Publicatieblad |
NL L-serie |
2024/2602 |
8.10.2024 |
OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK NOORWEGEN EN DE EUROPESE UNIE BETREFFENDE EEN FINANCIEEL MECHANISME VAN NOORWEGEN VOOR DE PERIODE MEI 2021-APRIL 2028
Artikel 1
1) Doelstellingen
Het Koninkrijk Noorwegen verbindt zich ertoe bij te dragen tot de vermindering van economische en sociale verschillen binnen de Europese Economische Ruimte en de versterking van zijn betrekkingen met de begunstigde staten door middel van een afzonderlijk financieel mechanisme van Noorwegen binnen de in artikel 3 vermelde thematische prioriteiten (1).
2) Gemeenschappelijke waarden en beginselen
Het financieel mechanisme van Noorwegen (2021-2028) is gebaseerd op de gemeenschappelijke waarden en beginselen van eerbiediging van de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren.
Alle programma’s en activiteiten die door het financieel mechanisme van Noorwegen worden gefinancierd, zijn in overeenstemming met deze waarden en beginselen en onthouden zich van het ondersteunen van operaties die hiermee niet in overeenstemming zijn. De uitvoering ervan moet in overeenstemming zijn met de grondrechten en verplichtingen die zijn vastgelegd in de relevante instrumenten en normen.
Artikel 2
Vastleggingen
De in artikel 1 bedoelde financiële bijdrage bedraagt 1 380 000 000 EUR. Er wordt ook een aanvullende financiële bijdrage van 83 000 000 EUR beschikbaar gesteld voor projecten in verband met problemen als gevolg van de invasie van Oekraïne. Deze bijdragen worden beschikbaar gesteld voor vastlegging in jaarlijkse tranches van 209 000 000 EUR over de periode van 1 mei 2021 tot en met 30 april 2028.
Het totale bedrag bestaat uit de in artikel 6 bedoelde landspecifieke toewijzingen, tezamen met de in artikel 7 bedoelde fondsen.
Artikel 3
1) Thematische prioriteiten
De landspecifieke toewijzingen worden ter beschikking gesteld om de volgende thematische prioriteiten te bevorderen:
a) |
de Europese groene transitie; |
b) |
democratie, de rechtsstaat en de mensenrechten; |
c) |
sociale inclusie en veerkracht. |
De programmagebieden binnen deze thematische prioriteiten worden vermeld in de bijlage bij deze overeenkomst. Over de inhoud van deze programmagebieden zal worden beslist na overleg met de begunstigde staten.
2) Behoeften van de begunstigde staten
De programmagebieden worden gekozen, toegespitst en aangepast volgens de verschillende behoeften van elke begunstigde staat, met inachtneming van de omvang van de betrokken staat en de omvang van de bijdrage. Daartoe wordt de te volgen procedure beschreven in artikel 9, lid 5.
Artikel 4
1) Memoranda van overeenstemming
Om te garanderen dat de middelen gericht en efficiënt ten uitvoer worden gelegd, overeenkomstig de in artikel 1 bedoelde algemene doelstellingen en rekening houdende met het EU-beleid en de landspecifieke aanbevelingen, alsmede de tussen de lidstaten en de Europese Commissie gesloten partnerschapsovereenkomsten, onderhandelt het Koninkrijk Noorwegen overeenkomstig artikel 9, lid 5, met elke begunstigde staat over een memorandum van overeenstemming.
2) Overleg met de Europese Commissie
Overleg met de Europese Commissie vindt plaats op strategisch niveau en komt tot stand tijdens de onderhandelingen over de memoranda van overeenstemming om complementariteit en synergie-effecten met het cohesiebeleid van de EU te bevorderen.
Artikel 5
1) Cofinanciering
Wat betreft de programma’s in het kader van de landspecifieke toewijzingen waarvan de uitvoering is toevertrouwd aan de begunstigde landen, bedraagt de bijdrage van het Koninkrijk Noorwegen maximaal 85 % van de programmakosten, tenzij anders bepaald door het Koninkrijk Noorwegen.
2) Staatssteun
De toepasselijke voorschriften inzake staatssteun worden nageleefd.
3) Aansprakelijkheid
De verantwoordelijkheid van het Koninkrijk Noorwegen voor de projecten beperkt zich tot het verstrekken van middelen volgens het overeengekomen plan. Bijgevolg zal het Koninkrijk Noorwegen geen aansprakelijkheid jegens derden op zich nemen.
Artikel 6
Landspecifieke toewijzingen
De landspecifieke toewijzingen worden ter beschikking gesteld van de volgende begunstigde staten: Bulgarije, Tsjechische Republiek, Estland, Kroatië, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië en Slowakije, overeenkomstig de volgende verdeelsleutel:
Begunstigde staat |
Middelen (EUR) |
Bulgarije |
127 197 491 |
Kroatië |
65 092 127 |
Cyprus |
8 613 472 |
Tsjechische Republiek |
110 034 588 |
Estland |
35 081 761 |
Hongarije |
124 271 436 |
Letland |
53 529 539 |
Litouwen |
57 575 226 |
Malta |
5 462 877 |
Polen |
452 283 429 |
Roemenië |
291 616 358 |
Slowakije |
63 904 256 |
Slovenië |
24 437 440 |
De gepresenteerde bedragen omvatten de landspecifieke toewijzingen die overeenkomstig artikel 9, lid 5, aan elke begunstigde staat ter beschikking moeten worden gesteld, en het in artikel 7 bedoelde aandeel van het fonds voor civiele samenleving dat elke begunstigde staat ten goede komt.
Artikel 7
Binnen het financieel mechanisme van Noorwegen worden drie fondsen beschikbaar gesteld. Zij dragen bij tot de verwezenlijking van de doelstellingen van het financieel mechanisme van Noorwegen (2021-2028) als omschreven in artikel 1, en tot de in artikel 3 bedoelde thematische prioriteiten. Noorse entiteiten kunnen als partners aan de fondsen deelnemen.
1) Fonds voor civiele samenleving
10 % van het totale bedrag wordt gereserveerd voor een fonds voor civiele samenleving. De verdeelsleutel voor de begunstigde staten is vastgesteld in artikel 6.
5 % van het fonds wordt toegewezen aan transnationale initiatieven.
2) Fonds voor capaciteitsopbouw en samenwerking met internationale organisaties en instellingen
2 % van het totale bedrag wordt gereserveerd voor een fonds voor capaciteitsopbouw en samenwerking met internationale organisaties en instellingen, waaronder de Raad van Europa, de OESO en het Bureau van de Europese Unie voor de grondrechten (FRA). Dit fonds zal de thematische prioriteiten in de begunstigde staten bevorderen.
3) Fonds voor sociale dialoog en fatsoenlijk werk
1 % van het totale bedrag wordt gereserveerd voor een fonds voor sociale dialoog en fatsoenlijk werk.
Artikel 8
1) Coördinatie met het financieel mechanisme van de EER
De in artikel 1 bedoelde financiële bijdrage wordt zorgvuldig gecoördineerd met de bijdrage van de EVA-staten waarin het financieel mechanisme van de EER voorziet. Het Koninkrijk Noorwegen ziet er in het bijzonder op toe dat voor beide financiële mechanismen in wezen dezelfde procedures en uitvoeringsmodaliteiten worden toegepast.
2) Coördinatie met het cohesiebeleid van de EU
Met alle relevante wijzigingen van het cohesiebeleid van de EU wordt de nodige rekening gehouden.
Artikel 9
Voor de tenuitvoerlegging van het financieel mechanisme van Noorwegen geldt het volgende:
1) Samenwerking
De in artikel 1 bedoelde doelstellingen van het financieel mechanisme van Noorwegen worden nagestreefd in nauwe samenwerking tussen de begunstigde staten en het Koninkrijk Noorwegen, met inachtneming van de waarden en beginselen en de in artikel 1, lid 2, bedoelde rechten en verplichtingen.
2) Uitvoeringsbeginselen
In alle uitvoeringsfasen wordt de hoogste mate van transparantie, verantwoordingsplicht en kosteneffectiviteit in acht genomen, evenals de beginselen van goed bestuur, partnerschap en meerlagig bestuur, duurzame ontwikkeling, gelijke behandeling van mannen en vrouwen en non-discriminatie.
3) Beheer van de fondsen
Het Koninkrijk Noorwegen is belast met de werking en de uitvoering, inclusief beheer en controle, van de drie in artikel 7 bedoelde fondsen.
4) Beheer door het Koninkrijk Noorwegen
Het Koninkrijk Noorwegen of een door het Koninkrijk Noorwegen aangewezen organisatie is verantwoordelijk voor het algemene beheer van het financieel mechanisme van Noorwegen. Nadere uitvoeringsbepalingen betreffende het financieel mechanisme van Noorwegen, waaronder vereenvoudigingsmaatregelen met het oog op een efficiëntere en doelmatigere uitvoering, worden door het Koninkrijk Noorwegen vastgesteld na overleg met de begunstigde staten, die kunnen rekenen op assistentie van de Europese Commissie. Het Koninkrijk Noorwegen streeft ernaar deze bepalingen vast te stellen vóór de ondertekening van de memoranda van overeenstemming.
5) Onderhandelingen over memoranda van overeenstemming
Het Koninkrijk Noorwegen onderhandelt met elke begunstigde staat over een memorandum van overeenstemming over de respectieve landspecifieke toewijzing, met uitzondering van de in artikel 7 en lid 3 van dit artikel bedoelde middelen. In het memorandum van overeenstemming worden de programma’s, de verdeling van de middelen over de programmagebieden, de beheers- en controlestructuren en de toepasselijke voorwaarden vastgesteld.
6) Toepassing
a) |
Op basis van de memoranda van overeenstemming dienen de begunstigde staten bij de EVA-staten specifieke programma’s in, waarbij het Koninkrijk Noorwegen de voorstellen beoordeelt en goedkeurt en voor elk programma subsidieovereenkomsten sluit met de begunstigde staten, met relevante voorwaarden, een risicobeoordeling en risicobeperkende maatregelen. |
b) |
De begunstigde staten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de overeengekomen programma’s en voorzien in een passend beheers- en controlesysteem om een gedegen uitvoering en beheer te waarborgen. |
c) |
Het Koninkrijk Noorwegen kan tevens de volgens zijn interne regelgeving vereiste controles verrichten. De begunstigde staten verlenen hiertoe alle noodzakelijke bijstand en verstrekken alle noodzakelijke informatie en documentatie. |
d) |
Om de naleving van de verplichtingen te waarborgen, kan het Koninkrijk Noorwegen na een beoordeling, na de begunstigde staat te hebben gehoord, passende en evenredige maatregelen nemen, waaronder opschorting van betalingen en terugvordering van middelen. |
e) |
Bij de voorbereiding, tenuitvoerlegging, monitoring en evaluatie van de financiële bijdrage worden waar nuttig partnerschappen aangegaan teneinde brede participatie te waarborgen. De partners kunnen onder andere plaatselijke, regionale en nationale overheden zijn, alsmede particuliere ondernemingen, maatschappelijke organisaties en sociale partners in de begunstigde staten en in het Koninkrijk Noorwegen. |
f) |
Projecten binnen de programma’s in de begunstigde staten kunnen worden uitgevoerd in samenwerking tussen onder andere in de begunstigde staten en in het Koninkrijk Noorwegen gevestigde organisaties, overeenkomstig de regelgeving inzake overheidsopdrachten. |
7) Beheerskosten
De beheerskosten van het Koninkrijk Noorwegen worden bekostigd uit het in artikel 2 bedoelde totaalbedrag en worden gespecificeerd in de in lid 4 van onderhavig artikel bedoelde uitvoeringsbepalingen. De beheerskosten voor de in artikel 7 bedoelde fondsen worden gedekt door het aan de fondsen toegewezen bedrag.
8) Verslaglegging
Het Koninkrijk Noorwegen brengt verslag uit over zijn bijdrage aan de doelstellingen van het financieel mechanisme van Noorwegen.
Artikel 10
1) |
Deze overeenkomst wordt door de partijen volgens hun eigen procedures bekrachtigd of goedgekeurd. De akten van bekrachtiging of goedkeuring worden neergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie. |
2) |
Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de laatste akte van bekrachtiging of goedkeuring is neergelegd. |
3) |
In afwachting van de voltooiing van de in de leden 1 en 2 bedoelde procedures, wordt deze overeenkomst op voorlopige basis toegepast vanaf de eerste dag van de eerste maand volgend op de neerlegging van de laatste kennisgeving. |
Artikel 11
Deze overeenkomst, opgesteld in één exemplaar in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Noorse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, wordt neergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie, dat een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift ervan doet toekomen aan elk van de partijen bij deze overeenkomst.
(1) In deze overeenkomst worden verwijzingen naar artikelen, tenzij anders bepaald, begrepen als verwijzingen naar artikelen in deze overeenkomst.
BIJLAGE
Groene transitie
Groene bedrijven en innovatie
Onderzoek en innovatie
Onderwijs, opleiding en werkgelegenheid voor jongeren
Cultuur
Lokale ontwikkeling, goed bestuur en inclusie
Roma-integratie en empowerment
Volksgezondheid
Rampenpreventie en rampenparaatheid
Justitiële sector, met inbegrip van huiselijk en gendergerelateerd geweld, toegang tot de rechter, penitentiaire diensten, zware en georganiseerde criminaliteit
Asiel, migratie en integratie
Institutionele samenwerking en capaciteitsontwikkeling
De begunstigde landen zullen ook profiteren van projecten die worden gefinancierd door:
|
Fonds voor civiele samenleving |
|
Fonds voor capaciteitsopbouw en samenwerking met internationale partnerorganisaties en -instellingen |
|
Fonds voor sociale dialoog en fatsoenlijk werk |
Gendergelijkheid en digitalisering zullen worden geïntegreerd en deel uitmaken van alle relevante programmagebieden.
ELI: http://data.europa.eu/eli/agree_internation/2024/2602/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)