|
Publicatieblad |
NL L-serie |
|
2025/2393 |
5.12.2025 |
Wijzigingsprotocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Monaco over de uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen ter verbetering van de internationale naleving van de belastingplicht in overeenstemming met de door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) vastgestelde standaard voor de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen
DE EUROPESE UNIE
en
HET VORSTENDOM MONACO,
beide hierna afzonderlijk “de overeenkomstsluitende partij” en gezamenlijk “de overeenkomstsluitende partijen” genoemd,
OVERWEGENDE dat de overeenkomstsluitende partijen al heel lang een nauwe relatie onderhouden waar het gaat om wederzijdse bijstand in fiscale aangelegenheden, die aanvankelijk bestond in de toepassing van maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad (1) en die later is uitgewerkt in de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Monaco over de uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen ter verbetering van de internationale naleving van de belastingplicht in overeenstemming met de door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) (2) vastgestelde standaard voor de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen (“de overeenkomst”), zoals gewijzigd bij het Wijzigingsprotocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Monaco waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad (3), gebaseerd op de wederzijdse automatische uitwisseling van inlichtingen door middel van de toepassing van de standaard voor de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen (“de mondiale standaard”) van de OESO,
OVERWEGENDE dat, na de eerste uitgebreide evaluatie van de mondiale standaard door de OESO, wijzigingen van de mondiale standaard in augustus 2022 zijn goedgekeurd door de Commissie inzake belastingen van de OESO en op 8 juni 2023 door de OESO-Raad zijn aangenomen door middel van zijn herziene aanbeveling betreffende de internationale standaarden voor de automatische uitwisseling van inlichtingen in fiscale aangelegenheden (“de actualisering van de mondiale standaard”),
OVERWEGENDE dat in de uitgebreide evaluatie door de OESO de toenemende complexiteit van financiële instrumenten en de opkomst en het gebruik van nieuwe soorten digitale activa aan het licht zijn gekomen en is erkend dat de mondiale standaard moet worden aangepast om een alomvattende en doeltreffende naleving van de belastingwetgeving te waarborgen,
OVERWEGENDE dat bij de actualisering van de mondiale standaard het toepassingsgebied van de rapportage is uitgebreid tot nieuwe digitale financiële producten, zoals gespecificeerde elektronischgeldproducten en digitale centralebankmunten, die geloofwaardige alternatieven bieden voor traditionele financiële rekeningen, waarvoor krachtens de Mondiale Standaard reeds rapportageverplichtingen gelden,
OVERWEGENDE dat het nieuwe OESO-rapportagekader voor cryptoactiva (Crypto-Asset Reporting Framework – CARF), dat parallel met de actualisering van de mondiale standaard is ingevoerd, fungeert als een aanvullend mechanisme op mondiaal niveau en specifiek is ontworpen om de snelle ontwikkeling en groei van de markt voor cryptoactiva aan te pakken,
OVERWEGENDE dat het absoluut noodzakelijk werd geacht te zorgen voor een efficiënte interactie tussen deze twee kaders, met name om gevallen van dubbele rapportage te beperken, door: i) gespecificeerde elektronischgeldproducten en digitale centralebankmunten uit te sluiten van het toepassingsgebied van het CARF, aangezien zij zijn opgenomen in de geactualiseerde mondiale standaard; ii) cryptoactiva die binnen het toepassingsgebied van de geactualiseerde mondiale standaard vallen, te beschouwen als financiële activa met het oog op de rapportage van bewaarrekeningen, aandelen in of schuldvorderingen op beleggingsentiteiten (behalve in gevallen van dienstverlening waarbij wisseltransacties verrichten voor of namens klanten, die onder het CARF vallen), indirecte beleggingen in cryptoactiva via andere traditionele financiële producten of traditionele financiële producten die in cryptografische vorm zijn uitgegeven, en iii) te voorzien in een facultatieve bepaling voor rapporterende financiële instellingen om de rapportage van bruto-opbrengsten uit te schakelen voor activa die in beide kaders als cryptoactiva zijn geclassificeerd, wanneer dergelijke informatie in het kader van het CARF wordt gerapporteerd, en tegelijkertijd alle andere informatie, zoals het saldo van de rekening, in het kader van de mondiale standaard te blijven rapporteren,
OVERWEGENDE dat het CARF binnen de Europese Unie is uitgevoerd door Richtlijn (EU) 2023/2226 van de Raad (4), tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU (5) van de Raad, waarbij die bepalingen vanaf 1 januari 2026 van toepassing zijn,
OVERWEGENDE dat het Vorstendom Monaco in dit stadium niet is aangemerkt als rechtsgebied dat van belang is voor de uitvoering van het CARF door het mondiaal forum inzake transparantie en uitwisseling van inlichtingen voor belastingdoeleinden van de OESO (“het mondiaal forum”), maar bereid blijft alle nodige stappen te zetten om het CARF op vlotte wijze uit te voeren en toe te passen wanneer het mondiaal forum het wel als een dergelijk rechtsgebied beschouwt,
OVERWEGENDE dat de overeenkomstsluitende partijen, om gevallen van dubbele rapportage te beperken, wanneer het Vorstendom Monaco het CARF uitvoert betreffende de lidstaten, onderscheid moeten maken tussen het toepassingsgebied van de overeenkomst, het CARF (voor het Vorstendom Monaco) en Richtlijn (EU) 2023/2226 (voor EU-lidstaten) op een wijze die strookt met het onderscheid van het toepassingsgebied tussen de geactualiseerde mondiale standaard en het CARF,
OVERWEGENDE dat de actualisering van de mondiale standaard gedetailleerdere rapportagevoorschriften en strengere due diligence-procedures invoert om de betrouwbaarheid en het gebruik van de uitgewisselde inlichtingen te verbeteren,
OVERWEGENDE dat de actualisering van de mondiale standaard een nieuwe categorie “uitgezonderde rekeningen” voor kapitaalstortingsrekeningen en een de-minimisdrempel voor de rapportage van depositorekeningen met gespecificeerde elektronischgeldproducten toevoegt,
OVERWEGENDE, voor de lidstaten, dat Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (6) specifieke regels inzake gegevensbescherming zijn vastgesteld in de Europese Unie die ook van toepassing zijn op de inlichtingenuitwisseling door de lidstaten in het kader van de overeenkomst,
OVERWEGENDE dat de bescherming van persoonsgegevens in het Vorstendom Monaco is geregeld bij Wet nr. 1.565 van 3 december 2024 betreffende de bescherming van persoonsgegevens met inbegrip van de uitvoeringsvoorwaarden vastgesteld in de Ordonnance Souveraine (7),
OVERWEGENDE dat de Europese Commissie, op de datum van de ondertekening van dit wijzigingsprotocol, nog geen besluit heeft genomen op grond van artikel 45, lid 3, van Verordening (EU) 2016/679 waarbij wordt geconstateerd dat het Vorstendom Monaco waarborgen voor een passend beschermingsniveau van persoonsgegevens biedt,
OVERWEGENDE dat beide overeenkomstsluitende partijen zich ertoe verbinden de specifieke waarborgen inzake gegevensbescherming, die zijn opgenomen in de overeenkomst, met inbegrip van bijlage III, uit te voeren en in acht te nemen, teneinde te garanderen dat geen van de overeenkomstsluitende partijen zich op enigerlei rechtvaardigingsgrond kan beroepen om de uitwisseling van inlichtingen met de andere overeenkomstsluitende partij te weigeren,
OVERWEGENDE dat rapporterende financiële instellingen, verzendende bevoegde autoriteiten en ontvangende bevoegde autoriteiten, als verwerkingsverantwoordelijken, de overeenkomstig de overeenkomst verwerkte inlichtingen niet langer mogen bewaren dan nodig is om de doelstellingen ervan te verwezenlijken, en overwegende dat, gezien de verschillen in de wetgevingen van de lidstaten en het Vorstendom Monaco, de maximale bewaartermijn voor elk van de overeenkomstsluitende partijen moet worden vastgesteld op basis van de voorschriften inzake verjaring waarin is voorzien in de nationale belastingwetgeving van elke verwerkingsverantwoordelijke,
OVERWEGENDE dat de verwerking van inlichtingen uit hoofde van de overeenkomst noodzakelijk is voor en evenredig is met het doel om de belastingdiensten van de lidstaten en het Vorstendom Monaco in staat te stellen correct en ondubbelzinnig de betrokken belastingplichtigen te identificeren, hun belastingwetgeving in grensoverschrijdende situaties toe te passen en te handhaven, te beoordelen hoe waarschijnlijk belastingontduiking is en onnodig verder onderzoek te vermijden,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
De overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
de aanhef tussen de titel en artikel 1 wordt vervangen door: “DE EUROPESE UNIE en HET VORSTENDOM MONACO, beide hierna afzonderlijk “de overeenkomstsluitende partij” en gezamenlijk “de overeenkomstsluitende partijen” genoemd, HEBBEN BESLOTEN DE VOLGENDE OVEREENKOMST TE SLUITEN:” ; |
|
2) |
aan artikel 1, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:
; |
|
3) |
artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
|
|
4) |
artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
|
|
5) |
artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
|
|
6) |
in artikel 7 wordt lid 2 vervangen door: “2. Als het overleg betrekking heeft op significante niet-naleving van de bepalingen van deze overeenkomst en de in lid 1 beschreven procedure niet tot een adequate oplossing leidt, kan de bevoegde autoriteit van een lidstaat of van Monaco de uitwisseling van inlichtingen krachtens deze overeenkomst met respectievelijk Monaco of een specifieke lidstaat schorsen door de andere bevoegde autoriteit in kwestie daarvan schriftelijk in kennis te stellen. Een dergelijke schorsing wordt onmiddellijk van kracht. Voor de toepassing van dit lid geldt dat er onder meer sprake is van: i) niet-naleving van de bepalingen inzake vertrouwelijkheid en gegevensbescherming van deze overeenkomst, met inbegrip van bijlage III, van Verordening (EU) 2016/679 en Wet nr. 1.565 van 3 december 2024 betreffende de bescherming van persoonsgegevens met inbegrip van de uitvoeringsvoorwaarden vastgesteld bij Ordonnance Souveraine, naargelang de context, ii) wanneer de bevoegde autoriteit van een lidstaat of van Monaco de krachtens deze overeenkomst vereiste inlichtingen niet tijdig of adequaat verstrekt, en iii) wanneer aan entiteiten of rekeningen de status van niet-rapporterende financiële instelling en uitgezonderde rekening wordt toegekend op een wijze die afbreuk doet aan het doel van deze overeenkomst.” |
|
7) |
artikel 9 wordt vervangen door: “Artikel 9 Beëindiging Elke overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij beëindigen. Een dergelijke beëindiging wordt van kracht op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van twaalf maanden na de datum van de kennisgeving van de beëindiging. In geval van beëindiging blijven alle inlichtingen die voordien uit hoofde van deze overeenkomst zijn ontvangen, vertrouwelijk en onderworpen aan i) de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten tot uitvoering van Verordening (EU) 2016/679 in het geval van de lidstaten, en ii) de bepalingen van Wet nr. 1.565 van 3 december 2024 betreffende de bescherming van persoonsgegevens, met inbegrip van de uitvoeringsvoorwaarden vastgesteld bij Ordonnance Souveraine, in het geval van Monaco, en, in beide gevallen, aan de specifieke waarborgen inzake gegevensbescherming die zijn opgenomen in deze overeenkomst, waaronder die in bijlage III.” |
|
8) |
bijlage I wordt als volgt gewijzigd:
|
|
9) |
bijlage III wordt als volgt gewijzigd:
|
|
10) |
in bijlage IV wordt punt ac) geschrapt. |
Artikel 2
Inwerkingtreding en toepassing
1. Dit wijzigingsprotocol wordt gesloten onder voorbehoud van bekrachtiging of goedkeuring door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures. De overeenkomstsluitende partijen stellen elkaar in kennis van de voltooiing van deze procedures. Dit wijzigingsprotocol treedt in werking op de eerste dag van januari na de laatste kennisgeving.
2. Niettegenstaande lid 1 van dit artikel, zijn artikel 1, lid 2, lid 3, punt b), en lid 8, punt c), van dit wijzigingsprotocol van toepassing vanaf de datum waarop het Vorstendom Monaco aanvangt het CARF voor alle lidstaten toe te passen.
Artikel 3
Talen
Dit wijzigingsprotocol is opgesteld in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder de overeenkomst hebben geplaatst.
(1) Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (PB L 157 van 26.6.2003, blz. 38, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2003/48/oj).
(2) PB EU L 19 van 21.1.2005, blz. 55, ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2005/44(1)/oj.
(3) PB EU L 225 van 19.8.2016, blz. 3, ELI: http://data.europa.eu/eli/prot/2016/1392/oj.
(4) Richtlijn (EU) 2023/2226 van de Raad van 17 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (PB EU L, 2023/2226, 24.10.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2023/2226/oj).
(5) Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PB EU L 64 van 11.3.2011, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2011/16/oj).
(6) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/679/oj).
(7) “Journal de Monaco”, bulletin officiel de la Principauté, nr. 8725 van 13.12 2024.
GEZAMENLIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN:
GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN OVER DE OVEREENKOMST EN DE BIJLAGEN
De overeenkomstsluitende partijen komen met betrekking tot de uitvoering van de overeenkomst en de bijlagen I en II daarbij, zoals gewijzigd bij het wijzigingsprotocol van 13 oktober 2025, overeen dat zij gebruik zullen maken van het commentaar op het model voor een overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten en de gezamenlijke rapportagestandaard (Common Reporting Standard) van de OESO, alsook het commentaar op het addendum van 2023 bij de modelovereenkomst tussen bevoegde autoriteiten en de actualisering van 2023 van de gezamenlijke rapportagestandaard van de OESO, als bron van illustratie of interpretatie en als instrument voor de eenvormige toepassing ervan.
GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN OVER ARTIKEL 5 VAN DE OVEREENKOMST
De overeenkomstsluitende partijen zijn het erover eens dat artikel 5 van de overeenkomst is afgestemd op de meest recente OESO-standaard voor transparantie en uitwisseling van inlichtingen in fiscale aangelegenheden, die is vastgelegd in artikel 26 van het OESO-modelverdrag inzake dubbele belasting naar het inkomen en naar het vermogen. Daarom komen de overeenkomstsluitende partijen met betrekking tot de uitvoering van artikel 5 overeen dat het commentaar op artikel 26 van het OESO-modelverdrag inzake belasting naar inkomen en vermogen als bron voor interpretatie moet worden gebruikt.
GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN OVER DE INWERKINGTREDING EN UITVOERING VAN HET WIJZIGINGSPROTOCOL
De overeenkomstsluitende partijen verklaren dat zij verwachten dat tijdig aan de grondwettelijke vereisten van het Vorstendom Monaco en de vereisten op grond van de wetgeving van de Europese Unie inzake de sluiting van internationale overeenkomsten zal worden voldaan, zodat het wijzigingsprotocol op de eerste dag van januari 2026 in werking kan treden. Zij zullen hiertoe alle maatregelen nemen die binnen hun macht liggen.
ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2025/2393/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)