European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

L-serie


2024/1102

12.4.2024

BESLUIT (EU) 2024/1102 VAN DE RAAD

van 25 maart 2024

over het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Gespecialiseerd Comité EU-VK voor energie, opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, wat betreft de vaststelling van richtsnoeren inzake werkregelingen en administratieve regelingen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 194, lid 1, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 29 april 2021 heeft de Raad Besluit (EU) 2021/689 (1) betreffende de sluiting van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (2) (“de overeenkomst”) vastgesteld. Het wordt toegepast met ingang van 1 januari 2021.

(2)

Krachtens artikel 8, lid 4, punt c), van de overeenkomst kan het Gespecialiseerd Comité voor energie (het “Gespecialiseerd Comité”), op het gebied waarop het bevoegd is, besluiten en aanbevelingen vaststellen over alle aangelegenheden waarin deze overeenkomst of een aanvullende overeenkomst voorziet of waarvoor de Partnerschapsraad bevoegdheden aan het comité heeft gedelegeerd. Krachtens artikel 10, lid 2, van de overeenkomst neemt het Gespecialiseerd Comité besluiten en doet het aanbevelingen in onderlinge overeenstemming. Daarnaast heeft het Gespecialiseerd Comité, krachtens artikel 8, lid 4, punt a), van de overeenkomst, de bevoegdheid om toezicht op de uitvoering te houden en de goede werking van de overeenkomst te verzekeren.

(3)

Artikel 317, lid 1, van de overeenkomst vereist dat elke partij waarborgt dat transmissiesysteembeheerders efficiënte en inclusieve werkregelingen ontwikkelen ter ondersteuning van de plannings- en operationele taken in verband met de verwezenlijking van de doelstellingen van titel VIII (Energie) van de overeenkomst, met inbegrip van kaders voor samenwerking tussen het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit (ENTSB-E) en het Europees netwerk van transmissiesysteembeheerders voor gas (“ENTSOG”), enerzijds, en de transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit en gas in het Verenigd Koninkrijk, anderzijds.

(4)

Artikel 318, lid 1, van de overeenkomst bepaalt dat elke partij waarborgt dat het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) en de overeenkomstig artikel 310 van de overeenkomst aangewezen regelgevingsinstantie in het Verenigd Koninkrijk zo snel mogelijk contacten leggen en administratieve regelingen treffen om de verwezenlijking van de doelstellingen van de overeenkomst te vergemakkelijken.

(5)

Overeenkomstig artikel 317, lid 1, van de overeenkomst, omvatten de kaders voor samenwerking geen lidmaatschap van ENTSB-E of ENTSOG noch impliceren zij een daarmee vergelijkbare status voor transmissiesysteembeheerders van het Verenigd Koninkrijk. Evenzo omvatten de administratieve regelingen, overeenkomstig artikel 318, lid 2, geen deelname aan het ACER, noch impliceren zij een daarmee vergelijkbare status voor de regelgevingsinstantie in het Verenigd Koninkrijk die is aangewezen overeenkomstig artikel 310 van de overeenkomst.

(6)

Het Gespecialiseerd Comité moet zo snel als praktisch haalbaar richtsnoeren overeenkomen inzake de in artikel 317, lid 1, van de overeenkomst bedoelde werkregelingen, en richtsnoeren inzake de in artikel 318, lid 1, bedoelde administratieve regelingen. Nadat elke partij de binnenlandse procedures daartoe heeft afgerond, stelt het Gespecialiseerd Comité een besluit over die richtsmoeren vast, hetzij tijdens zijn volgende vergadering, hetzij door middel van een schriftelijke procedure, naargelang wat zich het eerst voordoet.

(7)

Het is passend het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het Gespecialiseerd Comité moet worden ingenomen, aangezien het besluit van het Gespecialiseerd Comité voor de Unie bindend zal zijn.

(8)

Om toezicht te houden op de uitvoering van de overeenkomst, met inbegrip van de richtsnoeren van het Gespecialiseerd Comité, moet het standpunt van de Unie nader worden gespecificeerd wanneer, voorafgaand aan de sluiting ervan, de werkregelingen en de administratieve regelingen ter overweging aan het Gespecialiseerd Comité worden voorgelegd. Mits de werkregelingen en de administratieve regelingen in overeenstemming zijn met de overeenkomst en met het standpunt van de Unie zoals uiteengezet in de aan dit besluit gehechte ontwerphandeling van het Gespecialiseerd Comité, moet het mogelijk zijn om namens de Unie een positieve overweging uit te spreken in het Gespecialiseerd Comité. Met het oog op de regelmatige en volledige betrokkenheid van de Raad en zijn voorbereidende instanties moeten de procedures van Besluit (EU) 2021/689 van toepassing zijn,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Gespecialiseerd Comité voor energie wordt uiteengezet in het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gespecialiseerd Comité.

Artikel 2

1.   Het in artikel 1 bedoelde standpunt van de Unie wordt nader gespecificeerd wanneer, voorafgaand aan de sluiting ervan, de werkregelingen en de administratieve regelingen bedoeld in de bijlagen bij het ontwerpbesluit van het Gespecialiseerd Comité ter overweging aan het Gespecialiseerd Comité worden voorgelegd.

2.   Daartoe zendt de Commissie, met het oog op de toepassing van lid 1 van dit artikel, de daarin bedoelde werkregelingen en de administratieve regelingen toe aan de Raad overeenkomstig artikel 2, lid 2, van Besluit (EU) 2021/689.

3.   Mits de in lid 1 van dit artikel bedoelde werkregelingen en de administratieve regelingen in overeenstemming zijn met de overeenkomst en met het in artikel 1 uiteengezette standpunt van de Unie, kan de Raad een door de Commissie namens de Unie uit te spreken positieve overweging goedkeuren.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 25 maart 2024.

Voor de Raad

De voorzitter

M. MARON


(1)  Besluit (EU) 2021/689 van de Raad van 29 april 2021 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, en van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens (PB L 149 van 30.4.2021, blz. 2).

(2)   PB L 149 van 30.4.2021, blz. 10.


ONTWERP

BESLUIT Nr. …/… VAN HET GESPECIALISEERD COMITÉ VOOR ENERGIE DAT IS OPGERICHT BIJ ARTIKEL 8, LID 1, PUNT l), VAN DE HANDELS- EN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE, ENERZIJDS, EN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND, ANDERZIJDS

van …

over richtsnoeren voor kaders voor samenwerking tussen respectievelijk ENTSB-E en de transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit van het Verenigd Koninkrijk, ENTSOG en de transmissiesysteembeheerders voor gas van het Verenigd Koninkrijk, en ACER en de regelgevingsinstantie in het Verenigd Koninkrijk die is aangewezen overeenkomstig artikel 310 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst (GEMA en Utility Regulator)

HET GESPECIALISEERD COMITÉ VOOR ENERGIE,

Gezien de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, (de “handels- en samenwerkingsovereenkomst”), en met name artikel 317, lid 1, en artikel 318, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Krachtens artikel 8, lid 4, punt a), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft het Gespecialiseerd Comité voor energie (het “Gespecialiseerd Comité”) de bevoegdheid om toezicht te houden op de uitvoering en de goede werking van de handels- en samenwerkingsovereenkomst te verzekeren op het gebied waarop het bevoegd is. Krachtens artikel 8, lid 4, punt c), van de handels- en samenwerkingsovereenkomst heeft het comité de bevoegdheid om besluiten en aanbevelingen vast te stellen ten aanzien van alle aangelegenheden waarin de handels- en samenwerkingsovereenkomst voorziet of waarvoor de Partnerschapsraad zijn bevoegdheden krachtens artikel 7, lid 4, punt f), aan dat Gespecialiseerd Comité heeft gedelegeerd.

(2)

Artikel 317, lid 1, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat elke partij dient te waarborgen dat transmissiesysteembeheerders voor gas en elektriciteit van de Unie en van het Verenigd Koninkrijk werkregelingen ontwikkelen, met inbegrip van kaders voor samenwerking, die efficiënt en inclusief zijn en die de plannings- en operationele taken ondersteunen in verband met de verwezenlijking van de doelstellingen van titel VIII (Energie) van de handels- en samenwerkingsovereenkomst. Het legt het toepassingsgebied en de voorwaarden van de werkregelingen vast en met name dat zij geen lidmaatschap van ENTSB-E of ENTSOG voor transmissiesysteembeheerders van het Verenigd Koninkrijk omvatten noch een daarmee vergelijkbare status impliceren.

(3)

Overeenkomstig artikel 317, lid 1, derde alinea, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bereikt het Gespecialiseerd Comité zo snel als praktisch haalbaar overeenstemming over richtsnoeren voor de werkregelingen en kaders voor samenwerking met het oog op de verspreiding ervan onder transmissiesysteembeheerders.

(4)

Artikel 318, lid 1, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bepaalt dat partij dient te waarborgen dat het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) en de overeenkomstig artikel 310 aangewezen regelgevingsinstantie in het Verenigd Koninkrijk zo snel mogelijk contacten leggen en administratieve regelingen treffen om de verwezenlijking van de doelstellingen van de handels- en samenwerkingsovereenkomst te vergemakkelijken en het legt het toepassingsgebied en de voorwaarden voor de administratieve regelingen vast. Artikel 318, lid 2 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bepaalt met name dat dergelijke administratieve regelingen geen deelname aan ACER omvatten noch een daarmee vergelijkbare status impliceren voor de regelgevingsinstantie in het Verenigd Koninkrijk die is aangewezen overeenkomstig artikel 310 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst.

(5)

Overeenkomstig artikel 318, lid 1, tweede alinea, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bereikt het Gespecialiseerd Comité zo snel als praktisch haalbaar overeenstemming over richtsnoeren voor de administratieve samenwerkingsregelingen, met het oog op de verspreiding ervan onder regelgevingsinstanties.

(6)

Het Gespecialiseerd Comité moet zo snel als praktisch haalbaar overeenstemming bereiken over richtsnoeren voor de in artikel 317, lid 1, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bedoelde werkregelingen en voor de in artikel 318, lid 1, van de handels- en samenwerkingsovereenkomst bedoelde administratieve regelingen, waarbij zoveel mogelijk wordt voortgebouwd op het werk dat de transmissiesysteembeheerders, regelgevingsinstanties, ENTSB-E, ENTSBOG en ACER al sinds 2021 hebben verricht,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De richtsnoeren van het Gespecialiseerd Comité in bijlage I worden hierbij vastgesteld als de richtsnoeren inzake werkregelingen tussen ENTSB-E en de transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit van het Verenigd Koninkrijk. Het Gespecialiseerd Comité verzoekt de partijen deze onverwijld onder hen te verspreiden.

Artikel 2

De richtsnoeren van het Gespecialiseerd Comité in bijlage II worden hierbij vastgesteld als de richtsnoeren inzake werkregelingen tussen ENTSOG en de transmissiesysteembeheerders voor gas van het Verenigd Koninkrijk. Het Gespecialiseerd Comité verzoekt de partijen deze onverwijld onder hen te verspreiden.

Artikel 3

De richtsnoeren van het Gespecialiseerd Comité in bijlage III worden hierbij vastgesteld als de richtsnoeren inzake administratieve regelingen tussen ACER en de regelgevingsinstantie in het Verenigd Koninkrijk die is aangewezen overeenkomstig artikel 310 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst (GEMA en Utility Regulator). Het Gespecialiseerd Comité verzoekt de partijen deze onverwijld onder hen te verspreiden.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel en te Londen, …

 

 

Voor het Gespecialiseerd Comité

De medevoorzitters

I. VALERO

P. KOVACS

M. SKRINAR

Bijlage I

Richtsnoeren inzake werkregelingen tussen ENTSB-E en de transmissiesysteembeheerders voor elektriciteit van het Verenigd Koninkrijk

Gezien artikel 317 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, dat partijen vereist te waarborgen dat transmissiesysteembeheerders werkregelingen ontwikkelen, met inbegrip van een kader voor samenwerking tussen ENTSB-E enerzijds en de transmissiesysteembeheerders (TSB’s) voor elektriciteit van het Verenigd Koninkrijk anderzijds,

1.

wordt ENTSB-E en de TSB’s voor elektriciteit van het VK gevraagd zo spoedig mogelijk efficiënte en inclusieve werkregelingen te ontwikkelen en uit te voeren om hun doeltreffende samenwerking te waarborgen.

2.

De werkregelingen moeten op de volgende samenwerkingsgebieden en daarmee nauw samenhangende aspecten betrekking hebben:

Elektriciteitsmarkten

Netwerktoegang

Elektriciteitsvoorzieningszekerheid

Infrastructuurplanning

Offshore-energie

Efficiënt gebruik van elektriciteitsinterconnectoren

Koolstofvrij maken van gas.

De werkregelingen moeten beperkt blijven tot technische en administratieve aangelegenheden, met inbegrip van informatie-uitwisseling, waarbij de volledige beslissingsautonomie van beide partijen bij het bepalen van het beleid in respectievelijk de Unie en het Verenigd Koninkrijk behouden moet blijven.

3.

TSB’s voor elektriciteit in het VK moeten gezamenlijk optreden en hun eigen vormen van coördinatie vaststellen om met ENTSB-E samen te werken, met inachtneming van de relevante mededingingsregels.

4.

De werkregelingen omvatten geen lidmaatschap van ENTSB-E voor TSB’s voor elektriciteit van het VK, noch een daarmee vergelijkbare status, en voorzien evenmin in de deelname van de TSB’s voor elektriciteit van het VK aan vergaderingen van ENTSB-E.

5.

De werkregelingen moeten zo spoedig mogelijk en vóór de sluiting ervan worden opgesteld en ter overweging aan het Gespecialiseerd Comité worden voorgelegd. Na de sluiting ervan moeten de werkregelingen op passende wijze aan de betrokken marktdeelnemers worden meegedeeld.

Bijlage II

Richtsnoeren inzake werkregelingen tussen ENTSOG en de transmissiesysteembeheerders voor gas van het Verenigd Koninkrijk

Gezien artikel 317 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst, dat partijen vereist te waarborgen dat transmissiesysteembeheerders werkregelingen ontwikkelen, met inbegrip van een kader voor samenwerking tussen ENTSOG enerzijds en de transmissiesysteembeheerders (TSB’s) voor gas van het Verenigd Koninkrijk anderzijds,

1.

wordt ENTSOG en de TSB’s voor gas van het VK gevraagd zo spoedig mogelijk efficiënte en inclusieve werkregelingen te ontwikkelen en uit te voeren om hun doeltreffende samenwerking te waarborgen.

2.

De werkregelingen moeten op de volgende samenwerkingsgebieden en daarmee nauw samenhangende aspecten betrekking hebben:

Gasmarkten

Netwerktoegang

Gasleveringszekerheid

Infrastructuurplanning

Offshore-energie

Efficiënt gebruik van gasinterconnectoren

Koolstofvrij maken van gas en gaskwaliteit, met inbegrip van aspecten van het verminderen van methaanemissies uit aardgas.

De werkregelingen moeten beperkt blijven tot technische en administratieve aangelegenheden, met inbegrip van informatie-uitwisseling, waarbij de volledige beslissingsautonomie van beide partijen bij het bepalen van het beleid in respectievelijk de Unie en het Verenigd Koninkrijk behouden moet blijven.

3.

TSB’s voor gas van het VK moeten gezamenlijk optreden en hun eigen vormen van coördinatie vaststellen om met ENTSOG samen te werken, met inachtneming van de relevante mededingingsregels.

4.

De werkregelingen omvatten geen lidmaatschap van ENTSOG voor TSB’s voor gas van het VK, noch een daarmee vergelijkbare status, en voorzien evenmin in de deelname van de TSB’s voor gas van het VK aan vergaderingen van ENTSOG.

5.

De werkregelingen moeten zo spoedig mogelijk en vóór de sluiting ervan worden opgesteld en ter overweging aan het Gespecialiseerd Comité worden voorgelegd. Na de sluiting ervan moeten de werkregelingen op passende wijze aan de betrokken marktdeelnemers worden meegedeeld.

BIJLAGE III

Richtsnoeren inzake administratieve regelingen tussen ACER en de regelgevingsinstantie in het Verenigd Koninkrijk die is aangewezen overeenkomstig artikel 310 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst (GEMA en Utility Regulator)

Omdat artikel 318 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst vereist dat de partijen waarborgen dat het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators (ACER) en de overeenkomstig artikel 310 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst aangewezen regelgevingsinstantie in het Verenigd Koninkrijk contacten leggen en administratieve regelingen treffen om de verwezenlijking van de doelstellingen van de overeenkomst te vergemakkelijken,

1.

wordt ACER en de overeenkomstig artikel 310 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst aangewezen regelgevingsinstantie in het Verenigd Koninkrijk (GEMA en Utility Regulator) verzocht zo spoedig mogelijk administratieve regelingen te ontwikkelen en uit te voeren om hun doeltreffende samenwerking te waarborgen.

2.

De administratieve regelingen moeten op de volgende samenwerkingsgebieden en daarmee nauw samenhangende aspecten betrekking hebben:

Elektriciteits- en gasmarkten

Netwerktoegang

Opsporing en preventie van marktmisbruik, met inbegrip van passende informatie-uitwisseling

Beveiliging van de elektriciteits- en gasvoorziening

Infrastructuurplanning

Offshore-energie

Efficiënt gebruik van gasinterconnectoren

Samenwerking tussen transmissiesysteembeheerders

Koolstofvrij maken van gas en gaskwaliteit.

De administratieve regelingen moeten beperkt blijven tot technische en administratieve aangelegenheden, met inbegrip van informatie-uitwisseling, waarbij de volledige beslissingsautonomie van beide partijen bij het bepalen van het beleid in respectievelijk de Unie en het Verenigd Koninkrijk behouden moet blijven.

3.

In het VK moeten GEMA en Utility Regulator gezamenlijk optreden en hun eigen vormen van coördinatie vaststellen om als onderdeel van een unieke delegatie met ACER samen te werken.

4.

De administratieve regelingen omvatten geen deelname aan ACER noch impliceren een daarmee vergelijkbare status voor de overeenkomstig artikel 310 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst aangewezen regelgevingsinstantie in het Verenigd Koninkrijk en voorzien evenmin in de deelname van de overeenkomstig artikel 310 van de handels- en samenwerkingsovereenkomst aangewezen regelgevingsinstantie in het Verenigd Koninkrijk aan de vergaderingen van ACER.

5.

De administratieve regelingen moeten zo spoedig mogelijk en vóór de sluiting ervan worden opgesteld en ter overweging aan het Gespecialiseerd Comité worden voorgelegd. Na de sluiting ervan moeten de administratieve regelingen op passende wijze aan de betrokken marktdeelnemers worden meegedeeld.


ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/1102/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)