ISSN 1725-2474

Publicatieblad

van de Europese Unie

C 322

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Mededelingen en bekendmakingen

48e jaargang
17 december 2005


Nummer

Inhoud

Bladzijde

 

I   Mededelingen

 

Europees Parlement

2005/C 322/1

Tekst goedgekeurd op de XXXIVe Conferentie van de commissies voor communautaire en Europese aangelegenheden van de parlementen van de Europese Unie (COSAC) — Londen, 11 oktober 2005 — Bijdrage van de COSAC ter attentie van de EU-instellingen

1

 

Raad

2005/C 322/2

Informatie betreffende de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst, 1992

3

 

Commissie

2005/C 322/3

Wisselkoersen van de euro

4

2005/C 322/4

Voorafgaande aanmelding van een concentratie (Zaak nr. COMP/M.3942 — Adidas/Reebok) ( 1 )

5

2005/C 322/5

Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie (Zaak nr. COMP/M.3995 — Belgacom/Telindus) ( 1 )

6

2005/C 322/6

Bericht betreffende het overleg over de toepassing van vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde bereide en verduurzaamde citrusvruchten die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 658/2004 van de Commissie

7

2005/C 322/7

Inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van wolfraamelektrodes uit de Volksrepubliek China

12

 

Hof van Justitie

 

GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN VAN DE EUROPESE UNIE

2005/C 322/8

Vorming en samenstelling van de kamers, verkiezing van de kamerpresidenten en toevoeging van de rechters aan de kamers

16

2005/C 322/9

Criteria voor toewijzing van de zaken aan de kamers

17

2005/C 322/0

Aanwijzing van de rechter die de president van het Ambtenarengerecht als rechter in kort geding vervangt

17

2005/C 322/1

Mededeling

17

 

III   Bekendmakingen

 

Commissie

2005/C 322/2

Uitnodigingen tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in het kader van het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte

18

2005/C 322/3

Wijzigingen op uitnodigingen tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in het kader van het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie Integratie en versterking van de Europese onderzoekruimte(PB C 315 van 17.12.2002)

21

2005/C 322/4

Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-acties onder contract in het kader van het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: Structureren van de Europese onderzoeksruimte — Wetenschap en samenleving: René Descartes-prijzen — Identificatiecode uitnodiging: FP6-2005-Science-and-society-18

22

2005/C 322/5

UK-Edinburgh: Exploitatie van geregelde luchtdiensten — Openbare aanbesteding door het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder d), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad met betrekking tot de exploitatie van geregelde luchtdiensten tussen Glasgow en Barra (Schotland) ( 1 )

26

2005/C 322/6

UK-Edinburgh: Exploitatie van geregelde luchtdiensten — Openbare aanbesteding door het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder d), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad met betrekking tot de exploitatie van geregelde luchtdiensten op de routes Glasgow-Campbeltown en Glasgow-Tiree (Schotland) ( 1 )

28

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst

NL

 


I Mededelingen

Europees Parlement

17.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/1


Tekst goedgekeurd op de XXXIVe Conferentie van de commissies voor communautaire en Europese aangelegenheden van de parlementen van de Europese Unie (COSAC)

Londen, 11 oktober 2005

„Bijdrage van de COSAC ter attentie van de EU-instellingen”

(2005/C 322/01)

Controle op het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB)

1.

De COSAC is verheugd over het besluit van de Raad om kenbaar te maken welke lidstaten deelnemen aan welke missies in het kader van het GBVB/Europese veiligheids- en defensiebeleid (EVDB) en verzoekt de Raad deze goede praktijk voort te zetten omdat hiermee meer openheid wordt betracht en de parlementaire controle wordt vergemakkelijkt.

Betere regelgeving: effectbeoordelingen

2.1.

De COSAC is verheugd over het initiatief voor betere regelgeving en verzoekt de Commissie een geïntegreerde effectbeoordeling te maken van alle belangrijke initiatieven in haar werk- en wetgevingsprogramma, zoals voorgesteld in de mededeling „Betere regelgeving met het oog op economische groei en meer banen in de Europese Unie” (COM(2005) 97 def.).

2.2.

De COSAC verzoekt de Commissie van alle effectbeoordelingen een samenvatting van één bladzijde te maken zodat snel en doeltreffend inzicht wordt verkregen in het dossier, deze samenvattingen in alle officiële communautaire talen te vertalen en deze onmiddellijk rechtstreeks naar de nationale parlementen door te sturen.

2.3.

De COSAC verzoekt de Commissie alle effectbeoordelingen en effectbeoordelingsdraaiboeken rechtstreeks naar de nationale parlementen te sturen en ze in alle officiële communautaire talen te publiceren. De documenten van de Commissie zouden zo snel mogelijk na goedkeuring door het college ter beschikking van het publiek moeten worden gesteld.

2.4.

De COSAC verzoekt de EU-instellingen en de lidstaten een gemeenschappelijke aanpak te ontwikkelen voor de raming van de administratieve kosten.

2.5.

De COSAC moedigt het Europees Parlement en de Raad van Ministers aan om effectbeoordelingen te maken van hun voorstellen tot ingrijpende wijziging van ontwerpwetteksten. De COSAC suggereert de Commissie, het Europees Parlement en de Raad om tot een consensus te komen over de vraag wanneer een effectbeoordeling moet worden gemaakt van een ontwerpamendement. De COSAC zou graag zien dat de Commissie in het kader van de medebeslissingsprocedure haar effectbeoordelingen herziet naar aanleiding van de eerste lezing in het Europees Parlement, het gemeenschappelijk standpunt van de Raad en de tweede lezing in het Europees Parlement, alsmede voorafgaand aan een bijeenkomst van het bemiddelingscomité.

2.6.

De COSAC wijst erop dat effectbeoordelingen objectief moeten zijn.

2.7.

De COSAC zou graag zien dat in de effectbeoordelingen van de Commissie vooral wordt gekeken naar de drie hoofdpunten van de Lissabon-strategie, i.e. de economische, de sociale en de milieueffecten.

2.8.

De COSAC verzoekt de Commissie een effectbeoordeling te maken als zij voorstelt om een ontwerpwettekst in te trekken.

2.9.

De COSAC verzoekt de Commissie een openbare gegevensbank op te zetten met alle ontwerpwetteksten uit haar jaarlijkse werk- en wetgevingsprogramma en links naar de bijbehorende effectbeoordelingen en effectbeoordelingsdraaiboeken.

Transparantie in de Raad

3.

De COSAC verzoekt de Raad van Ministers zijn reglement onmiddellijk zodanig te wijzigen dat vergaderingen en stemmingen over ontwerpwetgeving openbaar worden, om de kloof tussen de burgers en de Unie te verkleinen, de democratische controle van de nationale parlementen op de besluiten van de ministers doeltreffender te maken en een einde te maken aan de niet te tolereren situatie dat wetgeving in het geheim wordt besproken en goedgekeurd.

Subsidiariteit en proportionaliteit

4.

De nationale parlementen die zulks willen, kunnen komende EU-ontwerpwetsvoorstellen toetsen op subsidiariteit en proportionaliteit om hun bestaande controletaak, zoals erkend in het aan het Verdrag van Amsterdam gehechte Protocol betreffende de rol van de nationale parlementen, uit te bouwen, hun besluitvormingsproces over subsidiariteit en proportionaliteit te testen, de motiveringen van de Commissie te analyseren en de Commissie te wijzen op de rol van de nationale parlementen met betrekking tot subsidiariteit.

Debat over de toekomst van Europa

5.

De COSAC erkent dat de huidige crisis in de Europese Unie alleen maar kan worden overwonnen in een breed opgezet debat waarin niet alleen de instellingen en elites, maar ook de burgers van de Unie worden betrokken. Een dergelijk debat zou op alle niveaus moeten plaatsvinden: lokaal, regionaal, nationaal en Europees. De nationale parlementen en het Europees Parlement zouden dit in goede banen moeten leiden. In een reeks bijeenkomsten moet ervoor worden gezorgd dat de discussie op gang komt, dat er ideeën worden uitgewisseld, dat de grote lijnen worden uitgezet, dat het Europese bewustzijn wordt aangewakkerd en dat de rol en de streefdoelen van de Europese Unie duidelijk worden gedefinieerd en worden begrepen en aanvaard door de Europese burgers. Zo zullen er ook gemakkelijker besluiten kunnen worden genomen over de toekomst van het grondwettelijke verdrag.


Raad

17.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/3


Informatie betreffende de verlenging van de Internationale Suikerovereenkomst, 1992

(2005/C 322/02)

De Internationale Suikerorganisatie heeft met eenparigheid van stemmen, overeenkomstig de bepalingen van de Internationale Suikerovereenkomst, 1992 (1), beslist de overeenkomst met twee jaar te verlengen tot 31 december 2007.


(1)  PB L 379 van 23.12.1992, blz. 15 (Besluit 92/580/EEG van de Raad).


Commissie

17.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/4


Wisselkoersen van de euro (1)

16 december 2005

(2005/C 322/03)

1 euro=

 

Munteenheid

Koers

USD

US-dollar

1,1983

JPY

Japanse yen

139,28

DKK

Deense kroon

7,4521

GBP

Pond sterling

0,67745

SEK

Zweedse kroon

9,4790

CHF

Zwitserse frank

1,5460

ISK

IJslandse kroon

74,67

NOK

Noorse kroon

7,9685

BGN

Bulgaarse lev

1,9559

CYP

Cypriotische pond

0,5735

CZK

Tsjechische koruna

29,025

EEK

Estlandse kroon

15,6466

HUF

Hongaarse forint

253,13

LTL

Litouwse litas

3,4528

LVL

Letlandse lat

0,6966

MTL

Maltese lira

0,4293

PLN

Poolse zloty

3,8720

RON

Roemeense leu

3,6569

SIT

Sloveense tolar

239,50

SKK

Slowaakse koruna

37,975

TRY

Turkse lira

1,6185

AUD

Australische dollar

1,6122

CAD

Canadese dollar

1,3860

HKD

Hongkongse dollar

9,2900

NZD

Nieuw-Zeelandse dollar

1,7376

SGD

Singaporese dollar

2,0001

KRW

Zuid-Koreaanse won

1 217,59

ZAR

Zuid-Afrikaanse rand

7,7176

CNY

Chinese yuan renminbi

9,6745

HRK

Kroatische kuna

7,3900

IDR

Indonesische roepia

11 839,20

MYR

Maleisische ringgit

4,528

PHP

Filipijnse peso

64,019

RUB

Russische roebel

34,3570

THB

Thaise baht

49,086


(1)  

Bron: door de Europese Centrale Bank gepubliceerde referentiekoers.


17.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/5


Voorafgaande aanmelding van een concentratie

(Zaak nr. COMP/M.3942 — Adidas/Reebok)

(2005/C 322/04)

(Voor de EER relevante tekst)

1.

Op 12 december 2005 ontving de Commissie een aanmelding van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad (1) waarin wordt meegedeeld dat de onderneming adidas-Salomon AG („Adidas”, Duitsland) in de zin van artikel 3, lid 1, sub b), van genoemde verordening volledig zeggenschap verkrijgt over de onderneming Reebok International Ltd. („Reebok”, VSA) door de aankoop van aandelen.

2.

De bedrijfswerkzaamheden van de betrokken ondernemingen zijn:

voor Adidas: vervaardiging van sportschoeisel, benodigdheden en materiaal;

voor Reebok: vervaardiging van sportschoeisel, benodigdheden en materiaal.

3.

Op grond van een voorlopig onderzoek is de Commissie van oordeel dat de aangemelde transactie binnen het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 139/2004 kan vallen. Ten aanzien van dit punt wordt de definitieve beslissing echter aangehouden.

4.

De Commissie verzoekt belanghebbende derden hun eventuele opmerkingen ten aanzien van de voorgenomen concentratie kenbaar te maken aan de Commissie.

Deze opmerkingen moeten de Commissie uiterlijk tien dagen na dagtekening van deze bekendmaking hebben bereikt. Zij kunnen per fax ((32-2) 296 43 01 of 296 72 44) of per post, onder vermelding van referentienummer COMP/M.3942 — Adidas/Reebok, aan onderstaand adres worden toegezonden:

Europese Commissie

DG Concurrentie

Merger Registry

J-70

B-1049 Brussel


(1)  PB L 24 van 29.1.2004, blz. 1.


17.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/6


Besluit om geen bezwaar aan te tekenen tegen een aangemelde concentratie

(Zaak nr. COMP/M.3995 — Belgacom/Telindus)

(2005/C 322/05)

(Voor de EER relevante tekst)

Op 1 december 2005 heeft de Commissie besloten geen bezwaar aan te tekenen tegen bovenvermelde aangemelde concentratie en deze verenigbaar met de gemeenschappelijke markt te verklaren. Deze beschikking is gebaseerd op artikel 6, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 139/2004 van de Raad. De volledige tekst van de beschikking is slechts beschikbaar in het Engels en zal openbaar worden gemaakt na verwijdering van eventuele bedrijfsgeheimen. De tekst is beschikbaar:

op de website „concurrentie” van de Europese Commissie (http://europa.eu.int/comm/competition/mergers/cases/). Deze website biedt verschillende mogelijkheden om individuele concentratiebeschikkingen op te zoeken, onder meer op bedrijfsnaam, nummer van de zaak, datum en sector;

in elektronische vorm op de EUR-Lex website onder documentnummer 32005M3995. EUR-Lex is het geïnformatiseerde documentatiesysteem voor de communautaire wetgeving. (http://europa.eu.int/eur-lex/lex)


17.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/7


Bericht betreffende het overleg over de toepassing van vrijwaringsmaatregelen ten aanzien van de invoer van bepaalde bereide en verduurzaamde citrusvruchten die werden ingesteld bij Verordening (EG) nr. 658/2004 van de Commissie

(2005/C 322/06)

Ten aanzien van de invoer van bepaalde bereide en verduurzaamde citrusvruchten (mandarijnen en dergelijke) werden bij Verordening (EG) nr. 658/2004 van de Commissie van 7 april 2004 definitieve vrijwaringsmaatregelen ingesteld (1). Gelet op Verordening (EG) nr. 3285/94 van de Raad (2) en Verordening (EG) nr. 519/94 van de Raad (3), en met name op de artikelen 21 en 18, heeft de Commissie overlegd met de lidstaten over de toepassing van de vrijwaringsmaatregelen.

De Commissie heeft de producenten in de Gemeenschap en hun verenigingen, de importeurs en handelaren en hun verenigingen, de leveranciers, de producenten/exporteurs in China en hun verenigingen officieel in kennis gesteld van haar besluit een tussentijds onderzoek te openen. Hiertoe is een bericht gepubliceerd in het Publicatieblad van 4 juni 2005 (4).

Na te hebben onderzocht wat de gevolgen van de maatregelen zijn, of het wenselijk is de maatregelen te handhaven en of, en zo ja op welke manier, de liberalisering moet worden versneld, heeft de Commissie de lidstaten in kennis gesteld van de resultaten van het onderzoek. Zij heeft overlegd met het Raadgevend Comité dat werd ingesteld bij artikel 4 van Verordening (EG) nr. 3285/94 en van Verordening (EG) nr. 519/94.

1.   Betrokken product

Het gaat hier om bepaalde bereide of verduurzaamde mandarijnen (waaronder tangerines en satsuma's), clementines, wilkings en andere soortgelijke kruisingen van citrusvruchten, zonder toegevoegde alcohol, met toegevoegde suiker („het betrokken product”).

Het betrokken product is ingedeeld onder de GN-codes 2008 30 55 en 2008 30 75. Deze GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.

2.   Procedure

2.1.   Het overleg

De Commissie moet op grond van artikel 21, lid 1, van Verordening (EG) nr. 3285/94 en artikel 18, lid 1, van Verordening (EG) nr. 519/94 uiterlijk halverwege de looptijd van de maatregelen de lidstaten raadplegen over de toepassing van de maatregelen.

Overeenkomstig de betreffende bepalingen had het onderzoek ten doel:

a)

de gevolgen van de vrijwaringsmaatregelen te onderzoeken;

b)

te onderzoeken of het wenselijk is het liberaliseringstempo te versnellen, en zo ja, op welke manier;

c)

na te gaan of het wenselijk is de maatregelen te handhaven.

2.2   Het onderzoektijdvak

In deze bedrijfstak wordt jaarlijks in oktober begonnen met de verwerking en verpakking van de vruchten in conserven. De gegevens zijn geanalyseerd per verwerkingsseizoen, dat wil zeggen telkens voor periodes van oktober tot en met september van het erop volgende jaar. In het eerste onderzoek werden de gegevens voor de periode 1998/1999 tot en met 2002/2003 geanalyseerd. Het huidige onderzoek is van betrekking op de tijdvakken 2003/2004 en 2004/2005.

Er wordt aan herinnerd dat de productie van mandarijnen in conserven geconcentreerd is in Spanje.

2.3.   De belanghebbenden

De Commissie heeft vragenlijsten gezonden aan alle haar bekende belanghebbenden en alle andere ondernemingen die zich binnen de in het bericht van inleiding vastgestelde termijn bekend hebben gemaakt.

Er werden antwoorden ontvangen van vijf producenten van de Gemeenschap, vijf leveranciers, elf importeurs, zeven exporteurs/handelaren en twee verenigingen;

De diensten van de Commissie hebben alle informatie verzameld en geverifieerd die zij noodzakelijk achtten voor het onderzoek. Bij de volgende ondernemingen werden ter plaatse controles verricht:

EG-producenten

Halcon Foods, S.A., Murcia, Spanje

Alcurnia Alimentacion, s.l., Murcia, Spanje

Conservas y Fruta S.A, Murcia, Spanje

Industrias Videca S.A., Valencia, Spanje

Agricultura y Conservas, S.A., Valencia

Toeleveranciers

Cooperativa Agricola Ntra Sra del Oreto Coop. V, — Valencia

Onafhankelijke importeurs

Wünsche Handelsgesellschaft International mbH & Co., KG, Hamburg, Duitsland

I. Schröder KG (GmbH and Co.), Hamburg, Duitsland

Edeka Zentrale AG & Co KG, Hamburg, Duitsland

Hüpeden & Co (GmbH & Co.), KG, Hamburg, Duitsland

3.   De herstructurering

Overeenkomstig overweging 120 van Verordening (EG) nr. 658/2004 is bij het overleg ook bekeken welke herstructureringsinspanningen de EG-producenten van mandarijnenconserven hebben gedaan. Het voornaamste resultaat van het herstructureringsproces tot nu toe is een capaciteitsvermindering van 33.000 ton in het voorbije seizoen. Dit komt neer op 25 % van de aanvankelijke productiecapaciteit. Ook zijn inspanningen gedaan om de levering van grondstoffen te rationaliseren en de rentabiliteit van de verkoop- en distributiekanalen te verbeteren, met als doel de productieketen efficiënter te maken en parallel daarmee de schaalvoordelen te vergroten. De voornaamste maatregelen die werden genomen zijn de staking van de activiteiten met betrekking tot het verpakken in conserven van mandarijnen door bepaalde producenten, overnames van bedrijven, de oprichting van een coöperatieve onderneming voor gezamenlijke inkoop en de invoering van een nieuw systeem voor de productielijn.

De resultaten van de herstructurering beginnen zichtbaar te worden en zouden op termijn aanleiding moeten geven tot nog verdergaande herstructureringen. Activiteiten die nog op stapel staan, zijn de afronding van de processen die moeten leiden tot een technische verbetering van de productie. Ook worden verdere schaalvoordelen verwacht van de consolidatie van activiteiten zoals de inkrimping van de productie en de oprichting van coöperatieve ondernemingen.

4.   De resultaten van het onderzoek

De analyse van de huidige maatregelen is verricht op basis van de gegevens over de laatste drie verwerkingsseizoenen. De cijfers voor het tijdvak 2002/2003 zijn de cijfers zoals gebruikt in Verordening (EG) nr. 658/2004 waarbij definitieve vrijwaringsmaatregelen worden ingesteld ten aanzien van de invoer van mandarijnenconserven. Deze cijfers worden hier vermeld als referentie voor de situatie in de bedrijfstak op het moment dat de procedure werd gestart, voorafgaand aan het eerste onderzoek. De gegevens voor het tijdvak 2003/2004 die werden geverifieerd tijdens het tussentijds onderzoek, hebben betrekking op een tijdvak waarin het onderzoek werd uitgevoerd dat heeft geresulteerd in de instelling van de maatregelen. De gegevens voor het tijdvak 2004/2005 hebben betrekking op een periode na de instelling van de maatregelen.

4.1   De import

4.1.1.   Importvolume

Onderstaande tabellen geven de import uit China naar de EU-25 weer. De import uit alle andere landen is verwaarloosbaar aangezien deze minder dan 2 % van de totale import uitmaakten, ofwel 1000 ton per jaar (volume in ton, gegevens per seizoen van oktober tot en met september).

 

2002/2003

2003/2004

2004/2005 (*)

 

50 500

63 900

46 600 (5)

Index

100

127

92

(Bron: Eurostat)

In het seizoen 2004/2005 stabiliseerde het importvolume zich op ongeveer 47 000 ton. Ongeveer 60 % van de import in het tijdvak 2004/2005 vond plaats in maart en april 2005, vlak voor het verstrijken van de periode waarvoor de vergunning was verleend. Deze stabilisatie van de import volgde op een periode waarin de import een stijging te zien gaf; in 2003/2004 werd daarbij een niveau van 63 900 bereikt. De importpiek van 2003/2004 werd waarschijnlijk veroorzaakt doordat belanghebbenden anticipeerden op de instelling van definitieve maatregelen.

De import in bepaalde lidstaten gaf tussen het seizoen 2002/2003 en 2004/2005 meer dan een verdrievoudiging te zien. Andere lidstaten die dit product van oudsher niet importeren, begonnen mandarijnenconserven uit China te importeren. Daar staat tegenover dat enkele van de toetredingslanden in de twee maanden voorafgaand aan hun toetreding grote hoeveelheden importeerden en dat de import in sommige gevallen na de uitbreiding van de Europese Unie in mei 2004 volledig stilviel.

Er wordt aan herinnerd dat voor de import een systeem van tariefcontingenten gold van ongeveer 32 000 ton voor import uit China en van ongeveer 2 000ton voor import uit andere landen. Na het bereiken van het tariefcontinent is een recht van 301 EUR per ton verschuldigd. De import vond dus zowel plaats binnen als buiten het tariefcontinent, waarbij in het laatstgenoemde geval rechten verschuldigd waren. Hieruit blijkt dat aan de vraag in de EU werd voldaan.

4.1.2.   Importprijzen

 

2002/2003

2003/2004

2004/2005

(10 maanden)

 

595

524

520

Index

100

88

87

(Bron: Eurostat)

Gebleken is dat de importprijzen cif EU-grens zijn gedaald van 595 EUR/t in 2002/2003 naar 524 EUR/t in 2003/2004 en vervolgens naar 520 EUR/t in het seizoen 2004/2005. Tussen het seizoen 2002/2003 en het seizoen 2004/2005 bedroeg de prijsdaling in totaal 13 %. Deze daling werd voornamelijk veroorzaakt door de depreciatie van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de euro. Mandarijnenconserven worden gefactureerd in Amerikaanse dollar, die in de bewuste periode 18 % van zijn waarde verloor. De toename van de factuurprijs in Amerikaanse dollar met 5 % werd derhalve gecompenseerd door de depreciatie, waardoor de werkelijke prijsdaling uitkwam op 13 % (18 % –5 %). Sinds januari 2005 wordt daarentegen wel een lichte stijging van de importprijs waargenomen.

4.2   Situatie van de EG-producenten

Teneinde het effect van de maatregelen te beoordelen heeft de Commissie een onderzoek ingesteld naar de relevante economische factoren. Bij het analyseren van de bevindingen van het onderzoek moet rekening worden gehouden met het feit dat het productievolume eenmaal per jaar bij het begin van het verwerkingsseizoen in november moet worden vastgesteld.

4.2.1.   Productiecapaciteit en bezettingsgraad

 

2002/2003

2003/2004

2004/2005

Capaciteit

129 000

129 000

96 000

Benuttingsgraad

31 %

22 %

40 %

Tussen de seizoenen 2002/2003 en 2003/2004 bleef de productiecapaciteit stabiel. In het seizoen 2004/2005 daalde deze met 25 % (zie punt 3 — herstructurering). Dit heeft geleid tot een lichte verbetering van de benuttingsgraad van de capaciteit van 20 % in 2003/2004 tot 40 % in 2004/2005.

4.2.2.   Productie

 

2002/2003

2003/2004

2004/2005

ton

39 600

28 200

38 000

Index

100

71

96

De productie herstelde zich in het seizoen 2004/2005; dit seizoen volgde op de instelling van de definitieve maatregelen. Voorafgaand aan deze periode gaf de EU-productie onder invloed van de invoer uit China een scherpe en aanhoudende daling te zien. Het laagste punt bereikte de productie in het seizoen 2003/2004, toen deze 28 200 ton bedroeg. Deze productiedaling trad op in de periode waarin de definitieve vrijwaringsmaatregelen nog niet van toepassing waren.

Destijds overwogen vele EG-producenten geheel te stoppen met de productie van mandarijnenconserven omdat zij failliet dreigden te gaan.

Het productievolume wordt nog altijd bepaald door de relatie tussen de productiekosten en de verwachte verkoopprijs. De verwachte verkoopprijs wordt op zijn beurt voornamelijk bepaald door het prijsniveau van de import uit China. De import van aan andere landen dan China toegewezen contingenten is minimaal en heeft dus geen invloed van betekenis op de verkoopprijs van de EG-producenten.

4.2.3.   Verkoop in de EU

 

2002/2003

2003/2004

2004/2005 (6)

ton

28 000

23 000

28 000

Index

100

82

100

Dankzij het gegroeide concurrentievermogen en de matige stijging van de importprijzen van de voorbije maanden hebben de verkoopcijfers zich in het seizoen 2004/2005 hersteld. Deze recente positieve ontwikkeling werd voorafgegaan door een negatieve trend die aanhield tot het seizoen 2003/2004.

4.2.4.   Verbruik

 

2002/2003

2003/2004

2004/2005 (e)

ton

79 000

82 000

84 000 (e)

Index

100

104

106

(Bron: Gegevens van Eurostat en ramingen van bedrijven)

Het verbruik in de EU-25 is de afgelopen twee seizoenen licht gestegen, voornamelijk door een groeiend verbruik als gevolg van de uitbreiding van de Europese Unie in 2004.

4.2.5.   Marktaandeel

 

2002/2003

2003/2004

2004/2005

EG-producenten

35 %

28 %

33 %

Na de instelling van de definitieve vrijwaringsmaatregelen herstelde het marktaandeel van de EG-producenten zich tot 33 % in 2004/2005. Voordat dit herstel intrad daalde het marktaandeel van 35 % in 2002/2003 tot 28 % in 2003/2004.

4.2.6.   Werkgelegenheid, gewerkte uren en productiviteit

 

2002/2003

2003/2004

2004/2005

Werkgelegenheid

2 343

2 224

1 970

Gewerkte uren

675 000

475 000

580 000

Gewerkte uren/ton

17,0

16,8

15,3

De productie van mandarijnenconserven is seizoensgebonden en het merendeel van het personeelsbestand bestaat uit tijdelijke werknemers. De productiviteit voor dit uitontwikkelde product is betrekkelijk stabiel en variaties hangen hoofdzakelijk samen met de opbrengst en de kenmerken van het verse product. Het herstructureringsproces dat tijdens het onderzochte seizoen 2004/2005 werd doorgevoerd, heeft gezorgd voor technische verbeteringen die de productiviteit ten goede zijn gekomen en hebben geresulteerd in een afname van het aantal gewerkte uren per geproduceerde ton product.

4.2.7.   Prijsonderbieding

Uit het onderzoek is gebleken dat de prijsonderbieding is toegenomen na de instelling van de definitieve vrijwaringsmaatregelen. Deze ontwikkeling wordt voornamelijk geweten aan de depreciatie van de Amerikaanse dollar (zie punt 4.1.2. hiervoor).

(Bron: Gegevens van Eurostat en ondernemingen)

4.2.8   Winstgevendheid

 

200220/03

2003/2004

2004/2005

Netto winst/verlies verkoop in de EU

– 4,3 %

– 6,5 %

– 5,5 %

(Bron: Resultaten van ondernemingen)

In het seizoen 2004/2005 was er sprake van een langzaam herstel van het bedrijfsresultaat van EG-producenten naarmate de productie toenam en de importprijzen zich begonnen te stabiliseren. Vanaf januari 2005 begonnen de prijzen te stijgen. Deze positieve ontwikkeling volgde op een periode van slechte resultaten in 2003/2004. Factoren die hebben bijgedragen tot de slechte resultaten in 2003/2004, waren achterblijvend afzetvolume, toenemende importvolumes tegen een extreem lage prijs en het feit dat de voorlopige vrijwaringsmaatregelen nog niet effectief waren.

4.3.   Situatie van andere belanghebbenden

4.3.1.   Exporteurs

Meer dan 98 % van de totale export is afkomstig uit de Volksrepubliek China. Er werden vragenlijsten verzonden aan exporteurs maar de aldus verzamelde informatie had slechts betrekking op 20 % van het totale naar de EU geëxporteerde volume. Daarom moest de informatie worden gecomplementeerd met gegevens van Eurostat. De via de vragenlijsten verkregen informatie bevestigde in grote lijnen de van Eurostat ontvangen gegevens.

4.3.2.   Importeurs/detailhandelsketens

Gemiddeld komt 75 % van de in de EU geïmporteerde mandarijnenconserven voor rekening van Duitse importeurs en detailhandelsketens en de resterende 25 % voor die van de Tsjechische Republiek, Nederland, het Verenigd Koninkrijk en België. Het huidige onderzoek heeft bevestigd dat het geldende vergunningenstelsel goed functioneert en dat de vergunningen volledig worden benut door de traditionele importeurs. De financiële situatie voor de importeurs bleef onaangetast, met onder andere een winstgevendheid van ongeveer 15 % voor de sector mandarijnenconserven.

5.   Analyse van de bevindingen

5.1   Beoordeling van het effect van de getroffen maatregelen.

Vastgesteld is dat de ingestelde maatregelen positieve effecten hebben gehad.

Dank zij de instelling van de maatregelen hebben de EG-producenten een herstructureringsproces op gang kunnen brengen. De aanzienlijke capaciteitsvermindering die hiermee werd bereikt zou, in combinatie met de nog te nemen maatregelen, de sector in de gelegenheid moeten stellen zijn concurrentievermogen verder te vergroten, de productiviteit te optimaliseren en de vruchten te plukken van schaalvoordelen.

Na de piek in 2003/2004 en het seizoen 2004/2005 heeft de import zich gestabiliseerd onder invloed van de daling van het importvolume die het gevolg was van de maatregelen. De importprijzen die voorheen een daling te zien gaven, begonnen in 2005 te stijgen.

De totale bedrijfsresultaten van de EG-producenten voor het onderzoektijdvak zijn nog altijd negatief maar geven een verbetering te zien in vergelijking met het voorgaande seizoen. De combinatie van toegenomen concurrentievermogen van de bedrijfstak van de Gemeenschap en de toename van de importprijzen hebben gezorgd voor herstel van de verkoop en de productie van EG-producenten. De winstgevendheid, die in het seizoen 2003/2004 was gedaald tot –6,5 %, heeft zich in het seizoen 2004/2005 hersteld tot –5,5 %.

Gelet op het feit dat het herstructureringsproces nog niet is afgerond, op de importtrends en de verbetering van de situatie bij de EG-producenten wordt geconcludeerd dat de bij Verordening (EG) nr. 658/2004 ingestelde maatregelen doeltreffend zijn.

5.2   Beoordeling van de wenselijkheid de maatregelen te handhaven

Pas uit de meest recente trends valt af te leiden dat de vrijwaringsmaatregelen positieve effecten beginnen te sorteren. Dit viel echter te verwachten want de definitieve vrijwaringsmaatregelen zijn pas sinds één verwerkingsseizoen van kracht.

Er is een begin gemaakt met het herstructureringsproces en dit heeft tot nu toe geleid tot een capaciteitsvermindering van 25 %. De activiteiten zullen de komende jaren worden voortgezet en voor de voltooiing van dit proces is dus meer tijd nodig.

Ofschoon de omvang van de import is gedaald, wordt het contingent van 32 000 ton regelmatig overschreden en is de prijsonderbieding toegenomen, voornamelijk tengevolge van de depreciatie van de Amerikaanse dollar.

Zoals werd geconcludeerd bij punt 5 hiervoor geven de financiële resultaten van de EG-producenten in het onderzoektijdvak een verbetering te zien ten opzichte van het voorgaande seizoen, maar zijn de totale resultaten nog immer negatief. Evenzo laten de productie, het marktaandeel en de verkopen van de EG-producenten in 2004/2005 een beginnend herstel zien maar liggen deze nog altijd op hetzelfde niveau of iets onder de cijfers voor 2002/2003.

De EG-producenten erkennen weliswaar het toenemende positieve effect van de maatregelen maar verzoeken niettemin om een verhoging van het aanvullend recht tot een niveau waarbij import na het bereiken van het contingent wordt verhinderd. De producenten zouden daarentegen voorstander zijn van de invoering van een systeem van minimumprijzen op een redelijk niveau om buitensporige importprijzen te voorkomen.

Artikel 21 van basisverordening (EG) nr. 3285/94 inzake de gemeenschappelijke regels voor import of de desbetreffende WTO-regels voorzien echter niet in de mogelijkheid van een verhoging van het vrijwaringsniveau naar aanleiding van een tussentijds onderzoek.

De medewerkende importeurs hebben zich uitgesproken tegen een minimumprijs met het argument dat een dergelijk systeem ongepast zou zijn wegens het risico van kruissubsidiëring tussen mandarijnenconserven en andere geïmporteerde conserven. Voort heeft een aantal van de traditionele importeurs aangegeven te prefereren dat hun huidige aandeel van 75 % zou worden verhoogd tot 95 % om speculatie met vergunningen te voorkomen. Ten aanzien van het bedrag van het tariefcontingent vragen enkele van de importeurs om een aanzienlijke verhoging met het argument dat de EG-producenten over onvoldoende grondstoffen (verse mandarijnen) beschikken om aan de vraag op de binnenlandse markt te voldoen.

Het onderzoek heeft daarentegen uitgewezen dat de oogst van verse mandarijnen weliswaar een lichte afname te zien geeft maar voldoende is en tegen redelijke prijzen beschikbaar is. Ten aanzien van de argumenten met betrekking tot de berekening en de toewijzing van de bedragen binnen de tariefcontingenten is het de gebruikelijke praktijk om in deze gevallen voldoende mogelijkheden open te houden voor andere marktdeelnemers opdat de mededinging gehandhaafd blijft. Een wijziging van de toewijzing en de berekening van de contingenten is daarom onwenselijk.

Gelet op de bestaande Chinese capaciteit en het feit dat de EG-producenten zich nog altijd in een kwetsbare positie bevinden, zou de afschaffing van de maatregelen de voltooiing van het huidige herstructureringsproces in gevaar brengen. China beschikt over de capaciteit om tegelijkertijd te leveren aan de markten van Japan, de VS en Europa en kan zich gemakkelijk aanpassen aan de vraag in de wereld.

Het aanvullende recht, te betalen wanneer het contingent is bereikt, moet daarom nog steeds als wenselijk worden beoordeeld gezien het grote verschil tussen de Chinese prijzen cif EU-grens en de Europese prijzen, alsmede de geconstateerde prijsonderbieding.

Gelet op het voorgaande komt de Commissie daarom tot de slotsom dat de toepassing van de huidige vrijwaringsmaatregelen moet worden voortgezet om de EG-producenten te helpen zich verder aan te passen en de voortzetting van het herstructureringsproces mogelijk te maken, alsmede een verder herstel van de huidige negatieve economische situatie te bewerkstelligen.

5.3   Beoordeling van het liberaliseringstempo

Zoals voorzien door de WTO en het wettelijk kader van de Gemeenschap is nu reeds sprake van een geleidelijke liberalisering van de maatregelen. Hiertoe wordt het contingent overeenkomstig Verordening (EG) nr. 658/2004 jaarlijks met 5 % verhoogd. Ondanks het aanvullend recht wordt het tariefcontingent van 32 000 ton per jaar overschreven. Uit het onderzoek is gebleken dat het tempo waarin de economische indicatoren van de EG-producenten zich verbeteren en waarin het huidige herstructureringsproces wordt doorgevoerd, niet hoger is dan verwacht en overeenstemt met de redelijke tijdsinschatting op het moment dat de maatregelen werden ingesteld. Om het gewenste effect te sorteren is voor het herstel en het herstructureringsproces dus meer dan één verwerkingsseizoen nodig. De positie van de importeurs is ongewijzigd en blijft gunstig.

Een uitbreiding van het tariefcontingent zou het lopende herstructureringsproces in gevaar brengen en het effect van de maatregelen ondermijnen. Op grond hiervan is de Commissie van oordeel dat het liberaliseringstempo van de import in Verordening (EG) nr. 658/2004 juist is ingeschat en dat het onwenselijk zou zijn dit tempo te versnellen.

6.   Slotopmerkingen

Uit de voorgaande bevindingen blijkt dat de positie van de EG-producenten onder invloed van de maatregelen geleidelijk verbetert. Ook wordt een herstructureringsproces doorgevoerd dat voldoet aan de verwachtingen van de huidige procedure. De volledige effecten zullen naar verwachting in de komende jaren zichtbaar worden.

Het vastgestelde tariefcontingent werd gedurende het gehele onderzoektijdvak overschreden, waaruit blijkt dat het specifieke recht niet buitensporig is en ruime mogelijkheden biedt voor het betrekken van producten buiten de markt van de Gemeenschap. Het huidige liberaliseringstempo dient niet verder te worden versneld om te voorkomen dat de huidige maatregelen aan doeltreffendheid inboeten en om het herstel van de EG-producenten mogelijk te maken.

7.   Conclusie

Op basis van haar analyse komt de Commissie tot de conclusie dat de toepassing van de huidige vrijwaringsmaatregelen doeltreffend en nog steeds noodzakelijk is en dat het huidige liberaliseringstempo geschikt is. Deze visie wordt gedeeld door het Raadgevend Comité.

Het is daarom wenselijk de thans geldende maatregelen in hun huidige vorm en op hun huidige niveau te handhaven.


(1)  PB L 104 van 8.4.2004, blz. 67.

(2)  PB L 349 van 31.12.1994, blz. 53.

(3)  PB L 67 van 10.3.1994, blz. 89.

(4)  PB C 137 van 4.6.2005, blz.11.

(5)  Geëxtrapoleerd op basis van gegevens over tien maanden)

(Bron: Eurostat)

(6)  (Geëxtrapoleerd op basis van gegevens over negen maanden)


17.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/12


Inleiding van een antidumpingprocedure betreffende de invoer van wolfraamelektrodes uit de Volksrepubliek China

(2005/C 322/07)

De Commissie heeft een klacht ontvangen op grond van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad betreffende beschermende maatregelen tegen de invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Gemeenschap („de basisverordening”) (1), volgens welke producenten in de EU aanmerkelijke schade lijden door de invoer met dumping van wolfraamelektrodes uit de Volksrepubliek China.

1.   Klacht

De klacht werd op 4 november 2005 ingediend door Eurométaux namens producenten die goed zijn voor een groot deel, namelijk meer dan 25 %, van de productie van bedoelde wolfraamelektrodes in de EU.

2.   Product

De klacht heeft betrekking op wolfraamelektrodes (wolfraamstaven daaronder begrepen), andere dan enkel door sinteren verkregen, al dan niet op lengte gesneden, die doorgaans worden aangegeven onder de GN-codes ex 8101 95 00 en ex 8515 90 90 („het betrokken product”), uit de Volksrepubliek China. De GN-codes worden slechts ter informatie vermeld.

3.   Dumping

Gelet op artikel 2, lid 7, van de basisverordening heeft de indiener van de klacht de normale waarde voor de Volksrepubliek China vastgesteld aan de hand van de normale waarde in het in punt 5.1 d) genoemde derde land met een markteconomie. De bewering dat het betrokken product uit de Volksrepubliek China met dumping wordt ingevoerd is gebaseerd op de vergelijking van de aldus vastgestelde normale waarde met de prijzen bij uitvoer naar de EU.

De aldus vastgestelde dumpingmarge is aanzienlijk.

4.   Schade

De indiener van de klacht heeft bewijsmateriaal voorgelegd waaruit blijkt dat de invoer van het betrokken product uit de Volksrepubliek China aanzienlijk is gestegen, zowel absoluut als in termen van marktaandeel.

De hoeveelheden waarin en de prijzen waartegen het betrokken product uit de Volksrepubliek China wordt ingevoerd zouden, onder meer, een ongunstige invloed hebben gehad op de prijzen van het betrokken product in de EU en het marktaandeel en het verkoopvolume van de producenten in de EU, waardoor de bedrijfsresultaten en de financiële situatie van deze producenten aanzienlijk zijn verslechterd.

5.   Procedure

Na overleg in het Raadgevend Comité is de Commissie tot de conclusie gekomen dat de klacht door of namens de EU-producenten is ingediend en dat er voldoende bewijsmateriaal is om een procedure in te leiden. De Commissie opent derhalve een onderzoek overeenkomstig artikel 5 van de basisverordening.

5.1.   Procedure voor de vaststelling van dumping en schade

Bij het onderzoek zal worden vastgesteld of het betrokken product uit de Volksrepubliek China met dumping wordt ingevoerd en of hierdoor schade is ontstaan.

a)   Steekproeven

Daar kennelijk een groot aantal bedrijven bij deze procedure is betrokken, kan de Commissie, overeenkomstig artikel 17 van de basisverordening, van steekproeven gebruik maken.

i)   Steekproef van producenten/exporteurs uit de Volksrepubliek China

Om te kunnen beoordelen of het noodzakelijk is van een steekproef gebruik te maken en, indien dit het geval is, deze te kunnen samenstellen, verzoekt de Commissie alle Chinese producenten/exporteurs, of hun vertegenwoordigers, binnen de onder punt 6 b) i) vermelde termijn en op de onder punt 7 beschreven wijze contact met haar op te nemen en haar de volgende gegevens over hun bedrijf of bedrijven te verstrekken:

naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer en naam van een contactpersoon,

de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 30 september 2005 naar de EU werd uitgevoerd en de waarde van deze export in plaatselijke valuta;

de hoeveelheid (in ton) van het betrokken product die in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 30 september 2005 op de binnenlandse markt is verkocht en de waarde van die verkoop in plaatselijke valuta,

of om de vaststelling van een individuele dumpingmarge zal worden verzocht (2) (alleen producenten kunnen hierom verzoeken);

een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van het bedrijf in verband met de productie van het betrokken product,

de namen en een nauwkeurige omschrijving van de activiteiten van alle verbonden bedrijven (3) die betrokken zijn bij de productie en/of verkoop (in binnen- en buitenland) van het betrokken product;

alle andere inlichtingen die de Commissie bij het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn;

door het verstrekken van de hierboven gevraagde informatie, geeft het bedrijf te kennen bereid te zijn in de steekproef te worden opgenomen. Indien het bedrijf voor de steekproef wordt geselecteerd, betekent dit dat het een vragenlijst moet beantwoorden en dat de antwoorden ter plaatse zullen worden gecontroleerd. Indien een bedrijf laat weten dat het niet in de steekproef wenst te worden opgenomen, wordt het geacht geen medewerking te verlenen aan het onderzoek. Zie punt 8 voor de gevolgen van het niet verlenen van medewerking.

Om de informatie te verkrijgen die zij voor het samenstellen van de steekproef van producenten/exporteurs nodig heeft, zal de Commissie bovendien contact opnemen met de Chinese autoriteiten en met de haar bekende organisaties van producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China.

ii)   Definitieve samenstelling van de steekproef

Op- of aanmerkingen over het samenstellen van de steekproeven moeten binnen de onder punt 6 b) ii) vermelde termijn worden toegezonden.

Alvorens de steekproef definitief samen te stellen zal de Commissie de bedrijven raadplegen die zich bereid hebben verklaard daarin te worden opgenomen.

De in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen de onder punt 6 b) iii) vermelde termijn een vragenlijst beantwoorden en medewerking verlenen bij het onderzoek.

Indien geen voldoende medewerking wordt verleend, zal de Commissie haar bevindingen, overeenkomstig artikel 17, lid 4, en artikel 18 van de basisverordening, op de beschikbare gegevens baseren. Op de beschikbare gegevens gebaseerde bevindingen kunnen voor de betrokkene minder gunstig zijn (zie ook punt 8).

b)   Vragenlijsten

Om de informatie te verkrijgen die zij voor haar onderzoek nodig heeft, zal de Commissie een vragenlijst toezenden aan de EU-producenten, aan organisaties van EU-producenten, aan de in de steekproef opgenomen producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China, aan organisaties van producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China, aan importeurs en organisaties van importeurs die in de klacht zijn genoemd en aan de autoriteiten van de Volksrepubliek China.

Producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China die, met het oog op de toepassing van artikel 17, lid 3, en artikel 9, lid 6, van de basisverordening, wensen dat voor hen een individuele dumpingmarge wordt vastgesteld, moeten binnen de onder punt 6 a) ii) vermelde termijn een volledig ingevulde vragenlijst inzenden. Deze vragenlijst moet binnen de onder punt 6 a) i) vermelde termijn worden aangevraagd. Indien de Commissie van een steekproef van producenten/exporteurs gebruik maakt, kan zij evenwel besluiten geen individuele dumpingmarges te berekenen omdat individuele onderzoeken bij een groot aantal producenten/exporteurs een zo grote werklast kunnen vormen dat zij een tijdige voltooiing van het onderzoek in de weg staan.

c)   Het schriftelijk en mondeling verstrekken van inlichtingen

Belanghebbenden wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten, andere informatie dan de antwoorden op de vragenlijst en bewijsmateriaal toe te zenden. Deze informatie en het bewijsmateriaal moeten binnen de onder punt 6 a) ii) vermelde termijn door de Commissie zijn ontvangen.

Voorts zal de Commissie de partijen horen die dit aanvragen en die kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen. Deze aanvraag moet binnen de onder punt 6 a) iii) vermelde termijn worden ingediend.

d)   Selectie van een derde land met markteconomie

Overwogen wordt de Verenigde Staten van Amerika te kiezen als vergelijkbaar derde land met markteconomie voor het vaststellen van de normale waarde voor de Volksrepubliek China overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder a) van de basisverordening. Eventuele op- of aanmerkingen over de keuze van dit land dienen binnen de onder punt 6 c) vermelde termijn te worden toegezonden.

e)   Status van marktgericht bedrijf

Voor producenten/exporteurs in de Volksrepubliek China die kunnen aantonen dat zij op marktvoorwaarden werken, dat wil zeggen dat zij aan de criteria van artikel 2, lid 7, onder c) van de basisverordening voldoen, zal de normale waarde, op hun verzoek, overeenkomstig artikel 2, lid 7, onder b) van de basisverordening worden vastgesteld. Dergelijke aanvragen, van bewijsmateriaal vergezeld, moeten binnen de onder 6 d) vermelde termijn worden ingediend. De Commissie zal aanvraagformulieren toezenden aan de in de klacht genoemde producenten/exporteurs van het betrokken product in de Volksrepubliek China en organisaties van producenten/exporteurs van het betrokken product in de Volksrepubliek China en aan de Chinese autoriteiten.

5.2.   Procedure voor het beoordelen van het belang van de EU

Overeenkomstig artikel 21 van de basisverordening zal worden onderzocht of het niet tegen het algemene belang van de EU is antidumpingmaatregelen te nemen indien dumping en schade worden aangetoond. EU-producenten, importeurs en organisaties van producenten, importeurs, verwerkende bedrijven en de consument die aantonen dat er een objectieve band is tussen hun activiteiten en het betrokken product, kunnen binnen de onder punt 6 a) ii) genoemde algemene termijn, contact met de Commissie opnemen en inlichtingen verstrekken. Deze partijen kunnen binnen de onder punt 6 a) iii) vermelde termijn ook een mondeling onderhoud aanvragen onder opgave van de bijzondere redenen waarom zij gehoord willen worden. Met informatie die op grond van artikel 21 wordt verstrekt, wordt slechts rekening gehouden indien daarbij, op het moment dat deze wordt verstrekt, het nodige bewijsmateriaal is gevoegd.

6.   Termijnen

a)   Algemene termijn

i)   Om een vragenlijst en andere formulieren aan te vragen

Vragenlijsten of andere formulieren dienen zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen 10 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, te worden aangevraagd.

ii)   Om zich aan te melden en antwoorden op de vragenlijst en andere gegevens toe te zenden

Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, dienen binnen 40 dagen na de bekendmaking van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, tenzij anders vermeld, contact met de Commissie op te nemen, hun standpunt uiteen te zetten en het antwoord op de vragenlijst en eventuele andere gegevens te doen toekomen. Er wordt op gewezen dat de meeste in de basisverordening vermelde procedurerechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkene zich binnen de genoemde termijn bij de Commissie aanmeldt.

De in de steekproef opgenomen bedrijven moeten de antwoorden op de vragenlijst doen toekomen binnen de onder punt 6 b) iii) vermelde termijn.

iii)   Om een mondeling onderhoud aan te vragen

Binnen dezelfde termijn van 40 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen door de Commissie te worden gehoord.

b)   Bijzondere termijn voor het samenstellen van de steekproef

i)

De in punt 5.1 a) i) bedoelde gegevens dienen door de Commissie te zijn ontvangen uiterlijk 15 dagen na publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie, daar de Commissie voornemens is de bedrijven die zich bereid hebben verklaard in de steekproef te worden opgenomen binnen 21 dagen na publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie te raadplegen over de definitieve samenstelling van de steekproef.

ii)

Alle andere gegevens die voor het samenstellen van de steekproef van nut kunnen zijn, moeten de Commissie bereiken binnen 21 dagen na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie.

iii)

De antwoorden op de vragenlijst van de in de steekproef opgenomen bedrijven moeten binnen 37 dagen nadat deze bedrijven is medegedeeld dat zij in de steekproef zijn opgenomen, door de Commissie zijn ontvangen.

c)   Bijzondere termijn voor de keuze van het derde land met markteconomie

Opmerkingen over het voornemen van de Commissie, als in punt 5 1 d) genoemd, de Verenigde Staten van Amerika te kiezen als vergelijkbaar derde land met markteconomie voor het vaststellen van de normale waarde voor de Volksrepubliek China, moeten binnen 10 dagen na publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie door de Commissie zijn ontvangen.

d)   Bijzondere termijn voor het indienen van aanvragen om als marktgericht bedrijf te worden behandeld/een individuele behandeling te verkrijgen

De in punt 5.1 e) bedoelde aanvragen om als marktgericht bedrijf te worden behandeld en/of aanvragen voor een individuele behandeling, moeten, met voldoende bewijsmateriaal, binnen 15 dagen na de samenstelling van de steekproef datum door de Commissie zijn ontvangen.

7.   Schriftelijke opmerkingen, antwoorden op de vragenlijst en andere correspondentie

Alle opmerkingen en verzoeken moeten schriftelijk worden ingediend (niet elektronisch, tenzij anders vermeld) onder opgave van naam, adres, e-mailadres, telefoon- en faxnummer van de betrokkene. Alle schriftelijke opmerkingen, met inbegrip van de in dit bericht gevraagde informatie, antwoorden op de vragenlijst en correspondentie die op vertrouwelijke basis worden verstrekt, moeten van het opschrift „Limited” (4) zijn voorzien en moeten, overeenkomstig artikel 19, lid 2, van de basisverordening, vergezeld gaan van een niet-vertrouwelijke versie waarop is vermeld „For inspection by interested parties”.

Correspondentieadres van de Commissie

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat B

Kamer: J-79 5/16

B-1049 Brussel

Fax (32 2) 295 65 05

8.   Medewerking

Indien belanghebbenden de nodige gegevens niet binnen de gestelde termijnen verstrekken, geen toegang daartoe geven of het onderzoek ernstig belemmeren, kunnen, overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, op grond van de beschikbare gegevens conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

De Commissie kan de verstrekte informatie, indien deze onjuist of misleidend blijkt, buiten beschouwing laten en van beschikbare gegevens gebruik maken. Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent, en de bevindingen daarom op de beschikbare gegevens worden gebaseerd overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening, kan het resultaat voor hem ongunstiger zijn dan wanneer hij wel medewerking had verleend.

9.   Tijdschema

Het onderzoek zal overeenkomstig artikel 6, lid 9, van de basisverordening binnen 15 maanden na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie worden afgesloten. Overeenkomstig artikel 7, lid 1, van de basisverordening kunnen uiterlijk negen maanden na de publicatie van dit bericht in het Publicatieblad van de Europese Unie voorlopige maatregelen worden genomen.


(1)  PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 461/2004 van de Raad (PB L 77 van 13.3.2004, blz. 12).

(2)  Om de vaststelling van een individuele dumpingmarge kan worden verzocht door niet in de steekproef opgenomen ondernemingen op grond van artikel 17, lid 3, van de basisverordening; door ondernemingen in een land zonder markteconomie/in een overgangseconomie op grond van artikel 9, lid 5, van de basisverordening en door ondernemingen die om een behandeling als marktgericht bedrijf hebben verzocht op grond van artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening. Verzoeken om een individuele behandeling moeten op artikel 9, lid 5, van de basisverordening worden gebaseerd en verzoeken om een behandeling als marktgericht bedrijf op artikel 2, lid 7, onder b), van de basisverordening.

(3)  Voor de betekenis van het begrip „verbonden bedrijf” zie artikel 143 van Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie houdende bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1).

(4)  Dit betekent dat de documenten slechts voor intern gebruik zijn bestemd en beschermd zijn in de zin van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43). Deze documenten zijn vertrouwelijk op grond van artikel 19 van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad (PB L 56 van 6.3.1996, blz. 1) en artikel 6 van de WTO-overeenkomst inzake de tenuitvoerlegging van artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst), artikel 29 van Verordening (EG) nr. 2026/97 van de Raad (PB L 288 van 21.10.1997, blz. 1) en artikel 12 van de WTO-Overeenkomst inzake subsidies en compenserende maatregelen.


Hof van Justitie

GERECHT VOOR AMBTENARENZAKEN VAN DE EUROPESE UNIE

17.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/16


Vorming en samenstelling van de kamers, verkiezing van de kamerpresidenten en toevoeging van de rechters aan de kamers

(2005/C 322/08)

Op 30 november 2005 heeft het Gerecht voor ambtenarenzaken, in overeenstemming met het bepaalde in de artikelen 3, leden 3 en 4, en 4 van Besluit 2004/752/EG, Euratom van de Raad van 2 november 2004 tot instelling van een Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (1), alsmede in artikel 4, leden 2 en 3, van bijlage I bij het Statuut van het Hof van Justitie en artikel 10 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht van Eerste aanleg, besloten in drie kamers en in plenaire zitting te zetelen. Ook heeft het voor de periode van 30 november 2005 tot en met 30 september 2008 de rechters H. KREPPEL en S. VAN RAEPENBUSCH tot kamerpresident gekozen en de rechters aan de navolgende kamers toegevoegd:

Eerste kamer

H. KREPPEL, kamerpresident,

H. TAGARAS en S. GERVASONI, rechters,

Tweede kamer

S. VAN RAEPENBUSCH, kamerpresident,

I. BORUTA en H. KANNINEN, rechters,

Derde kamer, zetelend met drie rechters

P. MAHONEY, president van het Ambtenarengerecht (2);

I. BORUTA en H. KANNINEN, H. TAGARAS en S. GERVASONI, rechters.

In deze laatste kamer zetelt de president afwisselend met de rechters I. BORUTA en H. TAGARAS, dan wel met de rechters H. KANNINEN en S. GERVASONI, onverminderd de situatie van verknochte zaken.


(1)  PB 2004 L 333, blz. 7.

(2)  PB 2005 C 271, blz. 27.


17.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/17


Criteria voor toewijzing van de zaken aan de kamers

(2005/C 322/09)

Op 30 november 2005 heeft het Ambtenarengerecht, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 4 van bijlage I bij het Statuut van het Hof van Justitie en in artikel 12 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht van Eerste aanleg, besloten voor de aanvankelijke periode vanaf de dag van de bekendmaking van het besluit van de president van het Hof van Justitie waarbij wordt vastgesteld dat het Ambtenarengerecht regelmatig is samengesteld, tot en met 30 september 2006 het navolgende besloten:

aan de Eerste kamer worden alle zaken toegewezen, met uitzondering van de zaken die hoofdzakelijk vraagstukken betreffende de aanwerving, beoordeling/bevordering en definitieve beëindiging van functies betreffen, welke aan de Tweede kamer worden toegewezen;

een bepaald aantal zaken zal ongeacht de betrokken gebieden aan de Derde kamer worden toegewezen volgens een automatische frequentie die in plenaire zitting wordt bepaald;

van deze verdelingsregels kan worden afgeweken om redenen van verknochtheid van zaken, alsmede om een gelijkmatige en redelijk gespreide werklast binnen het Ambtenarengerecht te verzekeren.


17.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/17


Aanwijzing van de rechter die de president van het Ambtenarengerecht als rechter in kort geding vervangt

(2005/C 322/10)

Op 30 november 2005 heeft het Ambtenarengerecht, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 3, lid 4, van besluit 2004/752 en in artikel 106 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht van Eerste aanleg, besloten dat gedurende de periode van de dag van bekendmaking in het PB van het besluit van de president van het Hof van Justitie waarbij wordt vastgesteld dat het Gerecht voor ambtenarenzaken regelmatig is samengesteld, tot en met 30 september 2006 S. VAN RAEPENBUSCH, president van de Tweede kamer, de president van het Ambtenarengerecht in geval van afwezigheid of verhindering als rechter in kort geding zal vervangen.


17.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/17


Mededeling

(2005/C 322/11)

Op 30 november 2005 heeft mevrouw Waltraud Hakenberg, griffier van het Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie (1), in overeenstemming met het bepaalde in de artikelen 4 en 20 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht van eerste aanleg, alsmede in artikel 3, lid 4, van besluit 2004/752/EG, Euratom van de Raad van 2 november 2004 tot instelling van een Gerecht voor ambtenarenzaken van de Europese Unie de eed afgelegd en heeft zij haar ambt aanvaard voor een periode van zes jaar tot en met 29 november 2011.


(1)  PB 2005 C 296, blz. 39.


III Bekendmakingen

Commissie

17.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/18


Uitnodigingen tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in het kader van het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte”

(2005/C 322/12)

1.

Overeenkomstig Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad, van 27 juni 2002, betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (1) heeft de Raad op 30 september 2002 het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie „Integratie en versterking van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (2) (hierna „het specifiek programma” genoemd) vastgesteld.

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van het specifiek programma heeft de Commissie van de Europese Gemeenschappen (hierna „de Commissie” genoemd) op 9 december 2002 een werkprogramma (3) vastgesteld (hierna „het werkprogramma” genoemd) waarin een uitvoeriger beschrijving wordt gegeven van de doelstellingen en de wetenschappelijke en technologische prioriteiten van het specifiek programma, alsmede een tijdschema voor de tenuitvoerlegging ervan.

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van de Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de regels inzake de deelneming van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten en de regels inzake de verspreiding van de onderzoeksresultaten ter uitvoering van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2002-2006) (4) (hierna „de regels voor deelneming” genoemd) worden voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract ingediend onder de voorwaarden van de uitnodigingen tot het indienen van voorstellen.

2.

Deze uitnodiging(en) tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract (hierna „uitnodigingen” genoemd) omvat(ten) dit algemeen tekstdeel en de specifieke voorwaarden uiteengezet in de bijlage(n). De bijlage(n) vermeldt(en) in het bijzonder de sluitingsdatum(data) voor het indienen van de voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract, een indicatieve datum voor de afronding van de beoordelingen, het indicatieve budget, de instrumenten en gebieden die onder de uitnodigingen vallen, de beoordelingscriteria voor voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract, het minimumaantal deelnemers en alle van toepassing zijnde beperkingen.

3.

Natuurlijke of rechtspersonen die voldoen aan de voorwaarden in de regels voor deelneming en niet onder een van de uitsluitingsgevallen vallen in de regels voor deelneming en in artikel 114, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5) (hierna „de indieners” genoemd) worden uitgenodigd voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in te dienen bij de Commissie, afhankelijk van de vervulling van de voorwaarden in de regels voor deelneming en in de uitnodiging.

In het kader van de onderhandeling over de actie voor de werkzaamheden onder contract zal worden gecontroleerd of de indieners aan de deelnamevoorwaarden voldoen. Voordien moeten de indieners evenwel een verklaring hebben ondertekend dat zij niet in een van de in artikel 93, lid 1, van het Financieel Reglement bedoelde situaties verkeren. Tevens moeten zij de Commissie de informatie hebben medegedeeld als bedoeld in artikel 173, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het financieel reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (6).

De Europese Gemeenschap voert een gelijkekansenbeleid en in dit verband worden vrouwen in het bijzonder aangemoedigd om voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in te dienen of hierbij betrokken te zijn.

4.

De Commissie stelt — met betrekking tot de uitnodiging(en) — gidsen voor indieners ter beschikking van de indieners. Deze bevatten informatie over de opstelling en de indiening van een voorstel voor OTO-werkzaamheden onder contract. De Commissie stelt ook richtsnoeren betreffende de beoordelings- en selectieprocedures voor voorstellen ter beschikking (7). Deze gidsen en richtsnoeren alsook het werkprogramma en andere informatie over de uitnodiging(en) kunnen bij de Commissie worden verkregen via de volgende adressen:

Europese Commissie

FP6 Information Desk

Directoraat-generaal RTD

B-1049 Brussel

Internetadres: www.cordis.lu/fp6

5.

Men wordt verzocht voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract enkel in te dienen in de vorm van een elektronisch voorstel via het webgebaseerde Electronic Proposal Submission System (EPSS (8)). In exceptionele gevallen echter kan een coördinator aan de Commissie toestemming vragen om een voorstel op papier in te dienen binnen de termijn van de uitnodiging. Dit moet gebeuren door te schrijven naar een van de volgende adressen:

Europese Commissie

INCO Informatiebalie

Directoraat N

Directoraat-generaal RTD

B-1049 Brussel

of inco@cec.eu.int. Het verzoek moet vergezeld gaan van een verklaring waarom een uitzondering wordt gevraagd. Indieners van een voorstel die wensen gebruik te maken van de mogelijkheid om een voorstel op papier in te dienen zijn verantwoordelijk voor de zorg dat deze verzoeken voor een vrijstelling en de desbetreffende procedures tijdig worden afgerond opdat de termijn van de uitnodiging kan worden gehaald.

Alle voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract moeten uit twee delen bestaan: de formulieren (deel A) en de inhoud (deel B).

Voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract kunnen off line of on line worden opgesteld en vervolgens on line worden ingediend. Deel B van de voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract kunnen alleen worden ingediend in PDF („portable document format”, compatibel met Adobe versie 3 of hoger met „embedded fonts” (vast bepaald lettertype). Gecomprimeerde („gezipte”) bestanden worden uitgesloten.

De EPSS-software tool (voor off line of on line gebruik) is beschikbaar via de Cordis-website www.cordis.lu.

On line ingediende voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract die onvolledig zijn, onleesbaar zijn of virussen bevatten, worden uitgesloten.

Versies van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract die worden ingediend op een wisbaar elektronisch opslagmedium (bv. CD-rom, diskette), per e-mail of per fax worden uitgesloten.

Elk voorstel voor OTO-werkzaamheden onder contract dat werd toegelaten om via papier te worden ingediend en dat onvolledig is, wordt uitgesloten.

Verdere details betreffende de verschillende procedures voor voorstelindiening worden gegeven in bijlage J van de richtsnoeren betreffende de beoordelings- en selectieprocedures voor voorstellen.

6.

Voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract moeten op zijn laatst op de sluitingsdatum en op het in de desbetreffende uitnodiging gespecificeerde tijdstip de Commissie bereiken. Voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract die na deze datum en tijdstip aankomen, worden uitgesloten.

Voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract die niet voldoen aan de voorwaarden betreffende het minimumaantal deelnemers vermeld in de uitnodiging, worden uitgesloten.

Dit is ook van toepassing betreffende alle bijkomende toelatingscriteria in het werkprogramma.

7.

Ingeval van opeenvolgende indieningen van hetzelfde voorstel voor een OTO-werkzaamheid onder contract onderzoekt de Commissie de laatst ontvangen versie voor de sluitingsdatum en tijd gespecificeerd in de betrokken uitnodiging.

8.

Indien in de relevante uitnodiging daarin is voorzien kunnen voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in het kader van een toekomstige evaluatie worden behandeld.

9.

De indieners worden verzocht de relevante identificatiecode van de uitnodiging in alle correspondentie betreffende de uitnodiging (bv. bij een verzoek om informatie of bij indiening van een voorstel voor OTO-werkzaamheden onder contract) te vermelden


(1)  PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1.

(2)  PB L 294 van 29.10.2002, blz. 1.

(3)  Besluit C(2002)4789 van de Commissie, zoals gewijzigd bij C(2003)577, C(2003)955, C(2003)1952, C(2003)3543, C(2003)3555, C(2003)4609, C(2003)5183, C(2004)433, C(2004)2002, C(2004)2727, C(2004)3324 en C(2004)4178, alle besluiten niet gepubliceerd.

(4)  PB L 355 van 30.12.2002, blz. 23.

(5)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(6)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.

(7)  C(2003) 883 van 27.3.2003, zoals voor het laatst gewijzigd bij C(2004) 3337 van 1.9.2004.

(8)  Het EPSS is een hulpmiddel om de indieners te helpen bij het opstellen en indienen van voorstellen langs elektronische weg.


BIJLAGE

1.   Specifiek programma: Integratie en versterking van de Europese Onderzoeksruimte

2.   Thematische prioriteit/gebied: Specifieke maatregelen ter ondersteuning van de internationale samenwerking — Westelijke Balkanlanden (WBL)

3.   Titel uitnodiging: Specifieke ondersteunende acties (SSA) voor de westelijke Balkanlanden

4.   Identificatiecode uitnodiging: FP6-2005-INCO-WBC/SSA-3

5.   Publicatiedatum:

6.   Sluitingsdatum: 6 maart 2006 om 17.00 uur (Brusselse lokale tijd)

7.   Totaal indicatief budget: 4 miljoen EUR voor 2006

8.   Gebied en instrumenten:

Gebied

Instrumenten (1)

Nieuw specifiek gebied:

Versterking van de WBC-onderzoekscapaciteiten

SSA

9.   Minimumaantal deelnemers (2):

Instrument

Minimumaantal

SSA

1 in een WBL gevestigde juridische entiteit

10.   Deelnamebeperking: De coördinator moet een in een van de WBL gevestigde juridische entiteit zijn

11.   Consortiumovereenkomst: De deelnemers aan OTO-acties die resulteren uit deze uitnodiging zijn niet verplicht een consortiumovereenkomst te sluiten

12.   Evaluatieprocedure:

De evaluatie verloopt in één fase.

De voorstellen worden niet anoniem geëvalueerd

13.   Evaluatiecriteria: zie bijlage B van het werkprogramma voor de toepasselijke criteria (inclusief de afzonderlijke wegingen en drempels en de totale drempel) per instrument

14.   Indicatieve evaluatie- en selectietermijnen:

Evaluatieresultaten: naar schatting binnen ongeveer 3 maanden na de sluitingsdatum beschikbaar.

Ondertekening van het contract: naar schatting zullen de eerste contracten met betrekking tot deze uitnodiging 7 maanden na de sluitingsdatum in werking treden


(1)  SSA = Specifieke ondersteunende actie.

(2)  LS = lidstaten van de EU; GS (inclusief GKLS) = geassocieerde staten; GKLS = geassocieerde kandidaat lidstaten. „Westelijke Balkanlanden” wordt in bijlage C van het werkprogramma gedefinieerd.


17.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/21


Wijzigingen op uitnodigingen tot het indienen van voorstellen voor OTO-werkzaamheden onder contract in het kader van het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie „Integratie en versterking van de Europese onderzoekruimte”

( Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 315 van 17 december 2002 )

(2005/C 322/13)

De Commissie heeft op 7 juli 2005 de volgende wijzigingen goedgekeurd (1):

Onder punt 7 op bladzijde 51 (bijlage 25): identificatiecode uitnodiging: FP6-2002-INCO-DEV/SSA-1

wordt:

Totale indicatieve begroting: 1 miljoen EUR in 2003. De totale indicatieve begroting voor de jaren 2004, 2005 en 2006 zal worden medegedeeld in de periodieke actualiseringen van het werkprogramma”

gewijzigd in:

Totale indicatieve begroting: 2,4 miljoen EUR in 2006 (deadline van 6 maart)”.

Onder punt 7 op bladzijde 52 (bijlage 26): identificatiecode uitnodiging: FP6-2002-INCO-MPC/SSA-2

wordt:

Totale indicatieve begroting: 0,6 miljoen EUR in 2003. De totale indicatieve begroting voor de jaren 2004, 2005 en 2006 zal worden medegedeeld in de periodieke actualiseringen van het werkprogramma”

gewijzigd in:

Totale indicatieve begroting: 1 miljoen EUR in 2006 (deadline van 6 maart)”.

Bladzijde 53 (bijlage 27): identificatiecode uitnodiging: FP6-2002-INCO-WBC/SSA-3

Voor 2006 wordt deze uitnodiging geannuleerd en vervangen door een nieuwe uitnodiging voor een specifieke ondersteunende actie FP6-2005-INCO-WBC/SSA-3. Deadline 6 maart 2006, gepubliceerd in het huidige Publicatieblad van de Europese Unie.

Onder punt 7 op bladzijde 54 (bijlage 28): identificatiecode uitnodiging: FP6-2002-INCO-Russia+NIS/SSA-4

wordt:

Totale indicatieve begroting: 0,6 miljoen EUR in 2003. De totale indicatieve begroting voor de jaren 2004, 2005 en 2006 zal worden medegedeeld in de periodieke actualiseringen van het werkprogramma”

gewijzigd in:

Totale indicatieve begroting: 0,7 miljoen EUR in 2006 (deadline van 6 maart)”.

Onder punt 7 op bladzijde 55 (bijlage 29): identificatiecode uitnodiging: FP6-2002-INCO-COMultilatRTD/SSA-5

wordt:

Totale indicatieve begroting: 0,6 miljoen EUR in 2003. De totale indicatieve begroting voor de jaren 2004, 2005 en 2006 zal worden medegedeeld in de periodieke actualiseringen van het werkprogramma”

gewijzigd in:

Totale indicatieve begroting: 2,3 miljoen EUR in 2006 (deadline van 6 maart)”.


(1)  Besluit C(2005)2076 van de Commissie van 7 juli, niet gepubliceerd.


17.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/22


Uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-acties onder contract in het kader van het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie: „Structureren van de Europese onderzoeksruimte”

Wetenschap en samenleving: René Descartes-prijzen

Identificatiecode uitnodiging: FP6-2005-Science-and-society-18

(2005/C 322/14)

1.

Overeenkomstig Besluit nr. 1513/2002/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 juni 2002 betreffende het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, ter bevordering van de totstandbrenging van de Europese onderzoeksruimte en van innovatie (2002-2006) (1) heeft de Raad op 30 september 2002 het specifiek programma voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie „Structureren van de Europese onderzoeksruimte” (2002-2006) (2) vastgesteld (hierna „het specifiek programma”).

Overeenkomstig artikel 5, lid 1, van het specifiek programma heeft de Commissie van de Europese Gemeenschappen (hierna „de Commissie”) op 30 september 2002 een werkprogramma (3) vastgesteld (hierna „het werkprogramma”) waarin een uitvoeriger beschrijving van de doelstellingen en de wetenschappelijke en technologische prioriteiten van het specifiek programma, alsmede een tijdschema voor de tenuitvoerlegging ervan zijn opgenomen.

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van de Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2002 betreffende de regels inzake de deelneming van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten en de regels inzake de verspreiding van de onderzoeksresultaten ter uitvoering van het zesde kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (2002-2006) (4) (hierna „de regels voor deelneming”) moeten voorstellen voor OTO-acties onder contract worden ingediend onder de voorwaarden van uitnodigingen tot het indienen van voorstellen.

2.

Deze uitnodiging tot het indienen van voorstellen voor OTO-acties onder contract (hierna „de uitnodiging”) omvat dit algemene deel en de specifieke voorwaarden die in de bijlage worden beschreven. De bijlage vermeldt met name de sluitingsdatum voor het indienen van de voorstellen voor OTO-acties onder contract, een indicatieve datum voor de voltooiing van de evaluaties, het indicatieve budget, de instrumenten en gebieden die onder de uitnodiging vallen, de evaluatiecriteria voor voorstellen voor OTO-acties onder contract, het minimumaantal deelnemers en alle van toepassing zijnde beperkingen.

3.

Natuurlijke of rechtspersonen die voldoen aan de voorwaarden in de regels voor deelneming en niet onder een van de uitsluitingsgevallen vallen in de regels voor deelneming of in artikel 114, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad van 25 juni 2002 houdende het Financieel Reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (5) (hierna „de indieners”) worden uitgenodigd voorstellen voor OTO-acties onder contract in te dienen bij de Commissie op de voorwaarden in de regels voor deelneming en in de uitnodiging.

In het kader van de onderhandelingen over de OTO-actie onder contract zal worden gecontroleerd of de indieners aan de deelnamevoorwaarden voldoen. Voordien moeten de indieners evenwel een verklaring hebben ondertekend dat zij niet in een van de in artikel 93, lid 1, van het Financieel Reglement bedoelde situaties verkeren. Tevens moeten zij de Commissie de informatie hebben verstrekt als bedoeld in artikel 173, lid 2, van Verordening (EG, Euratom) nr. 2342/2002 van de Commissie van 23 december 2002 tot vaststelling van uitvoeringsvoorschriften van Verordening (EG, Euratom) nr. 1605/2002 van de Raad houdende het financieel reglement van toepassing op de algemene begroting van de Europese Gemeenschappen (6).

De Europese Gemeenschap voert een gelijkekansenbeleid en in dit verband worden vrouwen in het bijzonder aangemoedigd voorstellen voor OTO-acties onder contract in te dienen of mede in te dienen.

4.

De Commissie verstrekt de indieners gidsen met informatie over de opstelling en indiening van een voorstel voor OTO-acties onder contract. De Commissie stelt ook richtsnoeren betreffende de evaluatie- en selectieprocedures voor voorstellen ter beschikking (7). Deze gidsen en richtsnoeren alsook het werkprogramma en andere informatie over de uitnodiging kunnen bij de Commissie worden verkregen via de volgende adressen:

Europese Commissie

The FP6 Information Desk

Directoraat-generaal RTD

B-1049 Brussel

E-mail: rtd-descartes@cec.eu.int

Internet adres: http://europa.eu.int/comm/research/descartes/index_en.htm

5.

Voorstellen voor OTO-acties onder contract onder gebied 4.3.4.2 (a) i: Descartes-prijs (onderzoek) kunnen uitsluitend in de vorm van een elektronisch voorstel via het webgebaseerde Electronic Proposal Submission System (EPSS) (8) worden ingediend. In uitzonderlijke omstandigheden kan een coördinator de Commissie evenwel vragen of het voorstel vóór de uiterste indieningsdatum op papier mag worden ingediend. Het schriftelijke verzoek hiertoe moet worden gericht aan: rtd-descartes@cec.eu.int. Het verzoek dient vergezeld te gaan van een motivering van de gevraagde uitzondering. Indieners van een voorstel die gebruik willen maken van de mogelijkheid om een voorstel op papier in te dienen, moeten er zelf zorg voor dragen dat dergelijke verzoeken om vrijstelling en de desbetreffende procedures tijdig worden afgerond opdat de deadline van de uitnodiging kan worden gehaald.

Voorstellen voor OTO-acties onder contract onder gebied 4.3.4.2 (a) i: Descartes-prijs (onderzoek) kunnen off line of on line worden opgesteld en on line worden ingediend. Deel B van de voorstellen voor OTO-acties onder contract kan alleen worden ingediend in PDF („portable document format”, compatibel met Adobe versie 3 of hoger met „embedded fonts” (vast bepaald lettertype). Gecomprimeerde („gezipte”) bestanden worden uitgesloten.

De EPSS-softwaretool (voor gebruik off line of on line) is beschikbaar via de Cordis-website www.cordis.lu.

Voorstellen voor OTO-acties onder contract onder gebied 4.3.4.2 (a) i: Descartes-prijs (onderzoek) die on line worden ingediend en onvolledig zijn, onleesbaar zijn of virussen bevatten, worden uitgesloten.

Versies van voorstellen voor OTO-acties onder contract onder gebied 4.3.4.2 (a) i: Descartes-prijs (onderzoek) die worden ingediend op een wisbaar elektronisch opslagmedium (bv. CD-rom, diskette), per e-mail of per fax worden uitgesloten.

Elk voorstel voor OTO-acties onder contract onder gebied 4.3.4.2 (a) i: Descartes-prijs (onderzoek) dat met toestemming op papier is ingediend en onvolledig is, wordt uitgesloten.

Voorstellen voor OTO-acties onder contract onder gebied 4.3.4.2 (a) ii: Descartes-prijs (communicatie) kunnen anderzijds enkel op papier worden ingediend.

Voorstellen voor OTO-acties onder contract onder gebied 4.3.4.2 (a) ii: Descartes-prijs (communicatie) moeten worden opgesteld en ingediend met gebruikmaking van de formulieren in de gids voor indieners van voorstellen.

6.

Voorstellen voor OTO-acties onder contract onder gebied 4.3.4.2 (a) ii: Descartes-prijs (communicatie) die op papier worden ingediend via de post, moeten op het volgende adres door de Commissie worden ontvangen en moeten als volgt zijn geadresseerd:

„FP6 — Research Proposals”

FP6-2005-Science and Society 18

Europese Commissie

B-1049 Brussel.

Voorstellen die eigenhandig of door vertegenwoordigers (inclusief door particuliere koeriersdiensten (9)) worden afgegeven, moeten op het volgende adres worden overhandigd en moeten als volgt zijn geadresseerd:

„FP6 — Research Proposals”

FP6-2005-Science and Society 18

Europese Commissie

Genèvestraat 1

B-1140 Brussel.

Alle voorstellen voor OTO-acties onder contract moeten twee delen bevatten: de formulieren (deel A) en de inhoud (deel B).

Verdere details betreffende de verschillende procedures voor voorstelindiening worden gegeven in bijlage J van de Richtsnoeren betreffende de evaluatie- en selectieprocedures voor voorstellen.

7.

Voorstellen voor OTO-acties onder contract moeten uiterlijk op de sluitingsdatum en op het in de desbetreffende uitnodiging gespecificeerde tijdstip de Commissie bereiken. Voorstellen voor OTO-acties onder contract die na deze datum en tijdstip aankomen, worden uitgesloten.

Voorstellen voor OTO-acties onder contract die niet voldoen aan de voorwaarden betreffende het minimumaantal deelnemers vermeld in de uitnodiging, worden uitgesloten.

Dit geldt ook ten aanzien van alle extra toelatingscriteria in het werkprogramma.

8.

Bij opeenvolgende indieningen van hetzelfde voorstel voor een OTO-actie onder contract onderzoekt de Commissie de laatst vóór de sluitingsdatum en het in de betrokken uitnodiging gespecificeerde tijdstip ontvangen versie.

9.

Indien in de relevante uitnodiging daarin is voorzien, kunnen voorstellen voor OTO-acties onder contract in het kader van een toekomstige evaluatie worden geëvalueerd.

10.

De indieners worden verzocht de relevante identificatiecode van de uitnodiging in alle correspondentie betreffende de uitnodiging (bijv. bij een verzoek om informatie of bij indiening van een voorstel voor een OTO-actie onder contract) te vermelden.


(1)  PB L 232 van 29.8.2002, blz. 1.

(2)  PB L 294 van 29.10.2002, blz. 44.

(3)  Besluit C(2002)4791 van de Commissie, als gewijzigd bij besluiten C(2003)635, C(2003)998, C(2003)1951, C(2003)2708, C(2003)4571, C(2004)48, C(2004)3330, C(2004)4726, C(2005)969, C(2005)1447, C(2005)3190 en C(2005)4206 van de Commissie, alle ongepubliceerd.

(4)  PB L 355 van 30.12.2002, blz. 23.

(5)  PB L 248 van 16.9.2002, blz. 1.

(6)  PB L 357 van 31.12.2002, blz. 1.

(7)  C(2003)883 van 27.3.2003, laatstelijk gewijzigd bij C(2004)3337 van 1.9.2004.

(8)  Het EPSS is een hulpmiddel om indieners van voorstellen te helpen bij het opstellen en indienen van hun voorstellen langs elektronische weg.

(9)  Voor koeriersdiensten die een telefoonnummer van de ontvanger verlangen, gebruikt u het nummer: (32-2) 299 11 11 (mw Maxwell mw Marina Ritter).


BIJLAGE

1.   Specifiek programma: Structurering van de EOR

2.   Activiteit: Wetenschap en samenleving

3.   Titel uitnodiging: René Descartes-prijzen 2006

4.   Identificatiecode uitnodiging: FP6-2005-Science-and-society-18

5.   Publicatiedatum:

6.   Sluitingsdatum: 4 mei 2006, om 17.00 uur (Brusselse lokale tijd)

7.   Indicatief totaalbudget: 1,425 miljoen EUR

8.   Gebied en instrumenten: Er worden voorstellen ingewacht over de volgende onderwerpen. In de tabel worden alleen korte titels gegeven. Voor een volledige beschrijving van de onderwerpen worden de aanvragers verwezen naar het werkprogramma Wetenschap en samenleving.

9.   Minimumaantal deelnemers (2):

Instrument

Minimumaantal

SSA 4.3.4.2 (a) i: Descartes-prijs (onderzoek)

Twee juridische entiteiten uit twee verschillende LS of GS, waarvan ten minste één LS of GKLS

SSA 4.3.4.2 (a) ii: Descartes-prijs (communicatie)

1 juridische entiteit uit 1 LS of GS

10.   Deelnamebeperking: Mits aan de onderstaande voorwaarden is voldaan, kan iedere juridische entiteit die is gevestigd in een derde land dat niet valt onder artikel 6, lid 2, van de regels voor deelneming (entiteiten in landen die een W & T-overeenkomst met de Gemeenschap hebben gesloten kunnen op grond daarvan deelnemen) aan deze uitnodiging deelnemen, mits dit gunstig of essentieel is voor de voorgestelde activiteit en het aangegeven minimumaantal deelnemers uit lidstaten of geassocieerde landen bereikt is.

Voor de Descartes-onderzoeksprijs (4.3.4.2 (a) i):

kunnen onderzoeksteams of voordragende instanties slechts één project per voorstel indienen.

Voor de Descartes-communicatieprijs (4.3.4.2 (a) ii):

dient de kandidaat eerder een prijs voor wetenschapscommunicatie te hebben ontvangen

dient samen met het voorstel een kopie van het bewijs van de prijs te worden ingediend

heeft de evaluatie enkel betrekking op prestaties die verband houden met de eerder toegekende prijs, niet op ondertussen behaalde resultaten

dient het voorstel te worden ingediend door de organisatie die de prijs aan deze kandidaat heeft toegekend

kan de organisatie slechts één kandidaat per voorstel voordragen.

Een voorstel wordt slechts geëvalueerd als aan al deze toelatingscriteria is voldaan.

11.   Consortiumovereenkomst: De deelnemers aan OTO-acties die resulteren uit deze uitnodiging zijn niet verplicht een consortiumovereenkomst te sluiten

12.   Evaluatieprocedure:

De evaluatie vindt plaats in één fase, waarbij individuele evaluaties op afstand kunnen plaatsvinden.

Voorstellen worden niet anoniem geëvalueerd

13.   Evaluatiecriteria: Voor de René Descartes-prijs (onderzoek), onderwerp 4.3.4.2 (a) i van het huidige werkprogramma, gelden de volgende evaluatiecriteria:

kwaliteit en nieuwheid van de behaalde resultaten;

bijdrage tot het behandelen van wetenschappelijke en technologische sleutelkwesties.

De mate waarin de onderzoeksresultaten enkel door onderzoeksactiviteiten op Europees niveau en daarbuiten kunnen worden behaald.

Totale drempelscore na toepassing van de wegingsfactor 17 op 20.

Voor de René Descartes-prijs (communicatie), onderwerp 4.3.4.2 (a) ii van het huidige werkprogramma gelden de volgende evaluatiecriteria:

adequaatheid, capaciteit en innovativiteit van de in de communicatie geïnvesteerde technische middelen

nauwkeurigheid, geschiktheid en deugdelijkheid van de wetenschappelijke inhoud;

effectiviteit van de communicatieactiviteit om het profiel van wetenschap, engineering of technologie, zoals gepercipieerd door de doelgroep, te bevorderen

de mate waarin de actie voor wetenschapscommunicatie tegemoet kan komen aan de belangrijkste zorgen en/of verwachtingen van de Europese samenleving;

de mate waarin de communicatieactiviteit of de communicatiedeskundige een model kan aanbieden voor transpositie naar verschillende culturele achtergronden

de mate waarin de communicatieactiviteit of de communicatiedeskundige nieuwe denksporen kan openen en verdere initiatieven in een bredere context op gang kan brengen.

Totale drempelscore 16 op 20 (na toepassing van de wegingsfactor).

14.   Indicatieve evaluatie- en selectietermijnen:

Evaluatieresultaten: Naar schatting binnen 6 maanden na de sluitingsdatum

Ondertekening subsidietoezeggingen: Naar schatting zullen de prijzen vóór eind 2006 worden toegekend.


(1)  SSA = Specifieke ondersteunende actie.

(2)  LS = lidstaten van de EU; GS (inclusief GKLS) = geassocieerde staten; GKLS : geassocieerde kandidaat-lidstaten.

Iedere in een lidstaat of een geassocieerde staat gevestigde juridische entiteit die uit het vereiste aantal deelnemers bestaat, mag individueel deelnemen aan een actie onder contract.


17.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/26


UK-Edinburgh: Exploitatie van geregelde luchtdiensten

Openbare aanbesteding door het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder d), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad met betrekking tot de exploitatie van geregelde luchtdiensten tussen Glasgow en Barra (Schotland)

(2005/C 322/15)

(voor de EER relevante tekst)

1.   Inleiding: Overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van 23.7.1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes heeft het Verenigd Koninkrijk openbaredienstverplichtingen opgelegd voor de geregelde luchtdiensten tussen Glasgow en Barra. De voor deze verplichting tot openbare dienstverlening gestelde normen werden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 387/06 van 21.12.1996, als gewijzigd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen/Unie C 355/04 van 8.12.1999, C 310/08 van 13.12.2002, C 278/06 van 19.11.2003 en C 321 van 16.12.2005.

Indien geen enkele luchtvaartmaatschappij vóór 1.3.2006 met geregelde luchtdiensten op de route Glasgow-Barra begint of op het punt staat te beginnen, in overeenstemming met de opgelegde openbaredienstverplichtingen en zonder daarvoor om een compensatie te vragen, heeft het Verenigd Koninkrijk, in overeenstemming met de procedure van artikel 4, lid 1, onder d), van bovenvermelde verordening, besloten de toegang tot deze route te blijven beperken tot één luchtvaartmaatschappij en het recht deze diensten vanaf 1.4.2006 te exploiteren openbaar aan te besteden.

2.   Voorwerp van de aanbesteding: Exploitatie vanaf 1.4.2006 van geregelde luchtdiensten tussen Glasgow en Barra in overeenstemming met de openbaredienstverplichtingen opgelegd op deze route en bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 387/06 van 21.12.1996, als gewijzigd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen/Unie C 355/04 van 8.12.1999, C 310/08 van 13.12.2002, C 278/06 van 19.11.2003 en C 321 van 16.12.2005.

3.   Deelneming: De aanbesteding staat open voor alle luchtvaartmaatschappijen die in het bezit zijn van een geldige exploitatievergunning, afgegeven door een lidstaat in overeenstemming met Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad van 23.7.1992 betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen. De exploitatie van deze diensten is onderworpen aan de regelgeving van de burgerluchtvaartautoriteit (Civil Aviation Authority — CAA).

4.   Aanbestedingsprocedure: Deze aanbesteding is onderworpen aan de bepalingen van artikel 4, lid 1, onder d), e), f), g), h) en i), van Verordening (EEG) nr. 2408/92.

5.   Aanbestedingsdossier/kwalificaties, enz.: De volledige aanbestedingsdocumentatie, inclusief offerteformulier, bestek, contractvoorwaarden/bijlage bij de contractvoorwaarden, alsmede de tekst van de oorspronkelijke openbaredienstverplichtingen die zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 387/06 van 21.12.1996, als gewijzigd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen/Unie C 355/04 van 8.12.1999, C 310/08 van 13.12.2002, C 278/06 van 19.11.2003 en C 321 van 16.12.2005, is gratis te verkrijgen bij de onderstaande aanbestedende instantie:

Scottish Executive Enterprise, Transport and Lifelong Learning Department, Transport Division 2/2, Victoria Quay, Edinburgh EH6 6QQ, United Kingdom. Tel. (44-131) 244 08 54. Fax (44-131) 244 08 71. (Contact: Grace McGuire, SEETLLD — Transport Division 2/2).

De luchtvaartmaatschappijen dienen bij hun offertedocumenten bewijsstukken te voegen betreffende hun financiële toestand (jaarverslagen en goedgekeurde jaarrekeningen voor de afgelopen 3 jaar, samen met cijfers betreffende de omzet en de winst vóór belastingen in de afgelopen 3 jaar), en betreffende hun ervaring en hun technische competentie om de beschreven diensten te verlenen. De aanbestedende instantie behoudt zich het recht voor verdere informatie te vragen over de financiële en technische middelen en mogelijkheden van de indiener.

Offerteprijzen moeten in pond sterling worden vermeld en alle documentatie moet in het Engels zijn. Het contract zal worden beschouwd als een contract volgens Schots recht waarvoor uitsluitend de Schotse rechtbanken bevoegd zijn.

6.   Financiële compensatie: In de ingediende aanbestedingen moet het bedrag worden vermeld dat in de vorm van een subsidie vereist wordt voor de exploitatie van de diensten voor een periode van 3 jaar vanaf de genoemde aanvangsdatum (met een jaarlijkse analyse). De subsidie moet worden berekend overeenkomstig het bestek. Het maximale bedrag van de uiteindelijk uitgekeerde subsidie kan alleen worden herzien in geval van een onvoorziene verandering in de exploitatievoorwaarden.

Het contract zal worden toegekend door de Schotse regering. Alle betalingen krachtens het contract gebeuren in pond sterling.

7.   Geldigheidsduur, wijziging en beëindiging van het contract: Een op 1.4.2006 ingaand driejarig contract verloopt op 31.3.2009. Elke wijziging of beëindiging van het contract vindt plaats volgens de voorwaarden van het contract. Variaties in de diensten zijn slechts toegestaan met instemming van de aanbestedende instantie.

8.   Sancties wanneer de luchtvaartmaatschappij het contract niet nakomt: Wanneer de luchtvaartmaatschappij om een andere dan onderstaande reden een vlucht niet kan uitvoeren, kan de Schotse regering de subsidie naar verhouding verlagen voor elke keer dat een vlucht niet wordt uitgevoerd, met dien verstande dat de Schotse regering de subsidie niet verlaagt wanneer het niet uitvoeren van de vlucht het gevolg is van een van de onderstaande omstandigheden en niet het gevolg is van handelingen of nalatigheden van de luchtvaartmaatschappij:

verkeers-/weersomstandigheden;

sluiting van de luchthavens;

redenen m.b.t. de beveiliging;

stakingen;

veiligheidsoverwegingen.

In overeenstemming met de contractvoorwaarden is daarnaast ook een verklaring van de luchtvaartmaatschappij voor het niet nakomen van de verplichtingen vereist.

9.   Uiterste termijn voor het indienen van offertes: 1 maand na de datum van bekendmaking van deze mededeling.

10.   Indieningsprocedure: De offertes dienen naar het onder punt 5 genoemde adres te worden opgestuurd. Personen die toegelaten zijn voor openbare aanbestedingen zijn aangestelde personeelsleden van de Scottish Executive's Enterprise, Transport and Lifelong Learning Department en de Procurement and Commercial Services Division bij de Schotse administratie.

11.   Geldigheid van aanbesteding: Overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder d), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 is de geldigheid van deze aanbesteding onderworpen aan de voorwaarde dat geen enkele communautaire luchtvaartmaatschappij vóór 1.3.2006 een programma indient om de route in kwestie vanaf 1.4.2006 of eerder in overeenstemming met de opgelegde openbaredienstverplichtingen, als gewijzigd, te exploiteren zonder daarvoor subsidie te ontvangen.


17.12.2005   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 322/28


UK-Edinburgh: Exploitatie van geregelde luchtdiensten

Openbare aanbesteding door het Verenigd Koninkrijk overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder d), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad met betrekking tot de exploitatie van geregelde luchtdiensten op de routes Glasgow-Campbeltown en Glasgow-Tiree (Schotland)

(2005/C 322/16)

(voor de EER relevante tekst)

1.   Inleiding: Overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van 23.07.1992 betreffende de toegang van communautaire luchtvaartmaatschappijen tot intracommunautaire luchtroutes heeft het Verenigd Koninkrijk openbaredienstverplichtingen opgelegd voor de geregelde luchtdiensten op de routes Glasgow-Campbeltown en Glasgow-Tiree. De voor deze verplichting tot openbare dienstverlening gestelde normen werden bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 387/06 en C 387/07 van 21.12.1996, als gewijzigd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen/Unie C 355/03 van 8.12.1999, C 310/07 van 13.12.2002, C 278/05 van 19.11.2003 en C 321 van 16.12.2005.

Indien geen enkele luchtvaartmaatschappij vóór 1.3.2006 met geregelde luchtdiensten op de routes Glasgow-Campbeltown en Glasgow-Tiree begint of op het punt staat te beginnen, in overeenstemming met de opgelegde openbaredienstverplichtingen en zonder daarvoor om een compensatie te vragen, heeft het Verenigd Koninkrijk, in overeenstemming met de procedure van artikel 4, lid 1, onder d), van bovenvermelde verordening, besloten de toegang tot deze route te blijven beperken tot één luchtvaartmaatschappij en het recht deze diensten vanaf 1.4.2006 te exploiteren openbaar aan te besteden.

2.   Voorwerp van de aanbesteding: Exploitatie vanaf 1.4.2006 van geregelde luchtdiensten op de routes Glasgow-Campbeltown en Glasgow-Tiree in overeenstemming met de openbaredienstverplichtingen opgelegd op deze routes en bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 387/06 en C 387/07 van 21.12.1996, als gewijzigd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen/Unie C 355/03 van 8.12.1999, C 310/07 van 13.12.2002, C 278/05 van 19.11.2003 en C 321 van 16.12.2005.

3.   Deelneming: De aanbesteding staat open voor alle luchtvaartmaatschappijen die in het bezit zijn van een geldige exploitatievergunning, afgegeven door een lidstaat in overeenstemming met Verordening (EEG) nr. 2407/92 van de Raad van 23.7.1992 betreffende de verlening van exploitatievergunningen aan luchtvaartmaatschappijen. De exploitatie van deze diensten is onderworpen aan de regelgeving van de burgerluchtvaartautoriteit (Civil Aviation Authority — CAA).

4.   Aanbestedingsprocedure: Deze aanbesteding is onderworpen aan de bepalingen van artikel 4, lid 1, onder d), e), f), g), h) en i), van Verordening (EEG) nr. 2408/92.

5.   Aanbestedingsdossier/kwalificaties, enz.: De volledige aanbestedingsdocumentatie, inclusief offerteformulier, bestek, contractvoorwaarden/bijlage bij de contractvoorwaarden, alsmede de tekst van de oorspronkelijke openbaredienstverplichtingen die zijn bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 387/06 en C 387/07 van 21.12.1996, als gewijzigd in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen/Unie C 355/03 van 8.12.1999, C 310/07 van 13.12.2002, C 278/05 van 19.11.2003 en C 321 van 16.12.2005, is gratis te verkrijgen bij de onderstaande aanbestedende instantie:

Scottish Executive Enterprise, Transport and Lifelong Learning Department, Transport Division 2/2, Victoria Quay, Edinburgh EH6 6QQ, United Kingdom. Tel. (44-131) 244 08 54. Fax (44-131) 244 08 71. (Contact: Grace McGuire, SEETLLD — Transport Division 2/2).

De luchtvaartmaatschappijen dienen bij hun offertedocumenten bewijsstukken te voegen betreffende hun financiële toestand (jaarverslagen en goedgekeurde jaarrekeningen voor de afgelopen 3 jaar, samen met cijfers betreffende de omzet en de winst vóór belastingen in de afgelopen 3 jaar), en betreffende hun ervaring en hun technische competentie om de beschreven diensten te verlenen. De aanbestedende instantie behoudt zich het recht voor verdere informatie te vragen over de financiële en technische middelen en mogelijkheden van de indiener.

Het recht om de Glasgow-Campbeltown- en Glasgow-Tiree-diensten te exploiteren wordt verleend ervan uitgaande dat ze gecombineerd kunnen worden in één contract of dat aanbestedingen gehouden kunnen worden voor de exploitatie van één dienst of beide diensten. De aanbestedende instantie behoudt zich bijgevolg het recht voor naar eigen inzicht offertes te aanvaarden die maar één dienst of beide diensten betreffen en inschrijvers dienen voor elke offerte een afzonderlijke kostenopgave te verstrekken. Zowel aparte als gecombineerde offertes worden beoordeeld op basis van hun economisch voordeel en ze moeten de exploitatie van beide diensten waarborgen voor een duur van hun respectieve naderbepaalde aanbestedingsperiode. Offerteprijzen moeten in pond sterling worden vermeld en alle documentatie moet in het Engels zijn. Het contract zal worden beschouwd als een contract volgens Schots recht waarvoor uitsluitend de Schotse rechtbanken bevoegd zijn.

6.   Financiële compensatie: In de ingediende aanbestedingen moet het bedrag worden vermeld dat in de vorm van een subsidie vereist wordt voor de exploitatie van de diensten voor een periode van 3 jaar vanaf de genoemde aanvangsdatum (met een jaarlijkse analyse). De subsidie moet worden berekend overeenkomstig het bestek. Het maximale bedrag van de uiteindelijk uitgekeerde subsidie kan alleen worden herzien in geval van een onvoorziene verandering in de exploitatievoorwaarden.

Het contract zal worden toegekend door de Schotse regering. Alle betalingen krachtens het/de contract(en) gebeuren in pond sterling.

7.   Geldigheidsduur, wijziging en beëindiging van het contract: Een op 1.4.2006 ingaand driejarig contract verloopt op 31.3.2009. Elke wijziging of beëindiging van het contract vindt plaats volgens de voorwaarden van het contract. Variaties in de diensten zijn slechts toegestaan met instemming van de aanbestedende instantie.

8.   Sancties wanneer de luchtvaartmaatschappij het contract niet nakomt: Wanneer de luchtvaartmaatschappij om een andere dan onderstaande reden een vlucht niet kan uitvoeren, kan de Schotse regering de subsidie naar verhouding verlagen voor elke keer dat een vlucht niet wordt uitgevoerd, met dien verstande dat de Schotse regering de subsidie niet verlaagt wanneer het niet uitvoeren van de vlucht het gevolg is van een van de onderstaande omstandigheden en niet het gevolg is van handelingen of nalatigheden van de luchtvaartmaatschappij:

verkeers-/weersomstandigheden;

sluiting van de luchthavens;

redenen m.b.t. de beveiliging;

stakingen;

veiligheidsoverwegingen.

In overeenstemming met de contractvoorwaarden is daarnaast ook een verklaring van de luchtvaartmaatschappij voor het niet nakomen van de verplichtingen vereist.

9.   Uiterste termijn voor het indienen van offertes: 1 maand na de datum van bekendmaking van deze mededeling.

10.   Indieningsprocedure: De offertes dienen naar het onder punt 5 genoemde adres te worden opgestuurd. Personen die toegelaten zijn voor openbare aanbestedingen zijn aangestelde personeelsleden van de Scottish Executive's Enterprise, Transport and Lifelong Learning Department en de Procurement and Commercial Services Division bij de Schotse administratie.

11.   Geldigheid van aanbesteding: Overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder d), van Verordening (EEG) nr. 2408/92 is de geldigheid van deze aanbesteding onderworpen aan de voorwaarde dat geen enkele communautaire luchtvaartmaatschappij vóór 1.3.2006 een programma indient om de route in kwestie vanaf 1.4.2006 of eerder in overeenstemming met de opgelegde openbaredienstverplichtingen, als gewijzigd, te exploiteren zonder daarvoor subsidie te ontvangen.