Publicatieblad |
NL L-serie |
2024/1664 |
13.6.2024 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/1664 VAN DE COMMISSIE
van 12 juni 2024
tot vaststelling, op grond van Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad, van het aanpassingspercentage voor rechtstreekse betalingen voor kalenderjaar 2024
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2021/2116 van het Europees Parlement en de Raad van 2 december 2021 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013 (1), en met name artikel 17, lid 1, derde alinea,
Na raadpleging van het Comité voor de landbouwfondsen,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In artikel 17, lid 1, eerste alinea, van Verordening (EU) 2021/2116 is bepaald dat een aanpassingspercentage voor de in artikel 5, lid 2, punt c), van die verordening bedoelde interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen en voor de in artikel 5, lid 2, punt e), van die verordening bedoelde specifieke maatregelen moet worden vastgesteld wanneer de ramingen voor de financiering van de interventies en maatregelen die krachtens het overeenkomstige submaximum voor een bepaald begrotingsjaar worden gefinancierd, erop wijzen dat de toepasselijke jaarlijkse maxima zullen worden overschreden. |
(2) |
Krachtens artikel 16, lid 1, van Verordening (EU) 2021/2116 moet aan het begin van elk jaar een Unielandbouwreserve worden aangelegd in het Europees Landbouwgarantiefonds (ELGF). Op grond van artikel 16, lid 2, tweede alinea, van die verordening kan, wanneer de beschikbare kredieten niet toereikend zijn om de reserve tot het vereiste bedrag te financieren, in laatste instantie financiële discipline worden gebruikt overeenkomstig artikel 17 van die verordening om de reserve te financieren. |
(3) |
Uit de ramingen voor de rechtstreekse betalingen en marktgerelateerde uitgaven als vastgesteld in de ontwerpbegroting van de Commissie voor 2025, blijkt dat thans geen financiële discipline nodig is. Gezien de gevolgen van de Russische inval in Oekraïne voor de agrovoedingssector en gezien de frequentie van ongunstige weersomstandigheden in de landbouw bestaat er echter grote onzekerheid rond de toekomstige behoefte aan steun uit de landbouwreserve. Bovendien kan de huidige instabiliteit in de landbouwsector in heel Europa gevolgen hebben voor de geraamde begrotingsbehoeften voor landbouwbegrotingsjaar 2025. |
(4) |
Krachtens artikel 17, lid 1, derde alinea, van Verordening (EU) 2021/2116 moet het aanpassingspercentage uiterlijk op 30 juni van het kalenderjaar waarop het aanpassingspercentage van toepassing is, worden vastgesteld. Op grond van artikel 17, lid 2, van die verordening kan het aanpassingspercentage tot 1 december van hetzelfde kalenderjaar nog worden bijgesteld op basis van nieuwe informatie. Aanpassing van het percentage op basis van nieuwe informatie is echter alleen mogelijk als er uiterlijk op 30 juni een percentage is vastgesteld. |
(5) |
Gezien de onzekerheden rond de begrotingsprognoses en om de mogelijkheid te behouden om het aanpassingspercentage, met het oog op de inachtneming van de jaarlijkse maxima en extra financiering voor de landbouwreserve, tot 1 december 2024 bij te stellen mocht een van de twee ingrepen noodzakelijk worden, wordt het passend geacht om voor kalenderjaar 2024 een aanpassingspercentage van 0 % vast te stellen. |
(6) |
In artikel 17, lid 1, tweede alinea, van Verordening (EU) 2021/2116 is bepaald dat het aanpassingspercentage voor het desbetreffende kalenderjaar van toepassing moet zijn op betalingen boven 2 000 EUR die aan landbouwers worden toegekend voor de in artikel 5, lid 2, punt c), van die verordening bedoelde interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen en voor de in artikel 5, lid 2, punt e), van die verordening bedoelde specifieke maatregelen. |
(7) |
Landbouwers die een steunaanvraag voor rechtstreekse betalingen voor een bepaald kalenderjaar N indienen, ontvangen de betaling doorgaans binnen een vastgestelde betalingstermijn die in landbouwbegrotingsjaar N+1 valt. De lidstaten mogen echter, binnen bepaalde grenzen, betalingen aan landbouwers doen nadat deze betalingstermijn is verstreken. Dergelijke betalingen kunnen in een later landbouwbegrotingsjaar worden gedaan. Bij de toepassing van de financiële discipline voor een bepaald kalenderjaar mag het aanpassingspercentage niet worden toegepast op betalingen waarvoor steunaanvragen zijn ingediend in andere kalenderjaren dan het kalenderjaar waarvoor de financiële discipline geldt. Daarom moet met het oog op een gelijke behandeling van de landbouwers worden bepaald dat het aanpassingspercentage alleen dient te worden toegepast op betalingen waarvoor de steunaanvragen zijn ingediend in het kalenderjaar waarvoor de financiële discipline geldt, ongeacht het moment waarop de betaling aan de landbouwers wordt gedaan, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor de vaststelling van het aanpassingspercentage overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EU) 2021/2116 worden de betalingen die voor de in artikel 5, lid 2, punt c), van die verordening bedoelde interventies in de vorm van rechtstreekse betalingen en voor de in artikel 5, lid 2, punt e), van die verordening bedoelde specifieke maatregelen aan landbouwers worden toegekend en voor een voor kalenderjaar 2024 ingediende steunaanvraag meer dan 2 000 EUR bedragen, verlaagd met een aanpassingspercentage van 0 %.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de zevende dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 12 juni 2024.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 435 van 6.12.2021, blz. 187, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2021/2116/oj.
ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1664/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)