1.   De leden zijn personen die worden benoemd om een gemeenschappelijk belang, organisaties, autoriteiten van de lidstaten of andere overheidsinstanties te vertegenwoordigen.

2.   De groep bestaat uit ten hoogste 250 leden.

3.   De leden die zijn aangewezen om een gemeenschappelijk belang te vertegenwoordigen, vertegenwoordigen geen individuele belanghebbende, maar een beleidsoriëntatie die verschillende organisaties van belanghebbenden gemeen hebben.

4.   De autoriteiten van de lidstaten, organisaties en andere publieke entiteiten wijzen hun eigen vertegenwoordigers aan en zijn ervoor verantwoordelijk dat deze een hoog niveau van deskundigheid bezitten.

5.   Leden die geen doeltreffende bijdrage aan de beraadslagingen van de groep meer kunnen leveren en die naar het oordeel van de bevoegde diensten van de Commissie niet aan de voorwaarden van artikel 339 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie voldoen of die ontslag nemen, worden niet langer uitgenodigd om aan vergaderingen van de groep deel te nemen en kunnen voor de rest van hun ambtstermijn worden vervangen. De bevoegde diensten van de Commissie kunnen het lidmaatschap van die leden ook beëindigen.

1.   De selectie van personen die worden benoemd om een gemeenschappelijk belang te vertegenwoordigen en van organisaties als leden van de groep, vindt plaats via een openbare oproep tot kandidaatstelling die in het register van deskundigengroepen van de Commissie en andere adviesorganen (“het register van deskundigengroepen”) wordt bekendgemaakt. Daarnaast kan de oproep tot kandidaatstelling via andere media, waaronder speciale websites, worden bekendgemaakt. In de oproep tot kandidaatstelling worden de selectiecriteria, waaronder die voor de vereiste deskundigheid, en de te vertegenwoordigen belangen met betrekking tot het uit te voeren werk, duidelijk geformuleerd.

2.   Om te kunnen worden benoemd, moeten personen die een gemeenschappelijk belang vertegenwoordigen en organisaties, zich inschrijven in het transparantieregister.

3.   De leden van de groep worden door de bevoegde diensten van de Commissie benoemd uit de kandidaten met bekwaamheid op de in de artikelen 2 en 3 bedoelde gebieden.

4.   De leden worden benoemd voor een periode van vijf jaar, die automatisch wordt verlengd, tenzij de bevoegde diensten van de Commissie anders besluiten. De leden blijven in functie totdat zij worden vervangen.

1.   De groep handelt op verzoek van de bevoegde diensten van de Commissie in overeenstemming met de horizontale regels voor deskundigengroepen (6) (hierna “de horizontale regels” genoemd).

2.   In principe vinden de vergaderingen van de groep plaats in de gebouwen van de Commissie of worden zij virtueel gehouden, afhankelijk van de omstandigheden.

3.   De bevoegde diensten van de Commissie verzorgen het secretariaat. Ambtenaren van de Commissie van andere diensten die een belang in de werkzaamheden hebben, mogen de vergaderingen van de groep en haar subgroepen bijwonen.

4.   In overleg met de voorzitter kan de groep bij een gewone meerderheid van zijn leden besluiten om zijn beraadslagingen open te stellen voor het publiek.

5.   De notulen van de besprekingen over elk agendapunt en over de door de groep verleende adviezen moeten relevant en volledig zijn. De notulen worden onder verantwoordelijkheid van de voorzitter opgesteld door het secretariaat.

6.   Voor zover mogelijk neemt de groep haar adviezen, aanbevelingen of rapporten aan bij consensus. Wanneer er wordt gestemd, wordt de uitslag van de stemming bepaald bij gewone meerderheid van de leden. Leden die tegen hebben gestemd of zich van stemming hebben onthouden, hebben het recht een document met een samenvatting van de redenen voor hun standpunt aan de adviezen, aanbevelingen of verslagen te laten hechten.

1.   Er wordt een subgroep opgericht, bestaande uit door de lidstaten aangewezen deskundigen (“de deskundigengroep van de lidstaten”).

2.   De bevoegde diensten van de Commissie kunnen subgroepen oprichten om specifieke kwesties te onderzoeken op basis van een door die diensten opgesteld mandaat. Dergelijke aanvullende subgroepen handelen overeenkomstig de horizontale regels en brengen verslag uit aan de groep. Ze worden opgeheven zodra hun opdracht is vervuld.

3.   De leden van subgroepen die geen lid zijn van de groep, worden geselecteerd via een openbare oproep tot kandidaatstelling overeenkomstig artikel 5 en de horizontale regels.

1.   Overeenkomstig de horizontale regels kan via een rechtstreekse uitnodiging of na een oproep tot het indienen van sollicitaties de status van waarnemer worden toegekend aan andere personen, organisaties of publieke entiteiten dan autoriteiten van de lidstaten.

2.   De tot waarnemer benoemde organisaties en overheidsentiteiten wijzen hun vertegenwoordigers aan.

3.   Waarnemers en hun vertegenwoordigers kunnen toestemming van de voorzitter krijgen om aan de besprekingen van de groep en de subgroepen deel te nemen en deskundigheid te bieden. Zij hebben echter geen stemrecht en nemen niet deel aan de opstelling van aanbevelingen of adviezen van de groep en zijn subgroepen.

1.   De groep en zijn subgroepen worden geregistreerd in het register van deskundigengroepen en andere adviesorganen van de Commissie (hierna “het register van deskundigengroepen” genoemd).

2.   Wat de samenstelling van de groep en de subgroepen betreft, worden de volgende gegevens in het register van deskundigengroepen bekendgemaakt:

3.   Alle relevante documenten, met inbegrip van de agenda’s, de notulen en de bijdragen van deelnemers, worden ter beschikking gesteld in het register van deskundigengroepen. Met name de agenda en andere relevante achtergronddocumenten worden te zijner tijd voor aanvang van de vergadering bekendgemaakt, gevolgd door de tijdige bekendmaking van de notulen. Op de bekendmakingsplicht kan uitsluitend een uitzondering worden gemaakt wanneer wordt geoordeeld dat de openbaarmaking van een document de bescherming van een openbaar of particulier belang zou ondermijnen als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad (9).

1.   Deelnemers aan de werkzaamheden van het forum inzake ecologisch ontwerp en de subgroepen ontvangen geen bezoldiging voor de diensten die zij aanbieden.

2.   Reis- en verblijfkosten in verband met de activiteiten van het forum inzake ecologisch ontwerp en de subgroepen worden door de Commissie voor één vertegenwoordiger per lidstaat en voor overeenkomstig artikel 9 uitgenodigde deskundigen vergoed. Vergoeding vindt plaats overeenkomstig de binnen de Commissie geldende bepalingen en binnen de grenzen van de beschikbare kredieten die op grond van de jaarlijkse procedure voor de toewijzing van middelen aan de diensten van de Commissie worden toegewezen.