European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2024/1976

22.7.2024

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/1976 VAN DE COMMISSIE

van 19 juli 2024

tot opening van een onderzoek naar de mogelijke ontwijking van de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/633 ingestelde antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van mononatriumglutamaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China, door de invoer van mononatriumglutamaat verzonden vanuit Maleisië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, en tot onderwerping van deze invoer aan registratie

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (1) (de “basisverordening”), en met name artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5,

Na kennisgeving aan de lidstaten,

Overwegende hetgeen volgt:

A.   VERZOEK

(1)

De Europese Commissie (“de Commissie”) heeft een verzoek ontvangen op grond van artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van de basisverordening om een onderzoek in te stellen naar de mogelijke ontwijking van de antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld op de invoer van mononatriumglutamaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China (“VRC”) en om de invoer van mononatriumglutamaat verzonden uit Maleisië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië, aan registratie te onderwerpen.

(2)

Het verzoek is op 7 juni 2024 ingediend door Ajinomoto Foods Europe.

B.   PRODUCT

(3)

Het product waarop de mogelijke ontwijking betrekking heeft, is mononatriumglutamaat, op de datum van inwerkingtreding van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/633 van de Commissie (2) ingedeeld onder GN-code ex 2922 42 00 (Taric-code 2922420010), van oorsprong uit de VRC (“het betrokken product”). Dit is het product waarop de thans geldende maatregelen van toepassing zijn.

(4)

Het onderzochte product is hetzelfde als het betrokken product, momenteel ingedeeld onder de GN-code ex 2922 42 00, maar verzonden vanuit Maleisië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië (Taric-code 2922420015) (“het onderzochte product”).

C.   BESTAANDE MAATREGELEN

(5)

De thans geldende maatregelen die mogelijk worden ontweken, zijn de antidumpingmaatregelen die zijn ingesteld bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/633 (“de bestaande maatregelen”).

D.   MOTIVERING

(6)

Het verzoek bevat voldoende bewijsmateriaal voor de bewering dat de antidumpingmaatregelen ten aanzien van de invoer van het betrokken product worden ontweken door de invoer van het onderzochte product.

(7)

Uit het bewijsmateriaal in het verzoek blijkt het volgende.

(8)

Na de instelling van maatregelen ten aanzien van het betrokken product is een verandering opgetreden in de structuur van het handelsverkeer met betrekking tot de uitvoer uit de VRC en Maleisië naar de Unie.

(9)

Deze wijziging lijkt het gevolg te zijn van een praktijk waarvoor, afgezien van de uitbreiding van het recht, onvoldoende reden of economische rechtvaardiging bestaat, namelijk de overlading van het betrokken product via Maleisië naar de Unie. Voor zover in Maleisië basismaterialen tot mononatriumglutamaat worden verwerkt, werd in het verzoek aangevoerd dat een dergelijke verwerking zou neerkomen op eenvoudige assemblage-/voltooiingswerkzaamheden in de zin van artikel 13, lid 2, van de basisverordening.

(10)

Uit het bewijsmateriaal blijkt dat de corrigerende werking van de bestaande antidumpingmaatregelen op het betrokken product door de hiervoor vermelde praktijk wordt ondermijnd, zowel wat hoeveelheden als wat prijzen betreft. Er blijken aanzienlijke volumes van het onderzochte product de EU-markt te zijn binnengekomen. Bovendien is er voldoende bewijsmateriaal waaruit blijkt dat het onderzochte product tegen schadeveroorzakende prijzen wordt ingevoerd.

(11)

Tot slot blijkt uit het bewijsmateriaal dat de prijzen van het onderzochte product dumpingprijzen zijn ten opzichte van de normale waarde die eerder voor het betrokken product is vastgesteld.

(12)

Mocht in de loop van het onderzoek blijken dat er, afgezien van de bovenvermelde praktijk, nog andere in artikel 13 van de basisverordening vermelde ontwijkingspraktijken worden toegepast, dan kan het onderzoek tot die praktijken worden uitgebreid.

E.   PROCEDURE

(13)

Gezien het bovenstaande heeft de Commissie geconcludeerd dat er voldoende bewijsmateriaal is om overeenkomstig artikel 13, lid 3, van de basisverordening een onderzoek te openen en overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening de invoer van het onderzochte product aan registratie te onderwerpen.

(14)

Om de nodige informatie voor dit onderzoek te verkrijgen, verzoekt de Commissie alle belanghebbenden zo spoedig mogelijk, en in ieder geval binnen de in artikel 3, lid 2, van deze verordening vermelde termijn, contact met haar op te nemen. De in artikel 3, lid 2, van deze verordening vermelde termijn geldt voor alle belanghebbenden. Zo nodig kunnen ook inlichtingen worden ingewonnen bij de bedrijfstak van de Unie.

(15)

De autoriteiten van Maleisië en de VRC zullen van de opening van het onderzoek in kennis worden gesteld.

a)   Instructies voor schriftelijke opmerkingen en de verzending van ingevulde vragenlijsten en correspondentie

(16)

Informatie die in het kader van handelsbeschermingsonderzoeken aan de Commissie wordt verstrekt, moet vrij zijn van auteursrechten. Alvorens aan de Commissie informatie en/of gegevens te verstrekken die onderworpen zijn aan het auteursrecht van derden, moeten belanghebbenden de houder van het auteursrecht specifiek verzoeken de Commissie uitdrukkelijk toestemming te verlenen om a) voor deze handelsbeschermingsprocedure gebruik te maken van de informatie en gegevens, en b) de informatie en/of gegevens te verstrekken aan belanghebbenden in dit onderzoek, in een vorm die hun de mogelijkheid biedt hun recht van verweer uit te oefenen.

(17)

Alle schriftelijke opmerkingen (met inbegrip van de in deze verordening gevraagde informatie), ingevulde vragenlijsten en correspondentie die door de belanghebbenden worden verstrekt en waarvoor om een vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, moeten zijn voorzien van de vermelding “Sensitive” (3). Belanghebbenden die in de loop van dit onderzoek informatie indienen, wordt verzocht hun verzoek om vertrouwelijke behandeling met redenen te omkleden.

(18)

Belanghebbenden die informatie met de vermelding “Sensitive” verstrekken, moeten hiervan krachtens artikel 19, lid 2, van Verordening de basisverordening een niet-vertrouwelijke samenvatting indienen, voorzien van de vermelding “For inspection by interested parties”. Deze samenvatting moet gedetailleerd genoeg zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de als vertrouwelijk verstrekte inlichtingen.

(19)

Als een belanghebbende die vertrouwelijke informatie verstrekt, geen geldige redenen voor het verzoek om een vertrouwelijke behandeling aanvoert of geen niet-vertrouwelijke samenvatting daarvan indient met de vereiste vorm en inhoud, kan de Commissie deze informatie buiten beschouwing laten, tenzij aan de hand van geëigende bronnen aannemelijk kan worden gemaakt dat de informatie juist is.

(20)

Belanghebbenden wordt verzocht alle opmerkingen en verzoeken, met inbegrip van verzoeken om als belanghebbende te worden geregistreerd, gescande volmachten en certificaten, in te dienen via het platform TRON.tdi (https://webgate.ec.europa.eu/tron/TDI).

(21)

Om toegang tot het platform TRON.tdi te krijgen, moeten belanghebbenden over een EU Login-account beschikken. Volledige instructies over het registreren voor en het gebruik van het platform TRON.tdi zijn beschikbaar op het adres https://webgate.ec.europa.eu/tron/resources/documents/gettingStarted.pdf.

Door het platform TRON.tdi of e-mail te gebruiken, stemmen belanghebbenden in met de geldende voorschriften inzake elektronisch ingediende opmerkingen, die zijn vervat in het document “Correspondentie met de Europese Commissie in handelsbeschermingszaken” op de website van het directoraat-generaal Handel (https://circabc.europa.eu/ui/group/2e3865ad-3886-4131-92bb-a71754fffec6/library/c9e93fcc-f476-45c4-a400-f0ae0d44a059/details).

(22)

Belanghebbenden moeten hun naam, adres, telefoonnummer en een geldig e-mailadres vermelden en ervoor zorgen dat het verstrekte e-mailadres een actief, officieel en zakelijk e-mailadres is dat elke dag wordt gecontroleerd. Zodra contactgegevens zijn verstrekt, verloopt de communicatie van de Commissie met belanghebbenden uitsluitend per e-mail, behalve indien zij er uitdrukkelijk om verzoeken alle documenten van de Commissie via een ander communicatiemiddel te ontvangen, of het document wegens de aard ervan per aangetekend schrijven moet worden verzonden. Voor nadere voorschriften en informatie over de correspondentie met de Commissie, met inbegrip van de beginselen die van toepassing zijn op per e-mail verzonden opmerkingen, moeten belanghebbenden de genoemde instructies over communicatie met belanghebbenden raadplegen.

(23)

Correspondentieadres van de Commissie:

Europese Commissie

Directoraat-generaal Handel

Directoraat G

Kamer CHAR 04/039

1049 Brussel

BELGIË

TRON.tdi: https://webgate.ec.europa.eu/tron/tdi

E-mail: TRADE-R818-MSG-AC-MALAYSIA@ec.europa.eu

b)   Schriftelijk en mondeling verstrekken van informatie

(24)

Alle belanghebbenden, met inbegrip van de bedrijfstak van de Unie, importeurs en relevante verenigingen, wordt verzocht hun standpunt schriftelijk uiteen te zetten en bewijsmateriaal te verstrekken, op voorwaarde dat deze opmerkingen binnen de in artikel 3, lid 2, vastgestelde termijn worden ingediend. Voorts kan de Commissie belanghebbenden horen, mits zij daar schriftelijk om verzoeken en kunnen aantonen dat er bijzondere redenen zijn om hen te horen.

c)   Verzoeken om vrijstelling

(25)

Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening kan de invoer van het onderzochte product van maatregelen worden vrijgesteld als de invoer niet met ontwijking van de maatregelen plaatsvindt.

(26)

Aangezien de mogelijke ontwijking buiten de Unie plaatsvindt, kan overeenkomstig artikel 13, lid 4, van de basisverordening vrijstelling worden verleend aan producenten van het onderzochte product in Maleisië die kunnen aantonen dat zij niet betrokken zijn bij ontwijkingspraktijken zoals beschreven in artikel 13, leden 1 en 2, van de basisverordening. Eventuele producenten die een vrijstelling wensen te krijgen, moeten zich binnen de in artikel 3, lid 1, van deze verordening vermelde termijn aanmelden. Kopieën van de vragenlijst voor het vrijstellingsverzoek voor producenten-exporteurs in Maleisië en vragenlijsten voor importeurs in de Unie zijn beschikbaar in het dossier voor inzage door belanghebbenden en op de website van DG Handel (https://tron.trade.ec.europa.eu/investigations/case-view?caseId=2737). De vragenlijsten moeten binnen de in artikel 3, lid 2, van deze verordening vermelde termijn worden ingediend.

F.   REGISTRATIE

(27)

Overeenkomstig artikel 14, lid 5, van de basisverordening moet de invoer van het onderzochte product worden geregistreerd zodat, indien bij het onderzoek blijkt dat er van ontwijking sprake is, een passend bedrag aan antidumpingrechten, dat het door de Commissie bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/633 opgelegde residuele recht niet overschrijdt, kan worden geheven vanaf de datum waarop de registratie van de invoer verplicht werd.

G.   TERMIJNEN

(28)

Met het oog op behoorlijk bestuur moeten termijnen worden vastgesteld waarbinnen:

belanghebbenden zich bij de Commissie kenbaar kunnen maken, vragenlijsten kunnen indienen, hun standpunt schriftelijk kunnen uiteenzetten en alle gegevens die zij voor het onderzoek nuttig achten, kunnen indienen;

producenten in Maleisië om vrijstelling van de maatregelen kunnen verzoeken;

belanghebbenden schriftelijk kunnen verzoeken door de Commissie te worden gehoord.

(29)

De aandacht wordt erop gevestigd dat de in de basisverordening vermelde procedurele rechten slechts kunnen worden uitgeoefend indien de betrokkenen zich binnen de in artikel 3 van deze verordening gestelde termijnen bij de Commissie kenbaar maken.

H.   NIET-MEDEWERKING

(30)

Indien een belanghebbende binnen de vastgestelde termijnen de toegang tot de nodige gegevens weigert of deze anderszins niet verstrekt of het onderzoek aanmerkelijk belemmert, kunnen overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening aan de hand van de beschikbare gegevens voorlopige of definitieve conclusies worden getrokken, zowel in positieve als in negatieve zin.

(31)

Wanneer blijkt dat een belanghebbende onjuiste of misleidende inlichtingen heeft verstrekt, zullen deze overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening buiten beschouwing worden gelaten en kan van de beschikbare gegevens gebruik worden gemaakt.

(32)

Indien een belanghebbende geen of slechts gedeeltelijk medewerking verleent en de bevindingen daarom overeenkomstig artikel 18 van de basisverordening op de beschikbare gegevens worden gebaseerd, kan het resultaat voor deze belanghebbende minder gunstig zijn dan indien hij wel medewerking had verleend.

I.   TIJDSCHEMA VOOR HET ONDERZOEK

(33)

Het onderzoek wordt overeenkomstig artikel 13, lid 3, van de basisverordening uiterlijk negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening afgesloten.

J.   VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS

(34)

Persoonsgegevens die in het kader van dit onderzoek worden verzameld, zullen worden behandeld overeenkomstig Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (4).

(35)

Een privacyverklaring die alle particulieren op de hoogte brengt van de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de handelsbeschermingsactiviteiten van de Commissie is beschikbaar op de website van DG Handel (https://europa.eu/!vr4g9W).

K.   RAADADVISEUR-AUDITEUR

(36)

Belanghebbenden kunnen erom vragen dat de raadadviseur-auditeur in handelsprocedures wordt ingeschakeld. De raadadviseur-auditeur behandelt verzoeken om toegang tot het dossier, geschillen over de vertrouwelijkheid van documenten, verzoeken om termijnverlenging en alle andere verzoeken betreffende het recht van verweer van belanghebbenden en van derden die tijdens de procedure kunnen worden ingediend.

(37)

De raadadviseur-auditeur kan een hoorzitting beleggen en bemiddelen tussen de belanghebbende(n) en de diensten van de Commissie om te garanderen dat de belanghebbenden hun recht van verweer ten volle kunnen uitoefenen. Een verzoek om door de raadadviseur-auditeur te worden gehoord, moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed. De raadadviseur-auditeur onderzoekt de redenen voor de verzoeken. Deze hoorzittingen mogen enkel plaatsvinden indien de kwesties niet tijdig zijn opgelost met de diensten van de Commissie.

(38)

Elk verzoek moet tijdig en snel worden ingediend, zodat het ordelijk verloop van de procedure niet in gevaar wordt gebracht. Daartoe moet een verzoek om inschakeling van de raadadviseur-auditeur zo spoedig mogelijk na de gebeurtenis die een dergelijke inschakeling rechtvaardigt door de belanghebbenden worden ingediend. Wanneer een verzoek om een hoorzitting niet binnen de desbetreffende termijn wordt ingediend, onderzoekt de raadadviseur-auditeur ook de redenen voor het laattijdige verzoek, de aard van de aan de orde gestelde kwesties en de gevolgen van die kwesties voor het recht van verweer, rekening houdend met het belang van behoorlijk bestuur en de tijdige voltooiing van het onderzoek.

(39)

Belanghebbenden die contact willen opnemen, vinden de nodige gegevens en nadere informatie op de pagina’s van de raadadviseur-auditeur op de website van DG Handel (https://policy.trade.ec.europa.eu/contacts/hearing-officer_en),

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Op grond van artikel 13, lid 3, van Verordening (EU) 2016/1036 wordt een onderzoek geopend om vast te stellen of bij de invoer van mononatriumglutamaat, momenteel ingedeeld onder GN-code ex 2922 42 00, verzonden vanuit Maleisië, al dan niet aangegeven als van oorsprong uit Maleisië (Taric-code 2922420015), de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/633 ingestelde maatregelen ten aanzien van mononatriumglutamaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China worden ontweken.

Artikel 2

1.   De douaneautoriteiten van de lidstaten nemen overeenkomstig artikel 13, lid 3, en artikel 14, lid 5, van Verordening (EU) 2016/1036 passende maatregelen om de invoer in de Unie van de in artikel 1 van deze verordening omschreven goederen te registreren.

2.   De registratie wordt negen maanden na de datum van inwerkingtreding van deze verordening beëindigd.

Artikel 3

1.   Belanghebbenden moeten binnen 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening contact opnemen met de Commissie.

2.   Belanghebbenden die wensen dat bij het onderzoek met hun opmerkingen rekening wordt gehouden, moeten, tenzij anders bepaald, binnen 37 dagen na de datum van bekendmaking van deze verordening in het Publicatieblad van de Europese Unie contact met de Commissie opnemen, hun standpunt schriftelijk uiteenzetten en de Commissie de antwoorden op de vragenlijst, verzoeken om vrijstellingen en eventuele andere gegevens doen toekomen.

3.   Binnen dezelfde termijn van 37 dagen kunnen belanghebbenden ook vragen om door de Commissie te worden gehoord. Een verzoek om te worden gehoord over het beginstadium van het onderzoek moet uiterlijk 15 dagen na de datum van inwerkingtreding van deze verordening worden ingediend. Dit verzoek moet schriftelijk worden ingediend en met redenen worden omkleed.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 19 juli 2024.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 176 van 30.6.2016, blz. 21.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/633 van de Commissie van 14 april 2021 tot instelling van een definitief antidumpingrecht op mononatriumglutamaat van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Indonesië naar aanleiding van een nieuw onderzoek in verband met het vervallen van de maatregelen op grond van artikel 11, lid 2, van Verordening (EU) 2016/1036 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 132 van 19.4.2021, blz. 63).

(3)  Een “ Sensitive ”-document wordt beschouwd als vertrouwelijk in de zin van artikel 19 van de basisverordening en artikel 6 van de WTO-overeenkomst betreffende de toepassing van artikel VI van de GATT 1994 (Antidumpingovereenkomst). Het is ook een beschermd document krachtens artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB L 145 van 31.5.2001, blz. 43).

(4)  Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1976/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)