European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2024/1997

24.7.2024

BESLUIT (EU) 2024/1997 VAN DE COMMISSIE

van 22 juli 2024

tot wijziging van Besluit (EU) 2021/156 tot verlenging van het mandaat van de Europese Groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien het besluit van de Commissie van 30 mei 2016 tot vaststelling van horizontale regels voor de oprichting en het functioneren van haar deskundigengroepen (1),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Besluit (EU) 2021/156 van de Commissie (2) is het mandaat van de Europese Groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën (“EGE”) voor onbepaalde tijd verlengd om ervoor te zorgen dat zij de Commissie op horizontaal niveau onafhankelijk advies kan blijven verstrekken over alle beleidsmaatregelen en wetgeving van de Unie waar dimensies op het gebied van ethiek, maatschappij en grondrechten samenkomen met de ontwikkeling van de exacte wetenschappen en nieuwe technologieën, hetzij op verzoek van de Commissie, hetzij op eigen initiatief en in overleg met de Commissie.

(2)

Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad (3) heeft onder meer tot doel de strategische prioriteiten van de Unie te verwezenlijken en bij te dragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen en het beleid van de Unie, die — overeenkomstig artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie — tot doel hebben de vrede, de waarden van de Unie en het welzijn van haar volkeren te bevorderen. In artikel 3, lid 2, van Verordening (EU) 2021/695 is bepaald dat de specifieke doelstelling van het programma onder meer is kennis te creëren ter ondersteuning en uitvoering van het beleid van de Unie voor het aanpakken van wereldwijde uitdagingen. In artikel 12, lid 6, is bepaald dat de begroting van Horizon Europa, het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, ook uitgaven kan dekken op het gebied van voorbereiding, monitoring, controle, audit, evaluatie en andere activiteiten, en uitgaven die nodig zijn voor het beheer en de uitvoering van het programma Horizon Europa, met inbegrip van alle administratieve uitgaven, en de evaluatie van de verwezenlijking van de doelstellingen ervan. De begroting kan ook uitgaven dekken voor aan studies gerelateerde uitgaven, vergaderingen van deskundigen, en informatie- en communicatieacties, voor zover deze verband houden met de doelstellingen van het programma. De adviezen van de EGE dienen de doelstellingen van Horizon Europa.

(3)

De activiteiten van de EGE zijn van essentieel belang voor de ontwikkeling en de monitoring van het beleid of de wetgeving van de Unie door de Commissie, aangezien zij de integratie van grondrechten en fundamentele waarden in het beleid van de Unie op het gebied van de ontwikkeling van de exacte wetenschappen en nieuwe technologieën ondersteunen. De EGE is speciaal daarvoor opgericht en heeft tot taak richtsnoeren te verstrekken die van cruciaal belang zijn voor de ontwikkeling, uitvoering en monitoring van het beleid of de wetgeving van de Unie in de vorm van analyses en aanbevelingen, die in adviezen en verklaringen worden gepresenteerd en gericht zijn op de bevordering van ethische beleidsvorming door de Unie. De richtsnoeren van de EGE worden ontwikkeld naar aanleiding van verzoeken van de Commissie over specifieke uitdagingen waarmee zij wordt geconfronteerd, of op eigen initiatief van de EGE als deze specifieke uitdagingen heeft vastgesteld die de Commissie kan aanpakken. De adviezen van de EGE bestrijken een breed scala aan gebieden en uitdagingen die steeds complexer worden. De interactie tussen de eisen van het beleid en de adviezen van de EGE moet verder worden versterkt, en de onafhankelijkheid, de kwaliteit, de integriteit en de transparantie van haar adviezen aan de Commissie moeten volgens de hoogste normen gewaarborgd blijven. Daarom moet, naast de vergoeding van reis- en verblijfkosten, passende financiële steun worden verleend in de vorm van een bijzondere vergoeding voor de leden van de EGE.

(4)

De EGE moet uit hooggekwalificeerde en onafhankelijke deskundigen bestaan, die op persoonlijke titel worden benoemd en onafhankelijk en in het algemeen belang handelen. Voor de selectie van de leden wordt de Commissie bijgestaan door een onafhankelijk comité van aanbeveling. De selectie vindt plaats op basis van objectieve criteria, na een open oproep tot kandidaatstelling. Ook de leden van het comité van aanbeveling moeten voldoende financiële steun krijgen in de vorm van een bijzondere vergoeding om hen te compenseren voor hun essentiële werkzaamheden ter handhaving van de integriteit van de EGE bij de selectie van de leden van de EGE.

(5)

De EGE moet een voorzitter en een of twee vicevoorzitters aanwijzen voor maximaal de duur van hun ambtstermijn.

(6)

De verantwoordelijke dienst van de Commissie moet vergaderingen van de EGE niet alleen in persoon, maar ook online kunnen beleggen om rekening te houden met de nieuwe werkmethoden die in de nasleep van de COVID-19-pandemie zijn ingevoerd en met het beleid inzake vergroening van de Commissie.

(7)

De rondetafelbijeenkomsten van de EGE mogen niet langer worden gekoppeld aan de opstelling van een advies, zodat ze kunnen worden georganiseerd wanneer ze relevant en mogelijk zijn.

(8)

Besluit (EU) 2021/156 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd,

BESLUIT:

Enig artikel

Besluit (EU) 2021/156 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 5 wordt lid 4 vervangen door:

“Een comité van aanbeveling houdt toezicht op de selectieprocedure. Het comité van aanbeveling zal de Commissie met name bijstaan bij de selectie van mogelijke leden van de EGE en bij de beoordeling van hun beschikbaarheid en bereidheid om in de EGE zitting te nemen. Het comité van aanbeveling bestaat uit drie leden, die op basis van hun relevante ervaring worden benoemd door het lid van de Commissie dat verantwoordelijk is voor de dienst van de Commissie die het secretariaat van de EGE voert, en die worden bijgestaan door een secretariaat dat door de verantwoordelijke dienst van de Commissie wordt gevoerd. Het comité van aanbeveling beoordeelt de in aanmerking komende kandidaten op de door de verantwoordelijke dienst van de Commissie ingediende lijst door alle kandidaatstellingen aan de selectiecriteria te toetsen. Het comité van aanbeveling dient zijn aanbeveling in bij het lid van de Commissie dat verantwoordelijk is voor de dienst van de Commissie die het secretariaat van de EGE voert.”.

2)

Artikel 6 wordt vervangen door:

“De leden van de EGE kiezen uit hun midden en voor maximaal de duur van hun ambtstermijn met een gewone meerderheid een voorzitter en een of twee vicevoorzitters.”.

3)

In artikel 7 wordt lid 7 vervangen door:

“7.   De vergaderingen van de EGE vinden plaats in de kantoren van de Commissie, via videoconferentie dan wel in hybride vorm, overeenkomstig de door de verantwoordelijke dienst van de Commissie vastgestelde procedures en tijdschema’s. De EGE vergadert vier tot zes keer in een periode van twaalf maanden. Indien nodig kunnen in overleg met de verantwoordelijke dienst van de Commissie aanvullende vergaderingen worden georganiseerd.”

.

4)

In artikel 7 wordt lid 9 vervangen door:

“9.   De verantwoordelijke dienst van de Commissie organiseert voor de door de EGE bestudeerde vraagstukken een publieke rondetafelconferentie om de dialoog te bevorderen en de transparantie te verbeteren. De EGE knoopt goede banden aan met de diensten van de Commissie die bij de door de EGE bestudeerde vraagstukken betrokken zijn.”

.

5)

Artikel 13 wordt vervangen door:

“Artikel 13

Bijzondere vergoedingen en vergaderkosten

1.   De leden van de EGE ontvangen een vergoeding van 450 EUR voor elke dag volledige aanwezigheid op een plenaire vergadering, 225 EUR voor gedeeltelijke aanwezigheid en 225/450 EUR voor elke halve/volledige dag extra werkzaamheden in dienst van de EGE. Zij hebben geen arbeidsverhouding met de Commissie. De bijzondere vergoedingen worden overeenkomstig artikel 21, lid 2, van de horizontale regels betaald aan de leden van de EGE, van haar subgroepen en van het comité van aanbeveling in de zin van artikel 5, lid 4, van dit besluit.

2.   De leden van de EGE kunnen door de Commissie worden verzocht jaarlijks maximaal 40 werkdagen (inclusief vergaderingen en werkzaamheden) aan deze taken te besteden. Voor de voorzitter en de vicevoorzitters bedraagt het maximum aantal werkdagen 60.

3.   De reis- en verblijfkosten van de deelnemers aan de activiteiten van de EGE en haar subgroepen en van de leden van het comité van aanbeveling in de zin van artikel 5, lid 4, van dit besluit worden door de Commissie vergoed. Vergoeding vindt plaats overeenkomstig de bedragen in artikel 13 van bijlage VII bij het Ambtenarenstatuut (4) en binnen de grenzen van de beschikbare kredieten die op grond van de jaarlijkse procedure voor de toewijzing van middelen aan de diensten van de Commissie zijn toegewezen.”

.

Gedaan te Brussel, 22 juli 2024.

Voor de Commissie

Iliana IVANOVA

Lid van de Commissie


(1)  C(2016) 3301, 30.5.2016, https://ec.europa.eu/transparency/documents-register/detail?ref=C(2016)3301&lang=nl.

(2)  Besluit (EU) 2021/156 van de Commissie van 9 februari 2021 tot verlenging van het mandaat van de Europese Groep ethiek van de exacte wetenschappen en de nieuwe technologieën (PB L 46 van 10.2.2021, blz. 34, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2021/156/oj).

(3)  Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — Het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding en tot intrekking van de Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1; ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2021/695/oj).

(4)  Verordening nr. 31 (EEG), 11 (EGA), tot vaststelling van het Statuut van de ambtenaren en de Regeling welke van toepassing is op de andere personeelsleden van de Europese Economische Gemeenschap en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB 45 van 14.6.1962, blz. 1385, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/1962/11(03)/oj). (In de geconsolideerde handeling wordt deze voetnoot genummerd als “7” in plaats van als “3”.)


ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1997/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)