ISSN 1725-2474 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 19 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
51e jaargang |
Nummer |
Inhoud |
Bladzijde |
|
IV Informatie |
|
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE |
|
|
Raad |
|
2008/C 019/01 |
||
2008/C 019/02 |
||
|
Commissie |
|
2008/C 019/03 |
||
2008/C 019/04 |
||
2008/C 019/05 |
||
|
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN |
|
2008/C 019/06 |
||
2008/C 019/07 |
||
2008/C 019/08 |
Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 2204/2002 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor werkgelegenheid ( 1 ) |
|
2008/C 019/09 |
Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen ( 1 ) |
|
|
V Bekendmakingen |
|
|
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID |
|
|
Commissie |
|
2008/C 019/10 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak COMP/M.5015 — Sagard/BPEF/Fläkt Woods JV) — Zaak die in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure ( 1 ) |
|
|
ANDERE BESLUITEN |
|
|
Commissie |
|
2008/C 019/11 |
||
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
IV Informatie
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE
Raad
25.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 19/1 |
Kennisgeving door Roemenië betreffende visumwederkerigheid (1)
(2008/C 19/01)
Brussel, 7 november 2007
Ref. nr. 9752
De permanente vertegenwoordiging van Roemenië bij de Europese Unie biedt het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie haar complimenten aan en heeft, in aansluiting op haar verbale nota nr. 1629 van 21 februari 2007 en overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 851/2005 van de Raad van 2 juni 2005 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 van de Raad van 15 maart 2001 wat betreft het wederkerigheidsmechanisme, de eer mede te delen dat de onderdanen van Roemenië, na de inwerkingtreding van de overeenkomst tussen de regering van Roemenië en de regering van de Federatieve Republiek Brazilië inzake de afschaffing van de visumplicht, met ingang van 11 november 2007 voor doorreizen en verblijven van korte duur niet langer aan de visumplicht zijn onderworpen.
Een overeenkomstige kennisgeving is toegezonden aan de Europese Commissie.
De permanente vertegenwoordiging van Roemenië maakt van deze gelegenheid gebruik om nogmaals uiting te geven aan haar zeer hoge achting voor het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.
(1) Deze kennisgeving wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 2 van Verordening (EG) nr. 851/2005 van de Raad van 2 juni 2005 (PB L 141 van 4.6.2005, blz. 3) tot wijziging van Verordening (EG) nr. 539/2001 van 15 maart 2001 (PB L 81 van 21.3.2001, blz. 1).
25.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 19/2 |
BESLUIT VAN DE RAAD
van 21 januari 2008
houdende benoeming van het Ierse lid van de Raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding
(2008/C 19/02)
De RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op Verordening (EEG) nr. 337/75 van de Raad van 10 februari 1975 houdende oprichting van een Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding, en met name op artikel 4 (1),
Gezien de voordracht van de Ierse regering,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Bij besluit van 18 september 2006 (2) heeft de Raad de leden van de Raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding benoemd voor het tijdvak van 18 september 2006 tot en met 17 september 2009. |
(2) |
In de categorie werkgeversvertegenwoordigers van de Raad van bestuur van bovengenoemd centrum is één zetel van lid vrijgekomen door het aftreden van mevrouw Jenny HAYES. |
(3) |
Het Ierse lid van de Raad van bestuur van bovengenoemd centrum moet worden benoemd voor de resterende duur van de ambtstermijn, die op 17 september 2009 verstrijkt, |
BESLUIT:
Enig artikel
Wordt benoemd tot lid van de Raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding voor de resterende duur van de ambtstermijn, dat wil zeggen tot en met 17 september 2009:
I. WERKGEVERSVERTEGENWOORDIGER
Ierland: de heer Tony DONOHOE
Gedaan te Brussel, 21 januari 2008.
Voor de Raad
De voorzitter
I. JARC
(1) PB L 39 van 13.2.1975, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2051/2004 (PB L 355 van 1.12.2004, blz. 1).
(2) PB C 240 van 5.10.2006, blz. 1.
Commissie
25.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 19/3 |
Wisselkoersen van de euro (1)
24 januari 2008
(2008/C 19/03)
1 euro=
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,4663 |
JPY |
Japanse yen |
156,3 |
DKK |
Deense kroon |
7,4527 |
GBP |
Pond sterling |
0,74685 |
SEK |
Zweedse kroon |
9,486 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,598 |
ISK |
IJslandse kroon |
96,62 |
NOK |
Noorse kroon |
8,036 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CZK |
Tsjechische koruna |
25,974 |
EEK |
Estlandse kroon |
15,6466 |
HUF |
Hongaarse forint |
257,52 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,6978 |
PLN |
Poolse zloty |
3,6165 |
RON |
Roemeense leu |
3,7576 |
SKK |
Slowaakse koruna |
33,525 |
TRY |
Turkse lira |
1,7525 |
AUD |
Australische dollar |
1,6763 |
CAD |
Canadese dollar |
1,4893 |
HKD |
Hongkongse dollar |
11,447 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
1,9065 |
SGD |
Singaporese dollar |
2,0969 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 392,55 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
10,3191 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
10,5996 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,2675 |
IDR |
Indonesische roepia |
13 748,76 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,7985 |
PHP |
Filipijnse peso |
60,309 |
RUB |
Russische roebel |
36 |
THB |
Thaise baht |
45,9 |
BRL |
Braziliaanse real |
2,6339 |
MXN |
Mexicaanse peso |
15,9973 |
Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
25.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 19/4 |
Overzicht van de door de Gemeenschap genomen besluiten inzake vergunningen om geneesmiddelen in de handel te brengen in de periode van 1 december 2007 tot 31 december 2007
(Publicatie krachtens artikel 13 of artikel 38 van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad (1) )
(2008/C 19/04)
— Verlening van een vergunning voor het in de handel brengen (artikel 13 van Verordening (EG) nr. 726/2004): Goedgekeurd
Datum van het besluit |
Naam van het geneesmiddel |
INN (internationale generieke benaming) |
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen |
Nr. in het communautair geneesmiddelenregister |
Farmaceutische vorm |
ATC-code (Anatomical Therapeutic Chemical Code) |
Datum van kennisgeving |
|||||
11.12.2007 |
NEVANAC |
Nepafenac |
|
EU/1/07/433/001 |
Oogdruppels, suspensie |
S01BC10 |
13.12.2007 |
|||||
11.12.2007 |
Pioglitazone/metformin hydrochloride Takeda |
Pioglitazon/metforminehydrochloride |
|
EU/1/07/421/001-009 |
Tablet |
A10BD05 |
13.12.2007 |
|||||
12.12.2007 |
Olanzapine Teva |
Olanzapine |
|
EU/1/07/427/001-022 |
Filmomhulde tabletten |
N05AH03 |
14.12.2008 |
|||||
EU/1/07/427023-037 |
Orodipsergeerbare tabletten |
|||||||||||
13.12.2007 |
Atripla |
Efavirenz/emtricitabine/tenofovirdisoproxilfumaraat |
|
EU/1/07/430/001 |
Filmomhulde tabletten |
J05AR06 |
18.12.2008 |
|||||
18.12.2007 |
Retacrit |
Epoëtine zeta |
|
EU/1/07/431/001-019 |
Oplossing voor injectie |
B03XA01 |
20.12.2007 |
|||||
18.12.2007 |
Silapo |
Epoëtine zeta |
|
EU/1/07/432/001-019 |
Oplossing voor injectie |
B03XA01 |
20.12.2007 |
|||||
20.12.2007 |
ISENTRESS |
Raltegravir |
|
EU/1/07/436/001-002 |
Filmomhulde tabletten |
J05AX08 |
2.1.2008 |
— Wijziging van een vergunning voor het in de handel brengen (artikel 13 van Verordening (EG) nr. 726/2004): Goedgekeurd
Datum van het besluit |
Naam van het geneesmiddel |
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen |
Nr. in het communautair geneesmiddelenregister |
Datum van kennisgeving |
||||||
11.12.2007 |
RotaTeq |
|
EU/1/06/348/001-002 |
13.12.2007 |
||||||
11.12.2007 |
TARGRETIN |
|
EU/1/01/178/001 |
13.12.2007 |
||||||
11.12.2007 |
Quintanrix |
|
EU/1/04/301/001-005 |
13.12.2007 |
||||||
11.12.2007 |
Tandemact |
|
EU/1/06/366/005-016 |
13.12.2007 |
||||||
11.12.2007 |
Procomvax |
|
EU/1/99/104/001 |
13.12.2007 |
||||||
11.12.2007 |
Prevenar |
|
EU/1/00/167/001-007 |
13.12.2007 |
||||||
12.12.2007 |
Quadramet |
|
EU/1/97/057/001 |
14.12.2007 |
||||||
12.12.2007 |
Sonata |
|
EU/1/99/102/001-008 |
17.12.2007 |
||||||
|
14.12.2007 |
|||||||||
14.12.2007 |
Avastin |
|
EU/1/04/300/001-002 |
18.12.2007 |
||||||
14.12.2007 |
Ariclaim |
|
EU/1/04/283/008-012 |
18.12.2007 |
||||||
14.12.2007 |
Caelyx |
|
EU/1/96/011/001-004 |
18.12.2007 |
||||||
14.12.2007 |
Diacomit |
|
EU/1/06/367/001-012 |
18.12.2007 |
||||||
14.12.2007 |
RotaTeq |
|
EU/1/06/348/001-002 |
18.12.2007 |
||||||
14.12.2007 |
Rebif |
|
EU/1/98/063/001-007 |
18.12.2007 |
||||||
14.12.2007 |
Velcade |
|
EU/1/04/274/001 |
18.12.2007 |
||||||
18.12.2007 |
Tracleer |
|
EU/1/02/220/001-005 |
20.12.2007 |
||||||
18.12.2007 |
Xelevia |
|
EU/1/07/382/001-018 |
20.12.2007 |
||||||
18.12.2007 |
Infanrix Penta |
|
EU/1/00/153/001-010 |
20.12.2007 |
||||||
18.12.2007 |
Lyrica |
|
EU/1/04/279/001-043 |
21.12.2007 |
||||||
18.12.2007 |
Prezista |
|
EU/1/06/380/001 |
20.12.2007 |
||||||
18.12.2007 |
Betaferon |
|
EU/1/95/003/003-006 |
20.12.2007 |
||||||
18.12.2007 |
Helixate NexGen |
|
EU/1/00/144/004 |
20.12.2007 |
||||||
18.12.2007 |
KOGENATE Bayer |
|
EU/1/00/143/010-011 |
20.12.2007 |
||||||
18.12.2007 |
Zonegran |
|
EU/1/04/307/001-013 |
20.12.2007 |
||||||
18.12.2007 |
NovoMix |
|
EU/1/00/142/004-005 EU/1/00/142/009-010 |
20.12.2007 |
||||||
18.12.2007 |
Insuman |
|
EU/1/97/030/028-109 EU/1/97/030/085-139 |
20.12.2007 |
||||||
18.12.2007 |
Truvada |
|
EU/1/04/305/001 |
20.12.2007 |
||||||
19.12.2007 |
CUBICIN |
|
EU/1/05/328/001-002 |
21.12.2007 |
||||||
19.12.2007 |
Humira |
|
EU/1/03/256/001-010 |
21.12.2007 |
||||||
19.12.2007 |
Tygacil |
|
EU/1/06/336/001 |
21.12.2007 |
||||||
19.12.2007 |
MabCampath |
|
EU/1/01/193/001-002 |
21.12.2007 |
||||||
19.12.2007 |
Lucentis |
|
EU/1/06/374/001 |
21.12.2007 |
||||||
19.12.2007 |
REYATAZ |
|
EU/1/03/267/001-007 |
21.12.2007 |
||||||
19.12.2007 |
Januvia |
|
EU/1/07/383/001-018 |
21.12.2007 |
||||||
19.12.2007 |
Aptivus |
|
EU/1/05/315/001 |
21.12.2007 |
||||||
20.12.2007 |
Infanrix Hexa |
|
EU/1/00/152/001-018 |
24.12.2007 |
||||||
20.12.2007 |
Aldurazyme |
|
EU/1/03/253/001-003 |
24.12.2007 |
||||||
20.12.2007 |
Insulin Human Winthrop |
|
EU/1/06/368/001-087 |
27.12.2007 |
||||||
21.12.2007 |
Remicade |
|
EU/1/99/116/001-003 |
27.12.2007 |
||||||
21.12.2007 |
Keppra |
|
EU/1/00/146/001-030 |
26.12.2007 |
||||||
21.12.2007 |
Mimpara |
|
EU/1/04/292/001-012 |
27.12.2007 |
||||||
21.12.2007 |
Macugen |
|
EU/1/05/325/002 |
2.1.2008 |
||||||
21.12.2007 |
Somavert |
|
EU/1/02/240/001-004 |
27.12.2007 |
||||||
21.12.2007 |
Parareg |
|
EU/1/04/293/001-012 |
2.1.2008 |
||||||
21.12.2007 |
GONAL-F |
|
EU/1/95/001/001 EU/1/95/001/003-005 EU/1/95/001/009 EU/1/95/001/012 EU/1/95/001/021-022 EU/1/95/001/025-028 EU/1/95/001/031-035 |
2.1.2008 |
||||||
21.12.2007 |
HBVAXPRO |
|
EU/1/01/183/001 EU/1/01/183/004-005 EU/1/01/183/007-008 EU/1/01/183/011 EU/1/01/183/013 EU/1/01/183/015 EU/1/01/183/018-029 |
26.12.2007 |
— Intrekking van een vergunning voor het in de handel brengen (artikel 13 van Verordening (EG) nr. 726/2004)
Datum van het besluit |
Naam van het geneesmiddel |
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen |
Nr. in het communautair geneesmiddelenregister |
Datum van kennisgeving |
|||
18.12.2007 |
Levviax |
|
EU/1/01/192/001-005 |
20.12.2007 |
— Wijziging van een vergunning voor het in de handel brengen (artikel 38 van Verordening (EG) nr. 726/2004): Goedgekeurd
Datum van het besluit |
Naam van het geneesmiddel |
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen |
Nr. in het communautair geneesmiddelenregister |
Datum van kennisgeving |
|||||||||
14.12.2007 |
Suprelorin |
|
EU/2/07/072/001-002 |
18.12.2007 |
|||||||||
19.12.2007 |
Aivlosin |
|
EU/2/04/044/001-006 |
21.12.2007 |
Het openbare beoordelingsrapport van de desbetreffende geneesmiddelen en de dienaangaande beslissingen zijn voor belangstellenden op verzoek verkrijgbaar bij:
Europees Geneesmiddelenbureau |
7, Westferry Circus |
Canary Wharf |
London E14 4HB |
United Kingdom |
(1) PB L 136 van 30.4.2004, blz. 1.
25.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 19/12 |
Overzicht van de door de Gemeenschap genomen besluiten inzake vergunningen om geneesmiddelen in de handel te brengen in de periode van 1 december 2007 tot 31 december 2007
(Besluiten krachtens artikel 34 van Richtlijn 2001/83/EG van het Europees Parlement en de Raad (1) of artikel 38 van Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad (2) )
(2008/C 19/05)
— Verlening, handhaving of wijziging van een nationale vergunning voor het in de handel brengen
Datum van het besluit |
Naam (namen) van het geneesmiddel |
Houder(s) van de vergunning voor het in de handel brengen |
Betrokken lidstaat |
Datum van kennisgeving |
|||||
18.12.2007 |
Tracleer |
|
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten |
19.12.2007 |
|||||
18.12.2007 |
Silapo |
|
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten |
19.12.2007 |
|||||
18.12.2007 |
Retacrit |
|
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten |
19.12.2007 |
|||||
19.12.2007 |
MabCampath |
|
Deze beschikking is gericht tot de lidstaten |
20.12.2007 |
(1) PB L 311 van 28.11.2001, blz. 67.
(2) PB L 311 van 28.11.2001, blz. 1.
INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN
25.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 19/13 |
Liquidatieprocedure
Beslissing tot opening van een liquidatieprocedure ten aanzien van Hullberry Insurance Company Onderlinge Waarborgmaatschappij U.A.
(Openbaarmaking overeenkomstig artikel 14 van Richtlijn 2001/17/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de sanering en liquidatie van verzekeringsondernemingen)
(2008/C 19/06)
Verzekeringsonderneming |
|
||||
Datum, inwerkingtreding en aard van de beslissing |
Bij beschikking van 31 augustus 2007 heeft rechtbank Amsterdam over Hullberry Insurance Company Onderlinge Waarborgmaatschappij U.A. (hierna verder: Hullberry), statutair gevestigd te Amsterdam de noodregeling in de zin van artikel 3:161 e.v. van de Wet op het financieel toezicht (hierna verder: Wft) uitgesproken. Rechtbank Amsterdam heeft de noodregeling, uitvoerbaar bij voorraad, uitgesproken op verzoek van de bevoegde toezichthouder, te weten de Nederlandsche Bank N.V., omdat het belang van de gezamenlijke schuldeisers bij de afwikkeling van het schadeverzekeringsbedrijf van Hullberry een bijzondere voorziening behoeft. Tot bewindvoerder is door rechtbank Amsterdam mr. A.A.M. Spliet, Postbus 236 te 7200 AE Zutphen, Nederland benoemd. Aan de bewindvoerder is een machtiging als bedoeld in artikel 3:163, lid 1 aanhef en onder c van de Wft verleend, teneinde tot overdracht van het geheel of van een gedeelte van de verbintenissen van Hullberry krachtens overeenkomsten van verzekering te geraken, alsmede tot gehele of gedeeltelijke liquidatie van de portefeuille van Hullberry. De duur van de noodregeling is bepaald op 18 maanden. Als rechter-commissaris is het lid van de rechtbank Amsterdam mr. R.H.C. Jongeneel benoemd |
||||
Bevoegde instanties |
Tegen de beslissing van rechtbank Amsterdam kan tot en met maandag 10 september 2007 bij de rechtbank Amsterdam, Parnassusweg 220, 1076 AV Amsterdam, Nederland verzet, dan wel bij het gerechtshof Amsterdam, Prinsengracht 436, 1017 KE Amsterdam, Nederland, hoger beroep worden ingesteld met vermelding van het onderwerp van de beslissing en de rechtsgrondslag |
||||
Toezichthoudende autoriteit |
|
||||
Aangewezen liquidateur |
|
||||
Toepasselijk recht |
Op de noodregeling is Nederlands recht van toepassing. Het betreft een noodregeling in de zin van artikel 3:161 e.v. van de Wet op het financieel toezicht |
25.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 19/14 |
Nationale procedure van Italië voor de toewijzing van aan beperkingen onderhevige luchtverkeersrechten
(2008/C 19/07)
Overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) nr. 847/2004 van het Europees Parlement en de Raad inzake onderhandelingen over en de uitvoering van overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen, maakt de Europese Commissie de hieronder opgenomen nationale procedure bekend, om ervoor te zorgen dat die informatie wordt verspreid onder alle betrokken communautaire houders van luchtverkeersrechten, wanneer die beperkt worden door luchtvaartovereenkomsten met derde landen.
„De minister van Vervoer
Richtsnoeren voor de toewijzing van luchtdiensten voor bestemmingen buiten de Europese Unie naar aanleiding van door luchtvaartmaatschappijen ingediende verzoeken
Gelet op Verordening (EG) nr. 847/2004 van 29 april 2004 inzake onderhandelingen over en de uitvoering van overeenkomsten inzake luchtdiensten tussen lidstaten en derde landen;
Gelet op de opmerkingen van de Europese Commissie ten aanzien van de mogelijke wijziging van de Richtlijn van het ministerie van Vervoer van 7 juli 2000 betreffende de richtsnoeren voor de toewijzing van luchtdiensten voor bestemmingen buiten de Europese Unie naar aanleiding van door luchtvaartmaatschappijen ingediende verzoeken;
Overwegende dat luchtverkeersrechten permanent toegewezen moeten blijven;
Overwegende dat, in het belang van de gebruikers en van de luchtvaartindustrie, voor de toewijzing van luchtverkeersrechten voor luchtvaartverbindingen die onder luchtvaartovereenkomsten met derde landen vallen, objectieve en transparante criteria moeten gelden;
Overwegende dat alle informatie ter beschikking van de communautaire luchtvaartmaatschappijen moet staan door middel van bekendmaking daarvan langs elektronische weg,
vaardigt uit:
de onderhavige richtsnoeren voor de toewijzing van luchtdiensten naar aanleiding van door luchtvaartmaatschappijen ingediende verzoeken, houdende intrekking en ter vervanging van de richtlijn van 7 juli 2000.
De onderhavige richtsnoeren, het vastgestelde consultatieprogramma, het geheel van luchtverkeersrechten en de desbetreffende toewijzingsprocedures worden langs elektronische weg ter beschikking gesteld van de luchtvaartmaatschappijen van de Europese Unie; de toewijzingsprocedures moeten volgens niet-discriminerende criteria worden toegepast op basis van de onderstaande voorwaarden:
1. Algemene doelstellingen:
a) |
ontwikkeling van het handelsverkeer en het toerisme; |
b) |
bevordering van de luchtvaartsector en het algemene burgerluchtvaartsysteem; |
c) |
veelvormigheid van het bedrijfsleven; |
d) |
ontwikkeling van het luchthavensysteem. |
2. Referentiekader:
a) |
samenhang met de structuur en de algemene samenstelling van de door de luchtvaartsector aangeboden diensten; |
b) |
operationaliteit van de routes, wat betreft de aansluitingen tussen de verschillende bestaande luchtverbindingen en de concrete en redelijkerwijs te voorziene ontwikkelingsmogelijkheden; |
c) |
mogelijkheden de bestaande verbindingen te integreren in mogelijke bijkomende routes, op basis van de verwachte ontwikkeling van de internationale betrekkingen. |
3. Algemene criteria waarop het verzoek van luchtvaartmaatschappijen wordt beoordeeld:
a) |
financiële capaciteit; |
b) |
technische bekwaamheid; |
c) |
organisatievermogen, dat wordt beoordeeld op basis van:
|
4. In aanmerking komende personen
Alle legitieme belanghebbenden hebben recht op informatie en mogen hun belangstelling uiten en een verzoek indienen dat eerlijk en op niet-discriminerende wijze moet worden beoordeeld.
5. Specifieke criteria voor de route (kwaliteit van de door de verzoekers voorgestelde dienstverlening)/elementen op basis waarvan de route moet worden beoordeeld:
a) |
voordelen voor de consument en bevordering van de concurrentie; |
b) |
vluchten worden door de luchtvaartmaatschappij zelf verzorgd; |
c) |
dekking (in tijd) (jaar — seizoen — deel van een seizoen); |
d) |
gebruikmaking van de bestaande luchtverkeersrechten in termen van:
|
e) |
verdeling en frequenties; |
f) |
het onderhouden van een verbinding op een manier die de best mogelijke dekking van het nationale grondgebied met luchtdiensten van en naar derde landen biedt; |
g) |
manier waarop de dienst wordt verleend (luchthaven van vertrek en van bestemming, non-stopvlucht, rechtstreekse vlucht met tussenlanding(en), overige landingen, overstap); |
h) |
het huidige netwerk en de geplande uitbreidingen die door de luchtvaartmaatschappij zelf of door anderen worden verzorgd; |
i) |
types luchtvaartuigen; |
j) |
geboden dienstverleningsklassen; |
k) |
tarieven per seizoen (hoogseizoen, laagseizoen, tussenseizoen); verkoopssystemen die de gebruikers ten dienste staan; |
l) |
aanwijzingen omtrent de onmiddellijke en concrete beschikbaarheid van de luchtvaartuigen, of over de aanschaf en/of financieringswijze; |
m) |
datum begin dienstverlening; |
n) |
indirecte verzorging van de vluchten (bedrijfsvoorwaarden, commercieel risico, specifieke contractuele betrekkingen ten aanzien van de route); |
o) |
eventuele diensten die reeds op de route worden verzorgd (lijn- en/of chartervluchten en/of vluchten met code sharing, franchising, wet lease). |
6. Besluiten
De besluiten worden goedgekeurd binnen zestig dagen na de laatste dag voor indiening van de verzoeken.
7. Waarborgen:
a) |
toepassing van het principe „use it or lose it” wanneer de route niet wordt gebruikt, te laat of slechts gedeeltelijk in gebruik wordt genomen of wanneer de dienst wordt opgeschort, anders dan om door de overheid erkende redenen van overmacht, ambtshalve of naar aanleiding van een verzoek door andere belanghebbenden; |
b) |
mogelijkheid de toekenning op te schorten of in te trekken om redenen van niet-naleving van de vastgestelde normen; |
c) |
verbod op overdracht van de vergunningen, tenzij de vergunningverlenende overheid daar vooraf toestemming voor heeft gegeven. |
Het te laat of niet in gebruik nemen van de route en de onderbreking van de dienstverlening gedurende een heel verkeersseizoen worden aangemerkt als negatieve aspecten bij de beoordeling voor de toewijzing van eventuele andere routes.
Deze richtlijn wordt doorgezonden naar de bevoegde controleorganen ter parafering en voor registratie.
Alessandro BIANCHI
Rome, …”
25.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 19/17 |
Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 2204/2002 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor werkgelegenheid
(Voor de EER relevante tekst)
(2008/C 19/08)
Nummer van de steunmaatregel |
XE 30/07 |
|||||
Lidstaat |
Spanje |
|||||
Regio |
Cataluña |
|||||
Benaming van de steunregeling |
Programa de incentivos para la creación de ocupación ligada a proyectos de nueva inversión empresarial considerados estratégicos para la economía catalana |
|||||
Rechtsgrondslag |
Resolución IUE/1254/2007, de 17 de abril, por la que se aprueban las bases reguladoras del programa de incentivos para la creación de ocupación vinculada a proyectos de inversión empresarial considerados estratégicos para la economía catalana y se abre la convocatoria para el año 2007 (DOGC núm. 4876 de 4.5.2007) |
|||||
Begrotingsmiddelen |
Voorziene jaarlijkse uitgaven: 3 mln EUR Totaal van de voorziene steun: — |
|||||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 5, en de artikelen 5 en 6 van de verordening |
|||||
Datum van tenuitvoerlegging |
5.5.2007 |
|||||
Duur van de regeling |
30.6.2008 |
|||||
Doelstelling |
Art. 4: Schepping van werkgelegenheid |
|||||
Economische sectoren |
Alle sectoren van de Gemeenschap (1)komen in aanmerking voor werkgelegenheidssteun |
|||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
Nummer van de steunmaatregel |
XE 31/07 |
|||
Lidstaat |
Hongarije |
|||
Regio |
Az őszes régió |
|||
Benaming van de steunregeling |
Foglalkoztatási támogatás az EGT és Norvég Finanszírozási Mechanizmusból |
|||
Rechtsgrondslag |
242/2006 Korm. rendelet 92/N-92/O. § 201/2005 Korm rendelet |
|||
Begrotingsmiddelen |
Voorziene jaarlijkse uitgaven: 335,4 mln HUF Totaal van de voorziene steun: — |
|||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 5, en de artikelen 5 en 6 van de verordening |
|||
Datum van tenuitvoerlegging |
15.10.2007 |
|||
Duur van de regeling |
30.4.2011 |
|||
Doelstelling |
Art. 4: Schepping van werkgelegenheid; art. 5: Indienstneming van benadeelde en gehandicapte werknemers; art. 6: Tewerkstelling van gehandicapte werknemers |
|||
Economische sectoren |
Alle sectoren van de Gemeenschap (2)komen in aanmerking voor werkgelegenheidssteun |
|||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
(1) Met uitzondering van de scheepsbouwsector en andere sectoren waarvoor in verordeningen en richtlijnen bijzondere regels betreffende alle staatssteun in de sector zijn vastgesteld.
(2) Met uitzondering van de scheepsbouwsector en andere sectoren waarvoor in verordeningen en richtlijnen bijzondere regels betreffende alle staatssteun in de sector zijn vastgesteld.
25.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 19/19 |
Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen
(Voor de EER relevante tekst)
(2008/C 19/09)
Nummer van de steunmaatregel |
XS 197/07 |
||
Lidstaat |
Spanje |
||
Regio |
Galicia |
||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
IG107: Proyectos de creación de empresas promovidas por nuevos emprendedores con una inversión en activos fijos subvencionables no superior a 600 000 EUR |
||
Rechtsgrondslag |
Resolución de 9 de marzo de 2007 (DOG no 59, de 23 de marzo) por la que se da publicidad al acuerdo del Consejo de Dirección del Instituto Gallego de Promoción Económica (Igape) que aprueba las bases reguladoras de los incentivos económicos del Igape y se procede a la convocatoria de determinadas líneas de ayuda. Resolución de 10 de abril de 2007 (DOG no 74, de 17 de abril) por la que se procede a la convocatoria de esta línea de ayudas |
||
Type maatregel |
Steunregeling |
||
Begrotingsmiddelen |
Voorziene jaarlijkse uitgaven: 1,3685 mln EUR Totaal van de voorziene steun: — |
||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening |
||
Datum van tenuitvoerlegging |
2.10.2007 |
||
Looptijd |
31.12.2013 |
||
Doelstelling |
Kleine- en middelgrote ondernemingen |
||
Economische sectoren |
Andere be- en verwerkende industrie Andere diensten |
||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
De Directeur-generaal van Igape is bevoegd voor het toekennen van steun van 3 000 000 EUR of minder; steun van meer dan 3 000 000 EUR wordt door de voorzitter van Igape toegestaan |
||
|
Nummer van de steunmaatregel |
XS 284/07 |
||||||||||||||
Lidstaat |
Letland |
||||||||||||||
Regio |
Visa Latvijas teritorija |
||||||||||||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
SIA “Latvijas Garantiju aģentūra” garantiju valsts atbalsta programma |
||||||||||||||
Rechtsgrondslag |
|
||||||||||||||
Type maatregel |
Steunregeling |
||||||||||||||
Begrotingsmiddelen |
Voorziene jaarlijkse uitgaven: 3,618072 mln LVL Totaal van de voorziene steun: — |
||||||||||||||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening |
||||||||||||||
Datum van tenuitvoerlegging |
18.6.2003 |
||||||||||||||
Looptijd |
31.8.2008 |
||||||||||||||
Doelstelling |
Kleine- en middelgrote ondernemingen |
||||||||||||||
Economische sectoren |
Alle sectoren komen in aanmerking voor KMO-steun |
||||||||||||||
Naam en adres van de steunverlenende autoriteit |
|
V Bekendmakingen
PROCEDURES IN VERBAND MET DE UITVOERING VAN HET GEMEENSCHAPPELIJK MEDEDINGINGSBELEID
Commissie
25.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 19/21 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak COMP/M.5015 — Sagard/BPEF/Fläkt Woods JV)
Zaak die in aanmerking komt voor de vereenvoudigde procedure
(Voor de EER relevante tekst)
(2008/C 19/10)
1. |
Op 11 januari 2008 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin is medegedeeld dat de onderneming Sagard SAS („Sagard”, Frankrijk) die deel uitmaakt van Power Corporation van Canada Group („PCC”, Canada) en Barclays Private Equity France SAS („BPEF”, Frankrijk), indirect eigendom van Barclays Bank PLC („Barclays”, Verenigd Koninkrijk), in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening gezamenlijk zeggenschap verkrijgen over de onderneming Fläkt Woods (Luxemburg) Sàrl („Fläkt Woods”, Luxemburg) door een nieuwe aandeelhoudersovereenkomst tussen Sagard en BPEF. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde concentratie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. Overeenkomstig de mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (2) moet worden opgemerkt dat deze zaak in aanmerking komt voor deze procedure. |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbende derden haar hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk 10 dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax ((32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.5015 — Sagard/BPEF/Fläkt Woods JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.
ANDERE BESLUITEN
Commissie
25.1.2008 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 19/22 |
Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen
(2008/C 19/11)
Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.
SAMENVATTING
VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD
„LAPIN PORON LIHA”
EG-nummer: FI/PDO/005/0352/15.07.2004
BOB ( X ) BGA ( )
Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.
1. Bevoegde dienst van de lidstaat:
Naam: |
Maa- ja metsätalousministeriö |
||
Adres: |
|
||
Tel. |
(358-9) 1605 42 78 |
||
Fax |
(358-9) 1605 34 00 |
||
E-mail: |
Maija.Heinonen@mmm.fi |
2. Groepering:
Naam: |
Paliskuntain yhdistys |
||
Adres: |
|
||
Tel. |
(358-16) 331 60 00 |
||
Fax |
(358-16) 331 60 60 |
||
E-mail: |
Matti.Sarkela@paliskunnat.fi |
||
Samenstelling: |
Producenten/verwerkers ( X ) Andere samenstelling ( ) |
3. Productcategorie:
Categorie 1.1: Vers vlees (en slachtafval)
4. Overzicht van het productdossier:
(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)
4.1. Naam: „Lapin Poron liha”.
4.2. Beschrijving: Lapin Poron liha is de benaming voor Lapse rendiervleesproducten in de levensmiddelenhandel en -marketing. De benaming heeft betrekking op karkassen van rendierkalveren die jonger zijn dan een jaar, en karkassen van volwassen rendieren (vrouwtjes, jongvolwassen mannetjes en mannetjes) die ouder zijn dan een jaar, evenals hun delen (stukken). Laps rendiervlees wordt in hele, halve of kwart karkassen, dan wel verdeeld in karkas en spierdelen, verkocht voor direct gebruik of opslag.
Het rendier (Rangifer tarandus tarandus L.) is een op traditionele wijze gehouden, half wild trek- en lastdier in privébezit dat afkomstig is uit Finland's rendierhouderijgebied. Het dier, dat lange poten heeft met vier tenen, behoort tot de familie van de hertachtigen (Cervidae) en is een herbivoor en herkauwer.
Rendiervlees is zacht en donker en smaakt naar wild. Rendiervleesvezels zijn dunner dan die van rund- of elandvlees. Het fijne rendiervlees heeft een hoge energetische waarde, die nagenoeg gelijk is aan die van vetter rundvlees. Bovendien bevat het weinig vet: er zit nauwelijks vet in rendierhaas (zonder vlies) of rendierbiefstuk. Het vet bestaat uit een zichtbare laag op bovenbil en rug. Rendiervet is zeer rijk aan onverzadigde vetzuren. Gezien hun heilzame werking kunnen de vetten van rendiervlees worden vergeleken met die van vissen. Rendiervet en -bloed zijn ook rijk aan meervoudig onverzadigde vetzuren. De vetzuren in rendiervlees zijn voor 50-60 % onverzadigd. Van deze vetzuren is aangetoond dat ze de schadelijke LDL-cholesterol verlagen.
Rendiervlees heeft een hoog eiwitgehalte (ongeveer 23 %) en is rijk aan vrije aminozuren. Het is tevens bijzonder rijk aan vitaminen, waarvan de belangrijkste de vele vitaminen van de B-groep zijn. Daarnaast bevat het veel vitamine A en E. Het vitamine E-gehalte is circa 0,5 μg/100 g. Rendiervlees bevat 4-5 maal zoveel vitamine C als rundvlees.
Rendiervlees heeft een hoger gehalte aan mineralen en sporenelementen dan vlees van andere dieren. Het is rijk aan kalium, calcium, magnesium, fosfor, zwavel, silicium, mangaan, zink en koper. Vergeleken met rundvlees en varkensvlees is het ijzergehalte uitzonderlijk hoog, namelijk 3-5 mg/100 g. Ook bevat het zeer veel koper en selenium (het seleniumgehalte is 5-10 maal zo hoog als dat van rundvlees).
Het vlees van rendierkalveren bevat meer vitaminen dan dat van volwassen dieren, waarbij de piek wordt bereikt in het najaar tijdens de slachttijd. In het najaar bevat het vlees van de kalveren 2-3 % meer eiwit dan het vlees van een vrouwelijk rendier. Het gehalte aan as, magnesium en kalium van kalvervlees is iets hoger dan dat van een vrouwelijk rendier. Kalvervlees is minder vet dan het vlees van volwassen dieren en de energetische waarde is lager. Het watergehalte van het vlees hangt af van de leeftijd, de voedingstoestand en het tijdstip van de slacht. Het gemiddelde watergehalte van het vlees van een volwassen rendier is 69 %, terwijl het voor kalveren tussen 71 % en 75 % ligt.
De diverse kenmerken van voor de handel bestemde soorten vlees worden opgesomd in de rendiervleesclassificatie van de vereniging van rendierhouders (2005) voor de rendiersector (PE-P5), waarin het vlees van volwassen rendieren en kalveren is gerangschikt naar de meest geëigende toepassingen.
4.3. Geografisch gebied: Het productiegebied van Lapin Poron liha is van oudsher het Finse rendierhouderijgebied, dat zich in het hoge noorden bevindt, tussen 65° N en 70° N. Krachtens de Finse rendierhouderijwet (wet nr. 848/1990) omvat het gebied de provincie Lapland (met uitzondering van de steden Kemi en Tornio en de gemeente Keminmaa), de gemeenten Hyrynsalmi, Kuivaniemi, Kuusamo, Pudasjärvi, Suomussalmi, Taivalkoski en Yli-Ii in de provincie Oulu en de gebieden ten noorden van de rivier Kiiminkijoki en de weg Puolanka-Heyrynsalmi in de gemeenten Puolanka, Utajärvi en Ylikiiminki.
4.4. Bewijs van oorsprong: Voor het verkrijgen van het etiket „Lapin Poron liha” moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan:
Om onder deze benaming te vallen moet het rendiervlees afkomstig zijn van rendieren die zijn geboren en opgefokt in het onder 4.3 genoemde gebied, en die vrij op natuurlijke weidegronden grazen in de lente, de zomer, de herfst en, voor een aantal dieren, de vroege winter voor de slacht.
Volgens de regels, instructies en de aanbevelingen van de sector omvatten de productie en de behandeling van rendiervlees het houden van rendieren, het vervoer in verband met de slacht, de verwerking (het uitsnijden), de verpakking en de opslag.
De verwerking (het uitsnijden) en de verpakking van rendiervlees uit het Finse rendierhouderijgebied moeten plaatsvinden in een geografisch afgebakend gebied, namelijk dit rendierhouderijgebied.
Het rendiervlees wordt geproduceerd door professionele rendierfokkers die in Finland's rendierhouderijgebied leven, bekend zijn met de wetgeving inzake de rendierfokkerij en die in organisatieverband te werk gaan, zoals vereist op grond van de Finse rendierhouderijwetgeving.
Controle op de oorsprong
Krachtens de Finse rendierhouderijwetgeving dient een rendiereigenaar het dier onmiddellijk na de geboorte of uiterlijk bij aankomst op de plaats waar het zal worden geslacht, van een veemerk te voorzien.
Voor de slacht bestemde rendieren worden gescheiden van de dieren die in leven worden gehouden, en tijdens het sorteren op de weide voorzien van een slachtoormerk met een uniek nummer. Dit nummer volgt het karkas tot het uitsnijden. Het uitgesneden vlees krijgt een snij- en verwerkingsbatchnummer, dat het product volgt tot aan de consument. De uitsnijderijen en vleesverwerkende bedrijven moeten de karkassen en ander vlees dat de inrichting binnenkomt, registreren, evenals het vlees dat de inrichting weer verlaat. De uitsnijderijen en vleesverwerkende bedrijven staan onder toezicht van de desbetreffende gemeentelijke instanties.
De directeur van het slachthuis en de veterinair inspecteur controleren de slacht van rendieren in slachthuizen. De slacht vindt plaats overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 854/2004 en besluit nr. 38/EEO/2006 van het ministerie van landbouw en bosbouw inzake vleeskeuringen. Rechtstreekse verkoop van rendiervlees aan de consument op de plaats van de slacht of de productie (bv. de plek waar de dieren voor de slacht worden gesorteerd, of de rendierhouderij zelf) is toegestaan.
De dieren worden opgefokt, geslacht en verwerkt (uitgesneden) overeenkomstig de Gemeenschapswetgeving, de ondersteunende nationale wetgeving en deels op basis van de aanbevelingen van de vereniging van rendierhouders. Op dit alles wordt toezicht gehouden door Evira, de Finse autoriteit voor voedselveiligheid, die op haar beurt onder de bevoegde ministeries valt. De controles ter plekke vallen onder de verantwoordelijkheid van plaatselijke voedselautoriteiten en de betreffende overheidsdienst in elke provincie.
4.5. Werkwijze voor het verkrijgen van het product: In het fokjaar 2005-2006 werden in Finland 200 196 rendieren tot na de winter in leven gehouden (fokrendieren). Deze brachten in totaal 116 488 kalveren voort, waarvan er 94 115 werden geslacht in de herfst en de vroege winter. Van de volwassen rendieren (vrouwtjes, mannetjes en jongvolwassen mannetjes) werden er in de herfst en de vroege winter 30 038 geslacht.
Circa 70-75 % van de slachtdieren zijn kalveren van 5 tot 8 maanden oud, met een slachtgewicht van ongeveer 22 kg. Het gemiddelde gewicht van een geslacht volwassen vrouwtje is rond de 35 kg; het slachtgewicht van de grootste mannelijke rendieren kan wel 70-80 kg bedragen.
Bij de huidige toegestane maxima worden jaarlijks zo'n 90 000-110 000 rendieren geslacht. De rendierhouderij levert per jaar 2-2,5 miljoen kg vlees op, een hoeveelheid die voor de rendiereigenaren een waarde vertegenwoordigt van 11-15 miljoen EUR per jaar.
De rendierhouderij vindt plaats binnen het georganiseerde kader van de rendierhoudercoöperaties. Elke rendierhouder is lid van een coöperatie, waarvan er in totaal 56 zijn, 41 in de provincie Lapland en 15 in de provincie Oulu. Deze onafhankelijke coöperaties hebben nauwkeurig afgebakende grenzen en variëren qua omvang en het aantal rendieren. Rendierhouders volgen altijd het natuurlijke noordse ritme bij de verzorging van de dieren. Het samendrijven van de rendieren is de meest tijdrovende bezigheid. Andere activiteiten ter plekke zijn het oormerken, tellen, sorteren, vervoeren en hoeden van de dieren, het slachten voor eigen gebruik en het waar nodig bijvoederen van de dieren. De rendieren grazen vrij op natuurlijke weidegronden in de lente, de zomer, de herfst en de vroege winter voor de slacht. In deze periode halen ze al hun voedsel uit natuurlijke bronnen. In de zomer kan het voer uit wel 350 plantensoorten bestaan, voornamelijk vaatplanten. De populairste planten in de zomer zijn moerasplanten, naast beemdgras en andere grassoorten die langs waterstromen groeien. Het voer in de zomer is licht verteerbaar en rijk aan eiwit, vitaminen, mineralen en sporenelementen.
Laat in de zomer en met name in de herfst eten de rendieren graag paddenstoelen en verspreiden zij zich over de gebieden met de beste paddenstoelen. Zij voeden zich hiermee totdat er sneeuw gaat vallen en halen de overgebleven paddenstoelen onder de sneeuw vandaan, ook aan het begin van de winter.
Korstmossen vormen in de winter een belangrijke voedingsbron. Op veel plaatsen maken korstmossen dan 30-60 % van het voer uit. In de winter eten de rendieren ook gewoon mos en veel scheuten, en knabbelen ze aan takken van bomen en struiken. Baard- en paardenhaarmossen, die op bomen groeien, behoren eveneens tot het voer, vooral later in de winter wanneer felle sneeuwstormen het uitgraven van korstmossen onmogelijk maken.
70-75 % van de slachtdieren zijn kalveren van 5 tot 8 maanden oud, die niet zijn bijgevoederd. Sommige volwassen, voor de slacht bestemde rendieren worden bijgevoederd met hooi uit het rendierhouderijgebied, zodat ze op hun plek kunnen blijven totdat ze naar het veldabattoir worden gebracht, of tijdens het sorteren wanneer dat langer duurt dan normaal. Bijvoederen is normaliter bedoeld voor de fokdieren die in leven worden gehouden nadat de andere zijn geslacht; het is belangrijk hun voedselvoorziening te beschermen wanneer er sneeuw en ijs ligt. Afhankelijk van de winterse omstandigheden wordt 30-50 % van de fokdieren gedurende 1 tot 4 maanden bijgevoederd. Uitgedrukt in cijfers komt dit neer op zo'n 50 000 fokdieren in het open veld en zo'n 75 000 fokdieren binnen omheiningen, terwijl 75 000 fokdieren helemaal niet worden bijgevoederd. Het bijvoederen eindigt in de lente, 6 tot 9 maanden voordat de rendieren geslacht worden. Circa 30 % van het voor bijvoederen bestemd veevoeder komt van buiten het rendierhouderijgebied.
De rendieren worden binnen het rendierhouderijgebied geslacht in erkende slachthuizen die aan de EU-verordeningen voldoen, waarvan veertien in handen van de coöperaties, vier in particuliere handen en één in een onderzoekscentrum. 4-5 % van de rendieren worden geslacht en rechtstreeks aan de consument verkocht op de plaats waar ze zijn opgefokt.
Het opfokken van rendieren, het transport van levende rendieren, de slacht, het toezicht op de slacht, de vleeskeuring en het koelen, vervoeren en opslaan van karkassen alsmede het afvalbeheer vinden alle plaats volgens de Gemeenschapswetgeving, de nationale wetgeving en de aanbevelingen van de sector zelf.
Laps rendiervlees wordt in hele, halve of kwart karkassen, dan wel verdeeld in karkas en spierdelen, verkocht voor direct gebruik of opslag. Alle verwerking (uitsnijden) en verpakking van rendiervlees dat onder de benaming valt, vindt plaats in een geografisch afgebakend gebied, het Finse rendierhouderijgebied. De reden om al deze activiteiten juist in dit gebied te ondernemen is gelegen in de kwaliteitsborging van het product, met name gezien de grote vervoersafstanden. Tevens wordt getracht de oorsprong van het product te controleren en ervoor te zorgen dat alle producten die met het etiket Lapin Poron liha op de markt worden gebracht, voldoen aan de gestelde eisen.
4.6. Verband: De rendierhouderij is een eeuwenoud middel van bestaan. De oudste rotstekeningen waarop waarschijnlijk rendieren staan afgebeeld, gaan terug tot meer dan 3 000 jaar geleden. De eerste betrouwbare informatie over het houden van rendieren in Europa dateert van het jaar 892. Wilde rendieren behoorden tot het eerste en belangrijkste wild. Het rendier is van origine een dier dat op hooggelegen heidegronden leeft, en is nu half-gedomesticeerd als afgeleide van het Scandinavische wilde hert dat op deze gronden leeft. De hertenjacht is geleidelijk overgegaan in de rendierhouderij, die vanaf de 17e eeuw voorzag in het levensonderhoud van de bevolking in het meest noordelijk gelegen deel van Finland.
De eerste literaire verwijzing naar het rendier als voedselbron en naar de uitstekende kwaliteit van het vlees dateert van 1555, van de beschrijvingen van Finland in het werk van Olaus Magnus over de geschiedenis van de noordse volkeren. In het gebied dat nu samenvalt met het Finse rendierhouderijgebied, worden al vanaf de 18e eeuw rendieren gehouden.
Rendiervlees wordt geproduceerd door professionele rendierfokkers die in Finlands rendierhouderijgebied leven. Hun werkzaamheden zijn gebaseerd op informatie over rendieren die in de loop der eeuwen is verzameld. Finland telt momenteel 5 037 rendiereigenaren, waarvan 800-1 000 Sámi.
Voordat ze worden geslacht grazen rendieren 's zomers in moerassen en op weiden langs rivieren, heidegronden en open plekken in het bos. Hier vinden de rendieren genoeg gras, zegge, beemdgras en kruiden. Het voer in de zomer is licht verteerbaar en rijk aan eiwit, vitaminen, mineralen en sporenelementen. In de herfst eten de rendieren graag paddenstoelen. Het rendier is de enige grote herbivoor die energie uit kostmossen kan halen in een situatie waarin de groei het grootste deel van het jaar wordt onderbroken door de sneeuw.
Rendiervlees is een unieke specialiteit uit het rendierhouderijgebied. Om onder de benaming te vallen moet het vlees afkomstig zijn van rendieren die zijn geboren en opgefokt in het Finse rendierhouderijgebied, en die vrij op natuurlijke weidegronden grazen in de lente, de zomer, de herfst en de vroege winter voor de slacht.
De barre noordse omstandigheden, de grote tegenstellingen in de seizoenen (bv. de middernachtzon versus de lange, koude winter met veel sneeuw) en het zeer voedzame zomervoer maken het rendiervlees tot een uniek product. De kenmerken van het gebied maken het rendiervlees tot wat het is: naar wild smakend vlees, maar dan wel met een geheel eigen, bijzondere smaak, afgezien van de overige bijzondere eigenschappen.
4.7. Controlestructuur:
Naam: |
Elintarviketurvallisuusvirasto |
||
Adres: |
|
||
Tel. |
(358-20) 77 20 03 |
||
Fax |
(358-20) 772 43 50 |
||
E-mail: |
kirjaamo@evira.fi |
4.8. Etikettering: Lapin Poron liha, dat in hele, halve en kwart karkassen wordt verkocht, wordt gemerkt met het etiket „Lapin Poron liha” aan het karkas, gevolgd door de woorden „suojattu alkuperänimitys” (beschermde oorsprongsbenaming) of het desbetreffende officiële communautaire symbool. Tevens wordt aangegeven of het vlees afkomstig is van een volwassen dier of een kalf. De karkassen of stukken vlees worden voor de opslag en verkoop bijvoorbeeld vacuüm verpakt, waarbij op de verpakking het merk „Lapin Poron liha” (bv. een stempel of sticker) wordt aangebracht, gevolgd door de woorden „suojattu alkuperänimitys” (beschermde oorsprongsbenaming) of het desbetreffende officiële communautaire symbool. Tevens wordt aangegeven of het vlees afkomstig is van een volwassen dier of een kalf. De desbetreffende merken zijn verplicht bij rechtstreekse verkoop van het vlees.
(1) PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.