Publicatieblad |
NL Serie L |
2024/766 |
5.3.2024 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2024/766 VAN DE COMMISSIE
van 1 maart 2024
tot wijziging van Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 wat betreft de berekening van de CO2-besparingen en van de statistische marge voor bepaalde niet-extern oplaadbare hybride elektrische personenauto’s
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2019/631 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 tot vaststelling van CO2-emissienormen voor nieuwe personenauto’s en nieuwe lichte bedrijfsvoertuigen, en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 443/2009 en (EU) nr. 510/2011 (1), en met name artikel 11, lid 4,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 25 juli 2023 heeft de fabrikant BMW AG (“de aanvrager”) overeenkomstig artikel 12 bis van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 van de Commissie (2), dat op die datum van toepassing was, een verzoek ingediend om Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 van de Commissie (3) te wijzigen om de berekening van de CO2-besparingen en van de statistische marge voor bepaalde niet-extern oplaadbare hybride elektrische voertuigen aan te passen aan de in Verordening (EU) 2017/1151 van de Commissie (4) vastgestelde methode. |
(2) |
Verordening (EU) 2017/1151, zoals gewijzigd bij Verordening (EU) 2023/443 van de Commissie (5), voorziet in een alternatieve aanpak om de onevenwichtige laadniveaus van de batterijen van bepaalde niet-extern oplaadbare hybride elektrische voertuigen te corrigeren, die gebaseerd is op een generieke emissiefactor die afhankelijk is van het motortype. De aanvrager heeft verzocht om die benadering te mogen gebruiken voor de berekening van de CO2-besparingen en van de statistische marge voor de innoverende technologie die bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 is goedgekeurd. |
(3) |
Rekening houdend met de argumenten van de aanvrager is het passend de in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 vastgestelde testmethode te wijzigen om ervoor te zorgen dat voertuigfabrikanten die de bij Verordening (EU) 2023/443 ingevoerde alternatieve aanpak toepassen, niet met onnodige testlasten worden geconfronteerd wanneer zij de certificering van CO2-besparingen aanvragen overeenkomstig Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119. |
(4) |
Hoewel de aanvrager heeft verzocht de alternatieve aanpak op basis van een alternatorefficiëntie van 0,67 te mogen gebruiken, is het passend om consequent de in Verordening (EU) 2017/1151 vastgestelde aanpak te volgen en een alternatorefficiëntie van 1 toe te passen voor het bepalen van de CO2-besparingen en de statistische marge, en de in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 vastgestelde testmethode dienovereenkomstig aan te passen. |
(5) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 1 maart 2024.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 111 van 25.4.2019, blz. 13, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2019/631/oj.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 725/2011 van de Commissie van 25 juli 2011 tot vaststelling van een procedure voor de goedkeuring en certificering van innoverende technologieën ter beperking van de CO2-emissies van personenauto’s uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 194 van 26.7.2011, blz. 19, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2011/725/oj).
(3) Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 van de Commissie van 28 juni 2019 betreffende de goedkeuring van de efficiënte buitenverlichting van voertuigen met behulp van lichtdioden voor gebruik in voertuigen met verbrandingsmotor en niet-extern oplaadbare hybride elektrische voertuigen als innoverende technologie ter beperking van de CO2-emissies van personenauto’s uit hoofde van Verordening (EG) nr. 443/2009 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 176 van 1.7.2019, blz. 67, ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2019/1119/oj).
(4) Verordening (EU) 2017/1151 van de Commissie van 1 juni 2017 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie, en van Verordening (EU) nr. 1230/2012 van de Commissie, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie (PB L 175 van 7.7.2017, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2017/1151/oj).
(5) Verordening (EU) 2023/443 van de Commissie van 8 februari 2023 tot wijziging van Verordening (EU) 2017/1151 wat betreft de typegoedkeuringsprocedures voor de emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (PB L 66 van 2.3.2023, blz. 1, ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2023/443/oj).
BIJLAGE
De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2019/1119 wordt als volgt gewijzigd:
1. |
In punt 4.1.2 wordt de volgende alinea toegevoegd: “Bij wijze van alternatief en op verzoek van de fabrikant kunnen de totale CO2-besparingen van het verlichtingspakket worden berekend overeenkomstig de methode van punt 4.1.1, waarbij de coëfficiënt ηΑ op 1 wordt gesteld.”. |
2. |
In punt 4.2.2 wordt de volgende alinea toegevoegd na formule 9: “Indien de in punt 4.1.2, laatste alinea, bedoelde methode wordt toegepast, wordt de statistische marge van het verlichtingspakket berekend overeenkomstig punt 4.2.1, waarbij de coëfficiënt ηΑ op 1 wordt gesteld.”. |
ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2024/766/oj
ISSN 1977-0758 (electronic edition)