European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2025/2393

5.12.2025

Wijzigingsprotocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Monaco over de uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen ter verbetering van de internationale naleving van de belastingplicht in overeenstemming met de door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) vastgestelde standaard voor de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen

DE EUROPESE UNIE

en

HET VORSTENDOM MONACO,

beide hierna afzonderlijk “de overeenkomstsluitende partij” en gezamenlijk “de overeenkomstsluitende partijen” genoemd,

OVERWEGENDE dat de overeenkomstsluitende partijen al heel lang een nauwe relatie onderhouden waar het gaat om wederzijdse bijstand in fiscale aangelegenheden, die aanvankelijk bestond in de toepassing van maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad (1) en die later is uitgewerkt in de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Vorstendom Monaco over de uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen ter verbetering van de internationale naleving van de belastingplicht in overeenstemming met de door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) (2) vastgestelde standaard voor de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen (“de overeenkomst”), zoals gewijzigd bij het Wijzigingsprotocol bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Vorstendom Monaco waarbij wordt voorzien in maatregelen van gelijke strekking als die welke zijn vervat in Richtlijn 2003/48/EG van de Raad (3), gebaseerd op de wederzijdse automatische uitwisseling van inlichtingen door middel van de toepassing van de standaard voor de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen (“de mondiale standaard”) van de OESO,

OVERWEGENDE dat, na de eerste uitgebreide evaluatie van de mondiale standaard door de OESO, wijzigingen van de mondiale standaard in augustus 2022 zijn goedgekeurd door de Commissie inzake belastingen van de OESO en op 8 juni 2023 door de OESO-Raad zijn aangenomen door middel van zijn herziene aanbeveling betreffende de internationale standaarden voor de automatische uitwisseling van inlichtingen in fiscale aangelegenheden (“de actualisering van de mondiale standaard”),

OVERWEGENDE dat in de uitgebreide evaluatie door de OESO de toenemende complexiteit van financiële instrumenten en de opkomst en het gebruik van nieuwe soorten digitale activa aan het licht zijn gekomen en is erkend dat de mondiale standaard moet worden aangepast om een alomvattende en doeltreffende naleving van de belastingwetgeving te waarborgen,

OVERWEGENDE dat bij de actualisering van de mondiale standaard het toepassingsgebied van de rapportage is uitgebreid tot nieuwe digitale financiële producten, zoals gespecificeerde elektronischgeldproducten en digitale centralebankmunten, die geloofwaardige alternatieven bieden voor traditionele financiële rekeningen, waarvoor krachtens de Mondiale Standaard reeds rapportageverplichtingen gelden,

OVERWEGENDE dat het nieuwe OESO-rapportagekader voor cryptoactiva (Crypto-Asset Reporting Framework – CARF), dat parallel met de actualisering van de mondiale standaard is ingevoerd, fungeert als een aanvullend mechanisme op mondiaal niveau en specifiek is ontworpen om de snelle ontwikkeling en groei van de markt voor cryptoactiva aan te pakken,

OVERWEGENDE dat het absoluut noodzakelijk werd geacht te zorgen voor een efficiënte interactie tussen deze twee kaders, met name om gevallen van dubbele rapportage te beperken, door: i) gespecificeerde elektronischgeldproducten en digitale centralebankmunten uit te sluiten van het toepassingsgebied van het CARF, aangezien zij zijn opgenomen in de geactualiseerde mondiale standaard; ii) cryptoactiva die binnen het toepassingsgebied van de geactualiseerde mondiale standaard vallen, te beschouwen als financiële activa met het oog op de rapportage van bewaarrekeningen, aandelen in of schuldvorderingen op beleggingsentiteiten (behalve in gevallen van dienstverlening waarbij wisseltransacties verrichten voor of namens klanten, die onder het CARF vallen), indirecte beleggingen in cryptoactiva via andere traditionele financiële producten of traditionele financiële producten die in cryptografische vorm zijn uitgegeven, en iii) te voorzien in een facultatieve bepaling voor rapporterende financiële instellingen om de rapportage van bruto-opbrengsten uit te schakelen voor activa die in beide kaders als cryptoactiva zijn geclassificeerd, wanneer dergelijke informatie in het kader van het CARF wordt gerapporteerd, en tegelijkertijd alle andere informatie, zoals het saldo van de rekening, in het kader van de mondiale standaard te blijven rapporteren,

OVERWEGENDE dat het CARF binnen de Europese Unie is uitgevoerd door Richtlijn (EU) 2023/2226 van de Raad (4), tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU (5) van de Raad, waarbij die bepalingen vanaf 1 januari 2026 van toepassing zijn,

OVERWEGENDE dat het Vorstendom Monaco in dit stadium niet is aangemerkt als rechtsgebied dat van belang is voor de uitvoering van het CARF door het mondiaal forum inzake transparantie en uitwisseling van inlichtingen voor belastingdoeleinden van de OESO (“het mondiaal forum”), maar bereid blijft alle nodige stappen te zetten om het CARF op vlotte wijze uit te voeren en toe te passen wanneer het mondiaal forum het wel als een dergelijk rechtsgebied beschouwt,

OVERWEGENDE dat de overeenkomstsluitende partijen, om gevallen van dubbele rapportage te beperken, wanneer het Vorstendom Monaco het CARF uitvoert betreffende de lidstaten, onderscheid moeten maken tussen het toepassingsgebied van de overeenkomst, het CARF (voor het Vorstendom Monaco) en Richtlijn (EU) 2023/2226 (voor EU-lidstaten) op een wijze die strookt met het onderscheid van het toepassingsgebied tussen de geactualiseerde mondiale standaard en het CARF,

OVERWEGENDE dat de actualisering van de mondiale standaard gedetailleerdere rapportagevoorschriften en strengere due diligence-procedures invoert om de betrouwbaarheid en het gebruik van de uitgewisselde inlichtingen te verbeteren,

OVERWEGENDE dat de actualisering van de mondiale standaard een nieuwe categorie “uitgezonderde rekeningen” voor kapitaalstortingsrekeningen en een de-minimisdrempel voor de rapportage van depositorekeningen met gespecificeerde elektronischgeldproducten toevoegt,

OVERWEGENDE, voor de lidstaten, dat Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (6) specifieke regels inzake gegevensbescherming zijn vastgesteld in de Europese Unie die ook van toepassing zijn op de inlichtingenuitwisseling door de lidstaten in het kader van de overeenkomst,

OVERWEGENDE dat de bescherming van persoonsgegevens in het Vorstendom Monaco is geregeld bij Wet nr. 1.565 van 3 december 2024 betreffende de bescherming van persoonsgegevens met inbegrip van de uitvoeringsvoorwaarden vastgesteld in de Ordonnance Souveraine (7),

OVERWEGENDE dat de Europese Commissie, op de datum van de ondertekening van dit wijzigingsprotocol, nog geen besluit heeft genomen op grond van artikel 45, lid 3, van Verordening (EU) 2016/679 waarbij wordt geconstateerd dat het Vorstendom Monaco waarborgen voor een passend beschermingsniveau van persoonsgegevens biedt,

OVERWEGENDE dat beide overeenkomstsluitende partijen zich ertoe verbinden de specifieke waarborgen inzake gegevensbescherming, die zijn opgenomen in de overeenkomst, met inbegrip van bijlage III, uit te voeren en in acht te nemen, teneinde te garanderen dat geen van de overeenkomstsluitende partijen zich op enigerlei rechtvaardigingsgrond kan beroepen om de uitwisseling van inlichtingen met de andere overeenkomstsluitende partij te weigeren,

OVERWEGENDE dat rapporterende financiële instellingen, verzendende bevoegde autoriteiten en ontvangende bevoegde autoriteiten, als verwerkingsverantwoordelijken, de overeenkomstig de overeenkomst verwerkte inlichtingen niet langer mogen bewaren dan nodig is om de doelstellingen ervan te verwezenlijken, en overwegende dat, gezien de verschillen in de wetgevingen van de lidstaten en het Vorstendom Monaco, de maximale bewaartermijn voor elk van de overeenkomstsluitende partijen moet worden vastgesteld op basis van de voorschriften inzake verjaring waarin is voorzien in de nationale belastingwetgeving van elke verwerkingsverantwoordelijke,

OVERWEGENDE dat de verwerking van inlichtingen uit hoofde van de overeenkomst noodzakelijk is voor en evenredig is met het doel om de belastingdiensten van de lidstaten en het Vorstendom Monaco in staat te stellen correct en ondubbelzinnig de betrokken belastingplichtigen te identificeren, hun belastingwetgeving in grensoverschrijdende situaties toe te passen en te handhaven, te beoordelen hoe waarschijnlijk belastingontduiking is en onnodig verder onderzoek te vermijden,

ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:

Artikel 1

De overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

1)

de aanhef tussen de titel en artikel 1 wordt vervangen door:

“DE EUROPESE UNIE

en

HET VORSTENDOM MONACO,

beide hierna afzonderlijk “de overeenkomstsluitende partij” en gezamenlijk “de overeenkomstsluitende partijen” genoemd,

HEBBEN BESLOTEN DE VOLGENDE OVEREENKOMST TE SLUITEN:”

;

2)

aan artikel 1, lid 1, wordt het volgende punt toegevoegd:

“m)

“rapportagekader voor cryptoactiva”: het internationale kader voor de automatische uitwisseling van inlichtingen met betrekking tot cryptoactiva (met inbegrip van het commentaar) dat door de OESO en de G20-landen is ontwikkeld en op 26 augustus 2022 door de OESO is goedgekeurd,”

;

3)

artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

i)

de punten a) en b) worden vervangen door:

“a)

het volgende:

i)

de naam, het adres, het fiscaal identificatienummer/de fiscale identificatienummers en, voor natuurlijke personen, de geboortedatum en de geboorteplaats van elke te rapporteren persoon die rekeninghouder van de rekening is en of de rekeninghouder een geldige eigen verklaring heeft verstrekt;

ii)

in het geval van een entiteit die een rekeninghouder is en waarvan met behulp van de due diligence-procedures in overeenstemming met bijlagen I en II wordt vastgesteld dat zij één of meer uiteindelijk belanghebbenden heeft die een te rapporteren persoon is, de naam, het adres en het fiscaal identificatienummer/de fiscale identificatienummers van de entiteit, en de naam, het adres, het fiscaal identificatienummer/de fiscale identificatienummers en de geboortedatum en geboorteplaats van elke te rapporteren persoon, alsmede de rol(len) op grond waarvan elke te rapporteren persoon een uiteindelijk belanghebbende van de entiteit is en of voor elke te rapporteren persoon een geldige eigen verklaring is verstrekt, en

iii)

of de rekening een gezamenlijke rekening is, met vermelding van het aantal gezamenlijke rekeninghouders;

b)

het rekeningnummer (of een functioneel equivalent indien er geen rekeningnummer is), het soort rekening en of het om een bestaande of nieuwe rekening gaat;”

;

ii)

aan het einde van punt f) wordt het woord “en” geschrapt;

iii)

het volgende punt wordt ingevoegd na punt f):

“f bis)

ter zake van een aandelenbelang dat wordt aangehouden in een beleggingsentiteit die een juridische constructie is, de rol(len) op grond waarvan de te rapporteren persoon een houder van een aandelenbelang is, en”

;

b)

het volgende lid wordt toegevoegd:

“3.   Niettegenstaande lid 2, punt e), ii), en tenzij de rapporterende financiële instelling op grond van deel I, onderdeel F, van bijlage I voor een duidelijk omschreven groep rekeningen anders heeft besloten, hoeven de bruto-opbrengsten van de verkoop, terugbetaling of afkoop van een financieel actief niet te worden uitgewisseld voor zover die bruto-opbrengsten uit de verkoop, terugbetaling of afkoop van dat financieel actief worden uitgewisseld door de bevoegde autoriteit van monaco met de bevoegde autoriteit van een lidstaat of door de bevoegde autoriteit van een lidstaat met de bevoegde autoriteit van monaco op grond van het rapportagekader voor cryptoactiva.”

;

4)

artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

a)

aan lid 3 worden de volgende alinea’s toegevoegd:

“Niettegenstaande de eerste alinea moeten voor rekeningen die uitsluitend op grond van de door het wijzigingsprotocol van 13 oktober 2025 aan deze overeenkomst aangebrachte wijzigingen als een Te rapporteren rekening worden behandeld, en met betrekking tot alle te rapporteren rekeningen, voor de aanvullende inlichtingen die moeten worden uitgewisseld op grond van de in artikel 2, lid 2, van dat wijzigingsprotocol aangebrachte wijzigingen, inlichtingen worden uitgewisseld met betrekking tot het eerste jaar vanaf de inwerkingtreding van dat wijzigingsprotocol en alle daaropvolgende jaren.

Niettegenstaande de eerste en tweede alinea moeten met betrekking tot elke te rapporteren rekening die per 31 december voorafgaand aan de inwerkingtreding van het wijzigingsprotocol van 13 oktober 2025 door een rapporterende financiële instelling wordt aangehouden en voor rapportageperioden die eindigen op het tweede kalenderjaar volgend op die datum, inlichtingen met betrekking tot de rol(len) krachtens welke elke te rapporteren persoon een uiteindelijk belanghebbende of houder van een aandelenbelang van de entiteit is, worden uitgewisseld indien zij overeenkomstig deel I, onderdeel A, punt 1, b), en onderdeel A, punt 6 bis, van bijlage I door de rapporterende financiële instelling worden gerapporteerd.”

;

b)

lid 4 wordt vervangen door:

“4.   De bevoegde autoriteiten wisselen de in artikel 2 bedoelde inlichtingen automatisch uit via een XML-schema voor de gezamenlijke rapportagestandaard met behulp van het door de OESO goedgekeurde gemeenschappelijke transmissiesysteem of een ander geschikt systeem voor gegevensoverdracht waarover in de toekomst overeenstemming kan worden bereikt.”

;

c)

lid 5 wordt geschrapt;

5)

artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

a)

lid 1 wordt vervangen door:

“1.   De verwerking van persoonsgegevens krachtens deze overeenkomst is, naast de in deze overeenkomst genoemde voorschriften inzake vertrouwelijkheid en andere waarborgen, waaronder die genoemd in bijlage III, onderworpen aan i) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (*1) in het geval van de lidstaten, en ii) Wet nr. 1.565 van 3 december 2024 betreffende de bescherming van persoonsgegevens, met inbegrip van de uitvoeringsvoorwaarden vastgesteld in de Ordonnance Souveraine (*2), in het geval van Monaco.

Voor de juiste toepassing van artikel 5 beperken de lidstaten de reikwijdte van de verplichtingen en rechten die zijn neergelegd in artikel 13, artikel 14, leden 1 tot en met 4, en artikel 15 van Verordening (EU) 2016/679, voor zover dit noodzakelijk is om de in artikel 23, lid 1, punt e), van die verordening bedoelde belangen te vrijwaren. Monaco neemt gelijkwaardige maatregelen krachtens zijn nationale wetgeving.

Niettegenstaande de voorgaande alinea zien iedere lidstaat en Monaco erop toe dat elke onder hun jurisdictie vallende rapporterende financiële instelling elke betrokken individuele te rapporteren persoon (een persoon uit Monaco dan wel een persoon uit een lidstaat) in kennis stelt van het feit dat diens betreffende inlichtingen zoals bedoeld in artikel 2 in overeenstemming met deze overeenkomst zullen worden verzameld en doorgegeven, en dat de rapporterende financiële instelling die persoon alle inlichtingen verstrekt waarop deze krachtens diens nationale wetgeving inzake gegevensbescherming recht heeft, en ten minste het volgende:

a)

het doel van de verwerking van zijn persoonsgegevens;

b)

de rechtsgrondslag van de verwerking;

c)

de ontvangers van zijn persoonsgegevens;

d)

de identiteit van de verwerkingsverantwoordelijken;

e)

de bewaartermijnen van de gegevens;

f)

het bestaan van het recht om toegang tot, rectificatie van en wissing van zijn persoonsgegevens door de verwerkingsverantwoordelijke te verlangen;

g)

het recht om administratief beroep of beroep in rechte in te stellen;

h)

de procedure voor de uitoefening van het recht op administratief of gerechtelijk verhaal;

i)

het recht om zich tot de bevoegde toezichthoudende autoriteit of autoriteiten voor gegevensbescherming te wenden en de contactgegevens ervan.

Deze inlichtingen worden tijdig verstrekt, zodat de persoon diens rechten inzake gegevensbescherming kan uitoefenen, en in elk geval voordat de betrokken rapporterende financiële instelling de in artikel 2 bedoelde inlichtingen rapporteert aan de bevoegde autoriteit van het rechtsgebied (een lidstaat of Monaco) waarvan deze een ingezetene is.

De lidstaten en Monaco zorgen ervoor dat elke individuele te rapporteren persoon (een persoon uit Monaco of een persoon uit een lidstaat) in kennis wordt gesteld van een schending van de beveiliging van diens persoonsgegevens wanneer die schending afbreuk kan doen aan de bescherming van diens persoonsgegevens of persoonlijke levenssfeer.

(*1)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB EU L 119 van 4.5.2016, blz. 1)."

(*2)   “Journal de Monaco”, bulletin officiel de la Principauté, nr. 8725 van 13 december 2024.”;"

b)

lid 2 wordt vervangen door:

“2.   In overeenstemming met deze overeenkomst verwerkte persoonsgegevens worden niet langer bewaard dan voor de verwezenlijking van de doelstellingen van deze overeenkomst noodzakelijk is, en in elk geval in overeenstemming met de nationale voorschriften inzake verjaring van iedere verwerkingsverantwoordelijke.

Rapporterende financiële instellingen en de bevoegde autoriteiten van elke lidstaat en van monaco worden met betrekking tot de door hen in het kader van deze overeenkomst verwerkte persoonsgegevens als verwerkingsverantwoordelijke beschouwd. De verwerkingsverantwoordelijken zijn verantwoordelijk voor de naleving van de waarborgen inzake de bescherming van persoonsgegevens overeenkomstig de in deze overeenkomst opgenomen bepalingen betreffende die waarborgen, en op de inachtneming van de rechten van de betrokkenen.”

;

c)

lid 5 wordt vervangen door:

“5.   Niettegenstaande de voorgaande leden kan van inlichtingen die een rechtsgebied (een lidstaat of Monaco) heeft ontvangen, gebruik worden gemaakt voor andere doeleinden indien die inlichtingen voor die andere doeleinden kunnen worden gebruikt krachtens de wetgeving, waaronder die betreffende de bescherming van persoonsgegevens, van het rechtsgebied dat de inlichtingen heeft verstrekt (respectievelijk Monaco of een lidstaat) en indien de bevoegde autoriteit van dat rechtsgebied toestemming voor dat gebruik verleent. Door een rechtsgebied (een lidstaat of Monaco) aan een ander rechtsgebied (respectievelijk Monaco of een lidstaat) verstrekte inlichtingen kunnen door het laatstbedoelde rechtsgebied worden doorgegeven aan een derde rechtsgebied (een andere lidstaat), mits de waarborgen van dit artikel en in bijlage III zijn toegepast en mits voorafgaande toestemming is verkregen van de bevoegde autoriteit van het eerstgenoemde rechtsgebied waarvan de inlichtingen afkomstig zijn en waarvan de autoriteit de benodigde gegevens moet hebben ontvangen om de toepassing van de desbetreffende waarborgen te beoordelen.

Inlichtingen die door de ene lidstaat aan de andere lidstaat zijn verstrekt krachtens zijn toepasselijke wetgeving tot uitvoering van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen, kunnen aan Monaco worden doorgegeven, mits voorafgaande toestemming is verkregen van de bevoegde autoriteit van de lidstaat waarvan de inlichtingen afkomstig zijn.”

;

6)

in artikel 7 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   Als het overleg betrekking heeft op significante niet-naleving van de bepalingen van deze overeenkomst en de in lid 1 beschreven procedure niet tot een adequate oplossing leidt, kan de bevoegde autoriteit van een lidstaat of van Monaco de uitwisseling van inlichtingen krachtens deze overeenkomst met respectievelijk Monaco of een specifieke lidstaat schorsen door de andere bevoegde autoriteit in kwestie daarvan schriftelijk in kennis te stellen. Een dergelijke schorsing wordt onmiddellijk van kracht. Voor de toepassing van dit lid geldt dat er onder meer sprake is van: i) niet-naleving van de bepalingen inzake vertrouwelijkheid en gegevensbescherming van deze overeenkomst, met inbegrip van bijlage III, van Verordening (EU) 2016/679 en Wet nr. 1.565 van 3 december 2024 betreffende de bescherming van persoonsgegevens met inbegrip van de uitvoeringsvoorwaarden vastgesteld bij Ordonnance Souveraine, naargelang de context, ii) wanneer de bevoegde autoriteit van een lidstaat of van Monaco de krachtens deze overeenkomst vereiste inlichtingen niet tijdig of adequaat verstrekt, en iii) wanneer aan entiteiten of rekeningen de status van niet-rapporterende financiële instelling en uitgezonderde rekening wordt toegekend op een wijze die afbreuk doet aan het doel van deze overeenkomst.”

;

7)

artikel 9 wordt vervangen door:

“Artikel 9

Beëindiging

Elke overeenkomstsluitende partij kan deze overeenkomst door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de andere overeenkomstsluitende partij beëindigen. Een dergelijke beëindiging wordt van kracht op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van een tijdvak van twaalf maanden na de datum van de kennisgeving van de beëindiging. In geval van beëindiging blijven alle inlichtingen die voordien uit hoofde van deze overeenkomst zijn ontvangen, vertrouwelijk en onderworpen aan i) de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten tot uitvoering van Verordening (EU) 2016/679 in het geval van de lidstaten, en ii) de bepalingen van Wet nr. 1.565 van 3 december 2024 betreffende de bescherming van persoonsgegevens, met inbegrip van de uitvoeringsvoorwaarden vastgesteld bij Ordonnance Souveraine, in het geval van Monaco, en, in beide gevallen, aan de specifieke waarborgen inzake gegevensbescherming die zijn opgenomen in deze overeenkomst, waaronder die in bijlage III.”

;

8)

bijlage I wordt als volgt gewijzigd:

a)

in deel I wordt onderdeel A als volgt gewijzigd:

i)

de aanhef en punten 1 en 2 worden vervangen door:

“Onverminderd de onderdelen C tot en met F moet iedere rapporterende financiële instelling aan de bevoegde autoriteit van haar rechtsgebied (een lidstaat of Monaco) met betrekking tot elke van haar te rapporteren rekeningen het volgende rapporteren:

1.

de volgende inlichtingen:

a)

de naam, het adres, het rechtsgebied/de rechtsgebieden waarvan de te rapporteren persoon een ingezetene is (een lidstaat of Monaco), het fiscaal identificatienummer/de fiscale identificatienummers en, voor natuurlijke personen, de geboortedatum en de geboorteplaats van elke te rapporteren persoon die een rekeninghouder van de rekening is, en of de rekeninghouder een geldige eigen verklaring heeft verstrekt;

b)

in het geval van een entiteit die een rekeninghouder is en waarvan met behulp van de zorgvuldigheidsprocedure welke met de delen V, VI en VII stroken, wordt vastgesteld dat zij één of meer Uiteindelijk Belanghebbenden heeft die een te rapporteren persoon is, de naam, het adres, het rechtsgebied/de rechtsgebieden waarvan de entiteit een ingezetene is (een lidstaat of Monaco), het fiscaal identificatienummer/de fiscale identificatienummers en de geboortedatum en geboorteplaats van elke te rapporteren persoon, alsmede de rol(len) op grond waarvan elke te rapporteren persoon een uiteindelijk belanghebbende van de entiteit is en of voor elke te rapporteren persoon een geldige eigen verklaring is verstrekt, en

c)

of de rekening een gezamenlijke rekening is, met vermelding van het aantal gezamenlijke rekeninghouders;

2.

het rekeningnummer (of een functioneel equivalent indien er geen rekeningnummer is), het soort rekening en of het om een bestaande of nieuwe rekening gaat;”

;

ii)

aan het einde van punt 6 wordt het woord “en” geschrapt;

iii)

het volgende punt wordt ingevoegd na punt 6:

“6 bis.

ter zake van een aandelenbelang dat wordt aangehouden in een beleggingsentiteit die een juridische constructie is, de rol(len) op grond waarvan de te rapporteren persoon een houder van een aandelenbelang is, en”

;

b)

in deel I wordt onderdeel C vervangen door:

“C.

Niettegenstaande onderdeel A, punt 1, hoeven het fiscaal identificatienummer/de fiscale identificatienummers of de geboortedatum ter zake van bestaande rekeningen die te rapporteren rekeningen zijn, niet te worden gemeld indien dit fiscaal identificatienummer/deze fiscale identificatienummers en deze geboortedatum niet in het dossier van de rapporterende financiële instelling voorhanden zijn, en de rapporterende financiële instelling niet anderszins uit hoofde van nationale wetgeving of enig rechtsinstrument van de Europese Unie verplicht is deze gegevens te verzamelen (indien van toepassing). Rapporterende financiële instellingen zijn echter wel verplicht redelijke inspanningen te doen om ter zake van bestaande rekeningen aan het einde van het tweede kalenderjaar volgend op het jaar waarin bestaande rekeningen als te rapporteren rekeningen werden aangemerkt en telkens als de informatie betreffende bestaande rekeningen op grond van binnenlandse AML/KYC-procedures moet worden bijgewerkt, het fiscaal identificatienummer/de fiscale identificatienummers en de geboortedatum te verkrijgen.”

;

c)

aan deel I wordt het volgende onderdeel toegevoegd:

“F.

Niettegenstaande onderdeel A, punt 5, b), en tenzij de rapporterende financiële instelling voor een duidelijk omschreven groep rekeningen anders besluit, hoeven de bruto-opbrengsten van de verkoop, terugbetaling of afkoop van een financieel actief niet te worden gerapporteerd voor zover die bruto-opbrengsten uit de verkoop, terugbetaling of afkoop van dat financieel actief overeenkomstig het rapportagekader voor cryptoactiva door de rapporterende financiële instelling worden gerapporteerd.”

;

d)

in deel VI, onderdeel A, wordt punt 2, b), vervangen door:

“b)

Vaststellen van de uiteindelijk belanghebbenden van een rekeninghouder. Bij de bepaling van de uiteindelijk belanghebbenden van een rekeninghouder kan een rapporterende financiële instelling zich baseren op de inlichtingen die zijn verzameld en worden bijgehouden op grond van de AML/KYC-procedures, op voorwaarde dat die procedures stroken met de FATF-aanbevelingen van 2012. Indien de rapporterende financiële instelling niet wettelijk verplicht is AML/KYC-procedures toe te passen die stroken met de FATF-aanbevelingen van 2012, moet zij voor het bepalen van de uiteindelijk belanghebbenden in wezen soortgelijke procedures toepassen.”

;

e)

in deel VII wordt na onderdeel A het volgende onderdeel ingevoegd:

“A bis.

Tijdelijk ontbreken van een eigen verklaring. In uitzonderlijke omstandigheden waarin een rapporterende financiële instelling niet tijdig een eigen verklaring met betrekking tot een nieuwe rekening kan verkrijgen om te voldoen aan haar due diligence- en rapportageverplichtingen voor de rapportageperiode waarin de rekening is geopend, moet de rapporterende financiële instelling de due diligence-procedures voor bestaande rekeningen toepassen totdat deze eigen verklaring is verkregen en gevalideerd.”

;

f)

in deel VIII, onderdeel A, worden de punten 5 tot en met 7 vervangen door:

“5.

Onder “een instelling die deposito’s neemt” wordt verstaan een entiteit die:

a)

opvorderbare gelden verkrijgt in het kader van de normale uitoefening van het bankbedrijf of een daarmee vergelijkbaar bedrijf, of

b)

gespecificeerde elektronischgeldproducten of digitale centralebankmunten ten behoeve van klanten aanhoudt.

6.

Onder “beleggingsentiteit” wordt verstaan een Entiteit:

a)

met als voornaamste bedrijfsactiviteit het voor of namens een klant uitvoeren van een of meer van de volgende activiteiten of transacties:

i)

handel in geldmarktinstrumenten (cheques, wissels, depositobewijzen, derivaten enz.), vreemde valuta’s, wisselkoersen, rentepercentage- en indexinstrumenten, overdraagbare effecten, of goederentermijnhandel;

ii)

beheren van een individueel vermogen en collectief portefeuillebeheer, of

iii)

andere vormen van het beleggen, administreren of beheren van financiële activa, geld of desbetreffende cryptoactiva ten behoeve van derden, of

b)

met een bruto-inkomen dat hoofdzakelijk is toe te rekenen aan beleggen, herbeleggen of handel in financiële activa of relevante cryptoactiva, indien de entiteit wordt beheerd door een andere entiteit die een instelling is die deposito’s neemt, een bewaarinstelling, een omschreven verzekeringsmaatschappij of een beleggingsentiteit omschreven in onderdeel A, punt 6, a).

Een entiteit wordt behandeld als een entiteit met als bedrijfsactiviteit voornamelijk het uitvoeren van een of meer van de in onderdeel A, punt 6, a), omschreven activiteiten, of haar bruto-inkomen is hoofdzakelijk toe te rekenen aan beleggen, herbeleggen of handel in financiële activa of relevante cryptoactiva voor de in onderdeel A, punt 6, b), bedoelde doelen, als de bruto-inkomsten van de Entiteit die verband houden met deze activiteiten, gelijk zijn aan of groter zijn dan 50 % van de bruto-inkomsten van de entiteit gedurende: i) de periode van drie jaar die eindigt op 31 december van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de vaststelling geschiedt, of ii) de bestaansperiode van de entiteit, indien deze korter is. Voor de toepassing van onderdeel A, punt 6, a), iii), valt het verrichten van wisseltransacties voor of namens klanten niet onder de term “andere vormen van het beleggen, administreren of beheren van financiële activa, geld of relevante cryptoactiva ten behoeve van derden”. De term “beleggingsentiteit” heeft geen betrekking op een entiteit die een actieve NFE is, omdat die entiteit aan een van de in onderdeel D, punt 9, d) tot en met g), vermelde criteria voldoet.

Dit onderdeel wordt uitgelegd op een wijze die verenigbaar is met de gelijkwaardige bewoordingen vervat in de definitie van “financiële instelling” in de aanbevelingen van de financiële-actiegroep.

7.

De term “financiële activa” omvat effecten (bijvoorbeeld een aandeel in een vennootschap, partnerschap of uiteindelijk belang in een breed opgezet of een beursgenoteerd samenwerkingsverband of een trust, waardepapier, obligatie, schuldbewijs of andere bewijzen van schuldenlast), partnerschapsbelang, commodity, swap (bijvoorbeeld renteswaps, valutaswaps, basisswaps, interest rate caps, interest rate floors, commodity swaps, equity swaps, equity index swaps en soortgelijke overeenkomsten), verzekeringsovereenkomst of lijfrenteverzekering of enig belang (inclusief een termijncontract of optie) in een zekerheid, desbetreffend cryptoactivum, partnerschapsbelang, commodity, swap, verzekeringsovereenkomst of lijfrenteverzekering. De term “financiële activa” omvat niet een direct belang, buiten de vreemdvermogenssfeer, in een onroerend goed.”

;

g)

in deel VIII worden na onderdeel A, punt 8, de volgende punten toegevoegd:

“9.

Onder “gespecificeerd elektronischgeldproduct” wordt verstaan elk product dat:

a)

een digitale weergave is van één fiduciaire valuta;

b)

wordt uitgegeven bij ontvangst van financiële middelen met het oog op het verrichten van betalingstransacties;

c)

wordt vertegenwoordigd door een vordering op de uitgevende instantie in dezelfde fiduciaire valuta;

d)

ter betaling wordt aanvaard door een andere natuurlijke of rechtspersoon dan de uitgevende instantie, en

e)

op grond van de wettelijke voorschriften waaraan de uitgevende instantie is onderworpen, op verzoek van de houder van het product te allen tijde en tegen nominale waarde tegen dezelfde fiduciaire valuta kan worden ingewisseld.

De term “gespecificeerd elektronischgeldproduct” omvat niet een product dat uitsluitend is gecreëerd om geldovermakingen van een klant naar een andere persoon overeenkomstig de instructies van de klant te faciliteren. Een product wordt niet uitsluitend gecreëerd om geldovermakingen te faciliteren indien, in het kader van de normale bedrijfsactiviteiten van de overmakende Entiteit, de met dat product verband houdende gelden langer dan zestig dagen na ontvangst van instructies voor het faciliteren van de overmaking worden aangehouden, of, indien er geen instructies worden ontvangen, de gelden in verband met dat product langer dan zestig dagen na ontvangst van de gelden worden aangehouden.

10.

Onder “digitale centralebankmunt” wordt verstaan elke digitale fiduciaire valuta die door een centrale bank of een andere monetaire autoriteit wordt uitgegeven.

11.

Onder “fiduciaire valuta” wordt verstaan de officiële valuta van een rechtsgebied, uitgegeven door een rechtsgebied of een door een rechtsgebied aangewezen centrale bank of monetaire autoriteit, vertegenwoordigd door fysieke bankbiljetten of munten of door geld in verschillende digitale vormen, waaronder bankreserves en digitale centralebankmunten. De term omvat ook commercieel bankgeld en elektronischgeldproducten (met inbegrip van gespecificeerde elektronischgeldproducten).

12.

Onder “cryptoactivum” wordt verstaan een digitale weergave van waarde die berust op cryptografisch beveiligde distributed-ledger-technologie of een vergelijkbare technologie om transacties te valideren en te beveiligen.

13.

Onder “relevant cryptoactivum” wordt verstaan elk cryptoactivum anders dan een digitale centralebankmunt, gespecificeerd elektronischgeldproduct of een cryptoactivum waarvoor de rapporterende aanbieder van cryptoactivadiensten afdoende heeft vastgesteld dat het niet kan worden gebruikt voor betalings- of beleggingsdoeleinden.

14.

Onder “wisseltransactie” wordt verstaan:

a)

wisselen tussen Relevante cryptoactiva en fiduciaire valuta’s, en

b)

wisselen tussen een of meer vormen van relevante cryptoactiva.”

;

h)

in deel VIII, onderdeel B, wordt punt 1, a), vervangen door:

“a)

een overheidsinstantie, een internationale organisatie of een centrale bank is, anders dan:

i)

met betrekking tot een betaling die is afgeleid van een verplichting in verband met een commerciële financiële activiteit van een soort dat wordt uitgevoerd door een omschreven verzekeringsmaatschappij, een bewaarinstelling of een instelling die deposito’s neemt, of

ii)

met betrekking tot de activiteit van het aanhouden van digitale centralebankmunten voor rekeninghouders die geen financiële instelling, overheidsinstantie, internationale organisatie of centrale bank zijn;”

;

i)

in deel VIII, onderdeel C, wordt punt 2 vervangen door:

“2.

De term “depositorekening” omvat elke bedrijfsrekening, betaalrekening, spaarrekening, termijnrekening of spaarrekening bij een spaar- of nutsbank of een rekening waarvoor een depositobewijs, een stortingsbewijs, een beleggingscertificaat of een schuldbewijs is voorgelegd of een ander daarmee vergelijkbaar instrument aangehouden door een instelling die deposito’s neemt. Onder een depositorekening wordt voorts verstaan:

a)

een bedrag aangehouden door een verzekeringsmaatschappij uit hoofde van een contract dat terugbetaling van de hoofdsom garandeert of een vergelijkbare overeenkomst voor het betalen of ontvangen van interest over dat bedrag;

b)

een rekening of notionele rekening waarop alle gespecificeerde elektronischgeldproducten ten behoeve van een klant worden aangehouden, en

c)

een rekening waarop een of meer digitale centralebankmunten worden aangehouden ten behoeve van een klant.”

;

j)

in deel VIII, onderdeel C, wordt punt 9, a), vervangen door:

“a)

een financiële rekening per 31 december 2016 aangehouden bij een rapporterende financiële instelling, of, als de rekening uitsluitend op grond van de wijzigingen in deze overeenkomst bij het wijzigingsprotocol van 13 oktober 2025 per 31 december voorafgaand aan de inwerkingtreding van het laatstgenoemde wijzigingsprotocol wordt behandeld als een financiële rekening;”

;

k)

in deel VIII, onderdeel C, wordt punt 10 vervangen door:

“10.

Onder “nieuwe rekening” wordt verstaan een financiële rekening, aangehouden door een rapporterende financiële instelling, geopend op of na 1 januari 2017, of, indien de rekening uitsluitend op grond van de wijzigingen van deze overeenkomst bij het wijzigingsprotocol van 13 oktober 2025 als een financiële rekening wordt behandeld, op of na de inwerkingtreding van het laatstgenoemde wijzigingsprotocol, tenzij de rekening wordt behandeld als een bestaande rekening volgens de uitgebreide definitie van bestaande rekening in onderdeel C, punt 9).”

;

l)

in deel VIII wordt na onderdeel C, punt 17, e), iv), het volgende punt toegevoegd:

“v)

een oprichting of kapitaalverhoging van een onderneming, mits de rekening aan de volgende vereisten voldoet:

de rekening wordt uitsluitend gebruikt voor de storting van kapitaal dat moet worden gebruikt voor de oprichting of kapitaalverhoging van een onderneming, zoals bij wet is voorgeschreven;

alle op de rekening aangehouden bedragen worden geblokkeerd totdat de rapporterende financiële instelling een onafhankelijke bevestiging van de oprichting of kapitaalverhoging ontvangt;

de rekening wordt na de oprichting of kapitaalverhoging afgesloten of omgezet in een rekening op naam van de onderneming;

alle terugbetalingen als gevolg van een mislukte oprichting of kapitaalverhoging, ongerekend vergoedingen van de dienstverlener en soortgelijke vergoedingen, worden uitsluitend gedaan aan de personen die de bedragen ter beschikking hebben gesteld, en

de rekening is niet meer dan twaalf maanden geleden geopend;”

;

m)

in deel VIII wordt na onderdeel C, punt 17, e), het volgende punt ingevoegd:

“e bis)

een depositorekening die alle gespecificeerde elektronischgeldproducten die ten behoeve van een klant worden aangehouden, vertegenwoordigt, indien het voortschrijdend gemiddelde van het geaggregeerde eindedagsaldo of de geaggregeerde eindedagwaarde op de rekening voor een periode van negentig dagen gedurende enige periode van negentig opeenvolgende dagen het bedrag van 10 000 USD, of een gelijkwaardig bedrag uitgedrukt in de nationale valuta van elke lidstaat of van Monaco, niet heeft overschreden op geen enkele dag tijdens het kalenderjaar of een andere desbetreffende rapportageperiode.”

;

n)

in deel VIII, onderdeel D, wordt punt 2 vervangen door:

“2.

Onder “te rapporteren persoon” wordt verstaan een persoon van een te rapporteren rechtsgebied, niet zijnde: i) een entiteit waarvan de aandelen regelmatig worden verhandeld op een of meer erkende effectenbeurzen, ii) een entiteit die een gelieerde entiteit is van een entiteit beschreven in punt i), iii) een overheidsinstantie, iv) een internationale organisatie, v) een centrale Bank, of vi) een financiële instelling.”

;

o)

in deel VIII, onderdeel D, wordt punt 5, c), vervangen door:

“c)

elk ander rechtsgebied: i) waarmee de betrokken lidstaat of Monaco, naargelang de context, een overeenkomst heeft op grond waarvan dat andere rechtsgebied de in deel I gespecificeerde informatie zal verstrekken, en ii) dat voorkomt op een door die lidstaat of Monaco gepubliceerde lijst;”

;

p)

in deel VIII wordt na onderdeel E, punt 6, het volgende punt toegevoegd:

“7.

Onder “overheidsverificatiedienst” wordt verstaan een elektronisch proces dat door een te rapporteren rechtsgebied ter beschikking wordt gesteld van een rapporterende financiële instelling met het oog op de vaststelling van de identiteit en de fiscale woonplaats van een rekeninghouder of uiteindelijk belanghebbende.”

;

q)

het volgende deel wordt toegevoegd na deel IX:

“DEEL X

OVERGANGSMAATREGELEN

Niettegenstaande onderdeel A, punt 1, b), en onderdeel A, punt 6, a), van deel I hoeven met betrekking tot elke te rapporteren rekening die per 31 december voorafgaand aan de inwerkingtreding van het wijzigingsprotocol van 13 oktober 2025 door een rapporterende financiële instelling wordt aangehouden en voor rapportageperioden die eindigen op het tweede kalenderjaar volgend op die datum, inlichtingen met betrekking tot de rol(len) krachtens welke elke te rapporteren persoon een uiteindelijk belanghebbende of houder van een aandelenbelang van de entiteit is, uitsluitend te worden gerapporteerd indien dergelijke inlichtingen beschikbaar zijn in de elektronisch doorzoekbare gegevens die door de rapporterende financiële instelling worden beheerd.”

;

9)

bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

a)

de titel wordt vervangen door:

“AANVULLENDE WAARBORGEN INZAKE GEGEVENSBESCHERMING MET BETREKKING TOT DE BEHANDELING VAN DE IN HET KADER VAN DEZE OVEREENKOMST VERZAMELDE EN UITGEWISSELDE GEGEVENS”

;

b)

punten 3 en 4 worden vervangen door:

“3.   Gegevensminimalisatie

De persoonsgegevens die door de overeenkomstsluitende partijen in het kader van deze overeenkomst worden verwerkt, moeten relevant, beperkt tot het noodzakelijke en evenredig aan de doelstellingen van deze overeenkomst zijn.

De overeenkomstsluitende partijen wisselen geen persoonsgegevens uit waaruit de raciale of etnische afkomst, de politieke opvattingen, de godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging of het lidmaatschap van een vakvereniging blijkt, noch genetische gegevens of biometrische gegevens met het oog op de unieke identificatie van een natuurlijke persoon, of gegevens die de gezondheid of het seksleven van de betrokken persoon betreffen.

4.   Transparantie, recht op toegang, rectificatie en wissing van gegevens

Wanneer persoonsgegevens binnen het ontvangende rechtsgebied voor andere doeleinden worden gebruikt, of door het ontvangende rechtsgebied in overeenstemming met artikel 6, lid 5, van de overeenkomst worden doorgezonden naar een derde rechtsgebied (een andere lidstaat of Monaco), stelt de bevoegde autoriteit van het ontvangende rechtsgebied die de persoonsgegevens voor andere doeleinden gebruikt of naar een derde rechtsgebied doorzendt, de betrokken personen daarvan in kennis. Deze kennisgeving wordt tijdig verricht, zodat de betrokkene(n) zijn/hun rechten inzake gegevensbescherming kan/kunnen uitoefenen, en in elk geval voordat het ontvangende rechtsgebied de persoonsgegevens voor de andere doeleinden heeft gebruikt of naar het derde rechtsgebied heeft doorgezonden.

Met betrekking tot persoonsgegevens die in het kader van deze overeenkomst worden verwerkt, heeft elke persoon het recht om toegang te krijgen tot zijn of haar persoonsgegevens en om onjuiste persoonsgegevens die op hem of haar betrekking hebben, te laten corrigeren. Wanneer de gegevens onrechtmatig zijn verwerkt, kan de betrokkene verzoeken dat deze worden gewist.

Om de uitoefening van dit recht te vergemakkelijken, heeft iedere betrokkene het recht te verzoeken om toegang tot en rectificatie en/of wissing van zijn gegevens; deze verzoeken worden gericht aan de andere betrokken bevoegde autoriteit via de eigen bevoegde autoriteit van de persoon.

De aangezochte bevoegde autoriteit verleent toegang tot de desbetreffende gegevens en zal, in voorkomend geval, onjuiste of onvolledige gegevens bijwerken en/of corrigeren.”

;

c)

punten 6 en 7 worden vervangen door:

“6.   Geautomatiseerde verwerking

De bevoegde autoriteiten nemen geen besluiten waaraan voor een betrokkene rechtsgevolgen zijn verbonden of die hem of haar in aanmerkelijke mate treffen, uitsluitend op basis van een geautomatiseerde gegevensverwerking.

7.   Doorgifte aan autoriteiten van derde landen

Een bevoegde autoriteit kan in het kader van deze overeenkomst ontvangen persoonsgegevens incidenteel doorgeven aan overheidsinstanties in derde rechtsgebieden, andere dan de lidstaten en Monaco, indien aan elk van de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

de doorgifte is noodzakelijk voor de in artikel 6, lid 4, genoemde doeleinden in het ontvangende rechtsgebied en de persoonsgegevens zullen door het ontvangende derde rechtsgebied uitsluitend voor deze doeleinden worden gebruikt;

b)

de persoonsgegevens zijn relevant en evenredig aan de doeleinden waarvoor zij worden doorgegeven;

c)

de bevoegdheden van de autoriteit van het derde rechtsgebied houden rechtstreeks verband met de in artikel 6, lid 4, genoemde doeleinden;

d)

het ontvangende derde rechtsgebied garandeert een niveau van bescherming van de persoonsgegevens dat gelijkwaardig is aan dat waarin deze overeenkomst voorziet, en verbindt zich ertoe de ontvangen gegevens niet door te geven aan derden;

e)

de bevoegde autoriteit van wie de inlichtingen zijn ontvangen, heeft vooraf haar toestemming gegeven overeenkomstig artikel 6, lid 5, en

f)

de betrokkene is in kennis gesteld van de doorgifte.

Iedere andere doorgifte van in het kader van deze overeenkomst ontvangen inlichtingen aan derden is verboden.”

;

d)

punt 10 wordt vervangen door:

“10.   Toezicht

De verwerking van persoonsgegevens door rapporterende financiële instellingen en bevoegde autoriteiten in het kader van deze overeenkomst is onderworpen aan het onafhankelijke toezicht van: i) in de lidstaten, de in het kader van Verordening (EU) 2016/679 opgerichte nationale toezichthoudende autoriteiten voor gegevensbescherming en ii) in Monaco, de Autorité de protection des données personnelles (de autoriteit voor gegevensbescherming van Monaco).

Deze autoriteiten voor gegevensbescherming van de lidstaten en Monaco beschikken over doeltreffende bevoegdheden op het gebied van toezicht, onderzoek, interventie en inspectie, en zij zijn gemachtigd om, in voorkomend geval, wetschendingen te renvooieren. Zij zien er met name op toe dat klachten over niet-naleving worden ontvangen, onderzocht, beantwoord en een passend gevolg krijgen.”

;

10)

in bijlage IV wordt punt ac) geschrapt.

Artikel 2

Inwerkingtreding en toepassing

1.   Dit wijzigingsprotocol wordt gesloten onder voorbehoud van bekrachtiging of goedkeuring door de overeenkomstsluitende partijen volgens hun eigen procedures. De overeenkomstsluitende partijen stellen elkaar in kennis van de voltooiing van deze procedures. Dit wijzigingsprotocol treedt in werking op de eerste dag van januari na de laatste kennisgeving.

2.   Niettegenstaande lid 1 van dit artikel, zijn artikel 1, lid 2, lid 3, punt b), en lid 8, punt c), van dit wijzigingsprotocol van toepassing vanaf de datum waarop het Vorstendom Monaco aanvangt het CARF voor alle lidstaten toe te passen.

Artikel 3

Talen

Dit wijzigingsprotocol is opgesteld in tweevoud in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder de overeenkomst hebben geplaatst.

Image 1

Image 2


(1)  Richtlijn 2003/48/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende belastingheffing op inkomsten uit spaargelden in de vorm van rentebetaling (PB L 157 van 26.6.2003, blz. 38, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2003/48/oj).

(2)   PB EU L 19 van 21.1.2005, blz. 55, ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2005/44(1)/oj.

(3)   PB EU L 225 van 19.8.2016, blz. 3, ELI: http://data.europa.eu/eli/prot/2016/1392/oj.

(4)  Richtlijn (EU) 2023/2226 van de Raad van 17 oktober 2023 tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen (PB EU L, 2023/2226, 24.10.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2023/2226/oj).

(5)  Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/799/EEG (PB EU L 64 van 11.3.2011, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2011/16/oj).

(6)  Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2016/679/oj).

(7)   “Journal de Monaco”, bulletin officiel de la Principauté, nr. 8725 van 13.12 2024.


GEZAMENLIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN:

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN OVER DE OVEREENKOMST EN DE BIJLAGEN

De overeenkomstsluitende partijen komen met betrekking tot de uitvoering van de overeenkomst en de bijlagen I en II daarbij, zoals gewijzigd bij het wijzigingsprotocol van 13 oktober 2025, overeen dat zij gebruik zullen maken van het commentaar op het model voor een overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten en de gezamenlijke rapportagestandaard (Common Reporting Standard) van de OESO, alsook het commentaar op het addendum van 2023 bij de modelovereenkomst tussen bevoegde autoriteiten en de actualisering van 2023 van de gezamenlijke rapportagestandaard van de OESO, als bron van illustratie of interpretatie en als instrument voor de eenvormige toepassing ervan.

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN OVER ARTIKEL 5 VAN DE OVEREENKOMST

De overeenkomstsluitende partijen zijn het erover eens dat artikel 5 van de overeenkomst is afgestemd op de meest recente OESO-standaard voor transparantie en uitwisseling van inlichtingen in fiscale aangelegenheden, die is vastgelegd in artikel 26 van het OESO-modelverdrag inzake dubbele belasting naar het inkomen en naar het vermogen. Daarom komen de overeenkomstsluitende partijen met betrekking tot de uitvoering van artikel 5 overeen dat het commentaar op artikel 26 van het OESO-modelverdrag inzake belasting naar inkomen en vermogen als bron voor interpretatie moet worden gebruikt.

GEZAMENLIJKE VERKLARING VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN OVER DE INWERKINGTREDING EN UITVOERING VAN HET WIJZIGINGSPROTOCOL

De overeenkomstsluitende partijen verklaren dat zij verwachten dat tijdig aan de grondwettelijke vereisten van het Vorstendom Monaco en de vereisten op grond van de wetgeving van de Europese Unie inzake de sluiting van internationale overeenkomsten zal worden voldaan, zodat het wijzigingsprotocol op de eerste dag van januari 2026 in werking kan treden. Zij zullen hiertoe alle maatregelen nemen die binnen hun macht liggen.


ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2025/2393/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)