GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2024/1084 VAN DE COMMISSIE

van 6 februari 2024

tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 tot aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad, wat de geharmoniseerde voorziening in de gehele Unie van een interoperabele eCall betreft

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad van 7 juli 2010 betreffende het kader voor het invoeren van intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer en voor interfaces met andere vervoerswijzen (1), met name artikel 6, lid 8,

Na raadpleging van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 van de Commissie (2) zijn de specificaties vastgesteld voor het moderniseren van de nodige alarmcentrale-infrastructuur (Public Safety Answering Point — PSAP) voor een correcte ontvangst en behandeling van eCalls, met als doel de compatibiliteit, interoperabiliteit en continuïteit van de geharmoniseerde EU-brede eCall-dienst te garanderen.

(2)	In de mededeling van de Commissie over een strategie voor duurzame en slimme mobiliteit (3) wordt gewezen op de behoefte om het rechtskader voor eCall aan te passen aan nieuwe elektronische communicatietechnologieën.

(3)

Sinds de inwerkingtreding van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 heeft het Europees Comité voor normalisatie (CEN) nieuwe versies vastgesteld van norm EN 15722 “Intelligent transport systems — ESafety — ECall minimum set of data” en norm EN 16072 “Intelligent transport systems — ESafety — Pan-European eCall operating requirements”. Met name is volgens norm EN 15722:2020 “Intelligent transport systems — ESafety — ECall minimum set of data” vereist dat de twee recentste locaties van het voertuig vóór de locatie van het incident beschikbaar zijn. De alarmcentrales hebben die informatie nodig om de geschikte noodhulpdienst(en) of dienstpartner(s) nauwkeurige en betrouwbare gegevens te verstrekken over de locaties en de richting van het voertuig vóór het incident waarop de eCall betrekking heeft. De informatie is belangrijk om de reactietijd van de noodhulpdiensten te helpen verkorten, met name op autosnelwegen of bruggen. De verwijzing naar die normen moet daarom worden bijgewerkt.

(4)

De Europese normen EN 16062 “Intelligent transport systems — ESafety — eCall high level application requirements (HLAP)” en EN 16454 “Intelligent transport systems — ESafety — ECall end to end conformance testing” zijn gebaseerd op eCall via circuitgeschakelde cellulaire netwerken (2G/3G). Omdat exploitanten van mobiele netwerken 2G/3G-netwerken tussen 2025 en 2030 in alle lidstaten willen uitfaseren, moeten alarmcentrales worden aangepast aan de nieuwste pakketgeschakelde communicatienetwerken; circuitgeschakelde cellulaire netwerken moeten echter worden ondersteund zolang er op het grondgebied van de lidstaten circuitgeschakelde openbare draadloze mobiele communicatienetwerken worden gebruikt.

(5)

Onlangs heeft het CEN twee nieuwe technische specificaties voor eCall op basis van pakketgeschakelde netwerken vastgesteld overeenkomstig de procedures van Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad (4). Die technische specificaties moeten aan de voorschriften voor alarmcentrales worden toegevoegd om de ontvangst en behandeling van eCalls te ondersteunen.

(6)

Volgens artikel 109 van Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad (5) moeten de lidstaten waarborgen dat aanbieders van voor het publiek beschikbare nummergebaseerde interpersoonlijke communicatiediensten, als die diensten eindgebruikers in staat stellen uitgaande gesprekken tot stand te brengen naar een nummer in een nationaal of internationaal nummerplan, toegang tot de noodhulpdiensten verschaffen door middel van noodcommunicatie via de meest geschikte alarmcentrale. Om de samenhang met die richtlijn te waarborgen, is het dus noodzakelijk een aantal definities van deze verordening op elkaar af te stemmen.

(7)

Volgens artikel 5 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/444 van de Commissie (6) moeten de lidstaten waarborgen dat noodcommunicatie en informatie over de locatie van de beller onverwijld worden doorgestuurd naar de meest geschikte alarmcentrale die technisch in staat is de contextuele informatie door te geven aan de noodhulpdiensten wanneer zij die diensten waarschuwt.

(8)

De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de verwerking van persoonsgegevens in het kader van de behandeling van de eCalls door de alarmcentrales, de noodhulpdiensten en de dienstverleningspartners gebeurt conform Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (7) en Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad (8). Overeenkomstig het in artikel 5 van Verordening (EU) 2016/679 neergelegde beginsel van opslagbeperking mogen persoonsgegevens niet langer worden bewaard dan voor de verwerkingsdoeleinden nodig is en moeten termijnen worden vastgesteld om de naleving van dat beginsel te waarborgen. Omdat de alarmcentrales aansprakelijk zijn voor de conformiteitseisen van de eCall-normen, moeten de ruwe minimumreeks van gegevens (minimum set of data, MSD) die met de eCall wordt ontvangen en de gepresenteerde inhoud van de MSD worden bewaard nadat de oproep is behandeld. De lidstaten moeten passende bewaartermijnen voor die gegevens vaststellen in overeenstemming met de nationale aansprakelijkheidsregels. Als in de wetgeving van de lidstaten geen bewaartermijn is opgenomen, mogen die gegevens niet langer worden bewaard dan de periode waarin de bevoegde autoriteiten de alarmcentrales kunnen verzoeken om conformiteit aan te tonen, en in geen geval langer dan tien jaar.

(9)	Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(10)	Om te voorzien in de nodige tijd om de bestaande alarmcentrale-infrastructuur aan te passen, moeten de bepalingen van deze verordening vanaf 1 januari 2026 van toepassing zijn op infrastructuur die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening al is uitgerold.

(11)	De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is geraadpleegd overeenkomstig artikel 42, lid 1, van Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad (9) en heeft op 13 november 2023 een advies uitgebracht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013

Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

punt b) wordt vervangen door:

“b)	“alarmcentrale” (PSAP, public safety answering point): alarmcentrale of PSAP zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 36), van Richtlijn (EU) 2018/1972 (*1) ;

(*1) (*) Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (PB L 321 van 17.12.2018, blz. 36).”;"

punt c) wordt vervangen door:

“c)	“meest geschikte alarmcentrale”: meest geschikte alarmcentrale zoals gedefinieerd in artikel 2, punt 37), van Richtlijn (EU) 2018/1972;”;

punt j) wordt vervangen door:

“j)	“minimumreeks van gegevens” (minimum set of data, MSD): de naar de eCall-alarmcentrale doorgezonden contextuele informatie zoals gedefinieerd in norm EN 15722:2020 (“Intelligent transport systems — ESafety — ECall minimum set of data”);”;

punt m) wordt vervangen door:

“m)	“openbaar netwerk voor draadloze mobiele communicatie”: een openbaar toegankelijk netwerk voor elektronische mobiele communicatie conform Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad;”;

punt n) wordt vervangen door:

“n)	“centrale meldkamer”: een voorziening die door een of meer noodhulpdiensten wordt gebruikt voor de behandeling van contextuele informatie die afkomstig is van noodoproepen of MSD;”.

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

lid 1 wordt vervangen door:

“1. De lidstaten waarborgen dat elke eCall-alarmcentrale is uitgerust om eCalls te behandelen en de MSD te ontvangen die afkomstig zijn van de boordapparatuur conform de norm “Intelligent transport system — ESafety — PanEuropean eCall operating requirements” (EN 16072:2022). Als latere versies van norm EN 16072 van toepassing worden krachtens artikel 5, lid 8, van Verordening (EU) 2015/758 van het Europees Parlement en de Raad (*2) , zijn die latere versies van toepassing in plaats van EN 16072:2022.

De lidstaten waarborgen dat elke eCall-alarmcentrale is uitgerust om eCalls te behandelen en de MSD te ontvangen die afkomstig zijn van de boordapparatuur conform de norm “Intelligent transport systems — ESafety — eCall high level application requirements (HLAP)” (EN 16062:2023), zolang er op hun grondgebied circuitgeschakelde openbare netwerken voor draadloze mobiele communicatie worden gebruikt.

De lidstaten waarborgen dat elke eCall-alarmcentrale is uitgerust om eCalls te behandelen en de MSD te ontvangen die afkomstig zijn van de boordapparatuur conform de technische specificatie “Intelligent transport systems. eSafety. eCall High level application protocols (HLAP) using IP Multimedia Subsystem (IMS) over packet switched networks” (CEN/TS 17184:2022). Als latere versies van technische specificatie CEN/TS 17184 of een nieuwe gelijkwaardige norm EN 17184 van toepassing worden krachtens artikel 5, lid 8, van Verordening (EU) 2015/758, zijn die latere versies of die nieuwe norm EN 17184, naargelang het geval, van toepassing in plaats van CEN/TS 17184:2022.

(*2) (*) Verordening (EU) 2015/758 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2015 inzake typegoedkeuringseisen voor de uitrol van het op de 112-dienst gebaseerde eCall-boordsysteem en houdende wijziging van Richtlijn 2007/46/EG (PB L 123 van 19.5.2015, blz. 77).”;"

lid 3 wordt vervangen door:

“3. De eCall-alarmcentrale moet in staat zijn de data-inhoud van de MSD te ontvangen en die op een duidelijke en begrijpelijke manier aan de eCall-alarmcentralist te presenteren.

Als de MSD facultatieve aanvullende gegevens bevat zoals gedefinieerd in EN 15722:2020, moet de eCall-alarmcentrale in staat zijn dergelijke facultatieve aanvullende gegevens te ontvangen en aan de eCall-alarmcentralist te presenteren, mits die facultatieve aanvullende gegevens zijn gespecificeerd conform gepubliceerde normen of technische specificaties van de CEN voor eCall als vermeld in Verordening (EU) 2015/758.

Als de in de tweede alinea bedoelde facultatieve aanvullende gegevens zijn gespecificeerd conform gepubliceerde normen of technische specificaties van de CEN voor eCall die niet in Verordening (EU) 2015/758 zijn vermeld, wordt de eCall-alarmcentrale aangemoedigd om die facultatieve aanvullende gegevensinhoud te kunnen ontvangen en aan de eCall-alarmcentralist te kunnen presenteren conform die normen of technische specificaties.”

;

c)	in lid 4 wordt “EN-norm 15722” vervangen door “EN-norm 15722:2020”.

Artikel 4 wordt vervangen door:

“Artikel 4

Conformiteitsbeoordeling

1. De lidstaten wijzen de autoriteiten aan die bevoegd zijn om na te gaan of de werking van de eCall-alarmcentrales conform is aan de vereisten van artikel 3, en melden die autoriteiten aan bij de Commissie.

2. De conformiteitsbeoordeling wordt gebaseerd op het deel van de norm “Intelligent transport systems — ESafety — ECall end to end conformance testing” (EN 16454:2023) dat betrekking heeft op de conformiteit van alarmcentrales met pan-Europese eCall, mits er op hun grondgebied circuitgeschakelde openbare netwerken voor draadloze mobiele communicatie in gebruik zijn, en op het deel van de technische specificatie “Intelligent transport systems — ESafety — ECall end to end conformance testing for IMS packet switched based systems” (CEN/TS 17240:2018) dat betrekking heeft op de conformiteit van alarmcentrales met pan-Europese eCall. Als latere versies van technische specificatie CEN/TS 17240 of een nieuwe gelijkwaardige norm EN 17240 van toepassing worden krachtens artikel 5, lid 8, van Verordening (EU) 2015/758, zijn die latere versies of die nieuwe norm EN 17240, naargelang het geval, van toepassing in plaats van CEN/TS 17240:2018.”

Artikel 5 wordt vervangen door:

“Artikel 5

Verplichtingen in verband met de invoering van de infrastructuur van de eCall-alarmcentrales

De lidstaten waarborgen dat deze verordening wordt toegepast wanneer de infrastructuur voor eCall-alarmcentrales wordt ingevoerd overeenkomstig Besluit nr. 585/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad (*3) en overeenkomstig de in bijlage II bij Richtlijn 2010/40/EU vastgestelde beginselen voor specificaties en invoering.

(*3) Besluit nr. 585/2014/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 inzake de uitrol van de interoperabele eCall-dienst in de hele EU (PB L 164 van 3.6.2014, blz. 6).”."

Artikel 6 wordt vervangen door:

“Artikel 6

Voorschriften inzake bescherming van de particuliere levenssfeer en bescherming van gegevens

1. De alarmcentrales, inclusief de eCall-alarmcentrales, worden beschouwd als verwerkingsverantwoordelijken in de zin van artikel 4, lid 7, van Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad (*4). Wanneer de eCall-gegevens overeenkomstig artikel 3, lid 5, van de onderhavige verordening naar andere centrale meldkamers of dienstverleningspartners moeten worden gezonden, worden die laatsbedoelden eveneens als verwerkingsverantwoordelijken beschouwd.

2. De lidstaten zien erop toe dat de protocollen voor de verwerking van persoonsgegevens, met inbegrip van de overeenkomstig artikel 7, lid 2, vastgestelde bewaartermijnen, op het juiste niveau worden opgesteld en naar behoren in acht worden genomen.

(*4) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).”."

Lid 2 van artikel 7 wordt vervangen door:

“2. Hiertoe worden, met inachtneming van andere bestaande maatregelen inzake de behandeling van noodcommunicatie naar 112, de ruwe MSD die samen met de eCall wordt ontvangen en de MSD-inhoud die aan de eCall-centralist wordt gepresenteerd gedurende een bepaalde periode bewaard overeenkomstig de nationale regelgeving of, bij gebrek aan nationale regelgeving, niet langer dan tien jaar.”

Artikel 8 wordt vervangen door:

“Artikel 8

Verslaglegging

De lidstaten brengen uiterlijk 1 april 2026 bij de Commissie verslag uit over de uitvoering van deze verordening. Het verslag bevat op zijn minst de lijst van autoriteiten die bevoegd zijn voor het beoordelen van de conformiteit van de werking van de eCall-alarmcentrales, de lijst en de geografische werksfeer van de eCall-alarmcentrales, de beschrijving van de conformiteitstests en de beschrijving van de protocollen op het gebied van bescherming van de particuliere levenssfeer en bescherming van gegevens.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing op nieuwe infrastructuur die met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening wordt ingevoerd. Zij is met ingang van 1 januari 2026 van toepassing op infrastructuur die op de datum van inwerkingtreding van deze verordening al is ingevoerd.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 6 februari 2024.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN

(1) PB L 207 van 6.8.2010, blz. 1.

(2) Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 305/2013 van de Commissie van 26 november 2012 tot aanvulling van Richtlijn 2010/40/EU van het Europees Parlement en de Raad, wat de geharmoniseerde voorziening in de gehele Unie van een interoperabele eCall betreft (PB L 91 van 3.4.2013, blz. 1).

(3) Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s “Strategie voor duurzame en slimme mobiliteit — Het Europees vervoer op het juiste spoor naar de toekomst” (COM(2020) 789 final van 9.12.2020).

(4) Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12).

(5) Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 tot vaststelling van het Europees wetboek voor elektronische communicatie (PB L 321 van 17.12.2018, blz. 36).

(6) Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/444 van de Commissie van 16 december 2022 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2018/1972 van het Europees Parlement en de Raad met maatregelen om een effectieve toegang tot noodhulpdiensten via noodcommunicatie met het uniforme Europese alarmnummer 112 te waarborgen (PB L 65 van 2.3.2023, blz. 1).

(7) Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming) (PB L 119 van 4.5.2016, blz. 1).

(8) Richtlijn 2002/58/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 juli 2002 betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie (richtlijn betreffende privacy en elektronische communicatie) (PB L 201 van 31.7.2002, blz. 37).

(9) Verordening (EU) 2018/1725 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door de instellingen, organen en instanties van de Unie en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 45/2001 en Besluit nr. 1247/2002/EG (PB L 295 van 21.11.2018, blz. 39).