European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2024/1211

3.5.2024

RICHTSNOER (EU) 2024/1211 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 16 april 2024

betreffende de verlening van beheersdiensten van reserves in euro door het Eurosysteem aan centrale banken en landen buiten het eurogebied en aan internationale organisaties (ECB/2024/13)

(herschikking)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, en met name artikel 12.1, artikel 14.3 en artikel 23,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtsnoer (EU) 2021/564 (ECB/2021/9) (1) van de Europese Centrale Bank dient op verscheidene punten te worden gewijzigd. Omwille van duidelijkheid dient dat richtsnoer te worden herschikt.

(2)

In overeenstemming met de rol van de euro als internationale reservevaluta heeft het Eurosysteem een kader ontwikkeld voor het verlenen van reservebeheersdiensten in euro aan centrale banken, monetaire autoriteiten en landen buiten het eurogebied en aan internationale organisaties. De reservebeheersdiensten van het Eurosysteem (ERMS) vormen de kern van dit kader en omvatten een welomschreven reeks gestandaardiseerde reservebeheersdiensten die klanten in staat stellen hun in euro luidende reserves volledig te beheren via één centrale bank van het Eurosysteem.

(3)

Krachtens artikel 23, in samenhang met artikel 42.4 van de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank (hierna de “ESCB-statuten” genoemd), mogen de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale centrale banken (NCB’s) van de lidstaten die de euro als munt hebben betrekkingen aangaan met centrale banken en financiële instellingen in andere landen en, waar passend, met internationale organisaties, en tevens alle soorten bancaire transacties verrichten in hun betrekkingen met derde landen en internationale organisaties.

(4)

Het Eurosysteem moet als één geheel optreden wanneer het aan klanten reservebeheerdiensten van het Eurosysteem verleent, ongeacht via welke centrale bank van het Eurosysteem die dienstverlening plaatsvindt. Daartoe beoogt dit richtsnoer er onder meer voor te zorgen dat reservebeheerdiensten van het Eurosysteem op gestandaardiseerde basis onder geharmoniseerde voorwaarden worden verleend en dat de ECB, de ERMS-aanbieders of het Eurosysteem, naargelang van het geval, adequate informatie over deze diensten ontvangen.

(5)

Alle informatie, gegevens en documenten die de centrale banken van het Eurosysteem hebben opgesteld en/of binnen het kader van de reservebeheerdiensten van het Eurosysteem hebben uitgewisseld, zijn vertrouwelijk en artikel 37 van de ESCB-statuten is op die informatie, gegevens en documenten van toepassing. Het delen van informatie die persoonsgegevens dient te geschieden met inachtneming van het toepasselijke Unierecht inzake gegevensbescherming.

(6)

Overeenkomstig artikel 1, punt c), van Richtsnoer (EU) 2019/671 van de Europese Centrale Bank (ECB/2019/7) (2) zijn de bepalingen van dat richtsnoer niet van toepassing op uitgevoerde transacties en deposito’s in het kader van de reservebeheersdiensten van het Eurosysteem. Om alle twijfel weg te nemen en ter wille van de rechtszekerheid dient dit punt in dit richtsnoer te worden verduidelijkt.

(7)

De Raad van bestuur heeft besloten dat de rentevergoeding op niet-monetairebeleidsdeposito’s transparanter dient te worden. De op deze deposito’s toepasselijke rentevergoedingspercentages zijn vastgelegd in verschillende rechtshandelingen. Teneinde de transparantie en de consistentie tussen de desbetreffende rechtshandelingen te verbeteren, is het passend dat de rentevergoedingspercentages op alomvattende wijze in één rechtshandeling worden vastgesteld om de communicatie van de rentevergoedingspercentages te vergemakkelijken en toekomstige aanpassingen van die percentages mogelijk te maken. Bijgevolg bevatten de rentevergoedingsregels betreffende in het kader van de reservebeheersdiensten van het Eurosysteem geaccepteerde deposito’s verwijzingen naar de relevante bepalingen van Besluit (EU) 2024/1209 van de Europese Centrale Bank (ECB/2024/11) (3), dat de enige rechtshandeling is waarin de toepasselijke vergoeding op niet-monetairebeleidsdeposito’s wordt vastgelegd.

(8)

Teneinde de rechtszekerheid te verzekeren, moet de toepassingsdatum van dit richtsnoer worden afgestemd op de toepassingsdatum van Besluit (EU) 2024/1209 (ECB/2024/11). Om die reden dient dit richtsnoer met ingang van 1 december 2024 te worden toegepast,

HEEFT HET VOLGENDE RICHTSNOER VASTGESTELD:

Artikel 1

Onderwerp en toepassingsgebied

Dit richtsnoer vormt het kader voor de verlening van reservebeheersdiensten van het Eurosysteem door centrale banken van het Eurosysteem aan klanten.

Artikel 2

Definities

Voor de toepassing van dit richtsnoer gelden de volgende definities:

1)

“internationale organisatie”: elke organisatie, met uitzondering van Unie-instellingen of -organen, die is opgericht bij of krachtens een internationaal verdrag;

2)

“reservebeheerdiensten van het Eurosysteem” of “ERMS”: de in artikel 3 opgenomen reservebeheersdiensten die door ERMS-aanbieders aan klanten kunnen worden verleend die de klanten in staat stelt hun reserves volledig te beheren via één of meer ERMS-aanbieders;

3)

“klant”: elke buiten het eurogebied gelegen centrale bank (waaronder monetaire autoriteiten) of elk buiten het eurogebied gelegen land (waaronder overheden of overheidsinstanties), of elke internationale organisatie waaraan een centrale bank van het Eurosysteem reservebeheerdiensten van het Eurosysteem verleent;

4)

“centrale bank van het Eurosysteem”: de ECB en de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben;

5)

“ERMS-aanbieder”: een centrale bank van het Eurosysteem die alle of een deel van de reservebeheersdiensten van het Eurosysteem aanbiedt, ongeacht of de betrokken centrale bank van het Eurosysteem een contract heeft gesloten met de klant;

6)

“tier 1-beleggingsfaciliteit”: een beperkte faciliteit voor investeringen die rechtstreeks bij de ERMS-aanbieder worden gedaan;

7)

“tier 2-beleggingsfaciliteit”: een faciliteit voor beleggingen als lasthebber in de markt met door de ERMS-aanbieder geselecteerde wederpartijen;

8)

“lasthebber”: de ERMS-aanbieder die op een van de volgende manieren als lasthebber voor een klant optreedt: a) op openbaargemaakte basis, wanneer de ERMS-aanbieder namens en voor rekening van zijn klant optreedt ten aanzien van zijn wederpartij, d.w.z. dat die ERMS-aanbieder de identiteit van zijn klant en het feit dat hij als lasthebber voor die klant optreedt openbaar maakt, of b) op niet-openbaargemaakte basis, wanneer de ERMS-aanbieder namens maar niet in naam van zijn klant optreedt tegenover zijn tegenpartij, d.w.z. dat die ERMS-aanbieder het feit openbaar maakt dat hij optreedt als lasthebber namens een van zijn klanten, maar de identiteit van die klant niet openbaar maakt;

9)

“overtollig kassaldo”: een saldo dat op een bepaalde dag niet kan worden geaccepteerd in het kader van de tier 1-beleggingsfaciliteit of de tier 2-beleggingsfaciliteit;

10)

"lastgever”: het feit dat de ERMS-aanbieder in eigen naam en voor eigen rekening handelt met betrekking tot zijn klanten en wederpartijen;

11)

“reserves”: in euro luidende contanten en in euro luidende effecten die zijn opgenomen op de lijst van beleenbare verhandelbare activa van het Eurosysteem, zoals dagelijks gepubliceerd en bijgewerkt op de ECB-website overeenkomstig artikel 61 van Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank (ECB/2014/60) (4), met uitzondering van:

a)

effecten die vallen onder surpluspercentagecategorie V uit hoofde van Richtsnoer (EU) 2016/65 van de Europese Centrale Bank (ECB/2015/35) (5) (effecten op onderpand van activa);

b)

contanten en activa die uitsluitend worden aangehouden voor het nakomen van pensioen- en aanverwante verplichtingen van de klant tegenover voormalige of huidige personeelsleden;

c)

contanten en effecten die uitsluitend voor de volgende doeleinden of op de volgende rekeningen worden aangehouden:

i)

herschikking van de overheidsschuld in het kader van internationale overeenkomsten of middelen die voortvloeien uit andere programmaleningen, voor zover de rekeninghouder niet vrij over de middelen kan beschikken (bv. wanneer middelen verplicht worden aangehouden op geblokkeerde rekeningen voorafgaand aan de terugbetaling);

ii)

de nr. 1 rekening, nr. 2 rekening of effectenrekening van het Internationaal Monetair Fonds, en

iii)

de gestorte bijdragen van de lidstaten van het eurogebied aan internationale ontwikkelingsbanken;

d)

de categorieën effecten zoals van tijd tot tijd per besluit vastgelegd door de Raad van bestuur.

Artikel 3

Reservebeheersdiensten van het Eurosysteem

ERMS-aanbieders kunnen overeenkomstig dit richtsnoer de volgende reservebeheersdiensten van het Eurosysteem aan klanten aanbieden. Voor zover relevant wordt de in artikel 2, lid 2, van Besluit (EU) 2024/1209 (ECB/2024/11) opgenomen rentevergoeding toegepast:

1)

de volgende geldrekeningdiensten:

a)

het openen en beheren van geldrekeningen;

b)

het uitvoeren en registreren van inkomende en uitgaande niet-contante betalingstransacties in verband met reservebeheerdiensten van het Eurosysteem;

2)

de volgende bewaarnemingsdiensten:

a)

het openen en beheren van effectenrekeningen en het verlenen van bewaring door middel van een of een combinatie van de volgende diensten, waaruit ERMS-aanbieders vrij zijn om de specifieke bewaarnemer en afwikkelingsregelingen te kiezen die zij aan hun respectieve klanten wensen aan te bieden:

i)

een rekening bij de lokale centrale effectenbewaarinstelling (central securities depository — CSD);

ii)

toegang op afstand tot een CSD of een internationale CSD (ICSD);

iii)

bilaterale overeenkomsten tussen een ERMS-aanbieder en de nationale centrale bank van het land waar de desbetreffende effecten worden uitgegeven;

b)

bewaarnemingsafschriften aan het einde van de maand, waarbij de mogelijkheid bestaat om op verzoek van de klant eveneens op andere tijdstippen afschriften te verstrekken;

c)

toezending van afschriften via SWIFT aan alle klanten die afschriften kunnen ontvangen via SWIFT, en via andere geschikte kanalen voor klanten die geen afschriften kunnen ontvangen via SWIFT;

d)

kennisgeving van beheersdaden (“corporate actions”) van de onderneming (bijv. couponbetalingen en aflossingen) in verband met aangehouden effecten van klanten;

e)

verwerken van beheersdaden namens klanten;

f)

het onder bepaalde beperkingen faciliteren van regelingen voor automatische effectenuitleenprogramma’s tussen klanten en derde-gevolmachtigden namens klanten, hetzij via door CSD’s of ICDS’s uitgevoerde programma’s, hetzij via derde-gevolmachtigden. Overeenkomsten worden waar nodig uitgevoerd om de effectenuitleenagent (CSD, ICSD of derde-gevolmachtigde) toegang te verlenen tot door klanten aangehouden effecten. In bepaalde gevallen moeten er mogelijk aanvullende subrekeningen voor de klant worden geopend, bijvoorbeeld wanneer de klant niet wenst dat de agent toegang heeft tot zijn volledige effectenbezit of de ERMS-aanbieder niet wenst dat de agent toegang heeft tot de hoofdgeldrekening van de klant. Deze faciliteit wordt alleen verleend indien de uitleenagent een instelling is die aanvaardbaar is voor de betrokken ERMS-aanbieder, zowel wat betreft de reputatie en de staat van dienst van die agent op het gebied van afwikkeling als de jurisdictie waarin de agent actief is en/of gevestigd is;

3)

de volgende afwikkelingsdiensten:

a)

het leveren/ontvangen van afwikkelingsdiensten zonder verrekening of tegen betaling voor alle in euro luidende effecten waarvoor een ERMS-aanbieder de desbetreffende klant een effectenrekening aanbiedt, waarbij de klant op de hoogte wordt gesteld van de koppelingen die kunnen worden gebruikt voor de afwikkeling van door de wederpartijen aangehouden effecten en van de risico’s van het gebruik van koppelingen die niet in aanmerking komen voor monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem;

b)

bevestiging van de afwikkeling van alle transacties via SWIFT (of andere geschikte kanalen voor klanten die geen afschriften via SWIFT kunnen ontvangen);

4)

de volgende contante overnightbeleggingsdiensten:

a)

een tier 1-beleggingsfaciliteit, met inachtneming van het volgende:

i)

de tier 1-beleggingsfaciliteit is beperkt tot een totaalbedrag dat door de Raad van bestuur voor het gehele Eurosysteem is vastgesteld en een deel van dit totaalbedrag wordt toegewezen aan elke ERMS-aanbieder;

ii)

de ECB behoudt een bepaald deel van het totale bedrag van de door de Raad van bestuur vastgestelde tier 1-beleggingsfaciliteit dat zij, in voorkomend geval, geheel of gedeeltelijk aan een ERMS-aanbieder kan toewijzen;

iii)

de ERMS-aanbieder kan op verzoek van een klant een bedrag uit een tier 1-beleggingsfaciliteit toewijzen aan die individuele klant voor de tier 1-beleggingsfaciliteit, tot een door de Raad van bestuur vastgesteld maximumbedrag per klant. Indien de in artikel 5, lid 2, bedoelde toestemming niet van een klant wordt verkregen, wordt de limiet van die klant voor de saldi van de tier 1-beleggingsfaciliteit door de desbetreffende ERMS-aanbieder op nul gesteld;

iv)

de ERMS-aanbieder kan het toegewezen bedrag van de tier 1-beleggingsfaciliteit eenzijdig wijzigen zonder toestemming van de klant;

v)

de in het kader van de tier 1-beleggingsfaciliteit geïnvesteerde gelden worden niet teruggezet in de markt;

vi)

de creditering of debitering van rente op rekeningen van klanten wordt dagelijks berekend (met toepassing van de kortetermijnrente voor de euro (€STR) die op elke TARGET-werkdag wordt gepubliceerd op basis van transacties die op de vorige TARGET-werkdag zijn verricht en afgewikkeld) en uiterlijk binnen vijf werkdagen na de laatste werkdag van de voorgaande maand op de rekening van elke klant gecrediteerd of gedebiteerd;

b)

een tier 2-beleggingsfaciliteit, met inachtneming van het volgende:

i)

indien een klant belangstelling toont voor deze beleggingsfaciliteit, tracht de desbetreffende ERMS-aanbieder als lasthebber de desbetreffende fondsen te beleggen met wederpartijen op zijn wederpartijlijst;

ii)

transacties in het kader van de tier 2-beleggingsfaciliteit worden naar beste vermogen uitgevoerd. Alle kredietrisico’s en eventuele geleden verliezen worden gedragen door de klant;

iii)

dit soort investeringen mag alleen worden gedaan indien de vergoeding hoger is dan de vergoeding voor het de overtollige kassaldi. Bundeling van investeringen en blokhandel blijft mogelijk;

c)

overtollige kassaldi, op voorwaarde dat die overtollige kassaldi op de respectieve geldrekeningen blijven staan;

5)

de volgende termijndepositodiensten:

a)

termijndeposito’s van klanten als lasthebber, met inachtneming van het volgende:

i)

transacties worden uitgevoerd op verzoek van de klant (via SWIFT of via andere middelen die passend zijn voor klanten die geen verklaringen via SWIFT kunnen ontvangen), die op individuele basis of in het kader van een doorlopende orderregeling kunnen worden verzonden;

ii)

transacties worden aangegaan met de wederpartijen op de wederpartijlijst van de desbetreffende ERMS-aanbieder;

iii)

alle kredietrisico’s en eventuele geleden verliezen worden gedragen door de klant;

iv)

transacties worden naar beste vermogen uitgevoerd;

b)

termijndeposito’s van klanten als lastgever, met inachtneming van het volgende:

i)

de termijndeposito’s worden onmiddellijk in de markt teruggezet tegen onderpand;

ii)

een minimumlooptijd van één dag en een maximumlooptijd van twaalf maanden worden aangeboden op een deposito zonder beperking op de valutadatum van de eerste plaatsing, op voorwaarde dat de ERMS-aanbieder in staat is om het liquiditeitseffect te neutraliseren;

iii)

de minimumhoogte van een deposito bedraagt 1 000 000 EUR;

6)

de uitvoering van beleggingen voor klanten overeenkomstig hun vaste instructies of een beleggingsmandaat, en in overeenstemming met de reeks reservebeheersdiensten van het Eurosysteem, onder voorbehoud van het volgende:

a)

de ERMS-aanbieder zorgt ervoor dat geïnteresseerde klanten een volmacht uitvoeren op basis waarvan beleggingen kunnen worden gedaan in overeenstemming met hun vaste instructies of een beleggingsmandaat;

b)

in de in punt a) bedoelde volmacht worden de betrokken bedragen en de frequentie van de vaste instructies vermeld. De ter dekking van de kosten van de overeenkomstig de vaste instructies verrichte transactie vereiste fondsen worden uiterlijk op sluitingstijd op de afwikkelingsdatum of op een eerdere sluitingsdatum zoals aangegeven in het afzonderlijke ERMS-contract op de geldrekening van de klant bij de desbetreffende ERMS-aanbieder gestort;

c)

tenzij de klant twee werkdagen vóór de uitvoering van de instructies anderszins opdracht geeft, worden de vaste instructies automatisch uitgevoerd;

7)

de uitvoering van orders van klanten voor aankopen of verkopen van effecten op de secundaire markt, die betrekking hebben op effecten van het gehele gamma beleenbare effecten waarvoor effectenrekeningen worden aangeboden, zoals uiteengezet in punt 2, a), met inachtneming van het volgende:

a)

centrale banken van het Eurosysteem voeren effectenorders uit als lasthebber of lastgever;

b)

effectenorders worden naar beste vermogen uitgevoerd;

c)

de ter dekking van de kosten van de overeenkomstig de vaste instructies verrichte transactie vereiste gelden worden uiterlijk op sluitingstijd op de afwikkelingsdatum of op een eerdere sluitingsdatum zoals bepaald in het afzonderlijke ERMS-contract op de geldrekening van de klant bij de desbetreffende ERMS-aanbieder gestort;

8)

de volgende valutatransactiediensten met betrekking tot euro tegen andere valuta en goud, alsmede omgekeerde retrocessieovereenkomsten (omgekeerde repo’s) in euro:

a)

contante aan- of verkopen op spotbasis en as lastgever;

b)

swaps als lastgever.

Valutatransactiediensten van het Eurosysteem die door ERMS-aanbieders als lastgever worden aangeboden, worden in eigen naam uitgevoerd en kunnen aan de door de ECB op basis van artikel 31 van de ESCB-statuten vastgestelde richtsnoeren worden onderworpen, waarin de drempels zijn vastgelegd waarbij of waaronder verschillende soorten deviezentransacties op een bepaalde dag door nationale centrale banken mogen worden uitgevoerd zonder toestemming van de ECB, en waarboven verschillende soorten valutatransacties op een bepaalde dag niet door nationale centrale banken mogen worden verricht zonder voorafgaande toestemming van de ECB. Voor zover de uit hoofde van dit richtsnoer verrichte transacties onderworpen zijn aan de door de ECB op basis van artikel 31 van de ESCB-statuten vastgestelde richtsnoeren, zijn de laatstgenoemde richtsnoeren eveneens van toepassing.

Artikel 4

Kosten en vergoedingen voor dienstverlening

De ERMS-aanbieders brengen hun klanten de volgende kosten en vergoedingen voor dienstverlening in rekening:

1)

ter dekking van de interne kosten voor de aan de klanten geleverde bewaarnemings- en afwikkelingsdiensten voor de reeks beleenbare effecten als bedoeld in artikel 3, punten 2) en 3), de volgende vergoedingen, zoals vastgesteld door de Raad van bestuur:

a)

een bewaarnemingsvergoeding berekend op basis van het volume aan effecten;

b)

een transactievergoeding, die als volgt in rekening wordt gebracht:

i)

telkens wanneer effecten in bewaring worden gegeven of uit bewaring worden genomen, of

ii)

voor elke effectenuitleentransactie waarbij de ERMS-aanbieder een directe operationele betrokkenheid heeft;

2)

voor de uitvoering van effectenorders worden de interne kosten gedekt door toepassing van een marge die door de betrokken ERMS-aanbieder op transactiebasis wordt bepaald. Externe vergoedingen, bijvoorbeeld vergoedingen die door CSD’s, ICSD’s en correspondent-centrale banken in het kader van bilaterale overeenkomsten in rekening worden gebracht, worden volledig doorberekend aan de klanten. Deze vergoedingen kunnen variëren en zijn niet geharmoniseerd op het niveau van het Eurosysteem;

3)

de vergoedingen die voor beleggingen overeenkomstig vaste instructies of een beleggingsmandaat bij klanten in rekening worden gebracht, zijn die welke worden toegepast voor de onderliggende effectenactiviteit of contant-gelddienst. Voor de uitvoering van vaste instructies als zodanig worden geen afzonderlijke of aanvullende vergoedingen toegepast. De vergoeding voor een beleggingsmandaat wordt door de betrokken ERMS-aanbieder vastgesteld;

4)

voor de kosten die bij het verlenen van valutatransactiediensten op hoofdbasis worden gemaakt past de desbetreffende ERMS-aanbieder een marge tussen de aankoop- of verkoopprijs van de deviezen toe, zoals bepaald door de respectieve ERMS-aanbieder, en de geldende marktkoers op individuele transactiebasis;

5)

klanten verzekeren dat de saldi van hun geldrekeningen uiterlijk op de sluitingstijd van elke werkdag groter zijn dan of gelijk zijn aan nul.

Artikel 5

Informatie inzake reservebeheerdiensten van het Eurosysteem

1.   De ERMS-aanbieders verstrekken alle relevante informatie inzake het verlenen van reservebeheersdiensten van het Eurosysteem aan nieuwe en huidige klanten aan de ECB en lichten de ECB in wanneer een potentiële klant hen benadert. De ECB kan relevante informatie binnen de ECB en het Eurosysteem op een strikte “need-to-know”-basis delen. Het delen van informatie die persoonsgegevens bevat dient te geschieden in overeenstemming met het toepasselijke Unierecht inzake gegevensbescherming. Gedeelde informatie bevat geen transactiegegevens uitgesplitst per individuele klant.

2.   De ERMS-aanbieders streven ernaar de toestemming van een klant te verkrijgen voor de openbaarmaking van zijn identiteit aan het Eurosysteem voor de volgende doeleinden:

a)

analyse van de reservebeheersdiensten en -voorwaarden van het Eurosysteem, met inbegrip van de toewijzing van tier 1-beleggingsfaciliteiten;

b)

de bescherming van klanten en andere ERMS-aanbieders tegen schade door vastgestelde ernstige incidenten, d.w.z. cyberaanvallen, technische of operationele storingen of fraude aan de zijde van de klant;

c)

de ondersteuning van leningen/repo-transacties met de klant, en

d)

andere taken of adviesfuncties van het Eurosysteem binnen het mandaat van de ECB.

3.   Indien de toestemming van een klant voor de openbaarmaking van zijn identiteit voor de in lid 2 genoemde doeleinden niet wordt verkregen, verstrekt de betrokken ERMS-aanbieder de relevante informatie aan de ECB (dor middel van een gepseudonimiseerde numerieke identificatiecode) zonder de identiteit van die klant prijs te geven, en stelt hij de limiet voor de saldi van de tier 1-beleggingsfaciliteit van de klant vast op nul.

4.   De ECB kan de ERMS-aanbieders verzoeken haar in uitzonderlijke omstandigheden ad-hocinformatie over klanten te verstrekken, bijvoorbeeld wanneer een klant mogelijk onderworpen is aan sancties of beperkende maatregelen, en kan dergelijke informatie binnen het Eurosysteem delen. De ERMS-aanbieders zenden informatie over een dergelijke ad-hocinformatie-uitwisseling zo snel als redelijkerwijs mogelijk is.

5.   De centrale banken van het Eurosysteem stellen de ECB in kennis van de verlening van diensten in euro met betrekking tot beleggingen van reserves die niet in artikel 3 zijn opgenomen en dus niet onder dit richtsnoer vallen, waarbij het soort dienst en de toepasselijke voorwaarden worden gespecificeerd.

Artikel 6

Verbod en opschorting van reservebeheersdiensten van het Eurosysteem

1.   De klant voldoet aan alle Unie- en nationale wetgeving inzake sancties of beperkende maatregelen en ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering, voor zover en in die mate dat die wetgeving op de klant van toepassing is, met inbegrip van instructies van bevoegde autoriteiten. De klant bevestigt ook aan de ERMS-aanbieder dat hij deze wetgeving naleeft en dat hij niet betrokken is bij enige vorm van witwassen of terrorismefinanciering.

2.   De ERMS-aanbieders kunnen onder de volgende omstandigheden de verlening van reservebeheersdiensten aan een klant beperken, opschorten of uitsluiten:

a)

indien de klant de in lid 1 bedoelde verplichtingen niet nakomt;

b)

indien de klant en/of zijn reserves onderworpen zijn aan door de Uniewetgeving en/of nationale wetgeving opgelegde sancties of beperkende maatregelen;

c)

indien de klant niet voldoet aan verplichtingen uit hoofde van dit richtsnoer of het individuele ERMS-contract.

3.   Indien de ERMS-aanbieder de verlening van reservebeheersdiensten van het Eurosysteem aan een klant weigert of beperkt op basis van een andere maatregel of een ander besluit dan de in lid 1 bedoelde maatregelen of besluiten, stelt de betrokken ERMS-aanbieder de ECB daarvan onverwijld in kennis. De ECB stelt op haar beurt de andere centrale banken van het Eurosysteem daarvan onverwijld in kennis. Het nemen van dergelijke maatregelen of besluiten belet niet dat de overige centrale banken van het Eurosysteem reservebeheerdiensten van het Eurosysteem aan dergelijke klanten verlenen.

Artikel 7

Verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid voor reservebeheersdiensten van het Eurosysteem

1.   Elke ERMS-aanbieder is verantwoordelijk voor de uitvoering van contractuele of informele regelingen inzake reservebeheersdiensten van het Eurosysteem met zijn klanten en is aansprakelijk voor de verleende diensten. Het bestaan van een dergelijke regeling schept op zich geen rechten of aanspraken van klanten ten aanzien van andere centrale banken van het Eurosysteem.

2.   The ERMS-aanbieder kan klanten voorstellen doen voor wat betreft het tijdstip en de uitvoering van een transactie om conflicten met het monetair en wisselkoersbeleid van het Eurosysteem te vermijden, en is niet aansprakelijk voor eventuele gevolgen van dergelijke voorstellen voor de klant.

Artikel 8

Contractuele regelingen met klanten

1.   De ERMS-aanbieders verzekeren dat in hun contractuele regelingen met klanten uitvoering wordt gegeven aan dit richtsnoer.

2.   Indien een klant niet instemt met de nodige wijzigingen om ervoor te zorgen dat zijn contractuele regeling met de ERMS-aanbieder in overeenstemming is met dit richtsnoer, beëindigt de ERMS-aanbieder de contractuele regeling. Indien de wijziging enkel betrekking heeft op een specifieke dienst en niet op de gehele reeks diensten, kan de ERMS-aanbieder ervoor kiezen enkel de dienst waarop de relevante wijzigingen betrekking hebben, te beëindigen.

Artikel 9

Rol van de ECB

De ECB coördineert de algemene verlening van reservebeheerdiensten van het Eurosysteem en het daarmee samenhangende informatiekader en kan hiervoor interne technische specificaties opstellen. Elke centrale bank van het Eurosysteem die een ERMS-aanbieder wordt, of die haar status van ERMS-aanbieder beëindigt, stelt de ECB daarvan dienovereenkomstig in kennis.

Artikel 10

Niet-toepassing van Richtsnoer (EU) 2019/671 (ECB/2019/7)

Overeenkomstig artikel 1, punt c), van Richtsnoer (EU) 2019/671 van de Europese Centrale Bank (ECB/2019/7) zijn de bepalingen van dat richtsnoer niet van toepassing op uitgevoerde transacties en deposito’s in het kader van de reservebeheersdiensten van het Eurosysteem.

Artikel 11

Intrekking van Richtsnoer (EU) 2021/564 (ECB/2021/9)

1.   Richtsnoer (EU) 2021/564 (ECB/2021/9) wordt ingetrokken met ingang van 1 december 2024.

2.   Verwijzingen naar het ingetrokken richtsnoer worden geïnterpreteerd als verwijzingen naar dit richtsnoer en worden gelezen overeenkomstig de concordantietabel in de bijlage.

Artikel 12

Vankrachtwording

1.   Dit richtsnoer wordt van kracht op de dag van kennisgeving aan de nationale centrale banken van de lidstaten die de euro als munt hebben.

2.   De centrale banken van het Eurosysteem voldoen met ingang van 1 december 2024 aan dit richtsnoer.

Artikel 13

Geadresseerden

Dit richtsnoer is gericht tot alle centrale banken van het Eurosysteem.

Gedaan te Frankfurt am Main, 16 april 2024.

Voor de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Christine LAGARDE


(1)  Richtsnoer (EU) 2021/564 van de Europese Centrale Bank van 17 maart 2021 betreffende de verlening van beheersdiensten inzake in euro luidende reserves door het Eurosysteem aan centrale banken en landen buiten het eurogebied en aan internationale organisaties en tot intrekking van Richtsnoer (EU) 2020/1284 (ECB/2021/9) (PB L 119 van 7.4.2021, blz. 121).

(2)  Richtsnoer (EU) 2019/671 van de Europese Centrale Bank van 9 april 2019 betreffende nationale beheertransacties inzake activa en passiva door de centrale banken (ECB/2019/7) (PB L 113 van 29.4.2019, blz. 11).

(3)  Besluit (EU) 2024/1209 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2024 betreffende de vergoeding op bij nationale centrale banken en de Europese Centrale Bank aangehouden niet-monetaire-beleidsdeposito’s (ECB/2024/11) (PB L, 2024/1209, 3.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1209/oj).

(4)  Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2014 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (ECB/2014/60) (PB L 91 van 2.4.2015, blz. 3).

(5)  Richtsnoer (EU) 2016/65 van de Europese Centrale Bank van 18 november 2015 betreffende binnen het kader van de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem toegepaste surpluspercentages (ECB/2015/35) (PB L 14 van 21.1.2016, blz. 30).


BIJLAGE

Concordantietabel

Richtsnoer (EU) 2021/564 (ECB/2021/9)

Dit richtsnoer

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 1

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13


ELI: http://data.europa.eu/eli/guideline/2024/1211/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)