(1)

De Raad van bestuur heeft een herziening uitgevoerd van de toegepaste rentevergoeding op bij nationale centrale banken van lidstaten die de euro als munt hebben (hierna de “NCB’s”) en de Europese Centrale Bank (ECB) aangehouden deposito’s die geen verband houden met de uitvoering van het monetaire beleid (“niet-monetairebeleidsdeposito’s”). Het doel van de herziening was om mogelijke interferentie van dergelijke deposito’s in het gemeenschappelijke monetaire beleid te voorkomen en tegelijkertijd de naleving van het beginsel van een open markteconomie en consistentie in de behandeling van soortgelijke deposito’s binnen het Eurosysteem te waarborgen.

(2)

Naar aanleiding van de herziening heeft de Raad van bestuur besloten dat grotere transparantie van de rentevergoeding op niet-monetairebeleidsdeposito’s noodzakelijk is. De op deze deposito’s toepasselijke rentevergoedingstarieven zijn vastgelegd in verschillende rechtshandelingen. Teneinde de transparantie en de consistentie tussen de samenhangende rechtshandelingen te verbeteren, is het passend dat de rentevergoedingstarieven op alomvattende wijze in één enkele rechtshandeling worden vastgelegd om de communicatie over de vergoedingstarieven te vergemakkelijken en toekomstige aanpassingen van die tarieven mogelijk te maken.

(3)

Dientengevolge dienen de in Besluit (EU) 2019/671 van de Europese Centrale Bank (ECB/2019/7) (1) opgenomen regels met betrekking tot de rentevergoeding op bepaalde bij de ECB aangehouden deposito’s te worden vervangen door verwijzingen naar de relevante bepalingen van de gemeenschappelijke rechtshandeling waarin de rentevergoeding op niet-monetairebeleidsdeposito toepasselijke vergoeding, namelijk Besluit (EU) 2024/1209 van de Europese Centrale Bank (ECB/2024/11) (2).

(4)

Daarnaast zijn bepaalde definities in Richtsnoer (EU) 2019/671 (ECB/2019/7) overbodig geworden en moeten worden geschrapt.

(5)

Teneinde de rechtszekerheid te waarborgen, moet de toepassingsdatum van dit richtsnoer worden afgestemd op de toepassingsdatum van Besluit (EU) 2024/1209 (ECB/2024/11). Om die reden dient dit richtsnoer met ingang van 1 december 2024 te worden toegepast.

(6)

Derhalve moet Richtsnoer (EU) 2019/671 (ECB/2019/7) dienovereenkomstig worden gewijzigd,

1)

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

2)

Artikel 4 wordt vervangen door:

(*1)  Besluit (EU) 2024/1209 van de Europese Centrale Bank van 16 april 2024 betreffende de rentevergoeding op bij nationale centrale banken en de Europese Centrale Bank aangehouden niet-monetairebeleidsdeposito’s (ECB/2024/11) (PB L, 2024/1209, 3.5.2024, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1209/oj).”."