European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2024/1505

30.5.2024

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2024/1505 VAN DE COMMISSIE

van 22 februari 2024

tot aanvulling van Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad door de vaststelling van het bedrag van de door de lead overseer aan kritieke derde aanbieders van ICT-diensten aan te rekenen oversightvergoedingen en de wijze waarop die vergoedingen moeten worden betaald

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2022/2554 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende digitale operationele weerbaarheid voor de financiële sector en tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1060/2009, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 909/2014 en (EU) 2016/1011 (1), en met name artikel 43, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Er moet een jaarlijkse oversightvergoeding worden vastgesteld om de noodzakelijke uitgaven van de lead overseer en de andere Europese toezichthoudende autoriteiten bij de uitvoering van oversighttaken in het kader van Verordening (EU) 2022/2554 volledig te dekken. De jaarlijkse oversightvergoeding moet ook de geraamde kosten dekken die worden gemaakt door bevoegde autoriteiten waaraan de Europese toezichthoudende autoriteiten taken hebben gedelegeerd.

(2)

In lijn met het jaarperiodiciteitsbeginsel en het beginsel van volledige kostendekking moeten de jaarlijkse oversightvergoedingen worden berekend op basis van de door de ETA’s geraamde directe en indirecte kosten voor het uitvoeren van hun oversighttaken. De jaarlijkse oversightvergoedingen moeten jaarlijks worden aangepast zodat deze op de geraamde kosten zijn afgestemd.

(3)

Om te zorgen voor een eerlijke toewijzing van oversightvergoedingen die tegelijkertijd de werkelijke administratieve inspanningen weerspiegelen die voor elke onder toezicht staande aanbieder van ICT-diensten worden geleverd, moet de jaarlijkse oversightvergoeding in verhouding staan tot de omzet die de derde aanbieder van ICT-diensten in de Unie genereert met de verlening van de ICT-diensten aan cliënten uit de financiële sector.

(4)

Om de nauwkeurigheid te waarborgen van de financiële informatie die nodig is om de toepasselijke omzet te berekenen, moeten alle door de derde aanbieders van ICT-diensten verstrekte cijfers worden gecontroleerd. Aangezien de lead overseer informatie over de toepasselijke omzet nodig heeft om het bedrag te kunnen bepalen van de oversightvergoeding die jaarlijks aan elke kritieke derde aanbieder van ICT-diensten wordt aangerekend om de kosten van het oversight te dekken, moet de lead overseer rekening houden met de wereldwijde inkomsten van derde aanbieders van ICT-diensten die worden gegenereerd ongeacht de soorten cliënten, indien de kritieke derde aanbieder van ICT-diensten niet voorziet in op maat gesneden informatie over de inkomsten die in de Unie worden gegenereerd met de verlening van ICT-diensten aan financiële entiteiten.

(5)

Aan elke kritieke derde aanbieder van ICT-diensten moet een minimale jaarlijkse oversightvergoeding worden opgelegd, aangezien bepaalde vaste administratieve kosten gelden voor het oversight van alle kritieke derde aanbieders van ICT-diensten, ongeacht het bedrag van de gerealiseerde omzet.

(6)

Om rekening te houden met de specifieke kosten die worden gemaakt tijdens het eerste jaar van aanwijzing en oversight van kritieke derde aanbieders van ICT-diensten, onder meer in verband met de aanwijzingsprocedure en de benoeming van de lead overseer, moet een vaste vergoeding worden vastgesteld. Om rekening te houden met de kosten die zijn gemaakt voor het oversight na de aanwijzing van de kritieke derde aanbieder van ICT-diensten, moet deze vergoeding worden aangepast aan de periode in dat eerste jaar waarin de kritieke derde aanbieder van ICT-diensten is aangewezen. Zij moet de jaarlijkse oversightvergoeding voor dat jaar vervangen.

(7)

Ter dekking van de extra kosten in verband met de aanwijzing van kritieke derde aanbieders van ICT-diensten die vrijwillig verzoeken te worden aangewezen als kritiek overeenkomstig artikel 31, lid 11, van Verordening (EU) 2022/2554, moet een aanvullende vaste vergoeding worden vastgesteld. Om ongegronde verzoeken te ontmoedigen mag een dergelijke aanvullende vaste vergoeding niet worden terugbetaald als een derde aanbieder van ICT-diensten zijn verzoek tijdens het registratieproces intrekt of als het verzoek wordt afgewezen.

(8)

Om de tijdige betaling van oversightvergoedingen te waarborgen, moeten die vergoedingen binnen 30 dagen na de datum van afgifte van de debetnota van de lead overseer worden betaald. Om de betalingsstromen van vergoedingen te vereenvoudigen en ervoor te zorgen dat de ETA’s over de nodige middelen beschikken om hun geplande toezichtactiviteiten uit te voeren, moeten jaarlijkse oversightvergoedingen in één keer worden betaald gedurende de eerste vier maanden van het kalenderjaar waarvoor dergelijke vergoedingen verschuldigd zijn door kritieke derde aanbieders van ICT-diensten die onderworpen zijn aan oversightactiviteiten op 1 januari van dat jaar of, in het geval van kritieke derde aanbieders van ICT-diensten die in de loop van dat jaar zijn aangewezen, uiterlijk aan het einde van dat jaar.

(9)

Alle vergoedingen moeten op een zodanig niveau worden vastgesteld dat een tekort of een aanzienlijke accumulatie van overschotten wordt vermeden. Wanneer bij herhaling een significant positief of negatief begrotingssaldo wordt opgetekend, wordt de hoogte van de vergoedingen herzien,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Raming van de uitgaven van de lead overseers bij de uitoefening van hun oversighttaken

1.   Jaarlijks maken de lead overseer en de andere Europese toezichthoudende autoriteiten een raming van de totale jaarlijkse kosten die naar verwachting zullen worden gemaakt voor het uitvoeren van hun oversighttaken. Het bedrag van de totale jaarlijkse geraamde kosten vormt de grondslag voor het bepalen van het totale bedrag van aan te rekenen oversightvergoedingen.

2.   Wanneer de lead overseer de totale jaarlijkse kosten raamt, houdt hij rekening met de volgende directe en indirecte kosten:

a)

kosten in verband met de aanwijzing van derde aanbieders van ICT-diensten als kritiek;

b)

kosten in verband met de aanstelling van de lead overseer;

c)

kosten in verband met het feitelijke oversight op kritieke derde aanbieders van ICT-diensten, met inbegrip van:

i)

kosten in verband met de werkzaamheden van het gezamenlijke onderzoeksteam;

ii)

kosten van advies door onafhankelijke deskundigen;

d)

kosten in verband met de follow-up van de aanbevelingen van de lead overseers overeenkomstig artikel 35, lid 1, punt d), van Verordening (EU) 2022/2554;

e)

kosten in verband met de governance van het oversightkader.

Artikel 2

Toepasselijke omzet van kritieke derde aanbieders van ICT-diensten voor de berekening van de oversightvergoedingen

1.   Voor de toepassing van artikel 3 wordt de omzet van een kritieke derde aanbieder van ICT-diensten gevormd door de inkomsten die hij in de Unie genereert met het verlenen van de ICT-diensten die zijn opgenomen in de technische uitvoeringsnormen die zijn vastgesteld op grond van artikel 28, lid 9, van Verordening (EU) 2022/2554 en die worden verleend aan de in artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2554 bedoelde financiële entiteiten.

2.   Kritieke derde aanbieders van ICT-diensten verstrekken de lead overseer jaarlijks in jaar n-1 gecontroleerde cijfers met vermelding van de in lid 1 bedoelde omzet voor jaar n-2. Kritieke derde aanbieders van ICT-diensten verstrekken die cijfers uiterlijk op 31 december van elk jaar aan de lead overseer.

3.   Indien de kritieke derde aanbieder van ICT-diensten de lead overseer tegen de in lid 2 bedoelde datum geen gecontroleerde cijfers verstrekt die beperkt zijn tot inkomsten uit het verlenen van diensten aan financiële entiteiten als bedoeld in artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2554, of deze inkomsten volledig omvatten, gaat de lead overseer uit van de omzet die in de Unie is behaald uit de verlening van de ICT-diensten die zijn opgenomen in de overeenkomstig artikel 28, lid 9, van Verordening (EU) 2022/2554 vastgestelde technische uitvoeringsnormen, ongeacht het soort cliënten van de kritieke derde aanbieder van ICT-diensten.

Indien de kritieke derde aanbieder van ICT-diensten de lead overseer tegen de in lid 2 bedoelde datum geen gecontroleerde cijfers verstrekt die beperkt zijn tot in de Unie gegenereerde inkomsten uit het verlenen van ICT-diensten als bedoeld in de overeenkomstig artikel 28, lid 9, van Verordening (EU) 2022/2554 vastgestelde technische uitvoeringsnormen, of deze inkomsten volledig omvatten, gaat de lead overseer uit van de wereldwijde omzet uit het verlenen van die ICT-diensten.

Indien de kritieke derde aanbieder van ICT-diensten de lead overseer tegen de in lid 2 bedoelde datum geen gecontroleerde cijfers verstrekt die beperkt zijn tot inkomsten uit het verlenen van ICT-diensten aan financiële entiteiten als bedoeld in artikel 2, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2554, of deze inkomsten volledig omvatten, en hij de lead overseer tegen de in lid 2 bedoelde datum geen gecontroleerde cijfers verstrekt die beperkt zijn tot in de Unie gegenereerde inkomsten, gaat de lead overseer uit van de wereldwijde omzet, ongeacht het soort cliënten van de kritieke derde aanbieder van ICT-diensten.

4.   Indien kritieke derde aanbieders van ICT-diensten de inkomsten in een andere valuta dan de euro rapporteren, zet de lead overseer die inkomsten om in euro aan de hand van de gemiddelde wisselkoers van de euro die van toepassing is op de periode waarin de inkomsten werden geboekt, zoals gepubliceerd door de Europese Centrale Bank.

Artikel 3

Berekening van de oversightvergoedingen

1.   Voor elke kritieke derde aanbieder van ICT-diensten is de jaarlijkse oversightvergoeding voor een bepaald jaar (n) gelijk aan de geraamde totale jaarlijkse kosten als bedoeld in artikel 1, aangepast met de in lid 2 bedoelde omzetcoëfficiënt op basis van zijn toepasselijke omzet voor het jaar n-2.

2.   Voor elke kritieke derde aanbieder van ICT-diensten wordt de omzetcoëfficiënt gebaseerd op de in artikel 2 bedoelde toepasselijke omzet en als volgt berekend:

Formula

3.   In geen geval betaalt de kritieke derde aanbieder van ICT-diensten een jaarlijkse oversightvergoeding van minder dan 50 000 EUR.

Artikel 4

Oversightvergoedingen in het jaar van aanwijzing en opt-in-verzoeken

1.   In afwijking van artikel 3 worden de oversightvergoedingen voor de eerste gepubliceerde lijst van aangewezen kritieke derde aanbieders van ICT-diensten overeenkomstig artikel 31, lid 9, van Verordening (EU) 2022/2554 gelijkelijk verdeeld over de aangewezen kritieke derde aanbieders van ICT-diensten. De aan elke kritieke derde aanbieder van ICT-diensten in rekening te brengen vergoeding wordt berekend door de totale geraamde uitgaven van de lead overseers te delen door het aantal aangewezen kritieke derde aanbieders van ICT-diensten.

2.   In afwijking van artikel 3 en het bovenstaande lid 1, betaalt een derde aanbieder van ICT-diensten voor het eerste jaar waarin hij als kritiek is aangewezen, een vaste oversightvergoeding die gelijk is aan het bedrag dat elke derde aanbieder van ICT-diensten uit hoofde van lid 1 heeft betaald. Indien de periode van de oversightactiviteiten van die kritieke derde aanbieder van ICT-diensten niet overeenkomt met een volledig jaar, is die oversightvergoeding gelijk aan het bedrag dat elke derde aanbieder van ICT-diensten uit hoofde van lid 1 heeft betaald, vermenigvuldigd met het aantal kalenderdagen vanaf de aanwijzing van de derde aanbieder van ICT-diensten als kritiek tot het einde van dat jaar en gedeeld door het totale aantal dagen in dat jaar.

3.   Wanneer een derde aanbieder van ICT-diensten verzoekt te worden aangewezen als kritiek overeenkomstig artikel 31, lid 11, van Verordening (EU) 2022/2554, betaalt hij een vaste opt-in-vergoeding van 50 000 EUR. De ontvangende ETA betaalt deze vaste opt-in-vergoeding niet terug wanneer het verzoek om als kritiek te worden aangemerkt wordt afgewezen of wordt ingetrokken door de derde aanbieder van ICT-diensten.

Artikel 5

Betaling van de oversightvergoedingen

1.   Kritieke derde aanbieders van ICT-diensten betalen de in artikel 43 van Verordening (EU) 2022/2554 bedoelde oversightvergoedingen jaarlijks aan de lead overseer.

2.   Alle oversightvergoedingen worden in euro gefactureerd en betaald. Debetnota’s voor oversightvergoedingen stellen betalingstermijnen van ten minste 30 dagen vast.

3.   Alle oversightvergoedingen worden in één keer betaald. Kritieke derde aanbieders van ICT-diensten die op 1 januari van een bepaald jaar aan oversightactiviteiten onderworpen zullen zijn, betalen de debetnota uiterlijk op 30 april van dat jaar. Kritieke derde aanbieders van ICT-diensten die in de loop van het jaar zijn aangewezen, betalen de in artikel 4 bedoelde vergoedingen uiterlijk op 31 december van dat jaar in één keer.

4.   Bij betalingsachterstand is de in artikel 99 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 vastgestelde achterstandsrente verschuldigd.

Artikel 6

Communicatie tussen de lead overseer en kritieke derde aanbieders van ICT-diensten

Voor de toepassing van deze verordening vindt alle communicatie tussen de Europese toezichthoudende autoriteiten en kritieke derde aanbieders van ICT-diensten elektronisch plaats.

Artikel 7

Inwerkingtreding en datum van toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 22 februari 2024.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 333 van 27.12.2022, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2022/2554/oj.


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2024/1505/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)