ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 299

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

50e jaargang
11 december 2007


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Raad

2007/C 299/01

Zesde jaarverslag over de uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 2002/589/GBVB van de Raad van 12 juli 2002 inzake de bijdrage van de Europese Unie aan de bestrijding van de destabiliserende accumulatie en verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens

1

NL

 


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Raad

11.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 299/1


Zesde jaarverslag over de uitvoering van Gemeenschappelijk Optreden 2002/589/GBVB van de Raad van 12 juli 2002 inzake de bijdrage van de Europese Unie aan de bestrijding van de destabiliserende accumulatie en verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens

(2007/C 299/01)

INLEIDING

De Raad heeft op 12 juli 2002 Gemeenschappelijk Optreden 2002/589/GBVB aangenomen inzake de bijdrage van de Europese Unie aan de bestrijding van de destabiliserende accumulatie en verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens (SALW). Op grond van dit gemeenschappelijk optreden moeten de in het kader ervan genomen maatregelen jaarlijks worden geëvalueerd. Sindsdien zijn er vijf jaarverslagen opgesteld.

De EU is een hoofdrolspeler in en levert een belangrijke bijdrage aan de strijd tegen de illegale verspreiding en accumulatie van SALW en munitie daarvoor. In aansluiting op de Europese veiligheidsstrategie van 2003 heeft de Europese Raad op 15-16 december 2005 zijn goedkeuring gehecht aan een strategie van de EU ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in handvuurwapens en lichte wapens en munitie daarvoor. Dit document beklemtoont de behoefte aan een samenhangend EU-beleid op het gebied van veiligheid en ontwikkeling, waarbij de middelen waarover de EU op multilateraal en regionaal niveau beschikt, in de Europese Unie en via haar externe betrekkingen ten volle moeten worden benut. Via de verschillende beschikbare instrumenten fungeert het document als politiek richtsnoer voor de activiteiten van de EU op dit gebied en voor haar lidstaten.

De EU SALW-strategie blijft gebaseerd op Gemeenschappelijk Optreden 2002/589/GBVB, dat heeft gefungeerd als uitgangspunt voor specifieke acties in Afrika, Azië, Latijns-Amerika, de Balkan en, in het nabije verleden, in Oekraïne. Sinds 1999 is er circa 14,5 miljoen EUR aan GBVB-middelen vastgelegd door middel van besluiten tot uitvoering van dit gemeenschappelijk optreden.

Andere relevante beleidsmaatregelen zijn onder meer het programma van de Europese Unie voor de preventie van gewapende conflicten, dat ontwikkelingssamenwerking vereist die ertoe strekt de achterliggende oorzaken van conflicten aan te pakken, het programma van de Europese Unie ter voorkoming en bestrijding van de illegale handel in conventionele wapens, en de richtsnoeren van de Europese Unie betreffende kinderen en gewapende conflicten.

De EU blijft een voortrekkersrol vervullen in de gezamenlijke strijd en in de praktische werkzaamheden ter voorkoming, bestrijding en uitroeiing van alle aspecten van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens, en zet zich in voor de uitvoering van het VN-actieprogramma (UN PoA) op het niveau van de EU. EU-financiering (via lidstaten, het EOF, communautaire financiering en GBVB-begrotingsmiddelen) blijft een van de voornaamste vormen van financiële bijstand voor de uitvoering van het UN PoA.

Tijdens de toetsingsconferentie van het UN PoA, heeft de Europese Unie op 30 juni 2006 een uitvoerig overzicht gepresenteerd van haar activiteiten ter ondersteuning van de bestrijding van illegale handvuurwapens en lichte wapens. Vertegenwoordigers van het EU-voorzitterschap (Oostenrijk), van het secretariaat-generaal van de Raad/het Bureau van de persoonlijk vertegenwoordiger van de HV en van de Europese Commissie gaven een presentatie van het algemene SALW-beleid, dat gebaseerd is op de nieuwe EU-Strategie inzake SALW en munitie daarvoor, en zetten uiteen op welke wijze dit via uiteenlopende instrumenten in concrete activiteiten wordt vertaald.

Dit verslag gaat zowel over Gemeenschappelijk Optreden 2002/589/GBVB als over het door de Raad op 26 juni 1997 aangenomen EU-programma ter voorkoming en bestrijding van illegale handel in conventionele wapens. Het behandelt voornamelijk de activiteiten van 2006. Het is opgesteld door het Raadssecretariaat en bevat nationale bijdragen van de lidstaten.

Het verslag bestaat uit drie delen en een bijlage:

Deel I gaat over de inspanningen van de lidstaten om de problemen inzake handvuurwapens en lichte wapens aan te pakken;

Deel II gaat over de internationale uitvoeringsmaatregelen;

Deel III gaat over de deelname aan werkzaamheden van internationale en regionale organisaties.

In de bijlage gaat een lijst van de contactpunten voor SALW en op nationaal niveau en binnen de EU-instellingen.

I.   NATIONALE UITVOERINGSMAATREGELEN

OOSTENRIJK

Het toezicht op de uitvoer van wapens is sterk verbeterd door de nieuwe Wet op de buitenlandse handel van 2005 en de daaropvolgende verordening van 2006. Na de inwerkingtreding van de nieuwe Oostenrijkse Wet op de buitenlandse handel („Außenhandelsgesetz”) in oktober 2005, is begin 2006 de verordening inzake buitenlandse handel („Außenhandelsverordnung”, Oostenrijks Staatsblad II, nr. 121/2006) tot uitvoering van de Wet op de buitenlandse handel in werking getreden. Deze uitvoeringswetgeving strekt tot harmonisatie van de vergunningverlening met de desbetreffende bepalingen van de EU-Gedragscode betreffende de wapenuitvoer, en maakt die verplicht voor de Oostenrijkse handelaars. Voorts worden „tussenhandelaren” en „tussenhandel” erin gedefinieerd overeenkomstig Gemeenschappelijk Standpunt 2003/468/GBVB van de Raad inzake het toezicht op de tussenhandel in wapens.

De Oostenrijkse verordening inzake oorlogsmateriaal en de door het ministerie van Economie en Werk opgestelde lijst van militaire goederen die geen oorlogsmateriaal zijn, komen overeen met de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen. De Oostenrijkse lijst wordt constant geactualiseerd om deze aan de tekst van de gemeenschappelijke EU-lijst aan te passen. Krachtens de nieuwe Wet op de buitenlandse handel zijn de goederen van de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen onderworpen aan een vergunningplicht bij uitvoer, doorvoer en tussenhandel. Voor de handel binnen de Gemeenschap in goederen van de gemeenschappelijke EU-lijst van militaire goederen geldt, enkele uitzonderingen daargelaten, een toezichtprocedure. Technische bijstand in samenhang met het ontwikkelen, produceren, hanteren, bedienen, onderhouden of anderszins verzorgen, opslaan, testen, of verspreiden van conventionele wapensystemen met militair vermogen wordt niet verleend indien dergelijke bijstand niet strookt met de restrictieve maatregelen op basis van gemeenschappelijk standpunten van de EU, resoluties van de OVSE of bindende resoluties van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Voorts bevat een verordening van de minister van Defensie een lijst van oorlogsmateriaal en andere wapens die in aanmerking komen voor vernietiging. De lijst is samengesteld op basis van definities van de EU en de OVSE.

Procedure

In de aanloop naar het Oostenrijkse EU-voorzitterschap is de samenwerking en coördinatie tussen het ministerie van Buitenlandse Zaken, het ministerie van Binnenlandse Zaken, het ministerie van Economische Zaken en Werk en het ministerie van Defensie verder versterkt. Er vinden regelmatig vergaderingen plaats waarbij deze ministeries betrokken zijn.

BELGIË

Overeenkomstig zijn internationale verplichtingen heeft België op 8 juni 2006 een nieuwe wapenwet aangenomen (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 9 juni 2006) met het oog op een betere controle van met name het civiele bezit van SALW.

BULGARIJE

Er is geen nieuwe wetgeving aangenomen. De mechanismen van nationale samenwerking, interministeriële en intergouvernementele coördinatie en de wijzen van informatie-uitwisseling tussen de verschillende administratieve en wetshandhavingsinstanties zijn gedetailleerd vastgelegd en omschreven in de respectievelijke bepalingen van de „Wet op de controle op de buitenlandse handel in wapens en goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik”. De informatie over wetgevingsmaatregelen die is verstrekt in de nationale verslagen van 2002, 2003 en 2005 over het VN-actieprogramma inzake SALW geldt nog steeds.

Met een wijziging van 9 mei 2006 van de Wet op de controle op explosieven, vuurwapens en munitie werd de Europese vuurwapenpas ingevoerd. De Europese vuurwapenpas is een officieel document dat wordt afgegeven aan een persoon met een vergunning tot het dragen en gebruiken van een vuurwapen wanneer zij/hij zich van het grondgebied van de ene EU-lidstaat naar dat van een andere begeeft. De Europese vuurwapenpas bevat een nummer, de einddatum van de geldigheidsduur, persoonsgegevens van de houder, alsook type, merk, model, categorie, kaliber en fabricagenummer van het vuurwapen, alsmede informatie over het type vuurwapen waarvoor de pas is afgegeven en over verboden of vergunningen in de betrokken EU-lidstaten.

Hoewel er in de verslagperiode niets aan het uitvoercontrolesysteem is gewijzigd, is er in 2006 met het oog op de toetreding van Bulgarije tot de EU op 1 januari 2007 aan een evaluatie van de huidige wetgeving inzake uitvoercontrole begonnen. Hoofddoel van die evaluatie was samenhang met en naleving van de EU-voorschriften inzake uitvoercontrole te garanderen en verdere verbetering te brengen in de concrete uitvoering daarvan. Als resultaat daarvan heeft het Bulgaarse Parlement de huidige Wet op de controle op de handel in wapens en goederen voor tweeërlei gebruik gewijzigd (begin 2007 in werking getreden). Met de „nieuwe” uitvoercontrolewet blijven alle gevestigde uitvoercontrolemaatregelen ten aanzien van de wapenhandel behouden en worden daarnaast de controlemaatregelen inzake wederuitvoer, doorvoer en tussenhandel versterkt (waarbij strikt Gemeenschappelijk Standpunt 2003/468/GBVB van de EU wordt gevolgd). Op grond van het gemeenschappelijk standpunt van de EU is bij elke vorm van tussenhandel zowel registratie als een afzonderlijke vergunning voor elke transactie vereist.

De structuur van het Bulgaarse uitvoercontrolesysteem blijft ten opzichte van de vorige verslagperiode ongewijzigd, met dien verstande dat de informatie-uitwisseling tussen departementen is versterkt. Bulgarije onderschrijft het verantwoordelijk beleid op het gebied van SALW-controle, en voert de aanbevolen maatregelen van het VN-actieprogramma ter voorkoming, bestrijding en uitroeiing van de illegale handel in SALW uit om illegale handel en onrechtmatige wederuitvoer tegen te gaan en tevens de mensenrechten in het uiteindelijke land van bestemming te eerbiedigen en de internationale vrede en de regionale stabiliteit in acht te nemen. De maatregelen zijn bovendien gericht op voorkoming van het gebruik van wapens voor interne onderdrukking en voor terroristische doeleinden of georganiseerde criminaliteit.

In 2006 heeft het Nationale Douaneagentschap verscheidene cursussen georganiseerd en 50 douaneambtenaren opgeleid op het gebied van de bestrijding van de illegale wapenhandel, met bijzondere nadruk op SALW.

Het Bulgaarse ministerie van Defensie heeft de volgende informatie verstrekt over de nationale activiteiten inzake SALW in 2006:

geen wijzigingen, ten opzichte van eerdere verslagen, in de controlesystemen, de verantwoordingsplicht en de veiligheid van wapendepots in het Bulgaarse leger;

geen veranderingen in de aantallen en hoeveelheden SALW en munitie, gerapporteerd als legeroverschotten;

in 2006 heeft er geen vernietiging van SALW en munitie plaatsgevonden.

CYPRUS

De uitvoer, de doorvoer en de heroverdracht van SALW zijn geregeld bij Wet 354/2002, de „Defensie-uitvoerverordeningen van 2002”, zoals gewijzigd bij Wet 602/2004. Deze wetten zijn aangepast aan de Europese gedragscode betreffende wapenuitvoer en aan Verklaring 2000/C 191/01. De controle op de uitvoer, inclusief de wederuitvoer, van SALW staat onder toezicht van het ministerie van Handel, Industrie en Toerisme, en de doorvoer en de heroverdracht van SALW vallen overeenkomstig de douanewetgeving onder de bevoegdheid van de Douane- en Accijnsautoriteit.

De invoer, de verwerving, het bezit en het vervoer van SALW zijn geregeld bij Wet 113(1)/2004 op vuurwapens en niet-vuurwapens. De wet is aangepast aan Richtlijn 91/477/EEG van de Europese Unie, als gewijzigd, en Verklaring 2000/C191/01.

De vervaardiging van bepaalde SALW is geregeld bij Wet 113(I)2004 (deel III, artikel 7(I). Op grond van die wet is vervaardiging verboden voor burgers van de Republiek of personen die aldaar verblijven, tenzij zij daar een geldige vergunning voor hebben die is afgegeven door het hoofd van politie. Deze specifieke vergunning wordt afgegeven aan burgers onder de bij de wet bepaalde voorwaarden. Die voorwaarden zijn onder meer dat de aanvrager geen strafblad mag hebben, dat vastgesteld moet worden dat het houden van de vergunning niet gevaarlijk is voor hemzelf, de regering of de openbare orde, en ten slotte dat hij een door de overheid erkende medische keuring moet hebben ondergaan. Het illegaal vervaardigen, bezitten, opslaan en verhandelen van SALW is geregeld bij Wet 113(I)2004. Die wet voorziet in gevangenisstraffen van ten hoogste 15 jaar en/of boetes van 25 000 Cypriotische ponden voor overtredingen.

In het hoofdkwartier van de Cypriotische politie is een bijzondere eenheid voor het bijhouden van registers opgericht (nationaal wapenarchief) en kan door middel van een elektronische gegevensbank informatie over SALW worden gedeeld met andere bevoegde instanties in de EU, regionale organisaties en andere landen.

TSJECHIË

De categorieën wapens die zijn vermeld in de bijlage bij Gemeenschappelijk Optreden 2002/589/GBVB van 12 juli 2002 inzake de bijdrage van de Europese Unie aan de bestrijding van de destabiliserende accumulatie en verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens en tot intrekking van Gemeenschappelijk Optreden 1999/34/GBVB, worden hoofdzakelijk gebruikt in het Tsjechische leger, en in minder mate in andere veiligheidsdiensten (Tsjechische politie, cipiers en rechtbankbewakers, douanedienst, inlichtingendienst). Informatie over het aantal wapens dat in die diensten wordt gebruikt is niet openbaar; de behandeling van dergelijke wapens (gebruik, registratie, opslag) valt buiten de werkingssfeer van de wapenwet (Wet nr. 119/2002). Zodra de wapens in de betrokken diensten buiten gebruik worden gesteld, vallen zij onder de wapenwet.

Voor het bezit van deze categorieën wapens voor civiel gebruik gelden vrijstellingen die door de Tsjechische politie worden verleend (inspecties van wapens, munitie en explosieven in de hoofdkantoren van de districtpolitie) overeenkomstig afdeling 9 van de wapenwet.

Tot en met 31 december 2006 ontvingen houders van een wapenmachtiging in Tsjechië 627 machtigingen om dit type wapens te bezitten of te dragen. In 2006 werden er 110 nieuwe vrijstellingen aan wapenmachtiginghouders verleend. Wapenmachtiginghouders mochten 791 wapens van dit type bezitten of dragen (voornamelijk voor gebruik in film of toneel, dan wel door particuliere beveiligingsbureaus). Aan wapenvergunninghouders zijn in 2006 geen nieuwe vrijstellingen verleend. De politie is gemachtigd om de maatregelen van eigenaars ter voorkoming van verlies of diefstal te controleren en om toe te zien op een veilige omgang met hun wapens. De politie beschikt over passende bevoegdheden hiertoe, met inbegrip van het recht om inspecties ten huize van de wapenbezitter te verrichten.

De handel in deze wapens valt onder andere wetgeving, in het bijzonder de Wet op de buitenlandse handel in militair materiaal (Wet nr. 38/1994). De handelaar dient allereerst toestemming te verkrijgen van de vergunningsautoriteit bij het ministerie van Industrie en vervolgens een afzonderlijke vergunning voor elke transactie aan te vragen. Elke vergunningaanvraag wordt, gelet op overwegingen van openbare orde en binnenlandse veiligheid, eveneens behandeld door het ministerie van Binnenlandse Zaken, gelet op overwegingen van openbare orde en binnenlandse veiligheid, en door het ministerie van Buitenlandse Zaken, gelet op belangen op het gebied van het buitenlands beleid. In 2006 heeft Tsjechië toestemming gegeven tot niet-commerciële uitvoer van 238 wapens van dit type, alle naar EU-landen. In alle gevallen werden de wapens met voorafgaande toestemming naar EU-landen uitgevoerd. In 2006 is er op grond hiervan geen enkel verboden wapen naar een land buiten de EU uitgevoerd.

Er wordt thans aan een wijziging van de Wet op de buitenlandse handel in militair materiaal (Wet nr. 38/1994, als gewijzigd) gewerkt, teneinde de controlebevoegdheden van de Tsjechische douane-autoriteiten aanmerkelijk te versterken.

DENEMARKEN

Het Deense ministerie van Justitie beheert de Deense wapen- en explosievenwetgeving, die tevens de regelgeving inzake handvuurwapens en lichte wapens omvat.

Krachtens de Deense wapen- en explosievenwetgeving is het verboden wapens en munitie in te voeren, te vervaardigen, te verwerven, te bezitten of te dragen zonder een vergunning van de minister van Justitie of van de persoon die door de minister is gemachtigd tot het afgeven van dergelijke vergunningen.

De wetgeving bepaalt ook dat wapens of explosieven van eender welke soort, met inbegrip van munitie, niet mogen worden uitgevoerd zonder specifieke vergunning van de minister van Justitie. Die bepaling omvat tevens handvuurwapens en lichte wapens.

De minister van Justitie heeft de plaatselijke politiedistricten gemachtigd tot het afgeven van de voornoemde vergunningen in verband met handvuurwapens en lichte wapens (bezit van vuurwapens, enz.).

Gegevensbestanden en registers

De Deense politie heeft een centraal elektronisch gegevensbestand opgezet (het wapenregister van de politie), waarin alle personen met een machtiging tot het bezit van vuurwapens geregistreerd staan op basis van de aanvragen voor vuurwapenvergunningen en registraties van de aankopen van gladloopse geweren, enz. Het register bevat tevens informatie over vermiste en gestolen wapens.

Het wapenregister van de politie bevat alle relevante informatie waaronder categorie en type wapen, fabricage, model, markering (nummer), kaliber en bijzondere kenmerken. Elk wapen staat geregistreerd onder een specifiek identificatienummer. De politie kan voorschrijven dat het wapen met het identificatienummer wordt gemarkeerd indien het wapen niet is gemarkeerd door de fabrikant. Het register bevat tevens historische informatie aan de hand waarvan gegevens over de vorige eigenaars van een wapen kunnen worden verkregen.

Informatie over vermiste vuurwapens, enz. wordt ook doorgegeven aan het Schengeninformatiesysteem (SIS).

Voorts zijn alle Deense vuurwapenverenigingen gehouden hun eigen wapenregisters op te zetten, welke gegevens dienen te bevatten over alle vuurwapens die in het bezit zijn van de verenigingen en hun leden.

Recente wetgevingsinitiatieven

In 2006 zijn er geen SALW-wetgevingsinitiatieven ingeleid.

In 1 oktober 2004 is een nieuwe wet in werking getreden met regels voor het vervoer van wapens tussen Denemarken en andere landen. De wet verbiedt het vervoer enz. van wapens naar landen waarvoor de VN, de EU of de OVSE een wapenembargo heeft afgekondigd. Ook geldt er een verbod op het vervoer van wapens tussen landen die niet de nodige in- en uitvoervergunningen hebben afgegeven.

Voorts heeft het Deense parlement op 14 juni 2005 een wet aangenomen waarbij onder meer een regeling voor de tussenhandel in wapens wordt ingevoerd. Krachtens die wet is het verboden om zonder vergunning van het ministerie van Justitie, of de gevolmachtigde van de minister, tussen landen buiten de EU op te treden als tussenhandelaar in onderhandelingen of transacties te regelen betreffende de overdracht van wapens enz., in de zin van de Deense wetgeving inzake wapens en explosieven. Bovendien is het verboden dergelijke wapens, enz., te kopen of te verkopen als onderdeel van een transactie tussen landen buiten de EU, dan wel als eigenaar van de wapens, enz., een dergelijke transactie te regelen. Het verbod geldt niet voor activiteiten die in het buitenland verblijvende Deense onderdanen in een andere EU-lidstaat of buiten de EU uitoefenen. Bij die wet wordt Gemeenschappelijk Standpunt 2003/468/GBVB van de Raad van 23 juni 2003 inzake het toezicht op de tussenhandel in wapens omgezet.

Recente handhavingsinitiatieven

Ter verbetering van de nationale maatregelen op het gebied van het strafrechtelijk onderzoek hebben de Deense politieagenten in 2006 het initiatief genomen tot een nationaal SALW-project „vuurwapens” betreffende het traceren, updaten en registreren van wapens.

ESTLAND

In 2006 is geen nieuwe wetgeving betreffende handvuurwapens en lichte wapens in werking getreden.

De procedure voor de wijziging en aanpassing van de Wapenwet (in werking getreden op 31.3.2002) is in 2005 aangevangen en is begin 2007 afgerond. Die wet voorziet in de rechtsgrondslagen en de procedure voor de omgang met wapens en munitie, het verlenen van toestemming voor het gebruik van wapens en munitie voor civiele doeleinden, het gebruik van wapens en munitie voor civiele doeleinden en het onttrekken van wapens en munitie aan civiel gebruik, de voorschriften inzake schietbanen en veldbanen, alsmede de rechtsgrondslagen en de procedure voor de uitoefening van overheidstoezicht in dezen.

In juni 2006 heeft de Estse defensiemacht 6 000 oude pistolen vernietigd.

In het ministerie van Buitenlandse Zaken is een Commissie strategische goederen opgericht. Dat is een vergunningorgaan dat bestaat uit de vertegenwoordigers van het ministerie van Buitenlandse Zaken, het ministerie van Defensie, het ministerie van Economische Zaken en Communicatie, de veiligheidsdienst, de Estse belasting- en douanedienst en de Estse wetshandhavingsdienst. De Commissie strategische goederen hecht vanouds het grootste belang aan het bevorderen van opleiding op het gebied van strategische goederen. In de tweede helft van 2006 werden er speciale cursussen over het internationale uitvoercontrolesysteem en de controle op strategische goederen in Estland gehouden voor studenten van de richting belasting en douane van het Financieel College van de Academie voor Overheidsdienst.

FINLAND

Samenwerking, coördinatie en uitwisseling van informatie tussen bestuurlijke en wetshandhavende instanties

In mei 2006 is er een vergadering van de nationale coördinatiegroep van SALW-deskundigen gehouden. De nationale coördinatiegroep van SALW-deskundigen bestaat uit vertegenwoordigers van de ministeries die betrokken zijn bij wapencontrole, ontwapening en non-proliferatie van SALW, en uit vertegenwoordigers van de nationale niet-gouvernementele organisaties die op dit terrein actief zijn. De coördinatiegroep bespreekt onder meer het Finse SALW-beleid, de uitvoering van de nationale, regionale en wereldwijde wet- en regelgeving en de bilaterale bijstand bij SALW-projecten. De groep vergadert op gezette tijden onder auspiciën van het ministerie van Buitenlandse Zaken en omvat vertegenwoordigers van de departementen Defensie, Binnenlandse Zaken, en Handel en Industrie. Wanneer dat noodzakelijk is worden vertegenwoordigers van andere autoriteiten (douane, grensbewaking, enz.) voor de vergaderingen uitgenodigd. Op gezette tijden worden niet-gouvernementele organisaties uitgenodigd.

Nieuwe wetgeving, evaluatie van de praktische werking van bestaande wetgeving

De wetgeving inzake vuurwapenamnestie is eind 2003 goedgekeurd door het Parlement, en op 1 januari 2004 in werking getreden. Doel van de wetgeving is het aantal illegale en ongeregistreerde wapens in Finland te verminderen. Als gevolg van de inwerkingtreding van deze wetgeving is het mogelijk geweest illegale handvuurwapens, munitie en springstoffen zonder juridische consequenties bij de politie in te leveren, op voorwaarde dat ze niet zijn gebruikt bij het plegen van strafbare feiten. Het totale aantal ingeleverde vuurwapens voor 2006 is ongeveer 4 000.

Ook kunnen bezitters van illegale vuurwapens een vergunning aanvragen en het wapen behouden, of het vuurwapen via de politie overdoen aan een vergunninghouder. Wapens die de eigenaar niet wenst te behouden of niet aan een andere vergunninghouder wenst over te doen, worden onbruikbaar gemaakt of aan de staat teruggegeven. Sommige daarvan worden door de politie via een officiële veiling aan verzamelaars of andere vergunninghouders verkocht.

FRANKRIJK

Tussenhandel

Er is een wetsontwerp tot vaststelling van een systeem van voorafgaande machtiging voor transacties door tussenhandelaars opgesteld, dat binnenkort door het Parlement zal worden besproken. Dit controlesysteem zal alleen gelden voor in Frankrijk verblijvende of gevestigde personen en zal strafrechtelijke sancties bevatten. Aan- en verkooptransacties die in het buitenland worden verricht door in Frankrijk verblijvende of gevestigde personen welke de uitvoercontroleprocedures ontwijken, zullen aan dezelfde voorwaarden onderworpen zijn.

Er is voor deze bepalingen ook een ontwerp-uitvoeringsdecreet opgesteld. De instelling van een regeling van voorafgaande controle voor transacties door handelaren komt aldus bovenop de controles op natuurlijke of rechtspersonen die als handelaar optreden.

Embargo's

Er is een wetsvoorstel tot wijziging van het wetboek van strafrecht opgesteld, dat binnenkort zal worden behandeld door het Parlement. Hierin wordt een embargo vastgesteld en wordt in strafrechtelijke sancties voorzien in geval van schending van een embargo of beperkende maatregelen.

Andere initiatieven

Frankrijk geeft reeds jaren blijk van meer openheid in een jaarverslag aan het parlement over de wapenexport dat in en buiten Frankrijk wordt verspreid (ambassades en internationale organisaties). Het rapport geeft een overzicht van de nationale toezichtspraktijk en van internationale oefeningen op het gebied van toezicht op de uitvoer waaraan Frankrijk deelneemt. Het rapport bevat voorts veel statistische gegevens, onder meer over de uitvoer van handvuurwapens en lichte wapens.

DUITSLAND

Het nationale contactpunt heeft op gezette tijden vergaderingen van de nationale coördinatiegroep voor SALW-aangelegenheden georganiseerd. Deze vergaderingen brengen wapen- en uitvoercontroledeskundigen van ministeries, overheidsinstanties, niet-gouvernementele organisaties en het bedrijfsleven bijeen om aangelegenheden te bespreken in verband met handvuurwapens en lichte wapens met inbegrip van munitie daarvoor. De groep wisselt onder meer van gedachten over het Duitse SALW-beleid in internationale en regionale fora, over multilaterale en bilaterale bijstand en de uitvoering van nationale, regionale en wereldwijde wet- en regelgeving. De vergaderingen worden voorgezeten door een vertegenwoordiger van het Bondsministerie van Buitenlandse Zaken.

Er zijn verscheidene initiatieven ontplooid op het gebied van samenwerking tussen de overheidsinstanties en de wetshandhavingsdiensten op nationaal niveau. Deze betroffen nieuwe wetgeving, maar ook evaluatie van de praktische werking van bestaande wetgeving. Regelmatig maakten opleidingsmaatregelen deel uit van deze inspanningen. In 2006 waren er onder meer de volgende initiatieven:

Duitsland heeft zijn uitvoerwetgeving gewijzigd om uitvoering te geven aan het Gemeenschappelijk Standpunt van de EU over het toezicht op de tussenhandel in wapens (2003/468/GBVB). Voor elk geval van tussenhandel inzake oorlogswapens en ander militair materieel buiten Duitsland is een vergunning vereist. In beginsel stoelt de Duitse wet op de tussenhandel in wapens op een territoriaal verband, d.w.z. zij is niet van toepassing in gevallen zonder enig verband met het Duitse grondgebied. Wanneer Duitse, in Duitsland gevestigde burgers in het buitenland tussenhandel in wapens drijven, zonder dat er een verband met het Duitse grondgebied bestaat, is daarvoor evenwel een vergunning vereist.

Ter uitvoering van het VN-instrument waarmee staten tijdig en op betrouwbare wijze illegale handvuurwapens en lichte wapens kunnen identificeren en traceren is Duitsland verscheidene maatregelen inzake nationale markerings- en traceringspraktijken en bijbehorende normen beginnen in te voeren.

Voor de uitvoer van militaire handvuurwapens en lichte wapens (SALW) naar landen die geen lid zijn van de NAVO of de EU of naar niet met NAVO-landen gelijkgestelde landen is Duitsland het beginsel „nieuw voor oud” blijven toepassen om ervoor te zorgen dat de ontvanger zoveel mogelijk wapens die door de nieuwe consignatie moeten worden vervangen vernietigt, eerder dan dat hij ze doorverkoopt. Over het algemeen wordt voor de uitvoer van militaire SALW geen vergunning afgegeven wanneer deze voor particulier eindgebruik bestemd zijn.

Duitsland heeft op 24 oktober 2006 het Verdrag van de Raad van Europa ter voorkoming van terrorisme ondertekend.

GRIEKENLAND

Het doel in het strafrechtbeleid voor 2006 was het aantal confiscaties van illegaal in bezit gehouden en verhandelde SALW te verhogen door middel van door de politieautoriteiten uitgewerkte actieplannen met specifieke streefdoelen.

A.   De inspanningen golden twee doelstellingen:

1.

controle op de legale wapenhandel in alle stadia (invoer, handel, bezit, gebruik);

2.

intensivering van de controles, in samenwerking met andere bevoegde autoriteiten, met als doel de opsporing en de confiscatie van illegaal ingevoerde, verhandelde, in bezit gehouden, en gebruikte handvuurwapens en lichte wapens.

a)   Maatregelen voor controle op de legale handel in SALW:

Het ministerie van Openbare Orde beheert een elektronisch gegevensbestand, dat de nationale centrale autoriteit voor gegevensuitwisseling vormt en rechtstreeks informatie kan ontvangen en verzenden over alle legaal verhandelde en in bezit gehouden wapens. Dit gegevensbestand wordt permanent bijgewerkt om alle veranderingen in verband met wapenbezit erin op te nemen.

Alle vermiste wapens — ongeacht of ze zijn verloren, gestolen, verduisterd, getraceerd — worden in het gegevensbestand ingevoerd voor confiscatiedoeleinden of voor gebruik als bewijsmateriaal in strafprocedures, en de wapens worden geïdentificeerd nadat ze zijn getraceerd. Dit gegevensbestand bevat de geschiedenis van elk wapen vanaf de invoer ervan tot de uiteindelijke legale houder (wapenregister).

Voorts vergemakkelijkt dit gegevensbestand de informatie-uitwisseling met andere autoriteiten in en buiten Griekenland.

Voor elke maand is een minimum aantal controles vastgesteld in elke onderneming die legaal in de wapenhandel actief is. De controlegegevens worden met die van het elektronisch gegevensbestand vergeleken.

De bepalingen van de toepasselijke Wet 2168/1993 en de desbetreffende ministeriële besluiten worden strikt in acht genomen. Deze voorschriften vormen het voornaamste Griekse regelgevingskader inzake wapens. Deze wet is aangepast aan Richtlijn 91/477/EEG en aan het Schengenverdrag. In sommige gevallen bevat dit regelgevingskader zelfs strengere bepalingen (artikel 15 van Wet 2168/1993 en artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht, zoals gewijzigd bij Wet 2928/2001).

Legale handel in handvuurwapens en lichte wapens (invoer, uitvoer, handel en doorvoer) vereist overeenkomstig Wet 2168/1993 een speciale, door de bevoegde autoriteit af te geven vergunning.

Er wordt uitstekend samengewerkt met andere vervolgingsautoriteiten in Griekenland (haven- en douaneautoriteiten, het orgaan voor de vervolging van economische delicten), alsook met de militaire autoriteiten, teneinde informatie uit te wisselen met de bevoegde autoriteiten van de landen waaruit wapens naar Griekenland worden ingevoerd of vervoerd.

b)   Maatregelen voor controle op de illegale handel in SALW:

Aangezien bilaterale samenwerking op regionaal en internationaal niveau onontbeerlijk wordt geacht voor de preventie en de uitroeiing van illegale wapenhandel tussen landen, heeft Griekenland overeenkomsten inzake politiële samenwerking met zijn buurlanden ondertekend, en neemt het deel aan internationale, regionale en bilaterale organisaties (het Adriatisch-Ionisch Initiatief, het SECI, EUROPOL-INTERPOL).

Voertuigen en personen die Griekenland binnenkomen worden aan de gevestigde punten van binnenkomst gecontroleerd.

Aan de land- en de zeegrenzen worden voortdurend (in samenwerking met de havenautoriteiten) controles verricht ter voorkoming van de illegale invoer van wapens door personen die Griekenland illegaal binnenkomen.

Ontdekte gevallen worden grondig onderzocht om netwerken die in de illegale wapenhandel geactiveerd kunnen worden, op te sporen en te ontmantelen.

In samenwerking met de plaatselijke gemeenschappen en instanties worden er bijzondere maatregelen getroffen in gebieden met grote problemen in verband met handel in, en bezit en gebruik van wapens.

Thans loopt er een procedure tot wijziging van enkele bepalingen van de nationale basiswetgeving inzake wapens om hierin enkele nieuwe regels op te nemen; onder meer betreffende de registratie van personen die optreden als tussenhandelaar in wapentransacties (tussenhandel) en de definitie van specifieke activiteiten die onderworpen behoren te zijn aan controle en vergunning.

Wat markering betreft:

Er zijn in Griekenland geen bedrijven die wapens voor commercieel gebruik produceren. Er is slechts één staatsbedrijf dat wapens voor het ministerie van Nationale Defensie produceert.

Wat betreft de methode voor het markeren van het productieland, steunt Griekenland het markeringssysteem STANAG 1 059 van de NAVO.

Het totale aantal door de Griekse politie geconfisqueerde wapens in 2006: 1 179 (88 automatische geweren/geweren, 303 pistolen, 114 vuistvuurwapens, 674 jachtgeweren). Deze wapens vormen bewijsmateriaal in gerechtelijke procedures en overeenkomstig artikel 16 van Wet nr. 2168/1993 is het aan de bevoegde rechtbanken om over hun verdere bestemming te beslissen.

HONGARIJE

Het Hongaarse vergunningssysteem heeft drie lagen met tamelijk strenge procedures. Dit systeem omvat de volgende procedurestappen:

1.

Activiteitsvergunning (d.w.z. registratie van handelaren).

2.

Geregistreerde handelaren die voornemens zijn in zakelijke onderhandeling te treden met buitenlandse partners, dienen van tevoren een onderhandelingsvergunning te verkrijgen op grond waarvan zij onderhandelingen kunnen voeren en een contract kunnen afsluiten.

3.

Vervolgens dient de aanvrager, om een contract te kunnen uitvoeren, een contractvergunning (toestemming voor uitvoer/invoer) te verkrijgen.

Het Hongaarse bureau voor handelsvergunningen is gemachtigd om alle vergunningen in verband met de handel in militair materieel, met inbegrip van munitie en diensten, af te geven. Aanvragen voor vergunningen worden per geval behandeld en gehonoreerd. „Open” of „algemene vergunningen” bestaan niet in het Hongaarse systeem voor de controle op de uitvoer van conventionele wapens. Vergunningen worden afgegeven na goedkeuring door het interministeriële comité buitenlandse handel in militair materieel (hierna „ICTME” genoemd). Dit orgaan is verantwoordelijk voor de beleidsbepaling. Vertegenwoordigers van alle ministeries en nationale autoriteiten, waaronder leden van de inlichtingendiensten, maken deel uit van het ICTME.

Regeringsdecreet 16/2004 (II.6) bevat regelgeving inzake doorvoer, waarop dezelfde procedurevoorschriften van toepassing zijn als op uitvoer. Dat houdt in dat alle aanvragen voor doorvoer van te voren moeten worden ingediend, en met gelijke zorgvuldigheid per geval worden beoordeeld op grond van dezelfde criteria als bij uitvoeraanvragen. Alleen in Hongarije gevestigde bedrijven mogen doorvoervergunningen aanvragen. De doorvoervergunningen voor dodelijk militair materieel, scherpe munitie, explosieven en andere gevaarlijke goederen verplichten de verantwoordelijke vervoerder tot gewapende beveiligingsescortes langs de doorvoerroute: van de plaats van binnenkomst tot de plaats van uitgang.

Het illegaal vervaardigen, bezitten, verhandelen, opslaan of doorvoeren van SALW is strafbaar. Groepen, bedrijven en individuen die dergelijke activiteiten ondernemen, worden opgespoord en vervolgd.

Ter controle van de tussenhandel in wapens en ter voorkoming van het ontwijken van embargo's van de VN, de EU of de OVSE inzake wapenuitvoer alsook van de criteria van de gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer, wordt in Regeringsdecreet 16/2004 (II.6) rekening gehouden met de aanbevelingen en de richtsnoeren inzake beste praktijken van de relevante internationale organisaties en het door de Raad van de Europese Unie op 23 juni 2003 vastgestelde Gemeenschappelijk Standpunt 2003/468/GBVB inzake het toezicht op de tussenhandel in wapens.

In artikel 2, lid 2, onder c), van het Regeringsdecreet wordt bepaald dat om zowel binnen als buiten het grondgebied van de Republiek Hongarije te kunnen optreden als vertegenwoordiger, agent, tussenhandelaar of tussenpersoon in samenhang met militair materieel of technische bijstand, de volgende vergunningen vereist zijn: de activiteitsvergunning, de onderhandelingsvergunning en de contractvergunning.

Dat betekent dat Hongarije toezicht uitoefent op tussenhandel die zowel binnen als buiten zijn grondgebied wordt verricht door tussenhandelaren die in Hongarije verblijven of op het grondgebied van de Republiek Hongarije gevestigd zijn.

Evenals bij uitvoer worden bij tussenhandel alle aanvragen onder meer op grond van de bepalingen van de gedragscode van de Europese Unie betreffende wapenuitvoer beoordeeld. Het Hongaarse Bureau voor handelsvergunningen bewaart gedurende een periode van ten minste tien jaar de gegevens van alle personen en entiteiten die een vergunning voor tussenhandel hebben verkregen. Er is ook een register voor wapenhandelaren opgezet, maar de registratie of toestemming om als tussenhandelaar op te treden vervangt in geen geval de eis om de verplichte vergunning of schriftelijke toestemming voor elke transactie te verkrijgen. Bij de beoordeling van aanvragen om als tussenhandelaar te mogen optreden neemt het Hongaarse Bureau voor handelsvergunningen de gegevens over eerdere betrokkenheid van de aanvrager bij illegale activiteiten in aanmerking.

IERLAND

In 2006 heeft het ministerie van Ondernemingen, Handel en Werkgelegenheid nieuwe wetgeving inzake uitvoercontrole opgesteld, die in januari 2007 is bekendgemaakt. Zodra die nieuwe wetgeving eenmaal in werking getreden is, zal zij de strategische controlesystemen van Ierland moderniseren en versterken, en ervoor zorgen dat de internationale uitvoercontroleverplichtingen van Ierland volledig worden nagekomen.

Er bestaat geen specifieke nationale wetgeving over doorvoer van handvuurwapens en lichte wapens. Krachtens de huidige Ierse wetgeving moeten voor de invoer, de doorvoer, de wederoverbrenging en de uitvoer van en naar EU-landen van handvuurwapens en lichte wapens echter vergunningen worden afgegeven overeenkomstig de Vuurwapenwetten van 1925 tot en met 2006 en de EG-wetgeving inzake de verwerving en het voorhanden hebben van wapens van 1993. De uitvoer van vuurwapens naar alle landen is ook onderworpen aan de Wet op de uitvoercontrole van 1983 en aan de besluiten die in het kader van die wet zijn uitgevaardigd. Thans is het desbetreffende besluit het Uitvoercontrolebesluit van 2005, dat pistolen en onderdelen daarvan omvat in samenhang met algemeen militair materieel.

Voor de uitvoer van een vuurwapen gelden diverse wettelijke vereisten, afhankelijk van de bestemming. Indien de aanvrager niet in het bezit is van een geldige wapenvergunning voor het uit te voeren wapen, dient hij toestemming voor uitvoer te verkrijgen van de Garda Síochána (de nationale politie). Daarnaast is voor uitvoer naar lidstaten van de Europese Unie een uitvoervergunning vereist van de minister van Justitie, Rechtsgelijkheid en Hervorming van het Recht. Voor de uitvoer naar landen buiten de EU is een uitvoervergunning van de minister van Ondernemingen, Handel en Werkgelegenheid vereist.

Voor de invoer van handvuurwapens en lichte wapens is een invoervergunning van de minister van Justitie, Rechtsgelijkheid en Hervorming van het Recht vereist voor een aanvrager die niet in het bezit is van een geldige vuurwapenvergunning voor het vuurwapen in kwestie. Indien een geldige wapenvergunning voor het voor invoer voorgestelde wapen voorhanden is, is er overeenkomstig EG-Richtlijn 91/477/EEG een document inzake voorafgaande toestemming (artikel 11) vereist om het vuurwapen het land in te brengen.

Er worden momenteel in Ierland geen handvuurwapens of lichte wapens vervaardigd. Het vervaardigen van vuurwapens zonder als zodanig geregistreerd te staan bij de minister van Justitie, Rechtsgelijkheid en Hervorming van het Recht is strafbaar. In Ierland aanwezige vuurwapens zouden in geval van vervaardiging buiten de staat worden gemarkeerd. Sommige oudere vuurwapens zijn wellicht niet gemarkeerd, in welk geval de An Garda Síochána (nationale politie) verantwoordelijk is voor de markering ervan. Vuurwapenhandelaren zijn gehouden voor elke overbrenging van een vuurwapen gedurende ten minste vijf jaar de registratie bij te houden. Verzameling en vernietiging van handvuurwapens en lichte wapens behoren tot de verantwoordelijkheid van de An Garda Síochána en de Ierse defensiemacht. Voor het beheer en de beveiliging van wapendepots zijn de departementen Justitie en Defensie verantwoordelijk.

Een groot aantal wijzigingen in de Vuurwapenwetten van 1925 tot en met 2000 is van kracht geworden door de Wet strafrechtspleging van 2006.

Sommige bepalingen van de Vuurwapenwet moeten nog worden behandeld door de minister, waaronder de bepalingen die voorzien in vergunningen voor drie jaar voor legaal gehouden vuurwapens, in minimumnormen voor het houden van vuurwapens door individuen en vuurwapenhandelaren, en minimumnormen voor schietbanen. Tevens kan de minister met een wetsinstrument specifieke vuurwapens en munitie voor beperkt toegankelijk verklaren. Aanvragen voor een beperkt toegankelijk vuurwapen kunnen, mits bepaalde voorwaarden zijn vervuld, worden ingediend bij de Commissaris van An Garda Síochána.

ITALIË

Samenwerking, coördinatie en uitwisseling van informatie tussen bestuurlijke en wetshandhavende instanties

De ad hoc groep SALW, die sedert juni 2000 in Italië is gevestigd en gecoördineerd wordt door het ministerie van Buitenlandse Zaken, en waarin vertegenwoordigers zitten van de betrokken ministeries, wetshandhavende instanties, en de nationale verenigingen van wapenfabrikanten, is in 2006 één keer bijeengekomen.

De besprekingen gingen voornamelijk over de voorbereiding van de toetsingsconferentie van 2006 van het VN-actieprogramma tegen de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens, over de uitvoering van het multilaterale instrument inzake markering en tracering en over de uitvoering van het gemeenschappelijk standpunt van de EU inzake tussenhandel. Ook op andere fora (eerste commissie van de AVVN, OVSE, Wassenaar Arrangement, G8) is aan dit debat de nodige aandacht besteed.

Nieuwe wetgeving

Italië heeft op 16 maart 2006, met Wet nr. 146/2006, het VN-Verdrag tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad en de bijbehorende protocollen (waaronder het Protocol tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie) geratificeerd. De Italiaanse vuurwapenwet is dienovereenkomstig aangepast, met name wat betreft het opslaan van gegevens over vuurwapens gedurende ten minste tien jaar, en de markering van het land waar het vuurwapen vervaardigd is.

Andere initiatieven

In 2006 hebben de Italiaanse strijdkrachten de volgende als overtollig geïdentificeerde handvuurwapens en lichte wapens vernietigd:

770 Beretta-pistolen, mod. „34”;

93 697 Garand M1-geweren;

37 390 FAL BM59 semi-automatische oorlogsgeweren;

8 231 diversen.

In totaal werden 140 088 handvuurwapens en lichte wapens vernietigd.

LETLAND

In 2006 is geen nieuwe wetgeving met betrekking tot handvuurwapens en lichte wapens ingevoerd.

In de nabije toekomst zullen in de huidige wetgeving enige wijzigingen inzake efficiëntere uitvoercontroles worden aangebracht. Zo zullen in een nieuwe ontwerp-wet op het verkeer van strategische goederen nauwkeurig omschrijvingen worden opgenomen van de controle-instellingen, hun verantwoordelijkheden en samenwerking, alsmede de in de wet gebruikte terminologie, mede inzake tussenhandel. Tevens moet er nieuwe regelgeving worden aangenomen inzake nationale lijsten van gecontroleerde goederen en de afgifte van verschillende soorten vergunningen.

De Wet op het wapenverkeer is in januari 2003 in werking getreden. In deze wet worden de aangelegenheden in verband met wapens overeenkomstig de internationale eisen geregeld, en de nationale wetgeving in dat opzicht geharmoniseerd. Dit houdt in dat de rechten en verplichtingen zijn vastgesteld van natuurlijke en rechtspersonen in verband met het verkeer van wapens en onderdelen daarvan, munitie, explosieven, materieel voor explosieven, speciale apparaten en pyrotechnische producten in Letland, en dat de indeling van deze goederen is vastgesteld met het oog op de individuele en openbare veiligheid. De wet is sinds 2003 niet gewijzigd. In 2003 en 2004 zijn er enkele aanvullende wetgevingsbesluiten inzake het wapenverkeer in Letland aangenomen.

De Wet op het wapenverkeer bepaalt dat alle transacties in samenhang met handvuurwapens en lichte wapens een uitvoer-, invoer- of doorvoervergunning voor strategische goederen vereisen. Deze vergunningen worden afgegeven door het Comité strategische goederen. Een eindgebruikscertificaat is een van de noodzakelijke voorwaarden voor uitvoer en doorvoer over Lets grondgebied. De eisen en voorwaarden voor het certificaat worden opgesteld overeenkomstig de EU-gedragscode betreffende wapenuitvoer, en worden verplicht gesteld uit hoofde van de Wet op het verkeer van strategische goederen.

Met de Wet op het verkeer van strategische goederen (mei 2004) wordt beoogd te voorzien in controle op het verkeer van strategische goederen overeenkomstig de nationale en internationale verplichtingen voor het toezicht op de uit-, in- en doorvoer daarvan.

In totaal heeft de politie in 2006 569 vuurwapens geconfisqueerd. In samenhang met verschillende delicten heeft de politie de volgende illegaal verworven en opgeslagen vuurwapens in beslag genomen: 16 pistolen/revolvers, 16 karabijnen, 14 hagelgeweren, 2 geweren van klein kaliber, 1 pneumatisch pistool en 2 zelfgemaakte pistolen.

LITOUWEN

Het Parlement van de Republiek Litouwen heeft op 6 april 2006 de op 29 april 2004 aangenomen Wet op de controle op strategische goederen gewijzigd. De wijziging had onder meer betrekking op de lijst van restricties op de afgifte van vergunningen en op de definitie van „tussenhandel” (de wijziging is vetgedrukt weergegeven). Met ingang van 1 juli 2006, toen de gewijzigde wet in werking is getreden, wordt onder tussenhandel verstaan het voeren van onderhandelingen of het regelen of verrichten van transacties door natuurlijke en rechtspersonen die in de Republiek Litouwen verblijven of geregistreerd zijn, en door dochterondernemingen van buitenlandse rechtspersonen en andere organisaties, door toedoen waarvan de op de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen vermelde goederen vanuit het grondgebied van de Republiek Litouwen, het grondgebied van een andere lidstaat van de Europese Unie of van een niet-lidstaat, kunnen worden overgebracht naar eender welke andere niet-lidstaat.

De Tijdelijke Wet op het vrijwillig inleveren van wapens, munitie en explosieven en op de legitimering van wapens en munitie is op 1 oktober 2006 in werking getreden, en is van kracht tot en met 31 maart 2007. De Wet verleent amnestie van wettelijke aansprakelijkheid aan personen die ertoe besluiten afstand te doen van illegaal in bezit gehouden wapens, munitie en explosieven. Zij vormt een rechtskader voor het onttrekken van illegale vuurwapens, munitie en explosieven aan civiel verkeer.

De lijst van landen waarop een VN- of EU-embargo rust, is doorlopend bijgewerkt. De huidige lijst is vervat in Resolutie nr. 237 van de regering van de Republiek Litouwen inzake de goedkeuring van de lijst van staten waarnaar de uit- of doorvoer van goederen, vermeld in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen, verboden is, en waarvoor de tussenhandel in de vorm van onderhandelingen en transacties betreffende goederen die vermeld zijn in de gemeenschappelijke lijst van militaire goederen verboden is.

De Wet op de controle op wapens en munitie wordt thans herzien. Wijzigingen behelzen onder meer de volledige nakoming van het Vuurwapenprotocol.

LUXEMBURG

In 2006 is geen nieuwe wetgeving ingevoerd.

De betreffende rechtsgrondslag is te vinden in de Wet van 15 maart 1983 inzake wapens en munitie en in de Groothertogelijke Verordening van 31 oktober 1995 inzake de in-, uit- en doorvoer van specifiek voor militair gebruik bestemde wapens, munitie en goederen, en van daarmee samenhangende technologie. Deze teksten zijn bekendgemaakt in het Luxemburgse staatsblad (le Mémorial). De bestaande wetgeving wordt thans geëvalueerd.

Verboden wapens

Artikel 4 van de Wet van 15 maart 1983 inzake wapens en munitie stelt een verbod op het invoeren, vervaardigen, converteren, herstellen, verwerven, aankopen, houden, opslaan, vervoeren, dragen, overbrengen, verkopen of uitvoeren van, of handelen in bepaalde soorten wapens en munitie. Ondanks die bepaling kan de minister van Justitie echter met name toestemming verlenen voor:

a)

het invoeren, verwerven, aankopen, vervoeren, houden, verkopen, overbrengen of uitvoeren van, of handelen in, wapens en munitie die antiek, kunstwerken of decoratieve artikelen zijn of bestemd zijn om deel uit te maken van een verzameling of een tentoonstelling; de toestemming kan onderworpen zijn aan de voorwaarde dat het wapen permanent bedrijfsonklaar is gemaakt;

b)

het invoeren, verwerven, aankopen, vervoeren, houden, verkopen, overbrengen of uitvoeren van wapens en munitie voor wetenschappelijke en onderwijsdoeleinden;

c)

het invoeren, uitvoeren of doorvoeren van wapens uit het buitenland op weg naar een ander land.

Een dergelijke toestemming kan onderworpen zijn aan de voorwaarde dat de betrokken wapens niet voor een ander doel kunnen worden gebruikt dan die welke hierboven zijn vermeld.

Luxemburg beschikt niet over een nationaal markeringssysteem dat kan worden gebruikt bij de vervaardiging en/of invoer van handvuurwapens. Er is geen wapenfabriek in het land. Wapensmeden en handelaren in wapens en munitie moeten een register bijhouden met vermelding van de inkomende en uitgaande wapens, samen met het merk, het kaliber en het fabricagenummer van elk wapen en de namen en de adressen van de leverancier en de koper. Het register moet tevens het nummer en de afgiftedatum van de ministeriële toestemming bevatten. Het moet worden vertoond op verzoek van eender welke vertegenwoordiger van de openbare autoriteiten. Wapensmeden en -handelaren kunnen worden verplicht de minister van Justitie een afschrift van hun register te verstrekken. De maximale hoeveelheden wapens en munitie die wapensmeden en -handelaren op voorraad mogen hebben worden door de minister van Justitie vastgesteld.

Bij rellen, verdachte samenscholingen of verstoringen van de openbare orde kan de minister van Justitie de sluiting of de ontruiming van wapen- en munitiewinkels of -magazijnen, alsmede de overbrenging van de inhoud daarvan naar een gespecificeerde locatie gelasten.

Overtredingen van de Wet van 15 maart 1983 zijn strafbaar met een gevangenisstraf van acht dagen tot en met vijf jaar.

Uitvoer

Indien in Luxemburg een wapen wordt gekocht om het uit te voeren, zal de wapensmid de minister van Justitie verzoeken om aan de verkoper een vergunning af te geven voor de uitvoer van het wapen, d.w.z. het vervoer ervan van de plaats van aankoop naar de grens. Aanvragen voor uitvoervergunningen voor voor militair gebruik bestemde wapens, munitie en goederen en daarmee samenhangende technologie dienen vergezeld te zijn van een internationale invoervergunning of een internationaal eindgebruikscertificaat. De Groothertogelijke Verordening van 31 oktober 1995, zoals gewijzigd, bepaalt dat de vorm en de inhoud van die documenten worden vastgesteld door de minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Samenwerking.

Krachtens Richtlijn 91/477/EEG inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens (artikel 11) stelt Luxemburg de betrokken andere lidstaten in kennis van de voor uitvoer naar hun landen afgegeven vergunningen.

Het vergunningbureau kan verlangen dat samen met de aanvragen voor de doorvoer van specifiek voor militair gebruik bestemde wapens, munitie en goederen, en van daarmee samenhangende technologie, een document wordt ingediend waarin de bevoegde autoriteiten in het land waar de goederen vandaan komen, verklaren dat er toestemming is verleend voor de uitvoer naar het opgegeven land van bestemming.

Aanvragen voor de uit- of doorvoervergunningen dienen vergezeld te zijn van een door de aanvrager ondertekende verbintenis om de uit- of doorvoeroperatie uit te voeren overeenkomstig de vergunningaanvraag. Na iedere levering van goederen die onder een uitvoervergunning valt, dient de uitvoerder het vergunningbureau binnen drie maanden het bewijs te leveren dat deze in het gemachtigde land van bestemming zijn gearriveerd en dat de invoerder ze heeft ingeklaard voor gebruik in eigen land.

Dergelijk bewijs wordt geleverd door hetzij een document dat wordt afgegeven door de douane-autoriteiten van het invoerende land, waarin wordt vermeld dat de goederen voor gebruik in eigen land zijn aangegeven, hetzij enig ander document waarin wordt vermeld dat de goederen rechtstreeks in ontvangst zijn genomen door de daartoe bevoegde autoriteit in het invoerende land of door een handelsonderneming die namens die autoriteit optreedt.

Vernietiging van wapens

De methode die in Luxemburg (door het leger, de politie en de douane) wordt gevolgd om wapens te vernietigen is ze doorsnijden. Dit geschiedt in hun respectievelijke wapenkamers. Het versneden metaal wordt in een container gedeponeerd en vervolgens door personeelsleden van de wapenkamers naar een staalfabriek vervoerd, waar het in elektronische hoogovens, in de aanwezigheid van getuigen wordt versmolten. Vervolgens wordt een verslag van de operatie opgesteld.

MALTA

Malta heeft adequaat gehandeld met de bekendmaking van twee nieuwe wettelijke mededelingen („Legal Notices”) L.N. 167/2006 en L.N. 168/2006. In de eerste wettelijke mededeling wordt een wettelijke regeling beoogd voor de invoer en de uitvoer van goederen die een verband kunnen vertonen met doodstraf, foltering of andere vormen van onmenselijke en vernederende behandeling. In essentie werd met deze wettelijke kennisgeving technische bijstand in verband met het herstellen, ontwikkelen, vervaardigen, assembleren, testen, onderhouden en alle andere soorten technische ondersteuning in samenhang met de levering van dergelijke goederen verboden. Voorts mag niemand goederen invoeren die staan op de lijst van het eerste aan deze wettelijke mededeling gehechte formulier, ongeacht de herkomst van die goederen.

Daarnaast mag niemand technische bijstand in samenhang met die goederen ontvangen, ongeacht of het verzoek afkomstig is van een individu of een organisatie.

De uitvoer van die goederen is tevens onderworpen aan een toestemming tot uitvoer, ongeacht de herkomst van die goederen. De uitvoer van goederen die voor foltering kunnen worden gebruikt, is uitsluitend toegestaan wanneer deze goederen worden uitgevoerd naar een EU-lidstaat of naar een bijbehorend gebied, en wanneer zij zullen worden gebruikt door EU- of VN-leden in vredeshandhavingsoperaties in een bepaalde bestemming. De beoordelingsbevoegdheid om de authenticiteit van deze verklaring te controleren, blijft berusten bij de douaneautoriteiten en op niet-nakoming van deze voorwaarden staat een wettelijke boete van ten hoogste 5 000 Maltese Liri of een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaar.

L.N. 168/2006 neemt Verordening (EG) nr. 1330/2004 van de Raad over en verwerkt die in essentie in de nationale Maltese wetgeving. In deze verordening worden de militaire goederen onderverdeeld in 22 subcategorieën, die alle een voorafgaande toestemming vereisen voordat de betrokken goederen uiteindelijk worden uitgevoerd. De lijst begint o.a. conventionele goederen en munitie (ML1-ML5), grondvoertuigen en apparatuur (ML6), chemische en toxische agentia (ML7), energetische materialen, oorlogsvaartuigen, luchtvaartuigen, elektronische apparatuur, apparatuur voor hogesnelheidsenergie, gepantserde en beschermende uitrusting, enz.

Wanneer het deze goederen en goederen voor tweeërlei gebruik betreft, worden aanvragen afzonderlijk behandeld, volledig overeenkomstig het nationaal recht en de internationale verplichtingen.

NEDERLAND

Nederland heeft in 2006 niets gewijzigd aan de wetgeving betreffende handvuurwapens en lichte wapens.

POLEN

Wettelijke maatregelen

Het Poolse rechtsstelsel inzake overbrengingen van wapens bevat geen specifieke bepalingen betreffende handvuurwapens en lichte wapens (SALW). De vigerende rechtsvoorschriften — Wet van 29 november 2000 op de buitenlandse handel in goederen, technologieën en diensten van strategische betekenis voor de staatsveiligheid en de handhaving van de internationale vrede en veiligheid (geconsolideerde tekst — Staatsblad van 2004, nr. 229, punt 2315) — hebben een uniform controlesysteem voor uitvoer, invoer, doorvoer en aanverwante diensten op het gebied van goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik, wapens en technische bijstand tot stand gebracht (1). Het ministerie van Economie is het momenteel aan het verifiëren om er wijzigingen in aan te brengen die het uitvoercontrolesysteem zullen vereenvoudigen en aanscherpen en het tegelijkertijd gunstiger voor de uitvoerders zullen maken.

De bepalingen van de Wet van 22 juni 2001 op het verrichten van commerciële activiteiten op het gebied van de productie en de handel in explosieven, wapens, munitie, producten en technologieën die worden gebruikt door de strijdmacht en de politie (Staatsblad van 2001, nr. 67, punt 679 met successieve wijzigingen) zijn aangepast aan Richtlijn 91/477/EEG van 18 juni 1991 inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens. De Wet van 23 juni 2006 op wijzigingen in bepaalde wetten in verband met het lidmaatschap van de Republiek Polen van de Europese Unie (Staatsblad, nr. 133, punt 935) heeft artikel 3 gewijzigd door toevoeging van een nieuw hoofdstuk 5 bis waarbij ondernemers die wapens en munitie vervoeren op het grondgebied van de EU, ertoe worden verplicht transportvergunningen en voorlopige transportvergunningen te bevestigen. Die documenten moeten elk vervoer van SALW en munitie vergezellen naar Polen uit EU-landen, uit Polen naar EU-landen en tijdens de doorvoer over het Poolse grondgebied. Het doel is, de autoriteiten van de landen van oorsprong en bestemming te verzekeren dat de ondernemer toestemming heeft om activiteiten in verband met de handel in de in de documenten vermelde soorten wapens en munitie te verrichten.

Op 13 juni 2006 heeft de Raad van ministers de bijlage bij de Verordening van 23 november 2004 betreffende verboden op en beperkingen voor de overbrenging van goederen van strategisch belang voor de staatsveiligheid (Staatsblad van 28 juni 2006, nr. 109, punt 750) gewijzigd. De gewijzigde bijlage bevat een lijst van staten waarnaar wapenuitvoer vanwege daarmee samenhangende VN- en EU-sancties verboden is. Tot de voornaamste wijzigingen in de verordening behoren de toepassing van een wapenembargo op Oezbekistan en het schrappen van sancties tegen Afghanistan en Bosnië en Herzegovina.

Administratieve maatregelen

Alvorens een vergunning/concessie voor activiteiten in verband met productie van en handel in wapens en munitie te verkrijgen, dienen de ondernemers opleiding te volgen en de bijbehorende examens af te leggen. Het ministerie van Economie heeft 31 workshops en cursussen georganiseerd over wapenuitvoercontrole en het interne controlesysteem voor ondernemers die handelen in goederen, technologieën en diensten van strategisch belang, met inbegrip van SALW. In totaal hebben 672 personen van 130 firma's aan in 2006 georganiseerde opleidingen deelgenomen. Ook de aangelegenheden in verband met het VN-actieprogramma inzake SALW en de desbetreffende EU-documenten kwamen daarbij aan bod.

Hoewel Polen tot dusver geen draagbare luchtverdedigingssystemen (MANPADS) heeft uitgevoerd, zijn er maatregelen getroffen om volledig uitvoering te geven aan de aanbevelingen van het Wassenaar Arrangement, die zijn opgenomen in het document „Elementen voor maatregelen voor toezicht op de uitvoer van draagbare luchtverdedigingssystemen”, en zijn er procedures aangenomen met het oog op mogelijke uitvoer daarvan in de toekomst. Mogelijke vergunningaanvragen voor de uitvoer van MANPADS zullen worden behandeld overeenkomstig de hierboven genoemde Wet van 29 november 2000.

Op alle niveaus van verantwoordelijkheid voor opslagfaciliteiten zijn er adequate procedures voor inventarisbeheer en boekhoudkundige controle ingevoerd. Ook is er een systeem van reguliere verslaglegging en communicatie tussen die niveaus tot stand gebracht. Elke faciliteit heeft de verplichting de vereiste gegevens over alle opgeslagen SALW te bewaren vanaf het moment waarop zij er het beheer over krijgt, via de diverse ontwikkelingen in verband met de voorraad, totdat deze is uitgeput of onbruikbaar is gemaakt.

Handhaving

De Poolse douanevoorschriften zijn tijdens de verslagperiode ongewijzigd gebleven. In 2006 heeft de douanedienst de grenscontroles (over de weg, over zee en op luchthavens) verder aangescherpt wat betreft de illegale handel in goederen, waaronder SALW. Er is een aantal röntgenapparaten voor personenvoertuigen en voor vrachtwagens geïnstalleerd. Bijzondere aandacht werd geschonken aan de oostgrenzen van Polen. Dankzij deze maatregelen hebben de douanebeambten de illegale handel in 42 handvuurwapens (geweren en pistolen) en 145 728 stuks munitie kunnen blootleggen en voorkomen.

In 2006 heeft de Grenswacht smokkelpogingen van 49 vuurwapens, 1 755 stuks vuurwapenmunitie en 66 granaten aan het licht gebracht; daarvan werden 34 vuurwapens en 685 stuks munitie buiten het grensovergangsgebied geconfisqueerd. De waarde van de gesmokkelde wapens en munitie beliep in totaal 8 860 PLN. De Grenswacht heeft 19 voorbereidende procedures ingeleid in verband met smokkelpogingen, waarvan er twaalf aan de oostgrens van de EU waren ondernomen.

PORTUGAL

Samenwerking, coördinatie en uitwisseling van informatie tussen bestuurlijke en wetshandhavende instanties

De inspanningen ter bevordering van samenwerking, coördinatie en informatie-uitwisseling tussen bestuurlijke en wetshandhavende instanties bij de bestrijding van de accumulatie en verspreiding van SALW en bij de preventie van de illegale handel, zijn voortgezet. De oprichting in 2005 van een coördinatiegroep bestaande uit vertegenwoordigers van het ministerie van Buitenlandse Zaken, het ministerie van Defensie, het ministerie van Binnenlandse Zaken, de Portugese inlichtingendiensten en het ministerie van Financiën heeft bijgedragen tot een betere onderlinge afbakening van de werkzaamheden van alle betrokken instanties.

Nieuwe wetgeving

De afgifte van vergunningen voor de invoer en de uitvoer van de categorieën wapens vermeld in de bijlage bij het Gemeenschappelijk Optreden van de Raad valt in de eerste plaats onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van Defensie.

Voor elke transactie in verband met handvuurwapens en lichte wapens dient toestemming te worden verkregen van de vergunningautoriteit (bij het ministerie van Defensie of bij het ministerie van Binnenlandse Zaken, naar gelang of de wapens voor militair of voor civiel gebruik zijn).

Elke aanvraag wordt daarnaast door het ministerie van Buitenlandse Zaken behandeld in het licht van belangen van buitenlands beleid, waarbij ook wordt gekeken naar nakoming van de criteria van de EU-gedragscode betreffende wapenuitvoer.

In 2006 is een nieuw rechtskader in werking getreden betreffende het produceren, herstellen, invoeren, uitvoeren, overbrengen, opslaan, vervoeren, verhandelen, machtigen, verwerven en in bezit hebben van handvuurwapens en lichte wapens, en onderdelen en munitie daarvan.

Wet 5/2006 behelst een alomvattende regeling, met inbegrip van strafrechtelijke sancties voor het illegale bezit van, alsmede de handel en de tussenhandel in alle categorieën wapens vermeld in de bijlage bij het Gemeenschappelijk Optreden van de Raad van 12 juli 2002.

ROEMENIË

In 2006 is geen nieuwe wetgeving met betrekking tot handvuurwapens en lichte wapens aangenomen.

De in de nationale verslagen betreffende het VN-actieprogramma inzake SALW verstrekte informatie over rechtskader en wetgevingsmaatregelen geldt nog steeds. Roemenië beschikt sedert 1993 over adequate wetgeving en een passend bestuursstelsel om doeltreffend toezicht uit te oefenen op de handel in handvuurwapens en lichte wapens.

Het nationale uitvoercontrolesysteem voor conventionele wapens bestaat uit een rechtskader, nationale controlelijsten, een nationale uitvoercontrole-autoriteit en andere overheidsinstellingen, de beginselen, de procedures, het machtigingsproces, de registratie, vergunning- en controleactiviteiten, de documentatie in verband met de uitvoercontrole, alsmede de samenwerking en de internationale bijstand.

De controle op de uitvoer, de invoer en andere operaties met betrekking tot conventionele wapens is geregeld bij Regeringsverordening nr. 158/1999, met wijzigingen goedgekeurd bij Wet nr. 595/2004. Een belangrijk punt is dat de Roemeense wetgeving bepalingen betreffende de internationale tussenhandel in wapens bevat waarin Gemeenschappelijk Standpunt 2003/468/GBVB van de Raad van de Europese Unie van 23 juni 2003 is verwerkt. Wat de tussenhandel betreft, worden alle aanvragen onder meer op grond van de EU-Gedragscode betreffende wapenuitvoer beoordeeld.

Alle activiteiten in verband met wederuitvoer van conventionele wapens, waaronder SALW, zijn onderworpen aan Regeringsverordening nr. 158/1999, met wijzigingen goedgekeurd bij Wet nr. 595/2004.

De eerste stap die moet worden gezet is, overeenkomstig de Roemeense wetgeving, het verlenen van toestemming aan ondernemingen om in conventionele wapens te handelen. Aanvragen voor vergunningen worden afzonderlijk behandeld. De vergunningen worden afgegeven met inachtneming van het advies van de Raad van instanties voor controle op uitvoer, invoer en andere handelsactiviteiten in verband met militaire goederen, die vertegenwoordigers van alle betrokken ministeries en nationale autoriteiten, waaronder leden van de inlichtingendiensten, bevat.

Voor internationale doorvoer, overlading en niet-commerciële activiteiten in verband met conventionele wapens wordt per geval apart toestemming verleend.

In Roemenië zijn verscheidene ministeries betrokken bij de uitvoering van de nationale wetgeving, en vertegenwoordigd bij internationale activiteiten op het gebied van handvuurwapens en lichte wapens, maar het nationale agentschap voor uitvoercontrole (ANCEX) blijft de coördinerende autoriteit op het gebied van de wetgeving inzake uitvoercontrole. In samenwerking met de afdeling terrorismebestrijding en wapentoezicht (ministerie van Buitenlandse Zaken) neemt het ANCEX deel aan alle internationale activiteiten op dat gebied.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Administratieve Hervorming — Algemene Inspectie van de Roemeense Politie (GIRP) ziet toe op de wijze waarop aan natuurlijke of rechtspersonen toestemming wordt verleend om vuurwapens en munitie te verkrijgen, te bezitten, te houden, te dragen en te gebruiken. Daarnaast registreert het GIRP overeenkomstig Wet nr. 295/2004 inzake vuurwapens en munitie, die is geharmoniseerd met Richtlijn 91/477/EEG, alle wettige houders van dodelijke en niet-dodelijke wapens en houdt het het gegevensbestand van de het nationale wapenregister bij (www.politiaromana.ro).

Er zijn geen voorname SALW-initiatieven ontplooid in 2006, maar de regering van Roemenië is belangrijk voorlichtingswerk blijven verrichten met bedrijven en individuen die in de nationale defensie-industrie actief zijn om het begrip en de nakoming van de wetgeving inzake wapencontrole te verbeteren. Het ANCEX verstrekt die informatie voor handelaars via zijn website (www.ancex.ro) en organiseert diverse seminars en workshops hierover.

Voorts heeft het ANCEX, overeenkomstig het door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 8 december 2005 aangenomen internationale instrument waarmee staten tijdig en op betrouwbare wijze illegale handvuurwapens en licht wapens kunnen identificeren en traceren, het register van overgebrachte wapens opgezet. Dit document bevat gegevens van de uitvoer en de invoer van SALW, met het fabricagenummer, het type, de hoeveelheid, de oorsprong en andere relevante informatie over de overbrengingen.

SLOWAKIJE

Wat betreft de nationale uitvoering van het EU-gemeenschappelijk optreden inzake SALW en het EU-programma ter voorkoming en bestrijding van illegale handel in conventionele wapens, zijn de volgende wetgevingsbesluiten aangenomen:

Wet nr. 179/1998 van 15 mei 1998 op de handel in militaire goederen en tot wijziging van Handelswet nr. 455/1991 bepaalt onder meer de voorwaarden voor handel in militaire handvuurwapens en lichte vuurwapens, de voorwaarden voor tussenhandel daarin, en de werking van bestuurlijke overheidsinstanties op dat gebied. Slowakije heeft in 2006 alle desbetreffende nationale wetsbepalingen volledig uitgevoerd.

De volgende nationale autoriteiten zijn betrokken bij de uitvoering:

1.

het ministerie van Buitenlandse Zaken;

2.

het ministerie van Economie;

3.

het ministerie van Binnenlandse Zaken;

4.

het ministerie van Defensie;

5.

de Douaneautoriteit;

6.

de inlichtingendiensten.

Een gerechtigde is verplicht zich te onthouden van handel in militaire goederen voor zover dergelijke handel zou leiden tot beschadiging van de belangen van het buitenlands beleid, de veiligheid, de handel of de internationale verplichtingen van de Slowaakse Republiek, dan wel tot beschadiging van de belangen van internationale organisaties en instellingen waarvan de Slowaakse Republiek partij, lid of deelnemer is.

Overtreding van de Wet op de handel in militaire goederen kan leiden tot een boete van ten hoogste 10 miljoen SKK en/of een gevangenisstraf van ten hoogste acht jaar.

In 2006 heeft Slowakije toestemming gegeven voor de uitvoer van in totaal 7 908 SALW, en zijn er 4 644 SALW ingevoerd.

SLOVENIË

In Slovenië zijn verscheidene ministeries betrokken bij de uitvoering van de nationale wetgeving en internationale activiteiten op het gebied van handvuurwapens en lichte wapens. Het ministerie van Buitenlandse Zaken blijft de coördinerende autoriteit voor de uitvoering en de coördinatie van internationale activiteiten op het gebied van handvuurwapens en lichte wapens. Het ministerie van Binnenlandse Zaken ziet toe op de uitvoer en de invoer van handvuurwapens en lichte wapens, en het ministerie van Defensie is verantwoordelijk voor het toezicht op de invoer en de uitvoer van handvuurwapens en lichte wapens voor militaire doeleinden.

Over de uitvoer en de invoer van wapens worden jaarverslagen gepubliceerd op de website van het ministerie van Defensie. De politie en de douanedienst van Slovenië zijn verantwoordelijk voor het controleren van de staatsgrens en van grensovergangen. Zij voeren rechtstreekse controles uit op goederen die de staatsgrens overschrijden. In 2006 heeft de politie 238 delicten in verband met de illegale productie van en handel in wapens of explosieven te verwerken gekregen (tegen 152 in 2005), en heeft zij aanklachten ingediend tegen 261 verdachten (tegen 161 in 2005). In 2006 waren er 22 delicten van georganiseerde criminele groepen, terwijl er in 2005 slechts vier van dergelijke delicten werden geregistreerd. De politie heeft door eigen toedoen 192 (127) delicten opgespoord. In 2006 heeft de politie 637 geconfisqueerde vuurwapens vernietigd; 72 van het totale in beslag genomen aantal werden aan het Nationaal Museum voor Hedendaagse Geschiedenis geschonken.

Er wordt op gezette tijden vergaderd en er is reguliere interministeriële coördinatie op het gebied van handvuurwapens en lichte wapens, waarbij elk ministerie een actieve rol vervult naar gelang van zijn bevoegdheden.

Slovenië heeft in de jaren negentig basiswetgeving inzake handvuurwapens en lichte wapens aangenomen. Een algemeen overzicht van het nationale rechtskader inzake handvuurwapens en lichte wapens is in 2005 aan de VN voorgelegd in het nationale verslag over de uitvoering van het VN-actieprogramma. Sindsdien is er met name in 2006 geen nieuwe wetgeving aangenomen. Niettemin heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken formeel bij het ministerie van Justitie een initiatief ingediend tot wijziging van artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht — het illegaal produceren van en handelen in wapens of explosieven, teneinde exterritoriale toepasselijkheid van het Wetboek van Strafrecht in te voeren bij het vermeende plegen van dit type delict. De reden voor deze voorgestelde wijziging van het Wetboek van Strafrecht is dat een dergelijk delict kan worden gepleegd wanneer er in de Republiek Slovenië wapens worden „binnengebracht” en/of bij betrokkenheid bij de doorverkoop van wapens uit het buitenland. De procedure voor de voorgestelde wijzigingen in het Wetboek van Strafrecht zal naar verwachting in 2007 bij de regering en het parlement worden ingeleid.

SPANJE

De stand van zaken met betrekking tot nieuwe wetgeving en/of regelingen is als volgt:

a)

Op 12 januari 2006 werd verordening ITX/60/2006 ingediend voor bijwerking en opneming van de in de bijbehorende internationale munitielijsten (de MTCR en de WA) overeengekomen wijzigingen in de controlelijsten in bijlage I bij Koninklijk Decreet 1782/2004 van 30 juli 2004 betreffende de regelgeving voor het toezicht op de buitenlandse handel in defensiemateriaal, ander materiaal en goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik.

b)

In oktober 2005 heeft het Spaanse Parlement er bij de Regering op aangedrongen om in één jaar tijd een wet op de wapenhandel uit te vaardigen. Hierbij zouden de bepalingen van het bovengenoemd Koninklijk Decreet 1782/2004 van 30 juli worden versterkt. De nieuwe wet moet stroken met en uitdrukkelijk verwijzen naar het VN-actieprogramma ter voorkoming, bestrijding en uitroeiing van alle aspecten van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens en bijbehorende resoluties van de AVVN, alsook het Protocol tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie, tot aanvulling van het VN-Verdrag tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad (aangenomen door de AVVN op 31 mei 2001), beter bekend als het „VN-Vuurwapenprotocol”.

Naar aanleiding van dat verzoek van het Parlement heeft het Spaanse kabinet op 29 december 2006 een voorstel voor een nieuwe wet op de buitenlandse handel in defensiematerialen en goederen voor tweeërlei gebruik goedgekeurd. Dat voorstel wordt thans door het Parlement besproken en van amendementen voorzien, en het zal naar verwachting half 2007 in werking treden.

De hoofdpunten van het voorstel kunnen als volgt worden samengevat:

Ten eerste bestaat de desbetreffende Spaanse wetgeving in een voorschrift gelijkwaardig aan een wet, waardoor het een instrument zal zijn waarmee controles doeltreffender kunnen worden uitgevoerd.

Ten tweede zullen door deze wet de nieuwe verordeningen inzake buitenlandse handel in defensiematerialen en goederen voor tweeërlei gebruik worden geactualiseerd overeenkomstig de verbintenissen die Spanje is aangegaan in internationale fora en krachtens internationale non-proliferatieregelingen.

Ten derde zal de nieuwe wet de reikwijdte van de controles uitbreiden tot alle soorten vuurwapens, inclusief jacht- en sportwapens en de onderdelen, componenten en munitie daarvan overeenkomstig de door de Algemene Vergadering van de VN aangenomen Resolutie 55/225 tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie.

Ten vierde zal de wet zich uitdrukkelijk conformeren aan de acht criteria van de Europese gedragscode betreffende wapenuitvoer, alsook aan de door de OVSE vastgestelde criteria voor activiteiten in verband met handvuurwapens en lichte wapens.

Ten slotte bevatten de wetgevingsteksten een uitdrukkelijke verbintenis om een impuls te geven en deel te nemen aan de regionale en internationale processen die gericht zijn op het verkrijgen van meer controle op de wapenhandel en meer bepaald op de aanneming van een internationaal wapenhandelsverdrag. In dat verband moeten wij in herinnering roepen dat Spanje één van de 117 sponsoren was van het ontwerp dat op 26 oktober is goedgekeurd.

c)

Spanje heeft in 2006 het interne ratificatieproces voor de aanneming van het VN-Vuurwapenprotocol afgerond en op 9 februari 2007 het toetredingsinstrument bij het secretariaat-generaal van de VN neergelegd. Het Protocol is op 11 maart 2007 in werking getreden.

Opleiding van bestuurlijke en wetshandhavingsinstanties en rechterlijke instanties

De Spaanse wetshandhavingsinstanties zijn, evenals in de vorige jaren, cursussen en workshops blijven organiseren over de strafrechtelijke behandeling van vuurwapens en explosieven en over de toepassing van informatietechnologie bij het toezicht op wapens en explosieven. Deze studiebijeenkomsten worden op gezette tijden georganiseerd om meer bekendheid te geven aan de juridische bepalingen inzake de voorkoming en bestrijding van de illegale wapenhandel en om de kennis van politieambtenaren van de verschillende diensten over het onderwerp op te frissen en te actualiseren.

Overige initiatieven en activiteiten

In het wettelijke kader van de „Overeenkomst tot wederzijdse erkenning van de beproevingsstempels voor draagbare vuurwapens” van juli 1969, en overeenkomstig de door de Uitvoerende Autoriteit daarvan vastgestelde bepalingen, heeft de Permanente Internationale Commissie voor de beproeving van handvuurwapens, het Spaanse nationale Officiële Beproevingsinstituut, de „Banco Oficial de Pruebas de Armas de Eibar (POBE)”, alle in 2006 in Spanje geproduceerde draagbare wapens voor civiel gebruik gemarkeerd. Het markeren van wapens is één van de aanbevolen acties ten behoeve van toekomstige tracering en vervolging van illegale handel in SALW; het markeren omvat de volgende informatie: naam van de producent, serienummer van het wapen, productiejaar en de markeringstekens en logo's van de BOPE. In 2006 zijn er in Spanje 280 pistolen, 22 942 geweren (inclusief enkelloopse geweren) en 28 138 hagelgeweren geproduceerd, die alle door de BOPE zijn gemarkeerd. Voorts heeft de BOPE in 2006 1 276 draagbare wapens (voornamelijk pistolen en revolvers) vernietigd.

Gecoördineerd door de Centrale Inspectie voor wapens en explosieven van de Guardia Civil (de Spaanse centrale instantie voor het administratieve toezicht op vuurwapens), hebben de bevoegde Spaanse autoriteiten in 2006 7 015 illegale vuurwapens in beslag genomen. Momenteel hebben de Spaanse autoriteiten in totaal 291 196 vuurwapens van verschillende soorten in opslag (in entrepot, in beslag genomen en geconfisqueerd). Er zullen in 2006 22 392 vuurwapens worden geveild en 40 772 vernietigd.

In de loop van 2006 hebben de Spaanse autoriteiten 23 727 inspecties uitgevoerd in voorzieningen waar vuurwapens en/of explosieven worden geproduceerd of opgeslagen (waaronder fabrieken, commerciële ondernemingen, schietsportvoorzieningen, particuliere beveiligingsondernemingen, enz.); 8 071 van die inspecties zijn uitgevoerd bij voorzieningen die verband houden met vuurwapens en 15 656 inspecties bij voorzieningen waar explosieven worden geproduceerd of opgeslagen.

Bovendien hebben Spaanse douane- en belastingautoriteiten verscheidene bezoeken gebracht aan havens en luchthavens, als onderdeel van hun programma ter bestrijding van wapensmokkel bij de uitvoer van wapens.

ZWEDEN

De wetgeving inzake handvuurwapens en lichte wapens is op sommige punten gewijzigd; zo zal onder meer de informatie over contactgegevens betreffende tussenhandelaren in wapens in het nationale register voor tussenhandelaren in wapens niet langer vertrouwelijk zijn.

Krachtens een nieuwe verordening die op 1 juli 2006 in werking is getreden, is de Zweedse douane verplicht de Zweedse politie in te lichten over alle wapens die over de Zweedse grens Zweden binnenkomen.

De wetgeving over een in de tijd beperkte vuurwapenamnestie is eind 2006 door het Parlement goedgekeurd en is op 1 maart 2007 in werking getreden. De amnestie was van kracht van 1 maart tot en met 31 mei 2007. Doel van de wetgeving is het aantal illegale en ongeregistreerde wapens in Zweden te verminderen.

EUROPESE UNIE

In 2006 is de SAFA-richtlijn (veiligheidsbeoordeling van buitenlandse vliegtuigen) uitgevoerd, en zijn er drie wetgevingsvoorstellen met regelgevingsmaatregelen op het grondgebied van de EU ingediend:

actualisering van de EEG-wapenrichtlijn (91/477);

voorstel voor een EG-richtlijn inzake vuurwapens ter uitvoering van het VN-Vuurwapensprotocol;

mededeling van de Commissie betreffende de veiligheid met betrekking tot explosieven, ontstekers, benodigdheden om bommen te maken en vuurwapens in de EU

II.   INTERNATIONALE UITVOERINGSINSPANNINGEN IN 2006

OOSTENRIJK

OVSE

Oostenrijk heeft steun verleend aan de verdere uitvoering van OVSE-documenten betreffende SALW en betreffende voorraden van conventionele munitie. Oostenrijk heeft een eerste presentatie van de strategie van de EU ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in SALW en munitie daarvoor georganiseerd tijdens de veiligheidsdialoog van het OVSE-Forum voor Veiligheidssamenwerking van 29 maart 2006. Doel van die inspanning was allereerst de deelnemende staten vertrouwd te maken met het regelgevingskader, de activiteiten en de projecten van de EU inzake SALW, ten tweede de basis te leggen voor een nauwere coördinatie en samenwerking tussen de OVSE en de EU om ervoor te zorgen dat de krachten en de uiteenlopende vermogens op de meest kostenefficiënte wijze worden gebruikt en om dubbel werk te voorkomen.

Euro-Atlantische partnerschapsraad (EAPR)

Oostenrijk heeft financiële steun verleend voor een project in verband met de vernietiging van handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en MANPADS in Kazachstan. Het project onder leiding van de VS werd gelanceerd in april 2006.

Het eveneens door Oostenrijk gefinancierde project in verband met de vernietiging van handvuurwapens en lichte wapens (SALW), MANPADS en munitie in Oekraïne werd verder uitgevoerd in 2006.

Verenigde Naties

Tijdens de 61e Algemene Vergadering was Oostenrijk mede-indiener van de volgende resoluties in samenhang met SALW:

„Bijstand voor staten voor het beteugelen van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens en voor het verzamelen daarvan”, „Problemen ten gevolge van de accumulatie van voorraden conventionele munitie”. Oostenrijk heeft ja gestemd op de resolutie „Alle aspecten van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens”.

BELGIË

België verleent steun aan verscheidene projecten in de wereld op het gebied van SALW, te weten:

Afrika

Zuid-Afrika — EUR 216 700 — „Safer Africa”

Project ter vergroting en versterking van de vermogens op het gebied van politiële wetshandhaving in Zuid-Afrika door vermindering van het aantal lichte wapens in risicogebieden.

Burundi — DRC — Rwanda — EUR 400 000 — RECSA-GRIP

Project getiteld „Opbouwen van steun en vermogens voor de ontwikkeling van de nationale actieplannen inzake handvuurwapens en lichte wapens in Burundi, Rwanda en de DRC”.

Latijns-Amerika

Costa Rica, Panama, Nicaragua, El Salvador, Honduras, Guatemala — EUR 107 800 — Arias-stichting

Project bedoeld om de meest kwetsbare leden van de samenleving (jongeren) in de zes landen bewust te maken van de gevolgen van vuurwapens in hun leven door bewustmakingsactiviteiten in middelbare scholen.

Brazilië — EUR 70 467 — UNODC

Project dat ten doel heeft de inspanningen van de gemeenschap van het Federale District (Brasilia) op te voeren ter voorkoming van geweld dat wordt veroorzaakt door drugs en de verspreiding van vuurwapens.

Azië

Bangladesh, Nepal en Sri Lanka — EUR 100 000 — Safer World

Project bedoeld ter versterking van de vermogens van de regering en van het maatschappelijk middenveld in de strijd tegen de verspreiding van lichte wapens in Bangladesh, Nepal en Sri Lanka (toepassing van het actieprogramma van de Verenigde Naties inzake handvuurwapens).

Oost- en Zuid-Oost-Europa

Belarus — EUR 55 370 — OVSE

Versterking van de vermogens op het gebied van beheer en beveiliging van voorraden van lichte wapens.

Kosovo — EUR 94 543 — KOSSAC

UNDP-project met de titel „KOSSAC”: KOSsovo Small Arms Control Initiative (Initiatief inzake toezicht op handvuurwapens in Kosovo).

Oekraïne — EUR 25 000

Rehabilitatie en bescherming van het gebied rond het munitiedepot in Novobohdanivka.

BULGARIJE

Bulgarije heeft een project gefinancierd voor de vernietiging van 1 897 handvuurwapens en lichte wapens die illegaal in het bezit waren van burgers en daarna zijn geconfisqueerd door het ministerie van Binnenlandse Zaken van Montenegro. Bulgarije heeft USD 7 588 aan het ministerie van Binnenlandse Zaken van Montenegro gedoneerd voor de afronding van het project. Deze vernietigingsoperatie is op 28 februari 2006 beëindigd.

Bulgarije is in 2006 opgetreden als gastheer voor een internationaal seminar getiteld „Uitvoercontrole van goederen voor tweeërlei gebruik en wapens: in dialoog met de industrie” (Sofia, 22-23 mei 2006). Het seminar van Sofia van 2006 maakte deel uit van de voortschrijdende uitvoering van het gemeenschappelijke actieplan van Hongarije en Bulgarije in het kader van het op niet-deelnemende staten gerichte contactprogramma van de Australië groep.

Het seminar van Sofia bood de deelnemers uit Albanië, Bosnië en Herzegovina, Kroatië, de VJ Republiek Macedonië en Servië en Montenegro de gelegenheid om informatie, ervaringen en opleiding in de vorm van presentaties en interactieve discussies uit te wisselen.

Conform zijn beleid om de NAVO-partners zoveel mogelijk bij te staan bij het aanpakken van veiligheids- en defensieproblemen heeft Bulgarije in 2006 aan negen van de tien lopende NAVO/PFP-trustfondsprojecten deelgenomen. Vijf van die projecten betroffen de verzameling en vernietiging van SALW:

1.

Trustfonds Servië en Montenegro II voor de vernietiging van 1 320 620 AP-mijnen in Servië en Montenegro: EUR 30 000.

2.

Trustfonds Oekraïne II voor de vernietiging van munitie, SALW en MANPADS in Oekraïne: EUR 25 000.

3.

Trustfonds voor de vernietiging van SALW en MANPADS in Kazachstan: EUR 10 226.

4.

Trustfonds Albanië II voor de vernietiging van munitie voor SALW in Albanië: EUR 25 000.

5.

Trustfonds voor het zuiveren van 569 hectare verontreinigd land en het opruimen van niet-geëxplodeerde oorlogsmunitie in Azerbeidzjan: EUR 15 000.

Het Bulgaarse ministerie van Defensie heeft meegedeeld dat het verzamelen en vernietigen van SALW niet tot de taken behoorden van de Bulgaarse strijdkrachten die in 2006 aan vredeshandhavingsoperaties deelnamen.

CYPRUS

Cyprus neemt actief deel aan de werkzaamheden van de VN en de OVSE op dit gebied.

Cyprus verstrekt meer bepaald verslagen aan de VN over de uitvoering van het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten. Cyprus heeft voorts (overeenkomstig besluit 124/2004) informatie verstrekt aan de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor de mensenrechten (UNHCHR) over de preventie van schendingen van de mensenrechten veroorzaakt door de beschikbaarheid en het misbruiken van handvuurwapens en lichte wapens.

Cyprus heeft voorts aan de OVSE informatie verschaft over nationale praktijken en procedures voor de uitvoer van conventionele wapens en daaraan gerelateerde technologie (FSC. DEL/269/06, 27.6.2006), over overdrachten van conventionele wapens (FSC. DEL/432/06, 26.9.2006) en over SALW (FSC. DEL/14/07, 24.1.2007).

TSJECHIË

Tsjechië neemt actief deel aan de uitvoering van het VN-actieprogramma tegen de illegale handel in SALW. In 2006 heeft Tsjechië CZK 1 000 000 (USD 47 308,17 = EUR 34 910) bijgedragen voor de activiteiten van het Trustfonds voor de consolidering van de vrede door middel van praktische ontwapeningsmaatregelen. Deze som zal worden gebruikt voor de ondersteuning van de tweede fase van het gegevensbestand CASA, dat van november 2006 tot november 2007 wordt uitgevoerd. Een van de hoofddoelstellingen van het gegevensbestand CASA is het uitoefenen van toezicht op de uitvoering van het VN-actieprogramma door de afzonderlijke VN-lidstaten.

De coördinatie tussen de verschillende bureaus was in 2006 voornamelijk gericht op de voorbereiding van de toetsingsconferentie van 2006 van het VN-actieprogramma tegen de illegale handel in SALW en op de uitvoering van het multilaterale instrument inzake markering en tracering. Ook in andere fora (eerste commissie van de AVVN, OVSE, Wassenaar Arrangement) is aan dit debat de nodige aandacht besteed.

Tsjechië werkt onder meer samen met nationale bureaus van Interpol in Lima en Wiesbaden in 147 zaken waarbij 1 791 wapens betrokken zijn.

DENEMARKEN

De Deense wetshandhavingsautoriteiten nemen deel aan verscheidene internationale en regionale initiatieven op het gebied van wapenbeheersing en wapenhandel.

Sinds november 2006 neemt de Deense politie in het kader van de Task Force voor het Baltische gebied deel aan de operatie Crossfire II inzake wapensmokkel.

Denemarken verleent steun aan de ontwapening, demobilisatie, reïntegratie en repatriëring van ex-strijders in Liberia via het UNDP-trustfonds voor in totaal EUR 2,7 miljoen (2004-2006).

Denemarken verleent steun aan de ontwapening, demobilisatie, reïntegratie en repatriëring van ex-strijders in Afghanistan via het UNDP-trustfonds voor in totaal EUR 1,1 miljoen (2005-2006).

ESTLAND

In 2006 hebben Estse soldaten in Irak tijdens patrouilleoperaties verscheidene malen wapens en munitie geconfisqueerd. De operaties werden uitgevoerd in samenwerking met de VS en eenheden van de Iraakse landmacht.

FINLAND

Finland heeft in 2006 het ECOWAS-programma inzake handvuurwapens (ECOSAP) gesteund met EUR 250 000. In 2007 en 2008 zal een vergelijkbaar bedrag worden uitbetaald, waardoor de Finse steun in totaal EUR 750 000 zal bedragen.

Bijdrage aan de OVSE-missie in de Republiek Moldavië in verband met de vernietiging van de overtollige en verouderde munitievoorraden (in totaal EUR 160 000);

Bijdrage aan het OVSE-programma inzake SALW en conventionele munitie in de Republiek Tadzjikistan, fase II in verband met de restauratie van munitiemagazijnen op zes locaties (in totaal EUR 100 000);

Financiële steun voor het door de UNDP beheerde SALW-project in Albanië. Het project is begonnen als „wapens in ruil voor ontwikkeling” voor het terugwinnen van illegaal in bezit gehouden munitie en handvuurwapens die tijdens de crisis van eind jaren negentig uit legerdepots zijn gestolen. De inzameling werd mogelijk gemaakt met behulp van door de regering aangenomen amnestiewetten. Het project werd later verruimd tot de ontwikkeling van buurtpolitie met als doel om vertrouwen op te bouwen tussen de wetshandhavende overheid en de gewone burgers. Finland financierde het project tot en met 2006, toen het eindigde.

Andere initiatieven

Finland heeft aan het ontwapeningsproces overeenkomstig het mandaat van de Waarnemingsmissie in Atjeh (AMM) bijgedragen door elf deskundigen te detacheren. Hun uitgaven bedroegen circa EUR 545 000. De ontwapening van de Beweging Vrij Atjeh (GAM) is begonnen op 15 september 2005, geschiedde in vier fasen en werd beëindigd op 31 december 2005. Volgens het Memorandum van Overeenstemming tussen de regering van de Republiek Indonesië en de GAM stemde de GAM in met vrijwillige ontmanteling van alle wapens, munitie en explosieven in het bezit van de GAM-deelnemers, met ondersteuning van de Waarnemingsmissie in Atjeh. De GAM heeft 840 wapens ingeleverd bij de AMM, die het ontwapeningsproces succesvol heeft afgerond. De ontmantelde wapens zijn allemaal vernietigd.

FRANKRIJK

Verenigde Naties: Frankrijk heeft in 2006 een bijdrage geleverd aan het Regionaal Centrum van de Verenigde Naties voor Vrede en Ontwapening in Afrika in Lomé (UNREC) (EUR 77 000).

ECOWAS: Frankrijk heeft deelgenomen aan het steunprogramma voor het toezicht op lichte wapens in de lidstaten van ECOWAS (USD 260 000).

Tadzjikistan: Tussen september 2005 en april 2006 was er een missie van vier Franse deskundigen in Tadzjikistan (opleiding, supervisie van de aanleg van voorraden, controle van operaties in verband met de vernietiging van onstabiele munitie) in het kader van de operaties onder auspiciën van de OVSE.

Oekraïne: In mei 2006, deelname aan de missie voor evaluatie en advisering omtrent de zuivering (vernietiging van overtollige munitievoorraden) op de site Novobogdanivka (Oekraïne). September en oktober 2006, opleidingsmissie voor bomopruimingsdeskundigen voor de vernietiging van overtollige munitievoorraden in Oekraïne (drie deskundigen).

Libanon: in maart 2006 werd een veiligheidscontrole van de munitievoorraden van de Libanese strijdkrachten verricht. In aansluiting op die controle werd aan de Libanese strijdkrachten een opleiding door bomopruimingsdeskundigen gegeven.

DUITSLAND

Duitsland draagt bij aan projecten en activiteiten op het gebied van SALW en munitie daarvoor in het kader van, en in samenwerking met verscheidene instellingen en organisaties. De meeste activiteiten bestrijken een ruimer tijdsbestek dan het kalenderjaar. De voornaamste initiatieven in 2006 volgen hieronder:

Afghanistan (2004 -)

Sinds 2004 steunt Duitsland de DD&R- en DIAG-processen in Afghanistan door medefinanciering van het opruimen en vernietigen van wapen- en munitieoverschotten. Totaalbudget: EUR 3 000 000.

Albanië (2006)

In 2006 heeft Duitsland steun verleend aan het NAVO-trustfonds Partnerschap voor Vrede voor de vernietiging van SALW, MANPADS en munitie in Albanië. Bijdrage: EUR 107 000.

Angola (2003-2006)

Duitsland steunt de sociale en economische reïntegratie van ex-strijders en hun gezinnen in Angola. Ten behoeve van duurzame reïntegratie is gekozen voor een aanpak op gemeenschapsbasis. Relocatie wordt gecombineerd met plattelandsontwikkeling en landbouwprogramma's. Het programma omvat tevens de heraanleg van wegen en schept zodoende werkgelegenheid voor de ontvangende gemeenschappen en de ex-strijders. De vermogens van plaatselijke regeringen en bestuur worden versterkt met het oog op de ontwikkeling en de uitvoering van de reïntegratieprogramma's. Totaalbudget: EUR 11 990 332.

Burundi (2003-2007)

Duitsland verleent steunt aan het Burundese nationale programma voor demobilisatie en reïntegratie. Het project bestaat uit vier hoofdonderdelen: empowerment van de structuren voor reïntegratie in de gemeenschap, nieuw leven inblazen aan de landbouwproductie, inkomensvorming en rehabilitatie van de infrastructuur. Totaalbudget: EUR 15 940 000.

Cambodja (2006 -)

2. Duitsland heeft in december 2006 een evaluatiebezoek verricht om de problemen in verband met munitievoorraden te bestuderen en een voorstel te formuleren voor een in 2007-2008 uit te voeren project ter verbetering van het beheer en de beveiliging van de voorraden en betreffende de vernietiging van munitieoverschotten.

Democratische Republiek Congo — DRC (2004-2007)

Duitsland steunt het nationale programma voor demobilisatie en reïntegratie (NDRP). In aansluiting op de ondersteuning van het nationale „Comité Technique de Planification et de Coordination” (CTPC), heeft Duitsland middelen uitgetrokken voor een driejarige samenwerking met de „Commission Nationale de Démobilisation et Réinsertion” (CONADER). Totaalbudget: EUR 2 500 000.

Democratische Republiek Congo — DRC (2005-2011)

Duitsland steunt de sociale en economische reïntegratie van eerder bij strijdende troepen aangesloten kinderen en jongeren in de provincie Maniema in de DRC. Totaalbudget: EUR 12 000 000.

EAC (2004 -)

Duitsland steunt de ontwikkeling van een politiek, wettelijk en institutioneel kader binnen de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC) ter beperking van de ongebreidelde verspreiding van SALW. Onder het project met het secretariaat van de EAC vallen onder meer de organisatorische ontwikkeling voor de oprichting van een regionaal contactpunt voor het toezicht op handvuurwapens, de onderlinge afstemming van beleid en wetgeving, opleiding, de ontwikkeling van systematische benaderingen voor de evaluatie van het SALW-probleem, en onderwijs en bewustmaking met organisaties van het maatschappelijke middenveld in de lidstaten van de EAC.

Gebied van de grote meren (2003-2006)

Duitsland heeft bijgedragen aan het trustfonds van het door de Wereldbank geleide, meerlandenprogramma inzake demobilisatie en reïntegratie (MDRP) voor het gebied van de grote meren. Totaalbudget: EUR 9 900 000.

Liga van Arabische Staten (2004 -)

Duitsland heeft zijn samenwerking met de Liga van Arabische Staten (AL) voortgezet door steunverlening aan activiteiten in samenhang met SALW op diverse niveaus. Er werd steun verleend voor een bijeenkomst van SALW-contactpunten van de landen van de Liga. De vertaling van OVSE-documenten over SALW-aangelegenheden in het Arabisch werd voortgezet. In oktober 2006 werd voor personeelsleden van het AL-secretariaat een studiebezoek georganiseerd aan Berlijn, Wenen (OVSE) en Geilenkirchen (Verificatiecentrum van de Duitse Strijdkrachten). Als voorbeeld voor concrete samenwerking met een AL-lidstaat kan worden vermeld dat Duitsland in september 2006 een tweedaagse opleidingscursus over beheer en beveiliging van voorraden heeft georganiseerd.

Liberia (2005-2007)

Duitsland steunt het nationale programma voor demobilisatie en reïntegratie (DDRR). Het programma verleent psychosociale bijstand aan slachtoffers van oorlogsgerelateerd seksueel misbruik in Liberia, en ondersteunt de reïntegratie van naar huis terugkerende vluchtelingen en ex-strijders door arbeidsintensieve rehabilitatie van de infrastructuur. Totaalbudget: EUR 10 750 000.

SADC (2004 -)

Duitsland steunt de Ontwikkelingsgemeenschap van Zuidelijk Afrika (SADC) bij de uitvoering van het SADC-Protocol inzake de beheersing van vuurwapens, munitie en samenhangend materiaal. Als onderdeel van deze samenwerking heeft Duitsland een adviseur voor vredes- en veiligheidsvraagstukken ingezet ter ondersteuning van de oprichting van een regionaal contactpunt bij het SADC-secretariaat. Het project bevat de volgende onderdelen: onderlinge afstemming van beleid en wetgeving, capaciteitsopbouw, opleiding van wetshandhavingsinstanties en samenwerking met actoren van het maatschappelijk middenveld.

Rwanda (2003-2007)

Duitsland steunt het Rwandese demobilisatie- en reïntegratieprogramma (RDRP) en het proces van sociale reïntegratie van ex-strijders in Rwanda. Totaalbudget: EUR 8 773 000.

Senegal (2005-2006)

Duitsland heeft steun verleend aan programma's voor bewustmaking inzake handvuurwapens in de regio Casamance. Het programma was gebaseerd op een netwerk van verscheidene plaatselijke NGO's die een totaalstrategie tegen de ongebreidelde verspreiding van SALW hebben ontwikkeld. De activiteiten namen een aanvang in 2005 met een coördinatieworkshop en capaciteitsopbouw. Het voornaamste aandachtspunt was bewustmaking van de bevolking en regeringsfunctionarissen in de grensstreek.

Sierra Leone (2004-2006)

Duitsland verleent steun voor onderwijs en beroepsopleiding voor door het gewapende conflict getroffen kinderen en jongeren, waaronder kinderen die eerder waren aangesloten bij strijdende troepen in Sierra Leone. Totaalbudget: EUR 12 000 000.

Zuid-Oost-Europa/RACVIAC (2005 -)

Duitsland is steun blijven verlenen aan het organiseren van seminars inzake SALW in het regionale centrum voor wapenbeheersing. Concrete initiatieven behelsden onder meer tussenhandel en voorraadbeheer.

Uganda (2005-2007)

Duitsland steunt het nationale contactpunt voor handvuurwapens bij de uitvoering van het Ugandese actieplan inzake wapenbeheersing op het gebied van capaciteitsopbouw en bewustmaking. In overeenstemming met het VN-programma voor actie met betrekking tot handvuurwapens en andere regionale overeenkomsten, heeft de Ugandese overheid een bureau opgericht voor de coördinatie van de beheersing van de handvuurwapens.

HONGARIJE

Wereldwijde maatregelen

De Republiek Hongarije is betrokken geweest bij internationale besprekingen met het oog op voorkoming, bestrijding en uitroeiing van de illegale handel in SALW op zowel regionaal als internationaal niveau. Het Hongaarse vergunningbeleid houdt strikt de hand aan alle embargo's van de VN-Veiligheidsraad en aan andere embargo's van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa en de Europese Unie, alsmede aan ondersteunde moratoria, zoals dat van ECOWAS.

In partnerschap met andere landen heeft Hongarije technische en financiële bijstand verleend om de regionale uitvoering van de maatregelen van het VN-actieplan te ondersteunen. Hongarije heeft tevens actief deelgenomen aan andere activiteiten in het kader van andere organisaties, zoals het NAVO-Partnerschap voor Vrede, het Stabiliteitspact voor Zuid-Oost-Europa, enz.

Hongarije heeft in OVSE-verband een aantal bindende politieke toezeggingen inzake SALW gedaan. Het OVSE-document inzake SALW biedt een algemeen kader voor de aanpak van de problemen in verband met SALW, en bevat maatregelen, voorschriften en beginselen op de volgende gebieden:

fabricage, markering en registratie,

gemeenschappelijke uitvoercriteria en uitvoercontroles,

voorraadbeheer, vermindering van overschotten en vernietiging,

vroegtijdige waarschuwing, conflictpreventie, crisisbeheersing en rehabilitatie na conflicten.

Verdere verbintenissen in verband met specifieke aspecten van het SALW-vraagstuk zijn opgenomen in de volgende OVSE-documenten:

OVSE-beginselen voor controles op de uitvoer van draagbare luchtverdedigingssystemen,

OVSE-beginselen voor controle op de tussenhandel in SALW,

standaardonderdelen voor eindgebruikerscertificaten en controleprocedures voor de uitvoer van SALW.

Ook de OVSE-beginselen inzake overbrengingen van conventionele wapens zijn relevant voor de controle op de uitvoer van wapens, met inbegrip van SALW.

Hongarije is samen met Finland, de Russische Federatie, Turkije en de Verenigde Staten mede-indiener geweest van een ontwerp-besluit over de onderlinge afstemming van de onderdelen van eindgebruikerscertificaten in het kader van de OVSE. Op 17 november 2004 werd een besluit hierover aangenomen.

In 2004 heeft Hongarije de coördinatie op zich genomen van de inspanningen binnen de OVSE om in te gaan op bijstandsverzoeken van deelnemende staten in verband met SALW-vraagstukken.

Hongarije heeft overeenkomstig het OVSE-document inzake SALW voor 30 juni 2001 informatie over nationale markeringssystemen uitgewisseld met OVSE-lidstaten. Deze informatie is voor zover en waar noodzakelijk bijgewerkt om wijzigingen in de nationale markeringssystemen erin te verwerken.

Hongarije heeft overeenkomstig het OVSE-document inzake SALW jaarlijks vanaf 2002 informatie uitgewisseld met OVSE-lidstaten over de categorie, de subcategorie en de hoeveelheid handvuurwapens die in het voorgaande kalenderjaar op zijn grondgebied als zodanig zijn geïdentificeerd en/of in beslag zijn genomen en vernietigd, alsmede over de uitvoer van SALW naar, en de invoer daarvan uit, andere OVSE-lidstaten.

Hongarije heeft overeenkomstig het OVSE-document inzake SALW voor 30 juni 2001 informatie uitgewisseld met OVSE-lidstaten over:

nationale procedures voor de controle op de fabricage van handvuurwapens,

desbetreffende nationale wetgeving en de huidige praktijk inzake uitvoerbeleid, -procedures, -documentatie en inzake controle op nationale tussenhandel,

algemene informatie over het nationale voorraadbeheer en de veiligheidsprocedures in dat verband,

technieken en procedures voor de vernietiging van SALW.

Deze informatie is voor zover en waar noodzakelijk bijgewerkt om wijzigingen in de nationale wetgeving en procedures erin te verwerken.

Regionale maatregelen

Hongarije neemt deel aan een actieplan dat speciaal is afgestemd op de behoeften van Zuid-Oost-Europa, oftewel het regionale uitvoeringsplan ter bestrijding van de verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens. Het regionale uitvoeringsplan is een initiatief in het kader van het stabiliteitspact voor Zuid-Oost-Europa. Sinds november 2000 hebben er drie overlegvergaderingen tussen de voornaamste betrokkenen plaatsgevonden om de regionale inspanningen ter beteugeling van de verspreiding van SALW te evalueren, lessen te trekken en praktische projecten te ontwikkelen in het kader van het Szeged-proces inzake handvuurwapens (SSAP). Het Szeged-proces op het gebied van handvuurwapens is een informeel forum waarin regeringen, het maatschappelijk middenveld en internationale organisaties beleid en praktische projecten kunnen ontwikkelen om de verspreiding en het misbruik van SALW in heel Zuid-Oost-Europa te bestrijden. Het SSAP is tijdens een conferentie in Szeged, Hongarije, in november 2000 gezamenlijk geïnitieerd door het Hongaarse ministerie van Buitenlandse Zaken en door Saferworld, een in Londen gevestigde onafhankelijke denktank op het gebied van buitenlands beleid. Sinds de aanneming van het regionaal uitvoeringsplan in het kader van het Stabiliteitspact in november 2001 vormt dit een complementair kader voor samenwerking tussen regeringen en maatschappelijk middenveld.

Internationale en regionale samenwerking

Hongarije heeft, in samenwerking met het US Department of State, Bureau of Non-proliferation, Office of Export Control Cooperation, in juni 2003 in Szeged, Hongarije een studiebijeenkomst over uitvoercontrole voor Zuidoost-Europese landen georganiseerd, en wel wat?. De conferentie verschafte elementaire bouwstenen voor een doeltreffend uitvoercontrolesysteem en bood gelegenheid tot bespreking van regionale benaderingen en vraagstukken. Het belangrijkste vraagstuk was hoe problemen in verband met SALW in de regio moeten worden aangepakt.

In samenwerking met het US Department of State, Bureau of Non-proliferation, Office of Export Control Cooperation, heeft Hongarije van 15 tot en met 17 september 2003 in Boedapest de Vijfde Internationale Conferentie inzake uitvoercontrole georganiseerd (De conferentie was de vijfde in een reeks evenementen die bekend staat onder de naam „het proces van Oxford”). Er werd aan deelgenomen door meer dan 180 uitvoercontrolebeambten uit meer dan 40 landen en de vertegenwoordigers van de multilaterale regelingen voor uitvoercontrole en van de industriële en de NGO-wereld. Een van de belangrijkste onderwerpen tijdens de conferentie was het debat over nieuwe benaderingswijzen bij het toezicht op conventionele wapens, in het bijzonder bepaalde soorten SALW zoals MANPADS.

Ook de belangrijkste gebeurtenis uit het recente verleden is het resultaat van internationale samenwerking. Hongarije heeft in februari 2006 de vermindering/vernietiging van 1 540 MANPADS van het type Strela-2 afgerond. Het project was deels een Amerikaans initiatief en werd door de VS medegefinancierd.

Met het oog op het identificeren van groepen en individuen die illegale handel in SALW drijven, werkt de Hongaarse politie samen met Interpol, Europol, en is zij lid van SECI-Regionaal Centrum voor de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit om voor de landen van Zuid-Oost-Europa een systeem voor informatie-uitwisseling over de illegale handel in SALW te ontwikkelen.

IERLAND

EUR 500 000 voor het trustfonds van de Wereldbank voor het meerlandenprogramma inzake demobilisatie en reïntegratie voor projecten in het gebied van de grote meren van Afrika ten aanzien van ex-strijders.

EUR 200 000 voor het trustfonds Partnerschap voor Vrede, voor de vernietiging van handvuurwapens en lichte wapens in Oekraïne en Albanië.

EUR 89 000 voor „Safer Africa” voor een project om de verspreiding van SALW in Afrika tegen te gaan.

EUR 10 000 voor IANSA voor deelname aan de VN-Conferentie over het actieprogramma tegen de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens, die werd gehouden in New York in juni-juli 2006.

EUR 10 000 voor IANSA ter verbetering van de IANSA-website, die een waardevol instrument is voor degenen die zich bezighouden met aangelegenheden in verband met handvuurwapens en lichte wapens.

ITALIË

Italië heeft in 2006 actief deelgenomen aan verscheidene regionale en wereldwijde vergaderingen die erop gericht waren informatie uit te wisselen over nationale procedures en te zoeken naar gemeenschappelijke oplossingen voor problemen in verband met de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens.

Italië heeft met name deelgenomen aan onderstaande evenementen:

workshop over beperking en beheersing van SALW in Bosnië en Herzegovina, georganiseerd door het UNDP (Sarajevo, 21 maart 2006);

workshop over tussenhandel, georganiseerd door RACVIAC, OVSE, Duitsland, Nederland en Noorwegen (Zagreb 29-30 maart 2006);

bijzondere OVSE-vergadering over handvuurwapens en lichte wapens ter voorbereiding van de VN-toetsingsconferentie van het actieprogramma (Wenen, 17 mei 2006);

workshop over MANPADS, georganiseerd door Israël (Jeruzalem, 5-6 april 2006);

workshop over controles op de uitvoer van SALW, georganiseerd door de NGO's Oxfam, Saferworld en Amnesty International (Brussel, 20 april 2006).

Andere initiatieven

In 2006 hebben Italiaanse strijdkrachten die deelnamen aan multilaterale vredeshandhavingsoperaties de volgende handvuurwapens en lichte wapens verzameld en/of in beslag genomen en vernietigd:

In Irak:

12 AK 47 semi-automatische oorlogsgeweren;

4 granaatwerpers RPG;

4 raketwerpers;

1 licht machinegeweer;

1 mortier;

14 diversen.

Subtotaal: 36 handvuurwapens en lichte wapens vernietigd.

In Kosovo:

14 AK 47 semi-automatische oorlogsgeweren;

28 geweren;

2 karabijnen;

1 geweer M59;

6 jachtgeweren;

1 granaatwerper RPG;

7 raketwerpers;

4 lichte machinegeweren;

1 RPG 2;

2 mortieren;

1 musket;

18 pistolen;

575 diversen.

Subtotaal: 658 handvuurwapens en lichte wapens vernietigd.

In Bosnië:

82 geweren;

9 raketwerpers;

115 diversen.

Subtotaal: 207 handvuurwapens en lichte wapens vernietigd.

In totaal werden 901 handvuurwapens en lichte wapens vernietigd.

LETLAND

In september 2006 heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken van de Republiek Letland in samenwerking met de nationale autoriteit voor nucleaire veiligheid van de VS een seminar voor Letse ondernemingen en uitvoercontrolebeambten georganiseerd over de ontwikkeling van uitvoercontroles vanuit EU- en mondiaal perspectief. De deelnemers werden op de hoogte gebracht van de vigerende wetgeving en procedures inzake wapentoezicht in de Republiek Letland.

LITOUWEN

a.   Internationale rapportageverplichtingen

Litouwen heeft in 2006 de volgende nationale verslagen en antwoorden op vragenlijsten ingediend:

vrijwillig verslag in het kader van het VN-actieprogramma tegen de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens;

informatie voor het VN-register voor conventionele wapens;

jaarverslag uit hoofde van de EU-Gedragscode betreffende de wapenuitvoer;

jaarlijkse informatie over de in- en uitvoer van SALW en over SALW die als overschotten zijn geïdentificeerd en/of in beslag zijn genomen en zijn vernietigd uit hoofde van het OVSE-document inzake SALW;

OVSE-vragenlijst over beleid en/of nationale praktijken en procedures voor de uitvoer van conventionele wapens en daarmee samenhangende technologie;

periodieke verslagen over de uitvoer van wapens en goederen voor tweeërlei gebruik uit hoofde van het Wassenaar Arrangement;

nationaal verslag over controles op de uitvoer van MANPADS uit hoofde van het Wassenaar Arrangement;

UNIDIR, UNDDA en de vragenlijst over de illegale tussenhandel in handvuurwapens, in het kader van de enquête over handvuurwapens.

b.   Internationale bijstand

Litouwen heeft EUR 10 000 bijgedragen aan het OVSE/EU-project voor het reinigen van de plaats van het ongeluk in de munitiedepot in Novobogdanivka, Oekraïne.

LUXEMBURG

Van 2001 tot en met 2004 hebben de Luxemburgse autoriteiten een door het Europees Instituut voor Onderzoek en Informatie over Vrede en Veiligheid (GRIP) uitgevoerd project ter versterking van een Afrikaans netwerk van NGO's voor conflictpreventie en vredesopbouw gefinancierd. Het project behelst onder meer de oprichting van een netwerk van Centraal- en West-Afrikaanse NGO's die actief zijn op het gebied van vredescultuur, vredesstichting en bestrijding van de verspreiding van handvuurwapens. De totale bijdrage aan dat project bedraagt EUR 223 000. In 2006 heeft het GRIP tevens een bedrag van EUR 15 000 als vrijwillige bijdrage toegekend.

MALTA

Regionaal niveau

Malta neemt deel aan de indiening van jaarlijkse verslagen onder auspiciën van de OVSE; deze betreffen zowel de uitwisseling van informatie over handvuurwapens en lichte wapens overeenkomstig het OVSE-document inzake SALW, als over de overdracht van conventionele wapens en militaire informatie. Als EU-lidstaat neemt Malta regelmatig deel aan vergaderingen van de Groep wapenexportcontrole van de Raad van de EU, hetgeen onder meer besprekingen en onderhandelingen over een evaluatie van de EU-gedragscode betreffende wapenuitvoer inhoudt.

Mondiaal niveau

Malta past middels zijn nationale wetgeving de bepalingen van door de VN-Veiligheidsraad uitgeroepen wapenembargo's volledig toe en voert ze volledig uit, en steunt resoluties van de Algemene Vergadering van de VN over vraagstukken inzake conventionele wapens, de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens, transparantie in bewapening en transparantie van militaire uitgaven. Ook dient Malta jaarlijks zijn nationaal verslag in overeenkomstig de resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, „Transparantie in bewapening”.

Malta neemt sinds april 2005 deel aan het Wassenaar Arrangement betreffende de controle op de uitvoer van conventionele wapens en van goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik.

Malta blijft met belangstelling en met volledige ondersteuning het voorstel volgen voor een juridisch bindend, in de Verenigde Naties overeen te komen wapenhandelsverdrag over de invoering van gemeenschappelijke internationale normen voor de handel in alle conventionele wapens. Wat betreft de tussenhandel in SALW is Malta van mening dat er op dit gebied wereldwijd nog aanzienlijke inspanningen moeten worden geleverd. Toezicht op tussenhandel blijft een hoge prioriteit, aangezien algemeen wordt ingezien dat de illegale tussenhandel in wapens en de illegale handel in SALW tot de voornaamste drijvende krachten van de illegale wereldhandel behoren.

Malta verleent daarnaast steun voor de volledige uitvoering van het VN-actieprogramma van 2001 inzake SALW, en het zal zich inzetten voor het welslagen van de Toetsingsconferentie van 2006 van het VN-actieprogramma ter voorkoming, bestrijding en uitroeiing van alle aspecten van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens. Malta neemt resoluut deel aan de strijd tegen de verspreiding en het misbruik van handvuurwapens en lichte wapens, is in dit verband verheugd over de aanneming door de 60e Algemene Vergadering van de VN van het internationale instrument dat staten de mogelijkheid biedt om illegale handvuurwapens en lichte wapens tijdig en op een betrouwbare manier te identificeren en te traceren, en zal zich ervoor inzetten dat dit internationale instrument in de toekomst juridisch bindend wordt. Malta heeft voorts zijn steun uitgesproken voor AVVN-Resolutie 60/68 over het aanpakken van de negatieve gevolgen, uit humanitair en ontwikkelingsoogpunt, van de illegale productie en overdracht van en de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens, alsmede de excessieve accumulatie daarvan, waarin wordt gewezen op de rol die vrouwen en vrouwenorganisaties zouden kunnen spelen bij de processen van ontwapening in verband met handvuurwapens, demobilisatie en reïntegratie, op het feit dat in de ontwapenings-, demobilisatie- en reïntegratieprogramma's op de noden van zowel volwassen als jongere vrouwelijke strijders en afhankelijken moet worden ingespeeld, alsook voor de toezegging om de rechten en het welzijn van kinderen in gewapende conflicten te bevorderen en te beschermen.

Als EU-lidstaat neemt Malta deel aan de in december 2005 door de EU aangenomen strategie van de Europese Unie ter bestrijding van de illegale accumulatie van en handel in SALW en munitie.

Tijdens de top van regeringsleiders van het Gemenebest van Naties (Commonwealth Heads of Government Meeting — CHOGM) die in november 2005 in Malta werd gehouden, heeft Malta zich aangesloten bij de andere regeringsleiders en het slotcommuniqué goedgekeurd, dat onder meer verwijst naar handvuurwapens en lichte wapens en naar het wapenhandelsverdrag (ATT). In hun slotcommuniqué namen de regeringsleiders van het Gemenebest van Naties nota van het voorstel voor de ontwikkeling van internationale gemeenschappelijke normen voor de handel in conventionele wapens en steunden ze de oproepen om in het kader van de Verenigde Naties een aanvang te maken met de werkzaamheden voor een wapenhandelsverdrag. Wat betreft handvuurwapens en lichte wapens spraken de regeringsleiders onder meer hun grote bezorgdheid uit over de illegale productie, de illegale handel en de ongecontroleerde beschikbaarheid van handvuurwapens en lichte wapens, waardoor conflicten worden verlengd, het gewapend geweld toeneemt en ontwikkeling wordt ondermijnd; zij riepen alle lidstaten op om de aanscherping van het VN-actieprogramma inzake handvuurwapens en lichte wapens te steunen.

NEDERLAND

Nederland heeft in 2006 bijgedragen aan de hierna genoemde instellingen, projecten en andere activiteiten op het gebied van handvuurwapens en lichte wapens (SALW) en munitie.

Een project van SaferAfrica „Sustaining Action” ter bestrijding van de handel in illegale handvuurwapens in Zuid-, West- en Oost-Afrika

het Regionaal Centrum voor Handvuurwapens (RECSA), uitvoering van de Verklaring van Nairobi en het Protocol van Nairobi in het gebied van de Grote Meren en in de Hoorn van Afrika.

Saferworld, beperking van gewapend geweld, bevordering van de veiligheid van de mensen en het scheppen van de voorwaarden voor duurzame ontwikkeling door de beheersing van handvuurwapens;

het Institute for Security Studies (ISS), landenstudies en grensoverschrijdend onderzoek in Zuid-, Oost- en Centraal-Afrika voor uitvoerings- en gegevensoverdrachtdoeleinden;

IANSA, algehele strategie voor de vermindering van handvuurwapens;

Small Arms Survey, basisfinanciering;

„Dealing and Wheeling in SALW”, documentaire van Sander Francken, financiële bijdrage voor de ontwikkeling en verspreiding van de documentaire;

Forum van Genève, „Building Peace and Security Partnerships”;

Asociacion para Politicas Publicas (APP), activiteiten tegen de verspreiding van en illegale handel in handvuurwapens in Argentinië;

Saferworld, het project „Biting the Bullet”;

HALO Trust, verzameling en vernietiging van handvuurwapens, lichte wapens en munitie in Afghanistan;

HALO Trust, programma voor het opruimen van wapens en munitie in Angola, Fase 1, technische ondersteuning voor civiele ontwapening in Angola;

OVSE-project voor vernietiging en veilige opslag van SALW en conventionele munitie in de Republiek Tadzjikistan;

UNIDIR, ontwikkeling van een protocol inzake beoordeling van veiligheidsbehoeften;

UNIDIR, vergelijkende studie inzake tussenhandel, gepubliceerd in 2006;

UNDP/Bosnië en Herzegovina, vernietiging van SALW en munitie;

UNDP/Kosovo, initiatief inzake beheersing van handvuurwapens;

UNDP/BCPR-Trustfonds, algemene bijdrage aan lijn 4: handvuurwapens en lichte wapens;

UNDP/BCPR-Trustfonds, beheersing van handvuurwapens door de Unie van de rivier Mano (MRU);

NAMSA/NATO PfP TF, vernietiging van handvuurwapens en lichte wapens, MANPADS en munitie in Oekraïne;

NAMSA/NATO PfP TF, vernietiging van munitie in Albanië.

POLEN

Net als in de afgelopen jaren heeft het ministerie van Economische Zaken bilaterale en internationale vergaderingen georganiseerd en medegesponsord en aan die vergaderingen deelgenomen; tijdens die vergaderingen werden de beginselen van en de ervaringen van Polen op het gebied van controle op de wapenuitvoer gepresenteerd. In 2006 is er een aantal bilaterale seminars en overlegvergaderingen over dit onderwerp gehouden, onder meer met: Oekraïne in januari en augustus, Kroatië in maart en november, Slowakije in april, Bulgarije, Servië en Montenegro in mei, Bosnië en Herzegovina in juni, Hongarije in september en Duitsland in oktober. Tijdens die vergaderingen werd een hele waaier van aangelegenheden in samenhang met de uitvoercontroleregeling besproken. Polen gaf een actueel overzicht van de nationale wetgeving en regeling inzake uitvoercontrole en zette daarbij ook uiteen welke politieke overwegingen in het vergunningproces in aanmerking worden genomen. Bijzondere aandacht werd geschonken aan de verplichtingen die samenhangen met het Poolse lidmaatschap van de EU (centrale rol van de EU-gedragscode) en van het Wassenaar Arrangement (resoluties en voorschriften), alsook aan het VN-actieprogramma inzake SALW. De bij het vergunningproces betrokken deskundigen deden de werking van het Poolse uitvoercontroleproces uit de doeken met praktische voorbeelden van de samenwerking tussen de verschillende instanties.

ROEMENIË

In 2006 heeft Roemenië deelgenomen aan verscheidene regionale en internationale initiatieven inzake SALW-gerelateerde aangelegenheden, zoals Interpol, Europol, de Organisatie voor Economische Samenwerking in het Zwarte-Zeegebied, het Midden-Europees Initiatief (CEI) en het Regionaal Centrum voor de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit in het kader van het Zuid-Oost-Europees Samenwerkingsinitiatief (SECI).

In januari 2006 zijn er financiële middelen toegewezen voor het opzetten van een geïntegreerd grensbeheerssysteem, waarbij de grenspolitie een Bureau voor Communicatie en IT zal oprichten om de uitvoering van genoemd systeem te superviseren. De grensbeveiliging is ook verbeterd door de aankoop van extra IT-apparatuur, opleiding over operationele risicoanalyse en de aanwerving van 1 800 extra personeelsleden bij de grenspolitie.

Roemenië neemt deel aan diverse internationale en regionale mechanismen in verband met SALW, waaronder de OVSE, het VN-actieprogramma en het Wassenaar Arrangement.

In 2006 hebben Roemeense deskundigen deelgenomen aan de eerste vergadering van de VN-groep van regeringsdeskundigen die ten doel heeft zich te beraden op verdere stappen om de internationale samenwerking ter voorkoming, bestrijding en uitroeiing van de illegale handel in SALW te intensiveren.

Verslagen over overdrachten van SALW worden ingediend bij de daarvoor aangewezen organisaties en fora, maar de jaarverslagen over conventionele wapens worden ook voor publiek beschikbaar gesteld op de officiële website van het ANCEX (www.ancex.ro).

SLOWAKIJE

Regionaal niveau

Slowakije onderschrijft de EU-gedragscode betreffende wapenuitvoer en verstrekt als OVSE-lid jaarlijks informatie over SALW-uitvoer, -invoer en -overschotten, inclusief verdere relevante informatie op dit gebied overeenkomstig het OVSE-document inzake SALW. In zijn uitvoercontrolebeleid neemt Slowakije de OVSE-beginselen over wapenoverdrachten in acht.

Mondiaal niveau

Inzake uitvoercontrole houdt Slowakije zich aan de internationale verplichtingen uit hoofde van de verschillende resoluties van de VN-Veiligheidsraad.

Slowakije is een van de ondertekenaars van het VN-Protocol tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties tegen grensoverschrijdende georganiseerde misdaad.

Dit jaar zal Slowakije voor het eerst jaarlijkse informatie over de invoer en uitvoer van SALW aan het VN-register verstrekken overeenkomstig Resolutie 61/66.

SLOVENIË

In 2005 was Slovenië voorzitter van de OVSE. Derhalve waren de meeste Sloveense activiteiten op het gebied van handvuurwapens en lichte wapens in die periode op het OVSE-kader gericht. Die activiteiten werden in 2006 vervolgd. Bijgevolg bestrijken de onderstaande financiële bijdragen 2005 en 2006.

In 2005 heeft de Sloveense regering EUR 100 000 toegewezen voor de uitvoering van OVSE-projecten voor vernietiging van overschotten aan handvuurwapens en lichte wapens en conventionele munitie. In 2006 werden die projecten verder uitgevoerd en werden de uitgaven van de middelen van 2005 voortgezet; de regering heeft bovendien nog eens EUR 15 025 hiervoor uitgetrokken.

In 2005 en 2006 waren de Sloveense middelen op dit gebied bestemd voor de volgende projecten:

1.

Tadzjikistan: EUR 40 000 voor de uitrusting van depots voor handvuurwapens en lichte wapens.

2.

Tadzjikistan: EUR 19 808,12 voor de vernietiging van 108 aanjaagraketmotoren, gezamenlijk gefinancierd door Slovenië en Andorra (totale projectwaarde: EUR 36 990).

3.

Azerbeidzjan: EUR 15 191,88 voor fase I van het project inzake vernietiging van „melange”-raketbrandstof; fase I is inmiddels afgerond.

4.

Oekraïne: EUR 25 000 voor de aankoop van UXO-locatoren en mijndetectoren, en EUR 15 025 voor de aankoop van apparatuur voor de vernietiging van UXO. Deze projecten worden thans uitgevoerd in het kader van de bestrijding van de gevolgen van het ongeluk in het depot voor conventionele munitie in Novobogdanivka in Oekraïne.

In 2005 en 2006 beliepen de totale uitgaven voor bovenstaande projecten EUR 115 025. Sommige van die projecten zijn thans nog in de uitvoeringsfase, en de resterende middelen bedragen EUR 35 091.

Tijdens de OVSE-ministerraad van Brussel van 5 en 6 december 2006 heeft Slovenië samen met het OVSE-secretariaat een presentatie gegegeven van de uitvoering van de OVSE-projecten op het gebied van handvuurwapens en lichte wapens, voorraden conventionele munitie en „melange”-raketbrandstof. Ook de Sloveense bijdrage tot de uitvoering en de financiering van die projecten werd belicht. Sloveense vertegenwoordigers nemen regelmatig deel aan de bezoeken van deskundigen van de OVSE aan de landen die te kampen hebben met problemen op dit gebied, en een vertegenwoordiger van de Permanente Missie van Slovenië bij de OVSE treedt in het OVSE-Forum voor Veiligheidssamenwerking op als coördinator voor aangelegenheden in verband met de vernietiging van overschotten aan conventionele munitie.

SPANJE

Op het gebied van handvuurwapens en lichte wapens neemt Spanje actief deel aan de werkzaamheden van de VN, de OVSE, het Wassenaar Arrangement (WA) en het Parlementair Forum voor handvuurwapens en lichte wapens.

Financiële, technische en andersoortige hulp aan relevante programma's en projecten van de VN-organen, andere internationale of regionale organisaties en NGO's

In december 2005 heeft Spanje een memorandum van overeenstemming ondertekend met de uitvoerend secretaris van de Economische Gemeenschap van West-Afrikaanse Staten (ECOWAS) waarin een minimumbedrag van EUR 1 miljoen is toegezegd (te betalen in de periode 2006-2008) als bijdrage aan de activiteiten en programma's van ECOWAS; waaronder steun voor het „Programma inzake de beheersing van handvuurwapens in West-Afrika” van in totaal EUR 750 000.

Financiële, technische en andere bilaterale bijstand aan andere staten, in het bijzonder staten in getroffen gebieden

Spanje ging door met het in 2005 geïnitieerde programma voor technische bijstand van de Guardia Civil aan de autoriteiten van Kaapverdië (ministerie van Binnenlandse Zaken) inzake beheersing van vuurwapens en explosieven.

Coördinatie van praktische maatregelen met andere lidstaten en de Europese Commissie

Spanje heeft deelgenomen aan de vergaderingen in Brussel in het kader van de EU-vuurwapenrichtlijn en de EU-explosievenrichtlijn. Spanje maakt regelmatig gebruik van het mechanisme voor overleg met andere EU-lidstaten in het kader van de EU-gedragscode betreffende wapenuitvoer. Alle meldingen van verlies of diefstal van vuurwapens worden doorgegeven aan het Verbindingsbureau van de gerechtelijke politie, die alle desbetreffende gegevens aan het Schengeninformatiesysteem (SIS) toezendt. Spanje neemt deel aan het MEDA-programma van de EU met het oog op de versterking van de grenscontroles in Marokko, het EU-bureau voor coördinatie en ondersteuning van de Palestijnse politie en de PAMECA-missie ter ondersteuning van de organisatie en de versterking van de Albanese politie.

In het kader van de EU-operatie ALTHEA (Bosnië en Herzegovina) hebben Spaanse strijdkrachten, die werden ingezet in het kader van de Gecombineerde Taakgroep Zuid (die sinds 2004 is opgenomen in EUFOR), de volgende goederen verzameld: 60 700 hulzen, 145 patronen (99 volle, the rest leeg), 79 wapens, 730 handgranaten, 56 van wapens afgevuurde granaten, 3 200 mijnen en circa 6,1 kilo explosieven.

In het kader van de „Joint Enterprise Operation” (Kosovo) hebben de Spaanse strijdkrachten 3 jachtgeweren en 6 bijbehorende munitiepatronen verzameld.

ZWEDEN

In 2006 heeft Zweden verscheidene programma's in verband met SALW gesteund, waaronder de hierna volgende:

akkoord met UNDP/BCPR over de ondersteuning van projecten, in samenwerking met de OVSE, inzake SALW-vernietiging in landen van het OVSE-gebied, zoals Belarus (SEK 25 000 000; ca. EUR 2 700 000);

financiering voor de enquête inzake handvuurwapens (SEK 1 000 000; ca. EUR 107 000);

financiering voor Saferworld (SEK 800 000; ca. EUR 86 000);

financiering voor Viva Rio voor een project in Latijns-Amerika (SEK 350 000; ca. EUR 37 500);

financiering voor IANSA (SEK 350 000; ca. EUR 37 500);

ondersteuning, via de OVSE, van SALW-vernietiging in Tadzjikistan (SEK 800 000; ca. EUR 86 000).

Ook de Zweedse autoriteit voor ontwikkelingshulp, SIDA, heeft aan projecten in verband met SALW bijgedragen:

financiering voor de Arias-stichting voor een project in Latijns-Amerika (SEK 1 500 000; ca. EUR 161 800);

financiering voor Oxfam GB voor het programma wapenbeheersing in West-Afrika (SEK 6 000 000; ca. EUR 647 115);

financiering voor Saferworld voor programma's in de Hoorn van Afrika en in het gebied van de grote meren (SEK 3 200 000; ca. EUR 345 000);

financiering voor UNDP/BCPR voor ondersteuning van het ECOWAS-programma inzake beheersing van handvuurwapens (SEK 10 000 000; ca. EUR 1 078 000);

financiering voor UNICEF (ca. SEK 1 900 000; ca. EUR 204 960).

VERENIGD KONINKRIJK

Het Verenigd Koninkrijk bestrijdt het aanbod en de beschikbaarheid van, en de vraag naar handvuurwapens en lichte wapens door middel van progressieve beleidsmaatregelen en programma's. Het ministerie van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken, het ministerie van Internationale Ontwikkeling en het ministerie van Defensie werken samen om het beleid van Verenigd Koninkrijk uit te voeren, dat wordt aangevuld met de van 13 miljoen GBP voorziene SALW-strategie (2004-2007) in het kader van de „Global Conflict Prevention Pool”. In het afgelopen jaar heeft het Verenigd Koninkrijk programma's van VN-organen en NGO's ondersteund om wapens en munitie te verzamelen, te beheren en te vernietigen, bestaande regionale overeenkomsten uit te voeren, nationale actieplannen uit te denken en uit te voeren, en de capaciteiten van het plaatselijke maatschappelijk middenveld te helpen opbouwen. De in het VK gevestigde NGO Saferworld was daarbij een sleutelpartner. Het VK heeft een financiële bijdrage geleverd aan de enquête inzake handvuurwapens ter ondersteuning van een beleidsgerichte analyse van de beheersing van SALW en de terugdringing van gewapend geweld, en heeft steun verleend aan wereldwijde, door IANSA en de „Control Arms”-campagne gecoördineerde campagnes en pleidooien betreffende handvuurwapenaangelegenheden en het wapenhandelsverdrag. Het VK heeft via UNLIREC bijgedragen tot de opleiding van meer dan 2 000 wetshandhavingsbeambten in de Latijns-Amerikaanse regio. Het VK heeft tevens steun verleend aan een door Viva Rio in Brazilië beheerd voortschrijdend programma voor onder meer gemeenschapsgerichte initiatieven, beheersing van handvuurwapens en hervorming van de veiligheidssector. Het VK blijft via het Regionaal Centrum inzake Handvuurwapens steun bieden aan de uitvoering van het Protocol van Nairobi, een subregionaal akkoord in het gebied van de grote meren en in de hoorn van Afrika tegen de verspreiding en het misbruik van SALW. In het afgelopen jaar heeft het VK financiële middelen uitgetrokken voor de vernietiging van wapens en munitie alsmede opleiding in Zuid-Afrika, Belarus en Kosovo. Ten slotte heeft het VK een nieuwe financieringsregeling getroffen met het Parlementair Forum ter versterking van het parlementaire bewustzijn van, en overzicht over de nationale controles op handvuurwapens.

EUROPESE UNIE

In 2006 is door de Raad het EU-concept inzake DDR aangenomen, ingevolge de aanneming van een beleidskader voor de hervorming van de veiligheidssector (SSR), waarin de mededeling van de Commissie over de SSR en het EVDB-concept inzake SSR zijn gecombineerd. Beide documenten omvatten beleidsmaatregelen voor het aanpakken van vraagstukken in verband met handvuurwapens. SALW, DDR en SSR zijn aangewezen als prioritaire onderwerpen in postconflictsituaties.

Afrika bleef het continent dat de meeste aandacht en financiering van de EU trok. De EU heeft EUR 17 miljoen bijgedragen, waarvan: EUR 2 miljoen ging naar ECOWAS (EUR 0,515 miljoen uit het GBVB en EUR 1,5 miljoen uit het EOF) ter ondersteuning van het SALW-verdrag en de uitvoering daarvan via de nationale commissies, EUR 8 miljoen (EOF) in Congo Brazzaville voor DDR-programma's en EUR 7 miljoen aan UNICEF en aan het ICRC voor diverse maatregelen van DDR voor kinderen tot en met de bescherming van slachtoffers van gewapende conflicten (EIDHR).

Zuid- en Oost-Europa: er is EUR 5,7 miljoen (proefprojecten en TAIEX), voor regiowijde projecten en specifieke steun aan Kroatië, uitgetrokken voor de opbouw van de administratieve, justitiële en wetshandhavende capaciteit van de nationale autoriteiten voor het nationale voorraadbeheer van SALW en munitie, alsmede voor uitvoercontroles, inclusief bewustmaking van het maatschappelijk middenveld en opleiding.

Oekraïne: er is EUR 1,2 miljoen (EUR 1 miljoen uit het GBVB, EUR 0,2 miljoen uit TACIS) toegewezen voor, enerzijds, de vernietiging van overschotten aan SALW via een NATO/NAMSA-project, en anderzijds, de opleiding van en de capaciteitsopbouw voor een veilig beheer van het munitiedepot in Novobogdanivka, in coördinatie met de OVSE.

Latijns-Amerika: Er is EUR 700 000 (GBVB) verstrekt aan UNLiREC als laatste fase van een sinds 2001 lopend programma ter bestrijding van de destabiliserende accumulatie en verspreiding van handvuurwapens en lichte wapens in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, door opleiding van de opleiders.

Azië: In Afghanistan is EUR 26,2 miljoen (ALA) toegewezen aan een „munitieproject”. Het vijfjarige EU-ASAC-project (GBVB) in Cambodja is succesvol beëindigd.

De belangrijkste instrumenten voor EG-steun in de periode 2007-2013 zijn in 2006 geprogrammeerd. De Commissie heeft zich sterk gemaakt voor het opnemen van met SALW verband houdende kwesties in de landenstrategiedocumenten en de regionale strategiedocumenten. De gezamenlijke opstelling van nationale en regionale actieplannen biedt partnerlanden de mogelijkheid voldoende politieke en financiële prioriteit te geven aan de aanpak van die kwesties.

III.   DEELNAME AAN DE WERKZAAMHEDEN VAN INTERNATIONALE EN REGIONALE ORGANISATIES

OOSTENRIJK

Tijdens het Oostenrijkse voorzitterschap in het eerste halfjaar van 2006 heeft de EU haar leidende positie in het VN-proces inzake SALW van de VN versterkt door een proactieve houding aan te nemen in de voorbereidende vergadering in januari en tijdens de Toetsingsconferentie van het actieprogramma voor 2001 in juni.

De EU is erin geslaagd om haar prioriteiten tijdens de conferentie op de voorgrond te plaatsen: betere controles op de overdracht van SALW, op gang brengen van een VN-proces in verband met munitie, implementatie van het markerings- en traceringsinstrument, intensivering van de VN-maatregelen tegen illegale tussenhandel, integratie van SALW-vraagstukken in ontwikkelings- en armoedebestrijdingsstrategieën en voortzetting van de wereldwijde follow-up in het kader van de VN.

Ter voorbereiding van de toetsingsconferentie heeft Oostenrijk EU-demarches ondernomen in 42 staten en steun gezocht voor EU-standpunten tijdens een aantal bilaterale ontmoetingen.

BULGARIJE

In 2006 was Bulgarije mede-indiener van AVVN-resolutie 61/89 „Op weg naar een verdrag inzake wapenhandel: vaststelling van gemeenschappelijke internationale normen voor de invoer, uitvoer en overdracht van conventionele wapens”, omdat het van mening is dat de internationale gemeenschap alle belang heeft bij een doeltreffend wapenbeheersingsverdrag dat de handel in conventionele wapens aan juridisch bindende beginselen onderwerpt.

Overeenkomstig het OVSE-document over SALW heeft Bulgarije op 28 juni 2006 de jaarlijkse gegevens betreffende de in- en uitvoer van SALW voor 2005 verstrekt.

Bulgarije heeft in 2006 het voorzitterschap van het OVSE-Forum voor Veiligheidssamenwerking (FSC) waargenomen en in die hoedanigheid een bijzondere vergadering over SALW georganiseerd (Wenen, 17 mei 2006). Deze vergadering effende de weg voor de voorbereiding van de OVSE/FSC-bijdrage voor de Toetsingsconferentie van de VN over het actieprogramma ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten (New York, 26 juni-7 juli 2006). Tevens presenteerde de voorzitter van het FSC een verslag aan de Toetsingsconferentie van de VN over de uitvoering van het OVSE-document inzake SALW en daarmee verband houdende activiteiten in verschillende OVSE-landen.

Bulgarije nam in 2006 deel aan een aantal door de VN, de OVSE, de EU, de NAVO en andere internationale en regionale organisaties georganiseerde internationale conferenties, cursussen, studiebijeenkomsten en vergaderingen over SALW.

Het markantste feit in 2006 was de Eerste toetsingsconferentie van het VN-actieprogramma inzake handvuurwapens en lichte wapens (New York, 25 juni-7 juli 2006).

Tevens nam Bulgarije deel aan de eerste vergadering van de VN-groep van regeringsdeskundigen die tot doel heeft zich te beraden op verdere stappen om de internationale samenwerking ter voorkoming, bestrijding en uitroeiing van de illegale handel in SALW te intensiveren (Genève, 27 november-1 december 2006).

Wat de controle op de uitvoer van SALW (inclusief MANPADS) betreft, komt de Republiek Bulgarije ten volle haar internationale verbintenissen/verplichtingen na, die voortvloeien uit de deelname aan internationale uitvoercontroleregelingen en/of het lidmaatschap van internationale organisaties en in het bijzonder de VN en/of OVSE-embargo's en/of toezeggingen in het kader van het Wassenaar Arrangement.

Bulgaarse deskundigen hebben actief deelgenomen aan de door Israël georganiseerde studiebijeenkomst over MANPADS — Doeltreffende internationale risicobeperkende maatregelen (Jeruzalem, 5-6 april 2006) en de door Oxfam, Saferworld en Amnesty International georganiseerde studiebijeenkomst over de controle op de uitvoer van SALW (Brussel, 20 april 2006).

Deskundigen van het douaneagentschap hebben deelgenomen aan de workshop over tussenhandel, georganiseerd door RACVIAC, OVSE, Duitsland, Nederland en Noorwegen (Zagreb, 29-30 maart 2006).

In 2006 heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken samen met het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Handel gewerkt aan een cursus wetshandhaving om te zorgen voor een betere toepassing van de bestaande wetgeving inzake de uitvoer van wapens en goederen en technologieën voor tweeërlei gebruik.

CYPRUS

[Er is geen informatie verstrekt]

TSJECHIË

Tsjechië neemt actief deel aan de uitvoering van het VN-actieprogramma tegen de illegale handel in SALW. In 2006 heeft Tsjechië een bedrag van CZK 1 000 000 (USD 47 308,17 = EUR 34 910) bijgedragen aan de activiteiten van het Trustfonds voor de consolidatie van de vrede door middel van concrete ontwapeningsmaatregelen. Deze som zal worden gebruikt voor de ondersteuning van de tweede fase van het gegevensbestand CASA, waarvan de uitvoering loopt van november 2006 tot november 2007. Een van de hoofddoelstellingen van dit gegevensbestand is het uitoefenen van toezicht op de uitvoering van het VN-actieprogramma door de afzonderlijke VN-lidstaten.

De coördinatie tussen de verschillende bureaus was in 2006 voornamelijk gericht op de voorbereiding van de toetsingsconferentie van 2006 van het VN-actieprogramma tegen de illegale handel in SALW en over de uitvoering van het multilaterale instrument inzake markering en tracering. Ook in andere fora (eerste commissie van de AVVN, OVSE, Wassenaar Arrangement) is aan dit debat de nodige aandacht besteed.

Tsjechië werkte onder meer samen met de nationale bureaus van Interpol in Lima en Wiesbaden in 147 zaken waarbij 1 791 wapens betrokken waren.

DENEMARKEN

Denemarken is in 2006 blijven deelnemen aan de VN-activiteiten in verband met SALW, waaronder de Open Werkgroep inzake markering en tracering van handvuurwapens en lichte wapens en de toetsingsconferentie van het VN-actieprogramma betreffende SALW, en aan desbetreffende debatten van de Veiligheidsraad, waarvan Denemarken lid is. Tevens is Denemarken blijven deelnemen aan de activiteiten van het Wassenaar Arrangement en de OVSE, zoals seminars en workshops en andere SALW-gerelateerde initiatieven. Denemarken is ook betrokken bij de Noordse en Baltische samenwerking op het gebied van wapenbeheersing en wapenhandel. Denemarken geeft uitvoering aan het OVSE-document over handvuurwapens en lichte wapens en de in het Wassenaar Arrangement vastgestelde richtsnoeren inzake beste praktijken voor de uitvoer van handvuurwapens en lichte wapens.

ESTLAND

In april 2006 heeft Estland een inspectie inzake wapenbeheersing georganiseerd in Turkmenistan in het kader van het Weens document van de OVSE. Inspecteurs hebben de juistheid gecontroleerd van de door het geïnspecteerde land verstrekte gegevens over aanwezige wapens. Het inspectieverslag is toegestuurd aan alle OVSE-landen.

Estland neemt deel aan het Wassenaar Arrangement.

Vertegenwoordigers van Estland namen actief deel aan een aantal door de VN, de OVSE, de EU en andere internationale organisaties, alsmede NGO's, georganiseerde internationale conferenties, cursussen en studiebijeenkomsten over de SALW-problematiek. Het belangrijkste evenement was de eerste Toetsingsconferentie van het VN-actieprogramma inzake handvuurwapens en lichte wapens.

De vertegenwoordigers van de Commissie Strategische Goederen namen tevens actief deel aan de werkzaamheden van de Groep export van conventionele wapens (COARM) en de Groep goederen voor tweeërlei gebruik van de EU. Op initiatief van Estland zijn de beste praktijken van de EU-gedragscode betreffende wapenuitvoer aangevuld met een nieuw formulier voor de kennisgeving van weigering om een wapenmakelaar in het register van tussenhandelaren op te nemen.

Estland dient jaarverslagen in bij het VN-register van Conventionele Wapens.

FINLAND

Finland neemt actief deel aan de werkzaamheden van internationale organisaties en regionale regelingen inzake SALW-aangelegenheden. Finland neemt deel aan de vergaderingen en de rapportering in het kader van de VN, de OVSE, de NAVO/EAPR en het Wassenaar Arrangement. Finland heeft ook deelgenomen aan de Groep van regeringsdeskundigen over tussenhandel.

Deelname aan de werkzaamheden van internationale en regionale organisaties

detachering, met het oog op de problematiek van handvuurwapens en kleine wapens, van een functionaris bij het conflictpreventiecentrum van de OVSE om steun te verlenen aan het FSC;

financiële bijdrage aan de „Biting the Bullet”-studiebijeenkomst van Saferworld in mei 2006 in Helsinki in het kader van de activiteiten ter ondersteuning van de voorbereidingen van de VN-toetsingsconferentie inzake SALW (totaal EUR 60 000);

financiële steun voor een regionaal project inzake de beheersing van handvuurwapens in Guatemala, Honduras, El Salvador en Nicaragua, dat wordt uitgevoerd door IEPADES — Instituto de Enseñanza para el Desarrollo Sostenible. Het project is bedoeld om de illegale handel in handvuurwapens in de grensgebieden van bovengenoemde landen te beperken (totaal ongeveer EUR 30 000);

financiële bijdrage aan onderzoek naar handvuurwapens voor de uitgave van het Jaarboek 2006 van het Onderzoek naar handvuurwapens (totaal EUR 20 000);

financiële bijdrage aan het onderzoek van het UNIDIR (VN-Instituut voor Ontwapeningsonderzoek) naar SALW-bijstand (totaal EUR 20 000);

financiële bijdrage aan het IANSA (International Action Network on Small Arms) ter ondersteuning van de activiteiten in verband met de wapenhandel (totaal EUR 15 000).

FRANKRIJK

Frankrijk neemt sinds 2006 actief deel aan de besprekingen van de Groep van regeringsdeskundigen inzake tussenhandel, die is opgezet bij Resolutie 60/81 „Illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten”.

Voor het tweede opeenvolgende jaar heeft Frankrijk, samen met Duitsland, in de Eerste commissie van de 61e Algemene Vergadering van de VN een resolutie ingediend over problemen die ontstaan door de accumulatie van voorraden overtollige conventionele munitie. Deze resolutie werd aangenomen.

Frankrijk heeft in 2006 een international initiatief op gang gebracht ter bestrijding van de illegale handel in SALW via de lucht waarbij de Organisatie voor veiligheid en samenwerking in Europa (OVSE), de Europese Unie, de G8 en het Wassenaar Arrangement betrokken waren. Dit initiatief beoogt enerzijds te zorgen voor betere internationale samenwerking bij het toezicht op particuliere luchtvaartmaatschappijen die ervan worden verdacht, in weerwil van het VN-wapenembargo, betrokken te zijn bij wapensmokkel en anderzijds een dialoog te voeren met de luchtvervoersector over manieren om de traceerbaarheid, de transparantie en de veiligheid van het vervoer van SALW en de munitie ervoor te verbeteren. Het initiatief maakt deel uit van de verlengde implementatie van het in 2005 door de EU aangenomen Actieplan voor de bestrijding van de illegale handel in SALW en munitie daarvoor. De G8-top in Sint-Petersburg (2006) zegde dit initiatief zijn steun toe. Tijdens de ministeriële conferentie in Brussel (december) heeft ook de OVSE haar steun toegezegd.

DUITSLAND

Duitsland neemt actief deel aan de werkzaamheden van internationale en regionale organisaties en regelingen op het gebied van handvuurwapens en lichte wapens en munitie daarvoor. Deze organisaties en regelingen omvatten met name de VN, de OVSE, de NAVO en het Wassenaar Arrangement. Duitsland detacheert regelmatig deskundigen naar beoordelings- en evaluatiebezoeken, workshops en studiebijeenkomsten die in het kader van deze organisaties worden georganiseerd. In 2006 hadden deze initiatieven met name betrekking op Kirgizië, Tadzjikistan, Turkmenistan en Oekraïne.

Duitsland heeft, samen met Frankrijk, AVVN-Resolutie 61/72 inzake problemen die ontstaan door de accumulatie van voorraden overtollige conventionele munitie ingediend. Doel is munitie en munitievoorraden hoger op de internationale agenda te plaatsen. Het feit dat munitievoorraden niet veilig, effectief en efficiënt worden beheerd en beveiligd, is een belangrijke oorzaak van de illegale handel. De resolutie behelst het besluit om in 2008 een VN-groep van regeringsdeskundigen bijeen te roepen rond het probleem van de voorraden conventionele munitie.

In OVSE-verband is Duitsland in het bijzonder blijven meewerken aan de opstelling van OVSE-Handboeken van beste praktijken inzake SALW en de munitie daarvoor. In 2006 zijn de eerste concepthandboeken van beste praktijken betreffende munitievervoer, markering, inventarisering en tracering van munitie gepresenteerd.

Duitsland is de ontwikkeling van gestandaardiseerde vormen van technische samenwerking en opleiding inzake voorraadbeheer binnen de NAVO blijven steunen. In februari 2006 organiseerde het een workshop in Geilenkirchen om de procedures voor de multilaterale organisatie van dergelijke initiatieven te verfijnen. Samen met Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten ontwierp Duitsland een multinationale SALW-opleidingscursus die in het najaar van 2006 in Zwitserland voor het eerst werd gevolgd door deelnemers uit meer dan 20 landen. Vanaf 2007 wordt de opleiding gegeven aan de NAVO-school in Oberammergau.

GRIEKENLAND

Functionarissen van het Griekse ministerie van Openbare Orde nemen deel aan vergaderingen en studiebijeenkomsten over SALW-vraagstukken. Een functionaris neemt ook deel aan de vergaderingen van de Raadsgroep technische harmonisatie met het oog op de wijziging van Richtlijn 91/477/EEG inzake de controle op de verwerving en het voorhanden hebben van wapens, en de aanpassing ervan aan artikel 10 van het VN-protocol.

HONGARIJE

Het Hongaarse Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft, in samenwerking met het US Department of State, Bureau of Non-proliferation, Office of Export Control Cooperation, in juni 2003 in Szeged, Hongarije, een studiebijeenkomst over exportcontrole voor Zuidoost-Europese landen. De conferentie verschafte elementaire bouwstenen voor een doeltreffend uitvoercontrolesysteem en bood gelegenheid tot bespreking van regionale benaderingen en vraagstukken. Het belangrijkste vraagstuk was hoe problemen in verband met SALW in de regio moeten worden aangepakt.

In samenwerking met het US Department of State, Bureau of Non-proliferation, Office of Export Control Cooperation, heeft Hongarije van 15 tot en met 17 september 2003 in Boedapest de Vijfde Internationale Conferentie inzake exportcontrole georganiseerd. (De conferentie was de vijfde in een reeks evenementen die bekend staat onder de naam „het proces van Oxford”). Er werd aan deelgenomen door meer dan 180 exporttoezichtbeambten uit meer dan 40 landen en de vertegenwoordigers van de multilaterale regelingen voor toezicht op de export en van de industriële en de NGO-wereld. Eén van de belangrijkste onderwerpen tijdens de conferentie was het debat over nieuwe benaderingswijzen bij het toezicht op conventionele wapens, in het bijzonder bepaalde soorten SALW zoals draagbare luchtverdedigingssystemen (MANPADS).

Ook de belangrijkste recente gebeurtenis is het resultaat van internationale samenwerking. Hongarije heeft in februari 2006 de vermindering/vernietiging van 1 540 MANPADS van het type Strela-2 afgerond. Het project was deels een Amerikaans initiatief en werd door de VS medegefinancierd.

Met het oog op het identificeren van groepen en individuen die illegale handel in SALW drijven, werkt de Hongaarse politie samen met Interpol, Europol, en is zij lid van SECI-Regionaal Centrum voor de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit om voor de landen van Zuid-Oost-Europa een systeem voor informatie-uitwisseling over de illegale handel in SALW te ontwikkelen.

IERLAND

Ierland was aanwezig op en heeft actief deelgenomen aan de Toetsingsconferentie van het VN-actieprogramma tegen de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens, die van 26 juni tot en met 7 juli 2006 in New York is gehouden.

Ierland was tijdens de 61e Algemene Vergadering van de VN mede-indiener van diverse resoluties over SALW, waaronder Resolutie 61/89 „Op weg naar een verdrag inzake wapenhandel: vaststelling van gemeenschappelijke internationale normen voor de invoer, uitvoer en overdracht van conventionele wapens”. Ierland heeft ook vóór een aantal andere resoluties over SALW gestemd.

Ierland heeft jaarverslagen ingediend bij het VN-register van Conventionele Wapens en heeft gerapporteerd aan de OVSE over militaire uitgaven.

Ierland is lid is van het Wassenaar Arrangement en het Ministerie van buitenlandse zaken en het departement van Ondernemingen, Handel en Werkgelegenheid hebben in 2006 deelgenomen aan alle vergaderingen van het Arrangement.

ITALIË

Verenigde Naties

Italië heeft in 2006 deelgenomen aan de Toetsingsconferentie van het VN-actieprogramma van 2001 tegen de illegale handel in SALW (New York, 26 juni-7 juli 2006). Tijdens de 61e AVVN was Italië mede-indiener van de volgende aangenomen resoluties in samenhang met handvuurwapens en lichte wapens:

res. 61/71: „Bijstandsverlening aan staten met het oog op het bedwingen van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens”;

res. 61/72: „Problemen in verband met de accumulatie van overtollige conventionele munitie”;

res. 61/77: „Transparantie in bewapening”;

res. 61/89 „Op weg naar een verdrag inzake wapenhandel: vaststelling van gemeenschappelijke internationale normen voor de invoer, uitvoer en overdracht van conventionele wapens”;

res. 61/101: „Versterking van de veiligheid en de samenwerking in het MiddellandseZeegebied”;

Italië heeft ook ja gestemd op Resolutie nr. 61/66 „Alle aspecten van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens”.

OVSE

In 2006 is Italië actief doorgegaan met de uitvoering van het in november 2000 aangenomen OVSE-document over handvuurwapens en lichte wapens. Het heeft in dat kader recente nationale gegevens gepresenteerd over de informatie-uitwisseling betreffende de belangrijkste aspecten van SALW (productie, markering, toezicht op de export, tussenhandel, vernietigingstechnieken) die in bovengenoemd OVSE-document aan de orde komen.

LETLAND

[Er is geen informatie verstrekt]

LITOUWEN

Litouwen heeft deelgenomen aan de Toetsingsconferentie van het VN-actieprogramma betreffende SALW (26 juni-7 juli 2006) en steunde de overeengekomen EU-standpunten, in het bijzonder betreffende het toezicht op de overdracht van wapens en de tussenhandel in wapens.

Eerste commissie van de Algemene Vergadering van de VN

Litouwen heeft deelgenomen aan de werkzaamheden van de Eerst Commissie en heeft voor de volgende SALW-resoluties gestemd:

De illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten (nr. 61/66),

Conventionele-wapenbeheersing op regionaal en subregionaal niveau (nr. 61/82).

Litouwen was mede-indiener van resoluties betreffende:

Bijstandsverlening aan staten met het oog op het bedwingen van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens (nr. 61/71),

Problemen in verband met de accumulatie van overtollige conventionele munitie (nr. 61/72),

Transparantie in bewapening (nr. 61/77).

Op weg naar een verdrag inzake wapenhandel: vaststelling van gemeenschappelijke internationale normen voor de invoer, uitvoer en overdracht van conventionele wapens (nr. 61/89).

Litouwen steunt het juridisch bindende Wapenhandelsverdrag (ATT) om te zorgen voor een alomvattende en doeltreffende regeling van de internationale overdracht van conventionele wapens. Litouwen is voornemens in te gaan op het verzoek van de secretaris-generaal van de VN tot indiening van standpunten.

Tussenhandel

Litouwen heeft een deskundige aangewezen om deel te nemen aan de werkzaamheden van de groep van regeringsdeskundigen die zich moet beraden op verdere stappen om de internationale samenwerking op het gebied van de voorkoming, bestrijding en uitroeiing van de illegale handel in SALW te intensiveren. Deze deskundigen komen bijeen in drie zittingen van telkens een week en zullen over het resultaat van hun studie rapporteren tijdens de 62e zitting van de Algemene Vergadering.

Andere vormen van internationale samenwerking

De Noordse en de Baltische landen houden op gezette tijden vergaderingen over uitvoercontrole. Het netwerk van nationale deskundigen inzake wapenbeheersing zorgt ervoor dat de samenwerking tussen de landen gehandhaafd wordt.

De Litouwse criminele politie werkt samen met andere politie-instanties in de EU. Er worden gezamenlijke operaties uitgevoerd, onder meer om te helpen bij de opsporing en vervolging van de illegale handel in SALW.

Litouwse deskundigen werken samen met vertegenwoordigers van NGO's (Safeworld, IANSA) die zich bezig houden met de verschillende aspecten van de SALW-problematiek door middel van het uitwisselen van informatie via vragenlijsten, standpuntnota's en de deelname aan workshops.

Er zijn bilaterale overeenkomsten betreffende georganiseerde criminaliteit, drugs en terrorisme gesloten met een aantal landen (Duitsland, Letland en Polen). Ten dele komt ook de samenwerking tussen landen van zorg met betrekking tot de illegale handel in SALW erin aan bod.

LUXEMBURG

Luxemburg heeft in 2006 deelgenomen aan de werkzaamheden van de volgende internationale en regionale organisaties:

Verenigde Naties

Luxemburg heeft deelgenomen aan de Toetsingsconferentie van het VN-actieprogramma ter voorkoming, bestrijding en uitroeiing van de illegale handel in SALW in al zijn aspecten (New York, 26 juni-7 juli 2006).

Algemene Vergadering van de Verenigde Naties

In de Eerste commissie van de 61e Zitting van de Algemene Vergadering was Luxemburg mede-indiener van of stemde vóór de diverse resoluties over SALW en de munitie daarvoor (resoluties 61/89, 61/72, 61/71, 61/79 en 61/66).

OVSE

De OVSE heeft 16 500 EUR ontvangen voor humanitaire mijnenruiming en de vernietiging van gevaarlijke overtollige munitievoorraden in Oekraïne.

MALTA

[Er is geen informatie verstrekt]

NEDERLAND

Nederland organiseerde, samen met het Verenigd Koninkrijk, tijdens de Toetsingsconferentie van het VN-actieprogramma inzake SALW een evenement in de marge op ministerieel niveau.

Nederland ondertekende de Verklaring van Genève over gewapend geweld en ontwikkeling, tijdens de ministeriële conferentie in Genève op 7 juni 2006. Nederland is ook lid van de Kerngroep van Genève voor de implementatie van de verklaring, welke groep een concreet actieplan heeft opgesteld.

In het kader van het Nederlands-Noorse initiatief inzake tussenhandel in SALW, dat nog steeds loopt, verleende Nederland financiële en technische bijstand aan de Afdeling Ontwapening van de VN (UNDDA) (nu het VN-Bureau voor ontwapeningszaken UN-ODA) voor zijn uitgebreide raadplegingen over de regulering van de tussenhandel en het financierde een workshop in New York en in Genève.

Nederland was voorzitter van de VN-groep van regeringsdeskundigen inzake tussenhandel in SALW, welke haar werkzaamheden in juni 2007 heeft afgerond.

Nederland is lid van de OESO/DAC-CPDC network taskgroup over gewapend geweld en armoedebestrijding die nagaat hoe het beleid en de programmering inzake gewapend geweld beter kunnen worden geïntegreerd in de ontwikkelingskaders en de SSR-programma's. Nederland heeft deelgenomen aan diverse workshops en bijeenkomsten over dit onderwerp.

Een Nederlandse deskundige maakte deel uit van de VN-groep van regeringsdeskundigen met betrekking tot het VN-register van Conventionele Wapens.

Nederland heeft in 2006 de AVVN-resolutie betreffende Transparantie inzake bewapening (61/77) ingediend, die zonder tegenstemmen is aangenomen.

Voor het OVSE-Handboek van beste praktijken heeft Nederland beste praktijken betreffende munitievernietiging opgesteld.

POLEN

Vertegenwoordigers van Polen namen actief deel aan een aantal door de VN, de OVSE, de EU, de NAVO en andere internationale organisaties georganiseerde internationale conferenties, cursussen en studiebijeenkomsten over de SALW-problematiek. Poolse vertegenwoordigers namen meer bepaald deel aan de eerste Toetsingsconferentie van het VN-actieprogramma inzake SALW en aan de werkzaamheden van de Groep van regeringsdeskundigen inzake tussenhandel in SALW. De Poolse delegatie was tevens actief in het kader van het Wassenaar Arrangement, met name in een in 2006 opgezette nieuwe werkgroep betreffende het vervoer van en de tussenhandel in SALW en MANPADS.

Het Poolse ministerie van Defensie stond in voor een lezing over internationale initiatieven in verband met SALW op de NAVO-cursus „Arms Control Implementation” in Oberammergau. Vertegenwoordigers van het ministerie namen tevens deel aan diverse workshops over normen voor de opslag van en het toezicht op SALW en voor munitiedepots.

In 2006 heeft Polen in totaal USD 276 333 bijgedragen aan de NAVO/NAMSA/PfP-trustfondsen. Daarvan waren USD 60 000 bestemd voor de eerste fase van een (door de EU-medegefinancierd) project om in Oekraïne anderhalf miljoen SALW en 133 000 ton munitie te vernietigen. Nog eens USD 60 000 ging naar de herscholing van voormalig militair personeel in Oekraïne, terwijl USD 30 000 naar Servië en Montenegro ging voor hetzelfde doel. Er werd ook nog eens USD 66 333 besteed aan de reïntegratie van voormalig militair personeel in Bosnië en Herzegovina.

PORTUGAL

Portugal heeft actief deelgenomen aan de werkzaamheden van internationale organisaties en regionale regelingen inzake SALW-gerelateerde aangelegenheden.

Op het niveau van de VN heeft Portugal deelgenomen aan de Toetsingsconferentie van het VN-actieprogramma tegen de illegale handel in SALW (New York, 26 juni-7 juli 2006).

Tijdens de 61e AVVN was Portugal mede-indiener van de volgende aangenomen resoluties in samenhang met handvuurwapens en lichte wapens:

1.

res. 61/77 inzake transparantie in bewapening;

2.

res. 61/79 inzake informatie over vertrouwenscheppende maatregelen op het gebied van conventionele wapens;

3.

res. 61/89 gericht op een wapenhandelsverdrag tot vaststelling van gemeenschappelijke internationale normen voor de invoer, uitvoer en overdracht van conventionele wapens;

4.

res. 61/101 inzake versterking van de veiligheid en de samenwerking in het MiddellandseZeegebied.

Portugal heeft daarnaast vόόr de resoluties 61/66 (illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten) en 61/72 (problemen in verband met de accumulatie van overtollige conventionele munitie) gestemd.

In 2006 is Portugal actief doorgegaan met de uitvoering van het in november 2000 aangenomen OVSE-document over handvuurwapens en lichte wapens. In dat kader heeft Portugal de nationale stand van zaken gepresenteerd in verband met SALW-aspecten als productie, markering, uitvoercontroles, tussenhandel en vernietigingstechnieken.

Wat uitvoercontroles betreft, zij vermeld dat Portugal lid is van het Wassenaar Arrangement en dat namens Portugal het ministerie van Defensie en het ministerie van Buitenlandse Zaken het afgelopen jaar aan verscheidene vergaderingen van die groep hebben deelgenomen.

SLOWAKIJE

Op het gebied van SALW neemt Slowakije deel aan de werkzaamheden van diverse internationale fora zoals de EU, de VN, de OVSE, de NAVO en het Wassenaar Arrangement. Slowakije nam actief deel aan een aantal door de bovengenoemde en andere internationale organisaties gehouden internationale conferenties, cursussen en studiebijeenkomsten over de SALW-problematiek, en in het bijzonder de Eerste Toetsingsconferentie van het VN-actieprogramma inzake SALW.

SLOVENIË

Op het gebied van SALW neemt Slovenië deel aan werkzaamheden in diverse internationale fora zoals de EU, de VN, de OVSE, de NAVO en het Wassenaar Arrangement. Naast de activiteiten in OVSE-verband, waar Slovenië in 2006 een actieve rol is blijven spelen als uittredend lid van de OVSE-Trojka, ging de aandacht vooral naar de Eerste Toetsingsconferentie van het VN-actieprogramma.

SPANJE

Verenigde Naties (VN)

Spanje heeft in 2006 verder deelgenomen aan de SALW-activiteiten van de VN. Zoals in diverse fora is voorgesteld, heeft Spanje parlementsleden en vertegenwoordigers van de civiele samenleving opgenomen in zijn nationale delegatie voor de vergaderingen in het kader van het VN-actieprogramma inzake SALW in New York.

AVVN

In de Eerste Commissie van de 61e Zitting van de AVVN was Spanje mede-indiener van de volgende resoluties betreffende conventionele wapens, SALW en munitie daarvoor:

A/Res/61/66: „De illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten”,

A/Res/61/71: „Bijstandsverlening aan staten met het oog op het bedwingen van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens”,

A/Res/61/72: „Problemen in verband met de accumulatie van overtollige conventionele munitie”,

A/Res/61/76: „Consolidatie van de vrede door middel van praktische ontwapeningsmaatregelen”,

A/Res/61/79: „Informatie over vertrouwenscheppende maatregelen op het gebied van conventionele wapens”,

A/Res/61/82: „Conventionele wapenbeheersing op regionaal en subregionaal niveau”,

A/Res/61/89: „Op weg naar een verdrag inzake wapenhandel: vaststelling van gemeenschappelijke internationale normen voor de invoer, uitvoer en overdracht van conventionele wapens”.

OVSE

De Spaanse regering heeft op 15 september 2006 extrabudgettaire financiële bijdragen van politiek-militaire aard voor de OVSE goedgekeurd voor onder meer de volgende projecten: 1. Tadzjikistan. Tweede fase van het programma betreffende SALW en conventionele wapens: EUR 100 000; 2. Tadzjikistan. SALW, voorraad conventionele munitie en fysieke veiligheid: EUR 50 000.

Daarnaast is Spanje blijven participeren in een OVSE-project in Belarus betreffende voorraadbeheer, vernietiging van overtollige voorraden, voorraadbeveiliging, ammunitiedepots, enz. voor SALW en munitie daarvoor. Spanje verstrekte onder meer een extrabudgettaire financiële bijdrage van EUR 100 000 die in juli 2006 is uitgekeerd.

Deelname aan of organisatie van internationale studiebijeenkomsten en conferenties

Spanje is opgetreden als gastland en heeft steun verleend aan de voorbereidende bijeenkomst van de groep van Latijns-Amerikaanse en Caraïbische landen (GRULAC) voor de toetsingsconferentie van het VN-actieprogramma ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten, die op 2-4 mei 2006 is gehouden in het opleidingscentrum van het Spaanse agentschap voor internationale samenwerking (AECI) in Antigua (Guatemala).

Het ministerie van Buitenlandse Zaken van Guatemala heeft de GRULAC-conferentie georganiseerd met de technische en financiële steun van het Regionaal Centrum van de Verenigde Naties voor vrede, ontwapening en ontwikkeling in Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (UN-LiREC), het ontwikkelingsprogramma van de Verenigde Naties (UNDP) en het Spaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking.

De conferentie verenigde delegaties uit de meeste GRULAC-landen (28 van de 33 landen waren vertegenwoordigd). Aan de open zittingen van de conferentie werd deelgenomen door vertegenwoordigingen van sommige partnerlanden (Finland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Spanje), Zwitserland, de VS, internationale en subregionale organisaties (OAS, UNDP, DDA) en de civiele samenleving (IANSA, Parlementair Forum voor SALW, CLAVE, IEPADES). De voorzitter van de SALW-Toetsingsconferentie van 2006, ambassadeur Prasad Kariyawasan kreeg het woord tijdens de open ceremonie van de conferentie.

Het voornaamste doel van de conferentie bestond erin een gezamenlijke regionale aanpak uit te werken, teneinde een regionaal perspectief in te brengen in de werkzaamheden van de Toetsingsconferentie van het VN-actieprogramma inzake SALW (New York, 26 juni-7 juli 2006). De GRULAC slaagde erin overeenstemming te bereiken over een vrij ambitieus consensusdocument, dat de naam „Verklaring van Antigua Guatemala” meekreeg.

Overige

Op 9 en 10 november 2006 heeft Spanje de vierde jaarlijkse bijeenkomst van de vertegenwoordigers van het parlementaire forum voor handvuurwapens en lichte wapens in Montevideo (Uruguay) bijgewoond. Het verleende EUR 30 000 steun.

Twintig nationale parlementen uit Europa, Latijns-Amerika en Afrika en het Europees Parlement, samen met regeringsvertegenwoordigers uit Colombia, Spanje, Zweden, Finland, Frankrijk, Duitsland en Noorwegen, intergouvernementele organisaties en instellingen, de Inter-Amerikaanse Commissie tegen drugsmisbruik (ICAD), UNDP en UN-LiREC en diverse NGO's (waaronder SweFOR en IANSA).

Aangezien Spanje partij is bij de Overeenkomst tot wederzijdse erkenning van de beproevingsstempels voor draagbare vuurwapens van 1969 nam een Spaanse delegatie deel aan de achttiende plenaire vergadering in Wenen, waar een aantal technische besluiten werden genomen in verband met de markering van vuurwapens.

ZWEDEN

Wat SALW betreft, neemt Zweden actief deel aan de werkzaamheden van de VN, de OVSE, de NAVO/PFP en het Wassenaar Arrangement (WA).

Zweden heeft actief deelgenomen aan het project voor grenscontrolesamenwerking in het Oostzeegebied dat gericht is op de bestrijding van grensoverschrijdende criminele activiteiten zoals de illegale handel en tussenhandel in onder andere SALW in de Oostzee.

Zweden heeft in mei 2007 informatie verstrekt over zijn SALW-export in 2006 in het kader van de achtste facultatieve rapportagecategorie „Informatie betreffende de internationale overdrachten van SALW” in het VN-register van Conventionele Wapens.

VERENIGD KONINKRIJK

Het UK heeft zijn programma van workshops voortgezet door het ondersteunen van regionale workshops, bijvoorbeeld in Oost-Afrika (Kenia). Tijdens de workshops werden regionale groepen en individuele landen aangemoedigd om in hun nationale verslagen, verklaringen en interventies in de aanloop naar de toetsingsconferentie van juni 2006 steun te verlenen aan de instelling van gemeenschappelijke criteria en richtsnoeren voor overdrachten van handvuurwapens en lichte wapens.

De UK heeft ook het medevoorzitterschap waargenomen van het lopende OESO/DAC-proces dat beoogt richtsnoeren betreffende gewapend geweld op te stellen voor ontwikkelingswerkers. In 2007 zullen, een aantal regionale workshops plaatsvinden waarvan de eerste gepland is voor april in Guatemala.

EUROPESE UNIE

Tijdens de toetsingsconferentie van het VN-actieprogramma van 2001, heeft de Europese Unie op 30 juni 2006 een uitvoerig overzicht gepresenteerd van haar activiteiten ter ondersteuning van de bestrijding van illegale handvuurwapens en lichte wapens. Vertegenwoordigers van het toenmalige voorzitterschap, het Bureau van de persoonlijk vertegenwoordiger van de hoge vertegenwoordiger voor de non-proliferatie en de Commissie gaven een presentatie van het algemene SALW-beleid, dat gebaseerd is op de nieuwe EU-strategie inzake SALW en munitie daarvoor, en van de wijze waarop dit via uiteenlopende instrumenten in concrete activiteiten wordt vertaald. Het publiek bestond uit regeringen, internationale organisaties en SALW-deskundigen. Ook leden van het Europees Parlement namen deel als lid van de delegatie van het voorzitterschap.

Ondanks het gebrek aan resultaten van de toetsingsconferentie van het VN-actieprogramma bevestigde de EU in haar slotverklaring dat de EU voorop blijft lopen en praktische werk zal blijven leveren ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten. Zij onderstreepte ook haar inzet voor de uitvoering van het VN-actieprogramma op EU-niveau. EU-financiering (via lidstaten, het EOF, communautaire financiering en GBVB-begrotingsmiddelen) blijft een van de voornaamste vormen van financiële bijstand voor de uitvoering van het actieprogramma.

Het Oostenrijkse voorzitterschap, het Bureau van de persoonlijk vertegenwoordiger van de hoge vertegenwoordiger voor de non-proliferatie en de Europese Commissie hebben op 29 maart 2006 tijdens de 479e vergadering van het OVSE-Forum voor veiligheidssamenwerking (FSC) in Wenen gezamenlijk de strategie van de EU betreffende SALW gepresenteerd, alsook andere activiteiten van de Europese Unie met betrekking tot SALW en ontplofbare oorlogsresten. De Commissie en de OVSE hebben besloten tot een gezamenlijke evaluatiemissie naar de munitiedepots van Novobohdanivka (Oekraïne) en hebben deze uitgevoerd. Naar aanleiding van deze missie hebben de ministeries van Defensie, Buitenlandse Zaken en Calamiteiten van Oekraïne welwillend kennis genomen van de aansporing van de Commissie om te werken aan een veelomvattend actieplan voor Oekraïne waarbij voor de problemen van overtollige wapens en munitie een transparante en integrale oplossing wordt gezocht. Zij zagen ook duidelijk de noodzaak in deze politieke prioriteit tot uiting te laten komen in het actieplan EU-Oekraïne. De Commissie en de OVSE hebben daarom een gezamenlijke beoordeling van de problemen en van de gewenste maatregelen voor het munitiedepot van Novobohdanivka geformuleerd. De EU heeft dan een project opgezet, waaronder een pakket maatregelen, om tegemoet te komen aan de vastgestelde behoeften. Op 28 september 2006 hebben kolonel Claes Nilsson, OVSE/FSC-coördinator voor SALW en kolonel Anders Gardberg, hoge militaire adviseur bij de permanente missie van Finland bij de OVSE in de Groep wereldwijde ontwapening en wapenbeheersing een presentatie gegeven over de OVSE-activiteiten inzake SALW en voorraden conventionele munitie en over de mogelijke rol van de EU in OVSE.

De Commissie heeft gewerkt met de EU-lidstaten, betrokken autoriteiten van derde landen, internationale organisaties, de academische wereld, NGO's en de civiele samenleving en heeft zich beziggehouden met de gevolgen en de oorsprong van de illegale wapenhandel die in verband kan worden gebracht met de illegale handel in andere goederen zoals mineralen, olie, hout en diamanten. De Commissie is voornemens tijdens haar voorzitterschap van het Kimberleyproces in 2007 te werken aan het verbeteren van de uitvoering van controles die rebellengroepen kunnen verhinderen of afschrikken om wapenaankopen met diamanten te financieren.

De Europese Commissie heeft deelgenomen aan de Paritaire Parlementaire Vergadering EU-ACS op 23 februari 2006 in Brussel en 20-23 november 2006 in Barbados om de gezamenlijke EU-ACS resolutie betreffende SALW te steunen. Zij heeft er de SALW-strategie van de EU gepresenteerd en de noodzaak van hulpprogramma's voor ontwikkelingslanden toegelicht.

Van 2005 tot juni 2006 ondersteunde de Commissie een grootschalig onderzoek naar de „versterking van het Europese optreden op het gebied van handvuurwapens en lichte wapens en ontplofbare oorlogsresten”. Dit onderzoek, dat onder de verantwoordelijkheid van UNIDIR wordt verricht, omvat de omvangrijkste evaluatie binnen de EU van met SALW en ERW verband houdende activiteiten die uit hoofde van verschillende institutionele kaders worden gefinancierd en bevat aanbevelingen voor toekomstige actie.

De Europese Commissie heeft op 4 en 5 september 2006 deelgenomen aan de Eerste internationale bijeenkomst over illegale wapenhandel in het gebied van de Grote Meren in Afrika, in Naïrobi, die gewijd was aan het „project inzake illegale wapenhandel in het gebied van de Grote Meren” dat door Interpol is opgezet.

Op 1 november 2006 vond in Belgrado het eerste Interparlementaire Forum EU-Westelijke Balkan plaats als onderdeel van het EG-proefproject over SALW 2005 (steunplan EU-Westelijke Balkan).

Initiatieven betreffende de illegale handel via de lucht zijn specifiek ondersteund door de Europese Unie, de G8, het Wassenaar Arrangement en de OVSE. De Europese Commissie heeft op 13 september 2006 een informeel seminar gehouden over de uitdagingen van het illegale SALW-vervoer via de lucht. Het seminar, dat hoofdzakelijk bestemd is voor de Commissiediensten, stond open voor de EU-lidstaten, het Europees Parlement en het secretariaat-generaal van de Raad. Twee NGO's (TransArms en Amnesty International) hebben hun bevindingen aan het publiek gepresenteerd. De Europese Commissie heeft een databank voor het verzamelen van informatie over deze onderwerpen ondersteund.


(1)  Engelse versie en daarmee samenhangende wetten en verordeningen zijn beschikbaar op internet: www.mgip.gov.pl/GOSPODARKA/DKE/English/Laws/ExportControl/.


BIJLAGE

OOSTENRIJK

Alexander Benedict

Federal Ministry for Foreign Affairs

Department II.8 — Global Disarmament, Arms Control, Export

Control, Multilateral Atomic Energy Issues and IAEA

Minoritenplatz 8

A-1014 Vienna,

Tel.: (43-50) 11 50 33 54

Fax: (43-50) 11 59 53 54

E-mail: alexander.benedict@bmeia.gv.at

www.bmeia.gv.at

BELGIË

Federal Public Service Foreign Affairs

International Security Division

Non-proliferation, Disarmament and Arms Control Directorate

Rue des Petits Carmes 15

B-1000 Brussels

Tel.: (32-2) 501 37 10

Fax: (32-2) 501 38 22

E-mail: werner.bauwens@diplobel.fed.be

BULGARIJE

Dr. Petio Petev

Director

NATO and International Security Directorate

Ministry of Foreign Affairs of the Republic of Bulgaria

Alexander Zhendov Street 2

BG-1040 Sofia

Tel.: (359-2) 948 22 44

Fax: (359-2) 873 42 62

E-mail: int.security@mfa.government.bg

CYPRUS

Ministry of Foreign Affairs

Department for Multilateral Relations

Leoforos Proedrikou

CY-1447 Nicosia

Tel.:(357) 22 401152

Fax: (357) 22 661881, (357) 22 665313, (357) 22 665778

e-mail: ppapadopoulos@mfa.gov.cy

TSJECHIË

UN Department

Ministry of Foreign Affairs

Loretánské námìstí 5

CZ-118 00 Praha 1

Tel.: (420-2) 241 82 324

Fax: (420-2) 241 82 026

E-mail osn_sekretariat@mzv.cz

DENEMARKEN

Ministry of Foreign Affairs of Denmark

Security Policy Department

Asiatisk Plads 2

DK-1448 Copenhagen K

Tel.: (45-33) 92 06 93

Fax: (45-33) 92 18 04

E-mail: sp@um.dk

ESTLAND

Ministry of Foreign Affairs

First Political department

Tel.: (372-6) 37 71 00

Fax: (372-6) 37 71 99

E-mail: armscontrol@mfa.ee E-mail: stratkom@mfa.ee

FINLAND

Ministry of Foreign Affairs

Political Department

Unit for Arms Control, Disarmament and Non-proliferation

P.O. Box 176

FIN-00161 Helsinki

Tel.: (358-9) 16 05 51 10

Fax: (358-9) 16 05 60 66

E-mail: POL-05@formin.fi

FRANKRIJK

Ministry of Foreign Affairs

Directorate of Strategic Affairs, Security and Disarmament

Division of Chemical and Biological Disarmament and Conventional Weapons Control

Tel.: (33-1) 43 17 40 70

Fax: (33-1) 43 17 49 52

E-mail: Jean-Francois.Guillaume@diplomatie.gouv.fr

DUITSLAND

Federal Foreign Office

Division 241

Conventional Arms Control

Werderscher Markt 1

D-10117 Berlin

Tel.: (49-30) 50 00 42 72

Fax: (49-30) 50 00 542 72

E-mail: 241-0@diplo.de

GRIEKENLAND

Ministry of Foreign Affairs

Directorate of United Nations and International Organisations

Section of Non-proliferation, Disarmament and Arms Control

GR-Athens

Tel.: (30-210) 368 25 40

Fax: (30-210) 368 22 39

E-mail: d01@mfa.gr

HONGARIJE

Security Policy and Non-proliferation Department

Arms Control and Non-Proliferation Section

MFA Hungary

Tel.: (36-1) 458 11 05

Fax: (36-1) 375 09 22

E-mail: bpnf@kum.hu

Contact persons:

Mr. Zoltán PAPP (zpapp@kum.hu)

Mr. Balázs GÉCZY (bgeczy@kum.hu)

Mr. Szabolcs OSVÁT (szosvat@kum.hu)

IERLAND

National Point of Contact

Disarmament and Non-Proliferation Section

Department of Foreign Affairs

79 St Stephens Green

Dublin 2

Tel.: (353-1) 408 20 76

Fax: (353-1) 408 23 83

ITALIË

Counsellor Emanuele Farruggia

Disarmament and Non Proliferation Division

General Department for Multilateral Political Affairs and Human Rights

Italian Ministry of Foreign Affairs

Piazzale della Farnesina 1

I-00194 — Rome

Tel.: (39-06) 36 91 40 00

Fax: (39-06) 323 59 27

E-mail: emanuele.farruggia @esteri.it

LETLAND

Non-proliferation and Arms Control Division

Security Policy Department

Ministry of Foreign Affairs of the Republic of Latvia

Brivibas blvd.36

LV-1395 Riga

Tel.: (371-7) 01 64 56, (371-7) 01 61 56

Fax: (371-7) 22 72 26

LITOUWEN

Arms Control, Non-proliferation and Disarmament Division

Security Policy Department

J. Tumo-Vaižganto 2,

LT-01511 Vilnius

Tel.: (370-5) 236 25 79

Fax: (370-5) 236 25 19

E-mail: dovydas.spokauskas@urm.lt

LUXEMBURG

Ministry of Foreign Affairs

Ms. Tessy Seidenthal

5 rue Notre-Dame

L–2240 Luxembourg

Tel.: (352) 478 24 69

Fax: (352) 22 19 89

E-mail: tessy.seidenthal@mae.etat.lu

MALTA

Mr. Andrew Seychell

Assistant Commissioner of Police

Police Force General Headquarters

Floriana

Malta

Tel.: (356-21) 247 800

Fax: (356-21) 247 922

E-mail: andrew.seychell@gov.mt

NEDERLAND

Desk Officer for Small Arms and Light Weapons

Netherlands Ministry of Foreign Affairs

Arms Export Policy Division and Arms Control (DVB/WW)

P.O. Box 20061

2500 EB The Hague, Netherlands

Tel.: (31-70) 348 55 62

Fax: (31-70) 348 54 79

POLEN

Department of Security Policy

Ministry of Foreign Affairs

Al. J. Ch. Szucha 23,

PL-00-580 Warsaw

Tel.: (48-22) 523 92 06,

Fax: (48-22) 523 93 03,

E-mail: anna.tyszkiewicz@msz.gov.pl, dpb@msz.gov.pl

Division of International Operational Police Cooperation

Criminal Intelligence Bureau

National Police Headquaters, ul. Puławska 148/150

PL-02-514 Warsaw

Tel.: (48-22) 601 23 59

Fax: (48-22) 601 26 74

E-mail: ncbwarsaw@kgp.gov.pl

PORTUGAL

Ministry of Foreign Affairs

Disarmament and Non-proliferation Unit

Largo do Rilvas

P-1399-030 Lisboa

Tel.: (351-21) 394 62 95

Fax.: (351-21) 394 60 37

E-mail: dsd2@sg.mne.gov.pt

ROEMENIË

Ministry of Foreign Affairs

Counter-Terrorism and Arms Control Division

Tel.: (40-21) 319 68 57

Fax: (40-21) 319 23 63

E-mail: oncat@mae.ro

Additional point of contact:

Ministry of Foreign Affairs

National Agency for Exports Control

Conventional Arms Division

Tel.: (40-21) 311 11 93

Fax: (40-21) 311 12 97

E-mail: ancex@ancex.ro

SLOWAKIJE

Ministry of Foreign Affairs

Department of OSCE and Disarmament

Hlboka cesta 2

833 36 Bratislava

Tel.: (421-2) 59 78 31 41

Fax: (421-2) 59 78 31 49

E-mail: obod@foreign.gov.sk

SLOVENIË

Ms Irina Gorsic

Arms Control and Non-proliferation Unit

Security Policy Division

Ministry of Foreign Affairs

Prešernova ulica 25,

SK-1000 Ljubljana

Tel.: (386-1) 478 12 50

Fax: (386-1) 478 22 29

SPANJE

Ministerio de Asuntos Exteriores y de Cooperación (MAEC)

Dirección General de Asuntos Internacionales de Terrorismo,

No Proliferación y Desarme

Subdirección General de No Proliferación y Desarme

Luis Gómez Nogueira,

Jefe de Área de Desarme

Calle Serrano Galvache, 26

E-28071 Madrid

Tel.: (34-91) 379 17 59

Fax: (34-91) 394 86 78

E-mail: luis.gomez@mae.es

ZWEDEN

Department for Disarmament and Non-Proliferation

Ministry of Foreign Affairs

S-103 39 Stockholm

Tel.: (46-8) 405 10 00

Fax: (46-8) 723 11 76

E-mail: UD-NIS@foreign.ministry.se

VERENIGD KONINKRIJK

Philip Tissot

Deputy Head of Security Policy Group

Foreign and Commonwealth Office

King Charles Street

London SW1A 2AH

United Kingdom

Tel.: (44-20) 70 08 39 28

Fax: (44-20) 70 08 26 35

E-mail: Philip.Tissot@fco.gov.uk

SECRETARIAAT-GENERAAL VAN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE

Office of the Personal Representative on Non-Proliferation

Rue de Loi, 175

B-1049 Brussels

Tel.: (32-2) 281 80 44

Fax: (32-2) 281 81 55

E-mail: secretariat.wmd@consilium.europa.eu

www.consilium.europa.eu/wmd

EUROPESE COMMISSIE

Directorate General for External Relations

Mr Luigi Narbone.

Tel.: (32-2) 298 73 21

Fax: (32-2) 295 05 80

E-mail: luigi.narbone@ec.europa.eu