European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2024/1382

24.5.2024

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/1382 VAN DE COMMISSIE

van 23 mei 2024

tot verlenging van een afwijking van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad wat betreft het verbod om boven beschermde habitats te vissen, de minimumafstand van de kust en de minimumzeediepte voor “gangui”-trawlers in bepaalde territoriale wateren van Frankrijk (Provence-Alpes-Côte d’Azur)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad van 21 december 2006 inzake beheersmaatregelen voor de duurzame exploitatie van visbestanden in de Middellandse Zee, tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2847/93 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1626/94 (1), en met name artikel 4, lid 5, en artikel 13, leden 5 en 10,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 2 juni 2014 heeft de Commissie Uitvoeringsverordening (EU) nr. 586/2014 (2) vastgesteld, waarbij voor het eerst een afwijking van artikel 4, lid 1, en artikel 13, leden 1 en 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 werd toegestaan voor het gebruik van “gangui”-trawlers in bepaalde territoriale wateren van Frankrijk (Provence-Alpes-Côte d’Azur), en wel tot en met 6 juni 2017. Vervolgens werd die afwijking een aantal keren verlengd, laatstelijk bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2363 van de Commissie (3), die op 11 mei 2024 verstrijkt.

(2)

Op 27 oktober 2023 heeft de Commissie van Frankrijk een verzoek ontvangen om de afwijking te verlengen tot en met 11 mei 2026. Frankrijk heeft de verlenging van de afwijking gemotiveerd met actuele wetenschappelijke en technische informatie, waaronder de uitvoeringsverslagen 2022 en 2023 van het beheersplan dat Frankrijk op 13 mei 2014 (4) had aangenomen overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1967/2006, een raming van de “gangui”-voetafdruk in 2022 op basis van de door de VMS-transponders toegezonden gegevens (“VMS-gegevens”), een uitgebreide sociaal-economische analyse van deze visserij en een risicobeoordeling van de milieueffecten van deze visserij.

(3)

Het Wetenschappelijk, Technisch en Economisch Comité voor de visserij (WTECV) heeft zich tijdens zijn 74e plenaire zitting van 13 tot en met 17 november 2023 gebogen over het verzoek tot verlenging van de afwijking, inclusief de ondersteunende gegevens en het uitvoeringsverslag (5). Het WTECV concludeerde dat de geldende maatregelen doeltreffend zijn omdat ze de gangui-vloot verkleinen en de impact ervan op het milieu verminderen. In dit verband merkte het WTECV op dat de gangui-visserij voldoet aan de voorschriften van Verordening (EG) nr. 1967/2006. Daarnaast concludeerde het WTECV dat, aangezien het aantal gangui-vaartuigen vanaf 2014 aanzienlijk is gedaald (van 36 naar 7 actieve vaartuigen in 2022), de impact van de visserij in de loop van de tijd verder is afgenomen. Het WTECV constateerde ook dat de visserij in de komende tien jaar geleidelijk wordt stopgezet omdat de visvergunningen van vissers die de visserij verlaten, niet worden vernieuwd.

(4)

De door Frankrijk gevraagde verlenging van de afwijking betreft activiteiten van vaartuigen met een lengte over alles van ten hoogste twaalf meter en een motorvermogen van ten hoogste 85 kW die traditioneel met bodemsleepnetten vissen boven Posidonia oceanica-velden conform artikel 4, lid 5, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(5)

De betrokken visserij bestrijkt minder dan 33 % van de met Posidonia oceanica-zeegrasvelden bedekte oppervlakte in het gebied waarop het Franse beheersplan betrekking heeft, en minder dan 10 % van de Posidonia oceanica-zeegrasvelden in de territoriale wateren van Frankrijk en is dus in overeenstemming met de grenswaarden van artikel 4, lid 5, eerste alinea, punten ii) en iii), van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(6)

Gezien de beperkte omvang van het continentaal plat in het betrokken gebied is er sprake van bijzondere geografische beperkingen, zoals vereist in artikel 13, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(7)

In de door de Franse autoriteiten uitgevoerde analyse van de risico’s van visserijactiviteiten voor het Natura 2000-gebied “Rade d’Hyères” werd het risico dat de instandhoudingdoelstellingen voor de Posidonia oceanica-velden door de “gangui”-visserij worden ondermijnd, als matig beoordeeld.

(8)

De Commissie merkt op dat de gangui-visserij boven Posidonia-velden is afgenomen en dat de Franse autoriteiten visserijactiviteiten in het centrale gedeelte van het nationaal park “Port-Cros” hebben verboden om de Posidonia oceanica-velden te beschermen. Voorts stelde het WTECV vast dat het aandeel van de gangui-visserijactiviteiten boven Posidonia-velden is gedaald van 21 % naar 17,2 % in het door het beheersplan bestreken gebied en van 7,6 % naar 6,1 % in de territoriale wateren van Frankrijk en dat het daarmee ruim onder de grenswaarden van artikel 4, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 ligt.

(9)

De visserij heeft geen effect van betekenis op het mariene milieu.

(10)

De visserij met “gangui”-trawlers is gericht op een brede waaier aan soorten die een ecologische niche vormen. De vangstsamenstelling van deze visserij, met name wat betreft de verscheidenheid van de gevangen soorten, wordt met geen enkel ander vistuig gehaald. Voor deze visserij kunnen dus geen andere vistuigen worden ingezet.

(11)

Het verzoek heeft betrekking op vaartuigen die overeenkomstig artikel 13, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 al meer dan vijf jaar in de visserij worden ingezet volgens het Franse beheersplan.

(12)

De door Frankrijk gevraagde verlenging van de afwijking betreft een beperkt aantal gemachtigde vaartuigen. In het beheersplan staan negen vaartuigen vermeld, voor een totaal van 434 kW, waarvan er in 2023 slechts zeven actief waren. Qua aantal gemachtigde vaartuigen valt de visserijinspanning daarmee 75 % lager uit dan in 2014; de toenmalige afwijking betrof 36 gemachtigde vaartuigen in het Franse beheersplan van destijds. De betrokken vaartuigen zijn opgenomen in een lijst die aan de Commissie werd verstrekt overeenkomstig artikel 13, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(13)

Voorts garandeert het Franse beheersplan dat de visserijinspanning niet zal toenemen, zoals vereist in artikel 13, lid 9, van Verordening (EG) nr. 1967/2006. Vismachtigingen worden slechts afgegeven aan de eerder vermelde negen vaartuigen met een totale inspanning van 434 kW, die al door Frankrijk gemachtigd zijn om te vissen.

(14)

Bovendien moet volgens het Franse beheersplan elke “gangui”-vismachtiging worden ingetrokken wanneer het betrokken gemachtigde vaartuig wordt vervangen of wanneer de kapitein het vaartuig verkoopt of met pensioen gaat. De Commissie merkt daarom op dat deze bepaling tot gevolg heeft dat deze visserij geleidelijk wordt stopgezet, wat ook leidt tot een overeenkomstige vermindering van de impact op de bestanden.

(15)

De gevraagde afwijking is in overeenstemming met de vereisten van artikel 8, lid 1, en deel B, punt 1, van bijlage IX bij Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad (6) wat de maaswijdten voor gesleept vistuig betreft, aangezien de afwijking betrekking heeft op trawlers die netten met een maaswijdte van ten minste 40 mm gebruiken en er in “gangui”-netten geen vierkante mazen van minder dan 40 mm worden gebruikt.

(16)

Vaartuigen die ander vistuig dan trawls, zegens of soortgelijke sleepnetten gebruiken, ondervinden geen last van de visserijactiviteiten in kwestie, zoals vereist in artikel 13, lid 9, punt b), van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(17)

In het Franse beheersplan zijn voorschriften voor de activiteiten van de “gangui”-trawlers opgenomen die ervoor zorgen dat de vangsten van in deel A van bijlage IX bij Verordening (EU) 2019/1241 genoemde soorten tot een minimum beperkt blijven, zoals vereist in artikel 13, lid 9, punt c), van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(18)

“Gangui”-trawlers vissen niet op koppotigen, zoals vereist in artikel 13, lid 9, punt d), van Verordening (EG) nr. 1967/2006.

(19)

Overeenkomstig artikel 4, lid 5, vijfde alinea, en artikel 13, lid 9, derde alinea, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 is bij het Franse beheersplan een monitoringplan vastgesteld. Het beheersplan bevat ook maatregelen voor de registratie van visserijactiviteiten en voldoet daarmee aan artikel 14 van Verordening (EU) nr. 1224/2009 van de Raad (7).

(20)

De door Frankrijk gevraagde verlenging van de afwijking voldoet dus aan de voorwaarden van artikel 4, lid 5, en artikel 13, leden 5 en 9, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 en moet worden toegestaan.

(21)

Frankrijk moet bijtijds en overeenkomstig het in het Franse beheersplan vervatte monitoringplan verslag uitbrengen bij de Commissie. De verlenging van de afwijking moet in de tijd worden beperkt zodat snel corrigerende beheersmaatregelen kunnen worden genomen wanneer het verslag aan de Commissie wijst op een slechte staat van instandhouding van de beviste bestanden, terwijl met de verlenging tegelijk ruimte wordt geboden om de wetenschappelijke basis van het beheersplan te versterken.

(22)

Op 4 maart 2024 heeft de Commissie van Frankrijk een verzoek ontvangen om de op 27 oktober 2023 gevraagde verlenging van de afwijking te beperken tot één jaar, met de toezegging om niet te verzoeken om verdere verlenging van deze afwijking en om in 2024 een plan in te voeren voor de definitieve stopzetting van de visserij door actieve “gangui”-trawlers.

(23)

Aangezien de bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2363 toegestane afwijking verstrijkt op 11 mei 2024, moet de onderhavige verordening, om de juridische continuïteit te waarborgen, van toepassing zijn met ingang van 12 mei 2024. Met het oog op de rechtszekerheid moet deze verordening met spoed in werking treden.

(24)

Een dergelijke retroactieve toepassing doet geen afbreuk aan de beginselen van rechtszekerheid en bescherming van het gewettigd vertrouwen aangezien de betrokken visserij al voortdurend onder het Franse beheersplan valt.

(25)

Deze verordening doet geen afbreuk aan het standpunt van de Commissie inzake de verenigbaarheid van de onder deze afwijking vallende activiteiten met andere wetgeving van de Unie, en met name met Richtlijn 92/43/EEG van de Raad (8).

(26)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité voor de visserij en de aquacultuur,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Afwijking van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad

Artikel 4, lid 1, eerste alinea, artikel 13, lid 1, eerste alinea, en artikel 13, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1967/2006 zijn niet van toepassing op “gangui”-trawlers in de territoriale wateren van Frankrijk voor de kust van de regio Provence-Alpes-Côte d’Azur die aan de volgende vereisten voldoen:

a)

ze dragen een registratienummer dat is vermeld in het beheersplan dat Frankrijk overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1967/2006 heeft aangenomen;

b)

ze worden al meer dan vijf jaar in de visserij ingezet en doen de visserijinspanning in de toekomst niet toenemen;

c)

ze hebben een vismachtiging en oefenen hun activiteiten uit in het kader van het beheersplan dat Frankrijk overeenkomstig artikel 19 van Verordening (EG) nr. 1967/2006 heeft aangenomen.

Artikel 2

Verslaglegging

Frankrijk zendt de Commissie uiterlijk op 31 maart 2025 een verslag toe dat wordt opgesteld overeenkomstig het monitoringplan bij het in artikel 1, punt c), bedoelde beheersplan.

Artikel 3

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing van 12 mei 2024 tot en met 11 mei 2025.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 23 mei 2024.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 36 van 8.2.2007, blz. 6.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 586/2014 van de Commissie van 2 juni 2014 tot afwijking van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad betreffende het verbod om boven beschermde habitats te vissen en betreffende de minimumafstand van de kust en de minimumzeediepte voor de “gangui”-trawlers in bepaalde territoriale wateren van Frankrijk (Provence-Alpes-Côte d’Azur) (PB L 164 van 3.6.2014, blz. 10).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2363 van de Commissie van 2 december 2022 tot verlenging van een afwijking van Verordening (EG) nr. 1967/2006 van de Raad, wat betreft het verbod om boven beschermde habitats te vissen, de minimumafstand van de kust en de minimumzeediepte voor de “gangui”-trawlers in bepaalde territoriale wateren van Frankrijk (Provence-Alpes-Côte d’Azur) (PB L 312 van 5.12.2022, blz. 95).

(4)   https://www.legifrance.gouv.fr/jorf/id/JORFTEXT000028986590/.

(5)   1_RepCovTempl_STR_IPSC.doc (europa.eu) .

(6)  Verordening (EU) 2019/1241 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende de instandhouding van visbestanden en de bescherming van mariene ecosystemen door middel van technische maatregelen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1967/2006 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en de Verordeningen (EU) nr. 1380/2013, (EU) 2016/1139, (EU) 2018/973, (EU) 2019/472 en (EU) 2019/1022 van het Europees Parlement en de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 894/97, (EG) nr. 850/98, (EG) nr. 2549/2000, (EG) nr. 254/2002, (EG) nr. 812/2004 en (EG) nr. 2187/2005 van de Raad (PB L 198 van 25.7.2019, blz. 105).

(7)  Verordening (EG) nr. 1224/2009 van de Raad van 20 november 2009 tot vaststelling van een controleregeling van de Unie die de naleving van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid moet garanderen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 847/96, (EG) nr. 2371/2002, (EG) nr. 811/2004, (EG) nr. 768/2005, (EG) nr. 2115/2005, (EG) nr. 2166/2005, (EG) nr. 388/2006, (EG) nr. 509/2007, (EG) nr. 676/2007, (EG) nr. 1098/2007, (EG) nr. 1300/2008 en (EG) nr. 1342/2008 en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 2847/93, (EG) nr. 1627/94 en (EG) nr. 1966/2006 (PB L 343 van 22.12.2009, blz. 1).

(8)  Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PB L 206 van 22.7.1992, blz. 7).


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1382/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)