ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 16

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

51e jaargang
23 januari 2008


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2008/C 016/01

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

1

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2008/C 016/02

Wisselkoersen van de euro

5

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

2008/C 016/03

Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

6

 

V   Bekendmakingen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

2008/C 016/04

Aankondiging van algemeen vergelijkend onderzoek EPSO/AD/116-117/08 en EPSO/AST/45/08

13

 

ANDERE BESLUITEN

 

Commissie

2008/C 016/05

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

14

2008/C 016/06

Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

23

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

23.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 16/1


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

(2008/C 16/01)

Datum waarop het besluit is genomen

10.10.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 239/07

Lidstaat

Roemenië

Regio

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

Compania Naţională a Huilei S.A.

Rechtsgrondslag

Proiectul Strategiei industriei miniere pentru perioada 2007-2020

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Steun voor lopende productie

Vorm

Subsidie

Begrotingsmiddelen

1 289 562 000 RON

Steunintensiteit

Looptijd

2007-2010

Betrokken economische sectoren

Steenkoolsector

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Ministerul Economiei şi Finanţelor

Calea Victoriei nr. 152, sector 1

Bucureşti

România

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

14.11.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 330/07

Lidstaat

Duitsland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Förderprogramm Sicherheitsforschung — Forschung für die zivile Sicherheit

Rechtsgrondslag

Förderprogramm Sicherheitsforschung — Kabinettsbeschluss vom 24. Januar 2007

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Onderzoek en ontwikkeling

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 123 mln EUR

Maximale steunintensiteit

100 %

Looptijd

Tot 31.12.2010

Economische sectoren

Alle sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Bundesministerium für Bildung und Forschung

Heinemannstraße 2

D-53175 Bonn

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

30.11.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 359/07

Lidstaat

Finland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Energiatukiohjelman N 75/02 muuttaminen ja jatkaminen.

Förlängning och ändring av stödordning N 75/02 för energisektorn

Rechtsgrondslag

Valtionavustuslaki (688/2001), Valtioneuvoston asetus energiatuen myöntämisen yleisistä ehdoista (luonnos).

Statsunderstödslag (688/2001), Statsrådets förordning om allmänna villkor för energistatsunderstöd (utkast)

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Milieubescherming

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

2008: 26 mln EUR, 2009: 27 mln EUR, 2010: 30 mln EUR, 2011: 32 mln EUR

Maximale steunintensiteit

50 %

Looptijd

1.1.2008-31.12.2012

Economische sectoren

Beperkt tot de be- en verwerkende industrie, beperkt tot de elektriciteits-, water- en gassector

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Kauppa-ja teollisuusministeriö

PL 32

FI-00023 Valtioneuvosto

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

5.12.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 409/07

Lidstaat

Hongarije

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Kutatási és Technológiai Innovációs Alapból nyújtott állami támogatások

Rechtsgrondslag

A Kutatási és Innovációs Alapról szóló 2003. évi XC. törvény

A Kutatási és Technológiai Innovációs Alap kezeléséről és felhasználásáról szóló 133/2004. (IV. 29.) kormányrendelet

A Kutatási és Technológiai Innovációs Alapból nyújtott állami támogatások szabályairól szóló 146/2007. (VI. 26.) kormányrendelet

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Onderzoek en ontwikkeling

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven: 50 000,00 mln HUF; totaal van de voorziene steun: 350 000,00 mln HUF

Maximale steunintensiteit

Looptijd

2007-31.12.2013

Economische sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

28.11.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 541/07

Lidstaat

Duitsland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Ergänzung zur Methode zur Berechnung des Beihilfelements von Bürgschaften (hier Betriebsmittelkredite)

Rechtsgrondslag

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Vorm van de steun

Garantie

Begrotingsmiddelen

Maximale steunintensiteit

Looptijd

28.11.2007-31.12.2013

Economische sectoren

Alle sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

23.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 16/5


Wisselkoersen van de euro (1)

22 januari 2008

(2008/C 16/02)

1 euro=

 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,4494

JPY

Japanse yen

154,13

DKK

Deense kroon

7,4508

GBP

Pond sterling

0,74265

SEK

Zweedse kroon

9,4995

CHF

Zwitserse frank

1,599

ISK

IJslandse kroon

96,98

NOK

Noorse kroon

8,044

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CZK

Tsjechische koruna

26,2

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

259,72

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6982

PLN

Poolse zloty

3,6523

RON

Roemeense leu

3,7813

SKK

Slowaakse koruna

33,948

TRY

Turkse lira

1,7754

AUD

Australische dollar

1,6876

CAD

Canadese dollar

1,4953

HKD

Hongkongse dollar

11,3186

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,9336

SGD

Singaporese dollar

2,0943

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 382,8

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

10,4966

CNY

Chinese yuan renminbi

10,4925

HRK

Kroatische kuna

7,3123

IDR

Indonesische roepia

13 740,31

MYR

Maleisische ringgit

4,775

PHP

Filipijnse peso

59,947

RUB

Russische roebel

35,918

THB

Thaise baht

44,775

BRL

Braziliaanse real

2,6579

MXN

Mexicaanse peso

15,9188


(1)  

Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE LIDSTATEN

23.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 16/6


Door de lidstaten verstrekte beknopte informatie inzake staatssteun die wordt toegekend overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, verwerken en afzetten, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001

(2008/C 16/03)

Nummer van de steun: XA 200/07

Lidstaat: Republiek Slovenië

Regio: Območje občine Vitanje

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Podpore programom razvoja podeželja v občini Vitanje 2007-2013

Rechtsgrond: Pravilnik o dodeljevanju državnih pomoči v občini Vitanje (III. Poglavje)

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun:

 

2007: 15 375 EUR

 

2008: 15 700 EUR

 

2009: 16 100 EUR

 

2010: 16 500 EUR

 

2011: 16 900 EUR

 

2012: 17 300 EUR

 

2013: 17 800 EUR

Maximale steunintensiteit:

1.   Investeringen in landbouwbedrijven:

tot 40 % van de subsidiabele investeringsuitgaven.

De regeling heeft ten doel investeringssteun te verlenen voor: het herstel van noodzakelijke elementen van landbouwbedrijven; de aankoop van uitrusting voor de landbouwproductie; meerjarige teelten; de verbetering van landbouw- en weidegronden.

2.   Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen:

de verleende steun mag tot 60 % dekken van de werkelijke uitgaven voor de instandhouding van erfgoedelementen die deel uitmaken van de productieve activa en van niet-productieve erfgoedelementen op voorwaarde dat de investeringen niet leiden tot een verhoging van de productiecapaciteit van het bedrijf.

3.   Steun als bijdrage aan verzekeringspremies:

de gemeentelijke overheid cofinanciert de verzekeringspremies voor een bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen het uit de nationale begroting gefinancierde bedrag en het maximumbedrag van 50 % van de verzekeringspremies dat subsidiabel is wanneer de desbetreffende verzekering dient ter dekking van de verliezen aan oogsten en gewassen en van de verliezen in de veehouderij als gevolg van dierziekten.

4.   Technische ondersteuning in de landbouwsector:

tot 100 % van de subsidiabele uitgaven voor: onderwijs en opleiding van landbouwers; adviesdiensten; de organisatie van fora, wedstrijden, tentoonstellingen en beurzen; publicaties, catalogi en websites; de verspreiding van wetenschappelijke kennis. De steun wordt verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten en niet in de vorm van rechtstreekse geldelijke betalingen aan producenten

Datum van tenuitvoerlegging: Augustus 2007 (of de datum waarop de regels in werking treden)

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loopt op 31 december 2013

Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB

Verwijzingen naar artikelen in Verordening (EG) nr. 1857/2006 en de subsidiabele uitgaven: Hoofdstuk II van de regels voor het verlenen van staatssteun in de gemeente Vitanje bevat maatregelen die staatssteun zijn en die in overeenstemming zijn met de volgende artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3):

artikel 4: Investeringen in landbouwbedrijven;

artikel 5: Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen;

artikel 12: Steun als bijdrage aan verzekeringspremies;

artikel 15: Technische ondersteuning in de landbouwsector

Betrokken economische sector(en): Landbouw: akkerbouw en veeteelt

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Občina Vitanje

Grajski trg 1

SLO-3205 Vitanje

Website: http://www.uradni-list.si/1/ulonline.jsp?urlid=200770&dhid=91166

Andere informatie: De steun als bijdrage aan verzekeringspremies voor het verzekeren van gewassen en producten betreft de volgende ongunstige weersomstandigheden die als natuurramp mogen worden aangemerkt: voorjaarsvorst, hagel, blikseminslag, brand veroorzaakt door blikseminslag, stormen en overstromingen.

De regels van de gemeentelijke overheid voldoen aan de criteria van Verordening (EG) nr. 1857/2006 betreffende de door de gemeentelijke overheden te treffen maatregelen en de toe te passen algemene bepalingen (procedure voor de toekenning van steun, cumulatie, doorzichtigheid en controle van steun)

Handtekening van de bevoegde persoon:

Slavko VETRIH

Burgemeester

Nummer van de steun: XA 202/07

Lidstaat: Bondsrepubliek Duitsland

Regio: Freistaat Bayern

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Evaluation der Wirksamkeit von Maßnahmen zur Salmonellenbekämpfung bei kleinen und mittleren Betrieben mit über 1 000 Legehennen (Juli bis Dezember 2007)

Rechtsgrond: Vollzugshinweise zur Durchführung der Evaluation der Wirksamkeit von Maßnahmen zur Salmonellenbekämpfung bei kleinen und mittleren Betrieben mit über 1 000 Legehennen

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Tot 100 000 EUR die voor 60 % door de overheid en voor 40 % uit een parafiscale heffing worden gefinancierd

Maximale steunintensiteit: 100 % van de uitgaven voor laboratoriumonderzoek.

Tot 100 % van de uitgaven voor vaccinatie met een maximum van 0,10 EUR per gevaccineerde legkip

Datum van tenuitvoerlegging: Juli/augustus 2007

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Vergoeding van de uitgaven voor tot en met december 2007 genomen maatregelen (laboratoriumonderzoek, vaccinaties)

Doelstelling van de steun: Vaststelling van de salmonellabesmetting in kleine en middelgrote bedrijven met meer dan 1 000 legkippen in Beieren en evaluatie van de doeltreffendheid van maatregelen om de salmonellabesmetting te bestrijden in de genoemde bedrijven.

Voor de houder van de dieren kosteloos laboratoriumonderzoek voor het opsporen van de salmonellabesmetting in de genoemde bedrijven en evenredige vergoeding van de vaccinatiekosten wanneer de houder van de dieren op advies van de veearts beslist de dieren te laten vaccineren (artikel 10 van Verordening (EG) nr. 1857/2006)

Betrokken economische sector(en): Landbouw — gesubsidieerde diensten

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

a)

Bayerisches Staatsministerium für Umwelt, Geseundheit und Verbraucherschutz

Rosenkavalierplatz 2

D-81925 München

b)

Bayerische Tierseuchenkasse

Arabellastr. 29

D-81925 München

Met vragen kan U zich wenden tot:

Bayerisches Staatsministerium für Umwelt, Gesundheit und Verbraucherschutz

Beatrix Tischler

Tel 089/9214-2113

beatrix.tischler@stmugv.bayern.de

Sabine Böttcher

Tel 089/9214-3511

sabine.boettcher@stmugv.bayern.de

Website: http://portal.versorgungskammer.de/pls/portal/docs/PAGE/BTSK/KAMPF/SALMONELLENPROJEKT/VOLLZUGSHINWEISE %20EU-FASSUNG.PDF

Andere informatie: —

Nummer van de steun: XA 203/07

Lidstaat: Republiek Slovenië

Regio: Območje občine Šmarje pri Jelšah

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Dodeljevanje državnih pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva ter podeželja v občini Šmarje pri Jelšah 2007-2013

Rechtsgrond: Pravilnik o dodeljevanju pomoči za ohranjanje in razvoj kmetijstva ter podeželja v občini Šmarje pri Jelšah za programsko obdobje 2007-2013

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun:

 

2007: 109 000 EUR

 

2008: 115 000 EUR

 

2009: 125 000 EUR

 

2010: 125 000 EUR

 

2011: 125 000 EUR

 

2012: 125 000 EUR

 

2013: 125 000 EUR

Maximale steunintensiteit:

1.   Investeringen in landbouwbedrijven die zich toeleggen op primaire productie:

tot 50 % van de subsidiabele uitgaven in probleemgebieden;

tot 40 % van de subsidiabele uitgaven in andere gebieden;

indien het investeringen betreft van jonge landbouwers binnen vijf jaar na hun vestiging, mag de steunintensiteit worden verhoogd met 10 % (dergelijke investeringen moeten zijn opgenomen in bedrijfsplannen zoals is bepaald in artikel 22, onder c) van Verordening (EG) nr. 1698/2005) en er moet zijn voldaan aan de voorwaarden van artikel 22 van bedoelde verordening.

De regeling heeft ten doel investeringssteun te verlenen voor: het herstel van noodzakelijke elementen van landbouwbedrijven; de aankoop van uitrusting voor de landbouwproductie; meerjarige teelten; de verbetering van landbouw- en weidegronden.

2.   Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen:

tot 100 % van de werkelijke uitgaven voor investeringen in niet-productieve erfgoedelementen;

tot 60 % van de werkelijke uitgaven — of 75 % in probleemgebieden — voor investeringen in erfgoedelementen die tot de productieve activa behoren, op voorwaarde dat de investeringen niet leiden tot een verhoging van de productiecapaciteit van het bedrijf;

aanvullende steun kan worden verleend tot 100 % om de extra kosten te dekken voor het gebruik van traditionele materialen bij de instandhouding van erfgoedelementen van bedrijven.

3.   Verplaatsing van landbouwbedrijfsgebouwen in het algemeen belang:

tot 100 % van de werkelijke uitgaven, op voorwaarde dat de verplaatsing in het algemeen belang gewoon bestaat uit het demonteren, verhuizen en weer opbouwen van bestaande installaties;

wanneer de verplaatsing in het algemeen belang de landbouwer modernere installaties oplevert, moet de bijdrage van de landbouwer overeenkomen met ten minste 60 % — of 50 % wanneer het probleemgebieden betreft — van de waardestijging die de betrokken installaties door de verplaatsing hebben ondergaan. Is de begunstigde een jonge landbouwer, dan moet deze bijdrage overeenkomen met ten minste 55 %, respectievelijk 45 %;

wanneer de verplaatsing in het algemeen belang tot een verhoging van de productiecapaciteit leidt, moet de bijdrage van de landbouwer overeenkomen met ten minste 60 % — of 50 % wanneer het probleemgebieden betreft — van de met die verhoging gepaard gaande uitgaven. Is de begunstigde een jonge landbouwer, dan moet deze bijdrage overeenkomen met ten minste 55 %, respectievelijk 45 %.

4.   Steun als bijdrage aan verzekeringspremies:

de gemeentelijke overheid cofinanciert de verzekeringspremies voor een bedrag dat gelijk is aan het verschil tussen het uit de nationale begroting gefinancierde bedrag en het maximumbedrag van 50 % van de verzekeringspremies dat subsidiabel is wanneer de desbetreffende verzekering dient ter dekking van de verliezen aan oogsten en gewassen, en van de verliezen in de veehouderij als gevolg van ziekten.

5.   Steun voor ruilverkavelingen:

tot 100 % van de subsidiabele uitgaven voor juridische en administratieve procedures.

6.   Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten:

tot 100 % van de werkelijke uitgaven. De steun wordt verleend in de vorm van gesubsidieerde diensten en niet in de vorm van rechtstreekse geldelijke betalingen aan producenten.

7.   Technische ondersteuning in de landbouwsector:

de steun wordt verleend tot 100 % van de subsidiabele uitgaven

Datum van tenuitvoerlegging: Augustus 2007 (of de datum waarop de regels in werking treden)

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: De regeling loopt af op 31 december 2013

Doelstelling van de steun: Ondersteuning van het MKB

Verwijzingen naar artikelen in Verordening (EG) nr. 1857/2006 en subsidiabele uitgaven: Hoofdstuk II van de ontwerpregels voor het verlenen van staatssteun voor natuurbehoud, landbouw en plattelandsontwikkeling in de gemeente Šmarje pri Jelšah voor de programmeringsperiode 2007-2013 bevat maatregelen die staatssteun zijn en die in overeenstemming zijn met de volgende artikelen van Verordening (EG) nr. 1857/2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen die landbouwproducten produceren, en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 70/2001 (PB L 358 van 16.12.2006, blz. 3):

artikel 4: Investeringen in landbouwbedrijven;

artikel 5: Instandhouding van traditionele landschappen en gebouwen;

artikel 6: Verplaatsing van landbouwbedrijfsgebouwen in het algemeen belang;

artikel 12: Steun als bijdrage aan verzekeringspremies;

artikel 13: Steun voor ruilverkavelingen;

artikel 14: Steun ter bevordering van de productie van kwaliteitslandbouwproducten;

artikel 15: Technische ondersteuning in de landbouwsector

Betrokken economische sector(en): Landbouw: akkerbouw en veeteelt

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Občina Šmarje pri jelšah

Aškerčev trg 12

SLO-3240 Šmarje pri Jelšah

Website: http://www.uradni-list.si/1/ulonline.jsp?urlid=200770&dhid=91163

Andere informatie: De steun als bijdrage aan verzekeringspremies voor het verzekeren van gewassen en producten betreft de volgende ongunstige weersomstandigheden die als natuurramp kunnen worden aangemerkt: voorjaarsvorst, hagel, blikseminslag, brand veroorzaakt door blikseminslag, stormen en overstromingen.

De regels van de gemeentelijke overheid voldoen aan de criteria van Verordening (EG) nr. 1857/2006 betreffende de door de gemeentelijke overheden te treffen maatregelen en de toe te passen algemene bepalingen (procedure voor de toekenning van steun, cumulatie, doorzichtigheid en controle van steun)

Handtekening van de bevoegde persoon:

Zinka BERK

Hoofd van de economische afdeling

Nummer van de steun: XA 209/07

Lidstaat: Bondsrepubliek Duitsland

Regio: Rheinland-Pfalz

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Entwicklungsprogramm „Agrarwirtschaft, Umweltmaßnahmen, Landentwicklung“ (PAUL) nach Verordnung (EG) Nr. 1698/2005

—   Code 112— „Förderung der Niederlassung von Junglandwirtinnen und Junglandwirten (FNJ)“

—   Code 121.1— „Grundsätze für die einzelbetriebliche Förderung landwirtschaftlicher Unternehmen“ (Agrarinvestitionsförderungsprogramm — AFP)

—   Code 121.2— „Förderung von Spezialmaschinen für Weinbausteillagen und moderne Umwelttechniken“

Rechtsgrond: Entwicklungsprogramm „Agrarwirtschaft, Umweltmaßnahmen, Landentwicklung“ (PAUL) nach Verordnung (EG) Nr. 1698/2005 in Verbindung mit den zur Umsetzung erlassenen Landesrichtlinien

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun:

Code 112

„Förderung der Niederlassung von Junglandwirtinnen und Junglandwirten (FNJ)”

Voor alle steunzaken jaarlijks ca. 0,7 miljoen EUR aan openbare middelen, die overwegend voor de cofinanciering uit de nationale begroting van de overeenkomstig artikel 22 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 gesteunde projecten worden aangewend. Van dat bedrag is 0,3 miljoen EUR bestemd voor de uit de nationale begroting overeenkomstig artikel 89 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 gesteunde projecten.

Code 121.1

„Grundsätze für die einzelbetriebliche Förderung landwirtschaftlicher Unternehmen” (Agrarinvestitionsförderungsprogramm — AFP)

Voor alle steunzaken jaarlijks ca. 8,7 miljoen EUR aan openbare middelen, waarvan meer dan 50 % wordt aangewend voor de cofinanciering uit de nationale begroting van de overeenkomstig artikel 26 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 gesteunde projecten. Van dat bedrag is 3,6 miljoen EUR bestemd voor de uit de nationale begroting overeenkomstig artikel 89 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 gesteunde projecten. De maatregel wordt op nationaal vlak overwegend met middelen voor de Gemeinschaftsaufgabe „Verbesserung der Agrarstruktur und des Küstenschutzes” (GAK) gefinancierd, die voor Duitsland reeds in zijn geheel werd geregistreerd (vgl. registratienummer XA 08/07). Rheinland-Pfalz stelt aanvullend middelen uit de begroting van de deelstaat ter beschikking (2007: 0,1 miljoen EUR; 2008: 0,4 miljoen EUR; 2009: 0,1 miljoen EUR) die in de eerste plaats voor maatregelen op het gebied van dierenwelzijn (bijv. voor de omschakeling van de batterijhouderijen op scharrel- en vrije-uitloophouderijen) bestemd zijn.

Code 121.2

„Förderung von Spezialmaschinen für Weinbausteillagen und moderne Umwelttechniken”

Voor alle steunzaken jaarlijks ca. 0,55 miljoen EUR aan openbare middelen, die overwegend voor de cofinanciering uit de nationale begroting van de overeenkomstig artikel 26 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 gesteunde projecten worden aangewend. Van dat bedrag is 0,1 miljoen EUR bestemd voor de uit de nationale begroting overeenkomstig artikel 89 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 gesteunde projecten

Maximale steunintensiteit:

Code 112

„Förderung der Niederlassung von Junglandwirtinnen und Junglandwirten (FNJ)”

10 000 EUR vestigingspremie als vast bedrag.

Code 121.1

„Grundsätze für die einzelbetriebliche Förderung landwirtschaftlicher Unternehmen” (Agrarinvestitionsförderungsprogramm — AFP)

Subsidie op basis van de grondslag (max. 90 % van de subsidiabele uitgaven):

tot 30 % voor projecten die aan bijzondere eisen (bijv. inzake dierenwel- zijn en dierhygiëne of inzake de ontsluiting van de vestigingsplaats) voldoen;

tot 25 % (percentage steun dat in de regel wordt verleend) voor andere voor steun in aanmerking komende investeringen;

tot 10 % van de grondslag aan extra steun (maximum 20 000 EUR per persoon) voor jonge landbouwers.

Code 121.2

„Förderung von Spezialmaschinen für Weinbausteillagen und moderne Umwelttechniken”

Subsidie ten bedrage van 20 % van de grondslag (max. 90 % van de subsidiabele uitgaven), max. 25 000 EUR per bedrijf.

De investeringssteun voor landbouwbedrijven overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 is beperkt tot 400 000 EUR over drie fiscale jaren

Datum van tenuitvoerlegging:

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 31 december 2013

Doelstelling van de steun:

Code 112

„Förderung der Niederlassung von Junglandwirtinnen und Junglandwirten (FNJ)”

Aanmoediging van jonge landbouwers en wijnboeren tot bedrijfsovername en versnelde structurele ontwikkeling van het overgenomen bedrijf met het oog op een verbetering van het concurrentievermogen.

De maatregel is gebaseerd op artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 („Steun voor de vestiging van jonge landbouwers”).

Code 121.1

„Grundsätze für die einzelbetriebliche Förderung landwirtschaftlicher Unternehmen” (Agrarinvestitionsförderungsprogramm — AFP)

Ter bevordering van een concurrerende, duurzame, milieu- en diervriendelijke alsmede multifunctionele landbouw, kunnen investeringen in landbouwbedrijven die zich toeleggen op primaire productie worden gesteund. De belangen van de consument, de plattelandsontwikkeling en de instandhouding van de biologische diversiteit moeten evenzeer in aanmerking worden genomen als de verbetering van de levens-, arbeids- en productieomstandigheden. Er moet vooral worden gestreefd naar:

verbetering van het concurrentievermogen door verbetering van de productie- en arbeidsomstandigheden, met name door een verlaging van de productiekosten, een verbetering van de kwaliteit en een verhoging van de door het bedrijf toegevoegde waarde, in de zin van de Lissabon-strategie van de EU;

instandhouding en verbetering van het natuurlijke milieu en verbetering van de hygiënische omstandigheden en het welzijn van dieren.

De maatregel is gebaseerd op artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 („Investeringen in landbouwbedrijven”).

Code 121.2

„Förderung von Spezialmaschinen für Weinbausteillagen und moderne Umwelttechniken”

Met het oog op een verlaging van de productiekosten en een gelijktijdige verbetering van het milieu wordt steun verleend voor de versnelde invoering van uiterst milieuvriendelijke landbouwtechnieken. De steun wordt verleend voor investeringen in specifieke en voor dit doel geschikte landbouwmachines die worden ingezet voor de bewerking van op steile hellingen gelegen wijngaarden en voor de milieuvriendelijke verspreiding van gewasbeschermingsmiddelen in de fruitteelt en de wijnbouw; de steun geldt ook voor extra apparatuur op mestverspreiders voor het verspreiden van vloeibare mest, voor GPS-systemen in landbouwtrekkers of in automatische landbouwmachines en voor de invoering van andere innovatieve landbouwtechnieken.

De maatregel is gebaseerd op artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 („Investeringen in landbouwbedrijven”)

Betrokken economische sector(en): Alle sectoren van de landbouwproductie

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Dienstleistungszentrum Ländlicher Raum Mosel

Einzelbetriebliche Förderung und Marktförderung

Görresstraße 10

D-54470 Bernkastel-Kues

Website: Voor het wetsontwerp kunt U:

http://www.mwvlw.rlp.de/internet/nav/c11/c1130850-d5f2-2c01-33e2-dce3742f2293&class=net.icteam.cms.utils.search.AttributeManager;uBasAttrDef=aaaaaaaa-aaaa-aaaa-eeee-000000000008.htm

(onder: Medien-Download → Einzelbetriebliches Förderungsprogramm) raadplegen.

De definitief goedgekeurde richtlijnen van de deelstaat (wet, aanvraagformulieren …) kunt u via www.dlr.rlp.de (onder: Förderung) raadplegen

Andere informatie: Deze mededeling is niet van toepassing op deel 3 van de wet: Förderung von Investitionen zur Diversifizierung (bevordering van investeringen met het oog op diversificatie). De in dat gedeelte bedoelde maatregelen worden overeenkomstig artikel 53 van Verordening (EG) nr. 1698/2005 juncto Verordening (EG) nr. 1998/2006 omgezet

Nummer van de steun: XA 210/07

Lidstaat: Frankrijk

Regio: De lokale overheden (regio's, departementen) die de staatssteun wensen aan te vullen of zelf soortgelijke steun wensen te verlenen

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Aides de démarrage aux groupements de producteurs reconnus dans le secteur de l'horticulture ornementale et de la pépinière

Rechtsgrond: articles L 621-1 et s. du Code rural

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Op voorwaarde dat de nodige begrotingsmiddelen worden toegewezen, wordt de jaarlijkse steun op 500 000 EUR begroot voor VINIFLHOR en op een onbepaald bedrag voor de lokale overheden

Maximale steunintensiteit: Maximum 100 % van de reële uitgaven voor de oprichting en de administratieve werking van de producentengroeperingen die van de steun gebruik kunnen maken, met als maximum een degressief percentage (van 5 % tot 1 % over 5 jaar) van de waarde van de afgezette producten over een periode van vijf jaar. Het totale bedrag van de staatssteun mag per begunstigde groepering niet meer bedragen dan 400 000 EUR

Datum van tenuitvoerlegging: De datum die is vermeld op het ontvangstbewijs van de Commissie voor de door haar ontvangen beknopte informatie

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Zes jaar

Doelstelling van de steun: Deze steun valt onder artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1857/2006. De sector „sierteelt en boomkwekerij” beslaat in Frankrijk zowat 6 000 bedrijven die goed zijn voor 22 000 ha maar op het gebied van organisatie en groepering staat deze sector zeer zwak. Gezien de belasting die is ontstaan doordat bij de afnemers sprake is van een steeds grotere concentratie en gezien de eisen die inzake hoeveelheden, assortiment en kwaliteit worden gesteld, acht de Commissie het raadzaam om de organisatie van de bedrijfstak „tuinbouw” aan te moedigen zodat een aanzet tot de nodige structurering van deze sector wordt gegeven; deze structurering zal ervoor zorgen dat een bedrijfstak in stand wordt gehouden die werkgelegenheid verschaft en die — dankzij het behoud van het karakter van het platteland — een invulling geeft aan de richtlijnen inzake ruimtelijke ordening

Betrokken economische sector(en): Sierteelt en boomkwekerij

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Office National Interprofessionnel des Fruits, des Légumes, des Vins et de l'Horticulture (VINIFLHOR)

TSA 40004

F-93555 Montreuil sous Bois Cedex

Website: www.viniflhor.fr

rubriek: espace fruits et légumes

sub-rubriek: réglementation française, onder: aides d'Etat

Andere informatie: Indien de lokale overheden de financiering van VINIFLHOR wensen aan te vullen, moeten zij dezelfde voorwaarden en dezelfde maximale steunintensiteit toepassen als VINIFLHOR

Nummer van de steun: XA 211/07

Lidstaat: Ierland

Regio: De gehele lidstaat

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Equine Technical Support and Equine Breeding Schemes 2007-2013

Rechtsgrond: National Development Plan 2007-2013

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: 1,57 miljoen EUR per jaar over de periode 2007-2013

Maximale steunintensiteit: Overeenkomstig artikel 15 en artikel 16 van Verordening (EG) nr. 1857/2006

Datum van tenuitvoerlegging:

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Tot en met 31 december 2013

Doelstelling van de steun: De verbetering van de kwaliteit van niet-volbloedpaarden door de opstelling van stamboeken voor hengsten, willekeurige bloedafnamen of DNA-tests om de genealogie in stamboeken te verifiëren, en de verbetering van het registratiesysteem met betrekking tot stamboeken.

De bevordering van een ruimere inzet van Ierse niet-volbloedpaarden voor sport- en vrijetijdsactiviteiten door generieke promotiecampagnes en deelname aan wedstrijden, beurzen en tentoonstellingen.

Het verlenen van steun voor het fokken van niet-volbloedpaarden van goede kwaliteit door: het verschaffen van opleiding; investeringen in gebouwen en uitrusting voor opleiding; informatie inzake promotie en opleiding ten behoeve van workshops en via websites, de media en drukwerk.

Het verlenen van steun voor gegevensverzameling, onderzoeken en analyses voor de sector niet-volbloedpaarden met als doel paarden met betere genetische kenmerken te fokken.

De steun wordt verleend overeenkomstig artikelen 15 en 16 van Verordening (EG) nr. 1857/2006 — Technische ondersteuning in de landbouwsector en steunverlening aan de sector dierlijke productie

Betrokken economische sector(en): A00122 — Schapen-, geiten-, paarden-, ezel-, muildieren- en muilezelfokkerij

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Department of Agriculture, Fisheries and Food

Agriculture House

Kildare Street

Dublin 2

Ireland

Website: http://www.agriculture.gov.ie/equine_ndp/technical_breeding/terms_conditions

Nummer van de steun: XA 217/07

Lidstaat: Oostenrijk

Regio: Niederösterreich

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt: Richtlinie für die Gewährung eines Zuschusses des Landes Niederösterreich zu den Prämienkosten für die Rinderversicherung

Rechtsgrond: NÖ Landwirtschaftsgesetz

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun: Voor Niederösterreich wordt de jaarlijkse gemiddelde behoefte geraamd op 300 000 EUR

Maximale steunintensiteit: De subsidies bedragen maximaal 25 % van de betaalde premies

Datum van tenuitvoerlegging: Juni 2007

Duur van de regeling of van de individuele steunverlening: Van juni 2007 tot 2013

Doelstelling van de steun: Bedrijven die runderen houden, met name op (berg)weiden, worden sedert enkele jaren met extreme weersomstandigheden geconfronteerd. Deze weercapriolen kunnen voor runderen veel gevaren inhouden. Bij hevige onweders kunnen de dieren panikeren en zichzelf verwonden of zelfs naar beneden storten. Behalve deze gevaren komen in onze regionen door de klimaatverandering meer dodelijke ziekten voor die het gevolg zijn van de uitbreiding van het verspreidingsgebied van insecten en parasieten.

Vorengenoemde richtlijn heeft ten doel een aanzet te geven tot het afsluiten van verzekeringen om verliezen in de rundveehouderij ten gevolge van ziekten en ongevallen te dekken. Het is de bedoeling de financiële verliezen in de rundveehouderij te verminderen en op deze wijze een bijdrage te leveren aan de instandhouding van het productiegebied in Niederösterreich

Betrokken economische sector(en): Landbouwbedrijven in Niederösterreich die zich op de rundveehouderij toeleggen

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent:

Amt der Niederösterreichischen Landesregierung

Abteilung Landwirtschaftsförderung

Landhausplatz 1

A-3109 St. Pölten

Website: http://www.noe.gv.at

Andere informatie: De regeling steun als bijdrage aan verzekeringspremies heeft betrekking op artikel 12 van Verordening (EG) nr. 1857/2006.

De steun heeft geen gevolgen voor de werking van de interne markt op het gebied van verzekeringsdiensten. De Landesregierung van Niederösterreich verzekert dat de steun niet is beperkt tot verzekeringsovereenkomsten die met één enkele verzekeringsmaatschappij of met een in Oostenrijk gevestigde verzekeringsmaatschappij zijn gesloten


V Bekendmakingen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO)

23.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 16/13


AANKONDIGING VAN ALGEMEEN VERGELIJKEND ONDERZOEK EPSO/AD/116-117/08 EN EPSO/AST/45/08

(2008/C 16/04)

Het Europees Bureau voor personeelsselectie (EPSO) organiseert de volgende algemene vergelijkende onderzoeken:

EPSO/AD/116/08 en EPSO/AD/117/08: administrateurs (AD8) en hoofdadministrateurs (AD11) op het gebied van fraudebestrijding;

EPSO/AST/45/08: assistenten (AST1) op het gebied van fraudebestrijding.

De aankondiging van het vergelijkend onderzoek wordt alleen in het Duits, het Engels en het Frans bekendgemaakt in Publicatieblad C 16 A van 23 januari 2008.

Nadere informatie is te vinden op de website van EPSO: http://europa.eu/epso


ANDERE BESLUITEN

Commissie

23.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 16/14


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2008/C 16/05)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„ČESKÉ PIVO”

EG-nummer: CZ/PGI/005/00375/14.10.2004

BOB ( ) BGA ( X )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Úřad průmyslového vlastnictví

Adres:

Antonína Čermáka 2a

CZ-160 68 Praha 6-Bubeneč

Tel.

(420) 220 383 111

Fax

(420) 224 324 718

E-mail:

posta@upv.cz

2.   Groepering:

Naam:

Sdružení České pivo

Adres:

Lípová 15

CZ-120 44 Praha 2

Tel.

(420) 224 914 566

Fax

(420) 224 914 542

E-mail:

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) Andere samenstelling ( X )

3.   Productcategorie:

Categorie 2.1: Bier

4.   Overzicht van het productdossier:

(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam: „České pivo”.

4.2.   Beschrijving: Het onderscheidende karakter van „České pivo” is gelegen in een aantal factoren, met name de gebruikte grondstoffen, de kennis die de brouwerijsector gedurende vele jaren heeft opgebouwd en de speciale brouwprocessen. Opmerkelijke kenmerken van de productie van „České pivo” zijn het decoctiemaischproces, het koken van het wort en de dubbele gisting. Het gehele productieproces (zorgvuldig geselecteerde grondstoffen, het moutingsproces en de bereiding van het bier in het oorspronkelijke gebied van Tsjechië) zorgt voor een specifiek en uniek product met een uitstekende reputatie.

De technische parameters voor „České pivo” worden hieronder vermeld. Het bier onderscheidt zich door de overheersende aanwezigheid van mout en hop en door het feit dat slechts een klein beetje pasteurisatie, gist of esters en geen buitenlandse smaken en geuren zijn toegestaan. Dat „České pivo” over het totaal genomen een minder intens aroma heeft, komt doordat het een relatief gering gehalte bijproducten van de gisting bevat. Het bier heeft een gemiddeld tot krachtig scherpe smaak en er komt langzaam kooldioxide vrij. Het bier heeft eveneens een gemiddelde tot volle body, hoofdzakelijk dankzij het gehalte ongegist restextract dat verband houdt met het verschil tussen de schijnbare en werkelijke vergistingsgraad. Minder vergisting betekent tevens een lager alcoholpercentage. Een zeer belangrijke eigenschap van „České pivo” is zijn bitterheid. De mate van bitterheid van het bier is gemiddeld tot hoog, met een matig tot licht scherp zure smaak, die minder snel verdwijnt. De bitterheid blijft langer bewaard in de mond en stimuleert de smaakcellen langer. De grotere bitterheid bevordert tevens de spijsvertering. Verdere kenmerken van „České pivo” zijn een hogere concentratie polyfenolen en een hogere pH-waarde.

Blond bier (blond lagerbier, blond tapbier en licht bier) heeft een zwak tot gemiddeld aroma van lichte mout en hop. Het heeft een gouden kleur van gemiddelde tot hogere intensiteit. Het bier sprankelt en wanneer het in een glas wordt gegoten ontstaat er een compacte witte kraag. Donker bier (donker lagerbier en donker tapbier) heeft een kenmerkend aroma van donkere en gekleurde mouten. Het heeft een gemiddeld scherpe smaak, met een karakteristieke volle body vanwege het aanzienlijke verschil tussen de schijnbare en werkelijke vergistingsgraad en de aanwezigheid van onvergistbare stoffen in de grondstoffen waaruit het bier is gebrouwen. De bitterheid wordt beïnvloed door de volle body van het bier. Secundaire karamel- en zoete smaken en geuren zijn toegestaan.

Kwaliteitsparameters

Blond lagerbier

extract van het oorspronkelijke gehopte wort: 11,00-12,99 (% gewicht);

alcoholpercentage: 3,8-6,0 (% volume);

kleur: 8,0-16,0 (EBC-eenheden);

bitterstoffen: 20-45 (EBC-eenheden);

pH-waarde: 4,1-4,8;

verschil tussen schijnbare en werkelijke vergistingsgraad: 1,0-9,0 (% rel.);

polyfenolen: 130-230 (mg/l).

Donker lagerbier

extract van het oorspronkelijke gehopte wort: 11,00-12,99 (% gewicht);

alcoholpercentage: 3,6-5,7 (% volume);

kleur: 50-120 (EBC-eenheden);

bitterstoffen: 20-45 (EBC-eenheden);

pH-waarde: 4,1-4,8;

verschil tussen schijnbare en werkelijke vergistingsgraad: 2,0-9,0 (% rel.).

Blond tapbier

extract van het oorspronkelijke gehopte wort: 8,00-10,99 (% gewicht);

alcoholpercentage: 2,8-5,0 (% volume);

kleur: 7,0-16,0 (EBC-eenheden);

bitterstoffen: 16-28 (EBC-eenheden);

pH-waarde: 4,1-4,8;

verschil tussen schijnbare en werkelijke vergistingsgraad: 1,0-11,0 (% rel.).

Donker tapbier

extract van het oorspronkelijke gehopte wort: 8,00-10,99 (% gewicht);

alcoholpercentage: 2,6-4,8 (% volume);

kleur: 50-120 (EBC-eenheden);

bitterstoffen: 16-28 (EBC-eenheden);

pH-waarde: 4,1-4,8;

verschil tussen schijnbare en werkelijke vergistingsgraad: 2,0-11,0 (% rel.).

Licht bier

extract van het oorspronkelijke gehopte wort: max. 7,99 (% gewicht);

alcoholpercentage: 2,6-3,6 (% volume);

kleur: 6,0-14,0 (EBC-eenheden);

bitterstoffen: 14-26 (EBC-eenheden);

pH-waarde: 4,1-4,8;

verschil tussen schijnbare en werkelijke vergistingsgraad: 1,0-11,0 (% rel.).

4.3.   Geografisch gebied: Het productiegebied van „České pivo” wordt als volgt omschreven:

zuidwesten: Chebská pánev, Český les, Šumava, Blanský les en de uitlopers van de Novohradské hory;

zuiden: Třeboňská pánev, het zuidelijke deel van Českomoravská vrchovina en de Dyje-rivier en Morava-rivier achter Hodonín;

zuidoosten: de westelijke en noordelijke delen van het beschermde landschapsgebied Bílé Karpaty;

oosten: de westelijke, noordelijke en zuidoostelijke delen van het beschermde landschapsgebied Beskydy;

westen: de Ohře-rivier, Mostecká pánev en de Elbe tot aan Děčín;

noordwesten: de Ploučnice-rivier, de Kamenice-rivier en de Lužické hory;

noorden: Liberecká pánev, de zuidelijke hellingen van de Krkonoše, de Broumovské hory en de zuidelijke hellingen van de Orlické hory;

noordoosten: de uitlopers van Kralický Sněžník, de Rychlebské hory en Zlatohorská vrchovina, de Opavice-rivier tot waar deze samenstroomt met de Opava, de Opava tot waar deze samenstroomt met de Oder, de Oder tot waar deze samenstroomt met de Olše, de Olše tot waar deze samenstroomt met de Lomná en de Lomná tot aan het beschermde landschapsgebied Beskydy.

De geografische aanduiding „České pivo” bevat de naam van het land omdat, hoofdzakelijk door de specifieke productiemethode die eeuwenlang kenmerkend voor het omschreven gebied is geweest, „České pivo” verbonden is met vrijwel het gehele grondgebied van het huidige Tsjechië. Eeuwenlang is hier constant en grotendeels op dezelfde wijze volledig gerijpt bier gebrouwen op basis van ondergisting. Daarbij worden decoctiemaischen, het koken van het wort en van de hop en afzonderlijke dubbele gisting gecombineerd (zie punt 4.5). „České pivo” heeft een hoger percentage ongegist extract, een hoger polyfenolgehalte, een hogere pH-waarde en een meer onderscheidende kleur, bitterheid en scherpte dan andere bieren.

Door de specifieke kenmerken van de gebruikte productiemethode, waaraan „České pivo” zijn karakteristieke eigenschappen ontleent, hebben de reputatie van het bier en de naam „České pivo” zich in binnen- en buitenland verspreid en is het product onmiskenbaar verbonden geraakt met de plaats waar het wordt bereid, namelijk Tsjechië.

Het belang van het concept en de reputatie van de kwaliteit van „České pivo” worden eveneens bevestigd door het feit dat deze naam vermeld stond in de lijst van beschermde aanduidingen in de overeenkomst van 1985 tussen de regeringen van de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek en de Portugese Republiek betreffende de bescherming van herkomstaanduidingen, oorsprongsbenamingen en andere geografische en soortgelijke aanduidingen. Destijds was het omschreven gebied slechts een deel van het totale land. Na de ontbinding van de Tsjechische en Slowaakse Federale Republiek besloeg dit gebied het grootste deel van de nieuwe onafhankelijke staat. Consumenten over de hele wereld associëren de naam „České pivo” onmiskenbaar niet alleen met de plaats waar het wordt bereid, namelijk Tsjechië, maar vooral ook met de specifieke kenmerken en kwaliteit ervan.

De aanvrager van registratie van de geografische aanduiding „České pivo” is de vereniging van producenten die het bier in vrijwel geheel Tsjechië brouwen. De eigenschappen en reputatie van „České pivo” zijn zonder enige twijfel beïnvloed door de schat aan ervaring die Tsjechische mouters en brouwers gedurende vele jaren hebben opgedaan en van generatie op generatie hebben doorgegeven in het omschreven gebied van Tsjechië.

Qua oppervlakte behoort Tsjechië tot de kleine Europese staten. Zowel in het verleden als tegenwoordig geldt dat door de kleine omvang en het reliëf van het land in het hele omschreven gebied aan de productievoorwaarden — de gebruikte technologie en grondstoffen en de vaardigheden van de producenten — kan worden voldaan.

Gelet op het bovenstaande en met name de typische en traditionele methoden van bierproductie, die verschillen van de methoden in de omliggende gebieden, de niet na te bootsen smaak en eigenschappen van het bier (zie punt 4.2) en de bekendheid van het bier die zich uitstrekt tot ver buiten de grenzen van het omschreven gebied, heeft dat gebied duidelijk en onmiskenbaar een homogeen karakter.

Hop

HHop wordt in Tsjechië het meest geteeld in Žatecko, en wel in 355 gemeenten in de districten Louny, Chomutov, Kladno, Rakovník, Rokycany en Plzeň-sever, gevolgd door Úštěcko met 220 gemeenten in de districten Litoměřice, Česká Lípa en Mělník, en Tršicko met 65 gemeenten in de districten Olomouc, Přerov en Prostějov.

De Tsjechische hopteeltgebieden liggen in een overgangsgebied tussen gematigd zeeklimaat en continentaal klimaat. Verder ligt Žatecko in de regenschaduw van de Krušné hory en Český les, wat voor unieke omstandigheden in dit gebied zorgt.

In de Tsjechische hopteeltgebieden kunnen diverse bodemtypen (chernozems, rendzinas, bruine aarde en bruine gronden) evenals diverse grondsoorten (zand-, leem- en kleigrond) worden aangetroffen. Deze gronden zijn gevormd op verschillende petrografisch-geologische substraten.

In Žatecko bevinden de meeste hoptuinen zich op gronden die hun oorsprong vinden in lagen van de geologische formatie uit het Perm. Deze gronden, die bekend staan als Permische „red beds”, bevatten een aanzienlijke hoeveelheid ijzerverbindingen (6-7 % ijzeroxide), mangaan en verbindingen van andere metalen.

Het oostelijke deel van het hopteeltgebied Úštěcko ligt op een tertiaire formatie uit het Krijt en het centrale deel, Polepská blata, op quartaire sedimenten. In het westelijke deel van Úštěcko bevinden zich talrijke basaltische vulkaanrotsen.

De gronden van het hopteeltgebied Tršicko zijn voornamelijk van quartaire en deels van tertiaire origine.

De Permische rode gronden van het hopteeltgebied Žatecko worden beschouwd als de beste gronden voor hop van hoge kwaliteit. Dit zijn meestal kleileemgronden die nadat zij tot op een bepaalde diepte zijn omgewerkt, goed water en lucht en voedingsstoffen kunnen opnemen. Een licht zure tot neutrale grond is voor de hopteelt het beste. Of gronden geschikt zijn voor hopteelt hangt niet alleen af van hun natuurlijke eigenschappen, maar voor een belangrijk deel ook van de mate van bodemverbetering en -ontwikkeling, de hoeveelheid organische en minerale kunstmest die wordt gebruikt, en andere vormen van langdurige behandeling waardoor gunstige omstandigheden voor de hopteelt worden gecreëerd.

4.4.   Bewijs van oorsprong: Elke bierproducent houdt een lijst bij met de leveranciers van al zijn grondstoffen. De oorsprong van de grondstoffen staat vermeld op de afleveringsbonnen. Bovendien moet de oorsprong van hop die in Tsjechië is geteeld, traceerbaar zijn volgens Wet nr. 97/1996 Coll. Tevens wordt een lijst met kopers van het eindproduct bijgehouden. Op alle productverpakkingen staan de verplichte gegevens over de producent en het product zelf. Dit maakt dat het product goed traceerbaar is. Het productieproces zelf wordt zorgvuldig en nauwkeurig gecontroleerd en de gegevens van elke partij worden geregistreerd zodat vervolgens de oorsprong van alle grondstoffen die voor elke partij „České pivo” worden gebruikt, kan worden getraceerd. Het lokale kantoor van de Tsjechische dienst voor de keuring van landbouwproducten en levensmiddelen ziet erop toe dat het product overeenkomstig de specificaties wordt vervaardigd.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product: Grondstoffen voor de bierproductie:

Mout: Er wordt een lichte mout gebruikt die ook bekend staat als „Pilsener mout”, bereid uit tweerijige zomergerst. De gerstrassen die voor de moutproductie worden gebruikt, zijn afkomstig van gecultiveerde rassen die door de Tsjechische dienst voor de keuring van landbouwproducten en levensmiddelen in Brno zijn goedgekeurd en door het Onderzoeksinstituut voor brouwen en mouten in Praag zijn aanbevolen met het oog op de bereiding van „České pivo” (voor alle gegevens over congreswort zie de tabel hieronder).

De huidige internationale en Europese kwaliteitseisen voor het brouwen van gerst laten een voorkeur zien voor rassen met grote enzymwerking, een hoog extractgehalte en een hoge eindvergistingsgraad. Kenmerkend voor „České pivo” zijn evenwel een lagere proteolytische en cytolytische modificatie en een vergistingsgraad die tot het ontstaan van een restextract leidt. Op grond hiervan zijn de volgende fundamentele parameters gespecificeerd voor rassen die geschikt zijn voor de productie van „České pivo”:

Er worden Tsjechische hop en verwerkte hopproducten gebruikt, vooral de rassen die worden geteeld in geselecteerde gebieden van: 1. Žatecko; 2. Úštěcko; en 3. Tršicko. De hop wordt geteeld in leem of kleileemgronden. Permische rode gronden zijn karakteristiek voor de Žatecko-regio. Hop gedijt het best bij een gemiddelde jaartemperatuur van 8-10 °C.

De gebruikte hop heeft specifieke kenmerken en verschilt van de hop die elders in de wereld wordt geteeld, hoofdzakelijk vanwege de verhouding alfabitter-/betabitterzuren. Deze verhouding is voor gangbare rassen doorgaans 2,5:1, maar voor de hop in dit gebied geldt een gemiddelde van 1:1,5. Nog een onderscheid met andere hopsoorten is het gehalte beta-farneseen van 14-20 % van de totale essentiële oliën. De hoprassen die in het betreffende gebied worden geteeld, en in het algemeen alle hoprassen voor de productie van „České pivo”, dienen te worden goedgekeurd door de toezichthoudende instanties en aanbevolen door het Onderzoeksinstituut voor brouwen en mouten.

Water: Voor de bereiding van „České pivo” wordt water uit lokale bronnen gebruikt. De hardheid van het water dat voor het brouwen wordt gebruikt, wordt als zacht tot middelhard aangemerkt.

Brouwersgist — Er wordt gebruik gemaakt van stammen van brouwersgist voor ondergisting (Saccharomyces cerevisiae subsp. uvarum) die geschikt zijn voor de productie van „České pivo” en het in de specificaties vermelde verschil tussen de schijnbare en werkelijke vergistingsgraad teweegbrengen. De meest frequent gebruikte stammen zijn de nummers 2, 95 en 96, die deel uitmaken van de verzameling stammen voor de reproductie van brouwersgist van het Onderzoeksinstituut voor brouwen en mouten met als registratienummer RIBM 655, en beschikbaar zijn voor alle producenten van „České pivo”.

Productie:

De bierproductie begint in de brouwerij waar gemalen mout met water wordt gemengd en gemaischt, waardoor het onvergistbare zetmeel wordt omgezet in vergistbare suikers. Bij het maischen zelf wordt een een- tot drietraps-decoctiemethode gehanteerd; de infusiemethode wordt niet toegepast. Ten minste 80 % van al het moutschroot bestaat uit mout die is bereid uit goedgekeurde rassen, wat het smaakprofiel van „České pivo” garandeert.

De samenstelling van het moutschroot, inclusief de verwerkte hoeveelheid, wordt genoteerd in het brouwlogboek en de oorsprong van het mout staat vermeld op de afleveringsbonnen. De temperatuur en de maischtijd worden eveneens opgetekend in het brouwlogboek. Nadat het maischen is voltooid en de onoplosbare moutdeeltjes via een proces dat bekend staat als klaren zijn afgezonderd, begint de bereiding van het wort door het samen met de hop te koken. Tijdens deze fase, die 60 tot 120 minuten duurt, moet een verdampingspercentage van minimaal 6 % worden bereikt. De hop kan in ten hoogste drie keer worden toegevoegd. De minimale hoeveelheid Tsjechische hop of de producten die bij de verwerking daarvan ontstaan, is 30 % voor blonde lagerbieren en ten minste 15 % voor andere biersoorten. De samenstelling van de hop, inclusief de samenstelling van de partij grondstoffen, wordt genoteerd in het brouwlogboek; de oorsprong van de grondstoffen staat vermeld op de afleveringsbonnen. Na het koken van het wort laat men het gehopte wort afkoelen tot een temperatuur van 6-10 °C en wordt het belucht. Vervolgens wordt brouwersgist toegevoegd dat uitsluitend bestemd is voor ondergisting (Saccharomyces cerevisiae subs. uvarum).

De gisting vindt plaats bij een maximumtemperatuur van 14 °C en dit technologische proces wordt normaal gesproken gescheiden van de nagisting; er is dus sprake van dubbele gisting. Het temperatuurverloop tijdens de gisting wordt in het gistingslogboek genoteerd. De nagisting vindt plaats bij ongeveer 0 °C. Na de rijping door nagisting in tanks, wordt het bier gefilterd en in vaten, flessen of blikken verpakt of in tankwagens vervoerd. Het is ook mogelijk om ongefilterd bier te maken. Het eindproduct moet voldoen aan de kwaliteitsparameters van punt 4.2.

De gehele bierproductietechnologie staat onder voortdurend toezicht.

Toezichtmethode:

Wort:

Extract van eerste wort: Monsterneming 10 minuten na aanvang van de klaring.

Bepaling van extract: pyknometrisch, met een suikermeter of speciaal toestel (A. Paar of ander apparaat dat geschikt is om het extract te meten).

Helderheid van het wort bij 25 °C: Nefelometrisch bij 25 °C, meting na 30 minuten temperen.

Meting van extract van laatste wort bij 25 °C: Extract gemeten via dezelfde methode als het extract van het eerste wort.

Gehopte wort:

Extract van gehopt wort: Monsterneming 15 minuten na aanvang van het koken van het wort.

Bepaling van het extract: Pyknometrisch, met een suikermeter of speciaal toestel (A. Paar of ander apparaat dat geschikt is om het extract te meten).

Bezinksel: Visuele controle van geroerde gehopte wort 5 minuten na het koken van het wort in een Imhoff-kegel of ander klein bakje waarin het bezinksel kan worden vastgesteld.

Helderheid van het gehopte wort: Het gehopte wort wordt gefilterd (filterpapier, blauwe strook) en het filtraat wordt gebruikt voor nefelometrische bepaling onder een hoek van 90°. De meting wordt gedeeltelijk verricht bij 20 °C (verwarming gedurende 20 minuten) en gedeeltelijk bij 5 °C (verwarming gedurende 20 minuten).

Bepaling van de bitterheid van gehopt wort: Gehalte van iso-α-bitterzuren (IBU).

Werkelijke vergistingsgraad van gehopt wort: Gemeten via een aanbevolen methode.

Jongbier:

Bepaling van het aantal gistcellen in de vloeistof met behulp van een microscoop.

Bepaling van de levensvatbaarheid van de gist (met gebruik van methyleenblauw)

Meting van iso-α-bitterzuren (IBU) via aanbevolen methoden.

Gelagerd bier:

Basisanalyse: Schijnbaar en werkelijk extract, alcoholpercentage, berekening van extract in het oorspronkelijke wort, meting van iso-α-bitterzuren (IBU), helderheid van het bier onder een hoek van 90°, werkelijke vergistingsgraad en bierkleur.

De controles worden uitgevoerd door laboratoria van brouwerijen of door een gespecialiseerd laboratorium (bijv. het Onderzoeksinstituut voor brouwen en mouten) in overeenstemming met de analytische normen voor de brouwerij- en mouterijsector of de EBC-Analytica.

4.6.   Verband: Uit archeologisch onderzoek komt naar voren dat bier reeds voor de tijd van de Slaven door de bewoners van het omschreven geografische gebied (hierna het „betreffende gebied” genoemd) werd geproduceerd en tevens door de Slaven zelf. De oudste gegevens over het brouwen van bier in het betreffende gebied houden verband met het Břevnovský klášter (klooster van Brevnov), waar Benedictijner monniken in 993 A.D. bier en wijn bereidden.

Het eerste bewijs van de hopteelt in het betreffende gebied is de stichtingsakte waarmee prins Břetislav I een tiende voor hop uit Žatec, Stará en Mladá Boleslav toekende aan het kapittel van St. Wenceslas in Stará Boleslav. Het eerste historische document dat rechtstreeks in verband kan worden gebracht met de bierproductie, is de stichtingsakte van het kapittel van Vyšehrad, die in 1088 door de eerste Boheemse koning, Vratislav II, werd uitgevaardigd. Dit document, waarvan afschriften bewaard zijn gebleven, verwijst naar een tiende voor hop en andere giften, zoals onroerend goed en betalingen, aan de kanunniken van het kapittel van Vyšehrad. Talloze andere documenten tussen 1090 en 1100 hebben betrekking op de hopteelt, mout, bier, brouwvergunningen en de export van bier. Vanaf 1330 wordt er gewag gemaakt van mouten en brouwen in vele koninklijke, adellijke en burgerlijke documenten.

Het brouwproces werd van generatie op generatie doorgegeven. Aanvankelijk was de productie van bier een privilege van individuen (bijv. burgers met een brouwvergunning en edelen). In de veertiende eeuw ontstonden er gilden van mouters en brouwers. De productie van bier via onder- en bovengisting bleef snel groeien en mondde uiteindelijk uit in de oprichting van de industriële brouwerijen die de traditie van „České pivo” tot op heden voortzetten. Een belangrijke mijlpaal was de stichting van de burgerbrouwerij in Plzeň in 1842.

De bierproductie via ondergisting werd verder verbeterd en de typische eigenschappen van dit bier waren volkomen anders dan de bieren die tot dan toe werden geproduceerd. Deze goudkleurige, sprankelende drank met een aangename hopsmaak en een mooie compacte kraag verspreidde zich over de hele wereld. Dit markeerde het begin van een nieuw tijdperk in de ontwikkeling van de brouwerijsector wereldwijd, die sneller groeide dan ooit, niet alleen in de Tsjechische landen, maar ook in Oostenrijk-Hongarije, Duitsland en andere Europese landen. In de decennia die volgden, werden talloze brouwerijen gesticht, alle uitgerust met de modernste technologie. Geleidelijke verbeteringen in machines en technologie hebben geleid tot de moderne grootschalige productie van vandaag. Het basisprincipe is echter nog altijd hetzelfde. Het bier, waarvoor hoofdzakelijk lokale grondstoffen werden en nog steeds worden gebruikt (d.w.z. grondstoffen die afkomstig zijn uit het betreffende gebied met zijn specifieke bodemeigenschappen en weersomstandigheden), heeft respect afgedwongen en in binnen- en buitenland een sterke positie opgebouwd. De populariteit ervan wordt gestaafd door talrijke gegevens over de export van „České pivo”, niet alleen in het verleden maar ook in het heden.

„České pivo” wordt geproduceerd via de hierboven beschreven methode, die gebaseerd is op de vaardigheden van Tsjechische brouwers, uitsluitend in het betreffende gebied, en wel voornamelijk uit lokale grondstoffen van de gespecificeerde kwaliteit en uit lokale waterbronnen. Dit alles geeft „České pivo” specifieke eigenschappen die voortvloeien uit de unieke samenstelling ervan.

Uit studies van het Onderzoeksinstituut voor brouwen en mouten in Praag blijkt dat „České pivo” aanzienlijk van buitenlandse bieren verschilt. Geselecteerde Tsjechische en buitenlandse bieren werden aan een zorgvuldige analytische en zintuiglijke beoordeling onderworpen.

Er werd een gedetailleerd analytisch en statistisch model ontworpen waarmee overeenkomsten en verschillen tussen diverse bieren konden worden vastgesteld. De resultaten werden verwerkt met behulp van multidimensionale statistische methoden (factoranalyse, multivariate variantieanalyse, clusteranalyse, enz.). Aangetoond is dat „České pivo” kan worden onderscheiden van buitenlandse bieren in dezelfde categorie.

In de meeste gevallen bevat „České pivo” (ongegist) restextract, wat een van zijn meest typische kenmerken vormt. Tevens onderscheidt het zich van buitenlandse bieren door zijn sterkere kleur, de mate van bitterheid, de pH-waarde en het polyfenolgehalte. De sterkere kleur en het hogere polyfenolgehalte zijn het gevolg van het decoctiemaischproces dat in Tsjechië gewoonlijk wordt gebruikt. De waarde van al deze parameters wordt bepaald door de kwaliteit en samenstelling van de grondstoffen en de technische en technologische omstandigheden. Uit technologisch oogpunt vloeien de gangbare kenmerken voort uit de samenstelling van het moutschroot, de hoeveelheid hop, de geselecteerde giststam en de gehanteerde gistingsmethode, alle gecombineerd met de brouwtraditie en de menselijke factor. Uit zintuiglijk oogpunt wordt „České pivo” gekenmerkt door zijn vollere body, zijn hogere mate van bitterheid, het feit dat de bitterheid minder snel verdwijnt en het minder vaak voorkomen van buitenlandse geuren en smaken.

Dat de productie van dit bier zo uniek is, komt doordat er een eeuwenoude traditie van bier brouwen in het betreffende gebied bestaat en doordat dit ambacht in zijn specifieke vorm tot op de dag van vandaag van generatie op generatie wordt doorgegeven. De gunstige omstandigheden voor de hopteelt in het betreffende gebied en de beroepsvaardigheden die de werknemers zich tijdens hun opleiding aan Tsjechische scholen op elk niveau verwerven, staan garant voor de uitstekende reputatie van „České pivo” in de gehele wereld. De naam „České pivo” werd reeds gebruikt in de bijlage bij de overeenkomst tussen de regeringen van de Tsjechoslowaakse Socialistische Republiek en de Portugese Republiek betreffende de bescherming van herkomstaanduidingen, oorsprongsbenamingen en andere geografische en soortgelijke aanduidingen. Deze overeenkomst werd gepubliceerd bij besluit van de minister van Buitenlandse Zaken nr. 63/1987 Coll. van 18 mei 1987.

In 2003 hield het Tsjechisch verkeersbureau Czech Tourism een enquête naar de manier waarop toeristen tegen Tsjechië aankijken en naar de redenen waarom zij dit land als bestemming kiezen. De doelgroep bestond uit toeristen uit Duitsland, Oostenrijk, Polen, Italië, Nederland, de Verenigde Staten, Japan, Scandinavische landen, Rusland, Zuid-Korea en Arabische landen. In totaal werden 1 800 respondenten ondervraagd (150 respondenten uit elk land of elke groep landen). De steekproef bestond voor 66 % uit mannen. Uit de enquête bleek dat Tsjechië in de eerste plaats wordt geassocieerd met Praag (47 %) en de uitstekende kwaliteit van het bier (45 %). De vraag was: „Bij de naam „Tsjechië” denk ik allereerst aan …”.

De populariteit van „České pivo” valt eveneens af te lezen aan de gestaag groeiende export.

4.7.   Controlestructuur:

Naam:

Státní zemědělská a potravinářská inspekce

Adres:

Květná 15

CZ-603 00 Brno

Tel.

(420) 543 540 205

Fax

(420) 543 540 210

E-mail:

sekret.ur@spzi.gov.cz

4.8.   Etikettering: De aanduiding „České pivo” vormt een onderdeel van de merknaam op het hoofdetiket van het product.

De specificatie „České pivo” is geenszins bedoeld om verwijzing naar productie in Tsjechië te voorkomen in geval van bieren die niet als „České pivo” worden aangemerkt conform nationale en communautaire voorschriften. Dergelijke verwijzingen mogen evenwel geen onderdeel vormen van de merknaam op het hoofdetiket van zulke bieren.

Verwijzingen naar „BGA”, „beschermde geografische aanduiding” en het bijbehorende communautaire symbool moeten duidelijk gekoppeld zijn aan de term „České pivo” en mogen niet de indruk wekken dat andere termen op het etiket geregistreerd zijn.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.


23.1.2008   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 16/23


Bekendmaking van een aanvraag overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2008/C 16/06)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„CEBREIRO”

EG-nummer: ES/PDO/005/0443/15.12.2004

BOB ( X ) BGA ( )

Ter informatie zijn in deze samenvatting de belangrijkste gegevens uit het productdossier overgenomen.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Subdirección General de Calidad y Promoción Agroalimentaria. Dirección General de Industrias Agroalimentarias y Alimentación. Secretaría General de Agricultura y Alimentación del Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación. España

Adres:

Paseo Infanta Isabel, 1, E-28071 Madrid

Tel.

(34) 91 347 53 94

Fax

(34) 91 347 54 10

E-mail:

sgcaproagro@mapya.es

2.   Groepering:

Naam:

Quesería Castelo de Brañas SL

Adres:

Acceso al Mercado Ganadero s/n. Pedrafita do Cebreiro (Lugo)

Tel.

(34) 982 367 163

Fax

(34) 982 367 163

E-mail:

Naam:

Da Ma del Carmen Arrojo Valcárcel (Quesería XAN BUSTO)

Adres:

Nullán. As Nogais (Lugo)

Tel.

(34) 982 161 020

Fax

(34) 982 161 020

E-mail:

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) Andere samenstelling ( )

3.   Productcategorie:

Categorie 1.3: Kaas

4.   Overzicht van het productdossier:

(samenvatting van de in artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam: „Cebreiro”.

4.2.   Beschrijving: Kaas bereid uit gepasteuriseerde koeienmelk die, na een productieproces met de fases van stremming, snijden van de wrongel, uitscheiding van de wei, kneden en zouten, de volgende kenmerken vertoont:

Fysieke kenmerken:

Vorm: paddenstoel- of koksmutsvormig, opgebouwd uit twee delen: de basis, cilindervormig, van variabele diameter en met een hoogte van niet meer dan 12 cm, en de hoed, met een diameter van 1 à 2 cm meer dan de basis en een hoogte van niet meer dan 3 cm.

Gewicht: tussen de 0,3 en 2 kg.

Organoleptische eigenschappen:

De verse kaas heeft geen afzonderlijke korst, de massa is wit, korrelig en zacht, voelt kleiachtig aan, is smeerbaar en smelt op de tong. De smaak en het aroma herinneren aan de melk waarvan de kaas gemaakt is, licht zurig.

De gerijpte kaas heeft een licht gedifferentieerde korst, en de geel tot intens geel gekleurde pasta is soms van een harde consistentie en altijd eerder stevig dan boterachtig. De smaak is licht metaalachtig, scherp en melkachtig, met een kenmerkende geur.

Analytische eigenschappen:

Vochtigheidsgraad: variabel, afhankelijk van de rijping, maar onder de 50 %.

Vetgehalte: minimaal 45 % en maximaal 60 % van het drooggewicht.

Eiwitgehalte: hoger dan 30 %.

4.3.   Geografisch gebied: Het gebied waar de melk wordt geproduceerd en de kazen worden gemaakt die gebruik mogen maken van de beschermde oorsprongsbenaming „Cebreiro” beslaat de geografische zone gelegen binnen de grenzen van de hierna volgende gemeenten, alle gesitueerd in de provincie Lugo: Baleira, Baralla, Becerreá, Castroverde, Cervantes, Folgoso do Courel, A Fonsagrada, Láncara, Navia de Suarna, As Nogais, Pedrafita do Cebreiro, Samos en Triacastela.

4.4.   Bewijs van oorsprong: Voor de bereiding van de kazen met de beschermde oorsprongsbenaming „Cebreiro” mag uitsluitend melk worden gebruikt afkomstig van in het desbetreffende register ingeschreven boerenbedrijven.

Tevens mogen alleen de kazen die zijn gemaakt en eventueel grijpt in kaasmakerijen en rijpingsruimten die zijn ingeschreven in de registers van de controlerende autoriteit gebruik maken van de beschermde oorsprongsbenaming.

Voor de controle van de naleving van de voorschriften van het productdossier en het kwaliteitshandboek zal de controleautoriteit gebruik kunnen maken van de controleregisters van veehouderijen, kaasmakerijen en rijpingsruimten. Alle natuurlijke personen en rechtspersonen die eigenaar zijn van in de bedoelde registers ingeschreven zaken, alsmede hun faciliteiten en producten, zullen onderworpen zijn aan deze controle, gericht op de vaststelling of de producten die gebruik maken van de beschermde oorsprongsbenaming „Cebreiro” voldoen aan de vereisten van het productdossier.

De controles zullen gebaseerd zijn op inspecties van de veehouderijen en faciliteiten, controle van documenten en analyse van grondstoffen en kazen.

Indien vastgesteld wordt dat de grondstof of de bereide kaas niet verkregen is overeenkomstig de vereisten van het productdossier, mag het product niet in de handel worden gebracht met de beschermde oorsprongsbenaming „Cebreiro”.

De kazen die deze beschermde oorsprongsbenaming dragen zullen voorzien zijn van een genummerd contra-etiket, welk wordt beheerd, geleverd en afgegeven door de controlerende autoriteit overeenkomstig de voorschriften uit het kwaliteitshandboek.

4.5.   Werkwijze voor de verkrijging van het product: Het product wordt gemaakt van natuurlijke volle melk, afkomstig van koeien van de rassen Rubia Gallega, Pardo Alpina, Friezen en onderlinge kruisingen. De melk zal vrij zijn van biest en conserveermiddelen en in het algemeen voldoen aan de geldende wettelijke vereisten. De melk mag bovendien niet worden gestandaardiseerd en zal op geschikte wijze worden bewaard ter voorkoming van de ontwikkeling van micro-organismen, zodanig dat de bewaartemperatuur niet boven de 4 °C zal komen. Alvorens te beginnen met het bereidingsproces zal de melk worden gepasteuriseerd door deze gedurende 30 minuten op een temperatuur van 62 °C te brengen wanneer gewerkt wordt met een tank, of gedurende 20 seconden op een temperatuur van 72 °C indien gewerkt wordt met een pasteur.

Voor het maken van de kaas worden de volgende processen doorlopen:

Coagulatie: De coagulatie wordt in gang gezet met dierlijk stremsel of met andere volgens het Kwaliteitshandboek toegestane coagulerende enzymen, bij een temperatuur van tussen de 26 en 30 °C, waarbij het stremsel zodanig wordt gedoseerd dat de stremmingstijd niet onder de 60 minuten komt.

Het snijden van de wrongel: Het stremsel zal zodanig worden gesneden dat blokjes worden verkregen met diameters van tussen de 10 en 20 mm.

Uitscheiden van de wei: Na een eerste uitscheiding van de wei in de trog zelf, wordt de wrongel in zakken van textiel gedaan, en deze worden tussen de vijf en tien uur lang opgehangen voor een tweede uitscheiding van de wei.

Kneden en zouten: Na de uitscheiding van de wei wordt de wrongel gekneed totdat een gelijkmatige en kleiachtig aanvoelende pasta wordt verkregen, welke tegelijkertijd wordt gezouten met natriumchloride.

Plaatsing in mallen en persen: De massa wordt in mallen geplaatst en deze worden vervolgens geperst gedurende een variabele tijd, afhankelijk van de persdruk en de grootte van de kazen. Vervolgens worden de kazen uit de mallen gehaald en in koelcellen bewaard bij een temperatuur van tussen de 2 en 6 °C gedurende een rijpingstijd van minimaal één uur. Hierna kunnen de kazen die als verse kaas worden verkocht op de markt worden gebracht.

Rijping (desgewenst): Het rijpingsproces zal, indien toegepast, plaatsvinden in een rijpingsruimte met een relatieve luchtvochtigheid van tussen de 70 en 80 % bij een temperatuur van tussen de 10 en 15 °C. De minimale rijpingstijd is vijfenveertig dagen. Bij de gerijpte kaas zal dit kenmerk op het etiket vermeld staan.

Ter wille van de kwaliteitsbewaking en traceerbaarheid van het product zullen de beschermde kazen in het algemeen verkocht worden in ongesneden stukken, verpakt op de door de controlerende autoriteit goedgekeurde wijze.

De controlerende autoriteit mag echter toestemming verlenen voor de verkoop in porties, en zelfs het snijden van de kaas op het verkooppunt toestaan, op voorwaarde dat hiervoor een geschikt controlesysteem wordt opgezet dat garantie kan bieden met betrekking tot de afkomst, oorsprong en kwaliteit van het product, alsmede tot de perfecte staat van bewaring en correcte presentatie aan de consument, waarbij elke mogelijke verwarring zal worden vermeden.

4.6.   Verband met het geografisch gebied:

Historisch verband

De oorsprong van deze kazen wordt toegeschreven aan de eerste monniken die zich vestigden in de nederzetting Cebreiro, daar waar de Franse Route — de belangrijkste pelgrimsroute naar Santiago — Galicia binnenliep, waar zij zich zouden belasten met de ziekenzorg voor de pelgrims in het daar aan het einde van de 9e eeuw gebouwde ziekenhuis. Eeuwenlang lieten de pelgrims zich daar in de bergen van Cebreiro de kaas goed smaken, en zij zouden deze overal in Spanje en in heel Europa bekendmaken.

In documenten die bewaard worden in het Archivo Histórico Nacional en het Archivo General de Simancas zijn interessante aantekeningen gevonden die verhalen van de jaarlijkse leveranties van de kaas uit Cebreiro om te worden genuttigd door het Portugese koningshuis in de tijd van Karel III. De kaas werd door de streekbewoners (voornamelijk door de vrouwen) thuis bereid vanaf de maand november. De zendingen bestonden steeds uit twee dozijn kazen. Dit vond plaats in de laatste twee weken van het jaar, gebruik makende van de decemberkou, om te worden overhandigd als geschenk aan de koningin van Portugal in de eerste twee weken van januari.

Ook wijzen verschillende documenten uit de 18e en 19e eeuw op de faam die de kaas uit Cebreiro toentertijd genoot.

Bibliografische referenties van jongere datum vinden we in het boek „Geografía General del Reino de Galicia” (1936), waarin informatie is opgenomen over de kaas van Cebreiro, over de kenmerken daarvan en over de bereidingswijze.

Later zou, in de zestiger jaren van de afgelopen eeuw, Carlos Compairé Fernández, groot kenner van Spaanse kaas in het algemeen en van Galicische kaas in het bijzonder, verschillende studies publiceren waarin uitgebreid onderzoek werd gedaan naar deze kazen, compleet met chemische en bacteriologische analyses. Gesteld mag worden dat dit de eerste wetenschappelijke verslagen over deze kaas waren.

In de „Inventario Español de Productos Tradicionales”, in 1996 gepubliceerd door het Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación, wordt in het aan de kaas gewijde hoofdstuk uitgebreide informatie geboden over de kaas van Cebreiro, met gegevens over de kenmerken, bereidingswijze en geschiedenis en over het economisch belang.

Natuurlijk verband

De zone die valt onder de BOB „Cebreiro” heeft een maritiem bergklimaat. Dit onderscheidt zich door een snelle afname van de invloed van de zee en de accentuering van de continentale kenmerken. Dit brengt belangrijke beperkingen met zich mee voor de agrarische activiteiten. Een groot deel van het grondgebied, gelegen boven de 1 000-metergrens, kent temperaturen die zich in de context van de algemene klimaatomstandigheden van Galicia laten beschrijven als „zeer koud”, met een vorstvrije periode van minder dan 5 maanden.

Ten gevolge van de ongunstige omstandigheden van de omgeving is de veeteelt van fundamenteel belang voor de lokale economie, omdat deze minder last heeft van de klimaatomstandigheden, edafische factoren en geomorfologische kenmerken dan de akkerbouw, dankzij de aanwezigheid van goede natuurlijke weidegronden en grasland, de mogelijkheid om grote berghellingen te benutten als weiland en de goede aanpassing van het vee aan de barre weersomstandigheden.

Oorzakelijk verband tussen de geografische omgeving en de specifieke productkenmerken.

Het geografisch gebied waar de „Cebreiro” kaas gemaakt wordt kenmerkt zich door de aanwezigheid van talloze tussen de bergen ingebedde valleien, met overvloedige weidegronden en graslanden, welke beschouwd mogen worden als een fundamenteel element van het landschap.

Deze bijzondere geografische omgeving is van invloed op de differentiërende kenmerken van de kaas uit „Cebreiro” door verschillende factoren:

In de eerste plaats is, zoals reeds gezegd, de geografische omgeving gunstig voor de aanwezigheid van overvloedig, eerste klas grasland.

Bovendien is de melkproductie gebaseerd op kleine familiebedrijfjes, waar op traditionele manier met de kuddes wordt omgegaan, met een aanzienlijke aanwezigheid van dieren van autochtone rassen, waar het voer voornamelijk bestaat uit hooi en stro van eigen grond en waar, voor zover de weersomstandigheden dit toelaten, de dieren door herders worden geweid.

Geconcentreerd veevoeder van buiten het eigen bedrijf ingekocht wordt uitsluitend gebruikt in geringe hoeveelheden als aanvulling op de energiebehoefte van het vee. Dit traditionele model, waar de inkoop van productiemiddelen van buiten het bedrijf maximaal beperkt blijft komt ten goede van de economische haalbaarheid van deze kleine familiebedrijfjes.

De eigenschappen van deze veehouderijen verlenen de daar geproduceerde melk een optimale kwaliteit voor de kaasmakerij. Het is wetenschappelijk bewezen dat deze natuurlijkere productiesystemen en veevoedermethoden resulteren in een verbetering van de voedingswaarde van de melk, dankzij een verhoogde aanwezigheid van geconjugeerd linolzuur (CLA) en omega-3 vetzuren in het lipideprofiel, omdat naarmate de dieren meer groenvoer eten het gehalte van deze diëtetisch wenselijke vetten stijgt, wat op zijn beurt weer zijn positieve invloed heeft op de eigenschappen van de uit deze melk bereide kazen.

Ten slotte zij vermeld dat de producenten uit deze regio een oude traditie koesteren in de bereiding van deze kaas met absoluut bijzondere kenmerken — we noemen alleen al de eigenaardige traditionele koksmutsvorm — waardoor de kaas zich onmiddellijk laat identificeren, en waardoor men heeft bereikt dat hun producten een welverdiende faam en erkenning genieten onder de consumenten.

4.7.   Controleinstantie:

Naam:

Dirección General de Producción, Industrias y Calidad Agroalimentaria

Adres:

San Caetano, Santiago de Compostela

Tel.

(34) 981 54 47 77

Fax

(34) 981 54 00 18

E-mail:

dxpica.mrural@xunta.es

4.8.   Etikettering: De kazen die in de handel worden gebracht onder de beschermde oorsprongsbenaming Cebreiro, zullen, na te zijn gecertificeerd als voldaan hebbende aan de voorschriften van het productdossier en het bijbehorend reglement, worden voorzien van een zegel, etiket of contra-etiket met alfanumerieke codering en doorlopend genummerd, erkend en uitgegeven door de controlerende autoriteit, waarop het officieel logo zal zijn afgebeeld van de beschermde oorsprongsbenaming.

Zowel op het handelsetiket als op het contra-etiket zal verplicht de vermelding „Denominación de Origen Protegida Cebreiro” staan vermeld. Bovendien zal in het geval van de gerijpte „Cebreiro”-kazen deze aanduiding in benadrukte vorm op het etiket te lezen staan.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.