ISSN 1725-2474 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172 |
|
![]() |
||
Uitgave in de Nederlandse taal |
Mededelingen en bekendmakingen |
49e jaargang |
|
III Bekendmakingen |
|
|
Commissie |
|
2006/C 172/9 |
Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor werkzaamheden onder contract in het kader van het meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (eContentplus) ( 1 ) |
|
2006/C 172/0 |
||
2006/C 172/1 |
||
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst |
NL |
|
I Mededelingen
Raad
25.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/1 |
Conclusies van de Raad over de Europese taalvaardigheidsindicator
(2006/C 172/01)
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Overwegende hetgeen volgt:
— |
het strategische doel dat door de Europese Raad van Lissabon van 23-24 maart 2000 voor de Europese Unie is gesteld en door de Europese Raad van Stockholm van 23-24 maart 2001 is bevestigd, namelijk de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld te worden die in staat is tot duurzame economische groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang; |
— |
de opdracht van de Europese Raad van Lissabon aan de Raad Onderwijs om over de concrete doelstellingen die de onderwijsstelsels in de toekomst moeten nastreven, een algemene gedachtewisseling te houden, waarbij de aandacht vooral uitgaat naar gemeenschappelijke vraagstukken en prioriteiten en tegelijk rekening wordt gehouden met de nationale diversiteit (1); |
— |
de resolutie van de Raad van 14 februari 2002 betreffende het bevorderen van talendiversiteit en het leren van talen (2) waarin onder andere werd benadrukt:
en waarin de lidstaten werd verzocht systemen op te zetten voor het valideren van vaardigheden inzake talenkennis gebaseerd op het door de Raad van Europa ontwikkelde gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen; |
— |
de conclusies van de Europese Raad van Barcelona van 15-16 maart 2002 (3) waarin:
|
— |
de conclusies van de Raad van mei 2005 over nieuwe indicatoren voor onderwijs en opleiding (5); |
— |
de mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad, getiteld De Europese indicator van het taalvermogen (6); |
— |
de ontwerp-aanbeveling van het Europees Parlement en de Raad inzake kerncompetenties voor levenslang leren (7), waarin communicatie in een vreemde taal als kerncompetentie wordt gedefinieerd; |
— |
de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's getiteld Een nieuwe kaderstrategie voor meertaligheid (8), |
MEMOREERT dat
— |
vaardigheden in vreemde talen niet alleen het wederzijdse begrip tussen volkeren helpen bevorderen, maar ook een absolute vereiste zijn voor een mobiele beroepsbevolking en bijdragen tot het concurrentievermogen van de economie van de Europese Unie; |
— |
het op gezette tijden toetsen van de prestaties aan de hand van indicatoren en benchmarks een essentieel onderdeel van het proces van Lissabon is, waardoor goede praktijken in kaart kunnen worden gebracht en het werkprogramma „Onderwijs en opleiding 2010” derhalve strategisch kan worden gestuurd met het oog op zowel korte- als langetermijnmaatregelen; |
ERKENT dat
— |
maatregelen vereist zijn om het huidige gebrek aan betrouwbaar vergelijkingsmateriaal over de resultaten van het onderricht in en het leren van vreemde talen te verhelpen; |
— |
die maatregelen moeten berusten op het verzamelen van gegevens via een objectieve toetsing van de taalvaardigheden, die zodanig wordt ontwikkeld en uitgevoerd dat de betrouwbaarheid, de juistheid en de validiteit van de gegevens gewaarborgd zijn; |
— |
dergelijke gegevens kunnen bijdragen tot het vaststellen en onderling uitwisselen van goede praktijken inzake taalonderwijsbeleid en -methoden door middel van een intensievere uitwisseling van informatie en ervaringen; |
— |
de lidstaten een duidelijker beeld moeten hebben van de praktische en financiële regelingen die zij ieder afzonderlijk met het oog op de toepassing van de Europese taalvaardigheidsindicator zullen moeten treffen; |
BENADRUKT dat
— |
bij de ontwikkeling van de indicator de verantwoordelijkheid van de lidstaten voor de inrichting van hun onderwijsstelsels volledig in acht moet worden genomen, en een en ander niet mag leiden tot onnodige administratieve of financiële lasten voor de betrokken organisaties en instellingen; |
— |
de methode voor het verzamelen van gegevens moet voortbouwen op eerdere activiteiten op dit gebied op internationaal niveau, op het niveau van de Unie en op dat van de lidstaten, en kostenefficiënt moet worden ontwikkeld en uitgevoerd; |
— |
de Europese taalvaardigheidsindicator zo spoedig mogelijk moet worden ingevoerd, overeenkomstig onderstaande richtsnoeren:
|
VERZOEKT de Commissie:
— |
op een zo kort mogelijke termijn een adviesraad (de EILC-Adviesraad) in te stellen, bestaande uit een vertegenwoordiger van elke lidstaat en een vertegenwoordiger van de Raad van Europa, die tot taak heeft de Commissie te adviseren over technische aangelegenheden, zoals:
|
— |
teneinde de lidstaten te helpen de implicaties op het gebied van organisatie en middelen te overzien, deze raad om te beginnen op te dragen een tijdschema op te stellen voor de werkzaamheden alsmede een uitgebreidere beschrijving van de opzet en de wijze van afnemen van de toetsen, met inbegrip van:
|
— |
voor eind 2006 bij de Raad schriftelijk verslag uit te brengen over de voortgang van de werkzaamheden en, in voorkomend geval, over de nog hangende kwesties; |
VERZOEKT de lidstaten:
— |
alle nodige stappen te zetten om het proces van het opzetten van de EILC vooruit te helpen. |
(1) Doc. SN 100/1/00 REV 1, punt 27.
(2) PB C 50 van 23.2.2002, blz. 1.
(3) SN 100/1/02 REV 1
(4) Aangenomen door de Raad (Onderwijs) van 14 februari 2002 (PB C 142 van 14.6.2002, blz. 1).
(5) PB C 141 van 10.6.2005, blz. 7.
(6) Doc. 11704/05 - COM(2005) 356 def.
(7) Doc. 13425/05 - COM(2005) 548 def.
(8) Doc. 14908/05 - COM(2005) 596 def.
(9) „Common European Framework of Reference for Languages: Learning, teaching, assessment” (gemeenschappelijk Europees referentiekader voor talen: leren, onderwijzen, beoordelen), zoals ontwikkeld door de Raad van Europa.
Commissie
25.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/4 |
Wisselkoersen van de euro (1)
24 juli 2006
(2006/C 172/02)
1 euro=
|
Munteenheid |
Koers |
USD |
US-dollar |
1,2633 |
JPY |
Japanse yen |
147,32 |
DKK |
Deense kroon |
7,4604 |
GBP |
Pond sterling |
0,68160 |
SEK |
Zweedse kroon |
9,2595 |
CHF |
Zwitserse frank |
1,5746 |
ISK |
IJslandse kroon |
93,48 |
NOK |
Noorse kroon |
7,9540 |
BGN |
Bulgaarse lev |
1,9558 |
CYP |
Cypriotische pond |
0,5750 |
CZK |
Tsjechische koruna |
28,435 |
EEK |
Estlandse kroon |
15,6466 |
HUF |
Hongaarse forint |
276,06 |
LTL |
Litouwse litas |
3,4528 |
LVL |
Letlandse lat |
0,6960 |
MTL |
Maltese lira |
0,4293 |
PLN |
Poolse zloty |
3,9433 |
RON |
Roemeense leu |
3,5640 |
SIT |
Sloveense tolar |
239,65 |
SKK |
Slowaakse koruna |
38,385 |
TRY |
Turkse lira |
1,9600 |
AUD |
Australische dollar |
1,6773 |
CAD |
Canadese dollar |
1,4405 |
HKD |
Hongkongse dollar |
9,8256 |
NZD |
Nieuw-Zeelandse dollar |
2,0321 |
SGD |
Singaporese dollar |
2,0025 |
KRW |
Zuid-Koreaanse won |
1 202,41 |
ZAR |
Zuid-Afrikaanse rand |
8,9041 |
CNY |
Chinese yuan renminbi |
10,0868 |
HRK |
Kroatische kuna |
7,2540 |
IDR |
Indonesische roepia |
11 603,41 |
MYR |
Maleisische ringgit |
4,667 |
PHP |
Filipijnse peso |
65,875 |
RUB |
Russische roebel |
34,0175 |
THB |
Thaise baht |
48,030 |
Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.
25.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/5 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak nr. COMP/M.4283 — Fogeca/Mapfre/JV)
Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure
(2006/C 172/03)
(Voor de EER relevante tekst)
1. |
Op 13 juli 2006 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin wordt meegedeeld dat de ondernemingen Fogeca Multiauto S.A. („Fogeca”, Portugal) and Mapfre Mutualidad de Seguros („Mapfre”, Spanje) in de zin van artikel 3, lid 1), sub b), van genoemde verordening gezamenlijk zeggenschap verkrijgen over een gezamenlijke onderneming („JV”, Spanje) door de aankoop van aandelen van een nieuw gestichte vennootschap die een gezamenlijke onderneming is. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. In het licht van de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 (2) van de Raad wordt vermeld dat deze zaak in aanmerking kan komen voor deze procedure. |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4283 — Fogeca/Mapfre/JV, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.
25.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/6 |
Uitnodiging opmerkingen te maken over een ontwerp-verordening van de Commissie
(2006/C 172/04)
Belanghebbenden kunnen hun opmerkingen maken door deze binnen één maand vanaf de datum van de bekendmaking van deze ontwerp-verordening te zenden aan:
Europese Commissie |
Directoraat-generaal Concurrentie |
Raadpleging (HT 364) |
Griffie Staatssteun |
B-1049 Brussel |
Fax: (32-2) 296 12 42 |
e-mail: stateaidgreffe@ec.europa.eu |
Ontwerp-Verordening (EG) nr. .../.. van de Commissie
van […]
tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 2204/2002, (EG) nr. 70/2001 en (EG) nr. 68/2001 wat de geldigheidsduur betreft
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 994/98 van de Raad van 7 mei 1998 betreffende de toepassing van de artikelen 92 en 93 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap op bepaalde soorten van horizontale steunmaatregelen (1),
en met name op artikel 1, lid 1, onder a), punten i), ii), iv), en onder b),
Na bekendmaking van de ontwerp-verordening (2),
Na raadpleging van het Adviescomité inzake overheidssteun,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Verordening (EG) nr. 2204/2002 van de Commissie van 12 december 2002 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op werkgelegenheidssteun (3), Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen (4) en Verordening (EG) nr. 68/2001 van de Commissie betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op opleidingssteun (5) verstrijken op 31 december 2006. In haar Actieplan staatssteun (6) heeft de Commissie voorgesteld deze verordeningen te bundelen in één groepsvrijstellingsverordening en daar ook eventueel andere gebieden zoals vermeld in de artikelen 1 en 2 van Verordening (EG) nr. 994/98 in te integreren. |
(2) |
De inhoud van de toekomstige groepsvrijstellingsverordening hangt in het bijzonder af van de resultaten van de openbare raadplegingen die werden opgezet in het kader van het Actieplan staatssteun en het raadplegingsdocument van de Commissie inzake staatssteun voor innovatie (7). Besprekingen met de vertegenwoordigers van de lidstaten zijn eveneens noodzakelijk om de steuncategorieën vast te stellen die als verenigbaar met het Verdrag kunnen worden beschouwd. Teneinde de lopende raadplegingen voort te zetten en de resultaten daarvan te kunnen analyseren, dient de geldigheid van de Verordeningen (EG) nr. 2204/2002, (EG) nr. 70/2001 en (EG) nr. 68/2001 te worden verlengd tot eind 2007. |
(3) |
Verordeningen (EG) nr. 2204/2002, (EG) nr. 68/2001 en (EG) nr. 70/2001 dienen derhalve dienovereenkomstig te worden gewijzigd. |
(4) |
De in deze verordening opgenomen bepalingen zijn in overeenstemming met het advies van het Adviescomité inzake overheidssteun, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Artikel 8, lid 1, tweede volzin, van Verordening (EG) nr. 68/2001 komt als volgt te luiden:
„Zij blijft van kracht tot en met 31 december 2007”.
Artikel 2
Artikel 10, lid 1, tweede volzin, van Verordening (EG) nr. 70/2001 komt als volgt te luiden:
„Zij blijft van kracht tot en met 31 december 2007”.
Artikel 3
Artikel 11, lid 1, tweede volzin, van Verordening (EG) nr. 2204/2002 komt als volgt te luiden:
„Zij blijft van kracht tot en met 31 december 2007”.
Artikel 4
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, …
Voor de Commissie
…
Lid van de Commissie
(1) PB L 142 van 14.5.1998, blz. 1.
(2) PB C …
(3) PB L 337 van 13.12.2002, blz. 3.
(4) PB L 10 van 13.1.2001, blz. 33. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 364/2004 (PB L 63 van 28.2.2004, blz. 22).
(5) PB L 10 van 13.1.2001, blz. 20. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 363/2004 (PB L 63 van 28.2.2004, blz. 20).
(6) COM/2005/0107 definitief.
(7) COM/2005/0436 definitief.
25.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/8 |
Beknopte informatie van de lidstaten betreffende overheidssteun die wordt verleend krachtens Verordening (EG) nr. 70/2001 van de Commissie van 12 januari 2001 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op staatssteun voor kleine en middelgrote ondernemingen
(2006/C 172/05)
(Voor de EER relevante tekst)
Nummer van de steunmaatregel |
XS 54/04 |
||||
Lidstaat |
Italië |
||||
Regio |
Emilia — Romagna |
||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Ontwikkeling van industriële laboratoria |
||||
Rechtsgrond |
Delibera di Giunta n. 2824 del 30 dicembre 2003 — Bando per l'attuazione della misura 1, Azione A del programma Regionale della Ricerca Industriale, l'Innovazione e il Trasferimento tecnologico (PRRIITT) «Sviluppo di laboratori industriali» |
||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
Steunregeling |
Totaal jaarlijks bedrag |
3 miljoen EUR |
||
Gegarandeerde leningen |
|
||||
Individuele steun |
Totaal jaarlijks bedrag |
|
|||
Gegarandeerde leningen |
|
||||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening |
Ja |
|
||
Datum van tenuitvoerlegging |
20.1.2004 |
||||
Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening |
Tot 31.12.2005 |
||||
Doelstelling van de steun |
Steun aan KMO's |
Ja |
|
||
Economische sectoren |
Alle sectoren komen in aanmerking voor KMO-steun |
Ja |
|||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Naam: Regione Emilia — Romagna |
||||
Adres:
|
|||||
Individuele verlening van aanzienlijke steun |
Overeenkomstig artikel 6 van de verordening |
|
Neen |
Nummer van de steunmaatregel |
XS 68/05 |
||||
Lidstaat |
Letland |
||||
Regio |
Letland |
||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Leningen voor snel groeiende KMO's |
||||
Rechtsgrond |
Hipotēku bankas attīstības koncepcija 1999.—2005. gadam MVK attīstības programmas 2004.—2006. gadam |
||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
Steunregeling |
Totaal bedrag (gegarandeerde leningen) |
20 miljoen LVL (1) (28 457miljoen EUR) |
||
Totaal jaarlijks bedrag — gemiddeld bedrag aan jaarlijks toegestane leningen |
3 miljoen LVL (4 268 miljoen EUR) |
||||
Gegarandeerde leningen |
|
||||
Individuele steun |
Totaal steunbedrag |
|
|||
Gegarandeerde leningen |
|
||||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening |
Ja Niet meer dan 15% |
|
||
Datum van tenuitvoerlegging |
1.7.2005 |
||||
Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening |
Tot 31.12.2019 Indien de bepalingen van het steunprogramma niet langer voldoen aan de regels inzake toezicht op steun voor commerciële activiteiten, zullen de bepalingen voor steunverlening in het kader van het steunprogramma worden herzien overeenkomstig artikel 88, lid 1, van het EG-Verdrag. |
||||
Doelstelling van de steun |
Steun aan KMO's |
Ja |
|
||
Economische sectoren |
Alle sectoren komen in aanmerking voor KMO-steun |
Ja |
|||
uitgezonderd: |
|
||||
productie, verwerking en commercialisering van consumptiegoederen vermeld in Bijlage 1 van het EG-Verdrag |
X |
||||
financiële bemiddeling en verzekeringen |
X |
||||
gokken |
X |
||||
productie, levering en handel in wapens |
X |
||||
productie en gespecialiseerde handel in tabak |
X |
||||
kolenwinning |
X |
||||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Naam: Onderneming in staatseigendom „Latvijas Hipotēku un zemes banka” |
||||
Adres:
|
|||||
Individuele verlening van aanzienlijke steun |
Overeenkomstig artikel 6 van de verordening |
Ja |
|
Nummer van de steunmaatregel |
XS 69/05 |
|||||
Lidstaat |
Letland |
|||||
Regio |
Letland |
|||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Leningen (inclusief microkrediet) voor de oprichting van startende ondernemingen |
|||||
Rechtsgrond |
Vienotais programmdokuments Hipotēku bankas attīstības koncepcija 1999.—2005. gadam MVK attīstības programmas 2004.—2006. gadam |
|||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
Steunregeling |
Totaal bedrag |
10,665 miljoen LVL (15,175 miljoen EUR) (2) |
|||
waarvan
|
||||||
Aanvullende kredieten gewaarborgd door middel van een staatsgarantie |
10,665 miljoen LVL (15,175 miljoen EUR) |
|||||
Totaal jaarlijks bedrag — gemiddeld jaarlijks bedrag aan leningen |
3 miljoen LVL (4,268 miljoen EUR) |
|||||
Gegarandeerde leningen |
|
|||||
Individuele steun |
Totaal steunbedrag |
|
||||
Gegarandeerde leningen |
|
|||||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening |
Ja Niet meer dan 15% |
|
|||
Datum van tenuitvoerlegging |
1.7.2005 |
|||||
Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening |
Tot 31.12.2019 Indien de bepalingen van het steunprogramma niet langer overeenstemmen met de regels inzake controle op steun voor commerciële activiteiten, zullen de bepalingen voor steunverlening binnen het kader van het steunprogramma worden herzien overeenkomstig artikel 88, lid 1, van het EG-Verdrag. |
|||||
Doelstelling van de steun |
Steun aan KMO's |
Ja |
|
|||
Economische sectoren |
Alle sectoren komen in aanmerking voor KMO-steun |
Ja |
||||
uitgezonderd: |
|
|||||
verwerken, bewerken en in de handel brengen van producten opgenomen in Bijlage I van het EG-Verdrag |
X |
|||||
financiële middelen en verzekeringen |
X |
|||||
gokkerij |
X |
|||||
verwerken en leveren van en handel in wapens |
X |
|||||
verwerken van en gespecialiseerde handel in tabakswaren |
X |
|||||
mijnbouw |
X |
|||||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Naam: Onderneming in staatseigendom „Latvijas Hipotēku un zemes banka” |
|||||
Adres: Doma laukumā 4 LV-Rīgā, LV-1977 |
||||||
Individuele verlening van aanzienlijke steun |
Overeenkomstig artikel 6 van de verordening |
Ja |
|
Nummer van de steunmaatregel |
XS 89/05 |
|||||||||
Lidstaat |
Italië |
|||||||||
Regio |
— |
|||||||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Een Europese dimensie voor kleine ondernemingen en premies voor fusies. |
|||||||||
Rechtsgrond |
Articolo 9 della legge 14 maggio 2005, n. 80 di conversione del Decreto Legge 14 marzo 2005, N. 35 — «Disposizioni urgenti nell'ambito del Piano d'azione per lo sviluppo economico, sociale e territoriale. Deleghe al Governo per la modifica del codice di procedura civile in materia di processo di cassazione e di arbitrato nonché per la riforma organica della disciplina delle procedure concorsuali» |
|||||||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
Steunregeling |
Totaal jaarlijks bedrag |
|
|||||||
Gegarandeerde leningen |
|
|||||||||
Individuele steun |
Totaal steunbedrag |
|
||||||||
Gegarandeerde leningen |
|
|||||||||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening |
Ja (art 5) |
|
|||||||
Datum van tenuitvoerlegging |
Van 17.3.2005 |
|||||||||
Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening |
Tot 2007 (Italië verbindt zich ertoe de regels aan te passen aan de verordening die Verordening (EG) nr. 70/2001 zal vervangen) |
|||||||||
Doelstelling van de steun |
Steun aan KMO's |
Ja |
|
|||||||
Economische sectoren |
Alle sectoren komen in aanmerking voor KMO-steun |
Ja |
||||||||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Naam: Ministero dell'Economia e delle Finanze |
|||||||||
Adres:
|
||||||||||
Individuele verlening van aanzienlijke steun |
Overeenkomstig artikel 6 van de verordening |
Ja |
|
Nummer van de steunmaatregel |
XS 138/05 |
|||||
Lidstaat |
Griekenland |
|||||
Regio |
Het gehele land |
|||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Steun voor kleine en middelgrote ondernemingen voor uitgaven in verband met studies en advies in het kader van investeringsprogramma's die onder wet nr. 3299/2004 vallen betreffende stimulerende maatregelen voor particuliere investeringen ter bevordering van economische ontwikkeling en regionale cohesie. |
|||||
Rechtsgrond |
Ν.3299/2004 (ΦΕΚ 261/23-12-2004) (Έχει εγκριθεί από την ΕΕ ως καθεστώς Περιφερειακών ενισχύσεων Ν573/04) |
|||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
Steunregeling |
Totaal jaarlijks bedrag |
40 miljoen EUR |
|||
Gegarandeerde leningen |
|
|||||
Individuele steun |
Totaal steunbedrag |
|
||||
Gegarandeerde leningen |
|
|||||
Μaximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening |
Ja |
|
|||
Datum van tenuitvoerlegging |
15.6.2005 |
|||||
Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening |
Tot 31.12.2006 |
|||||
Doelstelling van de steun |
Steun aan KMO's |
Ja |
|
|||
Economische sectoren |
Beperkt tot specifieke sectoren |
Ja |
||||
Autoindustrie |
Ja |
|||||
Overige be- en verwerkende industrie |
Ja |
|||||
Overige diensten |
Ja |
|||||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Naam: Υπουργείο Οικονομίας και Οικονομικών Adres:
|
|||||
Naam: Υπουργείο Ανάπτυξης Adres:
Διευθύνσεις Σχεδιασμού και Ανάπτυξης των 13 Περιφερειών της χώρας |
||||||
Individuele verlening van aanzienlijke steun |
Overeenkomstig artikel 6 van de verordening |
Ja |
|
Nummer van de steunmaatregel |
XS 154/05 |
||||||||||||
Lidstaat |
Italië |
||||||||||||
Regio |
Lombardije |
||||||||||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
DOCUP Doelstelling 2 2000-2006 — Maatregel 1.5 „Steun voor het creëren van nieuwe ondernemingen”, Submaatregel b) „Creëren van ondernemingen”: gecombineerde initiatieven |
||||||||||||
Rechtsgrond |
Docup ob.2 2000-2006 |
||||||||||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
2005/2006: 3 000 000 EUR |
||||||||||||
Maximale steunintensiteit |
Overeenkomstig de toegelaten plafonds krachtens Verordening (EG) nr. 364/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 70/2001. d.i: materiële en immateriële investering:
in gebieden die in aanmerking komen voor afwijking onder artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag zijn de bovenvermelde steunintensiteiten de volgende:
steun voor de aankoop van diensten voor adviesverlening:
De totale steunbijdrage, in nominale waarde, mag in geen geval meer dan 30% van het totale steunbedrag voor investeringen en aankoop van diensten bedragen. De bijdrage voor de aankoop van diensten zal verlaagd worden naar 30% wanneer de maximale steunintensiteit is overschreden. |
||||||||||||
Datum van tenuitvoerlegging |
Datum van publicatie van de ranglijst (3 augustus 2005) |
||||||||||||
Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening |
De steun mag tot 31.12.2006 worden toegestaan. |
||||||||||||
Doelstelling van de steun |
Investeringssteun voor nieuwe bedrijfsinitiatieven in de industriesector, de ambachtelijke industrie, toerisme en diensten door middel van premies voor initiële investering en de aankoop van back-up-diensten in de categorie van gecombineerde initiatieven |
||||||||||||
Economische sectoren |
Er gelden beperkingen of uitsluitingen voor de volgende sectoren die onder communautaire voorschriften vallen:
De onder de regeling voorgenomen maatregelen zijn bepaald overeenkomstig artikelen 2 en 5 van Verordening (EG) nr. 70/2001. |
||||||||||||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Naam: Regione Lombardia — Direzione Industria, PMI, cooperazione, UO Azioni per lo sviluppo delle imprese e PMI, Struttura Sostegno agli investimenti |
||||||||||||
Adres:
|
|||||||||||||
Andere inlichtingen |
De steun wordt verleend overeenkomstig het Enig Programmeringsdocument (DOCUP) Doelstelling 2 2000-2006. |
Nummer van de steunmaatregel |
XS 155/05 |
||||||||||||||||||||||
Lidstaat |
Italië |
||||||||||||||||||||||
Regio |
Lombardije |
||||||||||||||||||||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Enig Programmeringsdocument (DOCUP) Doelstelling 2 2000-2006 Maatregel 1.1 „Premies voor investeringen in ondernemingen”, Submaatregel f) „Steun voor het concurrentievermogen van ondernemingen”, Actie 3: Geïntegreerde pakketten van premies voor investeringen in technologische innovatie en/of milieubescherming (Wet nr. 598/94, Artikel 11) en de daaruit voortvloeiende aankoop of leasing van machines en/of productiemiddelen (Wet nr. 1329/65). |
||||||||||||||||||||||
Rechtsgrond |
Docup ob.2 2000-2006 |
||||||||||||||||||||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
2005/2006: 3 500 000 EUR |
||||||||||||||||||||||
Maximale steunintensiteit |
Overeenkomstig de toegelaten plafonds krachtens Verordening (EG) nr. 364/2004 van de Commissie van 25 februari 2004, gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 70/2001. d.i.:
De totale steunbijdrage, in nominale waarde, mag in geen geval meer dan 30% van het totale steunbedrag aan investeringen en aankoop van diensten, onderzoek en ontwikkeling bedragen. |
||||||||||||||||||||||
Datum van tenuitvoerlegging |
Oproep tot kandidaten vanaf 18.4.2005 |
||||||||||||||||||||||
Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening |
De steun mag tot 31.12.2006 worden verleend. |
||||||||||||||||||||||
Doelstelling van de steun |
Voorzien in geïntegreerde investeringssteun door ondernemingen die zowel voldoen aan Actie 1 en Actie 2 (Wet 598/94, artikel 11 en Wet 1329/65) voor de uitvoering van geïntegreerde technologische innovatiemaatregelen en de daaruit voortvloeiende aankoop van productie-installaties en machines. Ondernemingen die de intentie hebben zo'n investering uit te voeren, kunnen in aanmerking komen voor deze premies door een enkele aanvraag in te dienen gebaseerd op een investeringsplan overeenkomstig beide maatregelen. De voorgenomen maatregelen zijn opgesteld overeenkomstig artikelen 2 en 5 van Verordening (EG) nr. 70/2001. |
||||||||||||||||||||||
Economische sectoren |
Winnings- en verwerkende industrie (Afdelingen C en D van de ISTAT-classificatie van economische activiteiten), bouwnijverheid (Afdeling F van de ISTAT-classificatie), productie en distributie van elektriciteit, stoom en warm water (Afdeling E van de ISTAT-classificatie) en productiediensten die een gunstige invloed zullen hebben op de ontwikkeling van de bovenvermelde productie-activiteiten. De volgende sectoren zijn uitgesloten: vervoer, de productie, verwerking en commercialisering van landbouwproducten (zie Bijlage I van het Verdrag), de visserij; de ijzer- en staalindustrie en synthetische vezelindustrie, respectievelijk vastgesteld in Bijlage B en D van de Multisectorale kaderregeling inzake regionale steun voor grote investeringen (2000/C70/04) van 19 maart 2003, zijn uitgesloten. Voor projecten met subsidiabele uitgaven van meer dan 50 miljoen EUR of waarvan het steunbedrag, uitgedrukt in BSE, hoger ligt dan 5 miljoen EUR, zal de maximale steunintensiteit 30% van het regionale steunplafond bedragen. |
||||||||||||||||||||||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Naam: Regione Lombardia — Direzione Industria, PMI, cooperazione, UO Azioni per lo sviluppo delle imprese e PMI, Struttura Sostegno agli investimenti |
||||||||||||||||||||||
Adres:
|
|||||||||||||||||||||||
Andere inlichtingen |
De steun wordt verleend overeenkomstig het Enig Programmeringsdocument (DOCUP) Doelstelling 2 2000-2006. |
Nummer van de steunmaatregel |
XS 156/05 |
||||||||||
Lidstaat |
Italië |
||||||||||
Regio |
Lombardije |
||||||||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
EPD Doelstelling 2 2000-2006 — Maatregel 1.2 „Steun voor de vraag naar hoogwaardige dienstverlening aan bedrijven”, submaatregel e) „Stimuleringsmaatregelen voor innovatie: gecombineerde initiatieven” |
||||||||||
Rechtsgrond |
Docup ob.2 2000-2006 |
||||||||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
2005/2006: 5 000 000 EUR |
||||||||||
Maximale steunintensiteit |
Overeenkomstig de toegelaten plafonds krachtens Verordening (EG) nr. 364/2004 van de Commissie van 25 februari 2004 als gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 70/2001. In detail.: Uitgaven aan materiële en immateriële investeringen:
in gebieden die in aanmerking komen voor afwijking van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag gelden deze steunintensiteiten:
Uitgaven aan diensten en advies:
De totale steun voor investeringen en de aankoop van diensten mag in geen geval meer dan 30% van de totale subsidiabele uitgaven bedragen. |
||||||||||
Datum van tenuitvoerlegging |
Datum van publicatie van de lijst: september 2005 |
||||||||||
Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening |
De steun mag worden verleend tot 31.12.2006 |
||||||||||
Doelstelling van de steun |
Steun voor innovatie in KMO's door stimulering van projecten met betrekking tot de aankoop van reële diensten voor organisatorische en commerciële innovatie, IT-innovatie, de verspreiding van e-business, technologische innovatie en onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten. De door de ondernemingen genomen initiatieven vallen onder de categorie van gecombineerde initiatieven. De in het kader van deze regeling beoogde maatregelen vallen onder de artikelen 2 en 5 van Verordening (EG) nr. 70/2001. |
||||||||||
Economische sectoren |
Adviesverlening aan ondernemingen Er gelden beperkingen of uitsluitingen voor de door de communautaire voorschriften geregelde sectoren: vervoer, visserij, productie, verwerking en afzet van landbouwproducten zoals bepaald in Bijlage I bij het Verdrag, ijzer- en staalindustrie, scheepsbouw, synthetische vezels en motorvoertuigen. |
||||||||||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Naam: Regione Lombardia — Direzione Industria, PMI, cooperazione, UO Azioni per lo sviluppo delle imprese e PMI, Struttura Sostegno agli investimenti |
||||||||||
Adres:
|
|||||||||||
Andere inlichtingen |
De steun wordt verleend onder het enig programmeringsdocument EPD Doelstelling 2 2000-2006 |
Nummer van de steunmaatregel |
XS 183/05 |
||||||
Lidstaat |
Italië |
||||||
Regio |
Autonome regio Friuli Venezia Giulia |
||||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Stimuleringsmaatregelen voor KMO's om industriebeleidsmaatregelen te nemen ter ondersteuning van projecten voor de ontwikkeling van het concurrentievermogen |
||||||
Rechtsgrond |
LR 4.3.2005, n. 4, Capo I DPReg 0316/Pres. dd. 16.9.2005 |
||||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
Steunregeling |
Totaal jaarlijks bedrag |
2005: 14,5 miljoen EUR 2006: 9,5 miljoen EUR 2007: 9,5 miljoen EUR |
||||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening |
Ja |
|||||
Datum van tenuitvoerlegging |
5.10.2005 |
||||||
Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening |
Tot 30.6.2007 |
||||||
Doelstelling van de steun |
Steun aan KMO's |
Ja |
|||||
Economische sectoren |
Beperkt tot specifieke sectoren |
Ja |
|||||
Andere productiesectoren |
Ja |
||||||
|
Ja |
||||||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Naam: Regione Autonoma Friuli Venezia Giulia Direzione centrale attività produttive Servizio politiche economiche e marketing territoriale |
||||||
Adres:
|
|||||||
Individuele verlening van aanzienlijke steun |
Overeenkomstig artikel 6 van de verordening |
Ja |
Nummer van de steunmaatregel |
XS 186/05 |
||||||
Lidstaat |
Verenigd Koninkrijk |
||||||
Regio |
West Wales and the Valleys Objective 1 Region |
||||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Cotton-projecten |
||||||
Rechtsgrond |
Council Regulation (EC) No 1260/99 The Structural Funds (National Assembly for Wales) Regulations 2000 (No/906/2000) The Structural Funds (National Assembly for Wales) Designation 2000 |
||||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
Steunregeling |
Totaal jaarlijks bedrag |
|
||||
Gegarandeerde leningen |
|
||||||
Individuele steun |
Totaal steunbedrag |
119 902 GBP |
|||||
Gegarandeerde leningen |
|
||||||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening |
Ja |
|
||||
Datum van tenuitvoerlegging |
Van 31 oktober 2005 |
||||||
Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening |
Tot 31.12.2006 N.B. Zoals hierboven is vermeld, is de subsidie vóór 31 december 2006 vastgelegd. Betalingen op grond van deze vastlegging kunnen (overeenkomstig N+2) tot 31 december 2007 plaatsvinden. |
||||||
Doelstelling van de steun |
Steun aan KMO's |
Ja |
|
||||
Economische sectoren |
Beperkt tot specifieke sectoren |
Ja |
|||||
Andere diensten (bouwsector) |
Ja |
||||||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Naam: National Assembly for Wales |
||||||
Adres:
|
|||||||
Individuele verlening van aanzienlijke steun |
In overeenstemming met artikel 6 van de verordening |
Ja |
|
Nummer van de steunmaatregel |
XS 192/05 |
|||||||
Lidstaat |
Italië |
|||||||
Regio |
Regio Piemonte |
|||||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Steun voor de aankoop of leasing van nieuwe werktuig- en productiemachines („Sabatini”-wet) |
|||||||
Rechtsgrond |
Deliberazione della Giunta Regionale n. 17-881 del 26 settembre 2005 (B.U.R.P n. 39, Supplemento, del 29 settembre 2005) «Funzioni delegate alla Regione in materia di incentivi alle imprese. Prescrizioni per l'accesso agli incentivi di cui alla L. 28.11.1965 n. 1329 ed all'art. 11 comma 2 lett. b) L. 27.10.1994 n. 598 e s.m.i.» attuativa della L. 1329/65 e s.m.i già approvata dalla Commissione con Lettera D/55254 del 18 ottobre 2000 Aiuto N 659/A97. |
|||||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
Steunregeling |
Totaal jaarlijks bedrag |
25 miljoen EUR (3) |
|||||
Gegarandeerde leningen |
|
|||||||
Individuele steun |
Totaal jaarlijks bedrag |
|
||||||
Gegarandeerde leningen |
|
|||||||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening |
Ja |
|
|||||
Datum van tenuitvoerlegging |
27.9.2005 |
|||||||
Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening |
Tot 31.12.2006 |
|||||||
Doelstelling van de steun |
Steun aan KMO's |
Ja |
|
|||||
Economische sectoren |
Alle sectoren komen in aanmerking voor KMO-steun |
Ja |
||||||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Naam: Regione Piemonte — Assessorato all'Industria, Lavoro e Bilancio — Direzione Industria. |
|||||||
Adres:
|
||||||||
Individuele verlening van aanzienlijke steun |
Overeenkomstig artikel 6 van de verordening |
Ja |
|
Nummer van de steunmaatregel |
XS 193/05 |
|||||||
Lidstaat |
Italië |
|||||||
Regio |
Regio Piemonte |
|||||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Steun voor de aankoop of leasing van nieuwe werktuig- en productiemachines (Wet „Sabatini decambializzata”) |
|||||||
Rechtsgrond |
Deliberazione della Giunta Regionale n. 17-881 del 26 settembre 2005 (B.U.R.P n. 39, Supplemento, del 29 settembre 2005) «Funzioni delegate alla Regione in materia di incentivi alle imprese. Prescrizioni per l'accesso agli incentivi di cui alla L. 28.11.1965 n. 1329 ed all'art. 11 comma 2 lett. b) L. 27.10.1994 n. 598 e s.m.i.». attuativa della L. 1329/65 e s.m.i già approvata dalla Commissione con Lettera D/55254 del 18 ottobre 2000 — Aiuto N 659/A97. |
|||||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
Steunregeling |
Totaal jaarlijks bedrag |
25 miljoen EUR (4) |
|||||
Gegarandeerde leningen |
|
|||||||
Individuele steun |
Totaal jaarlijks bedrag |
|
||||||
Gegarandeerde leningen |
|
|||||||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening |
Ja |
|
|||||
Datum van tenuitvoerlegging |
27.9.2005 |
|||||||
Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening |
Tot 31.12.2006 |
|||||||
Doelstelling van de steun |
Steun aan KMO's |
Ja |
|
|||||
Economische sectoren |
Alle sectoren komen in aanmerking voor KMO-steun |
Ja |
||||||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Naam: Regione Piemonte — Assessorato all'Industria, Lavoro e Bilancio — Direzione Industria. |
|||||||
Adres:
|
||||||||
Individuele verlening van aanzienlijke steun |
Overeenkomstig artikel 6 van de verordening |
Ja |
|
Nummer van de steunmaatregel |
XS 212/05 |
||||||||
Lidstaat |
Italië |
||||||||
Regio |
Campania |
||||||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Steunregeling voor kleine ondernemingen die actief zijn in de sectoren ambachten, handel, diensten en toerisme. Criteria en richtsnoeren voor de openbare bekendmaking betreffende geïntegreerde projecten voor de regionale parken |
||||||||
Rechtsgrond |
POR Campania 2000-2006 Complemento di Programmazione, misura 1.10 Disciplinare degli aiuti alle piccole imprese concessi in applicazione della Misura 1.10 del POR Campania 2000-2006 (Aiuti esentati dalla notificazione in conformità del Reg. (CE) n. 70/2001) approvato con Delibera di Giunta Regionale n. 1903 del 22.10.2004. D.G.R.C. n. 180 del 15 febbraio 2005: Approvazione criteri ed indirizzi per la predisposizione dei bandi della Misura 1.10 per i Progetti Integrati dei Parchi Regionali con allegati. P.O.R. Campania 2000 — 2006 Asse prioritario di riferimento 1 — Risorse Naturali — Misura 1.10 — Bandi pubblici per la concessione di aiuti alle piccole imprese nei settori dell'artigianato, commercio servizi e piccola ricettività turistica nei Parchi Regionali Decreti Dirigenziali nn. 50 e 51 del 21.6.2005 pubblicati sul B.U.R.C. n. 48 del 26.9.2005; Decreti Dirigenziali nn. 64, 65 e 66 dell'1.8.2005 e n. 67 del 2.8.2005 pubblicati sul B.U.R.C. n. 51 del 6.10.2005 |
||||||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling |
Steunregeling |
Totaal jaarlijks bedrag |
17 488 433,50 EUR |
||||||
Gegarandeerde leningen |
NEEN |
||||||||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening |
Ja |
|
||||||
Datum van tenuitvoerlegging |
Vanaf 31.1.2006 |
||||||||
Duur van de regeling |
Tot 31.12.2006 |
||||||||
Doelstelling van de steun |
Steun aan KMO's |
Ja |
|
||||||
Economische sectoren |
Alle sectoren komen in aanmerking voor KMO-steun |
Ja |
|||||||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Naam: Regione Campania Area Generale di Coordinamento 05 Settore 02 Responsabile della Misura 1.10 del POR Campania 2000 — 2006 |
||||||||
Adres:
|
|||||||||
Individuele verlening van aanzienlijke steun |
Overeenkomstig artikel 6 van de verordening |
Ja |
|
Nummer van de steunmaatregel |
XS 216/05 |
||||
Lidstaat |
Spanje |
||||
Regio |
Het hele grondgebied |
||||
Benaming van de steunregeling of naam van de onderneming die individuele steun ontvangt |
Steun ter bevordering en ontwikkeling van niet-agrarische kleine en middelgrote ondenemingen in de paardensector. |
||||
Rechtsgrond |
Real Decreto por el que se establecen las bases reguladoras de las subvenciones estatales destinadas al sector equino |
||||
Voorziene jaarlijkse uitgaven krachtens de regeling of totaalbedrag van de aan de onderneming verleende individuele steun |
Steunregeling |
Totaal jaarlijks bedrag |
0,5 miljoen EUR |
||
Gegarandeerde leningen |
|
||||
Individuele steun |
Totaal steunbedrag |
|
|||
Gegarandeerde leningen |
|
||||
Maximale steunintensiteit |
In overeenstemming met artikel 4, leden 2 tot en met 6, en artikel 5 van de verordening |
Ja |
|
||
Datum van tenuitvoerlegging |
De steun treedt in werking vanaf de publicatiedatum in het Publicatieblad. |
||||
Duur van de regeling of duur van de individuele steunverlening |
Tot 30.6.2007 |
||||
Doelstelling van de steun |
Steun aan het MKB |
Ja |
|
||
Economische sectoren |
Beperkt tot specifieke sectoren |
Ja |
|||
Andere diensten |
Ja |
||||
Naam en adres van de autoriteit die de steun verleent |
Naam: Ministerio de Agricultura, Pesca y Alimentación Dirección General de Ganadería |
||||
Adres:
|
|||||
Individuele verlening van aanzienlijke steun |
Overeenkomstig artikel 6 van de verordening |
Ja |
|
(1) 1 EUR = 0,702804 LVL
(2) 1 EUR = 0,702804 LVL
(3) Deze jaarlijkse uitgaven behelzen ook de middelen voor de andere geplande, in de rechtsgrond genoemde regelingen, die het voorwerp van de bijgevoegde mededeling (over de vrijstelling) zijn.
(4) Deze jaarlijkse uitgaven behelzen ook de middelen voor de andere geplande, in de rechtsgrond genoemde regelingen, die het voorwerp van de bijgevoegde mededeling (over de vrijstelling) zijn.
25.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/21 |
Bericht in verband met de compenserende maatregelen die van toepassing zijn op de invoer in de Gemeenschap van katoenhoudend beddenlinnen uit India: naamswijziging van een onderneming waarop een individueel compenserend recht van toepassing is
(2006/C 172/06)
De invoer van katoenhoudend beddenlinnen uit India is onderworpen aan een definitief compenserend recht, vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 74/2004 van de Raad van 13 januari 2004 (1).
Op de invoer in de Gemeenschap van katoenhoudend beddenlinnen door Anunay Fab. Pvt. Ltd, een in India gevestigde onderneming, is een overeenkomstig artikel 1, lid 3, van Verordening (EG) nr. 74/2004 van de Raad vastgesteld compenserend recht van 7,6 % van toepassing. Deze onderneming heeft de Commissie meegedeeld dat zij op 23 november 2005 als gevolg van een wijziging van haar rechtsvorm haar naam heeft gewijzigd in Anunay Fab. Ltd.
De onderneming heeft verklaard dat de naamswijziging niet van invloed is op het individuele recht dat op haar van toepassing was onder haar vroegere naam Anunay Fab. Pvt. Ltd.
Uit de gegevens die de onderneming heeft verstrekt, is de Commissie gebleken dat de naamswijziging niet van invloed is op de bevindingen van Verordening (EG) nr. 74/2004. Daarom moet de verwijzing naar Anunay Fab. Pvt. Ltd in de bijlage bij Verordening (EG) nr. 74/2004 worden gelezen als Anunay Fab. Ltd.
De oorspronkelijk aan Anunay Fab. Pvt. Ltd toegekende aanvullende Taric-code A498 is van toepassing op Anunay Fab. Ltd.
(1) PB L 12 van 17.1.2004, blz. 1, laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 122/2006 van de Raad van 23 januari 2006 (PB L 22 van 26.1.2006, blz. 3).
25.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/22 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak nr. COMP/M.4289 — Crédit Agricole/Emporiki)
Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure
(2006/C 172/07)
(Voor de EER relevante tekst)
1. |
Op 13 juli 2006 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin wordt meegedeeld dat de onderneming Crédit Agricole SA („Crédit Agricole”, Frankrijk) in de zin van artikel 3, lid 1), sub b), van genoemde verordening volledig zeggenschap verkrijgt over de onderneming Emporiki Bank of Greece SA („Emporiki”, Griekenland) door een openbaar aanbod, openbaar gemaakt op 13 juni 2006. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. In het licht van de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 (2) van de Raad wordt vermeld dat deze zaak in aanmerking kan komen voor deze procedure. |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4289 — Crédit Agricole/Emporiki, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.
25.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/23 |
Voorafgaande aanmelding van een concentratie
(Zaak nr. COMP/M.4324 — Blackstone/Travelport)
Zaak die in aanmerking kan komen voor een vereenvoudigde procedure
(2006/C 172/08)
(Voor de EER relevante tekst)
1. |
Op 14 juli 2006 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin wordt meegedeeld dat de onderneming Blackstone Group („Blackstone”, VSA) in de zin van artikel 3, lid 1), sub b), van genoemde verordening volledig zeggenschap verkrijgt over de onderneming Travelport Inc. („Travelport”, VSA) door de aankoop van aandelen. |
2. |
De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:
|
3. |
Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden. In het licht van de Mededeling van de Commissie betreffende een vereenvoudigde procedure voor de behandeling van bepaalde concentraties krachtens Verordening (EG) nr. 139/2004 (2) van de Raad wordt vermeld dat deze zaak in aanmerking kan komen voor deze procedure. |
4. |
De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie. Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax (nummer (32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.4324 — Blackstone/Travelport, aan onderstaand adres worden toegezonden:
|
(1) PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.
(2) PB C 56 van 5.3.2005, blz. 32.
III Bekendmakingen
Commissie
25.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/24 |
Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor werkzaamheden onder contract in het kader van het meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (eContentplus)
(2006/C 172/09)
(Voor de EER relevante tekst)
1. Doelstellingen en beschrijving
De Europese Commissie heeft een werkprogramma en een uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor de tenuitvoerlegging van het programma eContentplus vastgesteld (1).
Deze uitnodiging betreft voorstellen voor werkzaamheden onder contract met betrekking tot de volgende gebieden en activiteiten:
Geografische informatie
3.1 |
Gerichte projecten voor geografische informatie |
3.2 |
Een thematisch netwerk voor geografische informatie |
Educatieve inhoud
4.1 |
Gerichte projecten voor educatieve inhoud |
4.2 |
Een thematisch netwerk voor educatieve inhoud |
Digitale bibliotheken (Culturele en wetenschappelijke/academische inhoud)
5.1 |
Gerichte projecten voor digitale bibliotheken |
5.2 |
Een thematisch netwerk voor culturele inhoud |
Verbetering van de samenwerking tussen stakeholders op het gebied van digitale inhoud
6.1. |
Een thematisch netwerk voor vraagstukken met betrekking tot het publieke domein en aanverwante kwesties |
2. Wie komt in aanmerking?
Deelname aan het programma eContentplus staat open voor in een van de 25 lidstaten gevestigde rechtspersonen.
Ook rechtspersonen in Bulgarije, Kroatië, Roemenië, Turkije en de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië kunnen deelnemen, mits hiertoe een bilaterale overeenkomst met het betrokken land is gesloten. Deelname van in de EVA-landen gevestigde rechtspersonen is mogelijk, indien het betrokken land de EER-Overeenkomst heeft ondertekend (IJsland, Liechtenstein en Noorwegen), conform de bepalingen van die overeenkomst (2).
Deelname van in derde landen gevestigde rechtspersonen en internationale organisaties is mogelijk, zij het zonder financiële steun van de Gemeenschap.
3. Budget
Het totale budget voor de medefinanciering van werkzaamheden onder contract wordt geraamd op 27,3 miljoen EUR.
4. Termijn
Alle voorstellen dienen uiterlijk op 19 oktober 2006 om 17.00 uur (plaatselijke tijd Luxemburg) in het bezit van de Commissie te zijn.
5. Nadere informatie
De volledige tekst van de uitnodiging tot het indienen van voorstellen en de inschrijvingsformulieren kunnen worden aangevraagd op de volgende website:
http://europa.eu.int/econtentplus
Alle aanvragen moeten voldoen aan de specificaties en de voorwaarden die worden beschreven in de volledige tekst van de uitnodiging tot het indienen van voorstellen, het Werkprogramma en de Gids voor indieners, die in het Engels beschikbaar zijn op bovengenoemde website van de Commissie. Hierin staat ook informatie over de manier waarop de voorstellen moeten worden opgesteld en ingediend.
De voorstellen worden beoordeeld op basis van de beginselen van transparantie en gelijke behandeling. Dit gebeurt door de Commissie, die daarbij gesteund wordt door externe deskundigen. Elk ingediend voorstel zal worden beoordeeld aan de hand van de beoordelingscriteria die in het Werkprogramma voor eContentplus zijn opgenomen.
Alle door de Europese Commissie ontvangen voorstellen worden strikt vertrouwelijk behandeld.
(1) Besluit Nr. 456/2005/EG van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2005 tot vaststelling van een meerjarenprogramma van de Gemeenschap ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa (PB L 79 van 24.3.2005, blz. 1).
(2) In het Publicatieblad van de Europese Unie wordt actuele informatie gegeven over de landen die aan het programma deelnemen. Een bijgewerkte lijst is ook te verkrijgen op de programmawebsite http://europa.eu.int/econtentplus.
25.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/26 |
OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN
Geharmoniseerd programma voor conjunctuurenquêtes van de Europese Unie
(2006/C 172/10)
1. ACHTERGROND
De Europese Commissie publiceert een oproep tot het indienen van voorstellen (ref. ECFIN/2006/A3-03) voor het houden van enquêtes in het kader van het (op 29 november 2000 door de Commissie goedgekeurde) Geharmoniseerd programma voor conjunctuurenquêtes in de EU-lidstaten en in de kandidaat-lidstaten. Deze oproep tot het indienen van voorstellen heeft betrekking op Luxemburg, Malta, Kroatië en Turkije.
Doel van het programma is economische gegevens te verkrijgen, met name over de conjunctuur, teneinde de conjunctuurcycli tussen de EU-lidstaten te kunnen vergelijken ten behoeve van het beheer van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Het Geharmoniseerd programma is dan ook een onontbeerlijk hulpmiddel geworden, niet alleen voor het economisch toezicht in het kader van de EMU, maar ook voor algemene economische beleidsdoeleinden.
2. DOEL EN SPECIFICATIES VAN DE ACTIE
2.1 Doelstellingen
Het Geharmoniseerd programma wordt uitgevoerd door middel van de medefinanciering van opiniepeilingen door gespecialiseerde organisaties/instellingen. Hiertoe wil de Commissie een jaarlijkse overeenkomst inzake subsidiëring van een actie sluiten met organisaties en instellingen die over de vereiste bekwaamheid beschikken om tijdens de periode mei 2007 — april 2008 een of meer van de volgende enquêtes te houden:
— |
enquêtes in de detailhandel en de dienstensector in Luxemburg; |
— |
investeringsenquêtes en enquêtes in de bouwsector, de detailhandel en de dienstensector op Malta; |
— |
investeringsenquêtes en enquêtes in de bouwsector, de detailhandel, de dienstensector en de industrie in Kroatië; |
— |
investeringsenquêtes, enquêtes in de bouwsector, de detailhandel, de dienstensector en de industrie, en enquêtes bij de consumenten in Turkije; |
— |
ad-hocenquêtes over actuele economische onderwerpen: dit zijn per definitie gelegenheidsenquêtes die naast de maandelijkse enquêtes worden verricht en waarbij van hetzelfde kader (de gebruikelijke steekproeven) als voor de maandelijkse enquêtes gebruik wordt gemaakt. Met deze gelegenheidsenquêtes wordt beoogd informatie over specifieke economische beleidsvraagstukken te verkrijgen. |
De enquêtes zijn gericht tot de bedrijfsleiders in de industrie, de investeringssector, de bouwsector, de detailhandel en de dienstensector, alsook tot de consumenten.
2.2 Technische specificaties
2.2.1 Tijdschema van de werkzaamheden en toezending van de resultaten
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de enquêtes waarop deze oproep betrekking heeft:
Enquête |
Aantal bestreken sectoren/grootteklassen |
Aantal vragen per maand |
Aantal vragen per kwartaal |
Enquête in de industrie |
56/- |
7 |
9 |
Investeringsenquête |
8/6 |
2 vragen in maart/april 4 vragen in oktober/november |
|
Enquête in de bouwsector |
5/- |
5 |
1 |
Enquête in de detailhandel |
9/- |
6 |
- |
Enquête in de dienstensector |
19/- |
6 |
1 |
Consumenten-enquête |
25/- |
14 |
3 |
— |
De maandelijkse enquêtes worden in de eerste twee weken van elke maand uitgevoerd en de resultaten worden maandelijks ten minste vier werkdagen vóór het einde van de maand en overeenkomstig een in de subsidieovereenkomst opgenomen tijdschema per e-mail aan de Commissie toegezonden. |
— |
De driemaandelijkse enquêtes worden in de eerste twee weken van de eerste maand van elk kwartaal (januari, april, juli en oktober) uitgevoerd en de resultaten worden ten minste vier werkdagen vóór het einde van respectievelijk de maand januari, april, juli en oktober overeenkomstig het in de subsidieovereenkomst opgenomen tijdschema per e-mail aan de Commissie toegezonden. |
— |
De halfjaarlijkse investeringsenquêtes worden in de loop van de maanden maart/april en oktober/november uitgevoerd en de resultaten worden ten minste vier werkdagen vóór het einde van respectievelijk de maand mei en december en overeenkomstig het in de subsidieovereenkomst opgenomen tijdschema per e-mail aan de Commissie toegezonden. |
— |
Voor de ad-hocenquêtes verbindt de begunstigde zich ertoe het specifieke tijdschema van deze enquêtes na te leven. |
Een gedetailleerde beschrijving van de actie kan worden gedownload van het volgende internetadres:
http://ec.europa.eu/economy_finance/tenders/2006/call2006_6en.htm.
2.2.2 Methoden en vragenlijsten van het Geharmoniseerd programma voor conjunctuurenquêtes van de EU
Voor nadere bijzonderheden over de te hanteren methoden, zie de gebruikersgids op het volgende adres:
http://ec.europa.eu/economy_finance/indicators/business_consumer_surveys/userguide_en.pdf.
3. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN EN DUUR
3.1 Administratieve bepalingen
De organisatie of instelling wordt geselecteerd voor een periode van maximaal 12 maanden. Hiertoe zal tussen de betrokken partijen een overeenkomst voor een jaar worden gesloten, waarin de gemeenschappelijke doelstellingen en de aard van de geplande actie zullen worden omschreven. De subsidieovereenkomst zal betrekking hebben op de periode mei 2007-april 2008.
3.2 Duur
De enquêtes bestrijken de periode tussen 1 mei 2007 en 30 april 2008. De duur van de actie mag niet langer zijn dan 12 maanden (13 maanden voor de investeringsenquête).
4. FINANCIEEL KADER
4.1 Communautaire financieringsbronnen
De geselecteerde acties zullen worden gefinancierd uit begrotingspost 01.02.02 — Coördinatie van en toezicht op de Economische en Monetaire Unie.
4.2 Geraamd totaal communautair budget voor deze oproep
— |
Voor de conjunctuurenquêtes in kwestie is jaarlijks een totaal budget van circa 360 000 EUR beschikbaar. |
— |
Het maximale aantal begunstigden is 17. |
4.3 Percentage van de medefinanciering door de Gemeenschap
Het aandeel van de Commissie in de medefinanciering van de enquêtes mag niet meer bedragen dan 50 % van de subsidiabele kosten die de begunstigde per enquête maakt.
4.4 Financiering van de actie door de begunstigde en gemaakte subsidiabele kosten
Er kunnen pas subsidiabele kosten worden gemaakt nadat de subsidieovereenkomst door alle partijen is ondertekend, behalve in uitzonderlijke gevallen. De subsidiabele kosten mogen echter in geen geval zijn gemaakt vóór de datum waarop de subsidieaanvraag is ingediend. Bijdragen in natura zijn geen subsidiabele kosten.
Van de begunstigde zal worden verlangd dat hij een gedetailleerde, in EURO uitgedrukte raming van de kosten en de financiering van de actie indient. Deze raming zal als bijlage aan de subsidieovereenkomst worden gehecht. Deze cijfergegevens kunnen later eventueel voor controledoeleinden worden gebruikt door de Commissie.
5. SUBSIDIABILITEITSCRITERIA
5.1 Juridische status van de aanvrager
De oproep is gericht tot de organisaties/instellingen (juridische entiteiten) die in een van de EU-lidstaten, dan wel in een van de toetredingslanden of kandidaat-lidstaten rechtspersoonlijkheid bezitten. De aanvragers moeten aantonen dat zij rechtspersoonlijkheid bezitten en daarvan het vereiste bewijs leveren door middel van het standaardformulier „Juridische entiteit”.
5.2 Uitsluitingsgronden
Van subsidiëring worden uitgesloten, aanvragers die: (1)
a) |
in staat van faillissement, vereffening, akkoord of surseance van betaling verkeren of wier faillissement is aangevraagd of tegen wie een procedure van vereffening, akkoord of surseance van betaling loopt, dan wel die hun werkzaamheden hebben gestaakt of in een vergelijkbare toestand verkeren als gevolg van een soortgelijke procedure krachtens de nationale wet- en regelgeving; |
b) |
bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde zijn veroordeeld voor een delict dat hun beroepsmoraliteit in het gedrang brengt; |
c) |
in de uitoefening van hun beroep een ernstige fout hebben begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende diensten aannemelijk kunnen maken; |
d) |
niet hebben voldaan aan hun verplichtingen tot betaling van socialezekerheidsbijdragen of belastingen volgens de wetgeving van het land waar zij zijn gevestigd, van het land van de aanbestedende dienst of van het land waar de opdracht moet worden uitgevoerd; |
e) |
bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde zijn veroordeeld voor fraude, corruptie, deelname aan een criminele organisatie of enige andere illegale activiteit die de financiële belangen van de Gemeenschappen schaadt; |
f) |
na de procedure voor de plaatsing van een andere opdracht of de procedure voor de toekenning van een subsidie uit de communautaire begroting ernstig in gebreke zijn gesteld wegens niet-nakoming van hun contractuele verplichtingen; |
g) |
in een belangenconflict verkeren; |
h) |
valse verklaringen hebben afgelegd in de verlangde inlichtingen of deze inlichtingen niet hebben verstrekt. |
De aanvragers moeten aan de hand van het standaardformulier „Verklaring inzake subsidiabiliteit” bewijzen dat zij niet in een van de in punt 5.2 genoemde situaties verkeren.
5.3 Administratieve en financiële sancties
1. |
Onverminderd de toepassing van contractuele sancties worden gegadigden of inschrijvers die zich schuldig hebben gemaakt aan valse verklaringen of die ernstig in gebreke zijn gebleven ten aanzien van hun contractuele verplichtingen in het kader van een eerdere opdracht, uitgesloten van alle uit hoofde van de communautaire begroting gefinancierde opdrachten en subsidies gedurende maximaal twee jaar vanaf de vaststelling van de na een contradictoire dialoog met de contractant bevestigde overtreding. De duur van de uitsluiting kan op drie jaar worden gebracht in geval van recidive binnen vijf jaar na de eerste overtreding. Inschrijvers of gegadigden die zich schuldig hebben gemaakt aan valse verklaringen, worden bovendien bestraft met financiële sancties ter grootte van 2 tot 10 % van het totaalbedrag van de te gunnen opdracht. Contractanten die in gebreke zijn gesteld omdat zij ernstig zijn tekortgeschoten bij de nakoming van hun contractuele verplichtingen, worden eveneens bestraft met financiële sancties van 2 tot 10 % van de totale contractwaarde. Dit percentage kan op 4 tot 20 % worden gebracht in geval van recidive binnen vijf jaar na de eerste overtreding. |
2. |
In de in punt 5.2, onder a), c) en d), bedoelde gevallen worden de gegadigden of inschrijvers van de toekenning van opdrachten en subsidies uitgesloten gedurende ten hoogste twee jaar te rekenen vanaf de vaststelling van de overtreding, wanneer die is bevestigd na een contradictoire dialoog met de contractant. In de in punt 5.2, onder b) en e), bedoelde gevallen worden de gegadigden of inschrijvers van de toekenning van opdrachten en subsidies uitgesloten gedurende ten minste één jaar en ten hoogste vier jaar te rekenen vanaf de kennisgeving van de rechterlijke beslissing. De duur van de uitsluiting kan oplopen tot vijf jaar in geval van recidive binnen vijf jaar na de eerste overtreding of de eerste rechterlijke beslissing. |
3. |
De in punt 5.2, onder e), bedoelde gevallen omvatten:
|
6. SELECTIECRITERIA
De aanvrager moet over stabiele en toereikende financieringsbronnen beschikken om zijn werkzaamheden tijdens de gehele uitvoeringstermijn van de actie te kunnen blijven uitoefenen. Hij moet over de vereiste vak- en beroepsbekwaamheid beschikken om de voorgestelde actie of het voorgestelde werkprogramma tot een goed einde te brengen.
6.1 Financiële draagkracht van de aanvrager
De aanvrager moet over de vereiste financiële draagkracht beschikken om de voorgestelde actie tot een goed einde te brengen en moet de balansen en winst- en verliesrekeningen van de laatste twee afgesloten boekjaren verstrekken. Deze bepaling geldt niet voor overheidsinstellingen en internationale organisaties.
6.2 Operationele capaciteit van de aanvrager
De aanvrager moet over de vereiste operationele capaciteit beschikken om de voorgestelde actie tot een goed einde te brengen en dit met passende bewijsstukken aantonen.
De bekwaamheid van de aanvrager zal aan de volgende criteria worden getoetst:
— |
ten minste drie jaar bewezen ervaring met de voorbereiding en uitvoering van kwalitatieve conjunctuurenquêtes; |
— |
bewezen ervaring op ten minste een van de volgende terreinen:
|
— |
bekwaamheid om de methoden van het Geharmoniseerd programma van conjunctuurenquêtes van de EU toe te passen en om zich naar de instructies van de Commissie te richten: in acht nemen van de maandelijkse termijnen voor de toezending van de resultaten en het enquêteprogramma op verzoek van de diensten van de Commissie verbeteren of aanpassen in overeenstemming met de afspraken die op de coördinatievergaderingen met vertegenwoordigers van de medewerkende organisaties/instellingen zijn gemaakt. |
7. GUNNINGSCRITERIA
De enquêtes zullen aan de geselecteerde gegadigden worden gegund op basis van de volgende criteria:
— |
de mate van deskundigheid en ervaring van de gegadigde op de in punt 6.2 genoemde terreinen; |
— |
de doeltreffendheid van de voorgestelde enquêtemethode (steekproefontwerp, steekproefomvang, dekkingsgraad, antwoordpercentage enz.); |
— |
de bekwaamheid van de gegadigde en zijn kennis van de specifieke karakteristieken van de sector en van het land waar de enquête(s) zal/zullen worden uitgevoerd; |
— |
de doeltreffendheid van de werkorganisatie van de gegadigde op het gebied van flexibiliteit, infrastructuur, gekwalificeerd personeel en uitrusting voor de uitvoering van de taken, de toezending van de resultaten, de deelneming aan de voorbereiding van de enquêtes in het kader van het Geharmoniseerd programma en de contacten met de diensten van de Commissie; |
— |
de kosten/batenverhouding. |
8. PROCEDURE VOOR DE INDIENING VAN PROJECTEN
8.1 Voorwaarden voor de presentatie en indiening van voorstellen
De voorstellen moeten het ingevuld en ondertekend standaard subsidieaanvraagformulier bevatten, alsmede alle in het formulier genoemde bewijsstukken.
Elk voorstel moet uit drie delen bestaan:
— |
een administratief dossier; |
— |
een technisch dossier; |
— |
een financieel dossier. |
De volgende standaardformulieren kunnen bij de Commissie worden verkregen:
— |
een standaard subsidieaanvraagformulier |
— |
een model van een kostenraming voor het verstrekken van een schatting van de enquêtekosten en een financieringsplan; |
— |
een standaardformulier „Financiële identificatie”; |
— |
een standaardformulier „Juridische entiteit”; |
— |
een standaardformulier „Verklaring inzake subsidiabiliteit”; |
— |
een standaardformulier „Bereidheidsverklaring tot ondertekening van de standaardsubsidieovereenkomst”; |
— |
een standaardformulier inzake uitbesteding; |
alsook documenten met betrekking tot de financiële aspecten van de subsidie:
— |
een vademecum voor de opstelling van financiële ramingen en financiële staten; |
— |
een model van de subsidieovereenkomst.
|
De Commissie behoudt zich het recht voor deze standaarddocumenten te wijzigen overeenkomstig de behoeften van het Geharmoniseerd programma en/of de vereisten van het beheer van de begrotingsmiddelen.
De voorstellen moeten in een van de officiële talen van de Europese Gemeenschap worden ingediend, eventueel vergezeld van een Engelse, Franse of Duitse versie.
De aanvrager moet een ondertekend origineel en twee kopieën van het voorstel verstrekken.
De voorstellen moeten worden ingediend in een dubbele enveloppe.
Op de buitenste enveloppe moet het onder punt 8.3 opgegeven adres worden vermeld.
Op de binnenste gesloten enveloppe met het voorstel moet worden vermeld: „Oproep tot het indienen van voorstellen — ECFIN/2006/A3-03 — Mag niet door de postkamer worden geopend”.
De gegadigden zal door middel van de aangetekende terugzending van het desbetreffende formulier worden meegedeeld dat hun zending is geregistreerd.
8.2 Inhoud van de voorstellen
8.2.1 Administratief dossier
Het administratieve dossier moet de volgende stukken bevatten:
— |
een ondertekend standaard subsidieaanvraagformulier; |
— |
een naar behoren ingevuld en ondertekend standaardformulier „Juridische entiteit” en de verlangde bewijsstukken die de juridische status van de organisatie of instelling aantonen; |
— |
een naar behoren ingevuld en ondertekend standaardformulier „Financiële identificatie”; |
— |
een ondertekend standaardformulier „Verklaring inzake subsidiabiliteit”; |
— |
het organisatieschema van de organisatie of instelling (met vermelding van de naam en functie van de personen met een bestuursfunctie) en van de operationele dienst die verantwoordelijk is voor het houden van de enquêtes; |
— |
een ondertekend standaardformulier waarmee de organisatie of instelling zich bereid verklaart de subsidieovereenkomst te ondertekenen indien zij wordt geselecteerd; |
— |
het bewijs dat de organisatie of instelling financieel gezond is: hiertoe moeten de balansen en winst- en verliesrekeningen van de laatste twee afgesloten boekjaren worden bijgevoegd. |
8.2.2 Technisch dossier
Het technische dossier moet de volgende stukken bevatten:
— |
een beschrijving van de werkzaamheden van de organisatie of instelling. Deze beschrijving moet het mogelijk maken de bekwaamheid, alsook de omvang en de duur van de ervaring op de in punt 6.2 genoemde terreinen te beoordelen. In de beschrijving dienen vroegere studies, dienstverleningscontracten, adviesopdrachten, enquêtes, publicaties en andere werkzaamheden te worden genoemd, onder vermelding van de naam van de opdrachtgever(s); in het bijzonder dienen de eventueel voor rekening van de Europese Commissie uitgevoerde opdrachten te worden vermeld; tevens moeten de meest relevante studies en/of resultaten worden bijgevoegd; |
— |
een gedetailleerde beschrijving van de operationele organisatie voor het houden van de enquêtes. Alle dienstige stukken betreffende de infrastructuur, de uitrusting, de middelen en het gekwalificeerd personeel (beknopte cv's) waarover de aanvrager beschikt, moeten worden bijgevoegd; |
— |
een gedetailleerde beschrijving van de enquêtemethoden: steekproefmethoden, steekproeffouten en betrouwbaarheidsintervallen, steekproefgrootte, dekkingsgraad en geraamd antwoordpercentage; |
— |
een naar behoren ingevuld standaardformulier met vermelding van de subcontractanten die bij de actie betrokken zijn, waarbij een gedetailleerde beschrijving wordt gegeven van de taken die zullen worden uitbesteed. |
8.2.3 Financieel dossier
Het financiële dossier moet de volgende stukken bevatten:
— |
voor elke enquête: een naar behoren ingevulde en gedetailleerde kostenraming (in euro) die betrekking heeft op een periode van 12 maanden en die een financieringsplan voor de actie bevat, alsmede een gedetailleerd overzicht van de totale subsidiabele kosten en de subsidiabele kosten per eenheid voor de uitvoering van de enquête, met inbegrip van de kosten voor uitbesteding; |
— |
in voorkomend geval, een attest dat de organisatie of instelling niet BTW-plichtig is; |
— |
in voorkomend geval, een document waaruit de financiële bijdrage van andere organisaties (medefinanciering) blijkt. |
8.3 Adres en uiterste datum voor indiening van voorstellen
Gegadigden die belangstelling hebben voor deze oproep tot het indienen van voorstellen, wordt verzocht hun subsidieaanvragen bij de Europese Commissie in te dienen.
Aanvragen kunnen worden ingediend:
a) |
hetzij per aangetekende brief of via particuliere besteldienst tot uiterlijk 25 september 2006 (de datum van het poststempel geldt als bewijs) op onderstaand adres: per aangetekende brief:
via particuliere besteldienst:
|
b) |
hetzij door afgifte op de centrale postdienst van de Europese Commissie op onderstaand adres (rechtstreeks of via elke door de aanvrager daartoe gemachtigde persoon, inclusief via particuliere besteldiensten):
|
uiterlijk op 25 september om 16.00 uur (Brusselse tijd). In dat geval geldt als bewijs van afgifte het ontvangstbewijs dat is gedateerd en ondertekend door de ambtenaar van de bovengenoemde dienst die de documenten in ontvangst heeft genomen.
Aanvragen die de Commissie na de uiterste datum ontvangt, worden niet in aanmerking genomen.
9. WAT GEBEURT ER MET DE ONTVANGEN AANVRAGEN?
Alle aanvragen worden gecontroleerd om na te gaan of zij aan de formele subsidiabiliteitscriteria voldoen.
Voorstellen die als subsidiabel worden aangemerkt, worden beoordeeld en gequoteerd op basis van de hierboven gespecificeerde gunningscriteria.
De Commissie zal de voorstellen in de loop van de maanden oktober en november 2006 selecteren. Hiertoe zal een selectiecomité worden ingesteld onder leiding van de directeur-generaal van het directoraat-generaal Economische en financiële zaken. Dit comité zal bestaan uit ten minste drie personen die ten minste twee verschillende gespecialiseerde eenheden vertegenwoordigen welke ten opzichte van elkaar niet in een hiërarchische verhouding staan. Het comité zal een eigen secretariaat hebben voor de communicatie met de uiteindelijk geselecteerde gegadigden. Niet-geselecteerde gegadigden zullen eveneens persoonlijk bericht ontvangen.
10. BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Deze oproep tot het indienen van voorstellen houdt in geen geval een contractuele verbintenis in van de Commissie jegens de organisaties/instellingen die als gevolg van deze aankondiging een voorstel indienen. Alle contacten betreffende de oproep moeten schriftelijk verlopen.
Aanvragers dienen nota te nemen van de contractuele bepalingen: deze zullen moeten worden nageleefd wanneer de subsidie wordt toegekend.
(1) Overeenkomstig de artikelen 93 en 94 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.
25.7.2006 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 172/34 |
OPROEP TOT HET INDIENEN VAN VOORSTELLEN
Geharmoniseerd programma voor conjunctuurenquêtes van de Europese Unie
(2006/C 172/11)
1. ACHTERGROND
De Europese Commissie publiceert een oproep tot het indienen van voorstellen (ref. ECFIN/2006/A3-02) voor het houden van enquêtes in het kader van het (op 29 november 2000 door de Commissie goedgekeurde) Geharmoniseerd programma voor conjunctuurenquêtes in de EU-lidstaten. Deze oproep tot het indienen van voorstellen heeft betrekking op Nederland en Finland.
Doel van het programma is economische gegevens te verkrijgen, met name over de conjunctuur, teneinde de conjunctuurcycli tussen de EU-lidstaten te kunnen vergelijken ten behoeve van het beheer van de Economische en Monetaire Unie (EMU). Het Geharmoniseerd programma is dan ook een onontbeerlijk hulpmiddel geworden, niet alleen voor het economisch toezicht in het kader van de EMU, maar ook voor algemene economische beleidsdoeleinden.
2. DOEL EN SPECIFICATIES VAN DE ACTIE
2.1 Doelstellingen
Het Geharmoniseerd programma wordt uitgevoerd door middel van de medefinanciering van opiniepeilingen door gespecialiseerde organisaties/instellingen. Hiertoe wil de Commissie een overeenkomst inzake subsidiëring van een actie voor de duur van zestien maanden sluiten met organisaties en instellingen die over de vereiste bekwaamheid beschikken om tijdens de periode januari 2007 — april 2008 een of meer van de volgende enquêtes te houden:
— |
enquêtes in de detailhandel en de dienstensector in Nederland; |
— |
een enquête in de detailhandel in Finland; |
— |
ad-hocenquêtes over actuele economische onderwerpen: dit zijn per definitie gelegenheidsenquêtes die naast de maandelijkse enquêtes worden verricht en waarbij van hetzelfde kader (de gebruikelijke steekproeven) als voor de maandelijkse enquêtes gebruik wordt gemaakt. Met deze gelegenheidsenquêtes wordt beoogd informatie over specifieke economische beleidsvraagstukken te verkrijgen. |
De enquêtes zijn gericht tot de bedrijfsleiders in de investeringssector, de bouwsector, de detailhandel en de dienstensector.
2.2 Technische specificaties
2.2.1 Tijdschema van de werkzaamheden en toezending van de resultaten
Onderstaande tabel geeft een overzicht van de enquêtes waarop deze oproep betrekking heeft:
Enquête |
Aantal bestreken sectoren/grootteklassen |
Aantal vragen per maand |
Aantal vragen per kwartaal |
Enquête in de detailhandel |
9/- |
6 |
- |
Enquête in de dienstensector |
19/- |
6 |
1 |
— |
De maandelijkse enquêtes worden in de eerste twee weken van elke maand uitgevoerd en de resultaten worden maandelijks ten minste vier werkdagen vóór het einde van de maand en overeenkomstig een in de subsidieovereenkomst opgenomen tijdschema per e-mail aan de Commissie toegezonden. |
— |
De driemaandelijkse enquêtes worden in de eerste twee weken van de eerste maand van elk kwartaal (januari, april, juli en oktober) uitgevoerd en de resultaten worden ten minste vier werkdagen vóór het einde van respectievelijk de maand januari, april, juli en oktober overeenkomstig het in de subsidieovereenkomst opgenomen tijdschema per e-mail aan de Commissie toegezonden. |
— |
Voor de ad-hocenquêtes verbindt de begunstigde zich ertoe het specifieke tijdschema van deze enquêtes na te leven. |
Een gedetailleerde beschrijving van de actie kan worden gedownload van het volgende internetadres:
http://ec.europa.eu/economy_finance/tenders/2006/call2006_5en.htm.
2.2.2 Methoden en vragenlijsten van het Geharmoniseerd programma voor conjunctuurenquêtes van de EU
Voor nadere bijzonderheden over de te hanteren methoden, zie de gebruikersgids op het volgende adres:
http://ec.europa.eu/economy_finance/indicators/business_consumer_surveys/userguide_en.pdf.
3. ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN EN DUUR
3.1 Administratieve bepalingen
De organisatie of instelling wordt geselecteerd voor een periode van maximaal 16 maanden. Hiertoe zal tussen de betrokken partijen een overeenkomst voor zestien maanden worden gesloten, waarin de gemeenschappelijke doelstellingen en de aard van de geplande actie zullen worden omschreven. De subsidieovereenkomst zal betrekking hebben op de periode januari 2007-april 2008.
3.2 Duur
De enquêtes bestrijken de periode tussen 1 januari 2007 en 30 april 2008. De duur van de actie mag niet langer zijn dan 16 maanden.
4. FINANCIEEL KADER
4.1 Communautaire financieringsbronnen
De geselecteerde acties zullen worden gefinancierd uit begrotingspost 01.02.02 — Coördinatie van en toezicht op de Economische en Monetaire Unie.
4.2 Geraamd totaal communautair budget voor deze oproep
— |
Voor de conjunctuurenquêtes in kwestie is jaarlijks een totaal budget van circa 90 000 EUR beschikbaar. |
— |
Het maximale aantal begunstigden is 3. |
4.3 Percentage van de medefinanciering door de Gemeenschap
Het aandeel van de Commissie in de medefinanciering van de enquêtes mag niet meer bedragen dan 50 % van de subsidiabele kosten die de begunstigde per enquête maakt.
4.4 Financiering van de actie door de begunstigde en gemaakte subsidiabele kosten
Er kunnen pas subsidiabele kosten worden gemaakt nadat de subsidieovereenkomst door alle partijen is ondertekend, behalve in uitzonderlijke gevallen. De subsidiabele kosten mogen echter in geen geval zijn gemaakt vóór de datum waarop de subsidieaanvraag is ingediend. Bijdragen in natura zijn geen subsidiabele kosten.
Van de begunstigde zal worden verlangd dat hij een gedetailleerde, in EURO uitgedrukte raming van de kosten en de financiering van de actie indient. Deze raming zal als bijlage aan de subsidieovereenkomst worden gehecht. Deze cijfergegevens kunnen later eventueel voor controledoeleinden worden gebruikt door de Commissie.
5. SUBSIDIABILITEITSCRITERIA
5.1 Juridische status van de aanvrager
De oproep is gericht tot de organisaties/instellingen (juridische entiteiten) die in een van de EU-lidstaten, dan wel in een van de toetredingslanden of kandidaat-lidstaten rechtspersoonlijkheid bezitten. De aanvragers moeten aantonen dat zij rechtspersoonlijkheid bezitten en daarvan het vereiste bewijs leveren door middel van het standaardformulier „Juridische entiteit”.
5.2 Uitsluitingsgronden
Van subsidiëring worden uitgesloten, aanvragers die: (1)
a) |
in staat van faillissement, vereffening, akkoord of surseance van betaling verkeren of wier faillissement is aangevraagd of tegen wie een procedure van vereffening, akkoord of surseance van betaling loopt, dan wel die hun werkzaamheden hebben gestaakt of in een vergelijkbare toestand verkeren als gevolg van een soortgelijke procedure krachtens de nationale wet- en regelgeving; |
b) |
bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde zijn veroordeeld voor een delict dat hun beroepsmoraliteit in het gedrang brengt; |
c) |
in de uitoefening van hun beroep een ernstige fout hebben begaan, vastgesteld op elke grond die de aanbestedende diensten aannemelijk kunnen maken; |
d) |
niet hebben voldaan aan hun verplichtingen tot betaling van socialezekerheidsbijdragen of belastingen volgens de wetgeving van het land waar zij zijn gevestigd, van het land van de aanbestedende dienst of van het land waar de opdracht moet worden uitgevoerd; |
e) |
bij een rechterlijke beslissing met kracht van gewijsde zijn veroordeeld voor fraude, corruptie, deelname aan een criminele organisatie of enige andere illegale activiteit die de financiële belangen van de Gemeenschappen schaadt; |
f) |
na de procedure voor de plaatsing van een andere opdracht of de procedure voor de toekenning van een subsidie uit de communautaire begroting ernstig in gebreke zijn gesteld wegens niet-nakoming van hun contractuele verplichtingen; |
g) |
in een belangenconflict verkeren; |
h) |
valse verklaringen hebben afgelegd in de verlangde inlichtingen of deze inlichtingen niet hebben verstrekt. |
De aanvragers moeten aan de hand van het standaardformulier „Verklaring inzake subsidiabiliteit” bewijzen dat zij niet in een van de in punt 5.2 genoemde situaties verkeren.
5.3 Administratieve en financiële sancties
1. |
Onverminderd de toepassing van contractuele sancties worden gegadigden of inschrijvers die zich schuldig hebben gemaakt aan valse verklaringen of die ernstig in gebreke zijn gebleven ten aanzien van hun contractuele verplichtingen in het kader van een eerdere opdracht, uitgesloten van alle uit hoofde van de communautaire begroting gefinancierde opdrachten en subsidies gedurende maximaal twee jaar vanaf de vaststelling van de na een contradictoire dialoog met de contractant bevestigde overtreding. De duur van de uitsluiting kan op drie jaar worden gebracht in geval van recidive binnen vijf jaar na de eerste overtreding. Inschrijvers of gegadigden die zich schuldig hebben gemaakt aan valse verklaringen, worden bovendien bestraft met financiële sancties ter grootte van 2 tot 10 % van het totaalbedrag van de te gunnen opdracht. Contractanten die in gebreke zijn gesteld omdat zij ernstig zijn tekortgeschoten bij de nakoming van hun contractuele verplichtingen, worden eveneens bestraft met financiële sancties van 2 tot 10 % van de totale contractwaarde. Dit percentage kan op 4 tot 20 % worden gebracht in geval van recidive binnen vijf jaar na de eerste overtreding. |
2. |
In de in punt 5.2, onder a), c) en d), bedoelde gevallen worden de gegadigden of inschrijvers van de toekenning van opdrachten en subsidies uitgesloten gedurende ten hoogste twee jaar te rekenen vanaf de vaststelling van de overtreding, wanneer die is bevestigd na een contradictoire dialoog met de contractant. In de in punt 5.2, onder b) en e), bedoelde gevallen worden de gegadigden of inschrijvers van de toekenning van opdrachten en subsidies uitgesloten gedurende ten minste één jaar en ten hoogste vier jaar te rekenen vanaf de kennisgeving van de rechterlijke beslissing. De duur van de uitsluiting kan oplopen tot vijf jaar in geval van recidive binnen vijf jaar na de eerste overtreding of de eerste rechterlijke beslissing. |
3. |
De in punt 5.2, onder e), bedoelde gevallen omvatten:
|
6. SELECTIECRITERIA
De aanvrager moet over stabiele en toereikende financieringsbronnen beschikken om zijn werkzaamheden tijdens de gehele uitvoeringstermijn van de actie te kunnen blijven uitoefenen. Hij moet over de vereiste vak- en beroepsbekwaamheid beschikken om de voorgestelde actie of het voorgestelde werkprogramma tot een goed einde te brengen.
6.1 Financiële draagkracht van de aanvrager
De aanvrager moet over de vereiste financiële draagkracht beschikken om de voorgestelde actie tot een goed einde te brengen en moet de balansen en winst- en verliesrekeningen van de laatste twee afgesloten boekjaren verstrekken. Deze bepaling geldt niet voor overheidsinstellingen en internationale organisaties.
6.2 Operationele capaciteit van de aanvrager
De aanvrager moet over de vereiste operationele capaciteit beschikken om de voorgestelde actie tot een goed einde te brengen en dit met passende bewijsstukken aantonen.
De bekwaamheid van de aanvrager zal aan de volgende criteria worden getoetst:
— |
ten minste drie jaar bewezen ervaring met de voorbereiding en uitvoering van kwalitatieve conjunctuurenquêtes; |
— |
bewezen ervaring op ten minste een van de volgende terreinen:
|
— |
bekwaamheid om de methoden van het Geharmoniseerd programma van conjunctuurenquêtes van de EU toe te passen en om zich naar de instructies van de Commissie te richten: in acht nemen van de maandelijkse termijnen voor de toezending van de resultaten en het enquêteprogramma op verzoek van de diensten van de Commissie verbeteren of aanpassen in overeenstemming met de afspraken die op de coördinatievergaderingen met vertegenwoordigers van de medewerkende organisaties/instellingen zijn gemaakt. |
7. GUNNINGSCRITERIA
De enquêtes zullen aan de geselecteerde gegadigden worden gegund op basis van de volgende criteria:
— |
de mate van deskundigheid en ervaring van de gegadigde op de in punt 6.2 genoemde terreinen; |
— |
de doeltreffendheid van de voorgestelde enquêtemethode (steekproefontwerp, steekproefomvang, dekkingsgraad, antwoordpercentage enz.); |
— |
de bekwaamheid van de gegadigde en zijn kennis van de specifieke karakteristieken van de sector en van het land waar de enquête(s) zal/zullen worden uitgevoerd; |
— |
de doeltreffendheid van de werkorganisatie van de gegadigde op het gebied van flexibiliteit, infrastructuur, gekwalificeerd personeel en uitrusting voor de uitvoering van de taken, de toezending van de resultaten, de deelneming aan de voorbereiding van de enquêtes in het kader van het Geharmoniseerd programma en de contacten met de diensten van de Commissie; |
— |
de kosten/batenverhouding. |
8. PROCEDURE VOOR DE INDIENING VAN PROJECTEN
8.1 Voorwaarden voor de presentatie en indiening van voorstellen
De voorstellen moeten het ingevuld en ondertekend standaard subsidieaanvraagformulier bevatten, alsmede alle in het formulier genoemde bewijsstukken.
Elk voorstel moet uit drie delen bestaan:
— |
een administratief dossier; |
— |
een technisch dossier; |
— |
een financieel dossier. |
De volgende standaardformulieren kunnen bij de Commissie worden verkregen:
— |
een standaard subsidieaanvraagformulier |
— |
een model van een kostenraming voor het verstrekken van een schatting van de enquêtekosten en een financieringsplan; |
— |
een standaardformulier „Financiële identificatie”; |
— |
een standaardformulier „Juridische entiteit”; |
— |
een standaardformulier „Verklaring inzake subsidiabiliteit”; |
— |
een standaardformulier „Bereidheidsverklaring tot ondertekening van de standaardsubsidieovereenkomst”; |
— |
een standaardformulier inzake uitbesteding; |
alsook documenten met betrekking tot de financiële aspecten van de subsidie:
— |
een vademecum voor de opstelling van financiële ramingen en financiële staten; |
— |
een model van de subsidieovereenkomst.
|
De Commissie behoudt zich het recht voor deze standaarddocumenten te wijzigen overeenkomstig de behoeften van het Geharmoniseerd programma en/of de vereisten van het beheer van de begrotingsmiddelen.
De voorstellen moeten in een van de officiële talen van de Europese Gemeenschap worden ingediend, eventueel vergezeld van een Engelse, Franse of Duitse versie.
De aanvrager moet een ondertekend origineel en twee kopieën van het voorstel verstrekken.
De voorstellen moeten worden ingediend in een dubbele enveloppe.
Op de buitenste enveloppe moet het onder punt 8.3 opgegeven adres worden vermeld.
Op de binnenste gesloten enveloppe met het voorstel moet worden vermeld: „Oproep tot het indienen van voorstellen — ECFIN/2006/A3-02 — Mag niet door de postkamer worden geopend”.
De gegadigden zal door middel van de aangetekende terugzending van het desbetreffende formulier worden meegedeeld dat hun zending is geregistreerd.
8.2 Inhoud van de voorstellen
8.2.1 Administratief dossier
Het administratieve dossier moet de volgende stukken bevatten:
— |
een ondertekend standaard subsidieaanvraagformulier; |
— |
een naar behoren ingevuld en ondertekend standaardformulier „Juridische entiteit” en de verlangde bewijsstukken die de juridische status van de organisatie of instelling aantonen; |
— |
een naar behoren ingevuld en ondertekend standaardformulier „Financiële identificatie”; |
— |
een ondertekend standaardformulier „Verklaring inzake subsidiabiliteit”; |
— |
het organisatieschema van de organisatie of instelling (met vermelding van de naam en functie van de personen met een bestuursfunctie) en van de operationele dienst die verantwoordelijk is voor het houden van de enquêtes; |
— |
een ondertekend standaardformulier waarmee de organisatie of instelling zich bereid verklaart de subsidieovereenkomst te ondertekenen indien zij wordt geselecteerd; |
— |
het bewijs dat de organisatie of instelling financieel gezond is: hiertoe moeten de balansen en winst- en verliesrekeningen van de laatste twee afgesloten boekjaren worden bijgevoegd. |
8.2.2 Technisch dossier
Het technische dossier moet de volgende stukken bevatten:
— |
een beschrijving van de werkzaamheden van de organisatie of instelling. Deze beschrijving moet het mogelijk maken de bekwaamheid, alsook de omvang en de duur van de ervaring op de in punt 6.2 genoemde terreinen te beoordelen. In de beschrijving dienen vroegere studies, dienstverleningscontracten, adviesopdrachten, enquêtes, publicaties en andere werkzaamheden te worden genoemd, onder vermelding van de naam van de opdrachtgever(s); in het bijzonder dienen de eventueel voor rekening van de Europese Commissie uitgevoerde opdrachten te worden vermeld; tevens moeten de meest relevante studies en/of resultaten worden bijgevoegd; |
— |
een gedetailleerde beschrijving van de operationele organisatie voor het houden van de enquêtes. Alle dienstige stukken betreffende de infrastructuur, de uitrusting, de middelen en het gekwalificeerd personeel (beknopte cv's) waarover de aanvrager beschikt, moeten worden bijgevoegd; |
— |
een gedetailleerde beschrijving van de enquêtemethoden: steekproefmethoden, steekproeffouten en betrouwbaarheidsintervallen, steekproefgrootte, dekkingsgraad en geraamd antwoordpercentage; |
— |
een naar behoren ingevuld standaardformulier met vermelding van de subcontractanten die bij de actie betrokken zijn, waarbij een gedetailleerde beschrijving wordt gegeven van de taken die zullen worden uitbesteed. |
8.2.3 Financieel dossier
Het financiële dossier moet de volgende stukken bevatten:
— |
voor elke enquête: een naar behoren ingevulde en gedetailleerde kostenraming (in euro) die betrekking heeft op een periode van 16 maanden en die een financieringsplan voor de actie bevat, alsmede een gedetailleerd overzicht van de totale subsidiabele kosten en de subsidiabele kosten per eenheid voor de uitvoering van de enquête, met inbegrip van de kosten voor uitbesteding; |
— |
in voorkomend geval, een attest dat de organisatie of instelling niet BTW-plichtig is; |
— |
in voorkomend geval, een document waaruit de financiële bijdrage van andere organisaties (medefinanciering) blijkt. |
8.3 Adres en uiterste datum voor indiening van voorstellen
Gegadigden die belangstelling hebben voor deze oproep tot het indienen van voorstellen, wordt verzocht hun subsidieaanvragen bij de Europese Commissie in te dienen.
Aanvragen kunnen worden ingediend:
a) |
hetzij per aangetekende brief of via particuliere besteldienst tot uiterlijk 25 september 2006 (de datum van het poststempel geldt als bewijs) op onderstaand adres: per aangetekende brief:
via particuliere besteldienst:
|
b) |
hetzij door afgifte op de centrale postdienst van de Europese Commissie op onderstaand adres (rechtstreeks of via elke door de aanvrager daartoe gemachtigde persoon, inclusief via particuliere besteldiensten):
|
uiterlijk op 25 september om 16.00 uur (Brusselse tijd). In dat geval geldt als bewijs van afgifte het ontvangstbewijs dat is gedateerd en ondertekend door de ambtenaar van de bovengenoemde dienst die de documenten in ontvangst heeft genomen.
Aanvragen die de Commissie na de uiterste datum ontvangt, worden niet in aanmerking genomen.
9. WAT GEBEURT ER MET DE ONTVANGEN AANVRAGEN?
Alle aanvragen worden gecontroleerd om na te gaan of zij aan de formele subsidiabiliteitscriteria voldoen.
Voorstellen die als subsidiabel worden aangemerkt, worden beoordeeld en gequoteerd op basis van de hierboven gespecificeerde gunningscriteria.
De Commissie zal de voorstellen in de loop van de maanden oktober en november 2006 selecteren. Hiertoe zal een selectiecomité worden ingesteld onder leiding van de directeur-generaal van het directoraat-generaal Economische en financiële zaken. Dit comité zal bestaan uit ten minste drie personen die ten minste twee verschillende gespecialiseerde eenheden vertegenwoordigen welke ten opzichte van elkaar niet in een hiërarchische verhouding staan. Het comité zal een eigen secretariaat hebben voor de communicatie met de uiteindelijk geselecteerde gegadigden. Niet-geselecteerde gegadigden zullen eveneens persoonlijk bericht ontvangen.
10. BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Deze oproep tot het indienen van voorstellen houdt in geen geval een contractuele verbintenis in van de Commissie jegens de organisaties/instellingen die als gevolg van deze aankondiging een voorstel indienen. Alle contacten betreffende de oproep moeten schriftelijk verlopen.
Aanvragers dienen nota te nemen van de contractuele bepalingen: deze zullen moeten worden nageleefd wanneer de subsidie wordt toegekend.
(1) Overeenkomstig de artikelen 93 en 94 van het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen.