(1)

De Internationale Overeenkomst inzake tropisch hout van 2006 (ITTA 2006) is door de Unie gesloten bij Besluit 2011/731/EU van de Raad (1) en is op 7 december 2011 in werking getreden.

(2)

Op grond van artikel 6 van de ITTA 2006 is de Internationale Raad voor tropisch hout (ITTC) de hoogste autoriteit van de Internationale Organisatie voor Tropisch Hout (ITTO) en bestaat hij uit alle leden van ITTO.

(3)

De ITTA 2006 zou van kracht blijven voor een periode van tien jaar, namelijk tot 6 december 2021, tenzij de ITTC heeft besloten deze te verlengen, opnieuw te onderhandelen of te beëindigen met bijzondere stemming overeenkomstig artikel 12 van de ITTA 2006.

(4)

Op grond van artikel 44, lid 2, van de ITTA 2006 kan de ITTC besluiten de ITTA 2006 met maximaal twee perioden te verlengen, een eerste periode van vijf jaar en een aanvullende periode van drie jaar.

(5)

De ITTA 2006 is bij ITTC-besluit 4(LVII) met een eerste periode van vijf jaar verlengd van 7 december 2021 tot en met 6 december 2026 en de Unie heeft bij Besluit (EU) 2021/837 van de Raad (2) ingestemd met een dergelijke verlenging.

(6)

Tijdens de 59e zitting van de ITTC in november 2023 heeft de ITTC besloten om, zonder vergadering, uiterlijk op 1 juni 2024 een besluit te nemen over het al dan niet verlengen van de ITTA 2006 met een periode van drie jaar, van 7 december 2026 tot en met 6 december 2029.

(7)

De voorgestelde aanvullende verlenging van de ITTA 2006 met drie jaar is in het belang van de Unie, aangezien de ITTO voldoende tijd en middelen nodig heeft om eventuele latere overeenkomsten voor te bereiden.

(8)

Het is passend het namens de Unie in de ITTC in te nemen standpunt betreffende de verlenging van de ITTA 2006 vast te stellen,