ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 322

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

49e jaargang
29 december 2006


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Mededelingen

 

Raad

2006/C 322/1

Resolutie van de Raad van 4 december 2006betreffende een geactualiseerd handboek met aanbevelingen voor de internationale politiesamenwerking en maatregelen ter voorkoming en bestrijding van geweld en ongeregeldheden rond voetbalwedstrijden met een internationale dimensie waarbij ten minste één lidstaat is betrokken

1

NL

 


I Mededelingen

Raad

29.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/1


RESOLUTIE VAN DE RAAD

van 4 december 2006

betreffende een geactualiseerd handboek met aanbevelingen voor de internationale politiesamenwerking en maatregelen ter voorkoming en bestrijding van geweld en ongeregeldheden rond voetbalwedstrijden met een internationale dimensie waarbij ten minste één lidstaat is betrokken

(2006/C 322/01)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Unie heeft zich onder meer ten doel gesteld, de burgers in een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid een hoog niveau van zekerheid te verschaffen door de ontwikkeling van gezamenlijk optreden van de lidstaten op het gebied van politiële samenwerking en, mutatis mutandis, in samenhang met andere vormen van internationale samenwerking.

(2)

De Raad heeft op 21 juni 1999 een resolutie aangenomen betreffende een handboek voor de internationale politiesamenwerking en maatregelen ter voorkoming en bestrijding van geweld en ongeregeldheden rond internationale voetbalwedstrijden (1).

(3)

Deze resolutie werd vervangen door de resolutie van de Raad van 6 december 2001 betreffende een handboek met aanbevelingen voor de internationale politiesamenwerking en maatregelen ter voorkoming en bestrijding van geweld en ongeregeldheden rond voetbalwedstrijden met een internationale dimensie waarbij ten minste één lidstaat is betrokken (2).

(4)

Laatstgenoemde resolutie suggereerde om in het licht van actuele ervaringen wijzigingen in het handboek voor te stellen.

(5)

In het licht van de ervaringen van de voorbije jaren, zoals het Europees kampioenschap 2004, en de door deskundigen verrichte evaluatie van de internationale politiële samenwerking in het kader van dit toernooi en van de uitgebreide politiële samenwerking bij internationale en clubwedstrijden in Europa in het algemeen, is het handboek in de bijlage van die resolutie van 6 december 2001 herzien en geactualiseerd.

(6)

De wijzigingen in het geactualiseerde handboek in de bijlage laten de bestaande nationale bepalingen, in het bijzonder de bevoegdheidsverdeling tussen de verschillende overheden en diensten in de betrokken lidstaten, en de uitoefening door de Commissie van de bevoegdheden waarover zij krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap beschikt, onverlet,

NEEMT DE VOLGENDE RESOLUTIE AAN:

1.

De Raad verzoekt de lidstaten, de politiële samenwerking bij voetbalwedstrijden met een internationale dimensie te blijven opvoeren.

2.

Om dit te bereiken geeft het handboek in de bijlage een aantal voorbeelden van sterk aanbevolen werkmethoden die de politiediensten zouden moeten kunnen toepassen.

3.

Deze resolutie vervangt de resolutie van de Raad van 6 december 2001.


(1)  PB C 196 van 13.7.1999, blz. 1.

(2)  PB C 22 van 24.1.2002, blz. 1.


BIJLAGE

HANDBOEK MET AANBEVELINGEN VOOR DE INTERNATIONALE POLITIESAMENWERKING EN MAATREGELEN TER VOORKOMING EN BESTRIJDING VAN GEWELD EN ONGEREGELDHEDEN ROND VOETBALWEDSTRIJDEN MET EEN INTERNATIONALE DIMENSIE WAARBIJ TEN MINSTE ÉÉN LIDSTAAT IS BETROKKEN

Inhoudsopgave handboek:

1.

Het informatiebeheer door de politiediensten

De overheden en politiediensten houden rekening met bepaalde criteria waaraan het informatiebeheer kan voldoen.

2.

De voorbereiding door politiediensten

De organiserende overheden en politiediensten betrekken reeds in een vroeg stadium de politiediensten uit deelnemende landen bij de voorbereidingen.

3.

De organisatie van de samenwerking tussen de politiediensten

De organiserende overheden en politiediensten houden rekening met bepaalde criteria waaraan de organisatie van de internationale politiesamenwerking kan voldoen.

4.

De samenwerking van politiediensten met de stewards

De organiserende overheden en politiediensten betrekken de begeleiders van supporters van de deelnemende voetbalbonden bij de ondersteuning van de taakuitvoering en werken zo veel mogelijk met hen samen.

5.

Checklist voor mediabeleid en communicatiestrategie politie/overheid bij grote (internationale) kampioenschappen en wedstrijden

De politiediensten maken gebruik van de checklist voor mediabeleid.

6.

De rol van de organisator

De organiserende overheden houden rekening met het raamwerk van mogelijke eisen aan de organisatoren op verschillende gebieden.

7.

Vergadering van deskundigen

Onder elk voorzitterschap vindt een vergadering van deskundigen plaats over de aanbevelingen van het handboek en daarmee samenhangende kwesties.

8.

Overzicht van door de Raad van de Europese Unie eerder aanvaarde documenten

Een overzicht van eerder door de Raad aangenomen documenten geeft inzicht in de tot nu toe genomen maatregelen.

HOOFDSTUK 1

Het informatiebeheer van de politiediensten

Afdeling 1

Bepaalde criteria waaraan het informatiebeheer kan voldoen

I.

INLEIDING

De groei van diverse internationale en Europese competities heeft geleid tot de internationalisering van het voetbalgebeuren.

Met het oog op het efficiënte beheer van voetbalwedstrijden, en in het bijzonder de bestrijding van het voetbalgeweld en het voorkomen ervan, is de uitwisseling van informatie van cruciaal belang. Voor deze informatie-uitwisseling moet in elke lidstaat een permanent nationaal (politioneel) informatiepunt voetbal (NIV) worden opgericht.

Overeenkomstig Besluit 2002/348/JBZ van de Raad (1) inzake de oprichting van NIV's, fungeert het NIV in elke lidstaat als centraal en uniek aanspreekpunt voor de uitwisseling van relevante informatie met betrekking tot voetbalwedstrijden met een internationale dimensie en voor de uitwerking van de internationale politiesamenwerking rond voetbalwedstrijden. Een lidstaat kan beslissen om bepaalde contacten inzake aan voetbal gerelateerde aspecten te laten verlopen via de daartoe bevoegde diensten, op voorwaarde dat het NIV een minimum aan informatie wordt aangereikt en mits de kwaliteit en de efficiëntie van de werkzaamheden daardoor niet in gevaar komt.

De betrekkingen tussen het NIV en de bevoegde nationale autoriteiten worden beheerst door het toepasselijke nationale recht.

De lidstaten moeten alle nodige maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat het NIV zijn taken efficiënt en op een bevredigende wijze kan uitvoeren.

Het NIV wordt uitgerust met de noodzakelijke materiële voorzieningen om de toegewezen taken efficiënt en snel te kunnen uitoefenen.

Het personeel van het NIV is zo samengesteld dat voldoende politiële expertise inzake de problematiek rond voetbalwedstrijden voorhanden is.

De NIV's werken in internationaal verband op basis van gelijkheid.

II.

DOELSTELLINGEN

Door de coördinatie van de informatie-uitwisseling rond voetbalwedstrijden draagt het NIV bij tot de openbare orde, rust en veiligheid en streeft alzo een doeltreffend gebruik van de beschikbare middelen na.

Het NIV zou daarnaast moeten trachten, de internationale politiesamenwerking rond de politionele aanpak van het voetbalfenomeen te vergemakkelijken en de informatie-uitwisseling tussen de politiediensten van de verschillende landen te bevorderen.

III.

TAKEN MET INTERNATIONALE DIMENSIE

Het NIV ondersteunt de bevoegde nationale autoriteiten. Op basis van de geanalyseerde en geëvalueerde informatie worden aan de bevoegde nationale autoriteiten de nodige voorstellen of adviezen aangereikt betreffende het door deze overheden te voeren beleid inzake aan voetbal gerelateerde problemen.

In het kader van wedstrijden met een internationale dimensie moet het NIV kunnen beschikken over een permanente risicoanalyse van de eigen clubs en van het eigen nationale team, en dit ten behoeve van de NIV's van andere landen.

Het NIV zou, in overeenstemming met de toepasselijke nationale en internationale regelgeving ter zake, moeten instaan voor het beheer van de informatie betreffende de persoonsgegevens van risicosupporters.

Het NIV zorgt voor de coördinatie van de uitwisseling van politie-informatie in verband met voetbalwedstrijden met een internationale dimensie. Deze informatie-uitwisseling kan worden uitgebreid tot andere wethandhavingsautoriteiten die bijdragen tot de veiligheid of de openbare orde.

IV.

UITWISSELING VAN POLITIE-INFORMATIE

1.

Soorten informatie

Een onderscheid kan worden gemaakt tussen algemene informatie en persoonsinformatie.

a)

Algemene informatie

De algemene informatie kan onderverdeeld worden in drie categorieën:

strategische informatie: gegevens die het evenement in al zijn dimensies omschrijven met bijzondere aandacht voor de veiligheidsrisico's die het evenement inhoudt;

operationele informatie: gegevens die toelaten om een correct beeld te vormen van de gebeurtenissen in het raam van het evenement;

tactische informatie: gegevens die toelaten aan de operationele verantwoordelijken om gepast te ageren in het raam van de ordehandhaving en veiligheid rond het evenement.

b)

Persoonsinformatie

Met persoonsinformatie wordt in deze context bedoeld de informatie over individuele personen die een gevaar vormen of kunnen vormen voor de openbare orde of veiligheid rond het evenement of betrokken zijn geweest in incidenten, met als doel gepaste maatregelen voor te bereiden of te nemen (bv. lijsten van stadionverboden, beeldmateriaal van de betreffende personen, enz.).

De informatie die uitgewisseld wordt, dient een welbepaald doel, namelijk bijdragen tot het welslagen van een bepaalde opdracht. Het gebruik van de geleverde informatie is beperkt in tijd en ruimte.

De uitwisseling van personeninformatie geschiedt overeenkomstig de toepasselijke nationale en internationale regelgeving.

2.

Chronologisch verloop van de informatie-uitwisseling

Er kunnen drie fases worden onderscheiden: vóór, tijdens en na het evenement:

vóór het evenement: vanaf het moment dat men weet heeft dat een bepaalde wedstrijd gaat gespeeld worden of een toernooi gepland is,

tijdens het evenement: periode vanaf de eerste tot de laatste feiten die van invloed zijn of kunnen zijn op de openbare orde,

na het evenement: afsluitende fase waarin debriefing en evaluatie plaatsvinden.

Deze drie fases zullen niet noodzakelijk steeds strikt te scheiden zijn.

Onder evenement wordt begrepen een bepaalde wedstrijd of een bepaald toernooi in al zijn dimensies.

a)

Taak van het NIV van het organiserende land

1.

Voorafgaande aan het evenement (zie aanhangsel 2, formulier „vóór de wedstrijd”)

Op strategisch vlak wordt geformuleerd aan welke informatie behoefte is, m.a.w. er wordt een verzoek om informatie gericht aan het NIV van het andere land of de andere landen. Een dergelijk verzoek betreft zaken zoals de risicoanalyse van de supporters van het betrokken team, informatie over het team zelf en zijn begeleiding (wanneer er een dreiging is), informatie over spotters, etc.

Van zijn kant verstrekt het NIV van het organiserende land, voor zover mogelijk, informatie over zaken zoals de toepasselijke wetgeving en het beleid van de overheden, informatie over de organisatie van het evenement, gegevens over gezagsdragers en politiechefs, enz.

Alle relevante informatie wordt ook verstrekt aan de andere betrokken NIV's.

Op operationeel vlak wordt het NIV van het andere land of de andere landen verzocht om informatie te verstrekken over verplaatsingen van gewone en risicosupporters, van het deelnemende team en zijn begeleiding (wanneer er een dreiging is), de ticketverkoop en eventuele verzoeken om het meesturen van politiemensen, zoals bijvoorbeeld spotters, en van supporterbegeleiders, en alle andere relevante informatie.

Daarnaast kan het NIV van het organiserende land informatie verstrekken aan het NIV van het ondersteunende land of ondersteunende landen over de organisatie van de ordedienst en in het bijzonder de rol van de spotters binnen de lokale ordedienst, richtlijnen voor de supporters, enz. Alle relevante informatie kan ook worden verstrekt aan de andere betrokken NIV's.

2.

Tijdens het evenement (zie aanhangsel 2, formulier „tijdens de wedstrijd”)

Op operationeel niveau kan het NIV van het organiserende land verzoeken om bevestiging van de aangeleverde informatie, bijvoorbeeld actualisering van de risicoanalyse. Een dergelijk verzoek wordt via de verbindingsfunctionarissen afgehandeld als er een systeem van verbindingsfunctionarissen is.

Op tactisch vlak kan het NIV van het organiserende land ervoor zorgen dat de aangeleverde informatie wordt bevestigd door alle betrokken actoren ter plaatse inspecties te laten uitvoeren. Eventueel kan worden voorgesteld om de maatregelen aan te passen. Daarnaast moet algemene informatie over de eventuele terugkeer van uitgewezen en/of niet toegelaten supporters worden doorgegeven aan de NIV's van het land van herkomst en van de transitlanden.

Het NIV van het organiserende land kan bovendien de NIV's van het land van herkomst en van de transitlanden de nodige informatie verstrekken over de terugkeer van de supporters.

3.

Na het evenement (zie aanhangsel 2, formulier „na de wedstrijd”)

Op strategisch vlak moet het NIV van het organiserende land het supportersgedrag evalueren, zodat het NIV van het ondersteunende land een geactualiseerde risicoanalyse over de bezoekers kan opstellen. Het NIV van het gastland kan tevens het verloop van de informatie-uitwisseling evalueren.

Op operationeel vlak kan een evaluatie gemaakt worden van de praktische bruikbaarheid van de door het NIV van het andere of de andere landen aangeleverde informatie en van de door het bezoekende land geleverde ondersteuning. Het NIV van het organiserende land kan informatie verstrekken over hoe de geseinde bezoekers zich in de praktijk hebben gedragen en beschrijven welke incidenten zich hebben voorgedaan. Ook kan informatie over eventuele aanhoudingen worden uitgewisseld, voor zover de wet dat toelaat. Voorts zou de buitenlandse ondersteuning geëvalueerd moeten worden.

b)

Taak van het NIV van het ondersteunende land

1.

Voorafgaande aan het evenement (zie aanhangsel 2, formulier „vóór de wedstrijd”)

Op strategisch vlak kan het NIV van het ondersteunende land op eigen initiatief alle relevante informatie verstrekken aan de andere betrokken NIV's. Het NIV van het ondersteunende land moet de vragen van het NIV van het organiserende land beantwoorden en, voor zover de wet het toelaat, relevante persoonsgegevens verstrekken.

Op operationeel niveau moeten de geformuleerde vragen worden beantwoord. Het gaat daarbij vooral om het beantwoorden van vragen over supportersverplaatsingen, medewerking van politiemensen, zoals bijvoorbeeld spotters, en het zenden van supporterbegeleiders.

Op tactisch vlak kan worden begonnen met het inwerken van de politiedelegatie.

2.

Tijdens het evenement (zie aanhangsel 2, formulier „tijdens de wedstrijd”")

Op operationeel vlak moet de aangeleverde informatie worden geactualiseerd en moeten de supportersbewegingen en -verblijfplaatsen worden geobserveerd. Ook kan nuttige informatie worden verschaft over het supportersgedrag in eigen land tijdens kampioenschappen of toernooien.

Op tactisch vlak kan ervoor worden gezorgd dat de supportersbewegingen worden geobserveerd.

3.

Na het evenement (zie aanhangsel 2, formulier „na de wedstrijd”)

Op strategisch vlak zou de risicoanalyse moeten worden aangepast.

Op operationeel vlak moeten de volgende elementen worden geëvalueerd:

de informatie-uitwisseling op basis van de door het NIV van het organiserende land aangereikte feitelijke informatie;

de praktische bruikbaarheid van de uitgewisselde informatie;

de strategische en operationele informatie die vooraf door het NIV van het organiserende land werd meegedeeld;

het werk van de spotters.

3.

Communicatieprocedure

De coördinatie van de informatiebehandeling betreffende wedstrijden met internationale dimensie gebeurt via het NIV. De tactische, strategische en operationele informatie wordt alzo overgemaakt aan het betrokken NIV. Na verwerking kan de informatie gebruikt worden door het NIV zelf of verzonden worden naar de belanghebbende overheden en politiediensten. Contacten tussen de politiediensten van verschillende landen betrokken bij een evenement worden gecoördineerd en indien nodig georganiseerd door het NIV.

De politiediensten van het organiserende land zorgen ervoor dat de informatielijnen en informatiestructuren voor de bezoekende politiedelegaties inzichtelijk zijn, waarbij rekening wordt gehouden met de aard van de informatie.

Het NIV of de politiedienst van het organiserende land staat tijdens het gehele kampioenschap en/of de wedstrijd in contact met de nationale politiedienst(en) van het (de) betrokken land(en) via de door het betrokken land aangewezen en gedetacheerde verbindingsfunctionaris, als er een systeem van verbindingsfunctionarissen is. Deze verbindingsfunctionaris kan worden aangesproken op de taakgebieden „openbare orde”, „gewelddadig voetbalvandalisme” en „algemene criminaliteit”", met inbegrip van terrorisme, voor zover er een verband is met een specifieke voetbalwedstrijd of -toernooi.

Indien er ook een lokaal informatiepunt voetbal is, dan is het aanbevolen dat dit lokale informatiepunt voetbal samenwerkt met het NIV, dat, behoudens een andere beslissing van de lidstaat, instaat voor het in goede banen leiden van het evenement. In dat kader kan het NIV de minimumcriteria opstellen waaraan deze samenwerking zou moeten beantwoorden. Het lokale informatiepunt voetbal informeert het NIV en andersom. In deze informatieverstrekking wordt rekening gehouden met de door de verbindingsfunctionaris van het ondersteunende land verstrekte informatie.

De communicatie tussen de verschillende NIV's gebeurt in de eigen taal, met een kopie in een gemeenschappelijke werktaal van de betrokken partijen, tenzij daarover andere afspraken worden gemaakt tussen de betrokken partijen.

De NIV's communiceren op een dusdanige wijze dat het vertrouwelijke karakter van de gegevens wordt gewaarborgd. De uitgewisselde berichten kunnen worden gearchiveerd en kunnen nadien geraadpleegd worden door andere belanghebbende NIV's, op voorwaarde dat het NIV dat deze informatie heeft verstrekt, vooraf in de gelegenheid wordt gesteld een standpunt te bepalen omtrent het verstrekken van die informatie.

4.

Algemene regels

De politiedienst van het organiserende land vrijwaart de verbindingsfunctionaris van de bezoekende politiedelegatie van mediacontacten indien de verbindingsfunctionaris dit wenst.

De verbindingsfunctionaris bevindt zich tijdens meerdaagse kampioenschappen in het NIV en tijdens eenmalige wedstrijden in het lokale informatiepunt voetbal van het betrokken gastland.

Het NIV van het organiserende land zorgt ervoor dat de van de bezoekende politiedelegatie ontvangen informatie terstond wordt doorgegeven aan de bevoegde kringen in de eigen politieorganisatie. Het NIV van het organiserende land wijst een informatiefunctionaris aan, die toegevoegd wordt aan de bezoekende politiedelegatie die met het verkennen of het spotten wordt belast. Deze functionaris is voor de leider van het team aanspreekbaar en is verantwoordelijk voor het correct doorgeven van de informatie.

De politiediensten van het organiserende land zorgen ervoor dat de informatie die beschikbaar is op lokaal en op nationaal niveau, van even goede kwaliteit is.

Afdeling 2

Bijkomende aanbevelingen inzake informatiebeheer door politiediensten

Het NIV kan ondersteuning bieden aan de bevoegde nationale overheden. Het NIV kan instaan voor de ondersteuning van de lokale politiediensten naar aanleiding van een nationale of internationale voetbalwedstrijd.

Het NIV kan instaan voor de coördinatie van de informatie-uitwisseling met betrekking tot nationale voetbalwedstrijden en de coördinatie en organisatie van het werk van de spotters.

Permanente risicoanalyse houdt onder aandere in dat men inzicht heeft in de samenstelling van de supportersgroepen, de harde kernen, hun wijze van optreden, onderlinge relaties, relaties met de andere harde kernen, hun buitenlandse relaties, het algemene publiek (de diverse lokale bevolkingsgroepen), enz.

Het NIV kan ook fungeren als studiecentrum en informatie uitwisselen over onderwerpen zoals de middelen en methoden van de organisatoren voor het verbeteren van de veiligheid (inzet van stewards, kaartverkoopbeleid, accreditatie), de middelen en methoden van de politiediensten, eventuele projecten die worden ontwikkeld om het supportersgedrag te beïnvloeden, informatie over het werk van de spotters en het gedrag van supporters in binnen- en buitenland, enz. Naast de politiediensten kunnen ook ambtenaren en onderzoekers een inbreng hebben in de werking van het informatiepunt voetbal als studiecentrum.

De NIV's kunnen instaan voor de informatie-uitwisseling met derde landen. Indien deze landen niet beschikken over een NIV, kan aan het betrokken derde land worden gevraagd om een centraal en uniek aanspreekpunt aan te wijzen. De gegevens omtrent dit centrale en unieke aanspreekpunt in het betrokken derde land worden meegedeeld aan de andere NIV's.

Het is aanbevolen dat de NIV's communiceren via een beveiligd datacommunicatiesysteem.

Het NIV kan, in voorkomend geval en al naar gelang van de situatie in het betrokken land, tevens gebruikt worden als aanspreekpunt voor de uitwisseling van informatie over andere sporttakken dan voetbal en/of andere onderwerpen dan sportmanifestaties.

HOOFDSTUK 2

De voorbereiding door politiediensten

Voor internationale toernooien is de formele aanvraag om afkomstig van de minister van het in het organiserende land verantwoordelijke departement, die door het betrokken NIV wordt geadviseerd. Voor andere voetbalwedstrijden met een internationale dimensie is de formele aanvraag om ondersteuning afkomstig van het NIV van het organiserende land, dat door de betrokken politiediensten wordt geadviseerd. In de aanvraag worden - rekening houdend met de bijzondere doelen van de samenwerking - de omvang en samenstelling van de ondersteuning aangegeven, alsook de waarschijnlijke duur van het verblijf van de bezoekende politiedelegatie in het gastland:

De gedetailleerde aanvraag om ondersteuning wordt tijdig vóór het kampioenschap en/of de wedstrijd door de betrokken NIV's in onderling overleg opgesteld. De bezoekende politiedelegatie heeft een zekere voorbereidingstijd nodig. Daarom wordt zo spoedig mogelijk na de bekendmaking van de datum van de wedstrijd een aanvraag om ondersteuning voorgelegd. Voor eenmalige wedstrijden met een internationale dimensie heeft de bezoekende politiedelegatie minimaal drie weken voorbereidingstijd nodig. Voor internationale toernooien heeft de bezoekende politiedelegatie minimaal 16 weken voorbereidingstijd nodig.

Het is sterk aanbevolen dat de betrokken landen (via hun betrokken NIV's) al vroeg tijdens de planningsfase duidelijk afspreken welk land en welke instantie welke uitgaven van de internationale politiesamenwerking zullen betalen. Als algemene regel wordt voorgesteld om bij elke gelegenheid vooraf overeen te komen dat het gastland de accommodatie en andere plaatselijke faciliteiten betaalt en dat de bezoekende landen de reis- en salariskosten van de betrokken functionarissen betalen.

De politiedienst van het organiserende land zou alleen een politiedelegatie moeten uitnodigen uit landen die een toegevoegde waarde kunnen bieden. Deze toegevoegde waarde wordt bekeken in het licht van een aantal factoren, zoals professionele ervaring met aan voetbal gerelateerd geweld, kennis van risicosupporters en het kunnen aanleveren van informatie om verstoringen van de openbare orde en veiligheid te voorkomen. Betrokken landen die in de toekomst een toegevoegde waarde wensen te bieden, kunnen in de gelegenheid worden gesteld om ervaring op te doen.

De internationale politiesamenwerking richt zich op het veilige verloop van het evenement en heeft de volgende specifieke doelen:

1.

het verzamelen van informatie;

2.

verkenning;

3.

spotten;

4.

begeleiding onder politietoezicht;

5.

communicatie met supporters.

Bezoekende politiedelegaties zijn verantwoordelijk voor een vooraf te leveren risicoanalyse, die via hun NIV moet worden toegezonden. Deze risicoanalyse wordt minimaal twee weken voor aanvang van de wedstrijd toegezonden aan het organiserende land. Voor internationale toernooien wordt deze risicoanalyse minimaal acht weken voor aanvang van het toernooi toegezonden aan het organiserende land.

In eerste instantie wordt aan de hand van een risicoanalyse van de supportersgroep in het betrokken land bepaald op welke van de vijf genoemde terreinen de politiesamenwerking door de politiedienst van het organiserende land wordt aangevraagd. Naarmate het risico op mogelijke verstoring van de openbare orde groter wordt, zal de politiesamenwerking qua inspanning en personeelsinzet allengs verschuiven van informatieverzameling en communicatie met supporters naar het adviseren van de politie van het gastland over begeleiding onder politietoezicht.

De begeleiding van de risicosupporters gebeurt zoveel mogelijk door leden van de bezoekende politiedelegatie die met hen vertrouwd zijn. De samenstelling van de bezoekende politiedelegatie wordt bepaald door de kennis van de bezoekende supporters die worden verwacht. De mogelijkheden om bij de risicosupporters betrouwbare informatie in te winnen over hun plannen tijdens het evenement dienen bepalend te zijn.

De grootte van de bezoekende politiedelegatie moet in overleg tussen de NIV's van het gastland en de bezoekende landen worden bepaald.

De grootte van de politiedelegatie hoeft dus niet voor alle landen gelijk te zijn, maar moet enigszins samenhangen met het aantal bezoekende supporters en hun dreigings- en risicofactor.

Binnen een delegatie kunnen, afhankelijk van de aard van de te leveren ondersteuning en afhankelijk van de grootte van de delegatie, de volgende functies worden onderscheiden:

1.

een delegatieleider, die functioneel en hiërarchisch verantwoordelijk is voor zijn team; als er echter een nationaal politieel coördinatiecentrum wordt opgezet, is hij ten aanzien van de verbindingsfunctionaris slechts hiërarchisch verantwoordelijk; de functionele verantwoordelijkheid voor de verbindingsfunctionaris berust dan bij de leider van het coördinatiecentrum;

2.

een verbindingsfunctionaris, die in het bijzonder is belast met de informatie-uitwisseling tussen zijn thuisland en het gastland. Gelet op de verschillende deskundigheden voor de taakgebieden "openbare orde „en "gewelddadig voetbalvandalisme” kan de nationale verbindingsfunctionaris het gastland voorstellen er mee in te stemmen dat een tweede verbindingsfunctionaris bij het centrum van het gastland wordt gedetacheerd;

3.

uitvoerende politiefunctionarissen, die zijn belast met verkenning, spotting, supporterscontact of supporterbegeleiding;

4.

een operationele coördinator, die is belast met het coördineren van de werkzaamheden van de uitvoerende politiefunctionarissen en met het doorgeven van informatie;

5.

een persvoorlichter.

De politiedienst(en) van het organiserende land stelt (stellen) de bezoekende politiedelegatie in de gelegenheid om zich op de hoogte te stellen van de organisatie van het politieoptreden in het gastland en/of de betrokken speelstad (speelsteden) en van de situering van de stadions, en kennis te maken met de operationele commandanten van de betrokken speelsteden tijdens de wedstrijddag(en). Voor internationale toernooien gebeurt dit minimaal één maand voorafgaand aan het toernooi; voor internationale wedstrijden kan dit gebeuren op één van de dagen voorafgaand aan de wedstrijd.

HOOFDSTUK 3

De organisatie van de samenwerking tussen de politiediensten

Een efficiënte voorbereiding van het politieoptreden van het gastland is gebaseerd op de uitwisseling van zoveel mogelijk informatie, en dit overeenkomstig de principes opgenomen in hoofdstuk 1 van dit handboek. De kwaliteit van het politieoptreden van het gastland wordt verbeterd wanneer deze diensten kunnen beschikken over politieondersteuning op het terrein van minstens die landen waaruit supporters van afkomstig zijn.

De leiding van de lokale politiediensten en die van het NIV moeten op de hoogte worden gehouden van het werk van de bezoekende politiedelegatie tijdens de volledige duur van het verblijf.

De ondersteuning die de bezoekende politiedelegatie kan leveren, wordt optimaal benut en maakt als zodanig deel uit van het tactische concept van de ontvangende politieorganisatie. Dit houdt in dat de bezoekende politiedelegatie in een voor haar begrijpbare taal op de hoogte wordt gebracht van het tactische concept van de ontvangende politieorganisatie, dat zij in de mogelijkheid wordt gesteld om eventuele briefings en debriefings bij te wonen, dat zij als volwaardige partner kan deelnemen aan het informatiecircuit (teneinde te kunnen informeren en geïnformeerd te kunnen worden) en dat zij actief wordt betrokken bij de politionele inzet op het terrein. Met betrekking tot het taalgebruik worden voorafgaand de nodige afspraken gemaakt tussen de betrokken landen.

Het hoofd van de bezoekende politiedelegatie kan, desgewenst, over een eigen persvoorlichter beschikken.

De aan een bezoekende politiedelegatie toegewezen persvoorlichter moet, indien nodig, de leden van de delegatie afschermen van de media.

De ontvangende politieorganisatie dient zorg te dragen voor de fysieke veiligheid van de bezoekende politiedelegatie door de leden gedurende hun hele verblijf te begeleiden. De bezoekende politiedelegatie draagt er steeds zorg voor, door haar optreden de binnen- en buitenlandse collega’s niet in onnodig gevaar te brengen. In noodgevallen (bv. in geval van onmiddellijke dreiging voor zijn/haar fysieke veiligheid) of indien zulks uit tactische overwegingen overeengekomen is, maakt de buitenlandse politiefunctionaris gebruik van de in aanhangsel 4 beschreven gebruikelijke oplichtende vesten waarin hij duidelijk herkenbaar is als bezoekende politiefunctionaris. Elke buitenlandse politiefunctionaris brengt dit vest mee als hij/zij zich naar het buitenland begeeft.

De politiedienst van het organiserende land draagt er in overleg met de voetbalorganisatoren zorg voor dat de bezoekende politiedelegatie beschikt over de nodige toegang en accreditatie (zitplaats niet verplicht) om naar behoren haar taak uit te voeren. De stewards worden hiervan op de hoogte gebracht op de briefing voorafgaand aan de wedstrijd.

Indien mogelijk en onder coördinerend toezicht van het NIV houden de politiediensten van het land waaruit de supporters afkomstig zijn, vanaf de aanvang van de reis toezicht op de risicosupporters tot het land waar de wedstrijd wordt gespeeld. Bij de landsgrenzen vindt een behoorlijke overdracht tussen politiediensten (waaronder transport- en spoorwegpolitie) plaats. Omtrent de reis van deze risicosupporters wordt de nodige informatie verstrekt aan het organiserende land, zodat dit, volgens de aldaar geldende wettelijke mogelijkheden, het inreizen van deze risicosupporters eventueel kan verhinderen. Landen die over de wettelijke mogelijkheden beschikken om risicosupporters het uitreizen te beletten, nemen alle nodige maatregelen om dit effectief te bewerkstelligen en brengen het organiserende land hiervan op de hoogte. Elk land neemt alle mogelijke maatregelen om te voorkomen dat de eigen onderdanen kunnen deelnemen aan verstoringen van de openbare orde in een ander land en/of deze organiseren.

Aan de bezoekende politiedelegatie wordt door de ontvangende politieorganisatie een begeleidend politieteam toegevoegd dat qua grootte is afgestemd op de omvang van de delegatie en dat beschikt over voldoende talenkennis en vaardigheden om op operationeel niveau met het team de contacten te onderhouden en om te rapporteren. Dit begeleidende politieteam beschikt bij voorkeur over de nodige kennis inzake voetbalvandalisme en de taak van de bezoekende politiedelegatie, alsmede inzake handhaving van de openbare orde en veiligheid. Het begeleidende politieteam wordt gedetailleerd gebrieft over de eigen taak, de taak van de bezoekende politiedelegatie en het tactische concept van de ontvangende politieorganisatie. Het begeleidende politieteam moet tijdens de gehele duur van de operatie bij de bezoekende politiedelegatie blijven.

De politiediensten van het organiserende land dienen te beschikken over voldoende tolken van de talen van de supporters van de bezoekende landen. Dit voorkomt dat de bezoekende politiedelegaties van de verschillende landen te veel moeten tolken en zo niet aan operationele taken toekomen. Deze tolken vergemakkelijken tevens de communicatie tussen de politiediensten van het organiserende land en de bezoekende politiedelegatie.

Aan de bezoekende politiedelegatie worden door de ontvangende politieorganisatie voor de communicatie de noodzakelijke verbindingsmiddelen beschikbaar gesteld, welke voldoen aan de behoeften van de bezoekende politiedelegaties.

De bezoekende politiedelegatie overlegt met de politiedienst van het organiserende land over de apparatuur die zij meeneemt en over het gebruik daarvan.

HOOFDSTUK 4

Samenwerking tussen politiediensten stewards

De politiediensten en de organisaties van stewards werken complementair samen, onverminderd de eigen verantwoordelijkheid en taken van de afzonderlijke partijen.

De bevoegdheden en taken van eventuele bezoekende stewards moeten ruim op voorhand worden afgesproken met de politie van het gastland en de wedstrijdorganisatoren.

HOOFDSTUK 5

Checklist voor mediabeleid en communicatiestrategie politie/overheid bij grote (internationale) kampioenschappen en wedstrijden

I.

MEDIABELEID

1.

Vaststelling strategisch doel mediabeleid

Als centraal doel wordt gezien dat de politie/overheid nationaal en internationaal in samenspel met de media de bevolking informeert over de aanstaande kampioenschappen, de voorbereidingen, alsmede de bezoekers van de wedstrijden in verband met hun veiligheid een behoorlijk politieadvies verstrekt.

Het mediabeleid is een onderdeel van de communicatiestrategie. Daarbij wordt de ondersteunende rol in het bewaken van het feestelijke karakter van de kampioenschappen door de politie en overheid uitgedragen.

Toelichting:

Voor een evenwichtig mediabeleid moet van tevoren het strategische doel worden vastgesteld. Alle verdere beleidsontwikkeling is gericht op de realisering van dat vastgestelde doel. Rekening moet worden gehouden met de belangstelling van de media voor specifieke informatie, zoals het antwoord van de politie/overheid op de problematiek van het voetbalvandalisme en geweld. Daarbij wordt duidelijk gecommuniceerd over wat wel en wat niet wordt getolereerd.

2.

Vaststellen van de beoogde resultaten van het mediabeleid

Als resultaten van een actief mediabeleid worden gezien:

een positief imago in de publieke opinie over het gevoerde beleid van politie en overheid;

het stimuleren van positief gedrag en het bevorderen van een sportieve houding van de bezoekers van de wedstrijden;

het ontmoedigen van wangedrag bij bezoekers: wangedrag loont niet;

informatie over veiligheid verstrekken;

het publiek informeren over de politiemaatregelen en wat er gedaan wordt bij ordeverstoringen.

Toelichting:

Het mediabeleid mag nimmer de indruk wekken dat er niets fout kan gaan. Wel dat er een goede voorbereiding heeft plaatsgevonden en dat er geen reden is voor paniek.

3.

Karakter van het mediabeleid

Het moet uitstralen dat alles onder controle is;

het moet veiligheid en vertrouwen wekken;

het moet duidelijk maken dat voetbalvandalisme streng wordt aangepakt;

het moet gericht zijn op openheid en transparantie.

II.

COMMUNICATIESTRATEGIE

1.

Methode om het doel te realiseren

Ruim van tevoren worden relaties opgebouwd met de media die zich richten op de kampioenschappen of wedstrijden;

samenwerking tussen de persdiensten van politie, gemeentelijke diensten, landelijke overheid, voetbalbond, UEFA, FIFA enz., door een eenduidig beleid of standpunt uit te dragen met betrekking tot de afzonderlijke gebieden waarvoor zij verantwoordelijk zijn;

regelingen treffen om aan alle betrokkenen, inclusief voetbalbond, supportersverenigingen, bureaus voor toerisme, vervoerders en andere ondernemers, politie-informatie te verstrekken;

voorlichtingsfolder voor buitenlandse bezoekers, eventueel combineren met andere toeristische informatie;

een herkenbaar perskantoor opzetten voor de hele duur van de kampioenschappen, met persvoorlichters en mediawoordvoerders;

dagelijkse persbijeenkomsten en eventueel interviews en andere geschikte informatiemogelijkheden tijdens de kampioenschappen;

voorafgaand aan de kampioenschappen persconferenties organiseren waar duidelijk wordt gemaakt hoe de samenwerking met de pers wordt gezien.

2.

Middelen om het doel te realiseren/indicaties voor succes

Aanstellen van professionele perscorrespondenten op lokaal, regionaal en centraal niveau;

in het perscentrum zijn meertalige persvoorlichters van de politie voor de media aanspreekbaar;

productie van een nationale casu quo bi-nationale voorlichtingsfolder;

productie van lokaal georiënteerde informatie;

opnemen van berichten over veiligheid en faciliteiten in lokale publicaties van de bureaus voor toerisme en andere lokale kranten en publicaties;

publicatie van het aantal arrestaties wegens openbare ordeverstoring, wapenbezit, valse toegangskaartjes, zwarte kaartverkoop, dronkenschap enz.;

evaluatie van de persverslagen in de internationale, nationale en lokale media met betrekking tot de voorbereiding en het verloop van de kampioenschappen;

instelling van een nationale werkgroep Mediabeleid samenwerking.

3.

Belangrijke aandachtspunten

1.

Stel de kern van de boodschap vast

Toelichting:

Bepaal van tevoren wat de kern van de boodschap zal zijn. Maak deze kernboodschap tijdens interviews aan de journalist(en) kenbaar.

2.

De kern van de boodschap moet realiseerbaar zijn

Toelichting:

Neem geen standpunten in die niet realiseerbaar zijn. Indien dit toch geschiedt, wordt het instrument „media” minder bruikbaar om gedrag te beïnvloeden. Het beleid dat de politie zegt te zullen voeren, moet dus worden uitgevoerd.

3.

Tijdige voorbereiding

Toelichting:

Gebruik de tijd vanaf de kandidaatstelling tot de kampioenschappen voor een goede voorbereiding van een mediabeleid waarin de eigen rol en verantwoordelijkheid van politie/overheid duidelijk wordt aangegeven.

4.

Planning

Toelichting:

Mediabeleid opnemen in de gehele planningsfase en zelf de momenten bepalen waarop de media worden geïnformeerd.

5.

Continuïteit en frequentie van de contacten met de media

Toelichting:

Het is van groot belang dat er voortdurend en geregeld informatie-uitwisseling plaatsvindt en ruimte voor pers/mediabriefings wordt gemaakt. Er moet rekening worden gehouden met de behoefte van de media aan snelle informatie.

6.

Mediaprojecten

Politie en overheid moeten ervoor zorgen dat bij specifieke mediaprojecten op het gebied van de politievoorlichting voldoende aandacht wordt besteed aan de politie.

7.

Wees voorbereid op incidenten

Toelichting:

Zodra zich maar een incident voordoet, verleggen de media al snel de aandacht van het sportevenement naar de ordeverstoring. Hou er rekening mee dat een sportverslaggever vanuit een andere optiek werkt dan een politieverslaggever.

8.

De media zijn ondernemend

Toelichting:

Hou er rekening mee dat de media ook buiten de politie om op zoek zijn naar informatie. Bijzondere aandacht moet worden geschonken aan politiedraaiboeken en politieoptreden.

9.

Openheid, volledigheid en actualiteit

Toelichting:

Aan de media laten weten hoe de politie/overheid zo nodig zal optreden. Angst voor de media is niet nodig wanneer de politie haar planning en voorbereiding adequaat aanpakt. De politie moet volledige informatie verstrekken. De informatie moet controleerbaar en actueel zijn.

10.

Vertrouwen uitstralen

Toelichting:

Het is van belang, vertrouwen te hebben in eigen politiële voorbereiding en dit vertrouwen naar de media toe uit te stralen en over te brengen. Politie en overheid moeten instaan voor hun veiligheidsorganisatie.

11.

Interviews

Toelichting:

Er dienen maatregelen te worden genomen om politie/overheid voor te bereiden op haar contacten met de media. Zorg ervoor dat de politiefunctionaris een geschikte werkplek heeft om zijn contacten te onderhouden. Het contact met de media is bij voorkeur mondeling en persoonlijk.

12.

Begrenzing/afbakening

Verstrek informatie over eigen beleidsverantwoordelijkheid en optreden.

Toelichting:

Goede afspraken worden gemaakt tussen de verschillende overheidsdiensten over de vraag wie de media informeert en waarover. Het mediaoptreden door politie en overheid dient toegespitst te worden op hun eigen verantwoordelijkheid en optreden.

13.

Tekortkomingen/kritiek

Toelichting:

Partners dienen te voorkomen dat zij via de media discussies aangaan of elkaars tekortkomingen bekritiseren.

14.

Samenwerking

Toelichting:

Het mediabeleid mag niet worden vastgesteld zonder overleg met de andere partners. Het mediabeleid is zelf een onderdeel van de samenwerking.

15.

Afspraken met buitenlandse politieteams over woordvoerders

Toelichting:

Wanneer de politie van het gastland ondersteuning krijgt van politieteams uit andere landen, dan moet worden afgesproken dat, wanneer deze teams rechtstreeks door de media worden benaderd, zij doorverwijzen naar de voorlichtingsdienst van de politie van het gastland.

Van deze afspraak kan worden afgeweken, indien een ondersteunend politieteam met instemming van het gastland een eigen deskundige persvoorlichter (woordvoerder) aan het team heeft toegevoegd.

16.

Inschakeling van politiecollega's uit het land van herkomst van de supporters

Toelichting:

Maak bij interviews/persconferenties in het land van de uitreizende supporters gebruik van de ondersteuning van de collega's van dat land. Zij hebben de faciliteiten en perscontacten en zij kennen de lokale en nationale verslaggevers, inclusief de signatuur van de persorganisatie waarvoor zij werken.

17.

Opstellen van een lijst van nationale persdiensten voor de politie van het organiserende land

Toelichting:

De politiediensten van de afzonderlijke landen stellen voor de politie van het organiserende land een lijst op van de belangrijkste persdiensten voor hun doelgroepen. Met behulp van deze lijst kan de politie van het organiserende land zich rechtstreeks tot deze persdiensten richten met informatie.

18.

Houdt rekening met de soort persdienst

Toelichting:

Bij het verstrekken van informatie met betrekking tot de veiligheid moet rekening worden gehouden met de soort persdienst en de doelgroep van deze persdienst. Een sportverslaggever heeft minder ervaring met het doorgeven van informatie over veiligheid. Houdt daarmee rekening bij het opstellen van persberichten en het geven van persmededelingen.

19.

Instelling gezamenlijke nationale werkgroep

Toelichting:

Vorm een gezamenlijke werkgroep tussen alle partijen; de politie van de speelsteden, het centrale informatiepunt voetbalvandalisme, de voetbalbond en de landelijke overheid.

20.

Feitelijke informatie

Toelichting:

Alle politie- en overheidsvertegenwoordigers communiceren met de media vanuit dezelfde achtergrondinformatie en met grote nauwkeurigheid. Om de feitelijke informatie op één lijn te brengen, kan het nuttig zijn gemeenschappelijke briefingnota's en standaardantwoorden voor telkens terugkerende vragen op te stellen. Wissel de vragen van de media dagelijks aan elkaar uit.

21.

Schriftelijk communiqué

Toelichting:

Ondersteun persconferenties met een schriftelijk communiqué. Dit heeft de volgende voordelen:

de tekst kan goed worden overwogen,

teksten kunnen worden gefiatteerd,

de boodschap is ondubbelzinnig (geen discussie na afloop over „misverstanden”).

22.

Voorlichtingsfolder

Verstrek de supporters een voorlichtingsfolder waarin staat wat, cultureel gezien, aanvaardbaar of onaanvaardbaar gedrag is en tegen welke wetsovertredingen wordt opgetreden.

Adviseer ook over bijkomstige zaken met de bedoeling dat de supporter zich welkom voelt.

Folder meegeven bij de verkoop van de kaartjes.

23.

Betrek het publiek erbij

Toelichting:

Het publiek kan worden gevraagd zijn steentje bij te dragen door verdachte gebeurtenissen aan de politie te melden.

24.

Afbouwstrategie

Het perskantoor tegen het einde van de kampioenschappen sluiten, maar het politiecommandocentrum blijft ook daarna informatie verstrekken. Aangeven wanneer de persvoorlichter van de politie beschikbaar is voor de debriefing en een laatste persconferentie.

25.

Evaluatie van het mediabeleid

Toelichting:

Stel na afloop van de kampioenschappen een evaluatierapport op over het gevoerde mediabeleid en de ervaringen met de media. Leg vast uit welke aspecten lering kan worden getrokken voor de toekomst. Betrek daarbij ook de politiediensten uit andere landen die ondersteuning hebben verleend.

26.

Evaluatie van de EU-checklist voor het mediabeleid inzake politiesamenwerking

De politie van het organiserende land moet op basis van de nationale evaluatie van het mediabeleid uitmaken of onderdelen van de checklist van de Europese Unie aanvulling of bijstelling behoeven.

HOOFDSTUK 6

Rol van de organisator (2)

Afdeling 1

Criteria waaraan de organisator moet voldoen

Alle maatregelen die de organisatoren van nationale of internationale voetbalwedstrijden naar behoren dienen te treffen, moeten bijdragen tot het vermijden van ordeverstoringen.

Een efficiënte aanpak van nationale en internationale voetbalwedstrijden is het resultaat van een alomvattende strategie tussen alle betrokken partijen. Een goede samenwerking tussen de organisator, betrokken privé-actoren, overheden en politiediensten is daarbij ten sterkste aanbevolen.

Iedere lidstaat bepaalt wie verantwoordelijk is als organisator van een wedstrijd of, als de verantwoordelijkheid verdeeld is tussen twee of meer organen, wie verantwoordelijk is voor welke functies.

In het belang van de openbare orde en veiligheid moeten de betrokken overheden en politiediensten aan de organisatoren vooraf eisen stellen waaraan zij moeten voldoen om nationale of internationale wedstrijden te mogen organiseren. Deze eisen houden onder meer in dat de organisator en andere betrokken diensten de verantwoordelijkheid opnemen die hun toekomt en hebben ten doel dat de politiediensten zich kunnen concentreren op hun kerntaak, te weten het handhaven van de openbare orde.

De organisator van een nationale of internationale voetbalwedstrijd neemt alle noodzakelijke voorzorgsmaatregelen om schade aan personen en goederen te voorkomen, daaronder begrepen alle praktische maatregelen ter voorkoming van wangedrag door de toeschouwers.

Afdeling 2

Bijkomende aanbevelingen in de vorm van een checklist van eventueel aan de organisator te stellen eisen

De organisator van een nationale of internationale voetbalwedstrijd moet alles in het werk stellen om de openbare orde en veiligheid in en rond het stadion vóór, tijdens en na de wedstrijd te verzekeren, opdat de inzet van politiemensen op een zo economisch mogelijke manier kan gebeuren.

Daartoe kan, als indicatie, de checklist in aanhangsel 3 worden gebruikt. Daarin staan eisen die de overheden en politiediensten eventueel kunnen stellen aan de organisator met betrekking tot de organisatie van een voetbalwedstrijd. Het is aanbevolen dat deze bepalingen worden ondersteund door de nationale wetgeving.

HOOFDSTUK 7

Vergadering van deskundigen

Het is ten zeerste aanbevolen dat onder elk voorzitterschap een vergadering van deskundigen plaatsvindt over:

de aanbevelingen die zijn gedaan in de hoofdstukken 1 tot en met 6;

nieuwe tendensen/ontwikkelingen in het supportersgedrag;

internationale banden tussen supportergroepen;

uitwisseling van beste politiepraktijken;

alle andere onderwerpen die in dit verband van belang kunnen zijn.

De vergadering van deskundigen kan groepjes specialisten opdragen zich over nieuwe kwesties op het gebied van de voetbalveiligheid te buigen en aanbevelingen op te stellen.

Het voorzitterschap brengt aan de Raad verslag uit over het resultaat van de vergadering. Dit verslag komt in de plaats van de jaarlijkse vragenlijst over voetbalvandalisme die overeenkomstig document 8356/01 ENFOPOL 40 moet worden ingevuld.

HOOFDSTUK 8

Overzicht van door de Raad van de Europese Unie eerder aanvaarde documenten

1.

Aanbeveling van de Raad van 30 november 1993 over de verantwoordelijkheid van de organisatoren van sportmanifestaties.

2.

Aanbeveling van de Raad van 1 december 1994 over de rechtstreekse informele informatie-uitwisseling met de LMOE op het gebied van internationale sportmanifestaties (correspondentennetwerk).

3.

Aanbeveling van de Raad van 1 december 1994 over de informatie-uitwisseling bij grote manifestaties en bijeenkomsten (correspondentennetwerk).

4.

Aanbeveling van de Raad van 22 april 1996 betreffende richtsnoeren ter voorkoming en beteugeling van ongeregeldheden rond voetbalwedstrijden, met als bijlage een modelformulier voor de uitwisseling van politiële inlichtingen over voetbalvandalen (PB C 131 van 3.5.1996, blz. 1).

5.

Gemeenschappelijk Optreden 97/339/JBZ van de Raad van 26 mei 1997 met betrekking tot de samenwerking op het terrein van de openbare orde en veiligheid (PB L 147 van 5.6.1997, blz. 1).

6.

Resolutie van de Raad van 9 juni 1997 over voorkoming en beteugeling van voetbalvandalisme door ervaringsuitwisseling, stadionverboden en mediabeleid (PB C 193 van 24.6.1997, blz. 1).

7.

Resolutie van de Raad van 21 juni 1999 betreffende een handboek voor de internationale politiesamenwerking en maatregelen ter voorkoming en bestrijding van geweld en ongeregeldheden rond internationale voetbalwedstrijden (PB C 196 van 13.7.1999, blz. 1).

8.

Resolutie van de Raad van 6 december 2001 betreffende een handboek met aanbevelingen voor de internationale politiesamenwerking en maatregelen ter voorkoming en bestrijding van geweld en ongeregeldheden rond voetbalwedstrijden met een internationale dimensie waarbij ten minste één lidstaat is betrokken (PB C 22 van 24.1.2002, blz. 1).

9.

Besluit 2002/348/JBZ van de Raad van 25 april 2002 inzake veiligheid naar aanleiding van voetbalwedstrijden met een internationale dimensie (PB L 121 van 8.5.2002, blz. 1).

10.

Resolutie van de Raad van 17 november 2003 met het oog op de oplegging in de lidstaten van een stadionverbod bij voetbalwedstrijden met een internationale dimensie (PB C 281 van 22.11.2003, blz. 1).

11.

Overzicht van nationale contactpunten voetbalvandalisme.


(1)  PB L 121 van 8.5.2002, blz. 1.

(2)  Onder organisator wordt verstaan de natuurlijke persoon of rechtspersoon die een nationale of internationale voetbalwedstrijd geheel of ten dele organiseert of laat organiseren, op eigen initiatief of op initiatief van een derde.

Aanhangsel 1

CATEGORIEËN VOETBALSUPPORTERS

Met inachtneming van document 8241/05 ENFOPOL 40 betreffende dynamische risicobeoordeling in het kader van internationale voetbalwedstrijden en document 8243/05 ENFOPOL 41 betreffende tactisch optreden van de politie met het oog op handhaving van de openbare orde in samenhang met internationale voetbalwedstrijden worden de supporterscategorieën als volgt gewijzigd:

Image

Definitie van „risicosupporter”

Een al dan niet gekende persoon die kan worden beschouwd als iemand die een mogelijk risico vormt voor de openbare orde of antisociaal gedrag kan vertonen, al dan niet met opzet, bij of in verband met een voetbalevenement (zie dynamische risicoanalyse hieronder)

Definitie van „niet-risicosupporter”

Een al dan niet gekende persoon die kan worden beschouwd als iemand die geen risico vormt voor het aanzetten of bijdragen tot geweld of ordeverstoring, al dan niet met opzet, bij of in verband met een voetbalevenement

SAMENVATTING VAN 8241/05 ENFOPOL 40 — DYNAMISCHE RISICOBEOORDELING IN HET KADER VAN INTERNATIONALE VOETBALWEDSTRIJDEN:

Stel vast welke omstandigheden en gedragingen kunnen bijdragen tot incidenten (niet beperken tot het opstellen van profielen en categorieën van probleemsupporters).

Maak een duidelijk onderscheid tussen risico's voor specifieke soorten incidenten, zoals problemen met de openbare orde, problemen met de openbare veiligheid, criminaliteit in verband met massa-evenementen en terrorisme.

Maak een onderscheid tussen wedstrijden met een normaal risico en wedstrijden met een verhoogd risico (in samenhang met de vier genoemde sectoren).

Geef telkens duidelijk aan wat dat „verhoogde risico” inhoudt.

Bij het samenvatten en evalueren van informatie moet worden gelet op de volgende punten:

Aanwijzingen of personen/groepen plannen smeden/een neiging vertonen om bij incidenten betrokken te raken;

vermeld recente gebeurtenissen, de huidige situatie en de kenmerken en van de voetbalwedstrijd en de speellocatie die risicoverhogend of -verlagend kunnen werken en hoe deze factoren onderling samenhangen;

vermeld situaties (bv. wedstrijdverlies, provocaties van andere supporters, politiemaatregelen) die in het verleden hebben bijgedragen tot het ontstaan van incidenten of die bij personen/groepen tot extremere reacties hebben geleid;

geef aan wat voor soort individueel of groepsgedrag kan wijzen op het veroorzaken van of betrokken zijn bij incidenten.

SAMENVATTING VAN 8243/05 ENFOPOL 41 — TACTISCH OPTREDEN VAN DE POLITIE MET HET OOG OP HANDHAVING VAN DE OPENBARE ORDE IN SAMENHANG MET INTERNATIONALE VOETBALWEDSTRIJDEN:

De meest efficiënte wijze om de openbare orde te handhaven is een evenwicht te bewaren tussen het ingeschatte risiconiveau en de aard van de politie-inzet.

Wil de ordehandhaving bijdragen tot het verkleinen van de kans op incidenten, dan is het van doorslaggevend belang dat de politietactiek nauwkeurig wordt afgestemd op de risicobeoordelingen.

Het is in de praktijk van groot belang kennis te vergaren over en evaluaties op te stellen van de sociale herkomst van de verschillende (sub)groepen van supporters, hun normen en waarden, hun aspiraties en doelen, hun idee over wat juist en fatsoenlijk is, hun vooringenomenheid en verwachtingen ten aanzien van andere groepen, hoe zij eerder met deze groepen omgingen en verder alles (data, locaties, voorwerpen, handelwijzen) wat van bijzonder belang is.

CHECKLIST RISICOSUPPORTERS

Elementen

Toelichting

Openbare orde

Traditionele clubrivaliteit

Verwacht geweld

Racistisch gedrag

Meegereisde supporters waarschijnlijk in thuisvak

Bestorming van het speelveld

Aan alcohol gerelateerde problemen

Wapengebruik

Kennis van politietactieken

Andere punten

Openbare veiligheid

Terrorismedreiging

Politieke spanningen/gebruik van spandoeken

Kans op gebruik van bengaals vuur/vuurwerk

Reizende supporters zonder plaatsbewijs

Kaartverkoop op de zwarte markt

Andere punten

Criminele activiteiten

Valse plaatsbewijzen

Verkoop/gebruik van drugs

Andere punten

Aanhangsel 2

FORMULIEREN VÓÓR/TIJDENS/NA WEDSTRIJD (CATEGORIEËN RISICO-/NIET-RISICOSUPPORTERS)

2.1.   FORMULIER „VÓÓR DE WEDSTRIJD”

Image

Image

Image

Image

Image

Image

Image

DEZE INFORMATIE WORDT ALLEEN GEBRUIKT VOOR POLITIEAANGELEGENHEDEN!!

2.2.   FORMULIER „TIJDENS DE WEDSTRIJD”

Image

Image

Image

2.3.   FORMULIER „NA DE WEDSTRIJD”

Image

Image

Image

Aanhangsel 3

CHECKLIST INZAKE EVENTUELE EISEN AAN DE ORGANISATOR

Eisen aan de organisator

Aanduiden indien van toepassing

1.

Het aanstellen van een veiligheidsfunctionaris

 

Het aanstellen van een gemandateerde veiligheidsfunctionaris voor de coördinatie en de leiding van het veiligheidsbeleid

 

De veiligheidsfunctionaris is gemachtigd om operationele beslissingen te nemen inzake veiligheid.

 

De veiligheidsfunctionaris dient te allen tijde bereikbaar te zijn.

 

Veiligheidsafspraken worden, voor zover het aspecten betreft die de organisator aanbelangen, genomen in samenspraak tussen de bevoegde overheden en politiediensten en de veiligheidsfunctionaris van de organisator.

 

2.

Het instellen van veiligheidsnormen inzake infrastructuur

 

De stadioninfrastructuur maakt een efficiënte scheiding van de rivaliserende supporters mogelijk, zowel bij de ingang als in het stadion zelf.

 

Er wordt slechts gebruikgemaakt van een stadion of delen van stadions die voldoen aan nationaal en/of internationaal opgestelde veiligheidsnormen.

 

Minimale veiligheidsnormen:

 

 

de buitengrenzen van het stadion worden aangegeven door een omheining die ontworpen is om elk ongecontroleerd binnendringen van personen, voorwerpen of materialen te beletten;

 

 

er zijn voldoende (nood)uitgangen, die niet tegelijkertijd als ingang kunnen dienen en die afdoende garantie bieden voor de veiligheid bij een eventuele evacuatie naar de buitenzijde van het stadion of naar het speelveld toe;

 

 

het stadion en zijn onderdelen voldoen aan de noodzakelijke vereisten op het vlak van brandveiligheid, weerstand en structurele stabiliteit;

 

 

een commandoruimte, die plaats biedt aan vertegenwoordigers van de hulp- en ordediensten en de organisator, is als coördinatiepunt tijdens de wedstrijd uitgerust met de nodige technische apparatuur voor camerabewaking en berichtgeving aan het publiek. Met deze camera’s moet elk incident kunnen worden opgespoord en moeten de onruststokers kunnen worden geïdentificeerd;

 

 

het stadion is uitgerust met medische hulpposten en voldoende sanitaire voorzieningen, afgestemd op de stadioncapaciteit;

 

 

rivaliserende supporters zijn goed van elkaar gescheiden;

 

 

in het stadion zijn de nooduitgangen en/of de vakken met de nodige aanduidingen en pictogrammen aangegeven zodat de toeschouwers de weg kunnen vinden;

 

 

per vak wordt een maximumcapaciteit bepaald aan de hand van de veiligheidscapaciteit van het stadion;

 

 

het stadion wordt regelmatig onderhouden waarbij alle losse of beschadigde onderdelen, afval en voorwerpen die als projectiel kunnen worden gebruikt, worden hersteld of verwijderd;

 

 

technische, elektrische en gasinstallaties worden conform de algemeen geldende normen geïnstalleerd en onderhouden.

 

3.

Het inzetten van stewards

 

Voor het ontvangen van en het toezicht houden op de toeschouwers worden voldoende en naar behoren gerekruteerde en opgeleide stewards ingezet.

 

De stewards hebben de volgende taken:

 

 

het ontvangen van en het toezicht houden op toeschouwers;

 

 

het inspecteren van de stadionfaciliteiten voor en na de wedstrijd;

 

 

het verstrekken van alle nuttige informatie aan de toeschouwers betreffende de organisatie, de infrastructuur en de hulpdiensten;

 

 

het uitvoeren van beperkte controles van kledij en bagage indien hiertoe gerechtvaardigde redenen bestaan en voor zover de toepasselijke nationale wetgeving dit toelaat;

 

 

toezien op de naleving van het interne reglement van orde;

 

 

erop toezien dat het publiek geen toegang krijgt tot niet voor het publiek toegankelijke zones;

 

 

bijdragen tot een vlotte doorstroming van de toeschouwers bij het binnenkomen en het verlaten van het stadion;

 

 

de hulp- en politiediensten alle informatie geven over toeschouwers die de openbare orde kunnen verstoren;

 

 

alle maatregelen treffen die nodig zijn in afwachting van het optreden van de hulp- en politiediensten;

 

 

preventief optreden in elke situatie die de openbare orde kan bedreigen.

 

Bij de rekrutering van de stewards moet erop worden gelet dat zij de vereiste fysieke en psychische geschiktheid hebben om hun taken uit te oefenen.

 

De opleiding van de stewards behandelt de volgende theoretische en praktische onderwerpen:

 

 

de organisatie en de veiligheidsprocedures rond voetbalwedstrijden;

 

 

de van toepassing zijnde basiswetgeving en regelgeving, inclusief het interne reglement van orde;

 

 

communicatietechnieken;

 

 

observatie- en identificatietechnieken;

 

 

toegangscontroletechnieken;

 

 

conflictbeheer;

 

 

eerste hulp en brandveiligheid;

 

 

procedures voor de evacuatie van het stadion;

 

 

samenwerking met hulp- en politiediensten;

 

 

een stage van een aantal wedstrijden.

 

De stewards ontvangen regelmatig een bijscholing die betrekking heeft op de evoluties en eventuele wijzigingen met betrekking tot de hiervoor vermelde onderwerpen.

 

De stewards worden voorafgaand aan elke wedstrijd gebrieft. Deze briefing heeft tot doel, de stewards de noodzakelijke informatie te verschaffen in het licht van de specifieke omstandigheden van elke wedstrijd.

 

De stewards dragen bij de uitoefening van hun functie een fluorescerende bovenkledij met de vermelding „steward”, opdat zij uiterlijk te onderscheiden zijn van de gewone toeschouwers.

 

De organisator of de betrokken overheid kan beroep doen op stewards van de bezoekende ploeg. Deze ondersteuning is enkel nuttig ingeval deze stewards een toegevoegde waarde kunnen bieden. Deze toegevoegde waarde wordt bekeken in het licht van een aantal criteria zoals de nodige ervaring met het uitoefenen van de functie en de kennis van de eigen supporters.

 

4.

Ticketbeleid en -controle

 

a)

Ticketbeleid

 

 

Het ticketbeleid is een belangrijk instrument om de veiligheid en orde in stadions te verbeteren. Centraal staan het gescheiden houden van rivaliserende supporters, het voorkomen van overbezetting en het in goede banen leiden van bezoekersstromen, en het toepassen van stadiumverboden die eerder zijn opgelegd door voetbalbonden of andere bevoegde instanties.

 

 

Bij het opstellen van een ticketbeleid moeten de organisatoren rekening houden met de mededingingsregels van de Gemeenschap. Bij het toepassen van die regels zal de Commissie rekening houden met factoren die verband houden met ordehandhaving en veiligheid.

 

 

Uitgangspunten:

 

 

 

De verdeling van tickets geschiedt zo dat de supporters van de deelnemende ploegen zich in verschillende vakken bevinden.

 

 

 

Bij de verdeling van de tickets en bij de contingentering van de tickets over de deelnemende landen wordt rekening gehouden met de vraag om tickets bij supporters in deze landen.

 

 

 

Het verkoopbeleid moet zwarte kaartverkoop en ticketfraude tegengaan.

 

 

 

Voorkomen moet worden dat supporters tickets kunnen kopen voor een vak in het stadion dat niet voor hen bestemd is.

 

 

 

De tickets moeten informatie verschaffen over de houder van het ticket, de herkomst van het kaartje, de wedstrijd en de toegekende zitplaats, kortom de voorgeschiedenis.

 

b)

Ticketcontrole

 

 

Het ticketbeleid wordt uitgevoerd door middel van ticketcontrole waarbij:

 

 

 

de scheiding van de supporters wordt bewerkstelligd door de toewijzing van tickets voor zit- of staanplaatsen aan rivaliserende supportersgroepen strikt in de hand te houden. Dit betekent dat de plaats (het zitje) in het stadium wordt bepaald door de ploeg waarvoor de supporter komt, en/of zijn nationaliteit;

 

 

 

het ticketbeleid moet voorkomen dat de toewijzing en daarmee de scheiding van rivaliserende supporters wordt omzeild door de overdracht van tickets in welke vorm dan ook;

 

 

 

overbezetting wordt tegengegaan door ervoor te zorgen dat het aantal tickets dat op de markt wordt gebracht, af te stemmen op de infrastructuur van het stadion. Ook het tegengaan van valse of vervalste tickets voorkomt overbezetting;

 

 

 

indien het in bepaalde omstandigheden niet mogelijk is supporters van elkaar te scheiden, dan voor de desbetreffende vakken alternatieve veiligheidsmaatregelen worden getroffen, zoals extra camerabewaking, meer stewards, aparte ingangen enz.

 

 

Het uitgangspunt is dat per stadion op basis van de risicoanalyse de toegangscapaciteit wordt vastgesteld en dat niet de volle capaciteit wordt uitverkocht. Een marge is noodzakelijk voor het doen plaatsnemen van supporters met een ticket geldig voor een conflicterend vak, waarbij het team waarvan de supporter aanhanger is, en/of de nationaliteit van de supporter bepalend zijn.

 

 

Bezoekersstromen in en rond het stadion worden gekanaliseerd door het stadion duidelijk in herkenbare segmenten te verdelen en een goede bewegwijzering aan te brengen.

 

 

Aanvraag en distributie van tickets zijn zo georganiseerd dat stadionverboden kunnen worden geëffectueerd en met datzelfde doel moeten er maatregelen worden genomen tegen de overdracht van uitgegeven tickets in welke vorm dan ook.

 

 

Registratie door de organisatoren, als onderdeel van ticketcontrole, is een belangrijke bron van informatie voor de organisator, het bestuur en de politie.

 

 

Ticketcontrole is gericht op toegang tot het stadion, waarbij het gaat om:

 

 

 

het aanmaken van het toegangsbewijs,

 

 

 

de distributie van de toegangsbewijzen

 

 

 

en de toegangscontrole.

 

Uitvoering:

 

A.

Het toegangsbewijs voldoet aan de volgende strenge kwaliteitseisen:

 

 

Wedstrijd en stadioninformatie worden vermeld.

 

 

Gedragsregels voor de supporter.

 

 

De voorwaarden voor toegang en verblijf in de eigen landstaal.

 

 

De naam van de houder en de naam van de verkoper/distributeur.

 

 

In beginsel is de koper van het ticket ook de eindgebruiker.

 

 

Het ticket is fraudebestendig.

 

 

Bij het ticket zit een zogenaamde bijsluiter, waarin de organisator aangeeft:

 

 

 

voor welke voorwerpen het verboden is om ze in het stadion mee te nemen;

 

 

 

dat het meebrengen van alcoholhoudende drank en/of drugs bij de entree van of het verblijf in het stadion verboden is;

 

 

 

dat zal worden opgetreden tegen het gooien van vuurwerk of andere voorwerpen in het stadion;

 

 

 

dat zal worden opgetreden tegen iedere vorm van beledigend of racistisch gedrag;

 

 

 

dat het plaatsnemen op een zitplaats die niet overeenstemt met het ticket, kan leiden tot verwijdering uit het stadion;

 

 

 

dat de bezoekers van wedstrijden moeten instemmen met fouillering bij de entree van het stadion, alsmede dat zij bij het tonen van het toegangsbewijs verplicht zijn op verzoek zich te legitimeren.

 

B.

Aan de distributie van de tickets worden volgende eisen gesteld:

 

 

De organisator maakt in voorlichtingscampagnes de officiële verkoopadressen bekend, de wijze van verkoop, alsmede het dringende advies aan het publiek om buiten deze adressen geen toegangskaarten te kopen en dat het distributiesysteem geen ruimte biedt voor de zogenaamde zwarte markt.

 

 

De organisator heeft voortdurend per land en distributeur zicht erop waar de kaarten zich bevinden.

 

 

De beschikbare tickets worden zo over de doelgroepen verdeeld dat het publiek in het algemeen en de supporters van de deelnemende teams in het bijzonder in alle redelijkheid en binnen de perken van de communautaire mededingingsregels over voldoende tickets kunnen beschikken.

 

 

De organisator stelt een terugnameregeling verplicht voor nationale bonden in landen die onvoldoende afzet blijken te hebben.

 

 

De organisator legt de officiële distributeur een teruggaveplicht op van onverkochte toegangskaarten.

 

 

De organisator dient voor ogen te houden dat de distributie en verkoop van toegangsbewijzen per tranche de beheersbaarheid van het verkoopproces vergroten. De organisator stelt betrouwbaarheidseisen aan de distributeurs.

 

 

De organisator kan bij ongeregeldheden te allen tijde in het distributieproces ingrijpen.

 

 

De organisator legt de distributeur een informatieplicht op. De distributeur deelt de organisator mee hoe de kaartverkoop is verlopen, zo mogelijk gekoppeld aan reisschema's en verblijfsplaatsen.

 

 

Indien de aanvraag voor een ticket niet uitsluitend via de nationale bond of de eigen club van de bezoeker/supporter loopt, dan geeft de aanvrager aan van welk team hij supporter is. Bij de definitieve toewijzing van het ticket kan op grond van de openbare orde en veiligheid hiermee rekening worden gehouden.

 

 

Toegangsbewijzen zijn niet overdraagbaar.

 

 

Houders van een stadionverbod ontvangen geen toegangsbewijs.

 

 

Op de wedstrijddag vindt geen ticketverkoop plaats.

 

 

Kopers krijgen niet meer dan twee tickets. Bij levering worden de tickets op naam gesteld.

 

 

De definitieve aflevering van tickets geschiedt zo laat mogelijk (omwisselbewijzen/vouchers).

 

 

De organisator moet de zekerheid geven dat degene op wiens naam een ticket staat, de houder van het ticket, uiteindelijk zijn ticket geleverd krijgt.

 

C.

Eisen voor adequaat toegangsbeleid en controle

 

 

De organisator maakt van tevoren aan de bezoekers bekend wie toegang tot het stadion heeft en wie daarvan is uitgesloten.

 

 

In ieder geval worden houders van een stadionverbod niet toegelaten.

 

 

Bezoekers die in kennelijke staat van dronkenschap verkeren, worden niet toegelaten.

 

 

Bezoekers worden niet toegelaten indien zij voorwerpen bij zich hebben die een gevaar kunnen vormen voor de veiligheid en/of de orde in het stadion.

 

 

Bezoekers worden niet toegelaten indien zij voorwerpen bij zich hebben die op enigerlei wijze uiting geven aan politieke overtuigingen, aan discriminatie, aan racisme of aan belediging.

 

 

De toegangscontrole moet zeer degelijk zijn, inclusief fouillering en het effectueren van stadionverboden.

 

 

Een vlotte toegangscontrole voorkomt dat er lange rijen ontstaan.

 

 

De toegangscontrole bewaakt overbezetting van de vakken.

 

 

Bij gebruik van geautomatiseerde toegangssystemen voldoen deze systemen aan hoge eisen van betrouwbaarheid en continuïteit.

 

c)

Accreditatie

 

 

Naast het ticketbeleid vormt de accreditatiestrategie één van de sleutelinstrumenten om de veiligheid in het stadion te waarborgen. Het accreditatiesysteem moet overbezetting voorkomen en moet mogelijkheden bieden om de stroom bezoekers te kanaliseren en te controleren.

 

 

Uitvoering:

 

 

Een accreditatiebewijs wordt enkel verleend aan diegene die binnen een bepaalde zone van het stadion een specifieke taak moet uitoefenen, en het accreditatiebewijs wordt enkel voor die zone verleend.

 

 

Een accreditatiebewijs geeft geen recht op een zitplaats in het stadion.

 

 

Accreditatiebewijzen zijn niet overdraagbaar.

 

 

Accreditatiebewijzen dienen fraudebestendig te zijn.

 

5.

Het reglement van het stadion — burgerrechtelijke uitsluiting

 

Het reglement van het stadion moet schriftelijk worden vastgelegd. Het omvat de huishoudelijke regels van de organisator en minimaal de verboden voorwerpen en de verboden gedragingen, alsmede een regeling inzake de afgifte van voorwerpen.

 

De basisregels worden duidelijk en voortdurend aan de supporters meegedeeld.

 

De nodige maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de basisregels worden toegepast en nageleefd.

 

Er wordt een regeling inzake burgerrechtelijke uitsluiting vastgesteld. Deze burgerrechtelijke uitsluiting wordt opgelegd aan personen die met een handeling of gedraging het stadionreglement hebben overtreden.

 

De nodige maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de burgerrechtelijke uitsluiting wordt toegepast en nageleefd.

 

6.

Het opstellen van (een) akkoord(en)  (1)

 

Met betrekking tot zijn verplichtingen sluit de organisator van een nationale of internationale wedstrijd een akkoord af met de betrokken overheden, politiediensten en hulpdiensten. Dit akkoord laat toe, de verplichtingen van de organisator contractueel vast te leggen en afdwingbaar te maken.

 

Dit akkoord wordt opgesteld binnen een redelijke termijn voorafgaand aan de wedstrijd, het toernooi of de competitie en omvat de verplichtingen en verantwoordelijkheden van de organisator.

 

Dit akkoord omvat minimaal volgende bepalingen:

 

 

het maximumaantal toeschouwers dat toegelaten mag worden in het stadion;

 

 

de bepalingen inzake de veiligheidsnormen van het stadion;

 

 

het toepasselijke noodplan en evacuatieplan;

 

 

de plattegrond van het stadion;

 

 

de gemaakte afspraken inzake de verplichtingen en verantwoordelijkheden van de organisator, onder meer met betrekking tot het ticket- en accreditatiebeleid, de inzet van stewards, camerabewaking, het alcoholbeleid, de afspraken inzake verboden voorwerpen, de afspraken inzake de informatie-uitwisseling met de organisator (in het bijzonder elke informatie met betrekking tot de politiediensten over het programma van internationale voetbalwedstrijden (in competitie of vriendschappelijk), waarover dus overleg gepleegd moet worden voordat de datum van de wedstrijd wordt vastgelegd) enz.

 

7.

Het lokale charter

 

De organisator van een nationale of internationale wedstrijd en alle betrokken partijen, de politie, lokale autoriteiten, de supportersclubs, de (vereniging van) buurtbewoners en de vervoersmaatschappijen inbegrepen, stellen een lokaal charter op, waarbij er gestreefd wordt naar het opbouwen van een wederzijdse vertrouwensrelatie tussen alle partners.

 

Dit lokaal charter waarborgt de veiligheid van alle supporters, buurtbewoners en andere betrokkenen, zowel binnen als buiten het stadion.

 

Dit lokale charter omvat volgende bepalingen:

 

 

het verbinden aan het lidmaatschap van een supportersclub of federatie van een aantal voorwaarden; het niet respecteren van deze voorwaarden geeft aanleiding tot uitsluiting uit de supportersclubs en een stadionverbod voor deze personen;

 

 

stimulering van de voorverkoop van toegangsbewijzen;

 

 

een duidelijke en concrete omschrijving van de aanpak van problemen die ontstaan wanneer niet aan de veiligheidsnormen voldaan wordt, met de uitwerking van eventuele alternatieve veiligheidsnormen;

 

 

uitwisseling van informatie over supportersverplaatsingen, intenties en gewoonten van de supporters;

 

 

het formuleren van oplossingen inzake de problemen van de buurtbewoners en omwonenden;

 

 

het komen tot afspraken met de betrokken vervoersmaatschappijen.

 

De organisator van een nationale of internationale wedstrijd neemt bij dit lokale charter een tijdschema op voor de realisatie van de diverse projecten en/of initiatieven die opgestart worden.

 


(1)  Het betreft hier een of meer akkoorden die gesloten kunnen worden met de verschillende bij het voetbalgebeuren organisaties betrokken en die het opleggen van eisen of de afgifte van een vergunning door de publieke autoriteiten kunnen inhouden. Dit kan weer leiden tot aansprakelijkheid voor schade.

Aanhangsel 4

SPECIFICATIES VOOR EN VOORBEELD VAN POLITIE-IDENTIFICATIEVESTEN

Het betreft een over het hoofd aan te trekken mouwloos vest.

Kleur: NAVO BLAUW

Kleurcode: Pantone 279C.

Identificatiemerktekens

Eén woord: "POLICE" (alleen in het Engels) in een rechthoekig kader - in het midden van het vest, zowel voor als achter.

POLICE-letters en kader: Navoblauwe achtergrond.

Letters en kader zijn zilverkleurig en lichtgevend.

Afmetingen kader = 25 cm × 9 cm

POLICE-letters:

Breedte = 1,3 cm per letter

Hoogte = 7,5 cm.

Voorkant vest:

Linkerborst (boven het kader met POLICE): Nationale vlag 10 cm × 7 cm — geborduurd/opgenaaid of in plastic hoes.

Rechterborst (boven het kader met POLICE): EU-symbool van 8 cm × 8 cm.

Onder kader met POLICE is op de voorkant van het vest een 5 cm brede, lichtgevende zilverkleurige band aangebracht.

Achterkant vest:

Nationale vlag boven het kader met POLICE: 10 cm × 7 cm.

Onder het kader met POLICE is op de achterkant van het vest een 5 cm brede, lichtgevende zilverkleurige band aangebracht.

De vesten kunnen worden vastgezet met klittenband of drukknopen aan weerszijden.

Image