European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2025/2182

28.10.2025

BESLUIT (EU) 2025/2182 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 16 oktober 2025

tot wijziging van Besluit ECB/2010/14 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (ECB/2025/36)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 128, lid 1,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 16,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Europese Centrale Bank (ECB) heeft het alleenrecht machtiging te geven tot de uitgifte van eurobankbiljetten binnen de Unie. Dit recht omvat de bevoegdheid tot het nemen van maatregelen ter bescherming van de integriteit van eurobankbiljetten als betaalmiddel en waardeopslag. Besluit ECB/2010/14 van de Europese Centrale Bank (1) stelt gemeenschappelijke regels en procedures vast inzake echtheids- en geschiktheidscontroles van eurobankbiljetten en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten. In het licht van de ervaring die met de toepassing van Besluit ECB/2010/14 is opgedaan, zijn enkele verdere verbeteringen van bepaalde regels en procedures nodig.

(2)

Geldverwerkers zijn verplicht verdachte valse eurobankbiljetten onverwijld en uiterlijk binnen twintig werkdagen nadat zij in een bankbiljettensorteermachine zijn gestort, voor authenticatie aan de bevoegde nationale autoriteiten te overhandigen. In sommige lidstaten die de euro als munt hebben, wordt een hoog percentage van deze eurobankbiljetten evenwel vaak echt bevonden door de bevoegde nationale autoriteiten. Een groot aantal echte eurobankbiljetten wordt dus onnodig naar de bevoegde nationale autoriteiten gestuurd voor verdere analyse, wat bovendien leidt tot onnodige vertraging bij de creditering van het overeenkomstige bedrag aan de rekeninghouder. Het is derhalve noodzakelijk de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben te machtigen om in overleg met de betrokken nationale autoriteiten toestemming te verlenen voor het opnieuw verwerken van vermoedelijk valse eurobankbiljetten door geldverwerkers. Wanneer eurobankbiljetten door zowel de eerste als de tweede bankbiljettensorteermachines als vermoedelijk valse eurobankbiljetten worden geclassificeerd, dienen zij door geldverwerkers aan de bevoegde nationale autoriteiten te worden overhandigd. De eurobankbiljetten die door de eerste bankbiljettensorteermachine als vermoedelijk valse eurobankbiljetten zijn geclassificeerd, moeten uit omloop worden genomen, ongeacht de classificatie ervan door de tweede sorteermachine.

(3)

Geldverwerkers zijn verplicht verdachte valse eurobankbiljetten af te geven aan de bevoegde nationale autoriteiten en hun de beschikbare informatie over de rekeninghouder te verstrekken. Er moet worden verduidelijkt dat deze laatste verplichting niet alleen van toepassing is in gevallen waarin eurobankbiljetten worden ingedeeld door cliënten bediende machines, maar ook door personeel bediende machines na handmatige echtheidscontrole door een opgeleid personeelslid.

(4)

Omwille van de duidelijkheid en efficiëntie is het noodzakelijk de formulering van artikel 5 in overeenstemming te brengen met die van de bijlagen IIa en IIb bij het besluit.

(5)

Derhalve moet Besluit ECB/2010/14 dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Besluit ECB/2010/14 wordt als volgt gewijzigd:

1)

artikel 5 wordt vervangen door:

“Artikel 5

Detectie van valse eurobankbiljetten

Vermoedelijk valse eurobiljetten en eurobankbiljetten die niet duidelijk op echtheid zijn geauthentiseerd na een classificatie overeenkomstig bijlage IIa of bijlage IIb of na een handmatige echtheidscontrole door een daartoe opgeleid personeelslid, worden door geldverwerkers onverwijld overeenkomstig de nationale bepalingen en uiterlijk binnen twintig werkdagen aan respectievelijk de bevoegde nationale autoriteiten of de NCB overhandigd. Vermoedelijk valse eurobankbiljetten worden samen met alle beschikbare informatie met betrekking tot de rekeninghouder overhandigd.”

;

2)

de bijlagen IIa en IIb worden overeenkomstig de bijlage bij dit besluit gewijzigd.

Artikel 2

Slotbepalingen

1.   Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

2.   Geldverwerkers van lidstaten die de euro aannemen na de vaststellingsdatum van dit besluit, passen dit besluit toe met ingang van de datum van aanneming van de euro.

Gedaan te Frankfurt am Main, 16 oktober 2025.

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  Besluit ECB/2010/14 van de Europese Centrale Bank van 16 september 2010 inzake echtheids- en geschiktheidscontroles en het opnieuw in omloop brengen van eurobankbiljetten (PB L 267 van 9.10.2010, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2010/597/oj).


BIJLAGE

De bijlagen IIa en IIb bij Besluit ECB/2010/14 worden als volgt gewijzigd:

1)

Bijlage IIa wordt als volgt gewijzigd:

a)

Onder tabel 1 wordt onder “Specifieke tabel 1 betreffende regels” het volgende punt 4 toegevoegd:

“4.

De NCB’s kunnen, na overleg met de bevoegde nationale autoriteiten, toestemming verlenen voor het opnieuw verwerken van categorie 2-eurobankbiljetten door geldverwerkers. Deze toestemming moet door de NCB naar behoren worden bekendgemaakt. Categorie 2-eurobankbiljetten mogen derhalve alleen door geldverwerkers opnieuw worden verwerkt indien de NCB van hun lidstaat dit heeft toegestaan. De herverwerking moet aan de volgende regels voldoen.

Categorie 2-eurobankbiljetten mogen worden opnieuw verwerkt op elk beproefd type bankbiljettensorteermachine. Deze bankbiljetten worden vervolgens behandeld als door de tweede bankbiljettensorteermachine geclassificeerd overeenkomstig de regels van tabel 1. In afwijking van de regels van tabel 1 mogen de door de tweede bankbiljettensorteermachine als categorie 4a geclassificeerde oorspronkelijke categorie 2-eurobankbiljetten niet worden gebruikt voor hercirculatie. Oorspronkelijke categorie 2-eurobankbiljetten die door de tweede bankbiljettensorteermachine als categorie 4a- of categorie 4b-eurobankbiljetten worden geclassificeerd, moeten nadat zij door de tweede bankbiljettensorteermachine opnieuw zijn verwerkt en geclassificeerd tijdig aan de NCB worden overhandigd.”;

b)

onder tabel 2 wordt onder “Specifieke tabel 2 betreffende regels” het volgende punt 4 toegevoegd:

“4.

De NCB’s kunnen, na overleg met de bevoegde nationale autoriteiten, toestemming verlenen voor het opnieuw verwerken van categorie 2-eurobankbiljetten door geldverwerkers. Deze toestemming moet door de NCB naar behoren worden bekendgemaakt. Categorie 2-eurobankbiljetten mogen derhalve alleen door geldverwerkers opnieuw worden verwerkt indien de NCB van hun lidstaat dit heeft toegestaan. De herverwerking moet aan de volgende regels voldoen.

Categorie 2-eurobankbiljetten mogen opnieuw worden verwerkt op elk beproefd type bankbiljettensorteermachine. Deze bankbiljetten worden vervolgens behandeld als door de tweede bankbiljettensorteermachine geclassificeerd overeenkomstig de regels van tabel 2. In afwijking van de regels van tabel 2 moet ook de herleiding van de oorspronkelijke categorie 2-bankbiljetten tot de oorspronkelijke rekeninghouder (indien beschikbaar) worden gehandhaafd indien deze bankbiljetten door de tweede bankbiljettensorteermachine als categorie 3-bankbiljetten worden geclassificeerd. Voorts mogen oorspronkelijke categorie 2-eurobankbiljetten die door de tweede bankbiljettensorteermachine als categorie 4a-eurobankbiletten zijn geclassificeerd niet voor hercirculatie worden gebruikt. Oorspronkelijke categorie 2-eurobankbiljetten die door de tweede bankbiljettensorteermachine als categorie 4a- of categorie 4b-eurobankbiljetten worden geclassificeerd, moeten nadat zij door de tweede bankbiljettensorteermachine opnieuw zijn verwerkt en geclassificeerd tijdig aan de NCB worden overhandigd.”;

2)

in bijlage IIb tabel 1, in de kolom “Behandeling”, tweede rij, wordt de tweede zin “Deze worden apart verwerkt en onverwijld voor finale echtheidsbevinding afgegeven aan de bevoegde nationale autoriteiten, zulks ten laatste 20 werkdagen na invoering in de machine” vervangen door “Deze worden afzonderlijk verwerkt en onverwijld en uiterlijk binnen 20 werkdagen na de verwerking door de machine voor definitieve authenticatie aan de bevoegde nationale autoriteiten overhandigd, samen met voorhanden informatie over de rekeninghouder”.


ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2025/2182/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)