ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 291

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

50e jaargang
5 december 2007


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen en adviezen

 

ADVIEZEN

 

Europese Centrale Bank

2007/C 291/01

Advies van de Europese Centrale Bank van 14 november 2007 op verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de Europese statistiek (CON/2007/35)

1

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2007/C 291/02

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

5

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2007/C 291/03

Wisselkoersen van de euro

9

2007/C 291/04

Advies van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en machtsposities uitgebracht op de 429e bijeenkomst van 9 juli 2007 betreffende een voorontwerp van beschikking in Zaak COMP/E-2/39.140 — DaimlerChrysler

10

2007/C 291/05

Eindverslag van de Raadadviseur-auditeur in Zaak COMP/E-2/39.140 — DaimlerChrysler (opgesteld overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de Raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures — PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21)

11

 

V   Bekendmakingen

 

BESTUURLIJKE PROCEDURES

 

Commissie

2007/C 291/06

Oproep tot het indienen van voorstellen — EACEA/34/07 — Voor de tenuitvoerlegging van het onderdeel externe samenwerking van Erasmus Mundus in het academisch jaar 2008-2009 — Het communautaire actieprogramma voor de bevordering van samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs en de uitwisseling van studenten, onderzoekers en universiteitsmedewerkers uit EU-lidstaten en derde landen

12

 

ANDERE BESLUITEN

 

Commissie

2007/C 291/07

Bekendmaking van een wijzigingsverzoek overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

14

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen en adviezen

ADVIEZEN

Europese Centrale Bank

5.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/1


ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 14 november 2007

op verzoek van de Raad van de Europese Unie inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de Europese statistiek

(CON/2007/35)

(2007/C 291/01)

Inleiding en rechtsgrondslag

Op 8 november 2007 ontving de Europese Centrale Bank (ECB) van de Raad van de Europese Unie een verzoek om een advies inzake een voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de Europese statistiek (1) (hierna „het voorstel” te noemen).

De bevoegdheid van ECB om een advies uit te brengen is gebaseerd op het eerste streepje van artikel 105, lid 4 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Overeenkomstig de eerste zin van artikel 17.5 van het Reglement van orde van de ECB heeft de Raad van bestuur dit advies goedgekeurd.

1.   Algemene opmerkingen

1.1.

De ECB verwelkomt het voorstel, aangezien de ECB het bestaan erkent van twee parallelle en aanvullende stelsels voor het produceren van Europese statistieken en tegelijkertijd erkent de ECB de onafhankelijkheid van het ESCB bij het uitoefenen van diens statistische taken (overwegingen 7 en 8). De ECB verwelkomt eveneens de verwijzing in overweging 9 naar de belangrijke adviserende rol van het Comité voor monetaire, financiële en betalingsbalansstatistiek (CMFB).

1.2.

Tot haar tevredenheid stelt de ECB vast dat het voorstel de noodzaak erkent van nauwe samenwerking tussen het ESS en het ESCB inzake de ontwikkeling, productie en verspreiding van door beide stelsels geproduceerde Europese statistieken (artikel 8). Te dien aanzien merkt de ECB op dat het vereiste van een nauwe samenwerking tussen het ESS en het ESCB, zoals vermeld in overweging 6 van het voorstel, de samenwerking betreft binnen het ingevolge het Verdrag op het ESCB toepasselijke primaire rechtskader. Met name artikel 5 van de ESCB-statuten bepaalt dat teneinde de taken van het ESCB te kunnen vervullen, de ECB, bijgestaan door de nationale centrale banken, de benodigde statistische gegevens verzamelt, hetzij bij de bevoegde nationale autoriteiten, hetzij rechtstreeks bij de economische subjecten, en dat zij hiertoe samenwerkt met de instellingen of organen van de Gemeenschap en met de bevoegde instanties van de lidstaten.

1.3.

Voorts, verwelkomt de ECB dat artikel 20, lid 3 van het voorstel de uitwisseling van vertrouwelijke gegevens tussen het ESS en het ESCB, uitsluitend voor statistische doeleinden, behandelt. Het is wijd en zijd geaccepteerd dat een versterkte uitwisseling van vertrouwelijke gegevens tussen het ESS en het ESCB in toenemende mate vereist is om de kwaliteit en consistentie van Europese statistieken te verzekeren, met tot een minimum beperkte de responslast. Dat is mogelijk door dezelfde gegevens slechts eenmaal te verlangen, en deze gegevens tussen de statistische instanties, die deze nodig hebben, te delen, onder strikte naleving van de vertrouwelijksheidsbepalingen. De ECB is evenwel van mening dat, in tegenstelling tot de tekst van artikel 20, lid 3, de vaststelling van nadere sectorale rechtshandelingen, die de uitwisseling van vertrouwelijke statistische gegevens expliciet dienen toe te staan, geen voorwaarde dient te zijn voor een dergelijke uitwisseling. Teneinde een efficiënte en effectieve uitwisseling van de vereiste statistische gegevens te verzekeren, dient het rechtskader te bepalen dat een dergelijke doorgifte plaats kan vinden, mits noodzakelijk voor de efficiënte ontwikkeling, productie of verspreiding van Europese statistieken, zulks in navolging van artikel 20, lid 1 van het voorstel dat de uitwisseling van vertrouwelijke statistische gegevens binnen het ESS regelt.

1.4.

De ECB benadrukt dat het van belang is volledige juridische toegang te verkrijgen tot alle vereiste gegevens om de responslast te verminderen. Artikel 23 (toegang tot administratieve bestanden) van het voorstel verwijst daar eveneens naar. De ECB stelt evenwel voor dat het rechtskader praktische regelingen en „modaliteiten” voor effectieve toegang dient vast te stellen, en niet de „limieten en voorwaarden”, aangezien dat een ongegronde beperking van de toegang impliceert.

1.5.

Artikel 253 van het Verdrag bepaalt dat door het Europees Parlement en de Raad gezamenlijk aangenomen verordeningen dienen te verwijzen naar adviezen die krachtens het Verdrag moesten worden aangevraagd. De ECB stelt derhalve voor dat de overwegingen van de ontwerpverordening gewag maken van dit ECB-Advies.

2.   Formuleringsvoorstellen

Voorzover het ECB-Advies tot wijzigingen in het de ontwerpverordening zou leiden, zijn formuleringsvoorstellen bijgevoegd in de bijlage.

Gedaan te Frankfurt am Main, 14 november 2007.

De vicevoorzitter van de ECB

Lucas D. PAPADEMOS


(1)  COM(2007) 625.


BIJLAGE

FORMULERINGSVOORSTELLEN

Door de Commissie voorgestelde tekst

Door de ECB voorgestelde wijzigingen  (1)

Wijziging 1

Artikel 20 — Doorgifte van vertrouwelijke gegevens

Artikel 20 — Doorgifte van vertrouwelijke gegevens

1.

Vertrouwelijke gegevens mogen tussen de nationale instanties onderling en tussen de nationale instanties en de Commissie (Eurostat) worden doorgegeven, mits dat voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken noodzakelijk is. Voor verdere doorgiften moet nadrukkelijk toestemming worden verleend door de nationale instantie die de gegevens heeft verzameld. Voor verdere doorgiften moet nadrukkelijk toestemming worden verleend door de nationale instantie die de gegevens heeft verzameld.

1.

Vertrouwelijke gegevens mogen tussen de nationale instanties onderling en tussen de nationale instanties en de Commissie (Eurostat) worden doorgegeven, mits dat voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken noodzakelijk is. Voor verdere doorgiften moet nadrukkelijk toestemming worden verleend door de nationale instantie die de gegevens heeft verzameld.

2.

Er mag geen beroep worden gedaan op nationale regels betreffende de statistische geheimhouding om de doorgifte van vertrouwelijke gegevens te voorkomen wanneer communautaire wetgeving in de doorgifte van die gegevens voorziet.

3. 2.

De uitwisseling van vertrouwelijke gegevens voor statistische doeleinden tussen het Doorgifte vanuit een ESS statistische instantie en het naar een centrale bank van het ESCB van vertrouwelijke gegevens is toegestaan mits dat noodzakelijk is voor de efficiënte wanneer dat nodig wordt geacht voor de ontwikkeling, productie en of verspreiding van Europese of ESCB-statistieken zoals vastgelegd in artikel 285 van het Verdrag en artikel 5 van de statuten van het ESCB en de ECB en indien de communautaire wetgeving uitdrukkelijk daarin voorziet.

3.

De uitwisseling van vertrouwelijke gegevens voor statistische doeleinden tussen het ESS en het ESCB is toegestaan wanneer dat nodig wordt geacht voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese of ESCB-statistieken en indien de communautaire wetgeving uitdrukkelijk daarin voorziet.

2. 3.

Er mag geen beroep worden gedaan op nationale regels betreffende de statistische geheimhouding om de doorgifte van vertrouwelijke gegevens ingevolge lid 1 en 2, te voorkomen wanneer communautaire wetgeving in de doorgifte van die gegevens voorziet.

4.

De in deze verordening vastgelegde beschermingsmaatregelen zijn van toepassing op alle vertrouwelijke gegevens die binnen het ESS en tussen het ESS en het ESCB worden doorgegeven.

4.

Indien vertrouwelijke gegevens door een centrale bank van het ESCB worden doorgegeven aan een statistische instantie van het ESS, overeenkomstig Verordening (EG) nr. 2533/98 van de Raad van 23 november 1998 met betrekking tot het verzamelen van statistische gegevens door de Europese Centrale Bank  (2)orden deze gegevens uitsluitend gebruikt voor de ontwikkeling, productie of verspreiding van Europese statistieken, zoals bepaald in artikel 285 van het Verdrag en artikel 5 van de statuten van het ESCB en de ECB.

5.

Zonder afbreuk te doen aan lid 2, moet voor verdere doorgiften van vertrouwelijke gegevens buiten het ESS nadrukkelijk toestemming worden verleend door de nationale instantie die de gegevens heeft verzameld.

4. 6.

De in deze verordening vastgelegde beschermingsmaatregelen zijn van toepassing op alle vertrouwelijke gegevens die binnen het ESS en tussen de statistische instanties van het ESS en de centrale banken van het ESCB worden doorgegeven.

Rechtvaardiging — Zie paragraaf 1.3 van het advies

Wijziging 2

Artikel 23 — Toegang tot administratieve bestanden

Om de responslast zo gering mogelijk te houden, hebben de nationale instanties en de Commissie (Eurostat) toegang tot administratieve gegevensbronnen op de verschillende gebieden van hun eigen openbaar bestuur, voor zover de desbetreffende gegevens noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken.

De praktische regelingen en de beperkingen en voorwaarden voor toegang worden, waar nodig, vastgesteld door de lidstaten en de Commissie binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden.

Artikel 23 — Toegang tot administratieve bestanden

Om de responslast zo gering mogelijk te houden, hebben de nationale instanties en de Commissie (Eurostat) toegang tot administratieve gegevensbronnen op de verschillende gebieden van hun eigen openbaar bestuur, voor zover de desbetreffende gegevens noodzakelijk zijn voor de ontwikkeling, productie en verspreiding van Europese statistieken.

De praktische regelingen en de beperkingen en voorwaarden modaliteiten voor toegang worden, waar nodig, vastgesteld door de lidstaten en de Commissie binnen de grenzen van hun respectieve bevoegdheden.

Rechtvaardiging — Zie paragraaf 1.4 van het advies

Wijziging 3

Gezien het voorstel van de Commissie,

Na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gelet op het advies van de Europese Centrale Bank,

Na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming,

Rechtvaardiging — Zie paragraaf 1.5 van het advies


(1)  Vetgedrukte tekst betreft door de ECB voorgestelde toe te voegen tekst. In het corpus van de tekst doorgehaalde tekst stelt de ECB voor te schrappen.

(2)  PB L 318 van 27.11.1998, blz. 8.


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

5.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/5


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 291/02)

Datum waarop het besluit is genomen

22.11.2006

Nummer van de steunmaatregel

N 642/05

Lidstaat

Zweden

Regio

Benaming van de steunregeling (en/of naam van de begunstigde)

Ersättning till Posten AB för tillhandahållande av grundläggande betalningstjänster och kassaservice

Rechtsgrondslag

Lag (2001:1276) om grundläggande kassaservice, Förordning (2005:882) om grundläggande kassaservice

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

DAEB (Diensten van algemeen economisch belang)

Vorm van de steun

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Maximaal 800 mln SEK

Steunintensiteit

Looptijd

2 jaar (2006-2007)

Economische sectoren

Banksector

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Regeringskansliet, Näringsdepartementet

Jakobsgatan 26

S-103 33 Stockholm

Andere informatie

De Zweedse autoriteiten hebben zich ertoe verbonden het steunbedrag jaarlijks te laten herzien door een onafhankelijke controleur en, indien nodig, iedere overcompensatie terug te vorderen

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

4.4.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 564/06

Lidstaat

Portugal

Regio

Península de Setúbal

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Auxílio individual à About the Future — Empresa Produtora de Papel, SA

Rechtsgrondslag

Decreto-Lei n.o 409/99 de 15 de Outubro — regulamenta a concessão de Benefícios Fiscais

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Regionale ontwikkeling

Vorm van de steun

Belastingvoordeel

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 37,95 mln EUR

Maximale steunintensiteit

7 %

Looptijd

1.1.2006-31.12.2015

Economische sectoren

Beperkt tot de be- en verwerkende industrie

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

API — Agência Portuguesa para o Investimento, EPE

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

9.10.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 317/07

Lidstaat

Ierland

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Research, Development and Innovation Aid Scheme

Rechtsgrondslag

The Industrial Development Acts 1986 and 1998, the Science & Technology Act 1987, the Údarás na Gaeltachta Act 1979 (as amended) and the Shannon Free Airport Development Company Limited Act, 1959 (as amended)

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Onderzoek en ontwikkeling

Vorm van de steun

Directe subsidie, zachte lening

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven: 2007: 89 mln EUR, 2008: 91 mln EUR, 2009: 92 mln EUR, 2010: 94,5 mln EUR, 2011: 96 mln EUR, 2012: 96,5 mln EUR, 2013: 97 mln EUR; totaal van de voorziene steun: 656 mln EUR

Maximale steunintensiteit

80 %

Looptijd

15.9.2007-31.12.2013

Economische sectoren

Alle sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

IDA Ireland, Wilton Park House

Wilton Place

Dublin 2

Ireland

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

10.9.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 383/07

Lidstaat

Denemarken

Regio

Denmark

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Støtte til integration af udenlandske arbejdstagere

Rechtsgrondslag

Retsgrundlaget er følgende bestemmelser i integrationsloven: § 23 c (ansættelse med løntilskud), § 23 d (tilskud til mentorfunktion) og § 24 a, stk. 2 (tilskud til mentorfunktion til udlændinge, der er ansat uden løntilskud). De nævnte bestemmelser blev indsat i integrationsloven ved lov nr. 425 af 10. juni 2003 om ændring af integrationsloven og udlændingeloven. Bestemmelsen i § 23 c, stk. 3, er efterfølgende blevet ændret ved lov nr. 402 af 1. juni 2005.

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Opleiding, kleine- en middelgrote ondernemingen

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven: 0,568 mln EUR; totaal van de voorziene steun: 3,615 mln EUR

Maximale steunintensiteit

29 %

Looptijd

1.7.2007-31.12.2013

Economische sectoren

Alle sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministeriet for Flygtninge, Indvandrere og Integration, Holbergsgade 6,

DK-1057 København K

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

9.10.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 498/07

Lidstaat

België

Regio

Vlaams Geweest

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Vlaams Audiovisueel Fonds

Rechtsgrondslag

Samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap en het Vlaams Audiovisueel Fonds

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Cultuurbevordering

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven: 11,9 mln EUR

Totaal van de voorziene steun: 35,7 mln EUR

Maximale steunintensiteit

50 %

Looptijd

1.1.2008-31.12.2010

Economische sectoren

Beperkt tot recreatie, cultuur en sport

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

De Vlaamse Gemeenschap

Arenbergstraat 7

B-1000 Brussel

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

5.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/9


Wisselkoersen van de euro (1)

4 december 2007

(2007/C 291/03)

1 euro=

 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,4741

JPY

Japanse yen

161,85

DKK

Deense kroon

7,4569

GBP

Pond sterling

0,7149

SEK

Zweedse kroon

9,42

CHF

Zwitserse frank

1,648

ISK

IJslandse kroon

91,25

NOK

Noorse kroon

8,109

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CYP

Cypriotische pond

0,5842

CZK

Tsjechische koruna

26,29

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

253,45

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7004

MTL

Maltese lira

0,4293

PLN

Poolse zloty

3,6183

RON

Roemeense leu

3,5569

SKK

Slowaakse koruna

33,315

TRY

Turkse lira

1,7505

AUD

Australische dollar

1,6843

CAD

Canadese dollar

1,4815

HKD

Hongkongse dollar

11,4831

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,9334

SGD

Singaporese dollar

2,1336

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 360,45

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

10,0785

CNY

Chinese yuan renminbi

10,9061

HRK

Kroatische kuna

7,3317

IDR

Indonesische roepia

13 698,81

MYR

Maleisische ringgit

4,9264

PHP

Filipijnse peso

62,015

RUB

Russische roebel

35,986

THB

Thaise baht

45,134


(1)  

Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


5.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/10


Advies van het Adviescomité voor mededingingsregelingen en machtsposities

uitgebracht op de 429e bijeenkomst van 9 juli 2007 betreffende een voorontwerp van beschikking in Zaak COMP/E-2/39.140 — DaimlerChrysler

(2007/C 291/04)

1.

De leden van het Adviescomité zijn het met de Commissie eens dat in het licht van de praktijken die in de ontwerpbeschikking worden beschreven, de overeenkomsten tussen DaimlerChrysler en zijn erkende Mercedes-Benz servicepartners aanleiding kunnen geven tot mededingingsbezwaren op de aftermarkets voor motorvoertuigen.

2.

De leden van het Adviescomité zijn het met de Commissie eens dat de procedure in deze zaak kan worden afgesloten met een beschikking overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (1).

3.

De leden van het Adviescomité zijn het met de Commissie eens dat er, gezien de door DaimlerChrysler gedane toezeggingen, niet langer gronden voor een optreden van de Commissie bestaan, behoudens artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003.

4.

De leden van het Adviescomité zijn het met de Commissie eens dat DaimlerChrysler aan de toezeggingen gebonden is tot en met 31 mei 2010.

5.

De leden van het Adviescomité verzoeken de Commissie rekening te houden met alle opmerkingen die tijdens de discussie werden gemaakt.

6.

De leden van het Adviescomité bevelen aan dat hun advies wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.


(1)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.


5.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/11


Eindverslag van de Raadadviseur-auditeur in Zaak COMP/E-2/39.140 — DaimlerChrysler

(opgesteld overeenkomstig de artikelen 15 en 16 van Besluit 2001/462/EG, EGKS van de Commissie van 23 mei 2001 betreffende het mandaat van de Raadadviseur-auditeur in bepaalde mededingingsprocedures — PB L 162 van 19.6.2001, blz. 21)

(2007/C 291/05)

De ontwerpbeschikking die ingevolge artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Raad (1) bij de Commissie is ingediend, betreft het verstrekken van technische informatie voor de reparatie van voertuigen van de merken Mercedes-Benz en Smart van DaimlerChrysler AG.

De Commissie heeft op 22 december 2004, na de publicatie van een studie van het Duitse onderzoekinstituut IKA, een onderzoek ingesteld naar het verstrekken van technische informatie aan onafhankelijke reparateurs door DaimlerChrysler AG. Op 1 december 2006 leidde de Commissie de procedure in op grond van hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 1/2003, en stelde zij een voorlopige beoordeling vast als bedoeld in artikel 9, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1/2003. Het mededingingsbezwaar dat zij hierin naar voren bracht was, dat DaimlerChrysler AG uitsluitend aan erkende reparateurs volledige toegang leek te hebben verschaft tot haar technische informatie. De voorlopige beoordeling van de Commissie werd op 1 december 2006 aan DaimlerChrysler AG toegezonden.

In reactie hierop deed DaimlerChrysler AG op 14 februari 2007 een aantal toezeggingen.

Op 22 maart 2007 maakte de Commissie op grond van artikel 27, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1/2003, een bericht bekend in het Publicatieblad van de Europese Unie waarin zij belanghebbende ondernemingen verzocht binnen een maand na de bekendmaking van de kennisgeving hierover hun opmerkingen te maken. De opmerkingen die in reactie op deze uitnodiging werden ontvangen bevestigden in grote lijnen de doeltreffendheid van de door DaimlerChrysler AG gedane toezeggingen.

De Commissie is thans tot de conclusie gekomen dat, gelet op de door DaimlerChrysler gedane toezeggingen en onverminderd artikel 9, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1/2003, er niet langer gronden voor een optreden harerzijds bestaan.

Bij een beschikking krachtens artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1/2003 wordt er geen schending van de mededingingsregels vastgesteld, maar stemmen de partijen ermee in om aan de bezorgdheden tegemoet te komen die de Commissie in haar voorlopige beoordeling heeft geformuleerd. Bij dit proces is er bereidheid van beide zijden om de administratieve en wettelijke vereisten die inherent zijn aan een volledig onderzoek van een vermeende inbreuk, te vereenvoudigen. Dit is de reden waarom in twee reeds door het college gegeven beschikkingen (2) werd aangenomen dat de eerlijke rechtsgang wordt gerespecteerd wanneer de partijen de Commissie ervan in kennis stellen dat zij voldoende toegang gekregen hebben tot de informatie die zij nodig hadden om toezeggingen voor te stellen die aan de bezorgdheden van de Commissie tegemoet konden komen.

Deze zaak werd op dezelfde manier behandeld, daar DaimlerChrysler AG op 22 mei 2007 de Commissie in dit verband een verklaring heeft overgelegd.

Gelet op het voorgaande ben ik van oordeel dat de rechten om te worden gehoord, zijn gerespecteerd.

Brussel, 11 juli 2007.

Karen WILLIAMS


(1)  PB L 1 van 4.1.2003, blz. 1.

(2)  Zie beschikking van 22 juni 2005 in Zaak COMP/39.116 — Coca-Cola en beschikking van 19 januari 2005 in Zaak COMP/37.214 — DFB.


V Bekendmakingen

BESTUURLIJKE PROCEDURES

Commissie

5.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/12


OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN — EACEA/34/07

Voor de tenuitvoerlegging van het onderdeel externe samenwerking van Erasmus Mundus in het academisch jaar 2008-2009

Het communautaire actieprogramma voor de bevordering van samenwerking tussen instellingen voor hoger onderwijs en de uitwisseling van studenten, onderzoekers en universiteitsmedewerkers uit EU-lidstaten en derde landen

(2007/C 291/06)

Er zij op gewezen dat deze oproep tot het indienen van voorstellen eerst ten uitvoer kan worden gelegd als:

i)

de kredieten die in de communautaire begroting voor 2008 zijn voorzien in verband met deze actie zijn vastgesteld; en

ii)

de programmeringsdocumenten voor de betreffende acties en de betreffende financieringsbesluiten formeel zijn goedgekeurd.

1.   Doelstellingen en beschrijving

Het onderdeel externe samenwerking van Erasmus Mundus heeft tot doel een wederzijdse verrijking te realiseren en een beter begrip tot stand te brengen tussen de Europese Unie en derde landen. Het is opgezet om de institutionele samenwerking tussen de Europese Unie en derde landen op het gebied van het hoger onderwijs te stimuleren door middel van een mobiliteitsprogramma dat is gericht op uitwisselingen van studenten en universiteitsmedewerkers voor studie, onderwijs, opleiding en onderzoek.

Het programma heeft betrekking op de volgende activiteiten en kosten:

Het opzetten van institutionele partnerschappen van instellingen voor hoger onderwijs uit Europa en derde landen met het oog op twee soorten activiteiten:

de organisatie van de individuele mobiliteit van studenten uit het hoger onderwijs, onderzoekers en universiteitsmedewerkers;

de tenuitvoerlegging van de individuele mobiliteit; de soorten mobiliteit en onderwijs die in het kader van deze oproep voor financiering in aanmerking komen zijn:

studenten: mobiliteitsmogelijkheden op bachelor-, master-, doctoraats- en postdoctoraal niveau;

universiteitsmedewerkers: uitwisseling ten behoeve van onderwijs, praktische opleiding en onderzoek.

2.   In aanmerking komende gegadigden en begunstigden

Gegadigden moeten universiteiten of Europese instellingen voor hoger onderwijs zijn die een partnerschap vertegenwoordigen van ten hoogste 20 partnerinstellingen.

Het partnerschap dient te bestaan uit Europese instellingen voor hoger onderwijs die reeds voor de publicatiedatum van deze oproep in het bezit waren van een Erasmus University Charter, en instellingen voor hoger onderwijs uit derde landen die zijn erkend en geaccrediteerd door de nationale autoriteiten.

3.   In aanmerking komende landen

De activiteiten moeten plaatsvinden in één van de in het kader van deze oproep in aanmerking komende landen. Er zijn drie groepen in aanmerking komende landen/regio's:

de 27 lidstaten van de Europese Unie;

kandidaat-lidstaten van de EU (Kroatië en Turkije) en EER-landen (IJsland, Liechtenstein en Noorwegen);

de volgende derde landen en geografische regio's:

Brazilië, Chili, Mexico, Rusland, India, het zuidelijke en oostelijke nabuurschapsgebied, de regio Midden-Oosten, de Centraal-Aziatische republieken, de ACS-landen (een groep staten in Afrika, het Caraïbisch gebied en de Stille Oceaan), de Westelijke Balkanregio en de regio Azië.

4.   Beschikbare begroting

Het totale indicatieve bedrag dat in het kader van deze oproep tot het indienen van voorstellen beschikbaar wordt gesteld is 100,348 miljoen EUR voor de volgende geografische regio's en landen:

Geografische regio's

Indicatief totaalbedrag

Zuidelijk Middellandse Zeegebied en Oost-Europa en Rusland

33,528 miljoen EUR

Jemen, Iran, Irak

3 miljoen EUR

Centraal-Aziatische republieken

5 miljoen EUR

ACS-landen

5 miljoen EUR

Westelijke Balkan

6 miljoen EUR

Regio Azië

20 miljoen EUR

India

9,6 miljoen EUR

Brazilië

9,3 miljoen EUR

Chili

4,92 miljoen EUR

Mexico

4 miljoen EUR

5.   Termijn

Uiterste datum voor de indiening van de aanvragen:

15 februari 2008.

6.   Nadere informatie

De volledige tekst van de oproep tot het indienen van voorstellen, alsook de aanvraagformulieren, zijn te vinden op de volgende website:

http://eacea.ec.europa.eu/extcoop/call/index.htm

De aanvragen moeten aan de bepalingen van de volledige tekst voldoen en met behulp van het daartoe bestemde formulier worden ingediend.


ANDERE BESLUITEN

Commissie

5.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 291/14


Bekendmaking van een wijzigingsverzoek overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad inzake de bescherming van geografische aanduidingen en oorsprongsbenamingen van landbouwproducten en levensmiddelen

(2007/C 291/07)

Deze bekendmaking verleent het recht om op grond van artikel 7 van Verordening (EG) nr. 510/2006 van de Raad (1) bezwaar aan te tekenen tegen de aanvraag. Bezwaarschriften moeten de Commissie bereiken binnen zes maanden te rekenen vanaf de datum van deze bekendmaking.

WIJZIGINGSVERZOEK

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

Wijzigingsverzoek overeenkomstig artikel 9 en artikel 17, lid 2

„ROCAMADOUR”

EG-nummer: FR/PDO/105/0026/29.11.2004

BOB ( X ) BGA ( )

Gevraagde wijziging(en)

1.   Rubriek van het productdossier waarop de wijziging betrekking heeft:

Image

Naam van het product

Image

Beschrijving van het product

Image

Geografisch gebied

Image

Bewijs van de oorsprong

Image

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Image

Verband

Image

Etikettering

Image

Nationale eisen

Image

Overige [nader aan te geven]

2.   Aard van de wijziging(en):

Image

Wijziging van het enige document of de samenvatting

Image

Wijziging van het productdossier voor een geregistreerde BOB of BGA waarvoor geen enig document en ook geen samenvatting is bekendgemaakt

Image

Wijziging van het productdossier waarbij geen wijziging van het bekendgemaakte enige document nodig is (artikel 9, lid 3, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

Image

Tijdelijke wijziging van het productdossier als gevolg van een verplichte gezondheids- of fytosanitaire maatregel die is opgelegd door de overheid (artikel 9, lid 4, van Verordening (EG) nr. 510/2006)

3.   Wijziging(en):

Het algemene doel van de gevraagde wijzigingen is om alle benodigde details te vermelden ter verduidelijking van zowel de voorwaarden voor productie van de gebruikte melk als de voorwaarden voor verkrijging van het product.

Met deze wijzigingen kan het product beter in verband worden gebracht met zijn streek, kunnen de kenmerken van het product beter worden beschermd en kunnen afwijkingen van de regels worden voorkomen.

Werkwijze voor het verkrijgen van het product

Toevoeging aan de vierde alinea: „Deze beperking heeft alleen betrekking op de methodes door middel van ongeacht welke hormoonbehandeling. Dit geldt niet voor de andere methodes die worden gebruikt voor het verschuiven van het lammeren.”

Er wordt verklaard dat de beperking (het maximale aantal geiten die buiten het seizoen in de kudde lammeren) slechts betrekking heeft op de kunstmatige verschuiving van het lammeren met behulp van hormoonbehandelingen. Hiermee kan worden bevestigd dat de beperking niet geldt voor de andere gebruikte methodes en dan met name lichtbehandeling of natuurlijke verschuiving van het lammeren.

In de vijfde alinea moet „bij elk bedrijf dient het daadwerkelijk geëxploiteerde graasoppervlak in het geografische gebied ten minste 1 000 vierkante meter per melkgeit te bedragen” worden vervangen door: „Bij elk bedrijf mag de belasting niet groter zijn dan 10 geiten per hectare in het eerder beschreven geografische gebied gelegen velden met voedergewassen, natuurweiden of velden met granen die bestemd zijn voor de voeding van de geiten.”

Het doel is om bij de berekening van de belasting per hectare alleen te kijken naar de oppervlakten die daadwerkelijk door of voor de kudde geiten worden gebruikt. Bovendien komt de nieuwe tekst beter overeen met de termen die doorgaans worden gebruikt door geitenhouders.

Toevoeging van een alinea: „Het strooien van organische mest van al dan niet agrarische herkomst is onder bepaalde voorwaarden toegestaan.”

Het doel is om duidelijk te maken onder welke voorwaarden het strooien van mest is toegestaan teneinde afwijkingen te voorkomen en de natuurlijke omgeving en de kwaliteit van het grasland en gewassen die bestemd zijn voor de voeding van de kudden, te behouden.

Toevoeging van een alinea: „Met ingang van 1 januari 2010 is het verboden om de geiten te voeren met gegist veevoeder. Dit verbod is met onmiddellijke ingang van toepassing op nieuwe bedrijven.”

Om de kenmerken van het product te behouden, is het gebruik van kuilvoer verboden. Deze maatregel vereist echter een grote verandering, zowel in de structuur van de bedrijven als in de organisatie van het werk. Daarom wordt er een termijn voor de aanpassing bepaald. Deze termijn is niet gewenst voor nieuwe bedrijven om te voorkomen dat jongeren in bedrijfsstructuren terechtkomen die snel moeten veranderen waardoor hun kans van slagen in gevaar wordt gebracht.

Toevoeging van een alinea: „In uitzonderlijke omstandigheden, vooral in het geval van onvoorziene klimaatsomstandigheden, kan het INAO tijdelijke afwijkingen van de regels voor de voeding van de geiten toestaan.”

Deze bepaling zorgt ervoor dat de dieren in dergelijke omstandigheden op de juiste wijze worden gevoederd.

Toevoeging van de alinea's:

 

„Het concentreren van de melk door gedeeltelijke verwijdering van het waterige gedeelte voor het stremmen is verboden.”

 

„Naast de melkgrondstoffen, zijn stremsel, onschadelijke bacterieculturen, gist, schimmel en zout de enige ingrediënten of bereidingshulpstoffen of additieven die in de melk en tijdens de vervaardiging zijn toegestaan.”

 

„Het is verboden om de verse kaas te bewaren bij een temperatuur onder 0 °C of onder gewijzigde atmosfeer.”

 

„Het is verboden om kaas die ligt te rijpen, te bewaren onder gewijzigde atmosfeer.”

 

Voor het gebruik van behandelingen en additieven voor kaas gold een algemene regelgeving. Er wordt echter opgemerkt dat nieuwe technieken, waarvan een aantal betrekking heeft op behandelingen en additieven, zoals microfiltratie, gedeeltelijke concentratie van de melk of rijpingsenzymen, gevolgen konden hebben voor de kenmerken van kazen met een oorsprongsbenaming. Vooral bepaalde enzymadditieven leken niet verenigbaar te zijn met het behoud van de essentiële kenmerken van producten met een beschermde oorsprongsbenaming.

 

Daarom bleek het nodig om in de productdossiers van elke oorsprongsbenaming, onder punt 4-5, de huidige praktijken te vermelden met betrekking tot het gebruik van behandelingen en additieven in de melk en bij de vervaardiging van kaas teneinde te voorkomen dat toekomstige, niet nader omschreven praktijken schade toebrengen aan de kenmerken van kaas met een oorsprongsbenaming.

 

Daarnaast wordt, met het oog op een betere bescherming van het product, een nadere omschrijving gegeven van de rijping van de in repen vurenhout gevatte kaas op vurenhouten planken en van de ve rpakking van de kaas.

 

In de vijftiende en zestiende alinea's moet „fabrikanten die gekoelde melk gebruiken, voegen stremsel toe bij ontvangst van de melk” worden vervangen door: „Fabrikanten die gekoelde melk gebruiken […] enten de melk bij ontvangst en voegen stremsel toe binnen maximaal 8 uur na het enten. In boerenbedrijven gebeurt dit […] binnen maximaal 6 uur na de laatste melking.”

 

Om technische redenen moet de gekoelde melk rijpen voordat hier stremsel aan toe wordt gevoegd. Daarom dient een bepaalde tijd te verlopen tussen de ontvangst van de melk en het toevoegen van stremsel.

 

Toevoeging van de alinea: „Bij boerenbedrijven die de door hen geproduceerde melk van verschillende melkbeurten een tijd bewaren, moet de betrokken melk worden geënt en mag deze niet worden afgekoeld tot een temperatuur lager dan 10 °C.”

 

Deze bepaling zorgt ervoor dat de melk van de eerste melkronde lang kan rijpen, zodat de typische kenmerken van de melk beter tot uiting komen.

 

In de vierentwintigste alinea moet „tussen 28 % en 35 %” worden vervangen door: „Bij het in vormen gieten moet het gehalte aan droge stof ten minste 31 % zijn.”

 

De drempelwaarde van 28 % is te laag om verfijnde kaas te verkrijgen met het minimaal vereiste gehalte aan droge stof. De drempelwaarde van 35 % is verwijderd, omdat deze tot te droge kaas leidde. Bovendien is deze niet zinvol, omdat het niet rendabel zou zijn om in vormen te gieten bij een zodanig hoog gehalte aan droge stof. Er is dus slechts een minimumwaarde behouden, die dienovereenkomstig is aangepast.

 

In de zevenentwintigste alinea moet „de kaas mag pas worden verhandeld vanaf de zesde dag na de dag dat deze uit de vorm is gehaald” worden vervangen door: „De totale rijpingsduur dient ten minste 6 dagen te zijn na de dag dat de kaas uit de vorm is gehaald.”

 

De benodigde tijdsduur voor verhandeling is de rijpingstijd van de kaas. Deze opnieuw geformuleerde bepaling is bedoeld om te benadrukken dat de rijping een voorwaarde voor specifieke vervaardiging is (nader aangeduide temperatuur en vochtigheid).

Etikettering

Toevoeging van de alinea's:

 

„De partijen waarbij meer kazen in één enkele verpakking zitten en die zijn verpakt op de plaats van productie, mogen slechts één enkel etiket bevatten wanneer deze bestemd zijn voor verkoop aan de eindconsument in de afdeling zelfbediening van grootwinkelbedrijven.”

 

„Daarnaast dient elke verkoopeenheid van kaas ten minste één etiket te bevatten in het geval van directe verkoop door de producent, of door iedere persoon die rechtstreeks onder zijn verantwoordelijkheid valt, op de boerderij of op markten. Bovendien dient de verkoopstand een bord te hebben met daarop de naam van de producent en/of het rijpingsbedrijf, het adres van de plaats van productie en/of rijping, de benaming en de vermelding „beschermde oorsprongsbenaming”.”

 

Het gaat erom dat de regel van één etiket per kaas op praktische wijze wordt aangepast aan het type verkoop, en wel zo dat het product zonder problemen kan worden herkend.

 

Verwijdering van: De vermeldingen „boerenkaas” en „boerenproductie”, of elke andere vermelding die duidt op een boerenherkomst van de kaas, zijn voorbehouden aan kaas die door een agrarische producent op zijn eigen bedrijf is vervaardigd overeenkomstig traditionele technieken en uitsluitend met melk van het eigen bedrijf, ongeacht of deze kaas rijpt in het bedrijf zelf of bij een rijpingsbedrijf in het geografische gebied.

 

Deze vermeldingen vallen nu onder de algemene regelgeving inzake kazen en zijn daarom overbodig.

SAMENVATTING

VERORDENING (EG) Nr. 510/2006 VAN DE RAAD

„ROCAMADOUR”

EG-nummer: FR/PDO/105/0026/29.11.2004

BOB ( X ) BGA ( )

Deze samenvatting bevat de belangrijkste gegevens uit het productdossier ter informatie.

1.   Bevoegde dienst van de lidstaat:

Naam:

Institut National de l'Origine et de la Qualité (INAO)

Adres:

51, rue d'Anjou

F-75008 Paris

Tel.

(33) 153 89 80 00

Fax

(33) 153 89 80 60

E-mail:

info@inao.gouv.fr

2.   Groepering:

Naam:

Syndicat des Producteurs de fromages Rocamadour

Adres:

Maison de l'Agriculture du Lot

430, Avenue Jean Jaurès — BP 199

F-46004 Cahors Cedex

Tel.

(33) 565 23 22 21

Fax

(33) 565 23 22 19

E-mail:

Samenstelling:

Producenten/verwerkers ( X ) Andere samenstelling ( )

3.   Productcategorie:

Klasse 1.3 — Kaas

4.   Overzicht van het productdossier:

(samenvatting van de bij artikel 4, lid 2, van Verordening (EG) nr. 510/2006 voorgeschreven gegevens)

4.1.   Naam: „Rocamadour”.

4.2.   Beschrijving: Klein, zacht geitenkaasje van rauwe, volle melk met een natuurlijke korst die bestaat uit een gestreept, licht fluwelig vel met een kleur die varieert van wit tot crème tot donkerbeige, in de vorm van een kleine afgeplatte cilinder met een gewicht van ongeveer 35 gram. Dit bevat ten minste 45 gram vet per 100 gram kaas na volledige droging en het totale gewicht aan droge stof mag niet lager zijn dan 14 gram per kaasje.

4.3.   Geografisch gebied: Het geografische gebied strekt zich uit over de kalkplateaus van de Causses, met een deel van het departement Lot als zwaartepunt, en bestrijkt tevens een deel van de departementen Aveyron, Corrèze, Dordogne en Tarn-et-Garonne.

Departement Aveyron

kanton Capdenac-Gare: de gemeenten Balaguier-d'Olt, Causse-et-Diège en Foissac;

kanton Villeneuve: de gemeenten Ambeyrac, La Capelle-Balaguier, Montsalès, Ols-et-Rinhodes, Saujac, Sainte-Croix, Salvagnac-Cajarc en Villeneuve;

kanton Villefranche-de-Rouergue: de gemeente Martiel.

Departement Corrèze

kanton Larche: de gemeenten Chartrier-Ferrière en Chasteaux;

kanton Brive-la-Gaillarde-(zuidwest): de gemeenten Estivals en Nespouls;

kanton Meyssac: de gemeente Turenne.

Departement Dordogne

kanton Carlux: de gemeenten Cazoulès, Peyrillac-et-Millac en Orliaguet;

kanton Montignac: de gemeente Saint-Amand-de-Coly;

kanton Salignac-Eyvigues: de gemeenten Archignac, Borrèze, Jayac, Nadaillac, Paulin en Salignac-Eyvigues;

kanton Terrasson-la-Villedieu: de gemeenten La Cassagne, Chavagnac en La Dornac.

Departement Lot

kanton Bretenoux: de gemeenten Gintrac, Prudhomat en Saint-Michel-Loubéjou;

kanton Cahors (noordwest): alle gemeenten;

kanton Cahors (noordoost): alle gemeenten;

kanton Cahors (zuid): alle gemeenten;

kanton Cajarc: alle gemeenten;

kanton Castelnau-Montratier: de gemeenten Cézac, Lhospitalet en Pern;

kanton Catus: alle gemeenten;

kanton Cazals: de gemeenten Arques en Gindou;

kanton Figeac-Ouest: de gemeenten Béduer en Faycelles;

kanton Gourdon: de gemeenten Anglars-Nozac, Gourdon, Rouffilhac, Saint-Cirq-Souillaguet, Saint-Clair, Saint-Projet en Le Vigan;

kanton Gramat: alle gemeenten;

kanton Labastide-Murat: alle gemeenten;

kanton Lacapelle-Marival: de gemeenten Albiac, Anglars (alleen het deel van de gemeente ten westen van de lijn die wordt gevormd door departementale weg 940 en de beek Lascurades), Aynac, Le Bourg (alleen het deel van de gemeente ten westen van de lijn die wordt gevormd door rijksweg 140 en departementale weg 940), Issendolus, Lacapelle-Marival (alleen het deel van de gemeente ten westen van de lijn die wordt gevormd door departementale weg 940 en departementale weg 218), Rudelle, Rueyres, Thémines en Théminettes;

kanton Lalbenque: de gemeenten Aujols, Bach, Belmont-Sainte-Foi, Cieurac, Cremps, Escamps, Flaujac-Poujols, Laburgade, Lalbenque en Vaylats;

kanton Lauzès: alle gemeenten;

kanton Limogne-en-Quercy: alle gemeenten;

kanton Livernon: alle gemeenten;

kanton Luzech: alle gemeenten;

kanton Martel: alle gemeenten;

kanton Montcuq: de gemeenten Bagat-en-Quercy, Belmontet, Le Boulvé, Fargues, Lascasbanes, Saint-Matré, Saint-Pantaléon en Saux;

kanton Payrac: de gemeenten Calès, Fajoles, Lamothe-Fénelon, Loupiac, Nadaillac-de-Rouge, Payrac, Reilhaguet en Le Roc;

kanton Puy-L'Evêque: de gemeenten Floressas, Grézels, Lacapelle-Cabanac, Mauroux, Sérignac en Touzac;

kanton Saint-Céré: de gemeenten Autoire, Loubressac, Mayrinhac-Lentour, Saignes, Saint-Jean-Lagineste, Saint-Jean-Lespinasse en Saint-Médard-de-Presque;

kanton Saint-Germain-du-Bel-Air: alle gemeenten;

kanton Saint-Géry: alle gemeenten;

kanton Salviac: de gemeenten Dégagnac, Lavercantière, Rampoux, Salviac en Thédirac;

kanton Souillac: alle gemeenten;

kanton Vayrac: de gemeenten Carennac, Condat, Les Quatre-Routes en Strenquels.

Departement Tarn-et-Garonne

kanton Caylus: de gemeenten Caylus, Lacapelle-Livron, Loze en Saint-Projet.

4.4.   Bewijs van de oorsprong: Elke ondernemer vult een „verklaring van geschiktheid” in die wordt geregistreerd door de diensten van het INAO en aan de hand waarvan de laatstgenoemde alle ondernemers kan identificeren. De ondernemers dienen registers bij te houden voor het INAO, evenals alle documenten die nodig zijn voor de controle van de oorsprong, de kwaliteit en de omstandigheden van productie van de melk en de kaas.

Bij de controle die wordt uitgevoerd met betrekking tot de kenmerken van het product met oorsprongsbenaming wordt een analytisch en organoleptisch onderzoek uitgevoerd ter controle van de kwaliteit en de kenmerkendheid van de producten die aan dit onderzoek worden onderworpen.

4.5.   Werkwijze voor het verkrijgen van het product: De productie van de melk en de vervaardiging en rijping van de kaas dienen plaats te vinden in het geografische gebied. Omdat het een zachte kaas met langzame stremming betreft, dient de stremming ten minste 20 uur te duren bij een minimale temperatuur van 18 °C en dient de wrongel eerst ten minste 12 uur uit te lekken. Het zouten gebeurt in de wrongel. Vervolgens wordt de uitgelekte wrongel in vormen gedaan en moet de kaas ten minste 6 dagen rijpen nadat deze in de vorm is gedaan.

De melk is geitenmelk die alleen afkomstig is van kuddes van het ras Alpine of Saanen, of van een kruising van deze beide rassen.

De totale dagelijkse voeding dient voor ten minste 80 % te bestaan uit voer dat afkomstig is uit het geografische gebied.

In het productdossier staat informatie over de voorwaarden voor productie van de melk (hoeden van de kudde, voeding, enz.) en de methode voor vervaardiging van de kaas.

Met ingang van 1 januari 2010 is het verboden om de geiten te voeren met gegist veevoeder. Dit verbod is met onmiddellijke ingang van toepassing op nieuwe bedrijven.

4.6.   Verband: De tekst van een pachtovereenkomst uit 1451, tussen de opperleenheer van de streek, toentertijd de bisschop van Evreux, en zijn leenmannen, spreekt reeds van Rocamadour-kaas. In een recenter verleden, in 1913, had President POINCARRE het genoegen om deze kaas te proeven tijdens een diner in Cahors dat de Conseil Général ter ere van hem had georganiseerd. Dichters en gastronomen noemen de Rocamadour en de archivaris van het bisdom, correspondent van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, schreef in 1929 in zijn werk „Le Vieux Quercy” dat „alleen de Causses van Rocamadour een heerlijke kaas hebben die men in andere streken niet kent”.

Vanaf de 15e eeuw wordt in de stukken uit die tijd, en in het bijzonder de eerder genoemde pachtovereenkomst, vermeld dat „de waarde en reputatie van de Rocamadour-kaas het gevolg zijn van de aard van de aromatische planten die het melkvee eet en tevens van de bereidingswijze van de kaas”.

Dit geldt ook nu nog. De Causses van Quercy, die worden gekenmerkt door kalkhoudende en droge grond, zijn een uniek gebied dankzij de specifieke geologische en klimatologische omstandigheden en de typische flora. Het samengaan van deze bijzondere streek en de authentieke knowhow die al eeuwenlang traditioneel wordt toegepast, produceert deze typische en lekkere Rocamadour-kaas.

4.7.   Controlestructuur:

Naam:

Institut national des Appellations d'Origine (INAO)

Adres:

51, rue d'Anjou

F-75008 Paris

Tel.

(33) 153 89 80 00

Fax

(33) 153 89 80 60

E-mail:

info@inao.gouv.fr

Het Institut National des Appellations d'Origine (nationaal instituut voor oorsprongsbenamingen) is een bestuursrechtelijke openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die onder het ministerie van landbouw valt.

Het INAO is verantwoordelijk voor de controle van de productieomstandigheden van producten met een oorsprongsbenaming.

Indien de afbakening van het geografische gebied of een van de productievoorwaarden niet in acht wordt genomen, leidt dit tot een verbod op het gebruik, in ongeacht welke vorm en met ongeacht welk doel, van de oorsprongsbenaming.

Naam:

Direction Générale de la Concurrence, de la Consommation et de la Répression des Fraudes (DGCCRF)

Adres:

59, Boulevard Vincent Auriol

F-75703 Paris Cedex 13

Tel.

(33) 144 87 17 17

Fax

(33) 144 97 30 37

E-mail:

C3@dgccrf.finances.gouv.fr

Het DGCCRF is een dienst van het ministerie van economische zaken, financiële zaken en industrie.

4.8.   Etikettering: De Rocamadour-kaas mag alleen worden verhandeld of ter consumptie worden aangeboden wanneer deze een etiket bevat met een diameter van minimaal 4 cm met daarop de naam „ROCAMADOUR” en de vermelding „Beschermde oorsprongsbenaming”.

De partijen waarbij meer kazen in één enkele verpakking zitten en die zijn verpakt op de plaats van productie, mogen echter slechts één enkel etiket bevatten wanneer deze bestemd zijn voor verkoop aan de eindconsument in de afdeling zelfbediening van grootwinkelbedrijven.

Daarnaast dient elke verkoopeenheid van kaas ten minste één etiket te bevatten in het geval van directe verkoop door de producent, of door iedere persoon die rechtstreeks onder zijn verantwoordelijkheid valt, op de boerderij of op markten. Bovendien dient de verkoopstand een bord te hebben met daarop de naam van de producent en/of het rijpingsbedrijf, het adres van de plaats van productie en/of rijping, de benaming en de vermelding „beschermde oorsprongsbenaming”.

Tevens is het verplicht om het logo met de afkorting „INAO” aan te brengen.


(1)  PB L 93 van 31.3.2006, blz. 12.