European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie L


2024/956

26.3.2024

BESLUIT (EU) 2024/956 VAN DE RAAD

van 4 maart 2024

over het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt wat betreft de wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden (Edirpa)

(Voor de EER relevante tekst)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 173, lid 3, in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien Verordening (EG) nr. 2894/94 van de Raad van 28 november 1994 houdende bepaalde wijzen van toepassing van de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (1), en met name artikel 1, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (2) (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd) is op 1 januari 1994 in werking getreden.

(2)

Op grond van artikel 98 van de EER-overeenkomst kan onder meer Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst, betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden, bij besluit van het Gemengd Comité van de EER worden gewijzigd.

(3)

Het is wenselijk de samenwerking van de overeenkomstsluitende partijen bij de EER-overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EU) 2023/2418 van het Europees Parlement en de Raad (3).

(4)

Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst moet derhalve worden gewijzigd om de uitgebreide samenwerking met terugwerkende kracht vanaf 27 oktober 2023 mogelijk te maken.

(5)

Het standpunt van de Unie in het Gemengd Comité van de EER moet derhalve te worden gebaseerd op het aangehechte ontwerpbesluit,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Het namens de Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt over de voorgestelde wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden moet worden gebaseerd op het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gemengd Comité van de EER.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.

Gedaan te Brussel, 4 maart 2024.

Voor de Raad

De voorzitter

A. VERLINDEN


(1)   PB L 305 van 30.11.1994, blz. 6.

(2)   PB L 1 van 3.1.1994, blz. 3.

(3)  Verordening (EU) 2023/2418 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 tot vaststelling van een instrument voor de versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (Edirpa) (PB L, 2023/2418, 26.10.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2418/oj).


ONTWERP

BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. …

van …

tot wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst betreffende samenwerking op specifieke gebieden buiten de vier vrijheden

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (de “EER-overeenkomst”), en met name de artikelen 86 en 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Het is wenselijk de samenwerking tussen de partijen bij de EER-overeenkomst uit te breiden tot Verordening (EU) 2023/2418 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 tot vaststelling van een instrument voor de versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (Edirpa) (1).

(2)

Het is wenselijk dat de deelname van de EVA-staten aan de activiteiten in het kader van Verordening (EU) 2023/2418 aanvangt op 27 oktober 2023, ongeacht wanneer dit besluit wordt vastgesteld en ongeacht of er na 10 juli 2023 kennisgeving van wordt gedaan dat is voldaan aan eventuele grondwettelijke vereisten voor dit besluit.

(3)

In de EVA-staten gevestigde entiteiten moeten de mogelijkheid hebben om deel te nemen aan activiteiten die van start gaan vóór de inwerkingtreding van dit besluit. De kosten voor activiteiten waarvan de uitvoering is gestart na 27 oktober 2023, kunnen in aanmerking komen voor subsidie onder dezelfde voorwaarden als de kosten die worden gemaakt door in de EU-lidstaten gevestigde entiteiten, mits dit besluit in werking treedt voor het einde van de betrokken activiteit. De in artikel 6, lid 3, van Verordening (EU) 2023/2418 opgenomen clausule inzake acties die met terugwerkende kracht subsidiabel zijn, is eveneens van toepassing.

(4)

De voorwaarden voor de deelname van de EVA-staten en hun instellingen, ondernemingen, organisaties en onderdanen aan programma’s van de Europese Unie zijn uiteengezet in de EER-overeenkomst, en met name in artikel 81.

(5)

Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd om deze uitgebreide samenwerking met ingang van 27 oktober 2023 mogelijk te maken,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

In Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst wordt na artikel 7, lid 15, het volgende lid ingevoegd:

“16.

32023 R 2418: Verordening (EU) 2023/2418 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023 tot vaststelling van een instrument voor de versterking van de Europese defensie-industrie door middel van gemeenschappelijke aanbestedingen (Edirpa) (PB L, 2023/2418, 26.10.2023, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/2418/oj).

De EVA-staten nemen met ingang van 27 oktober 2023 deel aan acties van de Unie in het kader van de onderstaande begrotingsonderdelen die in de algemene begroting van de Europese Unie zijn opgenomen:

Begrotingsonderdeel 13 01 04: “Ondersteunende uitgaven voor het kortetermijninstrument voor gemeenschappelijke aanbestedingen op defensiegebied”

Begrotingsonderdeel 13 06 01: “Kortetermijninstrument voor gemeenschappelijke aanbestedingen op defensiegebied”.

De kosten voor activiteiten waarvan de uitvoering start na 27 oktober 2023, of wanneer de in artikel 6, lid 3, van Verordening (EU) 2023/2418 opgenomen voorwaarden zijn vervuld, na 24 februari 2022, kunnen in aanmerking komen voor subsidie vanaf de aanvangsdatum van de activiteit die in de betrokken subsidieovereenkomst of de betrokken subsidiebesluiten is vastgesteld, onder de daarin vastgestelde voorwaarden, mits Besluit van het Gemengd Comité van de EER nr. … van … [dit besluit] in werking treedt vóór het einde van de activiteit.

IJsland en Liechtenstein worden vrijgesteld van deelname en financiële bijdrage aan het instrument dat is ingesteld bij Verordening (EU) 2023/2418.”.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de laatste kennisgeving zoals bedoeld in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst (*1).

Het is van toepassing met ingang van 27 oktober 2023.

Artikel 3

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te …, …

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

De secretarissen

van het Gemengd Comité van de EER


(1)   PB L, 2023/2418, 26.10.2023.

(*1)  [Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.] [Grondwettelijke vereisten aangegeven.]


Verklaring van de EVA-staten bij Besluit nr. … [dit besluit] tot wijziging van Protocol nr. 31 bij de EER-overeenkomst tot uitbreiding van de samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen om te voorzien in de deelname van de EVA-staten aan het bij Verordening (EU) 2023/2418 ingestelde instrument

Bij dit besluit wordt de samenwerking tussen de overeenkomstsluitende partijen uitgebreid om te voorzien in de deelname van de EVA-staten aan het bij Verordening (EU) 2023/2418 ingestelde instrument (het “instrument”). De EVA-staten zijn van oordeel dat defensieaangelegenheden buiten de werkingssfeer van de EER-overeenkomst vallen en dat met de vaststelling van dit besluit de uitbreiding van de werkingssfeer van de EER-overeenkomst tot defensieaangelegenheden niet verder gaat dat de deelname aan het instrument. Voorts wordt door de EVA-staten nadrukkelijk gewezen op het feit dat IJsland en Liechtenstein niet deelnemen en ook niet financieel bijdragen aan het instrument.


ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2024/956/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)