BESLUIT (EU) 2023/2621 VAN DE RAAD

van 9 november 2023

tot machtiging tot het openen van onderhandelingen over overeenkomsten, in de vorm van een briefwisseling, tot wijziging en aanvulling van de overeenkomsten inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en respectievelijk de Democratische Volksrepubliek Algerije, de Arabische Republiek Egypte, het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, de Republiek Libanon en het Koninkrijk Marokko, waarin de voorwaarden worden vastgelegd voor hun deelname aan het door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezette partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) wat Horizon Europa betreft

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 186, in samenhang met artikel 218, leden 3 en 4,

Gezien de aanbeveling van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

In Besluit (EU) 2017/1324 van het Europees Parlement en de Raad (1) zijn de voorwaarden vastgelegd voor de deelname van lidstaten en derde landen (de “deelnemende landen”) aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief), met name de financiële verplichtingen en hun deelname aan de bestuursstructuren van het Prima-initiatief.

(2)

Bij Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad (2) is het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) (“Horizon 2020”) vastgesteld. De financiële bijdrage van de Unie aan het Prima-initiatief wordt gefinancierd uit de kredieten van de algemene begroting van de Unie die zijn toegewezen aan de relevante delen van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon 2020, als vastgesteld bij Besluit 2013/743/EU van de Raad (3).

(3)

De volgende 19 landen zijn overeengekomen het Prima-initiatief gezamenlijk uit te voeren door financiële bijdragen vast te leggen: Cyprus, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Kroatië, Luxemburg, Malta, Portugal, Slovenië en Spanje; de met Horizon 2020 geassocieerde derde landen Israël, Tunesië en Turkije, en de niet met Horizon 2020 geassocieerde derde landen Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon en Marokko.

(4)

Krachtens Besluit (EU) 2017/1324 moeten alle deelnemende landen dezelfde rechten en plichten hebben. Krachtens artikel 1, lid 2, van Besluit (EU) 2017/1324, worden Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon en Marokko deelnemende staten onder voorbehoud van de sluiting van internationale overeenkomsten inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking met de Unie waarin de voorwaarden voor hun deelname aan het Prima-initiatief zijn vastgelegd.

(5)

De overeenkomsten inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Unie en respectievelijk Algerije (4), Egypte (5), Jordanië (6), Libanon (7) en Marokko (8), waarin de voorwaarden voor hun deelname aan het Prima-initiatief zijn vastgelegd (de “WTS-overeenkomsten”), blijven van kracht zolang Besluit (EU) 2017/1324 van kracht is.

(6)

Op grond van artikel 2 van de WTS-overeenkomsten hebben de Unie en de respectieve autoriteiten van Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon en Marokko uitvoeringsregelingen voor wederzijdse bijstand (de “uitvoeringsregelingen”) ondertekend. De uitvoeringsregelingen hebben, met name, betrekking op de toepassing van artikel 10, lid 2, en artikel 11, leden 3 en 4, van Besluit (EU) 2017/1324 op door de Unie gefinancierde acties onder contract, als bedoeld in artikel 6, lid 1, punt a), van Besluit (EU) 2017/1324.

(7)

De Commissie heeft een voorstel ingediend voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Besluit (EU) 2017/1324 wat betreft voortzetting van de deelname van de Unie aan het Prima-initiatief in het kader van Horizon Europa, waarmee wordt beoogd de financiële bijdrage van de Unie aan het Prima-initiatief voor de periode 2025-2027 uit te breiden met kredieten van de algemene begroting van de Unie die zijn toegewezen aan de relevante onderdelen van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa, zoals vastgesteld bij Besluit (EU) 2021/764 van de Raad (9).

(8)

Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon en Marokko hebben blijk gegeven van hun belangstelling om te blijven deelnemen aan het Prima-initiatief met betrekking tot Horizon Europa. Om te zorgen voor voortzetting van hun deelname en betrokkenheid op voet van gelijkheid met alle deelnemende landen, moeten Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon en Marokko, die niet zijn geassocieerd met Horizon Europa, de nieuwe voorwaarden van Besluit (EU) 2017/1324 formeel aanvaarden door overeenkomsten te sluiten met de Unie, in de vorm van een briefwisseling, tot wijziging en aanvulling van de WTS-overeenkomsten, met inbegrip van de uitvoeringsregelingen ondertekend op grond van artikel 2 van de WTS-overeenkomsten,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

1. De Commissie wordt gemachtigd om namens de Unie onderhandelingen te openen voor overeenkomsten, in de vorm van een briefwisseling, tot wijziging en aanvulling van de overeenkomsten inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en respectievelijk de Democratische Volksrepubliek Algerije, de Arabische Republiek Egypte, het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, de Republiek Libanon en het Koninkrijk Marokko, waarin de voorwaarden worden vastgelegd voor hun deelname aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) wat Horizon Europa betreft.

2. De onderhandelingen worden gevoerd overeenkomstig de in het addendum bij dit besluit opgenomen onderhandelingsrichtsnoeren.

Artikel 2

De onderhandelingen worden gevoerd in overleg met het speciaal comité als bedoeld in artikel 218, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

Artikel 3

Dit besluit is gericht tot de Commissie.

Gedaan te Brussel, 9 november 2023.

Voor de Raad

De voorzitter

N. CALVIÑO SANTAMARÍA

(1) Besluit (EU) 2017/1324 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2017 betreffende de deelname van de Unie aan een door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezet partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) (PB L 185 van 18.7.2017, blz. 1).

(2) Verordening (EU) nr. 1291/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 tot vaststelling van Horizon 2020 — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van Besluit nr. 1982/2006/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 104).

(3) Besluit 2013/743/EU van de Raad van 3 december 2013 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van “Horizon 2020” — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie (2014-2020) en tot intrekking van de Besluiten 2006/971/EG, 2006/972/EG, 2006/973/EG, 2006/974/EG en 2006/975/EG (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 965).

(4) Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Democratische Volksrepubliek Algerije, waarin de voorwaarden voor de deelname van de Democratische Volksrepubliek Algerije aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) worden vastgesteld (PB L 316 van 1.12.2017, blz. 3).

(5) Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Arabische Republiek Egypte, waarin de voorwaarden voor de deelname van de Arabische Republiek Egypte aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) zijn vastgesteld (PB L 316 van 1.12.2017, blz. 9).

(6) Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, waarin de voorwaarden voor de deelname van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) worden vastgesteld (PB L 348 van 29.12.2017, blz. 29).

(7) Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en de Republiek Libanon, waarin de voorwaarden voor de deelname van de Republiek Libanon aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) worden vastgesteld (PB L 79 van 22.3.2018, blz. 3).

(8) Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Marokko, waarin de voorwaarden voor de deelname van het Koninkrijk Marokko aan het partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) worden vastgesteld (PB L 106 van 26.4.2018, blz. 3).

(9) Besluit (EU) 2021/764 van de Raad van 10 mei 2021 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Besluit 2013/743/EU (PB L 167 I van 12.5.2021, blz. 1).

BIJLAGE

RICHTSNOEREN VOOR DE ONDERHANDELING OVER OVEREENKOMSTEN, IN DE VORM VAN EEN BRIEFWISSELING, TOT WIJZIGING EN AANVULLING VAN DE OVEREENKOMSTEN INZAKE WETENSCHAPPELIJKE EN TECHNOLOGISCHE SAMENWERKING tussen de Europese Unie en de Democratische Volksrepubliek Algerije, de Arabische Republiek Egypte, het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, de Republiek Libanon en het Koninkrijk Marokko, waarin de voorwaarden voor hun deelname wat Horizon Europa betreft aan het door verscheidene lidstaten gezamenlijk opgezette partnerschap voor onderzoek en innovatie in het Middellandse Zeegebied (het Prima-initiatief) worden vastgesteld.

In de ondertekende overeenkomsten met de Democratische Volksrepubliek Algerije, de Arabische Republiek Egypte, het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, de Republiek Libanon en het Koninkrijk Marokko is voorzien in de voorwaarden voor de deelname van die niet met Horizon 2020 geassocieerde derde landen aan het Prima-initiatief. De geldende voorwaarden zijn de voorwaarden als vastgesteld in Besluit (EU) 2017/1324 van het Europees Parlement en de Raad (1), en die overeenkomsten blijven van kracht zolang Besluit (EU) 2017/1324 van kracht is.

Besluit (EU) 2017/1324 moet worden gewijzigd om de financiële bijdrage van de Unie aan het Prima-initiatief voor de periode 2025-2027 uit te breiden met kredieten van de algemene begroting van de Unie die zijn toegewezen aan Horizon Europa. Om te kunnen blijven deelnemen aan het Prima-initiatief, moeten de Democratische Volksrepubliek Algerije, de Arabische Republiek Egypte, het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, de Republiek Libanon en het Koninkrijk Marokko de nieuwe verplichtingen uit hoofde van Besluit (EU) 2017/1324 formeel aanvaarden. Er moeten overeenkomsten, in de vorm van een briefwisseling, tot aanvulling van de huidige overeenkomsten worden uitonderhandeld en gesloten zodat die nieuwe rechten en plichten ook gelden voor de Democratische Volksrepubliek Algerije, de Arabische Republiek Egypte, het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, de Republiek Libanon en het Koninkrijk Marokko.

In de overeenkomsten tot wijziging en aanvulling van de huidige overeenkomsten moeten de nieuwe verplichtingen van de desbetreffende derde landen ten opzichte van de Unie worden vastgesteld, waarbij bij voorkeur rechtstreeks wordt verwezen naar de nieuwe voorwaarden als vastgesteld bij Besluit (EU) 2017/1324. De nieuwe verplichtingen moeten alle nieuwe voorwaarden met betrekking tot de financiële bijdragen van de derde landen en met betrekking tot de financiële belangen van de Unie, waaronder de betrokkenheid van het Europees Openbaar Ministerie (EOM), omvatten. De uitvoeringsregelingen voor wederzijdse bijstand die overeenkomstig de huidige overeenkomsten zijn vastgesteld, moeten in de nieuwe overeenkomsten worden opgenomen.

Er moet worden voorzien in voorlopige toepassing na ondertekening, zodat de Democratische Volksrepubliek Algerije, de Arabische Republiek Egypte, het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, de Republiek Libanon en het Koninkrijk Marokko aan het Prima-initiatief kunnen blijven deelnemen.