|
Publicatieblad |
NL L-serie |
|
2024/2759 |
25.10.2024 |
GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2024/2759 VAN DE COMMISSIE
van 19 juli 2024
tot aanvulling van Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen ter bepaling van de situaties waarin derivaten mogen worden gebruikt uitsluitend voor het hedgen van de risico’s inherent aan andere beleggingen van de Europese langetermijnbeleggingsinstelling (Eltif), de vereisten voor een terugbetalingsbeleid en liquiditeitsbeheerinstrumenten van een Eltif, de omstandigheden voor het matchen van verzoeken tot overdracht van rechten van deelneming of aandelen in de Eltif, bepaalde criteria voor de vervreemding van Eltif-activa, en bepaalde elementen van de informatieverschaffing over de kosten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 betreffende Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (1), en met name artikel 9, lid 3, derde alinea, artikel 18, lid 6, vierde alinea, artikel 19, lid 5, derde alinea, artikel 21, lid 3, derde alinea, en artikel 25, lid 3, vierde alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Krachtens artikel 9, lid 2, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 is het Europese langetermijnbeleggingsinstellingen (European long-term investment funds — “Eltif’s”) verboden financiële afgeleide instrumenten (“financiële derivaten”) te gebruiken, behalve indien het gebruik van dergelijke instrumenten alleen dient voor het afdekken (hedgen) van de risico’s die inherent zijn aan andere beleggingen van de Eltif. De financiële derivaten die moeten worden geacht alleen te dienen voor het hedgen van de risico’s die inherent zijn aan andere beleggingen van de Eltif, zijn die waarvan de onderliggende waarden overeenstemmen met de activa waaraan een Eltif blootstellingen heeft of zou hebben. In sommige gevallen zijn er echter misschien geen financiële derivaten beschikbaar om een blootstelling aan een specifiek activum te hedgen. In dat geval moet het mogelijk zijn om die blootstelling te hedgen met een financieel derivaat waarvan de onderliggende waarden behoren tot dezelfde, of economisch gelijkwaardige, activaklasse als het financiële derivaat waarvan de onderliggende waarden overeenstemmen met de activa waaraan een Eltif blootstellingen heeft of zou hebben. Om te borgen dat het gebruik van financiële derivaten alleen dient voor het hedgen van de risico’s die inherent zijn aan andere beleggingen van een Eltif, moeten de financiële derivaten worden gebruikt om het betrokken risico daadwerkelijk te verminderen. De vermindering van het risico moet dus gecontroleerd kunnen worden via systemen die de te mitigeren risico’s in beeld brengen en de wijze waarop het derivaat dit risico zou mitigeren. |
|
(2) |
De onderliggende waarden en hun liquiditeitsprofiel kunnen een impact hebben op de Eltif en op het langetermijnkarakter van de Eltif. Het is noodzakelijk dat de beleggingsstrategie van een Eltif is afgestemd op en coherent is met het liquiditeitsprofiel en het terugbetalingsbeleid van de Eltif. Daarom moet de beheerder van een Eltif, wanneer hij, als bedoeld in artikel 18, lid 3, van Verordening (EU) 2015/760, beoordeelt of de looptijd van een Eltif verenigbaar is met de levenscycli van elk van de individuele activa van de Eltif, rekening houden met het liquiditeitsprofiel van elk van de individuele activa van de Eltif, het liquiditeitsprofiel van de Eltif-portefeuille op gewogen basis, de timing van de verwerving van die individuele activa en de waardering van die individuele activa. Aangezien terugbetalingen van invloed kunnen zijn op de activa en passiva en op de liquiditeit van een Eltif, moet de beheerder van een Eltif die voorziet in de mogelijkheid van terugbetalingen tijdens de looptijd van de Eltif, ook met het terugbetalingsbeleid van die Eltif rekening houden bij het beoordelen van de vraag of de looptijd van een Eltif verenigbaar is met de levenscycli van elk van de individuele activa van de Eltif. |
|
(3) |
Op grond van artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt b), van Verordening (EU) 2015/760 moet de Eltif-beheerder ten genoege van de bevoegde autoriteit van de Eltif kunnen aantonen dat de Eltif beschikt over een passend terugbetalingsbeleid dat en over instrumenten voor liquiditeitsbeheer die verenigbaar zijn met de langetermijnbeleggingsstrategie van de Eltif. Een manier om die doelstelling te behalen, is het analyseren van de uitkomsten, aannames en inputs gebruikt voor liquiditeitsstresstests, wanneer deze zijn uitgevoerd overeenkomstig artikel 15, lid 3, punt b), of artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad (2). Aan de hand van de uitkomsten van die analyse zouden Eltif-beheerders moeten kunnen aantonen of en hoe in ernstige, maar plausibele scenario’s de Eltif verzoeken tot terugbetaling kan afhandelen. Met die uitkomsten zouden ook de bevoegde autoriteiten die scenario’s ten aanzien van de activa en passiva moeten kunnen beoordelen, met inbegrip van schokken wat betreft terugbetaling en zekerheden, en de daling van de waarde van de activa in die stressscenario’s. |
|
(4) |
Met de eventuele minimale aanhoudingsperiode als bedoeld in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt a), van Verordening (EU) 2015/760 kan de Eltif doorgaans de belegging van het ingebrachte kapitaal uitvoeren. Dit betekent dat de Eltif met de eventuele minimale aanhoudingsperiode die doelstelling zou moeten kunnen behalen. Verordening (EU) 2015/760 bepaalt echter niet hoe lang die aanhoudingsperioden moeten zijn, noch wat daarvoor de vereisten zijn, en schrijft voor dat de beheerder van een Eltif de minimale aanhoudingsperiode vaststelt op basis van een reeks specifieke criteria. Daarom moet de Eltif-beheerder bij het vaststellen van die minimale aanhoudingsperiode rekening houden met de omstandigheden van de Eltif. |
|
(5) |
Wat betreft Eltif’s die, overeenkomstig artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2015/760, in de mogelijkheid voorzien van terugbetalingen tijdens hun looptijd, moet in het belang van de rechtszekerheid van Eltif’s en de beleggers daarin worden aangetekend dat in sommige lidstaten het terugbetalingsbeleid niet steeds in de statuten is opgenomen. Dit komt omdat in sommige lidstaten de statuten meestal het doel van de vennootschap of de instelling vastleggen, het hoofdkantoor, de algemene vergaderingen, de bevoegdheden van de raad van bestuur en andere details met betrekking tot de opzet van de Eltif — maar niet het beleid dat of de procedures die een derde partij toepast, daaronder begrepen de beheerder van alternatieve beleggingsinstellingen (“abi-beheerder”) die de instelling beheert. In het belang van de transparantie en de bescherming van beleggers moet de beheerder van een Eltif de bevoegde autoriteit van de Eltif bepaalde minimuminformatie verschaffen waaruit blijkt dat de Eltif beschikt over een passend terugbetalingsbeleid en passende instrumenten voor liquiditeitsbeheer die verenigbaar zijn met de langetermijnbeleggingsstrategie van de Eltif. |
|
(6) |
Artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU verlangt dat abi-beheerders — en dus ook Eltif-beheerders — gebruikmaken van een passend liquiditeitsbeheersysteem, procedures vaststellen die hen in staat stellen het liquiditeitsrisico te monitoren, en de afstemming waarborgen van de beleggingsstrategie, het liquiditeitsprofiel en het terugbetalingsbeleid van de Eltif. In dat verband moet de beheerder van een Eltif de mogelijkheid hebben om, naar eigen inzicht, een of meer anti-verwatering liquiditeitsbeheerinstrumenten (“anti-dilution LMT’s”) of andere liquiditeitsbeheerinstrumenten te selecteren en toe te passen. Aangezien Eltif’s kunnen worden aangeboden aan retailbeleggers, en om een hogere norm van marktintegriteit mogelijk te maken, moet in dat tweede geval, de Eltif-beheerder de bevoegde autoriteit van de Eltif, op verzoek van die autoriteit, de informatie verschaffen over de keuze van de instrumenten voor liquiditeitsbeheer en het passende karakter daarvan in de context van de Eltif. |
|
(7) |
Eltif’s moeten in staat zijn beleggingsstrategieën in langetermijnactiva toe te passen, hetgeen vereist dat de maximale liquiditeit die binnen een Eltif kan worden geboden, moet kunnen worden bepaald en dat de waarschijnlijkheid dat een Eltif wordt geschorst, beperkt wordt. Daarom moet de beheerder van een Eltif de beperking op de terugbetaling uit artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 op zodanige wijze toepassen dat geborgd is dat terugbetalingen beperkt blijven tot een deel van liquide activa en dat liquiditeitsmismatches vermeden worden. Om de daadwerkelijke bescherming van de langetermijnactiva van de Eltif en de daaruit voortvloeiende bescherming van de belangen van alle beleggers te verzekeren, moet het gebruik van beperkingen op terugbetalingen verband houden met een breed scala en uiteenlopende soorten situaties, daaronder begrepen situaties van marktstress. |
|
(8) |
Wanneer bevoegde autoriteiten het in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde percentage beoordelen, moeten zij onder meer op voorzichtige wijze rekening houden met de variëteit aan Eltif’s, hun liquiditeitsprofiel, de eventuele opzegtermijn en de frequentie van terugbetalingen van de Eltif en verwachte kasstromen. Daarom moeten bevoegde autoriteiten alleen met verwachte positieve kasstromen rekening houden voor zover er een hoge mate van zekerheid bestaat dat die positieve kasstromen zich zullen voordoen. Dit betekent dat bevoegde autoriteiten de mogelijkheid dat de Eltif in aanmerking komende langetermijnbeleggingsactiva kan vervreemden of de mogelijkheid dat de Eltif kapitaal kan aantrekken via nieuwe inschrijvingen, niet als verwachte positieve kasstromen mogen beschouwen. |
|
(9) |
De Eltif-beheerder moet het in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde percentage bepalen op basis van hetzij de terugbetalingsfrequentie en de maximale duur van de opzegtermijn, zijnde de opzegtermijn, met inbegrip van de eventuele verlenging van de opzegtermijn, hetzij de terugbetalingsfrequentie en het minimumpercentage liquide activa. In beide gevallen kan de Eltif-beheerder overwegen een opzegtermijn op te nemen in het opzeggingsbeleid. Om het kalibreren van de liquiditeitsparameters door de Eltif-beheerder en het doeltreffende toezicht door de bevoegde autoriteit te faciliteren, moet de lineaire benadering worden gebruikt om het in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde maximumpercentage activa te bepalen wanneer de terugbetalingsfrequentie of de opzegtermijn niet overeenstemmen met de parameters in de kalibreringstabellen die aan de Eltif-beheerder zijn verstrekt. |
|
(10) |
Wanneer het bedrag aan liquide activa van de Eltif bepaalde gespecificeerde drempels onderschrijdt, met name gezien de fluctuerende activawaarden of de impact van terugbetalingen, moet de Eltif-beheerder, binnen een passende termijn, de nodige maatregelen nemen om het minimumpercentage liquide activa te herstellen, daarbij afdoende rekening houdend met de belangen van de beleggers in de Eltif en de langetermijnbeleggingsstrategie van de Eltif. |
|
(11) |
Om de liquiditeit in en overdraagbaarheid van rechten van deelneming of aandelen in Eltif’s te verzekeren, mag de mogelijkheid om in artikel 19, lid 2 bis, van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde verzoeken tot overdracht te matchen, niet geacht worden in de weg te staan aan andere vormen van secundaire overdrachten, op voorwaarde dat het beleid voor het matchen van verzoeken van de Eltif dergelijke overdrachten niet verbiedt en op voorwaarde dat die mogelijkheid uitdrukkelijk is overeengekomen tussen de overdragende beleggers. |
|
(12) |
Wat betreft de in artikel 19, lid 2 bis, van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde mogelijkheid tot matching van verzoeken tot overdracht die, in het kader van deze verordening, niet als een multilateraal systeem mag worden beschouwd, en wat betreft de in artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde mogelijkheid tot terugbetaling tijdens de looptijd van de Eltif, is het noodzakelijk om bepaalde vereisten voor het functioneren van de matching van verzoeken tot overdracht nader te bepalen. |
|
(13) |
Om de kans te verminderen op prijsarbitrage tussen de intrinsieke waarde van de rechten van deelneming of aandelen in Eltif’s die op een secundaire markt worden verhandeld en die welke worden gematched via de matching van verzoeken tot overdracht, moet, wanneer de uitvoeringskoers niet is gebaseerd op de intrinsieke waarde van de Eltif, de uitvoeringskoers worden vastgesteld buiten de waarderingsdata van de Eltif. |
|
(14) |
Overeenkomstig artikel 19, lid 2 bis, punt b), van Verordening (EU) 2015/760 moet, wanneer er een mismatch is tussen uittredende en potentiële beleggers, de matching op pro-rata-basis gebeuren. Om de matching van verzoeken doeltreffend te laten functioneren en om het vertrouwen van beleggers daarin te verzekeren, moeten beleggers de kans krijgen hun orders te wijzigen, hun resterende matchingverzoeken aan te houden in afwachting van toekomstige matching, of hun resterende of nog uitstaande matchingbelang in te trekken. |
|
(15) |
In sommige lidstaten leggen het reglement of de statuten meestal het doel van de vennootschap of de instelling vast, het hoofdkantoor, de algemene vergaderingen, de bevoegdheden van de raad van bestuur en andere details met betrekking tot de opzet van de rechtspersoon — maar niet het beleid dat of de procedures die een derde partij, daaronder begrepen de abi-beheerder die de instelling beheert, toepast. Voorts zou het in bepaalde gevallen niet mogelijk zijn al die details in het reglement of de statuten van een Eltif vast te leggen, met name in het geval van paraplufondsen met diverse onderling afwijkende subfondsen. |
|
(16) |
Ongeacht hoe de Eltif voorziet in de mogelijkheid van volledige of gedeeltelijke matching van verzoeken, moet het door de beheerder van een Eltif opgezet beleid voor het matchen van verzoeken, ter wille van een hoog niveau van beleggersbescherming, bepaalde informatie bevatten over het format, de procedures, de voorwaarden en de timing van de matching. |
|
(17) |
Het is noodzakelijk om een hoog niveau aan informatie te garanderen over de potentiële markt en zijn deelnemers die potentiële kopers kunnen zijn van de te vervreemden activa van de Eltif, die illiquide en idiosyncratisch kunnen zijn. Bij de in artikel 21, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde beoordeling van de markt voor potentiële kopers, moet dus rekening worden gehouden met marktrisico’s, en moet dus onder meer worden nagegaan of potentiële kopers afhankelijk zijn van het verkrijgen van leningen van derden, of er een risico op illiquiditeit van de activa vóór de verkoop bestaat, of er risico’s zijn die samenhangen met politieke veranderingen of wijzigingen in de wetgeving, zoals belastinghervormingen, en of een risico bestaat op verslechtering van de economische situatie op de markt die relevant is voor de Eltif-activa. |
|
(18) |
Markgebeurtenissen kunnen de waardering van de activa van de Eltif materieel veranderen — en dus de belangen van beleggers raken. De in artikel 21, lid 2, punt c), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde waardering van te vervreemden activa moet dus plaatsvinden op een tijdstip dat voldoende nauw aansluit bij het begin van de vervreemding van de activa. Om nodeloze lasten voor de Eltif te vermijden en om te zorgen voor een kostenefficiënt functioneren van de Eltif — hetgeen alle beleggers in een Eltif ten goede komt — hoeft een Eltif die activa al overeenkomstig Richtlijn 2011/61/EU heeft gewaardeerd op een tijdstip dat voldoende nauw bij het begin van de vervreemding van die activa aansluit, die activa niet opnieuw te waarderen. |
|
(19) |
Om voor een gemeenschappelijke aanpak te zorgen ten aanzien van de informatieverschaffing over de kosten van beleggingen in een Eltif, moet die informatieverschaffing over kosten alle kosten omvatten die rechtstreeks of indirect ten laste vallen van beleggers. Bepaald moet worden dat de distributiekosten alle administratie-, toezicht-, zakelijke-dienstverlenings- en auditkosten moeten omvatten die met distributie verband houden, en voorzien moet worden in gemeenschappelijke definities, berekeningsmethoden en presentatieformats van die kosten. |
|
(20) |
Overeenkomstig artikel 2, vierde alinea, van Verordening (EU) 2023/606 van het Europees Parlement en de Raad (3), mogen Eltif’s die vóór 10 januari 2024 een vergunning hadden gekregen, ervoor kiezen om onder deze verordening te vallen. Bijgevolg moeten Eltif’s die er niet voor kiezen om onder Verordening (EU) 2023/606 te vallen, verder onder Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/480 van de Commissie (4) vallen. |
|
(21) |
Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Autoriteit voor effecten en markten bij de Commissie heeft ingediend. |
|
(22) |
De Europese Autoriteit voor effecten en markten heeft open publieksconsultaties gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, heeft de potentiële kosten en baten ervan geanalyseerd en heeft het advies van de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (5) opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten ingewonnen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Het gebruik van financiële derivaten uitsluitend voor hedgingdoeleinden
Het gebruik van financiële derivaten dient uitsluitend om de risico’s te hedgen die inherent zijn aan andere beleggingen van de Eltif wanneer alle volgende voorwaarden zijn:
|
a) |
het gebruik van de financiële derivaten is:
|
|
b) |
het gebruik van de financiële derivaten zet in op een controleerbare vermindering van de risico’s op het niveau de Eltif; |
|
c) |
de onderliggende waarden van de financiële derivaten zijn activa waaraan een Eltif is blootgesteld of, wanneer de financiële derivaten om de uit de blootstelling aan dergelijke activa voortvloeiende risico’s te hedgen niet beschikbaar zijn, de onderliggende waarden van financiële derivaten uit dezelfde of een economisch gelijkwaardige activaklasse. |
Ten behoeve van punt b) onderneemt de Eltif-beheerder alle redelijke stappen om ervoor te zorgen dat de financiële derivaten die worden gebruikt voor het hedgen van de risico’s die inherent zijn aan andere beleggingen van de Eltif, de risico’s op het niveau van de Eltif beperken, ook in situaties van marktstress.
Artikel 2
Omstandigheden waarin de looptijd van een Eltif verenigbaar is met de levenscycli van elk van de afzonderlijke activa ervan
Wanneer de beheerder van een Eltif, als bedoeld in artikel 18, lid 3, van Verordening (EU) 2015/760, beoordeelt of de looptijd van een Eltif verenigbaar is met de levenscycli van elk van de individuele activa, houdt hij rekening met alle volgende elementen:
|
a) |
het liquiditeitsprofiel van elk van de individuele activa van de Eltif; |
|
b) |
het liquiditeitsprofiel van de Eltif-portefeuille op gewogen basis; |
|
c) |
de timing van de verwerving en de vervreemding van elk van de individuele activa van de Eltif, afgezet tegen de achtergrond van de economische levenscyclus van de activa, en de looptijd van de Eltif; |
|
d) |
de beleggingsdoelstelling van de Eltif; |
|
e) |
wanneer een Eltif voorziet in de mogelijkheid van terugbetalingen tijdens de looptijd van de Eltif: het terugbetalingsbeleid van de Eltif; |
|
f) |
de behoeften inzake kasbeheer en verwachte kasstroom en verplichtingen van de Eltif; |
|
g) |
de mogelijkheid om de blootstellingen van de individuele activa van de Eltif door te rollen of te beëindigen; |
|
h) |
de beschikbaarheid van een betrouwbare, deugdelijke en actuele waardering van de activa in de portefeuille van de Eltif; |
|
i) |
de samenstelling van de portefeuille en het levenscyclusbeheer van de Eltif-activa tijdens de looptijd van de Eltif. |
Artikel 3
Criteria om de in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt a), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde minimale aanhoudingsperiode te bepalen
1. De beheerder van een Eltif die ervoor kiest om een in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt a), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde minimale aanhoudingsperiode te bepalen, houdt rekening met alle volgende elementen:
|
a) |
het langetermijnkarakter en de beleggingsstrategie van de Eltif; |
|
b) |
de klassen van de onderliggende activa van de Eltif, hun liquiditeitsprofiel en hun positie in hun levenscyclus; |
|
c) |
het beleggingsbeleid van de Eltif en de mate waarin de Eltif deelneemt in het beleggingsbeleid en de governance van de onderliggende activa waarin de Eltif belegt; |
|
d) |
de beleggersbasis van de Eltif, en:
|
|
e) |
het liquiditeitsprofiel van de Eltif; |
|
f) |
de procedures voor het waarderen van de Eltif-activa en de tijd die nodig is om met een deugdelijke, gedegen en actuele waardering (op basis van de recentste data) te komen; |
|
g) |
de mate waarin de Eltif geldmiddelen uitleent of ontleent, leningen toekent of transacties voor het uitlenen of ontlenen van effecten of repotransacties aangaat, of enige andere overeenkomst met een gelijkwaardig economisch effect en die vergelijkbare risico’s inhoudt; |
|
h) |
de samenstelling en diversificatie van de Eltif-portefeuille; |
|
i) |
het gemiddelde en de mediaan van de looptijd (in voorkomend geval) van de activa van de Eltif-portefeuille; |
|
j) |
de duur en de kenmerken van de levenscyclus van de Eltif en het terugbetalingsbeleid van de Eltif; |
|
k) |
het tijdsbestek voor de beleggingsfase van de beleggingsstrategie van de Eltif; |
|
l) |
de vraag of de minimale aanhoudingsperiode (in voorkomend geval) consistent is met en evenredig aan de tijd die nodig is om de belegging van het in de Eltif ingebrachte kapitaal af te ronden, en met name:
|
2. Op verzoek van de bevoegde autoriteit van de Eltif verantwoordt de Eltif-beheerder ten genoege van de bevoegde autoriteit van de Eltif, met name op basis van de criteria uit lid 1, het passende karakter van de duur van de minimale aanhoudingsperiode van de Eltif en de verenigbaarheid daarvan met de waarderingsprocedures en het terugbetalingsbeleid van de Eltif.
Artikel 4
Door de beheerder van een Eltif op grond van artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt b), van Verordening (EU) 2015/760 minimaal te verstrekken informatie over het terugbetalingsbeleid en de instrumenten voor liquiditeitsbeheer
1. Wanneer een Eltif voorziet in de mogelijkheid van terugbetalingen tijdens de looptijd van de Eltif, verschaft de beheerder van een Eltif aan de bevoegde autoriteit van die Eltif op het tijdstip van de vergunningverlening voor de Eltif alle volgende informatie:
|
a) |
het terugbetalingsbeleid van de Eltif dat alle volgende elementen bevat en duidelijk vermeldt:
|
|
b) |
de entiteiten die belast zijn met het beheer van het terugbetalingsproces en de wijze waarop de terugbetalingen zullen worden gedocumenteerd; |
|
c) |
een beschrijving van de wijze waarop de activa en passiva van de Eltif zullen worden beheerd om aan verzoeken tot terugbetaling te kunnen voldoen; |
|
d) |
een beschrijving van eventuele procedures om terugbetalingen tegen te gaan die verwateringseffecten hebben voor beleggers; |
|
e) |
een beschrijving van de waarderingsprocedures van de Eltif overeenkomstig artikel 19, lid 3, derde alinea, van Richtlijn 2011/61/EU en de artikelen 72 en 74 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 van de Commissie (6); |
|
f) |
de uitkomsten, aannames en inputs gebruikt voor liquiditeitsstresstests, wanneer dergelijke liquiditeitsstresstests moeten worden uitgevoerd overeenkomstig artikel 15, lid 3, punt b), en artikel 16, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn 2011/61/EU, waaruit blijkt of en hoe de Eltif in ernstige, maar plausibele scenario’s verzoeken tot terugbetaling kan afhandelen; |
|
g) |
de aan beleggers in de Eltif geboden liquiditeit en de liquiditeitsprofielen van de beleggingen van de Eltif, zowel in normale omstandigheden als in stresssituaties; |
|
h) |
informatie over de uitvoering van de instrumenten voor liquiditeitsbeheer; |
|
i) |
de in artikel 5, lid 1, van deze verordening bedoelde elementen; |
|
j) |
de benadering die de Eltif-beheerder hanteert om het in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 te bepalen overeenkomstig artikel 5, lid 5, eerste alinea, van deze verordening; |
|
k) |
alle andere informatie die de bevoegde autoriteit van de Eltif relevant acht voor het beoordelen van de vraag of het terugbetalingsbeleid van de Eltif en de instrumenten voor liquiditeitsbeheer voldoen aan de vereisen van Verordening (EU) 2015/760. |
2. Gedurende de looptijd van de Eltif stelt de Eltif-beheerder, voordat deze de in lid 1, punt a), i) of ii), en, lid 1, punt j), bedoelde elementen verandert of voordat deze de in lid 1, punt a), iii), bedoelde elementen materieel verandert, de bevoegde autoriteit van de Eltif schriftelijk van die verandering in kennis ten minste één maand vóór die verandering, of onmiddellijk nadat zich een niet te voorziene verandering heeft voorgedaan die buiten de invloedssfeer van de Eltif-beheerder ligt. Wanneer die bevoegde autoriteit niet binnen 20 kalenderdagen reageert, wordt zij geacht met die verandering te hebben ingestemd.
3. Gedurende de looptijd van de Eltif verschaft de beheerder van een Eltif, op verzoek van de bevoegde autoriteit van de Eltif, ook alle volgende informatie:
|
a) |
actuele en gedetailleerde informatie over de vraag of de instrumenten voor liquiditeitsbeheer van de Eltif zijn geactiveerd en gebruikt om verzoeken tot terugbetaling te beheren, en zo ja, onder welke omstandigheden en hoe; |
|
b) |
actuele uitkomsten van de liquiditeitsstresstests en actuele aannames en inputs gebruikt bij de uitgevoerde liquiditeitsstresstests, zowel in uitzonderlijke omstandigheden als in situaties van marktstress; |
|
c) |
in lid 1 bedoelde actuele informatie in het geval van materiële veranderingen in die informatie. |
Artikel 5
Door de Eltif te vervullen vereisten met betrekking tot haar terugbetalingsbeleid en instrumenten voor liquiditeitsbeheer, als bedoeld in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punten b) en c), van Verordening (EU) 2015/760
1. Wanneer een Eltif voorziet in de mogelijkheid van terugbetalingen tijdens de looptijd van de Eltif, bevat het terugbetalingsbeleid van de Eltif alle volgende elementen:
|
a) |
de voorwaarden waarop terugbetalingen kunnen worden toegestaan; |
|
b) |
het tijdvenster waarbinnen terugbetalingen kunnen worden toegestaan; |
|
c) |
de frequentie of periodiciteit waarmee terugbetalingen kunnen worden toegestaan; |
|
d) |
de eventuele termijnen en de procedures en vereisten die voor de terugbetalingen gelden, waaronder:
|
|
e) |
de vraag of en de wijze waarop beleggers kunnen vragen hun verzoeken tot terugbetaling die niet volledig zijn uitgevoerd, te annuleren; |
|
f) |
de vraag of de Eltif voorziet in de mogelijkheid van terugbetaling in natura van de Eltif-activa, als bedoeld in artikel 18, lid 5, van Verordening (EU) 2015/760; |
|
g) |
de vraag of de Eltif een minimale aanhoudingsperiode als bedoeld in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt a), van Verordening (EU) 2015/760 heeft, en zo ja, wat daarvan de duur is en wat de voorwaarden voor die minimale aanhoudingsperiode zijn; |
|
h) |
een beschrijving van de beschikbare instrumenten voor liquiditeitsbeheer en de voorwaarden voor de activering daarvan; |
|
i) |
het in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde percentage. |
Voor de toepassing van punt h) wordt, wanneer de Eltif aan retailbeleggers wordt aangeboden, de beschrijving van de beschikbare instrumenten voor liquiditeitsbeheer opgesteld in niet-technische termen die retailbeleggers in staat stellen inzicht te krijgen in die instrumenten.
2. Bij het vaststellen van het terugbetalingsbeleid van een Eltif houdt de Eltif-beheerder met alle volgende kenmerken van de Eltif rekening om het liquiditeitsprofiel van de Eltif te beoordelen:
|
a) |
de samenstelling van de portefeuille van de Eltif, met inbegrip van de in artikel 9, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde activa; |
|
b) |
de looptijd van de Eltif; |
|
c) |
het liquiditeitsprofiel van de Eltif; |
|
d) |
de methoden en gedocumenteerde processen voor het waarderen van de Eltif-activa; |
|
e) |
de marktomstandigheden en materiële gebeurtenissen die van invloed kunnen zijn op de mogelijkheid van de Eltif-beheerder om het terugbetalingsbeleid toe te passen; |
|
f) |
de door de Eltif-beheerder overeenkomstig artikel 3 van deze verordening bepaalde minimale aanhoudingsperiode en de criteria die worden gebruikt om die minimale aanhoudingsperiode te bepalen (in voorkomend geval); |
|
g) |
de beschikbare instrumenten voor liquiditeitsbeheer, de kalibratie ervan en de voorwaarden voor de activering daarvan; |
|
h) |
het in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde percentage en de criteria die worden gebruikt om dat percentage te bepalen; |
|
i) |
de liquiditeitsstresstests wanneer die liquiditeitsstresstests moeten worden uitgevoerd op grond van artikel 15, lid 3, punt b), en artikel 16, lid 1, van Richtlijn 2011/61/EU, en de uitkomsten daarvan; |
|
j) |
de wijze waarop de belangen van beleggers zullen worden beschermd. |
3. Voor de looptijd van de Eltif is het terugbetalingsbeleid deugdelijk, goed gedocumenteerd en consistent met de beleggingsstrategie en het liquiditeitsprofiel van de Eltif. Alle volgende elementen zijn consistent met de aard en de liquiditeitsgraad van de onderliggende Eltif-activa:
|
a) |
de verschillende aspecten van het terugbetalingsbeleid, daaronder begrepen de terugbetalingsfrequentie; |
|
b) |
de minimale aanhoudingsperiode (in voorkomend geval); |
|
c) |
de in artikel 17, lid 1, eerste alinea, punt a), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde datum; |
|
d) |
de in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt b), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde instrumenten voor liquiditeitsbeheer. |
Bij de evaluatie van de validiteit van risicomaatstaven en de nieuwe informatie die de Eltif-beheerder tijdens de looptijd van de Eltif verkrijgt, houdt de Eltif-beheerder rekening met de uitkomst van de back-testing op de liquiditeitsstresstests van de Eltif wanneer die back-testing wordt uitgevoerd overeenkomstig artikel 45, lid 3, punt b), van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013.
4. Wanneer terugbetalingen frequenter dan op kwartaalbasis plaatsvinden, verantwoordt de Eltif-beheerder ten genoege van de bevoegde autoriteit van de Eltif het passende karakter van de terugbetalingsfrequentie en de verenigbaarheid daarvan met de individuele kenmerken van de Eltif.
5. Het in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde percentage maakt integrerend deel uit van het terugbetalingsbeleid van de Eltif. De Eltif-beheerder kalibreert dat percentage naar eigen inzicht op basis van een van de volgende elementen:
|
a) |
de terugbetalingsfrequentie en de opzegtermijn van de Eltif, met inbegrip van de eventuele verlenging van die opzegtermijn, afhankelijk van welke van de drie in bijlage I bij deze verordening genoemde opties de Eltif-beheerder heeft geselecteerd, of |
|
b) |
de terugbetalingsfrequentie en het minimumpercentage van de in artikel 9, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde activa, zoals gespecificeerd in bijlage II bij deze verordening. |
6. Om het maximale volume van de terugbetaling op een bepaalde terugbetalingsdatum te bepalen, past de Eltif-beheerder het in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde percentage, zoals gespecificeerd in bijlage I of bijlage II bij deze verordening, toe op de som van:
|
a) |
de in artikel 9, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde activa op die datum van terugbetaling, en |
|
b) |
de verwachte kasstroom, volgens een prudente prognose over twaalf maanden. |
Voor de toepassing van punt b) houdt de Eltif-beheerder alleen rekening met de verwachte positieve kasstromen waarvan de Eltif-beheerder kan aantonen dat er een hoge mate van zekerheid bestaat dat deze zich zullen voordoen. De Eltif-beheerder beschouwt de mogelijkheid dat de Eltif kapitaal kan aantrekken via nieuwe inschrijvingen, niet als verwachte positieve kasstromen.
7. Wanneer het in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde percentage wordt gekalibreerd op basis van lid 5, punt b), en het bedrag van de in artikel 9, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde Eltif-activa de in bijlage II bij deze verordening bepaalde drempels onderschrijdt, neemt de Eltif-beheerder, binnen een voor die Eltif passende periode, de nodige maatregelen om het minimumpercentage liquide activa te herstellen, terwijl voor beleggers toch de mogelijkheid behouden blijft om hun rechten van deelneming of aandelen te laten terugkopen, daarbij afdoende rekening houdend met de belangen van de beleggers in de Eltif.
8. Wanneer de opzegtermijn van de Eltif, met inbegrip van de eventuele verlenging van de opzegtermijn, minder dan drie maanden bedraagt, stelt de Eltif-beheerder de bevoegde autoriteit van de Eltif daarvan in kennis, met inbegrip van de redenen voor die kortere opzegtermijn, en licht hij toe hoe die kortere opzegtermijn consistent is met de individuele kenmerken van de Eltif.
9. De beheerder van een Eltif is niet verplicht maar mag, naar eigen inzicht, ten minste één anti-verwatering liquiditeitsbeheerinstrument (“anti-dilution LMT”) kiezen uit de volgende anti-verwatering liquiditeitsbeheerinstrumenten:
|
a) |
antiverwateringsheffing; |
|
b) |
swing pricing; |
|
c) |
terugbetalingsvergoedingen. |
Naast de in de eerste alinea genoemde anti-verwatering liquiditeitsbeheerinstrumenten mag de Eltif-beheerder naar eigen inzicht ook andere anti-verwatering liquiditeitsbeheerinstrumenten kiezen en toepassen. In dat geval verschaft de Eltif-beheerder de bevoegde autoriteit van de Eltif, op haar verzoek, informatie over de redenen waarom, op grond van de in lid 2 vermelde kenmerken van de Eltif, de in de eerste alinea genoemde anti-verwatering liquiditeitsbeheerinstrumenten niet adequaat zijn voor die specifieke Eltif of de redenen waarom een andere reeks instrumenten voor liquiditeitsbeheer passender zou zijn, gelet op de belangen van de Eltif en haar beleggers.
10. Een bevoegde autoriteit kan, op verzoek van de Eltif-beheerder, de Eltif die uitsluitend aan professionele beleggers kan worden aangeboden, vrijstellen van de verplichting om die bevoegde autoriteit de in lid 8 en lid 9, tweede alinea, bedoelde informatie te verschaffen.
Artikel 6
Criteria om het in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde percentage te bepalen
1. Bij het bepalen van het in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde percentage houdt de Eltif-beheerder rekening met alle volgende elementen:
|
a) |
het liquiditeitsprofiel, de activa en passiva, de risico’s van liquiditeitsmismatches en verwachte in- en uitstromen van de Eltif; |
|
b) |
de levenscyclus van de Eltif-activa, de looptijd van de Eltif, de algehele stabiliteit van de beleggingsstrategie van de Eltif tijdens haar looptijd en de eventuele marktgebeurtenissen die op de Eltif van invloed kunnen zijn; |
|
c) |
de voorgenomen en verwachte frequentie van terugbetalingen van de Eltif en de risico’s van verwateringseffecten van dergelijke terugbetalingen voor beleggers; |
|
d) |
de beschikbaarheid en aard van bestaande instrumenten voor liquiditeitsbeheer; |
|
e) |
de financiële prestaties van de Eltif, daaronder begrepen de vrije kasstromen en de balans van de Eltif; |
|
f) |
potentiële marktomstandigheden en -situaties die op de Eltif van invloed zouden kunnen zijn wanneer het percentage wordt bepaald, en de mate waarin de rechten van deelneming of aandelen in de Eltif onder dergelijke marktomstandigheden en -situaties kunnen worden teruggekocht; |
|
g) |
de beschikbaarheid van betrouwbare informatie over de waardering van de Eltif-activa; |
|
h) |
de stabiliteit, beleggingsstrategie en samenstelling van de portefeuille van de Eltif tijdens de levenscyclus van de Eltif na terugbetalingen; |
|
i) |
andere relevante informatie, op basis van de omstandigheden van de Eltif en haar activa en beleggingsstrategie, die noodzakelijk zijn om dat percentage te bepalen voor situaties van marktsstress en van normale marktomstandigheden. |
2. De Eltif-beheerder bepaalt het percentage van de in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 toegestane terugbetalingen in overeenstemming met het terugbetalingsbeleid en de waarderingsprocedures van de Eltif, en in overeenstemming met artikel 5, lid 6, van deze verordening.
Artikel 7
Matching van verzoeken tot overdracht als bedoeld in artikel 19, lid 2 bis, van Verordening (EU) 2015/760
1. Wanneer een Eltif voorziet in de mogelijkheid, tijdens de looptijd van de Eltif, van volledige of gedeeltelijke matching van verzoeken tot overdracht van rechten van deelneming of aandelen in de Eltif door uittredende beleggers met verzoeken tot overdracht van potentiële beleggers, bevat het beleid voor het matchen van verzoeken alle volgende elementen:
|
a) |
het format, het proces en de timing van de matching; |
|
b) |
de frequentie of periodiciteit van het “matching-venster”, en de duur van dat venster; |
|
c) |
de transactiedata; |
|
d) |
de vereisten voor het indienen van verzoeken tot aankoop en uittreding, met inbegrip van de termijnen voor het indienen van die verzoeken; |
|
e) |
de afwikkelings- en uitbetalingstermijnen; |
|
f) |
garanties om potentiële arbitrage te vermijden die ingaat tegen de belangen van beleggers door de informatieasymmetrie die inherent is aan de matching van verzoeken tot overdracht; |
|
g) |
wanneer de Eltif-beheerder een opzegtermijn oplegt voor het ontvangen van verzoeken tot aankoop en uittreding: nadere gegevens over die opzegtermijn. |
Wanneer een Eltif voorziet in de mogelijkheid van terugbetalingen tijdens de looptijd van de Eltif als bedoeld in artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2015/760, legt het beleid voor het matchen van verzoeken duidelijk de verschillen vast tussen dit soort terugbetalingen en de in artikel 19, lid 2 bis, van die verordening bedoelde matching, en met name wat betreft de frequentie, termijnen, uitvoeringskoers en opzegtermijn voor die matching, en bevat deze de specifieke criteria om de uitvoeringskoers vast te stellen in het geval van matching.
2. Het reglement en de procedures voor matchingverzoeken zijn deugdelijk, passend voor de Eltif en haar beleggers, en zetten in op het voorkomen, beheersen en monitoren van belangenconflicten.
Artikel 8
Het vaststellen van de uitvoeringskoers en de pro-rata-voorwaarden wanneer overdrachten worden gematched als bedoeld in artikel 19, lid 2 bis, van Verordening (EU) 2015/760, en de hoogte van eventuele vergoedingen, kosten en heffingen verbonden aan de overdracht
1. De Eltif-beheerder kan de in artikel 19, lid 2 bis, punt a), iv), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde uitvoeringskoers bepalen aan de hand van de intrinsieke waarde of andere methoden om de koers te bepalen, op voorwaarde dat de billijke behandeling van alle beleggers, met inbegrip van uittredende en resterende beleggers in de Eltif, is geborgd, en met name wanneer de Eltif de mogelijkheid biedt voor terugbetalingen als bedoeld in artikel 18, lid 2, van die verordening.
2. Wanneer de in artikel 19, lid 2 bis, punt a), iv), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde uitvoeringskoers berust op de intrinsieke waarde, stemt de beheerder van een Eltif die matching van verzoeken tot overdracht af op de waarderingsdata van de Eltif. Wanneer die uitvoeringskoers niet op de intrinsieke waarde berust, past de beheerder van een Eltif die matching toe buiten de waarderingsdata van de Eltif.
3. Wanneer een Eltif voorziet in de mogelijkheid van terugbetalingen tijdens de looptijd van de Eltif als bedoeld in artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2015/760, legt de Eltif de regels vast voor het bepalen van uittredings- of aankoopvergoedingen met betrekking tot de matching van verzoeken tot overdracht.
4. Wat betreft het vereiste van artikel 19, lid 2 bis, punt b), van Verordening (EU) 2015/760 dat, wanneer er een mismatch is tussen bestaande en potentiële beleggers, matching op pro-rata-basis moet plaatsvinden, bepaalt het beleid voor het matchen van verzoeken van de Eltif alle volgende elementen:
|
a) |
wanneer er kooporders maar geen verkooporders zijn, of omgekeerd: de vraag of de verzoeken worden geannuleerd of overgedragen; |
|
b) |
wanneer er minder uittredingsorders dan kooporders zijn: het gegeven dat de selectie van uit te voeren uittredingsorders en van uit te voeren kooporders plaatsvindt op basis van het door de Eltif-beheerder bepaalde criterium, en de vraag of de resterende kooporders worden overgedragen en, zo ja, voor hoe lang; |
|
c) |
wanneer er meer uittredingsorders dan kooporders zijn: het gegeven dat de Eltif-beheerder de uittredingsorders uitvoert op basis van het door de Eltif-beheerder bepaalde criterium, en de vraag of de resterende uittredingsorders worden overgedragen en, zo ja, voor hoe lang. |
De regels die bepalen hoe matching op pro-ratabasis wordt uitgevoerd, zijn gebaseerd op de omvang van elk uittredingsorder en houden rekening met de beschikbare activa van de Eltif en de kenmerken van de Eltif.
Artikel 9
Door Eltif’s aan beleggers te verschaffen informatie bij het matchen van overdrachten als bedoeld in artikel 19, lid 2 bis, van Verordening (EU) 2015/760 en de timing van die informatieverschaffing
1. De informatie die Eltif’s aan beleggers moeten verschaffen bij het matchen van overdrachten als bedoeld in artikel 19, lid 2 bis, van Verordening (EU) 2015/760, bevatten alle volgende elementen, afhankelijk van de vraag of de uitvoeringskoers al dan niet op de intrinsieke waarde is gebaseerd:
|
a) |
vooraf bepaalde handelsdata en afwikkelings- of uitbetalingsperioden; |
|
b) |
termijnen voor het indienen van koop- of uittredingsorders; |
|
c) |
de frequentie van de beschikbaarheid van matching; |
|
d) |
wanneer de uitvoeringskoers wordt berekend aan de hand van methoden of instrumenten die afwijken van de intrinsieke waarde, de specifieke criteria op basis waarvan de uitvoeringskoers zal worden bepaald, en hoe beleggers daarvan in kennis zullen worden gesteld; |
|
e) |
alle voor rekening van bestaande of potentiële beleggers komende uittredings- of toetredingsvergoedingen, -lasten of -kosten voor de matching van verzoeken tot overdracht; |
|
f) |
kennisgevingsperioden voor het ontvangen van koop- of uittredingsorders; |
|
g) |
tegen wanneer, door wie en hoe nieuwe beleggers zullen worden geïnformeerd dat zij de rechten van deelneming of aandelen in de Eltif hebben verworven, en wanneer en hoe de uittredende beleggers het met hun rechten van deelneming of aandelen in de Eltif overeenstemmende bedrag zullen ontvangen; |
|
h) |
de regels die bepalen hoe en op welke voorwaarden matching plaatsvindt op pro-rata-basis. |
Wanneer een Eltif voorziet in de mogelijkheid van terugbetaling tijdens de looptijd van de Eltif, als bedoeld in artikel 18, lid 2, van Verordening (EU) 2015/760, informeert de Eltif-beheerder beleggers over de verschillen tussen dergelijke terugbetalingen en de in artikel 19, lid 2 bis, van die verordening bedoelde matching, en met name over de frequentie, perioden, uitvoeringskoers en kennisgevingstermijn voor de matching.
2. De Eltif-beheerder houdt de in lid 1 bedoelde informatie actueel.
Artikel 10
Criteria voor de beoordeling van de markt voor potentiële kopers
Voor de toepassing van artikel 21, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2015/760 beoordeelt de Eltif de volgende elementen met betrekking tot elk activum waarin de Eltif belegt:
|
a) |
de vraag of er een of meer potentiële kopers op de markt aanwezig zijn; |
|
b) |
de vraag of de Eltif-beheerder, op basis van een beoordeling die met de nodige bekwaamheid, zorg en zorgvuldigheid is verricht na het volledig doorlopen van het in artikel 21, lid 1, van Verordening (EU) 2015/760 gespecificeerde schema, verwacht dat potentiële kopers van externe financiering afhankelijk zullen zijn voor de aankoop van het desbetreffende activum; |
|
c) |
ingeval er voor een activum geen potentiële kopers zijn: de periode die waarschijnlijk nodig zal zijn om een of meer kopers voor dit activum te vinden; |
|
d) |
het specifieke looptijdprofiel van het activum; |
|
e) |
de vraag of de Eltif-beheerder, op basis van een beoordeling die met de nodige bekwaamheid, zorg en zorgvuldigheid is verricht na het volledig doorlopen van het in artikel 21, lid 1, van Verordening (EU) 2015/760 gespecificeerde schema, verwacht dat zich de volgende risico’s zullen voordoen:
|
|
f) |
de vraag of de in de punten a) en b) genoemde elementen tijdens de periode van vervreemding ongunstig kunnen worden beïnvloed door de algemene economische omstandigheden op de markt of markten die voor het activum relevant zijn. |
Artikel 11
Criteria voor de waardering van de te vervreemden activa
1. Voor de toepassing van artikel 21, lid 2, punt c), van Verordening (EU) 2015/760 begint de beheerder van een Eltif met de waardering van de af te stoten activa vóór de in artikel 21, lid 1, van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde termijn en rondt hij die waardering af maximaal zes maanden vóór die termijn.
2. De beheerder van een Eltif kan waarderingen overeenkomstig artikel 19 van Richtlijn 2011/61/EU in aanmerking nemen wanneer die waardering niet later dan zes maanden vóór de in lid 1 van dit artikel bedoelde termijn is afgerond.
Artikel 12
Gemeenschappelijke definities en berekeningsmethoden en presentatieformats voor kosten
1. De in artikel 25, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde kosten voor het oprichten van de Eltif omvatten alle administratieve, toezichts-, depot-, bewaarnemings-, zakelijke-dienstverlenings-, auditkosten en andere kosten die verband houden met de oprichting van de Eltif, ongeacht of die kosten aan de Eltif-beheerder of aan een derde worden voldaan.
2. De in artikel 25, lid 1, punt b), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde kosten voor de verwerving van activa omvatten alle administratieve, toezichts-, depot-, bewaarnemings-, zakelijke-dienstverlenings-, auditkosten en andere kosten die verband houden met de verwerving van de activa van de Eltif, ongeacht of die kosten aan de Eltif-beheerder of aan een derde worden voldaan.
3. De in artikel 25, lid 1, punt c), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde beheers- en prestatievergoedingen omvatten alle betalingen aan de Eltif-beheerder, daaronder begrepen betalingen aan een ieder aan wie de overeenkomstige functie is gedelegeerd, met uitzondering van in lid 2 van dit artikel bedoelde vergoedingen die verband houden met de verwerving van de activa.
4. De in artikel 25, lid 1, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde distributiekosten omvatten alle administratieve, toezichts-, zakelijke-dienstverlenings- en auditkosten verbonden aan distributie.
5. In artikel 25, lid 1, punt e), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde andere kosten omvatten alle volgende elementen indien die kosten niet bij de kosten uit de leden 1 tot en met 4 van dit artikel zijn ingedeeld:
|
a) |
betalingen aan de volgende personen of entiteiten, met inbegrip van personen waaraan die personen of entiteiten functies hebben gedelegeerd:
|
|
b) |
als voorziening opgenomen kosten voor specifieke behandeling van winst en verlies; |
|
c) |
operationele kosten in het kader van een regeling om vergoedingen te delen met een derde; |
|
d) |
audit-, registratie- en toezichtvergoedingen. |
De in de eerste alinea bedoelde kosten omvatten niet de in lid 1 bedoelde kosten voor het opzetten van de Eltif, het in lid 2 bedoelde up-front-gedeelte van de kosten voor de verwerving van activa, het in lid 4 bedoelde up-front-gedeelte van de distributiekosten, noch de in lid 3 bedoelde beheers- en prestatievergoedingen.
6. De in lid 5 bedoelde kosten worden uitgedrukt als een percentage van de intrinsieke waarde van de Eltif over een periode van één jaar.
7. De in artikel 25, lid 2, van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde totale kostenratio is de verhouding van de totale kosten ten opzichte van de intrinsieke waarde per jaar van de Eltif, en wordt als volgt berekend:
|
a) |
de totale kostenratio van de Eltif wordt uitgedrukt als een percentage met tot twee decimalen; |
|
b) |
de totale kostenratio van de Eltif is gebaseerd op de recentste berekeningen van de kosten door de Eltif-beheerder en worden op jaarbasis berekend en geactualiseerd; |
|
c) |
de kosten worden geraamd op een “inclusief alle belastingen” basis. |
Artikel 13
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 19 juli 2024.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 123 van 19.5.2015, blz. 98, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2015/760/oj.
(2) Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PB L 174 van 1.7.2011, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2011/61/oj).
(3) Verordening (EU) 2023/606 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2015/760 wat betreft de vereisten in verband met het beleggingsbeleid en de voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening van Europese langetermijnbeleggingsinstellingen en het toepassingsgebied van in aanmerking komende beleggingsactiva, de vereisten inzake de samenstelling en diversificatie van de portefeuille en het lenen van contanten en andere fondsregels (PB L 80 van 20.3.2023, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/606/oj).
(4) Gedelegeerde Verordening (EU) 2018/480 van de Commissie van 4 december 2017 tot aanvulling van Verordening (EU) 2015/760 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische regelgevingsnormen inzake afgeleide financiële instrumenten die uitsluitend voor afdekking van risico’s dienen, de toereikende lengte van de duur van de Europese langetermijnbeleggingsinstellingen, de criteria voor de beoordeling van de markt voor potentiële kopers en de waardering van de te vervreemden activa, en de soorten voorzieningen, alsmede de kenmerken daarvan, die voor niet-professionele beleggers beschikbaar zijn (PB L 81 van 23.3.2018, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2018/480/oj).
(5) Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/1095/oj).
(6) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 231/2013 van de Commissie van 19 december 2012 tot aanvulling van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad ten aanzien van vrijstellingen, algemene voorwaarden voor de bedrijfsuitoefening, bewaarders, hefboomfinanciering, transparantie en toezicht (PB L 83, 22.3.2013, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2013/231/oj).
BIJLAGE I
Bepaling van het in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde maximumpercentage als een functie van de terugbetalingsfrequentie en de opzegtermijn van de Eltif, met inbegrip van de eventuele verlenging van de opzegtermijn (“opzegtermijn”)
Optie 1 — Basisoptie
|
Opzegtermijn/Terugbetalingsfrequentie |
Geen opzegtermijn |
Opzegtermijn van twee weken |
Opzegtermijn van één maand |
Opzegtermijn van drie maanden |
Opzegtermijn van zes maanden |
Opzegtermijn van negen maanden |
Opzegtermijn van twaalf maanden |
|
twaalf maanden |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
|
zes maanden |
50,0 % |
52,2 % |
54,5 % |
66,7 % |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
|
drie maanden |
25,0 % |
26,1 % |
27,3 % |
33,3 % |
50,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
|
twee maanden |
16,7 % |
17,4 % |
18,2 % |
22,2 % |
33,3 % |
66,7 % |
100,0 % |
|
één maand |
8,3 % |
8,7 % |
9,1 % |
11,1 % |
16,7 % |
33,3 % |
100,0 % |
|
Tweewekelijks |
4,2 % |
4,3 % |
4,5 % |
5,6 % |
8,3 % |
16,7 % |
100,0 % |
|
Wekelijks |
1,9 % |
2,0 % |
2,1 % |
2,6 % |
3,8 % |
7,7 % |
100,0 % |
Optie 2 — Aggregatie op éénmaandsbasis
|
Opzegtermijn/Terugbetalingsfrequentie |
Geen opzegtermijn |
Opzegtermijn van twee weken |
Opzegtermijn van één maand |
Opzegtermijn van drie maanden |
Opzegtermijn van zes maanden |
Opzegtermijn van negen maanden |
Opzegtermijn van twaalf maanden |
|
twaalf maanden |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
|
zes maanden |
50,0 % |
52,2 % |
54,5 % |
66,7 % |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
|
drie maanden |
25,0 % |
26,1 % |
27,3 % |
33,3 % |
50,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
|
twee maanden |
16,7 % |
17,4 % |
18,2 % |
22,2 % |
33,3 % |
66,7 % |
100,0 % |
|
één maand of frequenter dan één maand |
Op geaggregeerde basis, over de periode van één maand: 8,3 % |
Op geaggregeerde basis, over de periode van één maand: 8,7 % |
Op geaggregeerde basis, over de periode van één maand: 9,1 % |
Op geaggregeerde basis, over de periode van één maand 11,1 % |
Op geaggregeerde basis, over de periode van één maand 16,7 % |
Op geaggregeerde basis, over de periode van één maand 33,3 % |
Op geaggregeerde basis, over de periode van één maand 100 % |
Optie 3 — Aggregatie op tweemaandsbasis
|
Opzegtermijn/Terugbetalings-frequentie |
Geen opzeg-termijn |
Opzeg-termijn van twee weken |
Opzeg-termijn van één maand |
Opzeg-termijn van drie maanden |
Opzeg-termijn van zes maanden |
Opzeg-termijn van negen maanden |
Opzeg-termijn van twaalf maanden |
|
twaalf maanden |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
|
zes maanden |
50,0 % |
52,2 % |
54,5 % |
66,7 % |
100,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
|
drie maanden |
25,0 % |
26,1 % |
27,3 % |
33,3 % |
50,0 % |
100,0 % |
100,0 % |
|
twee maanden of frequenter dan twee maanden |
Op geaggre-geerde basis, over de periode van twee maanden: 16,7 % |
Op geaggre-geerde basis, over de periode van twee maanden: 17,4 % |
Op geaggre-geerde basis, over de periode van twee maanden: 18,2 % |
Op geaggre-geerde basis, over de periode van twee maanden: 22,2 % |
Op geaggre-geerde basis, over de periode van twee maanden: 33,3 % |
Op geaggre-geerde basis, over de periode van twee maanden: 66,7 % |
Op geaggre-geerde basis, over de periode van twee maanden: 100 % |
BIJLAGE II
Bepaling van het in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt d), van Verordening (EU) 2015/760 bedoelde maximumpercentage als een functie van de terugbetalingsfrequentie en het in artikel 9, lid 1, punt b), van die verordening bedoelde minimumpercentage activa
|
Terugbetalingsfrequentie |
Minimumpercentage activa bedoeld in artikel 9, lid 1, punt b) |
Maximumpercentage bedoeld in artikel 18, lid 2, eerste alinea, punt d) |
|
twaalf maanden, en minder frequent |
10 % |
100 % |
|
zes maanden |
15 % |
67 % |
|
drie maanden |
20 % |
50 % |
|
één maand of frequenter |
25 % |
20 %, toegepast op maandelijks geaggregeerde basis |
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2024/2759/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)