstelligen en concurrentieverstoringen te voorkomen”;”

lezen:

„In artikel 93 wordt „binnen de in artikel 14 gestelde termijn te verzekeren” vervangen door „te bewerkstelligen en concurrentieverstoringen te voorkomen”.”.

40)

Bladzijde 70, artikel 2, punt 81, onder c), ad artikel 94

In plaats van:

„aan het begin van lid 5 wordt „Wanneer een lidstaat het, na het nemen van een harmonisatiemaatregel door de Raad of de Commissie … voorts …” vervangen door „Wanneer een lidstaat het, nadat door het Europees Parlement en de Raad, door de Raad of door de Commissie … een harmonisatiemaatregel is genomen …”;”;

lezen:

„aan het begin van lid 5 wordt „Wanneer een lidstaat het, na het nemen van een harmonisatiemaatregel door de Raad of de Commissie … voorts …” vervangen door „Wanneer een lidstaat het, nadat door het Europees Parlement en de Raad, door de Raad of door de Commissie een harmonisatiemaatregel is genomen …”;”.

41)

Bladzijde 70, artikel 2, punt 82, ad artikel 94

In plaats van:

„In artikel 94, hernummerd tot 95, worden de woorden „De Raad stelt” vervangen door „Onverminderd artikel 94 stelt de Raad”;”;

lezen:

„In artikel 94, hernummerd tot 95, worden de woorden „De Raad stelt … en” vervangen door „Onverminderd artikel 94 stelt de Raad”.”.

42)

Bladzijde 74, artikel 2, punt 93, onder c), ad artikel 107

In plaats van:

„… 3. Artikel 5, leden 1, 2 en 3, de artikelen 17, 18 en 19, lid 1, de artikelen 22, 23, 24, 26, 32, leden 2, 3, 4, 6, artikel 33, lid 1, onder a) en artikel 36 van de statuten van het ESCB en van de ECB …”;

lezen:

„… 3. Artikelen 5.1, 5.2, 5.3, 17, 18,19.1, 22, 23, 24, 26, 32.2, 32.3, 32.4, 32.6, 33.1 a) en 36 van de statuten van het ESCB en van de ECB …”.

43)

Bladzijde 74, artikel 2, punt 96, ad artikel 111

In plaats van:

„De tekst van lid 4 wordt lid 1 van artikel 115 bis en wordt gewijzigd zoals aangegeven onder punt 100).”;

lezen:

„De tekst van lid 4 wordt lid 1 van artikel 115 C en wordt gewijzigd zoals aangegeven onder punt 100).”.

44)

Bladzijde 75, artikel 2, punt 99, onder a), ad artikel 114

In plaats van:

„in lid 1, eerste alinea, wordt „Monetair Comité van raadgevende aard” vervangen door „economisch en financieel comité”;”;

lezen:

„in lid 1, eerste alinea, wordt „Monetair Comité van raadgevende aard” vervangen door „Economisch en Financieel comité”;”.

45)

Bladzijde 75, artikel 2, punt 99, onder c), ad artikel 114

In plaats van:

„in lid 2 wordt de eerste alinea geschrapt; in het derde streepje wordt de verwijzing naar artikel 99, leden 2, 3, 4 en 5 vervangen door een verwijzing naar artikel 99, leden 2, 3, 4 en 6, en de verwijzingen naar artikel 122, lid 2, en naar artikel 123, leden 4 en 5, worden vervangen door een verwijzing naar artikel 117 bis, leden 2 en 3;”;

lezen:

„in lid 2 wordt de eerste alinea geschrapt; in het derde streepje wordt de verwijzing naar artikel 99, leden 2, 3, 4 en 5 vervangen door een verwijzing naar artikel 99, leden 2, 3, 4 en 6, en de verwijzingen naar artikel 122, lid 2, en naar artikel 123, leden 4 en 5, worden vervangen door een verwijzing naar artikel 117 bis, leden 2 en 3; in het vierde streepje worden de woorden „van het Verdrag” vervangen door de woorden „van de Verdragen”.”.

46)

Bladzijde 77, artikel 2, punt 102, onder a), ad artikel 117

In plaats van:

„ii)

aan het begin van het lid worden de woorden „De Commissie en de Europese Centrale Bank brengen” vervangen door …”;

lezen:

„ii)

aan het begin van de eerste alinea worden de woorden „De Commissie en de Europese Centrale Bank brengen” vervangen door …”.

47)

Bladzijde 81, artikel 2, punt 118), onder b), ad artikel 139

In plaats van:

„in de tweede alinea wordt „De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, tenzij de betrokken overeenkomst …” vervangen door „De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen wanneer de betrokken overeenkomst …” en wordt de rest van de zin na „genoemde gebieden” geschrapt.”;

lezen:

„in de tweede alinea wordt „De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid van stemmen, tenzij de betrokken overeenkomst …” vervangen door „De Raad besluit met eenparigheid van stemmen wanneer de betrokken overeenkomst …”. De laatste zin wordt geschrapt.”.

48)

Bladzijde 82, artikel 2, punt 125, ad artikel 125

In plaats van:

„in de lidstaten”;

lezen:

„van de lidstaten”.

49)

Bladzijde 85, artikel 2, punt 133, onder a), ad artikel 161

In plaats van:

„aan het begin van de eerste alinea, eerste zin, wordt „Onverminderd artikel 162 stelt de Raad op voorstel van de Commissie, en na instemming van het Europees Parlement … vast” vervangen door „Onverminderd artikel 162 stellen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen … vast”;”

lezen:

„aan het begin van de eerste alinea, eerste zin, wordt „Onverminderd artikel 162 stelt de Raad op voorstel van de Commissie, en na instemming van het Europees Parlement en … vast” vervangen door „Onverminderd artikel 162 stellen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen en na … vast”.”

50)

Bladzijde 86, artikel 2, punt 137, ad artikel 165

In plaats van:

„In artikel 165, lid 2, wordt na „in de lidstaten” toegevoegd:”;

lezen:

„In artikel 165, lid 2, wordt na „te bevorderen” toegevoegd:”.

51)

Bladzijde 86, artikel 2, punt 138, onder a), ad artikel 166

In plaats van:

„in lid 4 worden de woorden „met gekwalificeerde meerderheid vast op voorstel van de Commissie” vervangen door „overeenkomstig een bijzondere wetgevingsprocedure vast.”;”

lezen:

„in lid 4 worden de woorden „met gekwalificeerde meerderheid vast op voorstel van de Commissie” vervangen door „overeenkomstig een bijzondere wetgevingsprocedure” en wordt na „Economisch en Sociaal Comité” het woord „vast” ingevoegd.”.

52)

Bladzijde 88, artikel 2, punt 146

In plaats van:

„en artikelen 181 A worden”;

lezen:

„en artikel 181 A wordt”.

53)

Bladzijde 90, artikel 2, punt 150

In plaats van:

„TITEL XXIII”;

lezen:

„Titel XXIII”.

54)

Bladzijde 92, artikel 2, punt 158, ad art 188 C lid 3

In plaats van:

„3.   Bij de onderhandelingen over en sluiting van akkoorden met een of meer derde landen of internationale organisaties, is artikel 188 N van toepassing, behoudens de bijzondere bepalingen van dit artikel.”;

lezen:

„3.   Bij de onderhandelingen over en sluiting van akkoorden met een of meer derde landen of internationale organisaties, is artikel 188 N van toepassing, behoudens de bijzondere bepalingen van het huidige artikel.”.

55)

Bladzijde 99, artikel 2, punt 174, onder a), ad artikel 188 O

In plaats van:

„In de tweede alinea wordt „… op aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van de ECB, of op aanbeveling van de ECB, …” vervangen door „… hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank, hetzij op aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank, …”.”;

lezen:

„In de tweede alinea wordt „… op aanbeveling van de ECB of van de Commissie en na raadpleging van de ECB …” vervangen door „… hetzij op aanbeveling van de Europese Centrale Bank, hetzij op aanbeveling van de Commissie en na raadpleging van de Europese Centrale Bank, …”.”.

56)

Bladzijde 99, artikel 2, punt 175

In plaats van:

„Titel VI en de artikelen 118 P en …”;

lezen:

„Titel VI en de artikelen 188 P en …”.

57)

Bladzijde 102, artikel 2, punt 183, onder c)

In plaats van:

„in lid 3 wordt „van enig lichaam” vervangen door „enige regering, instelling, orgaan of instantie”;”;

lezen:

„in lid 3 wordt „van enig lichaam” vervangen door „van enige regering, instelling, orgaan of instantie”.”.

58)

Bladzijde 106, artikel 2, punt 198

In plaats van:

„Zij onthouden zich van iedere handeling welke onverenigbaar is met het karakter van hun ambt. De lidstaten eerbiedigen hun onafhankelijkheid en trachten niet hen te beïnvloeden bij de uitvoering van hun taak.”;

lezen:

„De leden van de Commissie onthouden zich van iedere handeling welke onverenigbaar is met het karakter van hun ambt. De lidstaten eerbiedigen hun onafhankelijkheid en trachten niet hen te beïnvloeden bij de uitvoering van hun taak.”.

59)

Bladzijde 108, artikel 2, punt 213

In plaats van:

„… en de woorden „communautaire industriële eigendomsrechten” worden vervangen door „Europese industriële eigendomsrechten”;”;

lezen:

„… en de woorden „communautaire industriële eigendomsrechten” worden vervangen door „Europese intellectuele eigendomsrechten”.”.

60)

Bladzijde 109, artikel 2, punt 214, onder a)

In plaats van:

„vervangen door „… wetgevingshandelingen …”;”

lezen:

„vervangen door „… wetgevingshandelingen, …”.”

61)

Bladzijde 109, artikel 2, punt 216, onder a)

In plaats van:

„in de eerste alinea wordt „de Europese Raad” toegevoegd na „Europees Parlement”;”;

lezen:

„in de eerste alinea wordt „de Europese Raad”, toegevoegd na „Europees Parlement”.”.

62)

Bladzijde 110, artikel 2, punt 218

In plaats van:

„In artikel 234, eerste alinea, onder b), wordt „en van de Europese Centrale Bank” geschrapt,”;

lezen:

„In artikel 234, eerste alinea, onder b), wordt „en van de ECB” geschrapt,”.

63)

Bladzijde 110, artikel 2, punt 221

In plaats van:

„In artikel 236 wordt „in het statuut of voortvloeiende uit de regeling welke voor hen toepasselijk is” vervangen door „in het statuut van de ambtenaren van de Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie.”;”;

lezen:

„In artikel 236 wordt „in het statuut of voortvloeiende uit de regeling welke voor hen toepasselijk is” vervangen door „door het statuut van de ambtenaren van de Unie en de regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Unie”.”.

64)

Bladzijde 110, artikel 2, punt 222

In plaats van:

„In artikel 237, onder d), in de tweede zin, wordt „van bestuur” toegevoegd na „de Raad” en aan het eind wordt „van Justitie” na „Hof” geschrapt.”;

lezen:

„In artikel 237, onder d), in de tweede zin, wordt „van bestuur” toegevoegd na „de Raad”.”.

65)

Bladzijde 111, artikel 2, punt 224

In plaats van:

„Iedere partij kan, ook na het verstrijken van de in artikel 230, vijfde alinea, bedoelde termijn, naar aanleiding van een geschil waarbij …”;

lezen:

„Iedere partij kan, ook na het verstrijken van de in artikel 230, zesde alinea, bedoelde termijn, naar aanleiding van een geschil waarbij …”.

66)

Bladzijde 112, artikel 2, punt 227, ad artikel 245 bis, lid 4

In plaats van:

„4.   De Europese Centrale Bank neemt de maatregelen die nodig zijn om haar taken te vervullen overeenkomstig de artikelen 105 tot en met 111 bis en artikel 115 C en de door de statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank bepaalde voorwaarden.”;

lezen:

„4.   De Europese Centrale Bank neemt de maatregelen die nodig zijn om haar taken te vervullen overeenkomstig de artikelen 105 tot en met 111 bis en artikel 115 C en de door de statuten van het ESCB en van de ECB bepaalde voorwaarden.”.

67)

Bladzijde 112, artikel 2, punt 231, onder c)

In plaats van:

„in lid 4, hernummerd tot 3, wordt „zij” vervangen door „de leden van de Rekenkamer”;”;

lezen:

„in lid 4, hernummerd tot 3, wordt „zij” in de eerste zin vervangen door „de leden van de Rekenkamer”.”.

68)

Bladzijde 112, artikel 2, punt 231

Het volgende punt d) wordt toegevoegd:

„d)

De zin luidende „Met dezelfde meerderheid stelt hij ook de vergoedingen vast die als bezoldiging kunnen worden aangemerkt” wordt vervangen door „Hij stelt ook de vergoedingen vast die als bezoldiging kunnen worden aangemerkt.”.”

69)

Bladzijde 112, artikel 2, punt 232

In plaats van:

„In artikel 248 wordt „orgaan” vervangen door „orgaan of ingestelde instantie”.”;

lezen:

„In artikel 248 wordt in het eerste lid„orgaan” en in lid 3 „instantie” vervangen door „orgaan of ingestelde instantie” in het meervoud of het enkelvoud naargelang het geval.”.

70)

Bladzijde 113-114, artikel 2, punt 236, ad artikel 249 B

In plaats van:

„1.   In een wetgevingshandeling kan aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-wezenlijke onderdelen van de wetgevingshandeling.

In de wetgevingshandelingen worden uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de bevoegdheidsdelegatie afgebakend. Wezenlijke onderdelen van een gebied worden uitsluitend bij een wetgevingshandeling geregeld en kunnen derhalve niet het voorwerp zijn van bevoegdheidsdelegatie.”;

lezen:

„1.   In een wetgevingshandeling kan aan de Commissie de bevoegdheid worden overgedragen niet-wetgevingshandelingen van algemene strekking vast te stellen ter aanvulling of wijziging van bepaalde niet-essentiële onderdelen van de wetgevingshandeling.

In de wetgevingshandelingen worden uitdrukkelijk de doelstellingen, de inhoud, de strekking en de duur van de bevoegdheidsdelegatie afgebakend. Essentiële onderdelen van een gebied worden uitsluitend bij een wetgevingshandeling geregeld en kunnen derhalve niet het voorwerp zijn van bevoegdheidsdelegatie.”.

71)

Bladzijde 117, artikel 2, punt 242, ad artikel 254, lid 2, eerste alinea

In plaats van:

„2.   Niet-wetgevingshandelingen, vastgesteld in de vorm van verordeningen, richtlijnen en besluiten, worden ondertekend door de voorzitter van de instelling waardoor zij zijn vastgesteld …”;

lezen:

„2.   Niet-wetgevingshandelingen, vastgesteld in de vorm van verordeningen, richtlijnen en besluiten, worden, wanneer deze geen adressaat aangeven, ondertekend door de voorzitter van de instelling waardoor zij zijn vastgesteld.”.

72)

Bladzijde 124, artikel 2, punt 265, ad artikel 272, lid 7, onder d), laatste zin

In plaats van:

„… de begrotingsonderdelen waarop het amendement betrekking heeft, ingenomen. de begroting geacht definitief te zijn vastgesteld op deze basis.”;

lezen:

„… de begrotingsonderdelen waarop het amendement betrekking heeft, ingenomen. De begroting wordt geacht definitief te zijn vastgesteld op deze basis.”.

73)

Bladzijde 126, artikel 2, punt 269

In plaats van:

„De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad ook een evaluatieverslag over de financiën van de Unie in, waarin de bereikte resultaten worden getoetst aan de door het Europees Parlement en de Raad krachtens artikel 276 verstrekte aanwijzingen.”;

lezen:

„De Commissie dient bij het Europees Parlement en de Raad ook een evaluatieverslag over de financiën van de Unie in, waarin de bereikte resultaten met name worden getoetst aan de door het Europees Parlement en de Raad krachtens artikel 276 verstrekte aanwijzingen.”.

74)

Bladzijde 127, artikel 2, punt 274, ad artikel 279 ter, eerste zin

In plaats van:

„In het kader van de in dit hoofdstuk bedoelde begrotingsprocedures roept de Commissie regelmatig de voorzitters van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bijeen.”;

lezen:

„In het kader van de in deze titel bedoelde begrotingsprocedures roept de Commissie regelmatig de voorzitters van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie bijeen.”.

B.   PROTOCOLLEN GEHECHT AAN HET VERDRAG VAN LISSABON

Protocol betreffende permanente gestructureerde samenwerking, ingesteld bij artikel 42, ad artikel 2, onder d)

Bladzijde 155

In plaats van:

„d)

samen te werken om ervoor te zorgen dat zij de nodige maatregelen nemen om, onder andere door multinationale benaderingen en onverminderd de verbintenissen dienaangaande in het kader van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, de in het kader van het vermogensontwikkelingsmechanisme geconstateerde leemten op te vullen;”;

lezen:

„d)

samen te werken om ervoor te zorgen dat zij de nodige maatregelen nemen om, onder andere door multinationale benaderingen en onverminderd de verbintenissen dienaangaande in het kader van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie, de in het kader van het „vermogensontwikkelingsmechanisme” geconstateerde leemten op te vullen;”.

Protocol nr. 1 tot wijziging van de protocollen gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie, aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en/of aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

1)

Bladzijde 166, artikel 1, punt 4) onder b)

Een tweede streepje „— artikel 7 (tweede vermelding van het Verdrag)” wordt ingevoegd.

2)

Bladzijde 167, artikel 1, punt 5) onder d), eerste, tweede, derde en vierde streepje

In plaats van:

„—

punt 6, hernummerd tot 5, tweede alinea;

punt 9, hernummerd tot 8, inleidende zin;

punt 10, onder a, hernummerd tot 9, tweede zin;

punt 11, hernummerd tot 11;”

lezen:

„—

lid 6, hernummerd tot 5, tweede alinea;

lid 9, hernummerd tot 8, inleidende zin;

lid 10, onder a, hernummerd tot 9, tweede zin;

lid 11, hernummerd tot 10;”

3)

Bladzijde 168, artikel 1, punt 6, onder d), eerste streepje

In plaats van:

„lid punt 7, hernummerd tot 6 …”

lezen:

„lid 7, hernummerd tot 6 …”

4)

Bladzijde 172, artikel 1, punt 10, onder r)

In plaats van:

„in bijlage I van het Protocol wordt in artikel 3, lid 1, tweede zin, „voor ambtenarenzaken” toegevoegd na „Gerecht”; in de leden 2 en 3 worden de woorden „met gekwalificeerde meerderheid” geschrapt;”;

lezen:

„in bijlage I van het Protocol wordt in artikel 3, lid 1, tweede zin, „voor ambtenarenzaken” toegevoegd na „Gerecht”; in de leden 2 en 3 worden de woorden „met gekwalificeerde meerderheid van stemmen” geschrapt;”.

5)

Bladzijde 172, artikel 1, punt 11, onder e)

In plaats van:

„Aan het einde van de tweede zin worden na het woord „Verdrag” de woorden „van de Europese Unie” toegevoegd. Aan het einde van de derde zin worden na het woord „Verdrag” de woorden „van de Europese Unie” toegevoegd;”

lezen:

„Aan het einde van de tweede zin worden na het woord „Verdrag” de woorden „betreffende de Europese Unie” toegevoegd. Aan het einde van de derde zin worden na het woord „Verdrag” de woorden „betreffende de Europese Unie” toegevoegd;”

6)

Bladzijde 174, artikel 1, punt 11) onder aa)

In plaats van:

„in artikel 52, hernummerd tot 49, wordt „overeenkomstig artikel 116 bis, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie”, ingevoegd na „Na de onherroepelijke vaststelling van de wisselkoersen …”.”

lezen:

„in artikel 52, hernummerd tot 49, worden in de titel de woorden „bankbiljetten in Gemeenschapsvaluta's” vervangen door „bankbiljetten in valuta's van de lidstaten” en worden in het artikel de woorden „overeenkomstig artikel 116 bis, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie vervangen door” overeenkomstig artikel 117 bis, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie”.

7)

Bladzijde 180, artikel 1, punt 15), onder b)

In plaats van:

„in de eerste overweging wordt „… bij haar besluitvorming over de overgang naar de derde fase van de Economische en Monetaire Unie …” vervangen door „… wanneer zij besluit de derogaties in te trekken van de lidstaten die vallen onder een derogatie …”;”

lezen:

„in de eerste overweging wordt „… bij haar besluitvorming over de overgang naar de derde fase van de Economische en Monetaire Unie bedoeld in artikel 121, lid 1, …” vervangen door „…wanneer zij besluit de derogaties in te trekken van de lidstaten die vallen onder een derogatie bedoeld in artikel 117 bis …”, en de woorden „tot oprichting van de Europese Gemeenschap” worden vervangen door „betreffende de werking van de Europese Unie”.”

8)

Bladzijde 181, artikel 1, punt 15), onder d)

In plaats van:

„in artikel 6 worden de woorden”, het EMI „geschrapt;”

lezen:

„in artikel 6 worden de woorden”, het EMI of de ECB al naar het geval, „vervangen door of de ECB”.

9)

Bladzijde 193, artikel 1, punt 27

In plaats van:

„In het Protocol betreffende artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, wordt in het dispositief „binnen een jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam” geschrapt.”

lezen:

„In het Protocol betreffende artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, wordt in de eerste overweging van de preambule, wordt de verwijzing naar artikel 17, lid 1, tweede alinea, en lid 3, vervangen door een verwijzing naar artikel 28 A, lid 2, en wordt in het dispositief „binnen een jaar na de inwerkingtreding van het Verdrag van Amsterdam” geschrapt.”

10)

Bladzijde 194, artikel 1

Het volgende punt wordt toegevoegd:

„BIJLAGEN

34)

In Bijlage I, Hoofdstuk 22, ex 22.08, ex 22.09, worden de woorden „bij het Verdrag” geschrapt.”.

C.   CONCORDANTIETABEL BEDOELD IN ARTIKEL 5 VAN HET VERDRAG VAN LISSABON

Verdrag betreffende de Europese Unie

Bladzijde 206, oude nummering van het Verdrag betreffende de Europese Unie, met betrekking tot artikel 47

In plaats van:

„artikel 47 (verplaatst)”;

lezen:

„artikel 47 (vervangen)”.

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

1)

Bladzijde 214, nieuwe nummering van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie met betrekking tot artikel 113 (verplaatst)

In plaats van:

„artikel 294”;

lezen:

„artikel 284”.

2)

Bladzijde 228, oude nummering van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, voetnoot met betrekking tot artikel 63, punten 1 en 2 en artikel 64, lid 2

In plaats van:

„Artikel 63, punten 1 en 2, VEG wordt vervangen door artikel 63, leden 1 en 2, VWEU en artikel 64, lid 2, wordt vervangen door artikel 63, lid 3, VWEU.”;

lezen:

„Artikel 63, punten 1 en 2, VEG wordt vervangen door artikel 63, leden 1 en 2, VWEU (hernummerd tot 78) en artikel 64, lid 2, wordt vervangen door artikel 63, lid 3, VWEU (hernummerd tot 78).”

3)

Bladzijde 229, oude nummering van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, voetnoot met betrekking tot artikel 178

In plaats van:

„Ten gronde vervangen door artikel 188 D, lid 1, tweede alinea, tweede zin, VWEU.”;

lezen:

„Ten gronde vervangen door artikel 188 D, lid 1, tweede alinea, tweede zin, VWEU (hernummerd tot 208).”.