European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie L


2024/995

26.3.2024

BESLUIT (EU, Euratom) 2024/995 VAN DE RAAD

van 12 maart 2024

tot machtiging tot het openen van onderhandelingen met de Zwitserse Bondsstaat over institutionele bepalingen in overeenkomsten tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat met betrekking tot de interne markt, over een overeenkomst inzake de deelname van de Zwitserse Bondsstaat aan Unieprogramma’s en over een overeenkomst die de basis vormt voor de permanente bijdrage van de Zwitserse Bondsstaat aan de cohesie van de Unie

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 217, in samenhang met artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 101,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In de loop der jaren hebben de betrekkingen tussen de Unie en de Zwitserse Bondsstaat (“Zwitserland”) zich ontwikkeld in de richting van een hogere graad van onderlinge integratie. Zwitserland heeft toegang gekregen tot een aantal sectoren die verband houden met de interne markt en er werd machtiging verleend tot onderhandelingen met het oog op het uitbreiden van de deelname van Zwitserland aan de interne markt.

(2)

Bij het Besluit van de Raad van 6 mei 2014 (1) werd machtiging verleend tot het openen van onderhandelingen tussen de Unie en Zwitserland over een institutionele kaderovereenkomst voor de bilaterale betrekkingen (“institutionele kaderovereenkomst”).

(3)

In november 2018 legden de Commissie en Zwitserland de laatste hand aan de ontwerptekst van een institutionele kaderovereenkomst.

(4)

In mei 2021 brak Zwitserland de onderhandelingen over een institutionele kaderovereenkomst eenzijdig af.

(5)

In februari 2022 presenteerde de Zwitserse Bondsraad een alternatief, bestaande uit een breed pakket maatregelen met betrekking tot de bilaterale betrekkingen tussen de Unie en Zwitserland, waaronder een nieuwe aanpak met betrekking tot de institutionele elementen. De institutionele elementen zouden worden opgenomen in elke bilaterale overeenkomst met betrekking tot de interne markt in plaats van in een horizontale overeenkomst.

(6)

In het licht van de resultaten van de verkennende gesprekken die sinds maart 2022 tussen de Commissie en Zwitserland zijn gehouden en voortbouwend op het mandaat van 2014 voor een institutionele kaderovereenkomst en op eerdere mandaten voor overeenkomsten over elektriciteit, gezondheid, voedselveiligheid en de deelname van Zwitserland aan de agentschappen van de Europese Unie voor het ruimteprogramma en voor de spoorwegen, beval de Commissie aan om onderhandelingen met Zwitserland te openen over een breed pakket, dat institutionele bepalingen zou omvatten die moeten worden opgenomen in bestaande en toekomstige overeenkomsten met betrekking tot de interne markt en die voorzien in een dynamische afstemming op het acquis van de Unie, in uniforme interpretatie en toepassing van die overeenkomsten en van het acquis van de Unie en in geschillenbeslechting, alsook bepalingen inzake staatssteun die moeten worden opgenomen in bestaande en toekomstige overeenkomsten met betrekking tot de interne markt. Dat pakket zou ook nieuwe overeenkomsten over elektriciteit, gezondheid en voedselveiligheid omvatten, alsook een overeenkomst die in de deelname van Zwitserland aan Unieprogramma’s voorziet, een overeenkomst die in de deelname van Zwitserland aan het Agentschap van de Europese Unie voor het ruimtevaartprogramma voorziet, een juridisch bindend mechanisme dat de permanente financiële bijdrage van Zwitserland aan de vermindering van de economische en sociale verschillen in de Unie waarborgt, alsook andere elementen, zoals de financiële bijdrage van Zwitserland voor zijn toegang tot en gebruik van informatiesystemen van de Unie.

(7)

Voorwaarde voor de voortdurende deelname van Zwitserland aan de interne markt en de mogelijke uitbreiding van die deelname is dat de regels die van toepassing zijn op de betrekkingen met Zwitserland op de gebieden die onder de overeenkomsten tussen de Unie en Zwitserland met betrekking tot de interne markt (de “overeenkomsten met betrekking tot de interne markt”) vallen, dezelfde zijn als die welke gelden voor de interne markt.

(8)

Om homogeniteit en gelijke concurrentievoorwaarden voor de marktdeelnemers binnen de interne markt te waarborgen, moeten de overeenkomsten met betrekking tot de interne markt en de daarin bedoelde Uniehandelingen worden toegepast in overeenstemming met de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie. Dat moet betrekking hebben op alle rechtspraak van voor en na het afsluiten van de onderhandelingen.

(9)

Bovendien vereist de homogeniteit dat het huidige en het toekomstige Unierecht op de onder de overeenkomsten met betrekking tot de interne markt vallende gebieden in die overeenkomsten wordt opgenomen naarmate het wordt vastgesteld, of naarmate het zich ontwikkelt of verandert. Daartoe moet worden voorzien in een opnameprocedure, met een maximumtermijn voor de uitvoering.

(10)

Er moet een onafhankelijk arbitragetribunaal worden opgericht om geschillen te beslechten. Het arbitragetribunaal moet aan het Hof van Justitie van de Europese Unie vragen voorleggen voor een bindende beslissing, wanneer de toepassing van bepalingen van de overeenkomsten met betrekking tot de interne markt concepten van Unierecht omvat, met inbegrip van mogelijke uitzonderingen en waarborgen.

(11)

In alle bestaande en toekomstige overeenkomsten met betrekking tot de interne markt moeten identieke institutionele bepalingen worden opgenomen om een gecoördineerde en samenhangende toepassing van de overeenkomsten te vergemakkelijken. Die institutionele bepalingen zouden met name in de volgende bestaande overeenkomsten worden opgenomen: de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Zwitserse Bondsstaat, anderzijds, over het vrije verkeer van personen (2) (de “overeenkomst over het vrije verkeer van personen”), de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake luchtvervoer (3) (de “overeenkomst inzake luchtvervoer”), de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake het goederen- en personenvervoer per spoor en over de weg (4) (de “overeenkomst inzake het goederen- en personenvervoer per spoor en over de weg”), de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling (5) en de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten (6), alle ondertekend in Luxemburg op 21 juni 1999. Die institutionele bepalingen zouden ook worden opgenomen in toekomstige overeenkomsten over elektriciteit en voedselveiligheid. Zij moeten van overeenkomstige toepassing zijn op een toekomstige overeenkomst inzake gezondheid, indien die overeenkomst voorziet in de deelname van Zwitserland aan Uniemechanismen en -netwerken.

(12)

Teneinde gelijke concurrentievoorwaarden op de interne markt te garanderen, moeten de voor de lidstaten en voor Zwitserland geldende staatssteunregels worden opgenomen in de bestaande overeenkomst inzake luchtvervoer en in de bestaande overeenkomst inzake het goederen- en personenvervoer per spoor en over de weg, alsook in toekomstige overeenkomsten met betrekking tot de interne markt, waaronder een overeenkomst inzake elektriciteit. Bovendien moet de beoordeling van alle staatssteun in Zwitserland gebaseerd zijn op materiële en procedurele regels die gelijkwaardig zijn aan de regels die binnen de Unie worden toegepast.

(13)

Onverminderd de verplichting om het huidige en het toekomstige Unierecht op te nemen in de overeenkomst over het vrije verkeer van personen, en dergelijk Unierecht uit te leggen in overeenstemming met de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie en met inachtneming van de beginselen van non-discriminatie tussen de lidstaten en van wederkerigheid, kunnen specifieke bepalingen worden overeengekomen die, ongeacht het toekomstige Unierecht, Zwitserland de mogelijkheid voorbehouden om bepaalde maatregelen vast te stellen of te handhaven. Die maatregelen mogen niet leiden tot een vermindering van de rechten die burgers van de Unie momenteel genieten uit hoofde van de overeenkomst over het vrije verkeer van personen.

(14)

Onverminderd de verplichting om het huidige en het toekomstige Unierecht op het gebied van de detachering van werknemers in de overeenkomst over het vrije verkeer van personen op te nemen en dat Unierecht uit te leggen in overeenstemming met de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, kunnen specifieke bepalingen worden overeengekomen die, ongeacht het toekomstige Unierecht, Zwitserland de mogelijkheid voorbehouden bepaalde maatregelen vast te stellen of te handhaven om rekening te houden met de specifieke kenmerken van de Zwitserse arbeidsmarkt en de toepassing van de overeenkomst over het vrije verkeer van personen te waarborgen.

(15)

Onverminderd de verplichting om het huidige en het toekomstige Unierecht op de onder de overeenkomst inzake het goederen- en personenvervoer per spoor en over de weg vallende gebieden op te nemen en dergelijk Unierecht uit te leggen in overeenstemming met de rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie, kunnen specifieke bepalingen worden overeengekomen die, ongeacht het toekomstige Unierecht, Zwitserland de mogelijkheid voorbehouden om bepaalde maatregelen vast te stellen of te handhaven. Die maatregelen mogen geen wijziging brengen in het toepassingsgebied van de overeenkomst over het goederen- en personenvervoer per spoor en over de weg, dat internationaal passagiersvervoer omvat, met uitzondering van vervoer in Zwitserland dat zuiver binnenlands is, d.w.z. nationaal langeafstands-, regionaal en lokaal vervoer.

(16)

Met het doel de langdurige en succesvolle samenwerking tussen de Unie en Zwitserland te consolideren en te verdiepen, met name op het gebied van onderzoek en innovatie, onderwijs, opleiding, jeugd, sport en cultuur, alsook op andere gebieden van gemeenschappelijk belang, moet onderhandeld worden over een overeenkomst die een meer systematische deelname van Zwitserland aan Unieprogramma’s in de toekomst mogelijk maakt. In die overeenkomst moeten de algemene voorwaarden voor de deelname van Zwitserland aan Unieprogramma’s worden vastgelegd. Er moet ook overeenstemming worden bereikt over de specifieke voorwaarden voor de deelname van Zwitserland aan de Unieprogramma’s voor de periode 2021-2027, met name de programma’s voor onderzoek en innovatie, de activiteiten van de Europese gemeenschappelijke onderneming voor ITER en de ontwikkeling van fusie-energie, het programma Digitaal Europa, Erasmus+, het programma Creatief Europa, het EU4Health-programma en Copernicus.

(17)

In het licht van de deelname van Zwitserland aan de interne markt van de Unie en om de voortdurende en evenwichtige versterking van de onderlinge economische en sociale betrekkingen tussen de Unie en Zwitserland aan te moedigen, moet een nieuw juridisch bindend mechanisme worden ingesteld om te voorzien in een regelmatige, onderling overeengekomen en billijke financiële bijdrage van Zwitserland aan de vermindering van de economische en sociale verschillen tussen de regio’s van beide partijen. Dat nieuwe juridisch bindende mechanisme moet klaar zijn voor het volgende meerjarig financieel kader van de Unie.

(18)

Onverminderd de huidige reikwijdte van de in dit besluit bedoelde onderhandelingen, zou het, indien Zwitserland blijk geeft van belangstelling voor een uitbreiding van het overeengekomen toepassingsgebied, in het belang van de Unie zijn om ook andere gebieden in het toepassingsgebied op te nemen, zoals de verkenning, modernisering en ontwikkeling van de op 22 juli 1972 (7) ondertekende Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat, die over vrijhandel gaat, met name wat verwerkte landbouwproducten betreft. Een dergelijke uitbreiding van de reikwijdte van de onderhandelingen zou een machtiging overeenkomstig de desbetreffende procedures vergen, met name omdat de Unie moet beoordelen of een dergelijke uitbreiding van de reikwijdte van de onderhandelingen op dat moment nog steeds in het belang van de Unie is,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De Commissie wordt gemachtigd om namens de Unie onderhandelingen te openen over een breed pakket maatregelen met betrekking tot de bilaterale betrekkingen met de Zwitserse Bondsstaat, bestaande uit:

institutionele bepalingen in bilaterale overeenkomsten en, indien nodig, specifieke aanpassingen van bilaterale overeenkomsten;

een overeenkomst over de deelname van Zwitserland aan Unieprogramma’s;

een juridisch bindend mechanisme om te voorzien in wederzijds overeengekomen en billijke financiële bijdragen van Zwitserland ter vermindering van de economische en sociale verschillen tussen regio’s, en

bepalingen inzake de financiële bijdrage van Zwitserland voor zijn toegang tot en gebruik van bepaalde informatiesystemen van de Unie.

2.   De onderhandelingen worden gevoerd op basis van de in het addendum bij dit besluit opgenomen onderhandelingsrichtsnoeren van de Raad.

Artikel 2

De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met de Groep Europese Vrijhandelsassociatie (Groep EVA), die optreedt als speciaal comité overeenkomstig artikel 218, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en op basis van de richtsnoeren in het addendum bij dit besluit.

Artikel 3

Dit besluit vervangt het besluit van de Raad van 6 mei 2014 houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een institutioneel kader voor de bilaterale betrekkingen, en trekt het in.

Artikel 4

Het besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel, 12 maart 2024.

Voor de Raad

De voorzitter

V. VAN PETEGHEM


(1)  Besluit van de Raad van 6 mei 2014 houdende machtiging tot het openen van onderhandelingen over een overeenkomst tussen de Europese Unie en de Zwitserse Bondsstaat betreffende een institutioneel kader voor de bilaterale betrekkingen.

(2)   PB L 114 van 30.4.2002, blz. 6.

(3)   PB L 114 van 30.4.2002, blz. 73.

(4)   PB L 114 van 30.4.2002, blz. 91.

(5)   PB L 114 van 30.4.2002, blz. 369.

(6)   PB L 114 van 30.4.2002, blz. 132.

(7)  Overeenkomst tussen de Europese Economische Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat (PB L 300 van 31.12.1972, blz. 189).


ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/995/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)