(1)

In hun mededeling van 2002 aan de Raad voor de handelsaspecten van de intellectuele eigendom (Raad voor Trips) zijn de Unie en haar lidstaten overeengekomen de invoering te bespreken van een op zichzelf staande openbaarmakingsverplichting die de lidstaten in staat zou stellen octrooiaanvragen met betrekking tot genetische rijkdommen te volgen.

(2)

In 2004 werd tijdens de algemene vergadering van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom (WIPO) op voorstel van de conferentie van de partijen bij het Verdrag inzake biologische diversiteit overeengekomen rekening te houden met het verband tussen toegang tot genetische rijkdommen en openbaarmakingsverplichtingen in aanvragen voor intellectuele-eigendomsrechten.

(3)

Sinds 2004 heeft de WIPO besprekingen gevoerd over de openbaarmaking van de oorsprong of herkomst van genetische rijkdommen en daarmee verband houdende traditionele kennis in octrooiaanvragen.

(4)

De algemene vergadering van de WIPO heeft besloten om uiterlijk in 2024 een diplomatieke conferentie te houden om een internationaal rechtsinstrument tot stand te brengen betreffende intellectuele eigendom, genetische rijkdommen en traditionele kennis in verband met genetische rijkdommen.

(5)

De Unie moet deelnemen aan de onderhandelingen over een dergelijk internationaal rechtsinstrument voor aangelegenheden die onder haar bevoegdheid vallen en ten aanzien waarvan de Unie gemeenschappelijke regels heeft vastgesteld die door dat internationaal rechtsinstrument aangetast kunnen worden of waarvan de strekking door dat internationaal rechtsinstrument gewijzigd kan worden. De lidstaten behouden hun bevoegdheid voor zover het internationaal rechtsinstrument gemeenschappelijke regels niet aantast, noch de strekking daarvan wijzigt, met inbegrip van de verwachte ontwikkeling ervan in de toekomst.

(6)

Dit besluit moet de bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en haar lidstaten, zoals bepaald in de Verdragen, onverlet laten,