European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2024/1700

18.6.2024

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2024/1700 VAN DE COMMISSIE

van 5 maart 2024

tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot nadere bepaling, voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde niet-ABCP traditionele securitisaties en voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde on-balance-sheet securitisaties, van de inhoud, de methoden en de presentatie van informatie over de belangrijkste ongunstige effecten van de met de onderliggende blootstellingen gefinancierde activa op duurzaamheidsfactoren

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot vaststelling van een algemeen kader voor securitisatie en tot instelling van een specifiek kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisatie, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG en 2011/61/EU en de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 22, lid 6, derde alinea, en artikel 26 quinquies, lid 6, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om ervoor te zorgen dat beleggers over alle nodige informatie beschikken om met kennis van zaken beslissingen te kunnen nemen over de duurzaamheidseffecten van hun beleggingen, moeten duurzaamheidsgerelateerde openbaarmakingen voldoende duidelijk, beknopt en opvallend zijn.

(2)

Om de vergelijkbaarheid van de belangrijkste ongunstige effecten van de met de onderliggende blootstellingen gefinancierde activa op duurzaamheidsfactoren te verbeteren, moet een onderscheid worden gemaakt tussen enerzijds indicatoren van ongunstige effecten die gezien de relevantie van hun blootstellingen altijd tot belangrijke ongunstige effecten leiden, en anderzijds aanvullende indicatoren van ongunstige effecten die de initiators als bijzonder relevant beschouwen.

(3)

Aangezien informatie mogelijk niet altijd gemakkelijk beschikbaar is voor alle duurzaamheidsindicatoren, moet van initiators slechts worden verlangd dat zij verslag uitbrengen over ten minste één aanvullende indicator van de belangrijkste ongunstige effecten op het klimaat of andere milieugerelateerde duurzaamheidsfactoren, en over ten minste één aanvullende indicator van de belangrijkste ongunstige effecten op sociale of governancegerelateerde duurzaamheidsfactoren.

(4)

Aangezien informatie over de belangrijkste ongunstige effecten mogelijk niet gemakkelijk beschikbaar is, moeten initiators voor alle indicatoren de mogelijkheid krijgen om gegevens te gebruiken die zij rechtstreeks van debiteuren of van externe deskundigen hebben verkregen, dan wel om aannames te gebruiken die zij redelijk achten. Initiators moeten echter een gedetailleerde toelichting geven over de wijze waarop zij naar beste vermogen informatie over de belangrijkste ongunstige effecten hebben verkregen van dergelijke debiteuren of externe deskundigen of door redelijke aannames te doen.

(5)

Overeenkomstig artikel 7, lid 2, derde alinea, van Verordening (EU) 2017/2402 juncto artikel 7, lid 1, punt a), van die verordening moet informatie over securitisaties waarvoor een prospectus moet worden opgesteld, beschikbaar worden gesteld door middel van een bij de ESMA geregistreerd securitisatieregister. Om het in kaart brengen van de via dat securitisatieregister beschikbaar gestelde informatie over de belangrijkste ongunstige effecten te vergemakkelijken, moeten initiators een artikelcode gebruiken die overeenkomt met de codes in tabel 3 van bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1224 van de Commissie (2).

(6)

Zowel in artikel 22, lid 4, tweede alinea, als in artikel 26 quinquies, lid 4, tweede alinea, van Verordening (EU) 2017/2402 wordt verwezen naar beschikbare informatie over de belangrijkste ongunstige effecten van de met de onderliggende blootstellingen gefinancierde activa op duurzaamheidsfactoren. Om initiators een volledig beeld te geven van de verplichtingen om dergelijke informatie openbaar te maken en om te zorgen voor samenhang tussen de regels en gestandaardiseerde templates voor de openbaarmaking van dergelijke belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren met betrekking tot, enerzijds, niet-ABCP traditionele STS-securitisaties en, anderzijds, on-balance-sheet STS-securitisaties, is het passend de technische reguleringsnormen, die tegelijkertijd in werking moeten treden, in één enkele verordening op te nemen.

(7)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die door de Europese Bankautoriteit, de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en de Europese Autoriteit voor effecten en markten aan de Commissie zijn voorgelegd.

(8)

Het Gemengd Comité van de Europese toezichthoudende autoriteiten als bedoeld in artikel 54 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (3), in artikel 54 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad (4) en in artikel 54 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad (5) heeft openbare raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, de mogelijke kosten en baten daarvan geanalyseerd en de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 opgerichte Stakeholdergroep bankwezen, de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1094/2010 opgerichte Stakeholdergroep verzekeringen en herverzekeringen en de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1095/2010 opgerichte Stakeholdergroep effecten en markten om advies verzocht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Algemene beginselen voor de presentatie van informatie

1.   Initiators verstrekken de krachtens deze verordening vereiste informatie met gebruikmaking van de in de bijlage vastgestelde templates, definities en formules, op een opvallende, eenvoudige, beknopte, begrijpelijke, eerlijke, duidelijke en niet-misleidende wijze.

2.   Initiators stellen de krachtens deze verordening vereiste informatie beschikbaar in een doorzoekbaar elektronisch formaat.

3.   Initiators stellen de krachtens deze verordening vereiste informatie beschikbaar overeenkomstig de voorwaarden van artikel 7, lid 1, punt a), van Verordening (EU) 2017/2402.

4.   Initiators die gebruikmaken van de optie om de informatie over de belangrijkste ongunstige effecten van de met de onderliggende blootstellingen gefinancierde activa op duurzaamheidsfactoren openbaar te maken in plaats van de beschikbare informatie over de milieuprestatie van de met woonkredieten of autoleningen of -leases gefinancierde activa, gebruiken de “Geen gegevens”-opties (“ND”) in de velden RREC10 en RREC11 in bijlage II bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1224 en in de velden AUTL57 en AUTL58 in bijlage V bij die verordening.

Artikel 2

Verklaring over de belangrijkste ongunstige effecten van de met de onderliggende blootstellingen van de securitisatie gefinancierde activa op duurzaamheidsfactoren

1.   Initiators publiceren de verklaring over de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren in het in de tabellen 1, 2 en 3 van de bijlage beschreven formaat.

2.   In het samenvattende gedeelte van tabel 1 van de bijlage nemen initiators alle volgende informatie op:

a)

de unieke identificatiecode van de securitisatie;

b)

indien beschikbaar, de internationale effectenidentificatienummers (ISIN-codes) van elk van de tranches of obligaties in de securitisatie;

c)

het feit dat de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren in aanmerking worden genomen;

d)

de referentieperiode van de verklaring over de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren;

e)

voor elk activatype in de securitisatiepool het totale huidige kapitaalsaldo van de onderliggende blootstellingen;

f)

een samenvatting van de belangrijkste ongunstige effecten van de met de onderliggende blootstellingen gefinancierde activa op duurzaamheidsfactoren.

De rubriek “Samenvatting” is, afgedrukt, niet langer dan twee bladzijden op A4-formaat.

3.   In de rubriek “Toelichting bij de wijze waarop de belangrijkste ongunstige effecten van de met de onderliggende blootstellingen van de securitisatie gefinancierde activa op duurzaamheidsfactoren in aanmerking worden genomen bij de selectie van onderliggende blootstellingen die op het moment van aanbieding of tijdens de looptijd van de securitisatie aan de pool moeten worden toegevoegd” in tabel 1 van de bijlage, nemen initiators alle volgende informatie op:

a)

een beschrijving van de criteria of numerieke drempels die van toepassing zijn op de samenstelling van de pool van onderliggende blootstellingen van de securitisatie in verband met de belangrijkste ongunstige effecten van de met de onderliggende blootstellingen in de pool gefinancierde activa op duurzaamheidsfactoren;

b)

een beschrijving van alle tests, gebeurtenissen en triggers in verband met die belangrijkste ongunstige effecten;

c)

duidelijke verwijzingen naar de desbetreffende bladzijden en rubrieken in het document met het definitieve aanbod of, in voorkomend geval, het prospectus, en de documenten inzake de afsluiting van de transactie waarin die drempels, tests, gebeurtenissen of triggers worden beschreven;

d)

een beknopte toelichting bij de vraag of, en zo ja, hoe de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren in aanmerking worden genomen in de kredietverleningscriteria van de initiator;

e)

duidelijke verwijzingen en hyperlinks naar alle beschikbare openbaarmakingen waarin de in punt a) bedoelde criteria worden beschreven.

Indien informatie met betrekking tot een van de indicatoren van de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren, zoals uiteengezet in de bijlage, niet gemakkelijk beschikbaar is, nemen de initiators in dat deel nadere bijzonderheden op over de inspanningen die zijn geleverd om die informatie te verkrijgen van debiteuren of externe deskundigen of door redelijke aannames te doen.

4.   Voor de toepassing van de in lid 3, punt d), bedoelde beknopte toelichting mogen initiators ook verwijzingen verstrekken naar relevante bedrijfsgedragscodes en internationaal erkende normen voor due diligence en rapportage waaraan zij zich hebben gehouden.

5.   In de rubriek “Beschrijving van de belangrijkste ongunstige effecten van de met de onderliggende blootstellingen van de securitisatie gefinancierde activa op duurzaamheidsfactoren” in tabel 1 van de bijlage beschrijven initiators de belangrijkste ongunstige effecten van de met de onderliggende blootstellingen van de securitisatie gefinancierde activa op duurzaamheidsfactoren en verstrekken zij alle volgende informatie:

a)

beschikbare informatie over de indicatoren met betrekking tot de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren, zoals beschreven in tabel 1 van de bijlage;

b)

beschikbare informatie over een of meer aanvullende klimaat- en andere milieu-indicatoren, zoals beschreven in tabel 2 van de bijlage;

c)

beschikbare informatie over een of meer aanvullende indicatoren voor sociale thema’s en arbeidsomstandigheden, eerbiediging van de mensenrechten, bestrijding van corruptie en omkoping, zoals beschreven in tabel 3 van de bijlage;

d)

beschikbare informatie over alle andere indicatoren die worden gebruikt om aanvullende belangrijke ongunstige effecten op een duurzaamheidsfactor vast te stellen en te beoordelen, zoals beschreven in tabel 1 van de bijlage.

Indien de initiator overeenkomstig dit artikel ten minste één eerdere verklaring heeft verstrekt over de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren, verstrekt de initiator een historische vergelijking tussen de lopende rapportageperiode en elke voorgaande rapportageperiode, maar niet meer dan de laatste vier voorgaande perioden.

6.   Indien de verklaring over de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren door middel van een securitisatieregister beschikbaar wordt gesteld, wordt de itemcode 1 van tabel 3 van bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1224 gebruikt.

7.   Een initiator die feitelijke fouten vaststelt in informatie die hij overeenkomstig de leden 1 tot en met 6 beschikbaar heeft gesteld, corrigeert die fouten en publiceert onverwijld een gecorrigeerde verklaring over de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 5 maart 2024.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 347 van 28.12.2017, blz. 35, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2017/2402/oj.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1224 van de Commissie van 16 oktober 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/2402 van het Europees Parlement en de Raad betreffende technische reguleringsnormen ter specificatie van de door de initiator, de sponsor en de SSPE beschikbaar te stellen informatie over een securitisatie (PB L 289 van 3.9.2020, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2020/1224/oj).

(3)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/1093/oj).

(4)  Verordening (EU) nr. 1094/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/79/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 48, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/1094/oj).

(5)  Verordening (EU) nr. 1095/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Autoriteit voor effecten en markten), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/77/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 84, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2010/1095/oj).


BIJLAGE

TEMPLATE VOOR DE VERKLARING INZAKE DE BELANGRIJKSTE ONGUNSTIGE EFFECTEN OP DE DUURZAAMHEID

Voor de toepassing van deze bijlage wordt verstaan onder:

1.

“unieke identificatiecode van de securitisatie”: een unieke identificatiecode als bedoeld in artikel 11 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/1224;

2.

“specifieke CO2-emissies”: specifieke CO2-emissies zoals gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt h), van Verordening (EU) 2019/631 van het Europees Parlement en de Raad (1);

3.

“streefcijfer voor het gehele EU-wagenpark”: het streefcijfer voor het gehele EU-wagenpark als gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt k), van Verordening (EU) 2019/631;

4.

“herbruikbaarheid”: herbruikbaarheid als gedefinieerd in artikel 4, punt 13, van Richtlijn 2005/64/EG van het Europees Parlement en de Raad (2);

5.

“recycleerbaarheid”: recycleerbaarheid als gedefinieerd in artikel 4, punt 14, van Richtlijn 2005/64/EG;

6.

“mogelijke nuttige toepassing”: mogelijke nuttige toepassing als gedefinieerd in artikel 4, punt 15, van Richtlijn 2005/64/EG;

7.

“recyclingrendement” van een batterijrecyclingproces: de verhouding die wordt verkregen door de massa van de voor recycling bestemde outputfracties te delen door de massa van de inputfractie van de afgedankte batterijen, uitgedrukt in een percentage;

8.

“emissievrij of emissiearm voertuig”: een emissievrij of emissiearm voertuig als gedefinieerd in artikel 3, lid 1, punt m), van Verordening (EU) 2019/631;

9.

“voertuigen van categorie M1 of N1”: voertuigen die behoren tot categorie M1 als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt a), i), van Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad (3) of tot categorie N1 als bedoeld in artikel 4, lid 1, punt b), i), van die verordening.

Voor de toepassing van de indicatoren in tabel 1 zijn in de rubriek “Indicatoren voor met woonkredieten gefinancierde activa” van deze bijlage de desbetreffende formules in de tweede alinea van bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1288 van de Commissie (4) van toepassing.

Tabel 1

Verklaring over de belangrijkste ongunstige effecten van de met de onderliggende blootstellingen van de securitisatie gefinancierde activa op duurzaamheidsfactoren

Initiators van de securitisatie [naam en LEI]

Samenvatting

[Naam en LEI] houdt rekening met de belangrijkste ongunstige effecten van de met de onderliggende blootstellingen van de securitisatie [unieke identificatiecode van de securitisatie] gefinancierde activa op duurzaamheidsfactoren, die in deze verklaring worden beschreven.

De ISIN-codes van elk van de tranches en/of obligaties in de securitisatie zijn de volgende [ISIN-codes invullen].

Deze verklaring heeft betrekking op de referentieperiode van [datum] tot en met [datum].

Voor elk activatype in de pool [autoleningen; leases; woonkredieten] is het totale huidige kapitaalsaldo van de onderliggende blootstellingen als volgt [in artikel 2, lid 2, punt e), bedoelde informatie].

[In artikel 2, lid 2, punt f), bedoelde samenvatting].

Toelichting bij de wijze waarop de belangrijkste ongunstige effecten van de met de onderliggende blootstellingen van de securitisatie gefinancierde activa op duurzaamheidsfactoren in aanmerking worden genomen bij de selectie van onderliggende blootstellingen die op het moment van aanbieding of tijdens de looptijd van de securitisatie aan de pool moeten worden toegevoegd

[In artikel 2, lid 3, bedoelde informatie].


Beschrijving van de belangrijkste ongunstige effecten van de met de onderliggende blootstellingen van de securitisatie gefinancierde activa op duurzaamheidsfactoren

[In artikel 2, lid 5, bedoelde informatie in het hieronder beschreven formaat].

KLIMAAT- EN ANDERE MILIEU-INDICATOREN

 

Indicator ongunstige effecten op duurzaamheid

Parameter

Effect [referentieperiode n]

Effect [referentieperiode n-1]

Toelichting

Indicatoren die van toepassing zijn op met woonkredieten gefinancierde activa

Fossiele brandstoffen

1.

Blootstelling aan fossiele brandstoffen die worden gebruikt voor verwarming of elektriciteitsopwekking

Aandeel onderliggende blootstellingen gedekt door vastgoedactiva die fossiele brandstoffen gebruiken voor verwarming en elektriciteitsopwekking.

 

 

 

Energie-efficiëntie

2.

Blootstelling aan energie-inefficiënte vastgoedactiva

Aandeel onderliggende blootstellingen gedekt door energie-inefficiënte vastgoedactiva.

 

 

 

Indicatoren die van toepassing zijn op met autoleningen en -leases gefinancierde activa

Emissies

3.

Blootstelling aan voertuigen die niet aan de desbetreffende emissiegrenswaarden voldoen.

Aandeel onderliggende blootstellingen gedekt door voertuigen van categorie M1 of N1 met specifieke CO2-emissies: i) tot en met 31 december 2025 gelijk aan of hoger dan 50 g CO2/km (emissiearme en emissievrije voertuigen), en ii) vanaf 1 januari 2026 hoger dan nul.

 

 

 

Verontreiniging

4.

Blootstelling aan voertuigen die niet aan de grenswaarden en normen inzake luchtverontreiniging voldoen.

Aandeel onderliggende blootstellingen gedekt door voertuigen die niet voldoen aan de voorschriften van de meest recente toepasselijke fase van de overeenkomstig Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad (5) vastgestelde Euro 6-emissiegrenswaarden en aan de emissiedrempels voor schone lichte bedrijfsvoertuigen in tabel 2 van de bijlage bij Richtlijn 2009/33/EG van het Europees Parlement en de Raad (6).

 

 

 

Geringe recycleerbaarheid

5.

Blootstelling aan voertuigen met een gering recycleerbaarheidspercentage

Aandeel onderliggende blootstellingen gedekt door voertuigen van categorie M1 of N1 die niet:

a)

voor ten minste 85 % van hun gewicht herbruikbaar of recyclebaar zijn;

b)

voor ten minste 95 % van hun gewicht herbruikbaar of nuttig toepasbaar zijn.

 

 

 

Andere indicatoren voor de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren

[In artikel 2, lid 5, punt b), bedoelde informatie over de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren, in het in tabel 2 beschreven formaat]

[In artikel 2, lid 5, punt c), bedoelde informatie over de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren, in het in tabel 3 beschreven formaat]

[Informatie over alle andere indicatoren in tabel 1 “Verklaring inzake de belangrijkste ongunstige effecten van beleggingsbeslissingen op duurzaamheidsfactoren” van bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1288, in het in die tabel beschreven formaat, of alle andere indicatoren die worden gebruikt om aanvullende belangrijke ongunstige effecten op een duurzaamheidsfactor als bedoeld in artikel 2, lid 5, punt d), van deze verordening te identificeren en te beoordelen. Voor de toepassing van deze rij gelden, wanneer een andere indicator van tabel 1 van bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1288 wordt gebruikt, de desbetreffende definities en formules in die bijlage. Elke geselecteerde indicator is echter bedoeld als zijnde van toepassing op activa die worden gefinancierd met onderliggende blootstellingen van woonkredieten of op activa die met autoleningen en -leases worden gefinancierd.]

Historische vergelijking

[In artikel 2, lid 5, tweede alinea, bedoelde informatie]


Tabel 2

Aanvullende klimaat- en andere milieu-indicatoren

Ongunstige

effecten op de duurzaamheid

Ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren

(kwalitatief of kwantitatief)

Parameter

Indicatoren die van toepassing zijn op met woonkredieten gefinancierde activa

[Informatie over een of meer van de indicatoren in tabel 2 “Aanvullende klimaat- en andere milieu-indicatoren” van bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1288, in het in die tabel beschreven formaat. Voor de toepassing van deze rij gelden de desbetreffende definities en formules in die bijlage. Elke geselecteerde indicator is echter bedoeld als zijnde van toepassing op activa die worden gefinancierd met onderliggende blootstellingen van woonkredieten.]

Indicatoren die van toepassing zijn op met autoleningen en -leases gefinancierde activa

Water-,

afval- en materiaalemissies

6.

Recyclingrendement van batterijen van elektrische voertuigen

Aandeel onderliggende blootstellingen gedekt door elektrische voertuigen waarvan de lithiumionbatterijen een recyclingpercentage hebben dat lager is dan: i) 65 % tot en met 31 december 2025 en ii) 70 % tot en met 31 december 2030

of

Aandeel onderliggende blootstellingen gedekt door elektrische voertuigen waarvan de lood-zuurbatterijen een recyclingpercentage hebben dat lager is dan: i) 75 % tot en met 31 december 2025 en ii) 80 % tot en met 31 december 2030

Emissies

7.

Blootstelling aan voertuigen met CO2-emissies die hoger zijn dan de streefcijfers voor het gehele EU-wagenpark

Aandeel onderliggende blootstellingen gedekt door voertuigen van categorie M1 of N1 met specifieke CO2-emissies die hoger zijn dan de CO2-emissiestreefcijfers voor het gehele wagenpark


Tabel 3

Aanvullende indicatoren voor sociale thema’s en arbeidsomstandigheden, eerbiediging van de mensenrechten, en bestrijding van corruptie en omkoping

Ongunstige effecten op de duurzaamheid

Ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren (kwalitatief of kwantitatief)

Parameter

Indicatoren die van toepassing zijn op met woonkredieten, autoleningen en -leases gefinancierde activa

Indien beschikbaar, informatie over een of meer van de indicatoren in tabel 3 “Aanvullende indicatoren voor sociale thema’s en arbeidsomstandigheden, eerbiediging van de mensenrechten, en bestrijding van corruptie en omkoping” van bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1288, in het formaat in die tabel. Voor de toepassing van deze tabel gelden de desbetreffende definities en formules in die bijlage. Elke geselecteerde indicator is echter bedoeld als zijnde van toepassing op de ondernemingen die de voertuigen hebben vervaardigd waarmee de onderliggende blootstellingen in de pool worden gedekt.


(1)  Verordening (EU) 2019/631 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot vaststelling van CO2-emissienormen voor nieuwe personenauto’s en nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen, en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 443/2009 en (EU) nr. 510/2011 (PB L 111 van 25.4.2019, blz. 13, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2019/631/oj).

(2)  Richtlijn 2005/64/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen inzake herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en mogelijke nuttige toepassing, en tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PB L 310 van 25.11.2005, blz. 10, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2005/64/oj).

(3)  Verordening (EU) 2018/858 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 betreffende de goedkeuring van en het markttoezicht op motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en systemen, onderdelen en technische eenheden die voor dergelijke voertuigen zijn bestemd, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 715/2007 en (EG) nr. 595/2009 en tot intrekking van Richtlijn 2007/46/EG (PB L 151 van 14.6.2018, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2018/858/oj).

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1288 van de Commissie van 6 april 2022 tot aanvulling van Verordening (EU) 2019/2088 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de inhoud en presentatie van de informatie met betrekking tot het beginsel geen ernstige afbreuk doen, en tot nadere bepaling van de inhoud, methoden en presentatie van informatie met betrekking tot duurzaamheidsindicatoren en ongunstige effecten op de duurzaamheid en van de inhoud en presentatie van de informatie met betrekking tot het promoten van ecologische of sociale kenmerken en doelstellingen voor duurzame beleggingen in precontractuele documenten, op websites en in periodieke verslagen (PB L 196 van 25.7.2022, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2022/1288/oj).

(5)  Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2007 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie (PB L 171 van 29.6.2007, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2007/715/oj).

(6)  Richtlijn 2009/33/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 inzake de bevordering van schone en energiezuinige wegvoertuigen (PB L 120 van 15.5.2009, blz. 5, ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2009/33/oj).


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2024/1700/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)