![]() |
Publicatieblad |
NL L-serie |
2025/660 |
2.4.2025 |
VERORDENING (EU) 2025/660 VAN DE COMMISSIE
van 1 april 2025
tot wijziging van bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad wat polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) in kleiduiven betreft
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (1), en met name artikel 68, lid 1,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Veel polycyclische aromatische koolwaterstoffen (pak’s) zijn gevaarlijke stoffen vanwege hun carcinogene, persistente, bioaccumulerende en toxische (PBT) en/of zeer persistente, zeer bioaccumulerende (zPzB) eigenschappen. Om het milieu en de menselijke gezondheid te beschermen, beperkt vermelding 50 in bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 (Reach) het pak-gehalte in verschillende mengsels voor het gebruik of in de handel brengen ervan en in bepaalde voorwerpen voor het in de handel brengen ervan. Pak’s zijn ook aanwezig in sommige producten die als bindmiddel in kleiduiven worden gebruikt. Kleiduiven zijn vliegende (schotelvormige) doelwitten die door sportschutters en jagers van klein wild worden gebruikt. Zij worden geproduceerd met behulp van bindmiddelen zoals pek, koolteer, hoge temperatuur (“CTPHT”), petroleumteer of andere soorten harsen. Geschat wordt dat bij de productie en het gebruik van kleiduiven die pak’s bevatten, per jaar ten minste 270 ton pak’s in het milieu vrijkomt. Het voortgezette gebruik van kleiduiven die pak’s bevatten, zal leiden tot een toenemende milieubelasting en tot verdere blootstelling van het milieu en de mens. Aangezien pak’s PBT’s en zPzB’s zijn, zijn de effecten van de accumulatie in het milieu op lange termijn onvoorspelbaar. Daarom dient de karakterisering van de emissies als maatstaf voor de risico’s. |
(2) |
CTPHT is geïdentificeerd als een zeer zorgwekkende stof vanwege de carcinogene, PBT- en zPzB-eigenschappen ervan en is opgenomen in bijlage XIV bij Verordening (EG) nr. 1907/2006. Deze eigenschappen zijn toe te schrijven aan de aanwezigheid van pak’s in CTPHT. De Commissie heeft bij de Besluiten C(2022) 1510 (2) en C(2022) 1512 (3) de ingediende aanvragen voor autorisaties voor het gebruik van CTPHT als bindmiddel bij de productie van kleiduiven afgewezen. De autorisatieplicht is niet van toepassing op het in de handel brengen van stoffen in voorwerpen, en de bezorgdheid over het vrijkomen van pak’s uit kleiduiven geldt evenzeer voor CTPHT bevattende kleiduiven die in de Unie worden ingevoerd. |
(3) |
Daarnaast bevatten verschillende alternatieven voor CTPHT die momenteel in de Unie als bindmiddel voor kleiduiven worden gebruikt, ook pak’s, maar over het algemeen met lagere concentraties dan CTPHT. Er zijn ook alternatieven met een zeer laag pak-gehalte en pak-vrije alternatieven beschikbaar. |
(4) |
Om een hoog beschermingsniveau in de Unie te waarborgen en ongewenste vervanging te voorkomen, heeft de Commissie op 2 juli 2021 (4) het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) overeenkomstig artikel 69, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1907/2006 verzocht een bijlage XV-beperkingsdossier op te stellen met betrekking tot pak’s in kleiduiven voor schieten. |
(5) |
Op 22 december 2021 heeft het ECHA het bijlage XV-dossier (5) gepubliceerd, waarin het heeft geconcludeerd dat een Uniebrede maatregel nodig is om de risico’s in verband met kleiduiven met in de Unie geproduceerde of geïmporteerde pak-houdende bindmiddelen aan te pakken om een geharmoniseerd hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid en het milieu in de hele Unie en het vrije verkeer van goederen binnen de Unie te waarborgen. De efficiënte werking van de interne markt kan alleen worden bereikt als de eisen niet significant verschillen tussen de lidstaten, terwijl Oostenrijk, delen van België en Nederland reeds beperkingen hebben ingesteld. |
(6) |
Het ECHA stelde voor dat een concentratiegrens van 0,005 % drooggewicht van de kleiduif voor de som van 18 indicator-pak’s in in de handel gebrachte kleiduiven niet mag worden overschreden. Het ECHA heeft daarnaast voorgesteld om het gebruik van deze kleiduiven te beperken, om te voorkomen dat pak’s vrijkomen uit kleiduiven die vóór de inwerkingtreding van de beperking in de handel zijn gebracht (6). Aangezien er veel verschillende pak’s zijn en hun aanwezigheid in de bindmiddelen variabel is, is het praktisch om de voorwaarden van de beperking te baseren op de concentratie van een reeks meetbare en bekende pak’s die dienen als indicatoren voor de aanwezigheid van andere pak’s. Bijgevolg wordt door de beperking van de concentratie van deze 18 indicator-pak’s in kleiduiven ook de concentratie van andere pak’s in kleiduiven beperkt. Het ECHA heeft vier mogelijke concentratiegrenzen overwogen en geconcludeerd dat een grenswaarde van 0,005 % de voorkeursoptie is op basis van de doeltreffendheid ervan om het vrijkomen van pak’s met meer dan 99 % te verminderen, en op basis van de beschikbaarheid van alternatieven. Met een concentratiegrens van 0,005 % voor de som van de 18 indicator-pak’s zouden CTPHT, petroleumteer en petroleumhars als bindmiddel in kleiduiven niet zijn toegestaan. Om de uitvoerbaarheid van de beperking te vergemakkelijken, is de reeks indicatoren afgestemd op bestaande regels van de International Sport Shooting Federation (ISSF) voor kleiduiven die in hun competities worden gebruikt, die een concentratiegrens van 0,005 % drooggewicht van de kleiduif opleggen voor de som van de 18 indicator-pak’s. |
(7) |
Het ECHA heeft een overgangsperiode van één jaar na de inwerkingtreding van de beperking voorgesteld gedurende welke de productie en het gebruik van kleiduiven met een pak-concentratie van maximaal 1 % drooggewicht van de kleiduif is toegestaan. Het ECHA achtte een dergelijke periode noodzakelijk om een tekort aan bruikbare kleiduiven in de Unie te voorkomen, door producenten de tijd te geven nieuwe leveranciers te vinden voor bindmiddelen met een laag pak-gehalte en eventuele aanpassingen van hun productieprocessen door te voeren. In de praktijk zou dit betekenen dat het in de handel brengen of het gebruik van kleiduiven met CTPHT als bindmiddel niet mogelijk zou zijn vanaf de inwerkingtreding van de beperking, aangezien deze kleiduiven een hoger pak-gehalte hebben. Voortzetting van het gebruik van CTPHT als bindmiddel in kleiduiven gedurende een overgangsperiode van één jaar zou leiden tot het vrijkomen van 114 ton pak’s en zou geen of beperkte economische voordelen hebben, aangezien er al alternatieve bindmiddelen voor dezelfde prijzen beschikbaar zijn. Bovendien zijn de producenten in de Unie reeds gestopt met het gebruik van CTPHT in kleiduiven. |
(8) |
Op 13 september 2022 heeft het Comité risicobeoordeling (RAC) van het ECHA zijn advies uitgebracht waarin het concludeerde dat de door het ECHA voorgestelde beperking gezien de doeltreffendheid bij het beperken van het risico, de uitvoerbaarheid en de controleerbaarheid de meest geschikte Uniebrede maatregel is om het vastgestelde risico aan te pakken. Het RAC merkte op dat de beschikbare informatie over het vrijkomen van 18 pak’s in het milieu voldoende basis biedt om te concluderen dat het huidige en potentiële toekomstige gebruik van kleiduiven die pak’s bevatten, leidt tot het vrijkomen van stoffen met PBT-, zPzB- en carcinogene eigenschappen in het milieu. Zij was het ook eens met het ECHA dat beroepsmatige blootstelling, blootstelling van de mens als gevolg van het omgaan met en schieten van kleiduiven en het daarmee samenhangende risico voor de menselijke gezondheid (kanker) — hoewel deze blootstelling niet in kwantitatieve zin in overweging is genomen —, bewijzen dat een beperking noodzakelijk is. Het RAC merkte op dat het aanhoudende vrijkomen van pak’s uit bindmiddelen van kleiduiven in het milieu zal leiden tot langetermijnrisico’s voor de mens en het milieu als gevolg van blootstelling aan pak’s. Het RAC was het ermee eens dat de voorgestelde beperking de meest doeltreffende risicobeheersmaatregel zou zijn om het vrijkomen van en de blootstelling aan pak’s uit kleiduiven die pak’s bevatten, te beperken. Het RAC was het ermee eens dat afwijkingen niet gerechtvaardigd zijn. Daarnaast was het RAC, in overeenstemming met de aanpak van het ECHA, het erover eens dat de beperking moet worden gebaseerd op een concentratiegrens van 0,005 % drooggewicht van de kleiduif voor de geselecteerde 18 indicator-pak’s, waardoor ongeveer 99 % van de pak-emissies zou dalen. |
(9) |
Het RAC was het met het ECHA eens dat het vaststellen van een tussentijdse concentratiegrens voor 18 indicator-pak’s van 1 % drooggewicht van de kleiduif het gebruik van CTPHT als bindmiddel in kleiduiven zou voorkomen, maar tijdelijk andere bindmiddelen die pak’s bevatten, zou toestaan. Het RAC merkte echter op dat de voorgestelde overgangsperiode van één jaar zou kunnen leiden tot het vrijkomen van ten minste 150 ton extra van de 18 indicator-pak’s. |
(10) |
Op 2 december 2022 heeft het Comité sociaaleconomische analyse (SEAC) van het ECHA zijn advies uitgebracht. Het SEAC concludeerde dat de voorgestelde beperking de meest geschikte Uniebrede maatregel is om de vastgestelde risico’s aan te pakken, rekening houdend met de sociaaleconomische voordelen en kosten ervan, mits de voorwaarden worden gewijzigd zoals voorgesteld door het SEAC. |
(11) |
Het SEAC was van mening dat de beperking onder normale omstandigheden onmiddellijk zonder overgangsperiode kon worden toegepast, maar merkte op dat de huidige handelssancties tegen Rusland van invloed kunnen zijn op de beschikbaarheid op korte termijn van een aantal van de onderzochte alternatieven en ondersteunde derhalve, in plaats van geen overgangsperiode, een overgangsperiode van één jaar om verstoring van de toeleveringsketens te voorkomen. Het SEAC was het echter niet eens met het ECHA over de tussentijdse pak-concentratiegrens die tijdens de overgangsperiode moet worden vastgesteld. Rekening houdend met de bezorgdheid over de beschikbaarheid op korte termijn van eco- en natuurlijke harsen als gevolg van de handelssancties, achtte het SEAC een tussentijdse concentratiegrens voor de 18 indicator-pak’s van 0,1 % drooggewicht van de kleiduif gedurende de overgangsperiode van één jaar gerechtvaardigd. Een dergelijke concentratiegrens voor de 18 indicator-pak’s zou onmiddellijk, vanaf de datum van inwerkingtreding van de beperking, de pak-concentraties in kleiduiven boven die grenswaarde verbieden. Dit zou in feite het in de handel brengen en het gebruik verbieden van kleiduiven die niet aan deze concentratiegrens voldoen, met als gevolg dat CTPHT en petroleumteer niet langer als bindmiddelen in kleiduiven zouden kunnen worden gebruikt en tot een hogere emissiereductie zouden leiden dan een concentratiegrens van 1 gewichtsprocent, zoals voorgesteld door het ECHA, tegen vergelijkbare kosten. |
(12) |
Het SEAC was het met het ECHA eens dat er technisch haalbare alternatieve bindmiddelen beschikbaar zijn in de Unie en dat sommige ervan zouden leiden tot hogere kosten voor consumenten in de orde van grootte van enkele eurocenten per kleiduif, wat zou leiden tot totale jaarlijkse kosten van 3,4 miljoen EUR, zowel voor de door het ECHA aanbevolen beperkingsoptie als voor de door het SEAC aanbevolen optie. Het SEAC was het met het ECHA eens dat de voordelen van deze beperking de voorkomen milieuemissies zijn. Het SEAC schatte dat de door het ECHA aanbevolen beperkingsoptie zou leiden tot voorkomen jaarlijkse emissies van 257 ton, terwijl de door het SEAC aanbevolen beperkingsoptie zou leiden tot 266 ton voorkomen jaarlijkse emissies. |
(13) |
Het Forum voor de uitwisseling van handhavingsinformatie van het Agentschap, als bedoeld in artikel 76, lid 1, punt f), van Verordening (EG) nr. 1907/2006, werd tijdens de beperkingsprocedure geraadpleegd en met het advies ervan is rekening gehouden. |
(14) |
Het RAC en het SEAC namen nota van het advies van het Forum dat de beperking als afdwingbaar kan worden beschouwd, mits een specifieke analysemethode wordt ontwikkeld die de noodzakelijke geharmoniseerde testaanpak definieert. |
(15) |
Het ECHA heeft de adviezen van het RAC en het SEAC (7) op 31 januari 2023 aan de Commissie voorgelegd. Rekening houdend met het bijlage XV-dossier en de adviezen van het RAC en het SEAC is de Commissie van oordeel dat het in de handel brengen en het gebruik van pak’s in kleiduiven voor schieten een onaanvaardbaar risico voor de menselijke gezondheid en het milieu met zich meebrengt, dat op Uniebrede basis moet worden aangepakt. |
(16) |
De Commissie is van mening dat is aangetoond dat de door het ECHA voorgestelde beperking van het in de handel brengen en het gebruik van pak’s als zodanig of als bestanddeel van andere stoffen in kleiduiven, de meest geschikte Uniebrede maatregel is om het vastgestelde risico aan te pakken, rekening houdend met de sociaal-economische gevolgen ervan en de beschikbaarheid van alternatieven. |
(17) |
De Commissie is van mening dat voor de 18 indicator-pak’s een concentratiegrens van 0,005 % drooggewicht van de kleiduif moet gelden, omdat deze concentratiegrens ongeveer 99 % van de pak-emissies ten opzichte van het basisscenario voorkomt, de beschikbaarheid van voldoende alternatieve bindmiddelen mogelijk maakt en veel producenten van kleiduiven reeds kleiduiven produceren die in overeenstemming zijn met de voorgestelde grenswaarde, in lijn met bestaande internationale regels betreffende sportschieten. |
(18) |
De Commissie is van mening dat alle belanghebbenden voldoende tijd moeten krijgen om passende maatregelen te nemen, zoals heronderhandeling over leveringscontracten en de verwijdering van de bestaande voorraden, om aan de voorgestelde beperking te voldoen. De Commissie acht dit bijzonder belangrijk, aangezien deze maatregel niet alleen het in de handel brengen van de 18 pak’s in kleiduiven beperkt, zoals oorspronkelijk voorgesteld in het bijlage XV-dossier, maar ook het gebruik ervan in kleiduiven. De toepassing van deze beperking moet daarom met twaalf maanden worden uitgesteld zonder tussentijdse concentratiegrens. De Commissie is van mening dat deze overgangsperiode ook nodig is om verstoringen van de toeleveringsketen te voorkomen als gevolg van de beperkte beschikbaarheid op korte termijn van twee soorten alternatieve bindmiddelen, die worden gebruikt in kleiduiven en die het mogelijk maken te voldoen aan de concentratiegrens van 0,005 % drooggewicht van de kleiduif (eco- en natuurlijke harsen), vanwege handelsbeperkingen ten aanzien van een van de belangrijkste producenten van deze alternatieve bindmiddelen. |
(19) |
Verordening (EG) nr. 1907/2006 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
(20) |
De in deze verordening vervatte bepalingen zijn in overeenstemming met het advies van het bij artikel 133 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 ingestelde comité, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 1 april 2025.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/1907/oj.
(2) PB C 130 van 23.3.2022, blz. 8.
(3) PB C 130 van 23.3.2022, blz. 7.
(4) https://echa.europa.eu/documents/10162/17233/rest_ctpht_mandate_en.pdf/6ca115c7-d892-1c27-3329-6d0e4ab34b87?t=1628765272700.
(5) https://echa.europa.eu/documents/10162/ca0e70c1-db56-5d5f-55e1-76668c2d9623.
(6) ECHA (2022). Background Document to the Opinion on the Annex XV dossier proposing restrictions on Substances containing polycyclic aromatic hydrocarbons (PAHs) in clay targets for shooting https://echa.europa.eu/documents/10162/1cbc7e0f-4d6e-f8dd-cea2-0d32781281b2.
(7) https://echa.europa.eu/documents/10162/5a8fcf33-9adc-d6cf-611e-019cc034af62.
BIJLAGE
In bijlage XVII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 wordt de volgende vermelding 50 bis toegevoegd:
|
Mogen niet in de handel worden gebracht, op zichzelf of als bestanddelen van andere stoffen, in kleiduiven voor schieten vanaf 22 april 2026 indien zij meer dan 50 mg/kg (0,005 % drooggewicht van de kleiduif) van de som van alle in de lijst opgenomen pak’s bevatten.” |
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2025/660/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)