(1)

De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen, wijzigen en verlengen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003.

(2)

Voor een preparaat van endo–1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Aspergillus oryzae DSM 26372, is voor een periode van tien jaar een vergunning verleend als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestpluimvee, gespeende biggen en mestvarkens bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 1206/2012 van de Commissie (2), voor zogende zeugen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/995 van de Commissie (3) en voor legkippen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/1034 van de Commissie (4).

(3)

Overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag ingediend voor de verlenging van de vergunning voor het preparaat van endo–1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Aspergillus oryzae DSM 26372, als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestpluimvee, gespeende biggen, mestvarkens, zogende zeugen en legkippen, waarbij is verzocht om het toevoegingsmiddel in te delen in de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “verteringsbevorderaars”. In het kader van die aanvraag heeft de vergunninghouder ook voorgesteld de voorwaarden van de vergunning voor het betrokken preparaat te wijzigen door overeenkomstig artikel 13, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 te verzoeken om een wijziging van de productiestam van Aspergillus oryzae DSM 26372 naar Aspergillus oryzae DSM 33700. De krachtens artikel 14, lid 2, vereiste nadere gegevens en documenten en de relevante gegevens ter staving van het wijzigingsverzoek waren bij de aanvraag gevoegd.

(4)

Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag ingediend voor de verlening van een vergunning voor nieuwe toepassingen van het preparaat van endo–1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Aspergillus oryzae DSM 33700. De aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor dat preparaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle pluimveesoorten en alle Suidae, waarbij is verzocht dat toevoegingsmiddel in te delen in de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “verteringsbevorderaars”. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste nadere gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd.

(5)

De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 26 september 2023 (5) geconcludeerd dat het preparaat van endo–1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Aspergillus oryzae DSM 33700, onder de momenteel toegestane gebruiksvoorwaarden veilig blijft voor mestpluimvee, gespeende biggen, mestvarkens, zogende zeugen en legkippen, alsook voor de consument en het milieu. Zij heeft ook geconcludeerd dat het toevoegingsmiddel onder de aanbevolen gebruiksvoorwaarden veilig is voor alle pluimveesoorten en alle Suidae, de consument en het milieu. De EFSA heeft voorts verklaard dat beide formuleringen van het toevoegingsmiddel (vloeibaar en vast) niet irriterend zijn voor de huid. De vloeibare formulering is niet irriterend voor de ogen, maar er kunnen geen conclusies worden getrokken over de vraag of de vaste formulering irriterend voor de ogen kan zijn. Door het gebrek aan gegevens kon de EFSA geen conclusies trekken over de vraag of beide formuleringen van het toevoegingsmiddel huidallergeen zouden kunnen zijn. Gezien het feit dat de werkzame stof (xylanase) een proteïneachtige stof is, wordt het toevoegingsmiddel als inhalatieallergeen beschouwd. Wat de voorgestelde nieuwe toepassingen voor de aanvullende doelsoorten betreft, heeft de EFSA geconcludeerd dat het toevoegingsmiddel bij de voorgestelde gebruiksvoorwaarden werkzaam kan zijn bij alle pluimveesoorten en alle Suidae. De EFSA heeft verder geconcludeerd dat het preparaat van endo–1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Aspergillus oryzae DSM 33700, werkzaam blijft voor mestpluimvee, gespeende biggen, mestvarkens, zogende zeugen en legkippen. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen achtte de EFSA niet nodig.

(6)

Het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was van oordeel dat de conclusies en aanbevelingen van de beoordeling van de analysemethode voor endo–1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Aspergillus oryzae DSM 33700, als toevoegingsmiddel voor diervoeding die in het kader van de vorige vergunning zijn uitgebracht, geldig zijn en van toepassing zijn op de huidige aanvraag. Overeenkomstig artikel 5, lid 4, punt c), van Verordening (EG) nr. 378/2005 van de Commissie (6) is een evaluatieverslag van het referentielaboratorium derhalve niet vereist.

(7)

Gezien het bovenstaande is de Commissie van oordeel dat het preparaat van endo–1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Aspergillus oryzae DSM 33700, voldoet aan de voorwaarden voor de verlening van een vergunning van artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003. De vergunning voor dat toevoegingsmiddel moet daarom worden verlengd voor mestpluimvee, gespeende biggen, mestvarkens, zogende zeugen en legkippen, en voor het gebruik van dat preparaat moet een vergunning worden verleend voor alle pluimveesoorten, met uitzondering van mest- en legpluimvee, en voor alle Suidae met uitzondering van gespeende biggen, mestvarkens en zogende zeugen. Daarnaast is de Commissie van oordeel dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om ongunstige gevolgen voor de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel te voorkomen. Die beschermende maatregelen mogen geen afbreuk doen aan andere veiligheidsvoorschriften voor werknemers uit hoofde van het Unierecht.

(8)

Doordat de vergunning voor het preparaat van endo–1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Aspergillus oryzae DSM 33700, als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestpluimvee, gespeende biggen, mestvarkens, zogende zeugen en legkippen wordt verlengd, moeten de Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 1206/2012, (EU) 2020/995 en (EU) 2020/1034 worden ingetrokken.

(9)

Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing van de wijzigingen van de vergunningsvoorwaarden voor het preparaat van endo–1,4-bèta-xylanase, geproduceerd door Aspergillus oryzae DSM 33700, voor mestpluimvee, gespeende biggen, mestvarkens, zogende zeugen en legkippen vereisen, moet een overgangsperiode worden vastgesteld om de belanghebbende partijen in staat te stellen zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen als gevolg van de verlenging van de vergunning te voldoen.

(10)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,