ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 68

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

50e jaargang
24 maart 2007


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Resoluties, aanbevelingen, richtsnoeren en adviezen

 

RESOLUTIES

 

Raad

2007/C 068/01

Resolutie van de Raad van 22 maart 2007 inzake een strategie voor een veilige informatiemaatschappij

1

 

II   Mededelingen

 

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2007/C 068/02

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt ( 1 )

5

2007/C 068/03

Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag — Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

8

2007/C 068/04

Interpretatieve mededeling over de procedures voor de registratie van uit een andere lidstaat afkomstige motorvoertuigen ( 1 )

15

 

IV   Informatie

 

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

 

Commissie

2007/C 068/05

Wisselkoersen van de euro

25

2007/C 068/06

Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013 — Regionale-steunkaart: Portugal, Cyprus ( 1 )

26

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Resoluties, aanbevelingen, richtsnoeren en adviezen

RESOLUTIES

Raad

24.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 68/1


RESOLUTIE VAN DE RAAD

van 22 maart 2007

inzake een strategie voor een veilige informatiemaatschappij

(2007/C 68/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

NEEMT DE VOLGENDE RESOLUTIE AAN EN

VERWELKOMT

De mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 31 mei 2006 — Een strategie voor een veilige informatiemaatschappij — „Dialoog, partnerschap en empowerment”;

NEEMT NOTA VAN

De mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's van 15 november 2006 inzake de bestrijding van spam, spyware en kwaadaardige software;

HERINNERT AAN

1.

De resolutie van de Raad van 28 januari 2002 betreffende een gemeenschappelijke aanpak en specifieke acties inzake netwerk- en informatiebeveiliging (1);

2.

De resolutie van de Raad van 18 februari 2003 betreffende een Europese aanpak ten behoeve van een cultuur van netwerk- en informatiebeveiliging (2);

3.

De conclusies van de Raad van 8/9 maart 2004 betreffende ongevraagde communicatie voor directmarketingdoeleinden of „spam ”en de conclusies van de Raad van 9/10 december 2004 betreffende de bestrijding van spam;

4.

De conclusies van de Europese Raad van maart 2005 waarin een nieuwe impuls voor de strategie van Lissabon wordt aangekondigd, en die van de Europese Raad van maart 2006 waarin de Commissie en de lidstaten worden opgeroepen om de nieuwe Strategie i2010 krachtdadig uit te voeren;

5.

Het communautaire regelgevingskader inzake elektronische communicatie (3) en in het bijzonder het bepaalde betreffende de beveiliging, de privacy en het vertrouwelijke karakter van de communicatie, dat mede gezorgd heeft voor het hoge beschermingsniveau voor persoonsgegevens en privacy, en voor de integriteit en de beveiliging van de openbare communicatienetwerken;

6.

Verordening (EG) nr. 460/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot oprichting van het Europees Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (ENISA) (4);

7.

De agenda van Tunis en de verbintenis van Tunis van de Wereldtop over de informatiemaatschappij volgens welke de strijd tegen computercriminaliteit en spam moet worden voortgezet, evenwel zonder dat dit ten koste mag gaan van de bescherming van privacy en vrijheid van meningsuiting, en tezamen met alle betrokkenen verder een wereldomspannende computerbeveiligingscultuur moet worden bevorderd, ontwikkeld en uitgevoerd;

8.

De conclusies van het voorzitterschap van de jaarlijkse conferentie over de Europese informatiemaatschappij (27-28 september 2006) te Espoo (Finland) waarvan het thema was: i2010 — Naar een alomtegenwoordige Europese informatiemaatschappij;

BENADRUKT DERHALVE HET VOLGENDE:

1.

Onze samenleving gaat thans snel over naar de nieuwe ontwikkelingsfase, naar een alomtegenwoordige informatiemaatschappij, waar de dagelijkse activiteiten van de burgers in steeds grotere mate gebaseerd zijn op het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) en op elektronische communicatienetwerken; voor de ontwikkeling en het succes van dit alles dient de beveiliging van netwerken en informatie als een onmisbare voorwaarde te worden beschouwd;

2.

Voor het welslagen van de nieuwe informatiemaatschappij is vertrouwen onontbeerlijk; vertrouwen houdt ook verband met de ervaringen van de eindgebruikers en met de noodzaak dat hun persoonlijke levenssfeer geëerbiedigd wordt, weshalve de veiligheid van netwerken en informatie niet als een louter technische kwestie mag worden beschouwd;

3.

De veiligheid van netwerken en informatie is een onmisbaar aspect van de totstandbrenging van een Europese informatieruimte als onderdeel van het initiatief i2010, waarmee bijgedragen wordt tot het welslagen van de hernieuwde strategie van Lissabon; daarnaast is ICT onmisbaar voor innovatie, economische groei en werkgelegenheid in de gehele economie;

4.

De nieuwe technologieën die ons de alomtegenwoordige informatiemaatschappij zullen binnenleiden worden reeds ontwikkeld; indien het de bedoeling is echte commerciële waarde te creëren, kunnen grensverleggende technologieën (zoals draadloze hogesnelheidsnetwerken, toestellen voor radiofrequentie-identificatie (RFID), netwerken van sensoren) en innovatieve inhoudsintensieve diensten (zoals Internetprotocoltelevisie (IPTV), Voice over Internet Protocol (VoIP), mobiele televisie en andere mobiele diensten) alleen van de grond komen indien vanaf het eerste begin van de ontwikkelingsfase gezorgd wordt voor een passend niveau van netwerk- en informatiebeveiliging; voor de ontwikkeling van de informatiemaatschappij en het concurrentievermogen van Europa is het onontbeerlijk dat de nieuwe, veelbelovende innovaties snel worden overgenomen; overheidsinstanties en bedrijven dienen, zodra het haalbaar is, goed beveiligde, nieuw opkomende technologieën en diensten over te nemen om de algemene verspreiding daarvan te versnellen;

5.

Het is voor de EU van strategisch belang dat het Europese bedrijfsleven zowel een veeleisende gebruiker als een concurrentiële leverancier van producten en diensten op het gebied van netwerken en van beveiliging is; beveiliging kan niet zonder diversiteit, openheid en interoperabiliteit, welke kwaliteiten daarom gestimuleerd moeten worden;

6.

Kennis en vaardigheden omtrent de beveiliging van netwerken en informatie moeten ook voor ieder individu en iedere betrokken partij in de samenleving een vast onderdeel van het dagelijks leven worden; er is op nationaal en op EU-niveau al een aantal bewustmakingscampagnes gevoerd, maar er blijft op dit punt nog veel te doen, vooral wat betreft eindgebruikers en het midden- en kleinbedrijf; bijzondere aandacht dient te worden geschonken aan gebruikers met speciale behoeften of met weinig besef van netwerk- en informatiebeveiliging; alle betrokkenen dienen zich te realiseren dat ze deel uitmaken van de mondiale veiligheidsketen, en dienen in staat te worden gesteld als zodanig te handelen; in alle vormen van onderwijs en opleiding betreffende ICT moet rekening gehouden worden met netwerk- en informatiebeveiliging;

7.

De oprichting van het ENISA betekent een grote stap voorwaarts in het zoeken van de EU naar oplossingen voor de problematiek inzake netwerk- en informatiebeveiliging; bij Verordening (EG) nr. 460/2004 zijn de werkingssfeer, de doelstellingen en de taken van ENISA, alsook de duur van het mandaat van dit orgaan vastgesteld;

8.

De middelen die op nationaal en op EU-niveau voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) en innovatie worden uitgetrokken, spelen een cruciale rol om ten aanzien van nieuwe systemen, toepassingen en diensten een hoger niveau van netwerk- en informatiebeveiliging tot stand te brengen; op EU-niveau moet, in het bijzonder middels het Zevende kaderprogramma (FP7) en het Kaderprogramma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP), meer gedaan worden op het gebied van onderzoek en innovatie inzake beveiliging, waarbij de aandacht ook uit moet gaan naar maatregelen om de resultaten te verspreiden en de commerciële exploitatie daarvan aan te moedigen, bijvoorbeeld middels beoordeling van hun maatschappelijk nut in bredere zin; dit alles zal de Europese leveranciers beter in staat stellen om veiligheidsoplossingen aan te reiken die tegemoet komen aan de specifieke behoeften van de Europese markt;

9.

De alomtegenwoordige informatiemaatschappij biedt enorme voordelen, maar brengt ook grote problemen mee, waarachter even zovele nieuwe potentiële gevaren schuilgaan: de risico's voor de veiligheid en de persoonlijke levenssfeer, onder andere in de vorm van illegale data-interceptie en -benutting, worden steeds ernstiger, steeds gerichter en steeds duidelijker toegespitst op geldelijk gewin, zodat op deze nieuw opkomende en bestaande bedreigingen nieuwe en innovatieve antwoorden moeten worden gevonden, die tevens problemen ingevolge de complexiteit van de systemen, fouten, ongevallen en onduidelijke richtsnoeren kunnen ondervangen; de oprichting en ontwikkeling van op diverse groepen belanghebbenden gerichte nationale computercalamiteitenbestrijdingsinstanties, alsmede de samenwerking tussen deze instanties en met andere betrokken partijen, dient aangemoedigd en verder bevorderd te worden;

10.

Normalisatie en certificering van producten, diensten en beheerssystemen, met name die welke worden geleverd door bestaande instellingen, verdienen binnen het netwerk- en informatiebeveiligingsbeleid van de EU bijzondere aandacht als een middel om goede en professionele praktijken op dit gebied ingang te doen vinden; een tijdige overname van de eventuele open en interoperabele normen waaraan wordt gewerkt, zou vooral voor nieuw opkomende technologieën als RFID en mobiele TV van nut zijn; de werking van de Europese normalisatie-organen in dezen moet worden aangemoedigd;

11.

Aangezien elektronische netwerken en informatiesystemen steeds meer een centrale rol spelen voor het algehele functioneren van de kritieke infrastructuur, wordt de beschikbaarheid en de ongestoorde werking daarvan onmisbaar voor de veiligheid en de levenskwaliteit van overheid, bedrijfsleven en burgers, en voor het algehele functioneren van de samenleving;

12.

Samenwerking en concrete stappen zijn meer dan ooit nodig; de diverse betrokkenen dienen hun respectieve rollen, verantwoordelijkheden en rechten vast te stellen en te erkennen;

EN VERZOEKT DE LIDSTATEN DERHALVE OM:

1.

Op het punt van netwerk- en informatiebeveiliging opleidingsprogramma's te ondersteunen en de algemene aandacht voor het probleem te vergroten, bijvoorbeeld door informatiecampagnes op te zetten over onderwerpen op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging die gericht zijn tot alle burgers/gebruikers en alle sectoren van de economie, in het bijzonder het MKB en eindgebruikers met bijzondere behoeften of weinig besef van de problematiek; uiterlijk in 2008 zou er een gemeenschappelijke datum kunnen worden gekozen als dag waarop deze zaken in geheel Europa onder de aandacht worden gebracht (bijvoorbeeld de „dag van de informatie- en netwerkbeveiliging”), waarbij het de bedoeling is die jaarlijks en op vrijwillige basis in iedere lidstaat te houden;

2.

Meer bij te dragen tot beveiligingsgerelateerd O&O en de resultaten daarvan gemakkelijker toepasbaar te maken en beter te verspreiden; de aanzet te geven tot de ontwikkeling van innovatieve partnerschappen om de groei van de Europese ICT-beveiligingssector te bevorderen en een vroegtijdige toepassing van nieuwe technologieën en diensten op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging te bevorderen teneinde deze sector in commerciële stimulans te geven;

3.

Passende aandacht te schenken aan de noodzaak om preventief en curatief op te treden ten aanzien van nieuwe en bestaande bedreigingen voor de veiligheid van elektronische verbindingsnetwerken, waaronder illegale interceptie en exploitatie van data, de hieraan verbonden risico's te onderkennen en aan te pakken en, in voorkomend geval tezamen met ENISA, te ijveren voor een doeltreffende informatie-uitwisseling en samenwerking tussen de desbetreffende organisaties en instanties op nationaal niveau, zich te verbinden tot de bestrijding van spam, spyware en kwaadaardige software, met name door verbeterde samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten op nationaal en internationaal niveau;

4.

In het kader van i2010 meer met elkaar samen te werken bij de selectie van doeltreffende en innovatieve werkwijzen ter verbetering van netwerk- en informatiebeveiliging, en vervolgens de kennis omtrent deze werkwijzen op vrijwillige basis over de gehele EU te verspreiden;

5.

Te bevorderen dat de computercalamiteitenbestrijdingsinstanties van de lidstaten permanent worden verbeterd;

6.

Te zorgen voor een klimaat waarin dienstverleners en netwerkexploitanten worden aangemoedigd hun cliënten robuuste diensten te verlenen en ervoor te zorgen dat de diensten en oplossingen op het gebied van beveiliging over de nodige veerkracht beschikken en de consumenten voldoende keuze bieden; netwerkexploitanten en dienstverleners aan te moedigen en desnoods voor te schrijven dat ze ten behoeve van hun klanten zorgen voor een passend niveau van netwerk- en informatiebeveiliging;

7.

Zich met inachtneming van de ontwikkelingen in de informatiemaatschappij in de Groep op hoog niveau i2010 verder te beraden op de strategische aspecten, en daarbij zorg te dragen voor de samenhang van de dimensies regelgeving, co-regulering, O&O en e-overheid, in samenhang met communicatie en onderwijs;

8.

Overeenkomstig het actieplan e-overheid van i2010 te zorgen voor een consistente invoering van e-overheidsdiensten, interoperabele oplossingen op het gebied van identiteitsbeheer te bevorderen, en ernst te maken met alle noodzakelijke wijzigingen in de overheidsorganisatie; overheden en bestuurlijke instanties moeten, door veilige e-overheidsdiensten voor alle burgers te bevorderen, dienen als voorbeeld van de toepassing van goede praktijken;

VERWELKOMT HET VOORNEMEN VAN DE COMMISSIE OM:

1.

De ontwikkeling van een overkoepelende en dynamische, de gehele EU omspannende strategie voor netwerk- en informatiebeveiliging voort te zetten, waarbij de door de Commissie voorgenomen holistische aanpak van bijzondere betekenis is;

2.

De veiligheid van netwerken en informatie tot een van de doelstellingen van de herziening van het EU-regelgevingskader voor elektronische communicatie te maken;

3.

Meer aandacht te blijven vragen voor de noodzaak van de algemene politieke wil om spam, spyware en kwaadaardige software te bestrijden, en de dialoog en samenwerking met derde landen te versterken, vooral via overeenkomsten met derde landen over de bestrijding van spam, spyware en kwaadaardige software;

4.

ENISA meer te betrekken bij de steun aan de strategie voor een veilige informatiemaatschappij in Europa, zoals geschetst in deze resolutie, overeenkomstig de doelstellingen en de taken in Verordening (EG) nr. 460/2004 en de samenwerking en de werkrelaties tussen dit orgaan en de lidstaten en de overige betrokken partijen te versterken;

5.

Binnen het i2010-kader in samenwerking met de lidstaten en alle betrokkenen, in het bijzonder met inschakeling van statistici en informatiebeveiligingsdeskundigen van de lidstaten, passende indicatoren op te stellen ten behoeve van communautaire enquêtes naar beveiliging- en vertrouwengerelateerde aspecten;

6.

Middels een brede dialoog met de betrokken partijen de lidstaten aan te moedigen te komen tot een analyse van de stuwende factoren op economisch, zakelijk en maatschappelijk gebied, zulks teneinde als potentiële bijdrage tot het voorgenomen Europese programma voor de bescherming van kritieke infrastructuur een speciaal op de ICT-sector toegesneden beleid te ontwikkelen om de beveiliging en de veerkracht van netwerk- en informatiesystemen te versterken;

7.

Zich, in overleg met de lidstaten, te blijven inzetten voor de dialoog met de betrokken internationale partners en organisaties om de wereldwijde samenwerking op het gebied van netwerk- en informatiebeveiliging te versterken, met name door het actieplan van de wereldtop over de informatiemaatschappij uit te voeren en hierover regelmatig aan de Raad verslag uit te brengen;

EN DOET EEN BEROEP OP:

1.

ENISA om in nauwe samenwerking met de lidstaten, de Commissie en andere betrokken partijen te blijven werken aan de uitvoering van de taken en doelstellingen die dit agentschap in Verordening (EG) nr. 460/2004 zijn opgelegd, en de Commissie en de lidstaten bij te staan om te voldoen aan de eisen van netwerk- en informatiebeveiliging, en aldus een bijdrage te leveren tot de uitvoering en verdere ontwikkeling van de strategie voor een veilige informatiemaatschappij in Europa, zoals geschetst in deze resolutie;

2.

Alle betrokken partijen om, overeenkomstig de strategie voor een veilige informatiemaatschappij in Europa, zoals geschetst in deze resolutie, de beveiliging van software alsmede de beveiliging en veerkracht van netwerk- en informatiesystemen te verbeteren, en deel te nemen aan een gestructureerd breed debat tussen de betrokken partijen over de optimale benutting van de bestaande werktuigen en regelgevingsinstrumenten;

3.

De ondernemingen om zich ten aanzien van netwerk- en informatiebeveiliging positief op te stellen en daartoe geavanceerdere en beter beveiligde producten en diensten te gaan ontwikkelen, en investeringen in dergelijke producten en diensten als een concurrentievoordeel te beschouwen;

4.

Fabrikanten en dienstverleners om waar passend de eisen inzake beveiliging, privacy en vertrouwelijkheid mee te laten spelen bij het ontwerp van hun producten en diensten en bij de vervaardiging van de infrastructuur, de toepassingen en de software voor netwerken, en tevens oplossingen inzake beveiliging uit te voeren en te controleren;

5.

Alle betrokken partijen om samen te werken en een proefomgeving te scheppen waarin nieuwe technologieën en diensten op veilige wijze getest en op proef toegepast kunnen worden, en om de nieuwe veilige technologieën en diensten nadat ze op de markt zijn gebracht, spoedig over te nemen;

6.

Alle betrokken partijen om verdere inspanningen te leveren om spam en andere on-line malversaties te bestrijden en actief met de bevoegde nationale en internationale autoriteiten samen te werken;

7.

Dienstverleners en de ICT-sector om meer aandacht te schenken aan de beveiliging, de privacy en de bruikbaarheid van hun producten, processen en diensten teneinde de betrouwbaarheid daarvan te verhogen en identiteitsdiefstal en andere inbreuken op de persoonlijke levenssfeer te voorkomen en te bestrijden;

8.

Netwerkexploitanten, dienstverleners en de particuliere sector om goede praktijken inzake beveiliging uit te wisselen en toe te passen, en om via het ondersteunen van passende opleidingsprogramma's en de ontwikkeling van calamiteitenplannen te werken aan een cultuur van risicoanalyse en -beheer in organisaties en bedrijven, en om, als onderdeel van hun dienstverlening, beveiligingsoplossingen ter beschikking van hun klanten te stellen.


(1)  PB C 43 van 16.2.2002, blz. 2.

(2)  PB C 48 van 28.2.2003, blz. 1.

(3)  Richtlijnen 2002/58/EG (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie), 2002/20/EG (machtigingsrichtlijn) en 2002/22/EG (universele dienstrichtlijn) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37, PB L 108 van 24.4.2002, blz. 21 en PB L 108 van 24.4.2002, blz. 51, respectievelijk).

(4)  PB L 77 van 13.3.2004, blz. 1.


II Mededelingen

MEDEDELINGEN VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

24.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 68/5


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 68/02)

Datum waarop het besluit is genomen

3.1.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 147/06

Lidstaat

Denemarken

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Fritagelse for affaldsafgift for forbrænding af fiberfraktioner der stammer fra afgasning og separering af husdyrgødning

Rechtsgrondslag

Affalds- og råstofafgiftsloven (forslag til lov om ændring af affalds- og råstofafgiftsloven J nr. 2005-231-0051)

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Milieubescherming

Vorm van de steun

Verlaging van het belastingtarief

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven: 20 miljoen DKK; Totaal van de voorziene steun: 200 miljoen DKK

Maximale steunintensiteit

Looptijd (periode)

4.1.2007-31.12.2016

Economische sectoren

Alle sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Skatteministeriet

Nikolai Eigtveds Gade 28

DK-1402 København K

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

22.11.2006

Nummer van de steunmaatregel

N 222/06

Lidstaat

Italië

Regio

Sardegna

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Piano d'azione per il superamento del digital divide in Sardegna — Telecom Italia

Rechtsgrondslag

Deliberazione della giunta regionale n. 50/2 del 30.11.2004, n. 54/15 del 22.11.2005 e n. 62/65 del 27.12.2005

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Sectorale ontwikkeling

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Totaal van de voorziene steun: 6,1 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

55 %

Looptijd

Tot 2008

Economische sectoren

Beperkt tot de post- en telecommunicatiediensten

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Regione autonoma della Sardegna

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

9.2.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 501/06

Lidstaat

Frankrijk

Regio

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Élargissement de la taxe fiscale affectée „matériaux de construction”

Rechtsgrondslag

Loi de finance pour 2007 portant modification de l'article 71F de la loi de finances n. 2004-1312 du 30 décembre 2003

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Onderzoek en ontwikkeling

Vorm van de steun

Parafiscale heffing

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven: 1,6 miljoen EUR; Totaal van de voorziene steun: 10 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

Looptijd

19.2.2007-31.12.2012

Economische sectoren

Beperkt tot de bouw

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministère de l'Économie, des finances et de l'industrie

139, rue de Bercy

F-75572 Paris

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

22.1.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 515/06

Lidstaat

België

Regio

Vlaanderen

Benaming van de steunregeling en/of naam van de begunstigde

Steun aan ondernemingen voor ecologie-investeringen in het Vlaams Gewest

Rechtsgrondslag

Decreet 31 januari 2003 betreffende het economisch ondersteuningsbeleid (Belgisch Staatsblad van 25 maart 2001)

Type maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Milieubescherming

Vorm van de steun

Directe subsidie

Begrotingsmiddelen

Voorziene jaarlijkse uitgaven: 54 miljoen EUR; Totaal van de voorziene steun: 378 miljoen EUR

Maximale steunintensiteit

40 %

Looptijd

1.1.2004-31.12.2013

Economische sectoren

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Vlaamse Overheid — Agentschap Economie

Markiesstraat 1

B-1000 Brussel

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

6.12.2006

Nummer van de steunmaatregel

NN 14/06

Lidstaat

Italië

Gebied

Sardinië

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

Ottana Energia Srl

Rechtsgrond

Decreto del ministero delle Attività produttive del 13.12.2005

Type maatregel

Individuele steun

Doelstelling

Voortzetting van de bedrijvigheid in de onderneming in moeilijkheden totdat het herstructureringsprogramma is opgesteld

Vorm van de steun

Leninggarantie

Begrotingsmiddelen

Totaal bedrag: 5 miljoen EUR

Steunintensiteit

Looptijd

6 maanden

Economische sectoren

Energiesector

Naam en adres van de steunverlenende autoriteit

Ministero delle Attività produttive

Via Molise, 2

I-00187 Roma

Andere inlichtingen

De Italiaanse autoriteiten zullen de leninggarantie voor Ottana Energia beëindigen binnen 15 dagen na de datum van ontvangst van de na goedkeuring van het besluit toegezonden brief

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/


24.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 68/8


Goedkeuring van de steunmaatregelen van de staten in het kader van de bepalingen van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag

Gevallen waartegen de Commissie geen bezwaar maakt

(2007/C 68/03)

Datum waarop het besluit is genomen

21.12.2006

Nummer van de steunmaatregel

NN 18/06

Lidstaat

Verenigd Koninkrijk

Regio

Wales

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

Farming Connect Advisory Service (East Wales Cattle)

Rechtsgrond

Agriculture Act 1986

Aard van de maatregel

Regeling

Doelstelling

Technische ondersteuning

Vorm waarin de steun wordt verleend

Subsidie

Begrotingsmiddelen

22,64 miljoen GBP (33,6 miljoen EUR)

Steunintensiteit

Tot 100%

Looptijd

1.9.2002-31.10.2006

Betrokken economische sector(en)

Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

National Assembly for Wales

Cathays Park

Cartiff CF103NQ

United Kingdom

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

29.1.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 109/06

Lidstaat

Italië

Regio

Campania

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

Modifica del piano agrumicolo della Campania

Rechtsgrond

Delibera di giunta regionale n. 40 del 21.1.2005

Aard van de maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Investeringen in landbouwbedrijven, stimulering van de productie en afzet van kwaliteitsproducten

Vorm waarin de steun wordt verleend

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

1 330 924,40 EUR

Steunintensiteit

Tot 55 %

Looptijd

Onbepaald

Betrokken economische sector(en)

Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Ministero delle Politiche agricole alimentari e forestali

Via XX settembre, 20

I-00187 Roma

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

4.1.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 757/06

Lidstaat

Italië

Regio

Piemonte

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

Interventi nelle zone agricole colpite da calamità naturali (grandinate del 3 e 4 luglio 2006 — provincia di Cuneo)

Rechtsgrond

Decreto legislativo n. 102/2004

Aard van de maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Vergoeding van de schade aan de landbouwproductie ten gevolge van ongunstige weersomstandigheden

Vorm waarin de steun wordt verleend

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Er wordt verwezen naar de goedgekeurde regeling (NN 54/A/04)

Steunintensiteit

Tot 100 % van de schade aan de landbouwproductie

Looptijd

Tot alle betalingen zijn verricht

Betrokken economische sector(en)

Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Ministero delle politiche agricole alimentari e forestali

Via XX Settembre, 20

I-00187 Roma

Andere informatie

Maatregel ter uitvoering van de door de Commissie in het kader van het staatssteundossier NN 54/A/04 goedgekeurde regeling (Brief van de Commissie C(2005) 1622 def. van 7 juni 2005)

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

14.12.2006

Nummer van de steunmaatregel

N 759/06

Lidstaat

Italië

Regio

Puglia

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

Interventi nelle zone agricole danneggiate (piogge alluvionali il 22 e il 23 ottobre 2005 nella provincia di Bari)

Rechtsgrond

Decreto legislativo n. 102/2004

Aard van de maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Vergoeding van de schade aan de landbouwvoorzieningen ten gevolge van ongunstige weersomstandigheden

Vorm waarin de steun wordt verleend

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Er wordt verwezen naar de goedgekeurde regeling (NN 54/A/04)

Steunintensiteit

Tot 100 %

Looptijd

Tot alle betalingen zijn verricht

Betrokken economische sector(en)

Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Ministero delle Politiche agricole alimentari e forestali

Via XX settembre, 20

I-00187 Roma

Andere informatie

Maatregel ter uitvoering van de door de Commissie in het kader van het staatssteundossier NN 54/A/04 goedgekeurde regeling (Brief van de Commissie C(2005)1622 def van 7 juni 2005)

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

4.1.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 769/06

Lidstaat

Ierland

Regio

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

Food Marketing and Promotion undertaken by An Bord Bia (Irish Food Board). Modifying Aid N 362/2000

Rechtsgrond

Government Decision (National Development Plan)

An Bord Bia Act 1994

Aard van de maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Kwaliteitsproducten, technische ondersteuning, reclame

Vorm waarin de steun wordt verleend

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Nieuwe begroting voor de regeling 68 miljoen EUR (verhoging met 18,5 miljoen EUR)

Steunintensiteit

Looptijd

Tot en met 31.12.2007

Betrokken economische sector(en)

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

An Bord Bia

Clanwilliam Cort

Lower Mount Street

Dublin 2

Ireland

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

22.12.2006

Nummer van de steunmaatregel

N 795/06

Lidstaat

Hongarije

Regio

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

Birtokfejlesztési hitel kamattámogatása

Rechtsgrond

3/2003. (I. 24.) FVM rendelet az agrárgazdasági és vidékfejlesztési célok 2003. évi költségvetési támogatásáról, 271-275. §

A földművelésügyi és vidékfejlesztési miniszter …/2006. ( ) FVM rendelet-tervezete a birtokfejlesztési hitel kamattámogatásáról

Aard van de maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Investeringssteun

Vorm waarin de steun wordt verleend

Zachte lening

Begrotingsmiddelen

Jaarlijkse uitgaven: 436 million HUF

Totale begroting: 2 000 million HUF

Steunintensiteit

Maximum 24,06 %

Looptijd

Tot en met 31.12.2008

Betrokken economische sector(en)

Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Földművelésügyi és Vidékfejlesztési Minisztérium

Kossuth tér 11.

H-1055 Budapest

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

22.12.2006

Nummer van de steunmaatregel

N 796/06

Lidstaat

Hongarije

Regio

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

Birtok-összevonási célú termőföld vásárlás támogatása

Rechtsgrond

A 2004. évi nemzeti hatáskörben nyújtott agrár- és vidékfejlesztési támogatások igénybevételének feltételeiről szóló FVM rendelet

25/2004. FVM rendelet 34. §; 39§-42. §

A földművelésügyi és vidékfejlesztési miniszter …/2006. ( ) FVM rendelet-tervezete a birtok-összevonási célú termőföldvásárlás támogatásáról

Aard van de maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Investeringssteun

Vorm waarin de steun wordt verleend

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Jaarlijkse uitgaven: 300 million HUF

Totale begroting: 600 million HUF

Steunintensiteit

Maximum 20 %

Looptijd

Tot en met 31.12.2008

Betrokken economische sector(en)

Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Földművelésügyi és Vidékfejlesztési Minisztérium

Kossuth tér 11.

H-1055 Budapest

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

28.12.2006

Nummer van de steunmaatregel

N 807/06

Lidstaat

Italië

Regio

Puglia

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

Programma di lotta contro la tristeza degli agrumi della regione Puglia

Rechtsgrond

Legge regionale n. 20 del 30.12.2005

Aard van de maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Maatregelen ter voorkoming van een plantenziekte en compensatiemaatregelen

Vorm waarin de steun wordt verleend

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

500 000 EUR

Steunintensiteit

Van 5 tot 25 EUR per plant, ter compensatie van het verlies

Looptijd

2 jaar

Betrokken economische sector(en)

A — Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Regione Puglia

Lungomare N. Sauro, 47

I-70121 Bari

Andere informatie

Het betreft een wijziging van de door de Commissie goedgekeurde steunregeling N 603/05, waarbij door de regio Puglia 500 000 EUR extra ter beschikking wordt gesteld, naast het door de centrale overheid ter beschikking gestelde bedrag van 803 090,45 EUR. De extra middelen zullen worden aangewend voor de financiering van de compensatiemaatregelen bij het rooien van de besmette planten

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

29.1.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 831/06

Lidstaat

Italië

Regio

Lombardia

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

Aiuti regionali in agricoltura. Articolo 23 legge regionale n. 7/2000

Rechtsgrond

Legge regionale n. 7 del 7.2.2000

Aard van de maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Steunmaatregelen ten gunste van de landbouw in bergstreken

Vorm waarin de steun wordt verleend

Rechtstreekse subsidie

Begrotingsmiddelen

Steunintensiteit

Variabel — afhankelijk van de maatregelen

Looptijd

1.1.2007-31.12.2007

Betrokken economische sector(en)

A — Landbouw

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Regione Lombardia

Via Pola, 12/14

I-20124 Milano

Andere informatie

Het betreft een verlenging tot en met 31.12.2007 van een door de Commissie in het kader van steunmaatregel N 49/2000 goedgekeurde regeling, namelijk die waarin was voorzien bij artikel 23 van regionale wet nr. 7 van 7 februari 2000: „Steun voor de landbouw in bergstreken”

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/

Datum waarop het besluit is genomen

29.1.2007

Nummer van de steunmaatregel

N 834/06

Lidstaat

Nederland

Regio

Nationale regeling

Benaming (en/of naam van de begunstigde)

Wijziging van de parafiscale heffing voor levende eenden ter financiering van dierziektebestrijding

Rechtsgrond

Verordening van het Productschap voor Pluimvee en Eieren die vorige verordeningen wijzigt inzake parafiscale heffingen in de sectoren pluimvee en eieren, konijnen, pelsdieren en vossen

Aard van de maatregel

Steunregeling

Doelstelling

Dierziektebestrijding

Vorm waarin de steun wordt verleend

Betalingen na het uitbreken van een besmettelijke dierziekte

Begrotingsmiddelen

Ongewijzigd ten opzichte van maatregel N 352/04 die hierbij wordt gewijzigd

Steunintensiteit

100 %

Looptijd

2007-2010

Betrokken economische sector(en)

Pluimvee

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Productschap voor Pluimvee en Eieren

Postbus 460

2700 AL Zoetermeer

Nederland

Andere informatie

De tekst van de beschikking in de authentieke ta(a)l(en), waaruit de vertrouwelijke gegevens zijn geschrapt, is beschikbaar op site:

http://ec.europa.eu/community_law/state_aids/


24.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 68/15


Interpretatieve mededeling over de procedures voor de registratie van uit een andere lidstaat afkomstige motorvoertuigen

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 68/04)

1.   INLEIDING

De aankoop van een motorvoertuig in of de overbrenging ervan naar een andere lidstaat is veel eenvoudiger dan enkele jaren geleden dankzij met name drie belangrijke ontwikkelingen:

a)

De verschillende nationale typegoedkeuringssystemen werden vervangen door het EG-typegoedkeuringssysteem voor complete voertuigen (1), dat sinds januari 1998 op de meeste personenauto's en sinds juni 2003 op de meeste motorfietsen verplicht wordt toegepast. Bijgevolg moeten deze categorieën motorvoertuigen aan alle relevante EG-typegoedkeuringsrichtlijnen voldoen om in de handel te worden gebracht en mogen de lidstaten de verkoop, de registratie en het in het verkeer brengen van die voertuigen niet weigeren. Het Europees Parlement en de Raad bestuderen momenteel een voorstel voor een nieuwe kaderrichtlijn (2). Zodra dit voorstel is goedgekeurd, zullen bedrijfsvoertuigen (bussen en toerbussen, bestelauto's en vrachtwagens) in de EG-typegoedkeuring voor complete voertuigen worden opgenomen. Een uniforme EG-typegoedkeuring in de hele Europese Unie maakt de registratie in alle lidstaten sneller en eenvoudiger.

b)

De nieuwe groepsvrijstellingsverordening inzake de toepassing van de mededingingsregels op de verkoop en het onderhoud van motorvoertuigen (3) biedt de Europese consument nog meer mogelijkheden om via de prijsverschillen tussen de lidstaten profijt te trekken van de interne markt. Zo kan de consument nu zonder beperking een beroep doen op de diensten van tussenpersonen of agenten met aankoopbevoegdheid om hun motorvoertuig te kopen waar het hun het best uitkomt. Distributeurs hebben meer vrijheid om buiten hun eigen grondgebied activiteiten te ontplooien en in andere lidstaten voertuigen aan consumenten te verkopen (de zogenaamde „actieve verkoop”, naast de „passieve verkoop ”waarbij de consument het initiatief neemt om zich tot de distributeur te wenden).

c)

De Europese Gemeenschap heeft een geharmoniseerd kentekenbewijs voor motorvoertuigen ingevoerd (4). Het hoofddoel ervan is het vrije verkeer van voertuigen die in één lidstaat zijn geregistreerd, in de overige lidstaten te bevorderen en het opnieuw in het verkeer brengen van voertuigen die eerder in een andere lidstaat waren geregistreerd, te vergemakkelijken.

Niettemin schrikken nog talrijke burgers en ondernemingen ervoor terug om een motorvoertuig in een andere lidstaat te kopen, omdat zij bang zijn voor onnodige paperassen en extra kosten in hun eigen land. Bovendien gaat de overbrenging van motorvoertuigen naar een andere lidstaat nog steeds met klachten gepaard, vooral vanwege omslachtige typegoedkeurings- en registratieprocedures. Momenteel houden meer dan 20 % van de lopende inbreukprocedures met betrekking tot de artikelen 28 tot en met 30 van het EG-Verdrag en 7 % van de SOLVIT-zaken verband met de registratie van motorvoertuigen (5).

Het doel van deze mededeling is een compleet en actueel overzicht te geven van de beginselen van het Gemeenschapsrecht die van toepassing zijn op de registratie van motorvoertuigen in een andere lidstaat dan die van aankoop en op de overdracht van de registratie tussen lidstaten onderling, zulks in het licht van recente ontwikkelingen in de Europese wetgeving en in de jurisprudentie van het Hof van Justitie. Deze mededeling geeft echter geen overzicht van de beginselen van het Gemeenschapsrecht met betrekking tot de registratie- en motorrijtuigenbelasting voor auto's (6), die momenteel onder artikel 25 of 90 van het EG-Verdrag vallen (7).

Deze mededeling vervangt volledig de interpretatieve mededeling van de Commissie inzake de goedkeurings- en inschrijvingsprocedure voor reeds eerder, in een andere lidstaat ingeschreven voertuigen (8). Er zij echter op gewezen dat alleen het Europese Hof van Justitie bevoegd is om over de interpretatie van Gemeenschapsrecht een definitieve uitspraak te doen.

Deze mededeling is van bijzonder belang voor de autoriteiten van lidstaten die met goedkeuring en registratie van motorvoertuigen te maken hebben, en zal voor hen een hulp zijn om het Gemeenschapsrecht correct toe te passen. De Commissie zal een consumentengids opstellen waarin zij de overbrenging en registratie van voertuigen binnen de EU toelicht.

De Commissie zal in ieder geval nauwlettend blijven toezien op de correcte toepassing van de beginselen van het Gemeenschapsrecht met betrekking tot de registratie en de overbrenging van motorvoertuigen.

2.   TERMINOLOGIE

Deze mededeling betreft de eerste registratie van motorvoertuigen en de registratie van motorvoertuigen die eerder in een andere lidstaat waren geregistreerd, ongeacht of ze nieuw of gebruikt zijn.

In deze mededeling wordt verstaan onder „motorvoertuig”:

elk voor deelname aan het wegverkeer bestemd compleet of incompleet motorvoertuig op ten minste vier wielen met een door de constructie bepaalde maximumsnelheid van meer dan 25 km/h, alsmede aanhangwagens daarvan, met uitzondering van voertuigen die zich over rails voortbewegen, landbouw- en bosbouwtrekkers, alle mobiele machines en zware bedrijfsvoertuigen (9); of

elk motorvoertuig op twee of drie wielen, al dan niet met dubbellucht, dat bestemd is om aan het wegverkeer deel te nemen (10);

Een „eerder in een andere lidstaat geregistreerd motorvoertuig”: een motorvoertuig waarvoor administratieve toestemming is verleend om in het verkeer te worden gebracht, wat de identificatie ervan en de afgifte van een kenteken impliceert. Deze mededeling betreft dus ook motorvoertuigen waarvoor een tijdelijk of handelaarkenteken was afgegeven.

De tijd dat een voertuig geregistreerd was in een lidstaat voordat het naar een andere lidstaat werd overgebracht, is irrelevant.

3.   REGISTRATIE VAN EEN MOTORVOERTUIG IN DE LIDSTAAT VAN VERBLIJF

3.1.   Wat is de „lidstaat van verblijf ”voor de registratie?

Volgens het Hof van Justitie is de registratie het natuurlijk gevolg van de uitoefening van de fiscale bevoegdheid op het gebied van motorvoertuigen. Zij vergemakkelijkt het toezicht, zowel voor de lidstaat van registratie als voor de overige lidstaten, aangezien de registratie in één lidstaat het bewijs is dat daar de motorrijtuigenbelasting is betaald (11).

Ieder moet zijn voertuig laten registreren in de lidstaat waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft. Artikel 7 van Richtlijn 83/182/EEG (12) en artikel 6 van Richtlijn 83/183/EEG (13) lichten nauwkeurig toe hoe de gewone verblijfplaats wordt bepaald van personen die tijdelijk of permanent wonen en rijden in een andere dan hun eigen lidstaat. Volgens de jurisprudentie van het Hof van Justitie kan het kwantitatieve criterium waarnaar in dit artikel wordt verwezen (een verblijf van meer dan 185 dagen per jaar op een bepaalde plaats) echter niet als doorslaggevend worden beschouwd als er andere factoren zijn die de situatie veranderen.

Volgens het Hof van Justitie is het zo dat, wanneer een persoon zowel persoonlijke als beroepsmatige bindingen in twee lidstaten heeft, zijn gewone verblijfplaats, die wordt bepaald in het kader van een algemene beoordeling op basis van alle relevante feitelijke elementen, de plaats is waar het permanente centrum van zijn belangen is gelegen, en dat ingeval die beoordeling het niet mogelijk maakt vast te stellen waar dit centrum is gelegen, voorrang moet worden gegeven aan de persoonlijke bindingen (14).

3.2.   De verschillende stappen om een motorvoertuig te laten registreren

Volgens de huidige wetgeving van de lidstaten zijn er (maximaal) drie verschillende stappen om een motorvoertuig in de ontvangende lidstaat te laten registreren:

goedkeuring van de technische eigenschappen van het motorvoertuig, wat in veel gevallen de EG-typegoedkeuring zal zijn. Bepaalde typen motorvoertuigen vallen echter nog steeds onder nationale goedkeuringsprocedures;

keuring van gebruikte voertuigen, om ter bescherming van de gezondheid en het leven van personen te verifiëren of het motorvoertuig in kwestie op het ogenblik van de registratie in goede staat van onderhoud verkeert;

de registratie van het motorvoertuig, m.a.w. de administratieve toestemming om het motorvoertuig in het verkeer te brengen, wat de identificatie ervan en de afgifte van een kenteken impliceert.

3.3.   Goedkeuring van de technische eigenschappen van het motorvoertuig

3.3.1.   EG-typegoedkeuring

Alle in serie gebouwde personenauto's, motorfietsen en trekkers die sinds 1996, respectievelijk mei 2003 en 2005 zijn goedgekeurd, vallen in principe onder de EG-typegoedkeuring. Dit is een procedure waarbij een lidstaat certificeert dat een voertuigtype aan alle relevante Europese veiligheids- en milieubeschermingsvoorschriften voldoet. De EG-typegoedkeuring is in alle lidstaten geldig.

Wanneer de fabrikant van het motorvoertuig overeenkomstig Richtlijn 70/156/EEG zijn aanvraag om EG-typegoedkeuring indient bij de goedkeuringsinstantie van een lidstaat, die voor het voertuig EG-typegoedkeuring verleent als het aan alle voorschriften van de relevante richtlijnen (15) voldoet, zendt de goedkeuringsinstantie van die lidstaat de goedkeuringsinstanties van de overige lidstaten een kopie van het typegoedkeuringscertificaat toe voor elk voertuigtype dat het heeft goedgekeurd, geweigerd heeft goed te keuren of waarvan het de goedkeuring heeft ingetrokken.

Als houder van de EG-typegoedkeuring geeft de fabrikant een EG-certificaat van overeenstemming af als bewijs dat het gebouwde voertuig in overeenstemming is met het goedgekeurde voertuigtype. Elk voertuig waarvoor EG-typegoedkeuring is verleend, moet vergezeld gaan van het EG-certificaat van overeenstemming. Bovendien moeten de fabrikanten volgens de geldende mededingingsregels van de EG op niet-discriminerende wijze tijdig EG-certificaten van overeenstemming afgeven, ongeacht de bestemming en/of oorsprong van het voertuig (dat wil zeggen ongeacht of het voertuig aan een consument in een andere lidstaat wordt verkocht of door de dealer bij een distributeur in een andere lidstaat wordt aangekocht).

Iedere lidstaat mag nieuwe voertuigen waarvoor op grond van hun constructie en werking EG-typegoedkeuring is verleend, enkel en alleen registreren en de verkoop of het in het verkeer brengen ervan toestaan, indien die voertuigen vergezeld gaan van een geldig EG-certificaat van overeenstemming.

Volgens de Europese wetgeving bestaat er geen verplichting om het certificaat van overeenstemming na de registratie bij het voertuig te houden. In de meeste lidstaten wordt na de registratie van het voertuig het EG-certificaat van overeenstemming bijgehouden door de autoriteiten.

Nieuwe voertuigen waarvoor EG-typegoedkeuring is verleend en die vergezeld gaan van een geldig certificaat van overeenstemming, mogen niet worden verplicht om een nieuwe keuring van hun technische eigenschappen te ondergaan of aan aanvullende technische voorschriften te voldoen, tenzij ze na het verlaten van de fabriek van de fabrikant kennelijk zijn gewijzigd. Nationale wetgeving waarbij motorvoertuigen met een geldig EG-typegoedkeuringscertificaat niet kunnen worden geregistreerd tenzij een nationaal certificaat wordt afgegeven als bewijs dat zij aan de nationale voorschriften (bv. inzake uitlaatemissies) voldoen, is derhalve niet toegestaan (16).

3.3.2.   Nationale goedkeuring

Krachtens het geldende Gemeenschapsrecht wordt geen EG-typegoedkeuring verleend voor de volgende categorieën motorvoertuigen:

bedrijfsvoertuigen (bussen, toerbussen, bestelauto's en vrachtwagens) en aanhangwagens;

in kleine series gebouwde voertuigen;

voertuigen waarvoor individuele goedkeuring is verleend.

Een nieuw motorvoertuig waarvoor geen EG-typegoedkeuring is verleend, kan aan een nationale goedkeuring in de ontvangende lidstaat worden onderworpen voordat het wordt geregistreerd. De nationale goedkeuring zal resulteren in een nationaal certificaat van overeenstemming dat onder meer zal dienen om het motorvoertuig te laten registreren.

De nationale goedkeuring kan een nationale typegoedkeuring of een nationale individuele goedkeuring zijn:

de nationale typegoedkeuring en de nationale typegoedkeuring van in kleine series gebouwde voertuigen zijn bedoeld om te waarborgen dat het voertuigtype aan de relevante technische voorschriften voldoet. Zij resulteren in een door de fabrikant afgegeven nationaal certificaat van overeenstemming, waarin hij verklaart dat het voertuig in kwestie is gebouwd in overeenstemming met het goedgekeurde voertuigtype;

de nationale individuele goedkeuring betreft het certificeren van de overeenstemming van een specifiek (al dan niet uniek) voertuig met de relevante nationale voorschriften. Deze procedure geldt met name voor voertuigen die individueel uit derde landen worden ingevoerd en die niet aan de Europese typegoedkeuringsvoorschriften voldoen, alsmede voor unieke voertuigen.

Nationale typegoedkeurings- en individuele goedkeuringsprocedures voor motorvoertuigen die voor het eerst in de EU worden gebruikt of geregistreerd, vallen doorgaans buiten het toepassingsgebied van de Gemeenschapswetgeving.

Nationale goedkeuringsprocedures voor motorvoertuigen waarvoor in een andere lidstaat al nationale goedkeuring is verleend of die eerder in een andere lidstaat waren geregistreerd, moeten echter in overeenstemming zijn met de artikelen 28 en 30 van het EG-Verdrag. Volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie is het bestaan van dergelijke nationale procedures niet noodzakelijk in strijd met deze artikelen.

Om in overeenstemming te zijn met de artikelen 28 en 30 van het EG-Verdrag moeten deze goedkeuringen echter ten minste de volgende procedurele voorwaarden vervullen (17):

a)

De nationale goedkeuringsprocedures moeten in ieder geval gebaseerd zijn op objectieve, niet-discriminerende en vooraf gekende criteria, zodat een grens wordt gesteld aan de beoordelingsvrijheid van de nationale autoriteiten en willekeur wordt voorkomen.

b)

Deze procedures mogen geen controles behelzen die in het kader van andere procedures in dezelfde of een andere lidstaat al zijn uitgevoerd. Bijgevolg hebben de nationale autoriteiten niet het recht om technische testen te eisen die al in een andere lidstaat zijn uitgevoerd en waarvan de resultaten voor hen beschikbaar zijn of hun op verzoek ter beschikking kunnen worden gesteld. Dit vergt een actieve benadering door de nationale instantie die een aanvraag ontvangt om een motorvoertuig goed te keuren of, in dezelfde context, de gelijkwaardigheid te erkennen van een goedkeuringscertificaat dat door een goedkeuringsinstantie van een andere lidstaat is afgegeven. Een actieve benadering is trouwens ook vereist van laatstgenoemde instantie en in dit opzicht is het aan de lidstaten om ervoor te zorgen dat de bevoegde goedkeuringsinstanties met elkaar samenwerken om de procedures voor toegang tot de nationale markt van de importerende lidstaat te vergemakkelijken (18).

c)

De procedure moet makkelijk toegankelijk zijn en vrij snel kunnen worden voltooid en als zij op een weigering uitloopt, moet deze voor de rechtbank kunnen worden betwist. De procedure moet uitdrukkelijk bij een voor de nationale autoriteiten bindende handeling met algemene strekking zijn vastgesteld. Bovendien is een nationale goedkeuringsprocedure niet in overeenstemming met de fundamentele beginselen van het vrije verkeer van goederen, als de duur van de procedure en de onevenredige kosten die zij met zich brengt, de eigenaar van het motorvoertuig ervan doet afzien de goedkeuringsaanvraag in te dienen.

De technische voorschriften van de ontvangende lidstaat mogen niet nodeloos eisen dat het motorvoertuig wordt gewijzigd. Het feit dat het motorvoertuig eerder in een andere lidstaat was geregistreerd, betekent dat de bevoegde instanties van die lidstaat van oordeel waren dat het motorvoertuig aan alle relevante technische voorschriften voldeed. De goedkeuring van een motorvoertuig dat al in een andere lidstaat was goedgekeurd, ongeacht of het eerder was geregistreerd of niet, mag derhalve door de bevoegde nationale instanties alleen worden geweigerd als het motorvoertuig een reëel risico voor de volksgezondheid meebrengt. Volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie moeten de lidstaten bij de uitoefening van hun discretionaire bevoegdheid het evenredigheidsbeginsel in acht nemen. De middelen die zij kiezen, mogen niet verder gaan dan hetgeen werkelijk noodzakelijk is om de bescherming van de volksgezondheid te waarborgen of om aan de dwingende vereisten op het gebied van bijvoorbeeld verkeersveiligheid te voldoen; verder moeten die middelen in verhouding staan tot het nagestreefde doel, in die zin dat dit doel niet kon worden bereikt met middelen die het intracommunautaire handelsverkeer minder beperken (19). Aangezien artikel 30 van het EG-Verdrag een restrictief uit te leggen uitzondering op de regel van het vrije goederenverkeer binnen de Gemeenschap is (20), moeten de nationale autoriteiten die zich daarop beroepen, in elk concreet geval aantonen dat hun regeling noodzakelijk is voor een doeltreffende bescherming van de in artikel 30 van het EG-Verdrag bedoelde belangen, en met name dat de goedkeuring van het motorvoertuig in kwestie een reëel risico voor de volksgezondheid of de verkeersveiligheid meebrengt.

In dit geval zou het niet redelijk zijn te beweren dat alleen al het feit dat een voertuig volgens de voorschriften van een andere lidstaat is goedgekeurd en eventueel, maar niet noodzakelijk, bepaalde technische eigenschappen vertoont die verschillen van die welke bij de wetgeving van de lidstaat van bestemming zijn voorgeschreven of verschillen van die van het corresponderende, in deze lidstaat goedgekeurde type, een ernstig gevaar voor de gezondheid en het leven van personen of voor het milieu oplevert.

In de praktijk dienen de bevoegde instanties van de ontvangende lidstaat de volgende maatregelen te nemen:

a)

de technische eigenschappen van een motorvoertuig dat eerder in een andere lidstaat is goedgekeurd en geregistreerd, moeten in de ontvangende lidstaat eerst worden getoetst aan de toepasselijke technische voorschriften, dat wil zeggen niet aan de thans geldende voorschriften, maar aan de voorschriften die in de ontvangende lidstaat van toepassing waren op het ogenblik dat in de lidstaat van oorsprong goedkeuring is verleend;

b)

de bevoegde instanties moeten rekening houden met de testcertificaten die door de bevoegde instanties van andere lidstaten en door de fabrikant zijn afgegeven (21). Aanvullende testen mogen alleen worden opgelegd als zij noodzakelijk zijn om de bevoegde instanties informatie te verstrekken die op de certificaten niet kan worden gevonden;

c)

op basis daarvan moeten de bevoegde instanties bepalen op welke punten het motorvoertuig niet voldoet aan de technische voorschriften die in de ontvangende lidstaat van toepassing waren op het ogenblik dat het voertuig voor het eerst in de EU werd goedgekeurd;

d)

de bevoegde instanties mogen dan alleen nationale technische voorschriften toepassen die evenredig zijn in het licht van een van de redenen die door het Hof van Justitie als dwingende vereisten worden erkend of die in artikel 30 van het EG-Verdrag worden genoemd. Er zij op gewezen dat de toepassing van onevenredige nationale technische voorschriften op het motorvoertuig in kwestie een schending zou inhouden van het Gemeenschapsrecht, dat in ieder geval prevaleert op nationaal recht.

3.4.   Keuring van gebruikte voertuigen

Doel van de keuring is verifiëren of het motorvoertuig in kwestie op het ogenblik van de registratie in goede staat van onderhoud verkeert. Het feit dat een motorvoertuig sinds de laatste keuring op de openbare weg is gebruikt, kan echter een rechtvaardiging zijn voor een keuring bij de registratie in een andere lidstaat.

Volgens de rechtspraak van het Hof van Justitie (22) kunnen de lidstaten dus eisen dat motorvoertuigen die al in dezelfde of een andere lidstaat geregistreerd waren, worden gekeurd alvorens ze opnieuw worden geregistreerd, mits deze keuring verplicht is voor elke eigendomsoverdracht van een soortgelijk motorvoertuig of voor elke verandering van houder van het kentekenbewijs, ongeacht of het motorvoertuig in dezelfde of een andere lidstaat was geregistreerd. De keuring vóór de registratie moet ten minste dezelfde procedurele voorwaarden vervullen als de goedkeuring van de technische eigenschappen van het motorvoertuig, namelijk:

a)

zij moet gebaseerd zijn op objectieve, niet-discriminerende en vooraf gekende criteria, zodat een grens wordt gesteld aan de beoordelingsvrijheid van de nationale autoriteiten en willekeur wordt voorkomen;

b)

zij mag geen controles behelzen die in het kader van andere procedures in dezelfde of een andere lidstaat al zijn uitgevoerd. Wanneer een voertuig in een lidstaat is gekeurd, moeten volgens het beginsel van gelijkwaardigheid en wederzijdse erkenning dat in artikel 3, lid 2, van Richtlijn 96/96/EG van de Raad (23) is neergelegd, alle overige lidstaten het daarbij afgegeven certificaat erkennen, wat hen echter niet belet om alle aanvullende testen te eisen die voor registratie op hun grondgebied gewoonlijk worden uitgevoerd, op voorwaarde dat die testen al niet onder dat certificaat vallen (24);

c)

de Commissie is van oordeel dat de keuring een gemakkelijk toegankelijke procedure moet zijn die binnen redelijke tijd kan worden voltooid. Door de keuring voor geïmporteerde voertuigen tot specifieke en afzonderlijk aangewezen keuringsstations te beperken, kan de handel tussen de lidstaten worden belemmerd.

3.5.   Registratie van het motorvoertuig

Door het motorvoertuig te registreren, staat de lidstaat toe dat het in het verkeer wordt gebracht, wat de identificatie ervan en de afgifte van een kenteken impliceert.

3.5.1.   De eerste registratie van motorvoertuigen

Voor nieuwe motorvoertuigen met EG-typegoedkeuring die in een andere lidstaat zijn aangekocht, moet de lidstaat van registratie behalve de specifieke gegevens van de persoon of organisatie die om registratie volgens de geharmoniseerde communautaire code C verzoekt (25), het EG-certificaat van overeenstemming  (26) eisen.

Voor voertuigen zonder EG-typegoedkeuring mag de lidstaat verzoeken om overlegging van het relevante nationale typegoedkeuringscertificaat of het nationale individuele goedkeuringscertificaat (zie punt 3.3.2).

De Commissie is van oordeel dat de lidstaten het recht hebben om op het ogenblik van de registratie na te gaan of de btw correct is betaald.

Wanneer een professionele handelaar in een andere lidstaat een motorvoertuig verkoopt, is hij verplicht een factuur af te geven. Voor btw-doeleinden zijn er twee mogelijkheden:

a)

het motorvoertuig is „nieuw”, als de levering plaatsvindt hetzij binnen zes maanden na de datum waarop het voertuig voor het eerst in het verkeer is gebracht, hetzij als het voertuig niet meer dan 6 000 km heeft afgelegd. Overeenkomstig artikel 2 van Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (27) (de „btw-richtlijn”) is de btw dan verschuldigd in de lidstaat waarnaar het voertuig wordt overgebracht. De levering van nieuwe vervoermiddelen is vrijgesteld van btw in de lidstaat van oorsprong waar de handelaar is gevestigd (artikel 138, lid 2, onder a), van de btw-richtlijn). Om krachtens deze bepaling te worden vrijgesteld, moet worden aangetoond dat het nieuwe vervoermiddel door of voor rekening van de verkoper of afnemer wordt verzonden of vervoerd naar een plaats buiten de lidstaat van oorsprong, maar binnen de Gemeenschap.

b)

het motorvoertuig is niet „nieuw”, wanneer een particulier naar een andere lidstaat gaat om het motorvoertuig te kopen en het zelf meeneemt (of het laat brengen); dan koopt hij tegen het btw-percentage op het verkooppunt, dat wil zeggen de belasting wordt geheven in het land van oorsprong. De btw is verschuldigd in de lidstaat waar de handelaar is gevestigd. Wanneer de autohandelaar de auto heeft gekocht van een oorspronkelijke koper die met name de in de verkoopprijs van het motorvoertuig inbegrepen btw niet heeft afgetrokken, is de bijzondere regeling voor gebruikte goederen (de „winstmargeregeling”) van toepassing (artikel 312 e.v. van de btw-richtlijn).

Wanneer een particulier zijn motorvoertuig verkoopt, kan het voor btw-doeleinden:

a)

„nieuw ”zijn (voor de definitie van een nieuw voertuig: zie onder a) hierboven). In dat geval is de btw verschuldigd in de lidstaat waarnaar het voertuig wordt overgebracht (artikel 2 van de btw-richtlijn). Om dubbele belastingheffing te vermijden, is de particulier die de „nieuwe ”auto heeft gekocht, gerechtigd de btw die in de verkoopprijs in de lidstaat van oorsprong is begrepen, af te trekken of te laten terugbetalen tot een bedrag dat niet hoger ligt dan het bedrag van de btw die hij verschuldigd zou zijn indien de levering belastbaar was in de lidstaat van oorsprong (artikel 172 van de btw-richtlijn);

b)

niet „nieuw ”zijn. Dan valt de transactie buiten het toepassingsgebied van de btw-richtlijn en is er geen btw verschuldigd.

Volgens de Commissie mogen de nationale autoriteiten bij de registratie ook een bewijs van dekking door een verzekering eisen.

3.5.2.   Motorvoertuigen die eerder in een andere lidstaat waren geregistreerd

Voor motorvoertuigen die eerder in een andere lidstaat waren geregistreerd, mag de lidstaat van registratie alleen de volgende stukken verlangen:

a)

het originele, niet-geharmoniseerde kentekenbewijs dat in een andere lidstaat is afgegeven, of een kopie ervan. Veel voertuigen die vóór 2004 geregistreerd waren, gaan nog vergezeld van het niet-geharmoniseerde kentekenbewijs. In het Gemeenschapsrecht bestaat er geen verplichting om het originele kentekenbewijs dat in een andere lidstaat is afgegeven, of een kopie daarvan over te leggen aan de nationale registratieautoriteiten van de lidstaat van bestemming. De Commissie is echter van oordeel dat het nationale recht de koper kan verplichten een kopie van het in de lidstaat van oorsprong afgegeven kentekenbewijs over te leggen voordat het motorvoertuig wordt geregistreerd, om dubbele administratieve controle te vermijden of voertuigcriminaliteit te beperken;

b)

het geharmoniseerde kentekenbewijs. Het door een lidstaat afgegeven geharmoniseerde kentekenbewijs moet door de overige lidstaten worden erkend voor de nieuwe registratie van het voertuig in een andere lidstaat (28). Wanneer een koper een motorvoertuig met geharmoniseerd kentekenbewijs koopt, ontvangt hij deel I van het vorige kentekenbewijs in ieder geval en deel II als dat is afgegeven. Deel I van het vorige kentekenbewijs en deel II (indien afgegeven) moeten aan de registratieautoriteiten in de lidstaat van bestemming worden overgelegd om hen in staat te stellen het deel (de delen) van het vorige kentekenbewijs in te trekken. Binnen twee maanden moeten zij de autoriteiten van de lidstaat die het kentekenbewijs hebben afgeleverd, daarvan in kennis stellen. Bovendien moeten zij het ingetrokken kentekenbewijs aan de genoemde autoriteiten terugsturen indien deze daar binnen zes maanden na de intrekking om verzoeken. Wanneer het kentekenbewijs uit de delen I en II bestaat (29) en deel II ontbreekt, kunnen de bevoegde instanties van de lidstaat waar de nieuwe registratie is aangevraagd, in uitzonderlijke gevallen besluiten het voertuig pas opnieuw te registreren nadat zij van de bevoegde instanties van de lidstaat waar het voertuig eerder was geregistreerd, op papier of elektronisch de bevestiging hebben gekregen dat de aanvrager het recht heeft het voertuig in een andere lidstaat opnieuw te laten registreren (30);

c)

het nationale of EG-certificaat van overeenstemming

de nationale autoriteiten mogen het EG-certificaat van overeenstemming niet eisen voor voertuigen die eerder in een andere lidstaat waren geregistreerd, als het vorige kentekenbewijs van het voertuig volledig in overeenstemming is met het model in Richtlijn 1999/37/EG. Krachtens artikel 4 van de richtlijn moet het door een lidstaat afgegeven kentekenbewijs door de overige lidstaten worden erkend voor de nieuwe registratie van het voertuig in die lidstaten;

voor voertuigen die eerder in een andere lidstaat waren geregistreerd, mogen de nationale autoriteiten evenwel het EG-certificaat van overeenstemming eisen, als het niet-geharmoniseerde kentekenbewijs van de overige lidstaten hen niet in staat stelt het motorvoertuig met voldoende nauwkeurigheid te identificeren;

als het motorvoertuig geen EG-certificaat van overeenstemming heeft, mogen de nationale autoriteiten een nationaal certificaat van overeenstemming vragen.

d)

het bewijs van betaling van de btw, als het voertuig voor btw-doeleinden nieuw is (zie punt 3.5.1).

e)

een verzekeringsbewijs.

f)

een keuringsbewijs als de keuring verplicht is voor alle nieuwe registraties van voertuigen die eerder in dezelfde of een andere lidstaat geregistreerd waren.

4.   OVERBRENGING VAN EEN MOTORVOERTUIG NAAR EEN ANDERE LIDSTAAT

Een motorvoertuig kan uiteraard op een aanhangwagen of vrachtwagen worden geplaatst en naar een andere lidstaat worden gebracht. Toch worden veel motorvoertuigen naar de lidstaat van bestemming gereden.

De meeste lidstaten hanteren als algemene regel dat een motorvoertuig niet zonder kenteken op de openbare weg mag rijden. De normale situatie is dat het motorvoertuig met de kentekens van de lidstaat van oorsprong naar de lidstaat van bestemming wordt gereden.

Bovendien moet de wettelijke aansprakelijkheid altijd worden gedekt door een verzekering (31) en wordt bestuurders aangeraden de „groene kaart”, dat wil zeggen het internationale verzekeringsbewijs (32), bij zich te hebben als zij hun voertuig gebruiken. Sinds de ondertekening van de Multilaterale Garantieovereenkomst (33) door alle lidstaten (plus Andorra, Kroatië, Liechtenstein, Noorwegen en Zwitserland) heeft de kentekenplaat van een voertuig dezelfde waarde als een verzekeringsbewijs. Zo kunnen motorvoertuigen met een kentekenplaat uit een van deze landen vrij deelnemen aan het verkeer in deze zone zonder dat het bewijs van de voor motorrijtuigen verplichte wettelijke-aansprakelijkheidsverzekering bij de grenzen wordt gecontroleerd.

Er zijn twee mogelijkheden om een motorvoertuig legaal naar de lidstaat van bestemming te rijden: met een tijdelijke kentekenplaat of met een handelaarkentekenplaat.

4.1.   Het motorvoertuig besturen met een handelaarkentekenplaat

In de meeste lidstaten bestaan er handelaarkentekens om detaillisten in staat te stellen tijdens een heel korte periode met motorvoertuigen op de openbare weg te rijden zonder ze officieel te moeten laten registreren. Dergelijke kentekens zijn voorbehouden aan fabrikanten, assembleurs, distributeurs en dealers, voor de motorvoertuigen die zij bezitten.

De meeste lidstaten geven geen handelaarkentekenbewijs als zodanig af, waarbij het motorvoertuig moet worden geïdentificeerd. Zij verstrekken meestal een ander soort document, waarin het verband tussen de kentekenplaat en de houder ervan wordt vastgesteld, en/of eisen dat de houder een logboek bijhoudt waarin alle verplaatsingen met de kentekenplaat worden genoteerd.

Artikel 35, lid 1, onder a), van het Verdrag van Wenen inzake het wegverkeer (34) bepaalt dat de verdragsluitende partijen het verkeer van motorvoertuigen die door een andere verdragsluitende partij zijn geregistreerd, niet mogen verbieden, mits de bestuurder een kentekenbewijs bij zich heeft. De verdragsluitende partijen moeten ook kentekenbewijzen erkennen die door andere verdragsluitende partijen overeenkomstig het verdrag zijn afgegeven. Het verdrag bevat echter geen bepalingen die de verdragsluitende partijen verplichten of toestaan het vrije verkeer van voertuigen die niet aan het verdrag voldoen, te verbieden.

Gezien het beginsel van vrije doorvoer van goederen binnen de Gemeenschap (35), valt het intracommunautaire verkeer van motorvoertuigen met een handelaarkenteken dat in een andere lidstaat is afgegeven onder het EG-Verdrag (36), en met name onder artikel 28. Eventuele belemmeringen moeten worden gerechtvaardigd uit hoofde van de in artikel 30 van het EG-Verdrag genoemde gronden of de door het Hof van Justitie erkende dwingende vereisten.

Het beginsel dat elke lidstaat de nodige maatregelen moet nemen opdat de wettelijke aansprakelijkheid met betrekking tot de deelneming aan het verkeer van voertuigen die gewoonlijk op zijn grondgebied zijn gestald, door een verzekering is gedekt, is in de regel ook van toepassing op voertuigen met een handelaarkenteken. De dekking van de schade alsmede de voorwaarden van deze verzekering worden in die maatregelen vastgesteld. De lidstaten kunnen voertuigen met een handelaarkenteken echter van deze verplichting ontslaan (dat wil zeggen van bovengenoemde bepaling afwijken), als die kentekenplaten op een lijst staan die door de betrokken lidstaat is opgesteld en aan de overige lidstaten en de Commissie is toegezonden. In dit geval behouden de andere lidstaten het recht te eisen dat de houder van een dergelijk voertuig overeenkomstig de wettelijke voorschriften van de betrokken lidstaat in het bezit is van een geldige groene kaart of een grensverzekeringsovereenkomst sluit (37). Een nieuwe wijziging van Richtlijn 72/166/EEG, ingevoerd bij de vijfde Motorrijtuigenverzekeringsrichtlijn 2005/14/EG (38), bepaalt echter dat voertuigen die van de verzekeringsverplichting zijn vrijgesteld omdat ze van een speciale kentekenplaat zijn voorzien, dezelfde behandeling moeten krijgen als voertuigen die niet zijn verzekerd. Slachtoffers van ongevallen die door dergelijke voertuigen zijn veroorzaakt, hebben het recht schadeloosstelling te vragen aan het vergoedingsorgaan van de lidstaat waar het ongeval heeft plaatsgevonden. Dit vergoedingsorgaan heeft dan een vordering op het garantiefonds dat is opgericht in het land waar het voertuig gewoonlijk is gestald.

4.2.   Het motorvoertuig is voorzien van een tijdelijke kentekenplaat

Tal van lidstaten hebben een systeem van tijdelijke registratie ingesteld zodat met het motorvoertuig een korte tijd kan worden gereden voordat het definitief wordt geregistreerd of het grondgebied verlaat. Tijdelijke registratie vindt gewoonlijk plaats in de lidstaat van oorsprong van het voertuig. De Commissie is echter van oordeel dat het algemene beginsel van vrije doorvoer van goederen en de richtlijn inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen tot gevolg hebben dat de lidstaat van oorsprong ook het gebruik — op zijn grondgebied — moet toestaan van tijdelijke kentekenplaten en -bewijzen die door de lidstaat van bestemming zijn afgegeven.

Voor tijdelijke registratie:

mogen de lidstaten een tijdelijk kentekenbewijs afgeven dat niet of slechts weinig verschilt van het model in Richtlijn 1999/37/EG. In dat geval zijn de andere lidstaten verplicht het door een lidstaat afgegeven tijdelijke kentekenbewijs te erkennen voor de identificatie van het voertuig in het internationale verkeer, mits de bestuurder overeenkomstig artikel 5, lid 1, van de richtlijn (39) deel I van het kentekenbewijs bij zich heeft;

een andere mogelijkheid is dat het tijdelijke kentekenbewijs wezenlijk verschilt van het model in Richtlijn 1999/37/EG. In principe moeten de overige lidstaten het kentekenbewijs erkennen overeenkomstig de artikelen 28 en 30 van het EG-Verdrag.

Het vrije verkeer van het motorvoertuig met een tijdelijke kentekenplaat en een tijdelijk kentekenbewijs mag alleen worden verhinderd om redenen die verband houden met de verkeersveiligheid (zoals de rijvaardigheid van de bestuurder, de naleving van de lokale verkeersregels of de staat waarin het motorvoertuig zich bevindt), in geval van een redelijk vermoeden dat het om een gestolen voertuig gaat of wanneer de controlerende autoriteiten ernstige twijfels hebben omtrent de geldigheid van het kentekenbewijs.

Bovendien wordt de bestuurders aanbevolen de „groene kaart ”bij zich te hebben als bewijs dat het voertuig ten minste verzekerd is tot het in het bezochte land wettelijk verplichte minimumniveau. Tijdens de overbrenging en tot de definitieve registratie in de lidstaat van bestemming moet het voertuig gedekt zijn door een verzekeringspolis afgegeven door een verzekeraar die gemachtigd is om in het land van oorsprong van het voertuig zijn activiteiten uit te oefenen. Wanneer een voertuig vanuit een lidstaat naar een andere lidstaat wordt verzonden, wordt krachtens een nieuwe bepaling (40) die uiterlijk op 11 juni 2007 door de lidstaten moet worden omgezet, de lidstaat van bestemming vanaf de aanvaarding van de levering door de koper echter gedurende een periode van 30 dagen beschouwd als de lidstaat waar het risico is gelegen, zelfs indien het voertuig in de lidstaat van bestemming niet officieel is geregistreerd. Dit zal de koper van het voertuig in staat stellen een verzekering af te sluiten in zijn lidstaat van verblijf, ook al is het voertuig nog voorzien van een buitenlandse kentekenplaat (een tijdelijke kentekenplaat van het land van oorsprong). In de praktijk betekent dit dat de verzekering moet worden genomen in het land van bestemming. Deze verzekering kan worden aangeboden door verzekeringsmaatschappijen die zijn gevestigd in de lidstaat van bestemming of in andere lidstaten die uit hoofde van het vrij verrichten van diensten of de vrijheid van vestiging diensten verlenen in de lidstaat van bestemming.

5.   RECHTSMIDDELEN

Ieder door de nationale autoriteiten genomen besluit om de typegoedkeuring of registratie van een motorvoertuig te weigeren, moet worden meegedeeld aan de betrokken partij die tegelijkertijd in kennis moet worden gesteld van de rechtsmiddelen waarover zij krachtens de in de betrokken lidstaat geldende wetgeving beschikt, en van de toegestane termijnen om die rechtsmiddelen aan te wenden (41).

Behalve de formele nationale rechtsmiddelen die ter beschikking staan van de persoon die een registratieaanvraag indient, kunnen burgers en ondernemingen voor problemen met de goedkeuring of registratie van voertuigen ook een oplossing zoeken via het SOLVIT-netwerk (42). SOLVIT kan gratis worden geraadpleegd.

Het is ook mogelijk zich rechtstreeks tot de Europese Commissie te wenden en klacht in te dienen tegen een lidstaat. Als de Commissie van mening is dat een lidstaat zijn verplichtingen krachtens het EG-Verdrag niet is nagekomen, kan zij overeenkomstig artikel 226 van het EG-Verdrag een inbreukprocedure tegen die lidstaat inleiden.


(1)  Richtlijn 70/156/EEG van de Raad van 6 februari 1970 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan (PB L 42 van 23.2.1970, blz. 1). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/40/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 161 van 14.6.2006, blz. 12).

(2)  Voorstel van de Commissie voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de goedkeuring van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en van systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd (COM(2003) 418, gewijzigd bij COM(2004) 738).

(3)  Verordening (EG) nr. 1400/2002 van de Commissie van 31 juli 2002 betreffende de toepassing van artikel 81, lid 3, van het Verdrag op groepen verticale overeenkomsten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen in de motorvoertuigensector (PB L 203 van 1.8.2002, blz. 30). Verordening gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.

(4)  Richtlijn 1999/37/EG van de Raad van 29 april 1999 inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen (PB L 138 van 1.6.1999, blz. 57). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/103/EG (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 344).

(5)  http://europa.eu.int/solvit/site/statistics/index_en.htm.

(6)  De beginselen van het Gemeenschapsrecht die momenteel van toepassing zijn op de registratie- en motorrijtuigenbelasting voor auto's, worden toegelicht in een informatiedocument van de Commissie over de rechten en plichten van de Europese burger met betrekking tot de fiscale behandeling van de intracommunautaire overbrenging en het grensoverschrijdende gebruik van personenauto's, gepubliceerd op:

http://ec.europa.eu/taxation_customs/taxation/other_taxes/passenger_car/index_en.htm.

(7)  De Commissie heeft een voorstel goedgekeurd over de belasting van personenauto's (COM(2005) 261 van 5.7.2006). Het voorstel voorziet in een geleidelijke afschaffing van de registratiebelasting tijdens een overgangsperiode van vijf tot tien jaar en in de instelling van een systeem voor de restitutie van de resterende voertuigbelasting, wanneer een personenauto die in een lidstaat is geregistreerd, voor registratie definitief naar een andere lidstaat wordt overgebracht.

(8)  PB C 143 van 15.5.1996, blz. 4.

(9)  Zie artikel 1 van Richtlijn 70/156/EEG.

(10)  Dat wil zeggen elk motorvoertuig dat valt onder het toepassingsgebied (van artikel 1) van Richtlijn 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 maart 2002 betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen en de intrekking van Richtlijn 92/61/EEG van de Raad (PB L 124 van 9.5.2002, blz. 1). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/30/EG van de Commissie (PB L 106 van 27.4.2005, blz. 17).

(11)  Arrest van het Hof van Justitie van 21 maart 2002, Cura Anlagen GmbH tegen Auto Service Leasing GmbH (ASL), zaak C-451/99, Jurispr. 2002, blz. I-03193 (http://curia.europa.eu/nl/content/juris/index.htm).

(12)  Richtlijn 83/182/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende de belastingvrijstellingen bij de tijdelijke invoer van bepaalde vervoermiddelen binnen de Gemeenschap (PB L 105 van 23.4.1983, blz. 59). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2006/98/EG (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 129).

(13)  Richtlijn 83/183/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende de belastingvrijstellingen bij definitieve invoer uit een lidstaat van persoonlijke goederen door particulieren (PB L 105 van 23.4.1983, blz. 64). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 92/12/EEG (PB L 76 van 23.3.1992, blz. 1).

(14)  Arrest van het Hof van Justitie van 12 juli 2001, Paraskevas Louloudakis tegen Elliniko Dimosio, zaak C-262/99, Jurispr. 2001, blz. I-05547).

(15)  Voor een lijst van de relevante richtlijnen: zie bijlage IV, deel I, bij Richtlijn 70/156/EEG.

(16)  Arrest van het Hof van Justitie van 29 mei 1997, administratieve procedure ingeleid door VAG Sverige AB, zaak C-329/95, Jurispr. 1997, blz. I-02675.

(17)  Arrest van het Hof van Justitie van 22 januari 2002, Canal Satélite Digital SL tegen Administración General del Estado, in tegenwoordigheid van Distribuidora de Televisión Digital SA (DTS), zaak C-390/99, Jurispr. 2002, blz. I-00607.

(18)  Arrest van het Hof van Justitie van 10 november 2005, Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen de Portugese Republiek, zaak C-432/03, Jurispr. 2005, blz. I-09665.

(19)  Arrest van het Hof van Justitie van 5 februari 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen de Franse Republiek, zaak C- 24/00, Jurispr. 2004, blz. I-01277.

(20)  Arrest van het Hof van Justitie van 5 februari 2004, strafzaak tegen John Greenham en Léonard Abel, zaak C-95/01, Jurispr. 2004, blz. I-01333.

(21)  Arrest van het Hof van Justitie van 16 oktober 2003, Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen de Italiaanse Republiek, zaak C-455/01, Jurispr. 2003, blz. I-12023.

(22)  Arrest van het Hof van 12 juni 1986, Bernhard Schloh tegen Auto contrôle technique SPRL, zaak C 50/85, Jurispr. 1986, blz. 01855, punten 14-16; zaak C-451/99, punten 62, 63 en 64.

(23)  PB L 46 van 17.2.1997, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1882/2003 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 284 van 31.10.2003, blz. 1).

(24)  Zaak C-451/99.

(25)  Zie de bijlagen I en II bij Richtlijn 1999/37/EG.

(26)  Artikel 7, lid 1, van Richtlijn 70/156/EEG.

(27)  PB L 347 van 11.12.2006, blz. 1. Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Beschikking 2007/133/EG (PB L 57 van 24.2.2007, blz. 12).

(28)  Artikel 4 van Richtlijn 1999/37/EG.

(29)  Volgens overweging 7 van Richtlijn 1999/37/EG maken de lidstaten gebruik van een kentekenbewijs dat uit een enkel of uit twee afzonderlijke delen bestaat en „verdient het op dit moment de voorkeur beide systemen naast elkaar te laten bestaan”. Krachtens artikel 3, lid 1, van de richtlijn bestaat het kentekenbewijs hetzij uit slechts één deel overeenkomstig bijlage I, hetzij uit twee delen overeenkomstig de bijlagen I en II. De verwijzing naar deel II geldt alleen voor lidstaten die het systeem van kentekenbewijzen met twee afzonderlijke delen (deel I en deel II) toepassen.

(30)  Artikel 5, lid 2, van Richtlijn 1999/37/EG.

(31)  Richtlijn 72/166/EEG van de Raad van 24 april 1972 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (PB L 103 van 2.5.1972, blz. 1). Richtlijn laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2005/14/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 149 van 11.6.2005, blz. 14).

(32)  Elke bestuurder kan een groene kaart krijgen van de verzekeraar die hem de verplichte wettelijke aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen heeft afgegeven. Het groenekaartsysteem werd in 1953 ingevoerd onder auspiciën van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties en wordt door de Raad van Bureaus beheerd. De groene kaart is het bewijs dat de bestuurder ten minste de verplichte wettelijke-aansprakelijkheidsverzekering heeft afgesloten, zoals voorgeschreven door de wetgeving van de landen die hij bezoekt (voor meer informatie, zie: http://www.cobx.org/public/NXhomeEng-Public.htm).

(33)  De op 30 mei 2002 gesloten overeenkomst tussen de bureaus van nationale verzekeraars van de lidstaten van de Europese Economische Ruimte, opgenomen in de bijlage bij Beschikking 2003/564/EG van de Commissie van 28 juli 2003 betreffende de toepassing van Richtlijn 72/166/EEG van de Raad van 24 april 1972 inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (PB L 192 van 31.7.2003, blz. 23).

(34)  Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties, 8 november 1968, zoals gewijzigd.

(35)  Punt 18 van het arrest van het Hof van Justitie van 23 oktober 2003, Administration des douanes et droits indirects tegen Rioglass SA en Transremar SL, zaak C-115/02, Jurispr. 2003, blz. I-12705.

(36)  Arrest van het Hof van Justitie van 2 oktober 2003, strafzaak tegen Marco Grilli, zaak C-12/02, Jurispr. 2003, blz. I-11585.

(37)  Artikel 4, onder b), van Richtlijn 72/166/EEG.

(38)  Artikel 1, lid 3, onder b), moet door de lidstaten uiterlijk op 11 juni 2007 ten uitvoer worden gelegd.

(39)  Richtlijn 1999/37/EG is ook van toepassing op tijdelijke kentekenbewijzen, die overeenkomstig artikel 1, artikel 2, onder b), en artikel 4 van de richtlijn door de lidstaten moeten worden erkend.

(40)  Het nieuwe artikel 4 bis dat bij Richtlijn 2005/14/EG is opgenomen in de Derde Richtlijn 90/232/EEG van de Raad (PB L 129 van 19.5.1990, blz. 33) betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven.

(41)  Artikel 12 van Richtlijn 70/156/EEG.

(42)  http://europa.eu.int/solvit/.


IV Informatie

INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE

Commissie

24.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 68/25


Wisselkoersen van de euro (1)

23 maart 2007

(2007/C 68/05)

1 euro=

 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,3327

JPY

Japanse yen

156,65

DKK

Deense kroon

7,4505

GBP

Pond sterling

0,67780

SEK

Zweedse kroon

9,3135

CHF

Zwitserse frank

1,6164

ISK

IJslandse kroon

88,46

NOK

Noorse kroon

8,1150

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CYP

Cypriotische pond

0,5805

CZK

Tsjechische koruna

27,973

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

246,70

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,7096

MTL

Maltese lira

0,4293

PLN

Poolse zloty

3,8760

RON

Roemeense leu

3,3630

SKK

Slowaakse koruna

33,582

TRY

Turkse lira

1,8479

AUD

Australische dollar

1,6519

CAD

Canadese dollar

1,5432

HKD

Hongkongse dollar

10,4103

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,8654

SGD

Singaporese dollar

2,0217

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 248,54

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

9,6281

CNY

Chinese yuan renminbi

10,2991

HRK

Kroatische kuna

7,3815

IDR

Indonesische roepia

12 140,90

MYR

Maleisische ringgit

4,6065

PHP

Filipijnse peso

64,003

RUB

Russische roebel

34,6730

THB

Thaise baht

42,402


(1)  

Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


24.3.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 68/26


Richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013 — Regionale-steunkaart: Portugal, Cyprus

(Voor de EER relevante tekst)

(2007/C 68/06)

N 727/2006 — PORTUGAL

Regionale-steunkaart 1.1.2007-31.12.2013

(Door de Commissie goedgekeurd op 7.2.2007)

NUTS II

NUTS III

Plafond voor regionale investeringssteun (1)

(van toepassing op grote ondernemingen)

1.   

Steungebieden ex artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag voor de volledige periode 2007-2013

 

 

1.1.2007-31.12.2010

1.1.2011-31.12.2013

Norte

Alto Trás-os-Montes

30

30

Ave

30

30

Cávado

30

30

Douro

30

30

Entre Douro e Vouga

30

30

Grande Porto

30

30

Minho Lima

30

30

Tâmega

30

30

Centro

Baixo Mondego

30

30

Baixo Vouga

30

30

Beira Interior Norte

40

30

Beira Interior Sul

40

30

Cova da Beira

40

30

Dão Lafões

36,5

30

Pinhal Interior Norte

40

30

Pinhal Interior Sul

40

30

Pinhal Litoral

30

30

Serra da Estrela

40

30

Médio Tejo

30

30

Oeste

30

30

Alentejo

Lezíria do Tejo

30

30

Alto Alentejo

40

30

Alentejo Central

40

30

Alentejo Litoral

40

30

Baixo Alentejo

40

30

RA Madeira

RA Madeira

52

40

RA Açores

RA Açores

52

50

2.   

Steungebieden ex artikel 87, lid 3, onder a), van het EG-Verdrag tot en met 31.12.2010 (2)

Algarve

Algarve

30

20

3.   

Steungebieden ex artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag voor de volledige periode 2007-2013

Grande Lisboa

Vila Franca de Xira (Alhandra, Alverca do Ribatejo, Castanheira do Ribatejo, Vila Franca de Xira)

15

15

P. de Setúbal

Setúbal

15

15

Palmela

15

15

Montijo

15

15

Alcochete

15

15

4.   

Steungebieden ex artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag voor de periode 1.1.2007-31.12.2008 met een steunplafond van 10 %

Grande Lisboa

Vila Franca de Xira (Cachoeiras, Calhandriz, Póvoa de Santa Iria, São João dos Montes, Vialonga, Sobralinho, Forte da Casa)

10

Mafra

10

Loures

10

Sintra

10

Amadora

10

Cascais

10

Odivelas

10

Oeiras

10

P. de Setúbal

Seixal

10

Almada

10

Barreiro

10

Moita

10

Sesimbra

10

N 814/2006 — CYPRUS

Regionale-steunkaart 1.1.2007-31.12.2013

(Door de Commissie goedgekeurd op 24.1.2007)

CYPRUS

Plafond voor regionale investeringssteun (3)

(van toepassing op grote ondernemingen)

1.   

Gemeenten die in aanmerking komen voor steun krachtens artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag voor de volledige periode 2007-2013 met een steunintensiteit van 15 %

1012 Δήμος Στροβόλου, 1023 Δήμος Λατσιών (Λακκιά), 1024 Γέρι, 1100 Σιά, 1101 Μαθιάτης, 1102 Αλάμπρα, 1103 Αγία Βαρβάρα, 1104 Κοτσιάτης, 1105 Νήσου, 1106 Πέρα Χωριό, 1107 Δήμος Ιδαλίου, 1108 Λύμπια, 1109 Λυθροδόντας & Μονή Προφήτη Ηλία, 1120 Ποταμιά, 1121 'Αγιος Σωζόμενος, 1200 Καμπί, 1201 Φαρμακάς, 1202 Απλίκι, 1203 Λαζανιάς (Περιλ. Μονή Μαχαιρά), 1204 Γούρρη, 1205 Φικάρδου (Περιλ. Οικ. Πύργου), 1206 'Αγιος Επιφάνιος (Ορεινής), 1207 Καλό Χωριό (Ορεινής), 1208 Μαλούντα, 1209 Κλήρου, 1210 Αρεδιού, 1211 'Αγιος Ιωάννης (Μαλούντας), 1212 Αγροκηπιά, 1213 Μιτσερό (Περ. Μονή Αγ. Παντελ.), 1220 Καπέδες, 1221 Καταλιόντας, 1222 Αναλιόντας (Περ. Μονή Αρχ.Μιχ.), 1223 Καμπιά, 1224 Μαργί, 1225 Τσέρι, 1226 Πολιτικό -Μονή Αγ.Ηρακλ.&Φιλάνι, 1227 Πέρα, 1228 Επισκοπειό, 1229 Ψιμολόφου, 1230 Εργάτες, 1240 'Αγιοι Τριμιθιάς, 1241 Παλαιομέτοχο, 1243 Κοκκινοτριμιθιά, 1244 Μάμμαρη, 1300 Παλαιχώρι Μόρφου, 1301 Ασκάς, 1302 'Αλωνα, 1303 Φτερικούδι, 1304 Πολύστυπος, 1305 Λαγουδερά, 1306 Σαράντι, 1307 Λιβάδια, 1308 Αληθινού, 1309 Πλατανιστάσα, 1310 Παλαιχώρι Ορεινής, 1320 Ξυλιάτος, 1321 'Αγιος Γεώργιος Καυκάλλου, 1322 Νικητάρι (Περιλ. Ασίνου), 1323 Βυζακιά, 1324 Αγία Μαρίνα (Ξυλιάτου), 1325 Άγιοι Ηλιόφωτοι, 1326 Κάτω Μονή, 1327 Ορούντα, 1328 Πάνω Κουτραφάς, 1329 Κάτω Κουτραφάς (Περιλ. Μάνδρες), 1330 Ποτάμι, 1361 Περιστερώνα, 1362 Αστρομερίτης, 1368 Μένικο, 1400 Σπήλια, 1402 Αγία Ειρήνη, 1403 Καννάβια (Περιλ. Καπουρά), 1404 Κακοπετριά -Πλατάνια,Αγ.Νικ.Στ., 1405 'Αγιος Θεόδωρος (Σολέας), 1406 Γαλάτα, 1407 Σινάορος, 1408 Καλιάνα, 1409 Τεμβριά, 1410 Κοράκου (Περιλ. Αργολάδου), 1411 Ευρύχου, 1412 Φλάσου, 1414 Άγιος Επιφάνιος (Σολέας), 1415 Ληνού, 1416 Κατύδατα, 1417 Σκουριώτισσα (Φουκάσα), 1420 Πεδουλάς, 1421 Μυλικούρι, 1422 Μουτουλλάς, 1423 Οίκος, 1424 Καλοπαναγιώτης-Ορκόντας,Ι.Λαμπ., 1425 Γερακιές, 1426 Τσακίστρα (Περιλ. Μονή Κύκκου), 1427 Κάμπος, 1430 Άγιος Νικόλαος (Λέυκας), 1456 Πάνω Πύργος, 1457 Κάτω Πύργος, 1458 Σελλάδι του Άππη, 1459 Αλεύγα, 1460 Πηγένια (Περιλ. Χαλέρι), 1461 Παχύαμμος, 1465 Φροδίσια (Βροδίσια), 1462 'Αγιος Θεόδωρος (Τιλλιρίας), 3100 Δήμος Αγίας Νάπας -& Αγία Θέκλα, 3101 Δήμος Παραλιμνίου, 3102 Δήμος Δερύνειας-Στροβίλ.&Α.Νικ., 3103 Σωτήρα, 3104 Λιοπέτρι, 3105 Φρέναρος, 3110 Αυγόρου (& Μονή 'Αγιος Κενδέας), 4010 Δήμος Αραδίππου, 4011 Λιβάδια, 4012 Δρομολαξιά, 4013 Μενεού, 4100 Κελλιά, 4102 Bορόκληνη(Ορόκληνη), 4103 Αβδελλερό, 4110 Κίτι, 4111 Περιβόλια, 4112 Τερσεφάνου, 4113 Σοφτάδες, 4120 Μαζωτός, 4121 Αλαμινός, 4122 Αναφωτίδα, 4123 Απλάνταn, 4124 Κιβισίλι, 4125 Αλεθρικό, 4126 Κλαυδιά, 4127 Αγγλισίδες, 4128 Μενόγεια, 4202 Δήμος Αθιένου, 4210 Καλό Χωριό, 4211 Αγία 'Αννα, 4212 Μοσφιλωτή, 4213 Ψευδάς, 4214 Πυργά-Μονή Σταυροβ.&Αγ.Βαρβάρας, 4215 Κόρνος(Περιλ.Μονή Αγίας Θέκλας), 4216 Δελίκηπος, 4217 Κόχη, 4300 Ζύγι, 4301 Μαρί (Περιλ. Βασιλικό), 4302 Καλαβασός, 4303 Τόχνη, 4304 Χοιροκoιτία, 4305 Ψεματισμένος, 4306 Μαρώνι, 4307 'Αγιος Θεόδωρος, 4308 Σκαρίνου, 4309 Κοφίνου, 4310 Κάτω Λεύκαρα, 4311 Δήμος Πάνω Λευκάρων, 4312 Κάτω Δρυς, 4313 Βάβλα (Περιλ. Νονή Αγίου Μηνά), 4314 Λάγεια, 4315 Ορά (Περιλ. Δράπια και Παρσάτα), 4316 Μελίνη, 4317 Οδού, 4318 'Αγιοι Βαβατσινιάς, 4319 Βαβατσινιά, 5011 Δήμος Μέσα Γειτονιάς, 5012 Δήμος Αγίου Αθανασίου, 5020 Πάνω Πολεμίδια, 5021 'Υψωνας, 5022 Δήμος Κάτω Πολεμιδιών, 5100 Παλόδεια, 5101 Παραμύθα-& Μονή Παναγίας Ευαγγ., 5102 Σπιτάλι, 5103 Φασούλα, 5104 Μαθικολώνη, 5105 Γεράσα, 5106 Αψιού, 5107 Απεσιά, 5108 Κορφή, 5109 Λιμνάτης, 5110 Καπηλειό, 5120 Μουτταγιάκα, 5121 Αρμενοχώρι, 5122 Φοινικάρια, 5123 Ακρούντα, 5124 'Αγιος Τύχων, 5125 Παρεκκλησιά, 5126 Πεντάκωμο, 5127 Μοναγρούλλι, 5128 Μονή, 5129 Πύργος, 5130 Ασγάτα (Περ.Μεταλλεία Πλατείες), 5131 Βάσα (Κελλακίου), 5132 Σανίδα, 5133 Πραστιό (Κελλακίου), 5134 Κλωνάρι, 5135 Βίκλα, 5136 Κελλάκι -& Μονή Ζωοδόχου Πηγής, 5137 Ακαπνού, 5138 Επταγώνεια, 5140 Διερώνα, 5141 Αρακαπάς, 5142 'Αγιος Παύλος, 5143 'Αγιος Κωνσταντίνος, 5144 Συκόπετρα, 5145 Λουβαράς, 5146 Καλό Χωριό (Περιλ. 'Αθρακος), 5147 Ζωοπηγή, 5223 Πλατανίστεια, 5224 'Αγιος Θωμάς, 5225 Αλέκτορα, 5226 Ανώγυρα, 5227 Πισσούρι, 5302 'Αλασσα, 5305 'Αγιος Αμβρόσιος, 5306 'Αγιος Θεράπων, 5307 Λόφου, 5308 Πάχνα, 5310 'Αγιος Γεώργιος, 5311 Δωρός, 5312 Λάνεια, 5313 Σιλίκου, 5314 Μονάγρι-& Μονή Παναγίας Αμασγού, 5315 Τριμήκληνη, 5316 'Αγιος Μάμας, 5317 Κουκά, 5318 Μονιάτης-Μέσα Ποτ.,Σαϊττάς,Φυλ., 5320 Δωρά, 5321 Γεροβάσα, 5322 'Αρσος, 5323 Κισσούσα, 5324 Μαλιά, 5325 Βάσα (Κοιλανίου), 5326 Βουνί, 5327 Πέρα Πεδί, 5328 Μανδριά, 5329 Ποταμιού, 5330 'Ομοδος, 5331 Κοιλάνι, 5340 'Αγιος Δημήτριος, 5341 Παλαιόμυλος, 5342 Πρόδρομος (Περιλ. Τρικουκκιά), 5343 Καμινάρια, 5344 Τρεις Ελιές, 5345 Λεμίθου, 5350 Κάτω Πλάτρες (Toρναρίδες), 5351 Πάνω Πλάτρες (Περιλ. Τροόδος), 5352 Φοινί (Περ. Μονή Τροοδίτισσας), 5353 Πάνω Αμίαντος, 5354 Κάτω Αμίαντος, 5360 'Αγιος Θεόδωρος, 5361 'Αγιος Ιωάννης, 5362 Κάτω Μύλος, 5363 Ποταμίτισσα, 5364 Δύμες, 5365 Πελένδρι (Περιλ. Κάρδαμα), 5366 Αγρός, 5367 Αγρίδια, 5368 Χανδριά, 5369 Κυπερούντα, 6010 Δήμος Γεροσκήπου, 6011 Κονιά, 6012 Αγία Μαρινούδα, 6013 Κολώνη (Περιλ. Μονή Ανατολικό), 6014 Αχέλεια, 6022 'Εμπα, 6023 Τρεμιθούσα, 6024 Μέσα Χωριό, 6025 Μεσόγη, 6026 Τάλα (Περ. Μονή Αγίου Νεοφύτου), 6100 Κούκλια, 6101 Μανδριά, 6102 Νικόκλεια, 6103 Σουσκιού, 6104 Τίμη, 6106 'Αγία Βαρβάρα, 6107 Αναρίτα, 6108 Φοίνικας, 6110 Μαραθούντα, 6111 'Αρμου, 6112 Επισκοπή, 6113 Νατά, 6114 Χολέτρια, 6115 Αξύλου, 6116 Ελεδιό, 6120 Τσάδα, 6121 Κοίλη, 6122 Στρουμπί, 6123, Πολέμι, 6124 Καλλέπεια (Περιλ. Μορόνερο), 6125 Λετύμβου, 6126 Πιταργού, 6127 Κούρδακα, 6128 Λεμώνα, 6129 Χούλου, 6130 Ακουρσός, 6132 Κάθικας, 6200 Πάνω Aρχιμανδρίτα-& Κάτω Αρχιμ., 6201 Φασούλα, 6202 Μούσερε, 6203 Μάρωνας, 6204 Μαμώνια, 6205 'Αγιος Γεώργιος, 6206 Σταυροκόννου, 6207 Πραστιό, 6208 Τραχυπέδουλα, 6210 Κελοκέδαρα, 6211 Σαλαμιού, 6212 Κιδάσι, 6213 Κέδαρες, 6214 Μέσανα, 6215 Πραιτώρι, 6216 Φιλούσα (Κελοκεδάρων), 6217 Αρμίνου, 6218 'Αγιος Νικόλαος (Περ. Πέραβασα), 6219 'Αγιος Ιωάννης (Περ. Μαλούντα), 6220 Αμαργέτη, 6221 Αγία Μαρίνα (Κελοκεδάρων), 6222 Πενταλιά, 6223 Φάλεια, 6224 Γαλαταριά, 6225 Κοιλίνεια, 6226 Βρέτσια, 6227 Στατός-'Αγιος Φώτιος-&Αμπελίτης, 6228 Λαπηθιού, 6229 Μαμουντάλη, 6230 Πάνω Παναγιά-&Μονή Χρυσορ.&Αγιά, 6231 Ασπρογιά, 6300 Ψάθι, 6301 'Αγιος Δημητριανός, 6302 Κανναβιού (Περιλ. Μελαμιού), 6303 Θρίνια (Δρίνια), 6304 Μηλιά, 6305 Κρίτου Μαρόττου, 6306 Φύτη, 6307 Λάσα, 6308 Δρύμου, 6310 Σίμου, 6311 Αναδιού, 6312 Σάραμα, 6313 Ευρέτου, 6314 Τριμιθούσα, 6315 Φιλούσα (Χρυσοχούς), 6316 Κιός, 6317 Ζαχαριά, 6318 Μελαδειά, Λυσός -Αγ. Μερκούρ & Σταυρός της Ψώκας, 6319 Μελάνδρα, 6320 Λυσός-&Αγ.Μερκούρ.&Σταυρός Ψώκ., 6321 Περιστερώνα, 6330 Θελέτρα, 6331 Γιόλου, 6332 Πάνω Ακουρδάλεια, 6333 Μηλιού -& Μονή Αγίων Αναργύρων, 6334 Κάτω Ακουρδάλεια, 6335 Τέρα, 6336 Κρίτου Τέρα, 6337 Σκούλλη, 6338 Χόλη, 6339 Λουκρουνού, 6340 Καραμουλλήδες, 6341 Χρυσοχού, 6343 Δήμος Πόλεως Χρυσοχούς, 6344 Νέο Χωριό (Περ.Λουτρά Αφροδίτης), 6345 Γουδί, 6350 Κάτω Αρόδες, 6351 Πάνω Αρόδες, 6352 'Ινεια, 6353 Δρούσεια (Περιλ. Πιττόκοπος), 6354 Φασλί, 6355 Ανδρολίκου, 6360 Πελαθούσα -& Μύρμιγκωφ & Λίμνη, 6361 Κυνούσα, 6362 Μακούντα, 6363 Αργάκα, 6364 Γιαλιά, 6365 Αγία Μαρίνα (Χρυσοχούς), 6366 Νέα Δήμματα, 6367 Πομός (Περιλ. Παλιάμπελα), 6368 Στενή, 6369 Άγιος Ισίδωρος, 6370 Λιβάδι.

2.   

Gemeenten die in aanmerking komen voor steun in de overgangsperiode op grond van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag voor de periode 1.1.2007-31.12.2008 met een steunintensiteit van 10 %

1000 Δήμος Λευκωσίας, 1010 Δήμος Αγίου Δομετίου, 1011 Δήμος 'Εγκωμης, 1013 Δήμος Αγλαντζιάς (Αγλαγγιά), 4101 Τρούλλοι, 4104 Πύλα, 5013 Δήμος Γερμασόγειας, 6020 Χλώρακας, 6021 Λέμπα, 6027 Κισσόνεργα, 6133 Δήμος Πέγειας & Αγ. Γεωργίου Πέγειας.


(1)  Voor investeringsprojecten waarvan de in aanmerking komende uitgaven niet meer dan 50 miljoen EUR bedragen, wordt dit plafond verhoogd met 10 procentpunt voor middelgrote en 20 procentpunt voor kleine ondernemingen in de zin van de aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36). Voor grote investeringsprojecten waarvan de in aanmerking komende uitgaven meer dan 50 miljoen EUR bedragen, wordt dit plafond overeenkomstig punt 67 van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013 aangepast.

(2)  Een of meer van deze gebieden kunnen voor steun in aanmerking blijven op grond van artikel 87, lid 3, onder a); het plafond zal worden verhoogd tot 30 % voor de periode 1.1.2011-31.12.2013 indien uit een herziening in 2010 blijkt dat het BBP per inwoner van de betrokken regio gezakt is tot minder dan 75 % van het EU 25-gemiddelde.

(3)  Voor investeringsprojecten waarvan de in aanmerking komende uitgaven niet meer dan 50 miljoen EUR bedragen, wordt dit plafond verhoogd met 10 procentpunt voor middelgrote en 20 procentpunt voor kleine ondernemingen in de zin van de aanbeveling van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36). Voor grote investeringsprojecten waarvan de in aanmerking komende uitgaven meer dan 50 miljoen EUR bedragen, wordt dit plafond overeenkomstig punt 67 van de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen 2007-2013 aangepast.