(1)

Het Akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (“het terugtrekkingsakkoord”) is door de Unie gesloten bij Besluit (EU) 2020/135 van de Raad (1) en is op 1 februari 2020 in werking getreden.

(2)

Overeenkomstig artikel 13, lid 4, van het Windsor-kader (2), dat integrerend deel uitmaakt van het terugtrekkingsakkoord, is het bij artikel 164, lid 1, daarvan opgerichte Gemengd Comité (“het Gemengd Comité”) gemachtigd besluiten vast te stellen tot wijziging van de desbetreffende bijlagen bij het Windsor-kader waarbij de vastgestelde nieuwe Uniehandelingen worden toegevoegd die binnen het toepassingsgebied van het Windsor-kader vallen, maar die geen Uniehandelingen wijzigen of vervangen die in de bijlagen bij het Windsor-kader zijn vermeld.

(3)

Verordening (EU) 2023/2411 van het Europees Parlement en de Raad (3) is een vastgestelde nieuwe Uniehandeling (“de vastgestelde nieuwe Uniehandeling”) die, met uitzondering van de artikelen 63 en 64, de interne markt voor goederen betreft en dus binnen het toepassingsgebied van het Windsor-kader valt.

(4)

Het Gemengd Comité moet op zijn volgende bijeenkomst een besluit overeenkomstig artikel 13, lid 4, van het Windsor-kader vaststellen tot toevoeging van de vastgestelde nieuwe Uniehandeling, met uitzondering van de artikelen 63 en 64, aan bijlage 2 bij het Windsor-kader.

(5)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie moet worden ingenomen in het Gemengd Comité wat betreft de vaststelling van een besluit tot toevoeging van de vastgestelde nieuwe Uniehandeling aan bijlage 2 bij het Windsor-kader,