European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2024/1196

26.4.2024

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2024/1196 VAN DE COMMISSIE

van 25 april 2024

tot verlenging van de vergunning voor een preparaat van Lentilactobacillus buchneri DSM 19455 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten en tot intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 774/2013

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen en verlengen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

(2)

Voor het preparaat van Lentilactobacillus buchneri (voorheen taxonomisch geïdentificeerd als Lactobacillus kefiri) DSM 19455 is bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 774/2013 van de Commissie (2) voor een periode van tien jaar een vergunning verleend als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten.

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag ingediend voor de verlenging van de vergunning voor het preparaat van Lentilactobacillus buchneri DSM 19455 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten, waarbij is verzocht om dat toevoegingsmiddel in te delen in de categorie “technologische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “inkuiltoevoegingsmiddelen”. De krachtens artikel 14, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd.

(4)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 27 september 2023 (3) geconcludeerd dat het preparaat van Lentilactobacillus buchneri DSM 19455 onder de huidige gebruiksvoorwaarden veilig blijft voor alle diersoorten, de consument en het milieu. De EFSA heeft ook geconcludeerd dat het preparaat van Lentilactobacillus buchneri DSM 19455 getest op een drager van inuline niet irriterend is voor de huid en de ogen maar dat het wel moet worden beschouwd als een inhalatieallergeen. De EFSA kon geen conclusies trekken over de vraag of het toevoegingsmiddel sensibilisering van de huid zou kunnen veroorzaken. Daarnaast heeft de EFSA aangegeven dat de werkzaamheid van het toevoegingsmiddel niet hoeft te worden beoordeeld, aangezien de aanvraag tot verlenging van de vergunning ervan geen voorstel bevat voor wijzigingen of aanvullingen van de voorwaarden van de oorspronkelijke vergunning die gevolgen zouden hebben voor de werkzaamheid van het toevoegingsmiddel.

(5)

Het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was van oordeel dat de conclusies en aanbevelingen van de beoordeling van de analysemethode voor het preparaat van Lentilactobacillus buchneri DSM 19455 als toevoegingsmiddel voor diervoeding die in het kader van de vorige vergunning waren uitgebracht, geldig en van toepassing zijn op de huidige aanvraag. Overeenkomstig artikel 5, lid 4, punt c), van Verordening (EG) nr. 378/2005 van de Commissie (4) is een evaluatieverslag van het referentielaboratorium derhalve niet vereist.

(6)

Gezien het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat het preparaat van Lentilactobacillus buchneri DSM 19455 voldoet aan de voorwaarden van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003. De vergunning voor dat toevoegingsmiddel moet daarom worden verlengd. Daarnaast is de Commissie van oordeel dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om ongunstige gevolgen voor de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel te voorkomen. Die beschermende maatregelen mogen geen afbreuk doen aan andere veiligheidsvoorschriften voor werknemers uit hoofde van het Unierecht.

(7)

Doordat de vergunning voor het preparaat van Lentilactobacillus buchneri DSM 19455 als toevoegingsmiddel voor diervoeding wordt verlengd, moet Uitvoeringsverordening (EU) nr. 774/2013 worden ingetrokken.

(8)

Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing van de wijzigingen van de vergunningsvoorwaarden voor het preparaat van Lentilactobacillus buchneri DSM 19455 vereisen, moet een overgangsperiode worden vastgesteld om de belanghebbende partijen in staat te stellen zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen als gevolg van de verlenging van de vergunning te voldoen.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verlenging van de vergunning

De vergunning voor het in de bijlage gespecificeerde preparaat, dat behoort tot de categorie “technologische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “inkuiltoevoegingsmiddelen”, wordt onder de in de bijlage vastgestelde voorwaarden verlengd.

Artikel 2

Intrekking van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 774/2013

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 774/2013 wordt ingetrokken.

Artikel 3

Overgangsmaatregelen

Het in de bijlage gespecificeerde preparaat en de diervoeders die het bevatten die vóór 16 mei 2025 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 16 mei 2024 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.

Artikel 4

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 25 april 2024.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)   PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2003/1831/oj.

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 774/2013 van de Commissie van 12 augustus 2013 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Lactobacillus kefiri DSM 19455 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten (PB L 217 van 13.8.2013, blz. 30, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2013/774/oj).

(3)   EFSA Journal 2023;21(10):8352.

(4)  Verordening (EG) nr. 378/2005 van de Commissie van 4 maart 2005 tot vaststelling van gedetailleerde voorschriften voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft de verplichtingen en taken van het communautaire referentielaboratorium betreffende vergunningsaanvragen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PB L 59 van 5.3.2005, blz. 8, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2005/378/oj).


BIJLAGE

Identificatienummer van het toevoegingsmiddel voor diervoeding

Toevoegingsmiddel

Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode

Diersoort of -categorie

Maximumleeftijd

Minimumgehalte

Maximumgehalte

Overige bepalingen

Einde van de vergunningsperiode

kve/kg vers materiaal

Categorie: technologische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: inkuiltoevoegingsmiddelen.

1k20742

Lentilactobacillus buchneri DSM 19455

Samenstelling van het toevoegingsmiddel

Preparaat van Lentilactobacillus buchneri DSM 19455 met ten minste 1 × 1010 kve/g toevoegingsmiddel

Vaste vorm

Karakterisering van de werkzame stof

Levensvatbare cellen van Lentilactobacillus buchneri DSM 19455

Analysemethode  (1)

Kwantificering in het toevoegingsmiddel voor diervoeding van Lentilactobacillus buchneri DSM 19455:

spreidplaatmethode met gebruikmaking van MRS-agar (EN 15787)

Identificatie van Lentilactobacillus buchneri DSM 19455:

pulsed-field-gelelektroforese (PFGE) — CEN/TS 17697 of DNA-sequentiemethoden

Alle diersoorten

 

1.

In de gebruiksaanwijzing voor het toevoegingsmiddel en de voormengsels moeten de opslagomstandigheden worden vermeld.

2.

Minimumgehalte van het toevoegingsmiddel indien niet gebruikt in combinatie met andere micro-organismen als inkuiltoevoegingsmiddelen: 5 × 107 kve/kg vers materiaal.

3.

Het toevoegingsmiddel wordt gebruikt in gemakkelijk en middelmatig moeilijk in te kuilen materiaal (2).

4.

De exploitanten van diervoederbedrijven moeten operationele procedures en organisatorische maatregelen vaststellen voor de gebruikers van het toevoegingsmiddel en voormengsels om met de mogelijke risico’s bij gebruik ervan om te gaan. Indien die risico’s met deze procedures en maatregelen niet kunnen worden geëlimineerd, moeten bij het gebruik van het toevoegingsmiddel en de voormengsels persoonlijke beschermingsmiddelen voor de luchtwegen en de huid worden gebruikt.

16 mei 2034


(1)  Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en.

(2)  Makkelijk in te kuilen voedermateriaal: > 3 % oplosbare koolhydraten in het verse materiaal; middelmatig moeilijk in te kuilen voedermateriaal: 1,5 — 3,0 % oplosbare koolhydraten in het verse materiaal overeenkomstig Verordening (EG) nr. 429/2008 van de Commissie van 25 april 2008 tot vaststelling van voorschriften ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de opstelling en indiening van aanvragen en de beoordeling van en de verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding (PB L 133 van 22.5.2008, blz. 1).


ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2024/1196/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)