ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 179

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

49e jaargang
1 augustus 2006


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Mededelingen

 

Commissie

2006/C 179/1

Wisselkoersen van de euro

1

2006/C 179/2

Interpretatieve mededeling van de Commissie over de Gemeenschapswetgeving die van toepassing is op het plaatsen van opdrachten die niet of slechts gedeeltelijk onder de richtlijnen inzake overheidsopdrachten vallen

2

2006/C 179/3

Publicatie van de besluiten van de lidstaten waarbij exploitatievergunningen worden verleend of ingetrokken, in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen ( 1 )

8

2006/C 179/4

Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen ( 1 )

9

2006/C 179/5

Intrekking van een aanmelding van een concentratie (Zaak nr. COMP/M.4009 — CIMC/Burg)

10

2006/C 179/6

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak nr. COMP/M.4305 — Nokia/Giesecke & Devrient) — Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure ( 1 )

11

2006/C 179/7

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak nr. COMP/M.4262 — Carlyle/Vista/Turmed) ( 1 )

12

2006/C 179/8

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak nr. COMP/M.4278 — PAI Partners SAS/AMEC SPIE SA) ( 1 )

12

2006/C 179/9

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak nr. COMP/M.4233 — BP France/Vitogaz/Energaz JV) ( 1 )

13

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Mededelingen

Commissie

1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 179/1


Wisselkoersen van de euro (1)

31 juli 2006

(2006/C 179/01)

1 euro=

 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,2767

JPY

Japanse yen

145,82

DKK

Deense kroon

7,4618

GBP

Pond sterling

0,68430

SEK

Zweedse kroon

9,2330

CHF

Zwitserse frank

1,5713

ISK

IJslandse kroon

92,92

NOK

Noorse kroon

7,8615

BGN

Bulgaarse lev

1,9558

CYP

Cypriotische pond

0,5750

CZK

Tsjechische koruna

28,528

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

272,23

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6960

MTL

Maltese lira

0,4293

PLN

Poolse zloty

3,9365

RON

Roemeense leu

3,5447

SIT

Sloveense tolar

239,66

SKK

Slowaakse koruna

38,110

TRY

Turkse lira

1,9010

AUD

Australische dollar

1,6672

CAD

Canadese dollar

1,4346

HKD

Hongkongse dollar

9,9216

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

2,0708

SGD

Singaporese dollar

2,0138

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 219,89

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

8,7961

CNY

Chinese yuan renminbi

10,1753

HRK

Kroatische kuna

7,2520

IDR

Indonesische roepia

11 611,59

MYR

Maleisische ringgit

4,669

PHP

Filipijnse peso

65,725

RUB

Russische roebel

34,2240

THB

Thaise baht

48,315


(1)  

Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 179/2


INTERPRETATIEVE MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

over de Gemeenschapswetgeving die van toepassing is op het plaatsen van opdrachten die niet of slechts gedeeltelijk onder de richtlijnen inzake overheidsopdrachten vallen

(2006/C 179/02)

INLEIDING

De Europese Gemeenschap heeft onlangs nieuwe richtlijnen voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten vastgesteld (1). Hierin zijn gedetailleerde regels voor openbare aanbestedingsprocedures in de hele EU opgenomen.

De richtlijnen inzake overheidsopdrachten gelden echter niet voor alle opdrachten van de overheid. Allerlei opdrachten vallen geheel of gedeeltelijk buiten de werkingssfeer van deze richtlijnen, zoals

opdrachten waarvan de waarde onder de toepassingsdrempels voor de richtlijnen inzake overheidsopdrachten ligt (2);

opdrachten voor in bijlage II B bij Richtlijn 2004/18/EG of bijlage XVII B bij Richtlijn 2004/17/EG opgenomen diensten, waarvan de waarde de toepassingsdrempels overschrijdt.

Deze opdrachten bieden belangrijke kansen aan ondernemingen in de interne markt, en met name aan het midden- en kleinbedrijf en starters. Tegelijk dragen open en concurrentiegerichte gunningsprocedures ertoe bij dat voor deze opdrachten een breder scala van potentiële inschrijvers wordt aangetrokken en dat economisch voordeliger offertes worden ontvangen. Een zo efficiënt mogelijk gebruik van overheidsgelden is vooral belangrijk omdat veel lidstaten met begrotingsproblemen kampen. Voorts is bewezen dat transparante praktijken bij het plaatsen van overheidsopdrachten een goede bescherming tegen corruptie en vriendjespolitiek bieden.

Niettemin worden dergelijke opdrachten nog vaak rechtstreeks zonder enige mededinging gegund aan plaatselijke ondernemingen. Het Europese Hof van Justitie (Hof) heeft in zijn rechtspraak bevestigd dat de in het EG-Verdrag opgenomen regels betreffende de interne markt ook van toepassing zijn op opdrachten die niet onder de richtlijnen inzake overheidsopdrachten vallen. De lidstaten en belanghebbenden hebben de Commissie herhaaldelijk gevraagd om richtsnoeren voor de toepassing van de basisbeginselen die aan deze rechtspraak zijn ontleend.

Deze interpretatieve mededeling betreft bovengenoemde twee groepen opdrachten die geheel of gedeeltelijk buiten de werkingssfeer van de richtlijnen inzake overheidsopdrachten vallen  (3) . De Commissie belicht hierin hoe zij de rechtspraak van het Hof interpreteert en wijst op goede praktijken om de lidstaten te helpen optimaal profijt van de interne markt te trekken. Door deze mededeling worden geen nieuwe rechtsregels gecreëerd. Dat neemt echter niet weg dat de uitlegging van het Gemeenschapsrecht uiteindelijk de taak van het Hof is.

1.   JURIDISCHE ACHTERGROND

1.1.   Regels en beginselen van het EG-Verdrag

Wanneer aanbestedende diensten (4) in de lidstaten opdrachten plaatsen die binnen de werkingssfeer van het EG-Verdrag vallen, moeten zij de regels en beginselen van dat Verdrag in acht nemen. Bij die beginselen gaat het om het vrije verkeer van goederen (artikel 28), het recht van vestiging (artikel 43), het vrij verrichten van diensten (artikel 49), non-discriminatie en gelijke behandeling, transparantie, evenredigheid en wederzijdse erkenning.

1.2.   Basisnormen voor het plaatsen van opdrachten

Het Hof heeft een reeks basisnormen voor het plaatsen van overheidsopdrachten ontwikkeld, die direct zijn ontleend aan de regels en beginselen van het EG-Verdrag. De beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie op grond van nationaliteit impliceren een verplichting tot transparantie, die volgens de rechtspraak van het Hof (5) inhoudt „dat aan elke potentiële inschrijver een passende mate van openbaarheid wordt gegarandeerd, zodat de dienstenmarkt voor mededinging wordt geopend en de aanbestedingsprocedures op onpartijdigheid kunnen worden getoetst  (6).

Deze normen zijn van toepassing op concessieovereenkomsten voor diensten, op opdrachten waarvan de waarde onder de toepassingsdrempels ligt (7) en op opdrachten voor de in bijlage II B bij Richtlijn 2004/18/EG en bijlage XVII B bij Richtlijn 2004/17/EG genoemde diensten voor de aspecten die niet door deze richtlijnen (8) zijn geregeld. Het Hof stelt expliciet: Ook indien bepaalde overeenkomsten van de werkingssfeer van de communautaire richtlijnen op het gebied van het plaatsen van overheidsopdrachten zijn uitgesloten, zijn de aanbestedende diensten die deze overeenkomsten sluiten, niettemin gehouden om de fundamentele regels van het Verdrag in acht te nemen  (9).

1.3.   Relevantie voor de interne markt

De aan het EG-Verdrag ontleende normen gelden alleen voor opdrachten die voldoende verband houden met de werking van de interne markt. Het Hof heeft in dit opzicht bepaald dat er in specifieke gevallen van mag worden uitgegaan dat „wegens bijzondere omstandigheden zoals de zeer geringe economische betekenis van de betrokken concessie ondernemingen uit andere lidstaten niet geïnteresseerd zullen zijn. In een dergelijk geval moet „de impact op de betrokken fundamentele vrijheden […] als te toevallig en te indirect […] worden beschouwd” om de toepassing van aan het primaire Gemeenschapsrecht ontleende normen te rechtvaardigen (10).

Het is de verantwoordelijkheid van de aanbestedende dienst om te beslissen of ondernemingen uit andere lidstaten mogelijk geïnteresseerd kunnen zijn in een beoogde opdracht. Volgens de Commissie moet deze beslissing zijn gebaseerd op een evaluatie van de individuele omstandigheden van het geval in kwestie, zoals het onderwerp en de geschatte waarde van de opdracht, de kenmerken van de sector in kwestie (omvang en structuur van de markt, handelspraktijken enz.) en ook de geografische ligging van de plaats van uitvoering.

Als de aanbestedende dienst concludeert dat de opdracht relevant is voor de interne markt, moet deze worden gegund volgens de aan het Gemeenschapsrecht ontleende basisnormen.

Wanneer de Commissie kennis krijgt van een mogelijke schending van de basisnormen voor het plaatsen van overheidsopdrachten die niet onder de richtlijnen inzake overheidsopdrachten vallen, zal zij de relevantie van de opdracht voor de interne markt in het licht van de individuele omstandigheden van het geval in kwestie beoordelen. Er zal alleen een inbreukprocedure krachtens artikel 226 van het EG-Verdrag worden ingesteld, wanneer dit met het oog op de ernst van de inbreuk en de effecten ervan op de interne markt passend lijkt.

2.   BASISNORMEN VOOR HET PLAATSEN VAN OPDRACHTEN DIE RELEVANT VOOR DE INTERNE MARKT ZIJN

2.1.   Bekendmaking

2.1.1.   Verplichting te zorgen voor een passende bekendmaking

Volgens het Hof (11) impliceren de beginselen van gelijke behandeling en non-discriminatie een verplichting tot transparantie, die inhoudt dat aan elke potentiële inschrijver een passende mate van openbaarheid wordt gegarandeerd, zodat de markt voor mededinging wordt geopend.

De transparantieverplichting houdt in dat een in een andere lidstaat gevestigde onderneming toegang krijgt tot alle relevante informatie over de opdracht voordat deze wordt gegund, zodat zij desgewenst haar belangstelling voor die opdracht kan tonen  (12).

Volgens de Commissie is het niet voldoende contact op te nemen met een aantal potentiële inschrijvers, ook al beperkt de aanbestedende dienst zich niet tot ondernemingen uit eigen land of probeert zij alle potentiële leveranciers te bereiken. Met een dergelijke selectieve aanpak kan discriminatie van potentiële inschrijvers uit andere lidstaten, en met name van nieuwe marktpartijen, niet worden uitgesloten. Hetzelfde geldt voor alle vormen van „passieve” publiciteit, waarbij een aanbestedende dienst van actieve bekendmaking afziet, maar reageert op verzoeken om informatie van aanvragers die op eigen gelegendheid te weten zijn gekomen dat een opdracht wordt geplaatst. Ook wanneer voor informatie alleen wordt verwezen naar persverslagen, parlementaire of politieke debatten of congressen en dergelijke, is dit geen passende bekendmaking.

Daarom kan alleen aan de door het Hof gestelde eisen worden voldaan door de bekendmaking van een voldoende toegankelijke aankondiging van de opdracht voordat deze wordt geplaatst. De aanbestedende dienst moet deze bekendmaking doen om de opdracht voor mededinging open te stellen.

2.1.2.   Medium van de bekendmaking

De aanbestedende diensten moeten zelf besluiten welk medium het meest geschikt is voor de bekendmaking van hun opdrachten. Zij moeten zich bij hun keus laten leiden door een beoordeling van de relevantie van de opdracht voor de interne markt, met name met het oog op het onderwerp en de waarde van de opdracht en de gebruikelijke praktijken in de desbetreffende sector.

Hoe groter het belang van de opdracht voor potentiële inschrijvers uit andere lidstaten is, hoe meer ruchtbaarheid eraan moet worden gegeven. In het bijzonder bij opdrachten voor de in bijlage II B bij Richtlijn 2004/18/EG en bijlage XVII B bij Richtlijn 2004/17/EG genoemde diensten waarvan de waarde de drempels voor de toepassing van deze richtlijnen overschrijdt, houdt een passende transparantie gewoonlijk in dat de opdracht in een medium met een groot bereik moet worden bekendgemaakt.

Passende en algemeen gebruikte media zijn bijvoorbeeld:

Internet

Door het eenvoudige en wijdverbreide gebruik van internet zijn bekendmakingen van opdrachten op websites nu heel toegankelijk, vooral voor ondernemingen uit andere lidstaten en voor kleine en middelgrote bedrijven op zoek naar kleinere opdrachten. Internet biedt diverse mogelijkheden voor de bekendmaking van overheidsopdrachten.

Bekendmakingen op de eigen website van de aanbestedende dienst zijn flexibel en kosteneffectief. Bij de presentatie moet erop worden gelet dat potentiële inschrijvers de informatie gemakkelijk kunnen vinden. De aanbestedende diensten kunnen ook overwegen om in hun kopersprofiel op internet informatie op te nemen over komende opdrachten die niet onder de richtlijnen inzake overheidsopdrachten vallen (13).

Specifieke portaalsites voor bekendmakingen van opdrachten hebben een grotere zichtbaarheid en er zijn meer zoekfuncties mogelijk. De oprichting van een specifiek platform voor kleine opdrachten met een directory van aankondigingen van opdrachten in combinatie met een e-mailabonnement is in dit verband een goede praktijk die de mogelijkheden van internet optimaal gebruikt om de transparantie en efficiëntie te vergroten (14).

Staatsbladen, nationale bladen gespecialiseerd in de bekendmaking van overheidsopdrachten, nationale en regionale kranten en vakbladen

Lokale media

Weliswaar mogen aanbestedende diensten nog steeds lokale media, zoals plaatselijke kranten, gemeentelijke aankondigingenbladen of zelfs aanplakborden gebruiken, maar omdat deze alleen een bekendmaking op strikt plaatselijk niveau garanderen, is dit alleen geschikt voor speciale gevallen, zoals zeer kleine opdrachten waarvoor alleen een lokale markt bestaat.

Publicatieblad van de Europese Unie/ TED (Tenders Electronic Daily)

Bekendmaking in het Publicatieblad is niet verplicht, maar kan wel een interessante mogelijkheid zijn, vooral voor grotere opdrachten.

2.1.3.   Inhoud van de bekendmaking

Het Hof heeft expliciet gezegd dat de transparantieverplichting niet inhoudt dat een formele aanbestedingsprocedure moet worden gevolgd (15). De bekendmaking mag dus beperkt blijven tot een korte beschrijving van de essentiële gegevens van de opdracht en de gunningsprocedure en een uitnodiging contact op te nemen met de aanbestedende dienst. Zo nodig kan dit worden aangevuld met informatie die op internet beschikbaar is of die bij de aanbestedende dienst kan worden aangevraagd.

De bekendmaking en eventuele aanvullende documentatie moeten zoveel informatie bevatten als een onderneming uit een andere lidstaat redelijkerwijs nodig heeft om te beslissen of zij van haar belangstelling voor de opdracht blijk zal geven.

Zoals hieronder in punt 2.2.2 wordt vermeld, mag de aanbestedende dienst maatregelen nemen ter beperking van het aantal gegadigden dat wordt uitgenodigd een offerte in te dienen. In dat geval moet de aanbestedende dienst voldoende informatie verstrekken over de mechanismen die voor de selectie van gegadigden voor de shortlist worden gebruikt.

2.1.4.   Procedures zonder voorafgaande bekendmaking

De richtlijnen inzake overheidsopdrachten bevatten specifieke afwijkingen die in bepaalde omstandigheden procedures zonder voorafgaande bekendmaking mogelijk maken (16). De belangrijkste gevallen betreffen dwingende spoed ten gevolge van onvoorziene gebeurtenissen en opdrachten die om technische of artistieke redenen dan wel om redenen van de bescherming van alleenrechten slechts door één specifieke ondernemer kunnen worden uitgevoerd.

Volgens de Commissie kunnen deze afwijkingen ook worden toegepast bij opdrachten die niet onder de richtlijnen vallen. Aanbestedende diensten mogen dergelijke opdrachten dus zonder voorafgaande bekendmaking plaatsen, mits wordt voldaan aan de in de richtlijnen genoemde voorwaarden voor een van de afwijkingen (17).

2.2.   Gunning van de opdracht

2.2.1.   Beginselen

In zijn arrest in de zaak Telaustria heeft het Hof bepaald dat het beginsel van transparantie inhoudt dat aan elke potentiële inschrijver een passende mate van openbaarheid wordt gegarandeerd, zodat de markt voor mededinging wordt geopend en de aanbestedingsprocedures op onpartijdigheid kunnen worden getoetst. In feite is de garantie van een eerlijke en onpartijdige procedure het noodzakelijke uitvloeisel van de verplichting te zorgen voor een transparante bekendmaking.

De opdracht moet derhalve in overeenstemming met de regels en beginselen van het EG-Verdrag worden gegund, zodat alle ondernemers die in de opdracht geïnteresseerd zijn onder eerlijke voorwaarden kunnen meedingen (18). Dit kan in de praktijk het best worden bereikt door:

Een niet-discriminerende beschrijving van het onderwerp van de opdracht

In de beschrijving van de vereiste kenmerken van een product of een dienst mag niet worden verwezen naar een bepaald fabrikaat, een bepaalde herkomst of een specifiek productieproces, naar handelsmerken, octrooien, typen of een specifieke oorsprong of productie, tenzij een dergelijke verwijzing wordt gerechtvaardigd door het onderwerp van de opdracht en vergezeld gaat van de woorden „of daarmee overeenstemmend” (19). In ieder geval moeten bij voorkeur algemenere beschrijvingen van de prestaties of functies worden gegeven.

Gelijke toegang voor ondernemingen uit alle lidstaten

De aanbestedende diensten mogen geen voorwaarden opleggen die leiden tot een directe of indirecte discriminatie van potentiële inschrijvers uit andere lidstaten, zoals de eis dat ondernemingen die voor de opdracht in aanmerking wensen te komen, in dezelfde lidstaat of regio moeten zijn gevestigd als de aanbestedende dienst (20).

Wederzijdse erkenning van diploma's, certificaten en andere titels

Indien gegadigden of inschrijvers certificaten, diploma's of andere schriftelijke bewijsstukken moeten overleggen, moeten, in overeenstemming met het beginsel van wederzijdse erkenning van diploma's, certificaten en andere titels, documenten uit andere lidstaten die een gelijkwaardige garantie bieden, worden aanvaard.

Passende termijnen

De termijnen voor de indiening van blijken van belangstelling en van een offerte moeten lang genoeg zijn om ondernemingen uit andere lidstaten in staat te stellen een zinvolle evaluatie te maken en hun offerte voor te bereiden.

Transparante en objectieve aanpak

Alle deelnemers moeten vooraf kennis kunnen nemen van de toepasselijke voorschriften en de zekerheid hebben dat deze voorschriften voor iedereen op dezelfde wijze worden toegepast.

2.2.2.   Beperking van het aantal gegadigden dat wordt uitgenodigd een offerte in te dienen

De aanbestedende diensten mogen maatregelen nemen om het aantal gegadigden tot een geschikt niveau te beperken, mits dit op transparante en niet-discriminerende wijze gebeurt. Zij kunnen bijvoorbeeld objectieve criteria toepassen, zoals ervaring in de desbetreffende sector, omvang en infrastructuur van de onderneming, technische en professionele vaardigheden of andere elementen. Zij mogen zelfs kiezen voor loting, eventueel in combinatie met andere selectiecriteria. In ieder geval moeten er voldoende aanvragers op de shortlist worden geplaatst om een adequate mededinging te garanderen.

Ook mogen de aanbestedende diensten gebruik maken van kwalificatiesystemen, waarbij een lijst van gekwalificeerde ondernemingen wordt opgesteld aan de hand van een transparante en open procedure die in voldoende mate is bekendgemaakt. De aanbestedende dienst kan dan naderhand, bij de plaatsing van individuele opdrachten die binnen de werkingssfeer van het systeem vallen, uit de lijst van gekwalificeerde ondernemingen op niet-discriminerende wijze ondernemingen selecteren die worden uitgenodigd een offerte in te dienen (bv. door toepassing van een rouleersysteem).

2.2.3.   Beslissing over de gunning van de opdracht

Het is van belang dat de uiteindelijke beslissing over de gunning van de opdracht in overeenstemming is met de vooraf vastgestelde procedurele voorschriften en dat volledig de hand wordt gehouden aan de beginselen van non-discriminatie en gelijke behandeling. Dat geldt vooral voor procedures waarbij met een groep inschrijvers op een shortlist wordt onderhandeld. De onderhandelingen moeten zodanig worden georganiseerd dat alle inschrijvers toegang hebben tot dezelfde hoeveelheid informatie en dat geen van de inschrijvers op ongerechtvaardigde wijze wordt bevoordeeld.

2.3.   Rechterlijke bescherming

2.3.1.   Beginselen

In zijn Telaustria-arrest heeft het Hof gewezen op het belang van de mogelijkheid de onpartijdigheid van de procedure te toetsen. Zonder goed toetsingsmechanisme kan de inachtneming van de basisnormen van eerlijkheid en transparantie niet doeltreffend worden gegarandeerd.

2.3.2.   Richtlijnen inzake beroepsprocedures

De richtlijnen inzake beroepsprocedures (21) hebben uitsluitend betrekking op opdrachten die binnen de werkingssfeer van de richtlijnen inzake overheidsopdrachten (22) vallen. Dit betekent dat zij in de huidige context alleen van toepassing zijn op opdrachten voor de in bijlage II B bij Richtlijn 2004/18/EG en bijlage XVII B bij Richtlijn 2004/17/EG opgenomen diensten waarvan de waarde de drempel voor de toepassing van deze richtlijnen te boven gaat. De beroepsprocedures voor dergelijke opdrachten moeten in overeenstemming zijn met de richtlijnen inzake beroepsprocedures en met de rechtspraak ter zake. Deze beginselen zijn ongewijzigd overgenomen in het onlangs aangenomen voorstel voor een nieuwe richtlijn over beroepsprocedures (23).

2.3.3.   Basisnormen die zijn ontleend aan het primaire Gemeenschapsrecht

Bij opdrachten waarvan de waarde onder de drempels voor toepassing van de richtlijnen inzake overheidsopdrachten ligt, moet er rekening mee worden gehouden dat volgens de rechtspraak van het Hof (24) particulieren gerechtigd zijn zich daadwerkelijk voor de rechter te beroepen op door hen aan de communautaire rechtsorde ontleende rechten. Het recht op deze bescherming is een van de algemene rechtsbeginselen die voortspruiten uit de grondwettelijke tradities die de lidstaten met elkaar gemeen hebben. Wanneer Gemeenschapsrechtelijke bepalingen ontbreken, moeten de lidstaten zorgen voor de voorschriften en procedures die nodig zijn om een daadwerkelijke bescherming voor de rechter te waarborgen.

In verband met dit vereiste moet in ieder geval tegen beslissingen ten nadele van iemand die belangstelling voor de opdracht heeft of heeft gehad (zoals beslissingen om een gegadigde of inschrijver uit te sluiten) beroep openstaan wegens mogelijke schending van aan het primaire Gemeenschapsrecht ontleende basisnormen. Om een doeltreffende uitoefening van het beroepsrecht mogelijk te maken, moeten de aanbestedende diensten beslissingen die voor beroep openstaan, motiveren, hetzij in de beslissing zelf, hetzij op verzoek na de mededeling van de beslissing (25).

Volgens de rechtspraak over rechterlijke bescherming mogen de beschikbare rechtsmiddelen niet minder doeltreffend zijn dan die welke worden toegepast bij soortgelijke vorderingen die op het nationale recht gebaseerd zijn (gelijkwaardigheidsbeginsel) en ook mogen zij het in de praktijk niet onmogelijk of uitzonderlijk moeilijk maken rechterlijke bescherming te krijgen (effectiviteitsbeginsel) (26).


(1)  Richtlijn 2004/18/EG, PB L 134 van 30.4.2004, blz. 114, en Richtlijn 2004/17/EG, PB L 134 van 30.4.2004, blz. 1 (de „richtlijnen inzake overheidsopdrachten”).

(2)  De drempelwaarden zijn vastgesteld in artikel 7 van Richtlijn 2004/18/EG en artikel 16 van Richtlijn 2004/17/EG.

(3)  Een derde groep opdrachten die niet of slechts gedeeltelijk onder de richtlijnen vallen, zijn de concessieovereenkomsten. Zie artikel 17 van Richtlijn 2004/18/EG en artikel 18 van Richtlijn 2004/17/EG voor concessieovereenkomsten voor diensten, en de artikelen 56-65 van Richtlijn 2004/18/EG en artikel 18 van Richtlijn 2004/17/EG voor concessieovereenkomsten voor werken. Deze overeenkomsten blijven in deze mededeling echter buiten beschouwing omdat zij in de follow-up van het groenboek over publiek-private partnerschappen worden besproken.

(4)  In deze mededeling worden onder aanbestedende diensten zowel aanbestedende diensten in de zin van artikel 1, lid 9, van Richtlijn 2004/18/EG als die in de zin van artikel 2 van Richtlijn 2004/17/EG verstaan.

(5)  Zie arrest in zaak C-324/98, Telaustria, Jurispr. 2000, blz. I-10745, punt 62; arrest van 21 juli 2005 in zaak C-231/03, Coname, punten 16-19; arrest van 13 oktober 2005 in zaak C-458/03, Parking Brixen, punt 49.

(6)  Zaak Telaustria, punt 62, en zaak Parking Brixen, punt 49 (nadruk van de auteur).

(7)  Zie het arrest in zaak C-59/00, Bent Mousten Vestergaard, Jurispr. 2001, blz. I-9505, punt 20, en het arrest van 20 oktober 2005 in zaak C-264/03, Commissie/Frankrijk, punten 32 en 33.

(8)  Arrest van 27 oktober 2005 in zaak C-234/03, Contse, punten 47-49. De richtlijnen inzake overheidsopdrachten voorzien slechts in een beperkt aantal regels voor deze opdrachten (zie artikel 21 van Richtlijn 2004/18/EG en artikel 32 van Richtlijn 2004/17/EG).

(9)  Zaak Bent Mousten Vestergaard, punt 20 (nadruk van de auteur).

(10)  Zaak Coname, punt 20 (nadruk van de auteur).

(11)  Zaak Telaustria, punt 62, en zaak Parking Brixen, punt 49.

(12)  Zaak Coname, punt 21.

(13)  Zie bijlage VIII bij Richtlijn 2004/18/EG en bijlage XX bij Richtlijn 2004/17/EG.

(14)  Zie bijvoorbeeld de pas geopende portaalsite voor kleinere opdrachten in het Verenigd Koninkrijk, www.supply2.gov.uk.

(15)  Zaak Coname, punt 21.

(16)  Artikel 31 van Richtlijn 2004/18/EG en artikel 40, lid 3, van Richtlijn 2004/17/EG.

(17)  Zie conclusie van advocaat-generaal Jacobs in zaak C-525/03, Commissie/Italië, punten 46-48.

(18)  Zie zaak C-470/99, Universale-Bau AG, Jurispr. 2002, blz. I-11617, punt 93.

(19)  Zie de zaak Bent Mousten Vestergaard, punten 21-24, en de interpretatieve mededeling van de Commissie - Een gemakkelijkere toegang voor goederen tot de markten van andere lidstaten, PB C 265 van 4.11.2003, blz. 2. Opdrachten voor de in bijlage II B bij Richtlijn 2004/18/EG of bijlage XVII B bij Richtlijn 2004/17/EG opgenomen diensten moeten voldoen aan de voorschriften voor technische specificaties in artikel 23 van Richtlijn 2004/18/EG dan wel artikel 34 van Richtlijn 2004/17/EG indien hun waarde de drempel voor de toepassing van die richtlijnen te boven gaat. De technische specificaties voor dergelijke opdrachten moeten worden vastgesteld voordat er een gegadigde wordt geselecteerd; zij moeten de potentiële inschrijvers bekend zijn dan wel voor hen beschikbaar zijn op zodanige wijze dat de transparantie wordt gegarandeerd en alle potentiële inschrijvers dezelfde kansen hebben; zie conclusie van advocaat-generaal Jacobs in zaak C-174/03, Impresa Portuale di Cagliari, punten 76-78.

(20)  Wel mag worden verlangd dat de inschrijver aan wie de opdracht wordt gegund ter plaatse van de prestatie een bepaalde zakelijke infrastructuur opzet indien dit door de specifieke omstandigheden van de opdracht wordt gerechtvaardigd.

(21)  Richtlijn 89/665/EEG, PB L 395 van 30.12.1989, blz. 33, en Richtlijn 92/13/EEG, PB L 76 van 23.3.1992, blz. 14.

(22)  Zie artikel 72 van Richtlijn 2004/17/EG en artikel 81 van Richtlijn 2004/18/EG.

(23)  Voorstel van de Commissie voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van de Richtlijnen 89/665/EEG en 92/13/EEG met betrekking tot de verbetering van de doeltreffendheid van beroepsprocedures inzake het plaatsen van overheidsopdrachten, COM(2006) 195 definitief.

(24)  Zie zaak C-50/00, Unión de Pequeños Agricultores, Jurispr. 2002, blz. I-6677, punt 39, en zaak 222/86, Heylens, Jurispr. 1987, blz. 4097, punt 14.

(25)  Zie zaak Heylens, punt 15.

(26)  Zie voor dit beginsel de zaken C-46/93 en C-48/93, Brasserie du Pêcheur, Jurispr. 1996, blz. I-1029, punt 83, en zaak C-327/00, Santex, Jurispr. 2003, blz. I-1877, punt 55.


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 179/8


Publicatie van de besluiten van de lidstaten waarbij exploitatievergunningen worden verleend of ingetrokken, in overeenstemming met artikel 13, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen (1)  (2)

(2006/C 179/03)

(Voor de EER relevante tekst)

OOSTENRIJK

Verleende exploitatievergunningen

Categorie A:   Exploitatievergunningen afgegeven aan luchtvaartmaatschappijen die niet voldoen aan de criteria van artikel 5, lid 7, a), van Verordening (EEG) nr. 2407/92

Naam van de luchtvaartmaatschappij

Adres van de luchtvaartmaatschappij

Vergunning voor het vervoer van

Besluit geldig sedert

VistaJet Luftfahrtunternehmen mbH

Sterneckstraße 31

A-5020 Salzburg

passagiers, post, vracht

9.6.2006


(1)  PB L 240 van 24.8.1992, blz. 1.

(2)  Gecommuniceerd aan de Europese Commissie vóór 31.8.2005.


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 179/9


Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen

(2006/C 179/04)

(Voor de EER relevante tekst)

Nummer van de steunmaatregel

XS 149/05

Lidstaat

Verenigd Koninkrijk

Regio

Verenigd Koninkrijk

Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt

Financiering van projecten op het gebied van micro- en nanotechnologie (The Micro and Nanotechnology Capital Project Fund)

Rechtsgrond

Section 5 of the Science and Technology Act 1965

Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun

Steunregeling

Totaal jaarlijks bedrag

8 miljoen GBP

Gegarandeerde leningen

 

Individuele steun

Totaal steunbedrag

 

Gegarandeerde leningen

 

Maximale steunintensiteit

In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening

Ja

 

Datum van tenuitvoerlegging

15.8.2005

Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening

Tot 31.12.2006

Doelstelling van de steun

Steun aan KMO's

Ja

 

Economische sectoren

Alle sectoren die voor steun aan KMO's in aanmerking komen

Ja

Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent

Naam:

The Department of Trade and Industry

Adres:

151 Buckingham Palace Road

London SW1W 9SS

United Kingdom

Individuele verlening van aanzienlijke steun

Overeenkomstig artikel 6 van de verordening

Ja

 


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 179/10


Intrekking van een aanmelding van een concentratie

(Zaak nr. COMP/M.4009 — CIMC/Burg)

(2006/C 179/05)

(VERORDENING (EG) Nr. 139/2004 VAN DE RAAD)

Op 6 februari 2006 ontving de Commissie van de Europese Gemeenschappen een aanmelding van een voorgenomen concentratie betreffende China International Marine Containers CO., Ltd. en Burg Industries B.V.. Op 20 juli 2006 hebben de aanmeldende partijen de Commissie ervan in kennis gesteld dat zij deze aanmelding introkken.


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 179/11


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak nr. COMP/M.4305 — Nokia/Giesecke & Devrient)

Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure

(2006/C 179/06)

(Voor de EER relevante tekst)

1.

Op 24 juli 2006 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1), waarin wordt meegedeeld dat de ondernemingen Nokia Corporation („Nokia”, Finland) en Giesecke & Devrient („G&D”, Duitsland) in de zin van artikel 3, lid 1, onder b), van genoemde verordening van de Raad door de aankoop van aandelen gezamenlijke zeggenschap verkrijgen over een nieuw gestichte vennootschap („Trustonic”, Finland) die een gezamenlijke onderneming is.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor Nokia: levering van mobiele toestellen en telecommunicatienetwerken;

voor G&D: levering van bankbiljetten en smartcards;

voor Trustonic: verlening van diensten voor het beheer van consumententoepassingen op mobiele toestellen.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. In het licht van de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 (2) van de Raad wordt vermeld dat deze zaak in aanmerking kan komen voor deze procedure.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4305 — Nokia/Giesecke & Devrient, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Concurrentie

Griffie voor concentraties

J-70

B-1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.

(2)  PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 179/12


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak nr. COMP/M.4262 — Carlyle/Vista/Turmed)

(2006/C 179/07)

(Voor de EER relevante tekst)

Op 20 juli 2006 heeft de Commissie besloten geen bezwaar aan te tekenen tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website „concurrentie” van de Europese Commissie (http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende mogelijkheden om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op bedrijfsnaam, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex website onder documentnummer 32006M4262. EUR-Lex is het geïnformatiseerde documentatiesysteem voor de communautaire wetgeving. (http://ec.europa.eu/eur-lex/lex)


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 179/12


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak nr. COMP/M.4278 — PAI Partners SAS/AMEC SPIE SA)

(2006/C 179/08)

(Voor de EER relevante tekst)

Op 20 juli 2006 heeft de Commissie besloten geen bezwaar aan te tekenen tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website „concurrentie” van de Europese Commissie (http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende mogelijkheden om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op bedrijfsnaam, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex website onder documentnummer 32006M4278. EUR-Lex is het geïnformatiseerde documentatiesysteem voor de communautaire wetgeving. (http://ec.europa.eu/eur-lex/lex)


1.8.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 179/13


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak nr. COMP/M.4233 — BP France/Vitogaz/Energaz JV)

(2006/C 179/09)

(Voor de EER relevante tekst)

Op 10 juli 2006 heeft de Commissie besloten geen bezwaar aan te tekenen tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website „concurrentie” van de Europese Commissie (http://ec.europa.eu/comm/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende mogelijkheden om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op bedrijfsnaam, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex website onder documentnummer 32006M4233. EUR-Lex is het geïnformatiseerde documentatiesysteem voor de communautaire wetgeving. (http://ec.europa.eu/eur-lex/lex)