European flag

Publicatieblad
van de Europese Unie

NL

Serie L


2023/2425

26.10.2023

AANBEVELING (EU) 2023/2425 VAN DE COMMISSIE

van 20 oktober 2023

inzake de coördinatie van de respons bij incidenten die met name het gevolg zijn van de verspreiding van illegale inhoud, vóór de volledige toepassing van Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad (“digitaledienstenverordening”)

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 7170)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 292,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De wereld staat voor een ongekende periode van conflicten en instabiliteit. Er waren de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne en de terroristische aanslag van Hamas in Israël. Door het brede bereik van sociale media weerklinken geweld en oorlog ook steeds vaker online in de Unie. Dit heeft geleid tot een ongekende toename van online verspreide illegale en schadelijke inhoud, met inbegrip van gecoördineerde acties om in de hele Unie desinformatie en onjuiste informatie met betrekking tot dergelijke internationale crises te verspreiden.

(2)

Met name onlineplatforms spelen een belangrijke rol bij de verspreiding van informatie in de hele Unie. Enerzijds vormen onlineplatforms belangrijke communicatiekanalen voor burgers van de Unie en kunnen zij nuttige informatie verstrekken aan regeringen en overheidsinstanties. Zij vergemakkelijken het publieke debat en de verspreiding onder het publiek van informatie, meningen en ideeën, en hebben invloed op de wijze waarop burgers informatie online verkrijgen en doorgeven. Anderzijds kunnen onlineplatforms worden misbruikt als middel om illegale of schadelijke inhoud online te verspreiden en te versterken.

(3)

Met Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad (1) heeft de Unie ter beveiliging van haar online informatieomgeving baanbrekende regels vastgesteld die de essentiële vrijheden op het gebied van informatie beschermen, met name in tijden van conflict, maar die ook een doeltreffende respons vereisen op de verspreiding van illegale online-inhoud en bedreigingen voor het maatschappelijk debat, verkiezingen en de openbare veiligheid. Die verordening draagt bij tot de goede werking van de interne markt voor tussenhandeldiensten door te voorzien in geharmoniseerde regels voor een veilige, voorspelbare en betrouwbare onlineomgeving die innovatie bevordert en waarin de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie verankerde grondrechten doeltreffend worden beschermd (2).

(4)

Daartoe bevat de verordening met name specifieke zorgvuldigheidsverplichtingen die zijn toegesneden op specifieke categorieën aanbieders van tussenhandeldiensten, en stelt zij een governancestructuur in die gericht is op samenwerking en coördinatie tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten en de Commissie bij de monitoring en de handhaving van die verplichtingen, met inbegrip van de mogelijkheid om krachtens artikel 48 crisisprotocollen op te stellen.

(5)

Verordening (EU) 2022/2065 zal pas vanaf 17 februari 2024 volledig van toepassing zijn, maar is nu al van toepassing op de aanbieders van onlineplatforms en onlinezoekmachines die de Commissie op 25 april 2023 op grond van artikel 33, lid 4, van die verordening heeft aangemerkt als zeer grote onlineplatforms of als zeer grote onlinezoekmachines (3). Hoewel de lidstaten pas uiterlijk op 17 februari 2024 hun digitaledienstencoördinatoren en andere nationale bevoegde autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de monitoring en de handhaving van Verordening (EU) 2022/2065, moeten aanduiden (4), kan de Commissie de handhavingsbevoegdheden die haar op grond van hoofdstuk IV, afdeling 4, van die verordening zijn toegekend, reeds inzetten ten aanzien van de zeer grote onlineplatforms en de zeer grote onlinezoekmachines die zij op 25 april 2023 heeft aangewezen (5).

(6)

Voor een doeltreffende monitoring en handhaving van Verordening (EU) 2022/2065 door de Commissie ten aanzien van die aangewezen zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines is echter de bijstand van en actieve samenwerking met de nationale autoriteiten van de lidstaten nodig. In verschillende gevallen verplicht hoofdstuk IV, afdeling 4, van die verordening de Commissie uitdrukkelijk om samen te werken met de Europese Raad voor digitale diensten (“de digitaledienstenraad”) (6), de digitaledienstencoördinatoren en andere nationale bevoegde autoriteiten waaraan de lidstaten voornemens zijn de monitoring en de handhaving van die verordening op hun grondgebied toe te vertrouwen.

(7)

Het feit dat verschillende lidstaten hun digitaledienstencoördinatoren nog niet hebben aangewezen en dat de digitaledienstenraad nog niet is opgericht, bemoeilijkt de monitoring en de handhaving van die verordening door de Commissie vóór de volledige inwerkingtreding ervan met betrekking tot de aangewezen zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines waarop Verordening (EU) 2022/2065 reeds van toepassing is (7). Niettemin is de Commissie vastbesloten de volle werking van die verordening ten aanzien van aanbieders van dergelijke diensten te waarborgen.

(8)

Op de datum van vaststelling van deze aanbeveling is minder dan 10 % van de lidstaten al overgegaan tot de formele aanstelling van een digitaledienstencoördinator. Veel lidstaten hebben echter voorlopig bestaande regelgevende instanties aangewezen om de rol van digitaledienstencoördinator op zich te nemen en hebben nationale wetgevingsprocessen in gang gezet. De Commissie moedigt de lidstaten dan ook aan om, totdat de governancestructuur waarin Verordening (EU) 2022/2065 voorziet, volledig operationeel is, een onafhankelijke autoriteit aan te wijzen die deel zal uitmaken van een informeel netwerk van potentiële digitaledienstencoördinatoren, aangezien zij van essentieel belang zijn voor het identificeren en aanpakken van incidenten die met name het gevolg zijn van de verspreiding van illegale inhoud en die een duidelijk risico inhouden op intimidatie van bevolkingsgroepen en op destabilisatie van politieke en sociale structuren in de Unie of delen daarvan, met inbegrip van incidenten die kunnen leiden tot een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid of de volksgezondheid in de Unie of in aanzienlijke delen daarvan. Zij worden aangemoedigd om regelmatig met elkaar en met de Commissie in een informeel netwerk bijeen te komen met het oog op het bespreken van dergelijke incidenten die het gevolg zijn van de verspreiding van illegale inhoud op zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines, waarop die verordening reeds van toepassing is. Dergelijke incidenten kunnen met name het volgende omvatten: de verspreiding van illegale inhoud met betrekking tot internationale conflicten, terroristische daden, noodsituaties voor de volksgezondheid, verkiezingsprocessen enz.

(9)

De Commissie bevordert ook het beleggen van specifieke vergaderingen naar aanleiding van een incident, om te komen tot een flexibele, gecoördineerde en evenredige respons in het licht van de toepassing van Verordening (EU) 2022/2065 door aanbieders, alsook tussen de instellingen van de Unie en de lidstaten, met het oog op een gestroomlijnde communicatie in dringende situaties en een breed situationeel bewustzijn.

(10)

De lidstaten worden ook aangemoedigd de Commissie bij te staan bij haar taak om Verordening (EU) 2022/2065 te monitoren en te handhaven met betrekking tot aangewezen zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines. In dit verband worden de lidstaten aangemoedigd bewijsmateriaal te verzamelen over de verspreiding van illegale inhoud via zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines op hun grondgebied en dat bewijsmateriaal met de Commissie te delen, zodat zij naar behoren en snel op dergelijke inhoud kan reageren.

(11)

Verordening (EU) 2022/2065 bepaalt niet of een bepaald soort inhoud als illegale inhoud kan worden aangemerkt. De onrechtmatigheid van inhoud wordt bepaald door de nationale wetgeving of, op geharmoniseerde gebieden, door Europese regels. Verschillende rechtshandelingen van de Unie voorzien in een rechtskader met betrekking tot bepaalde specifieke soorten illegale inhoud die online worden gepresenteerd en verspreid, en harmoniseren wat in de hele Unie als illegaal moet worden beschouwd. Bij Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad (8) worden met name minimumvoorschriften vastgesteld betreffende de definitie van misdrijven en sancties op het gebied van terroristische misdrijven, misdrijven in verband met een terroristische groepering en misdrijven in verband met terroristische activiteiten, alsmede maatregelen voor de bescherming en ondersteuning van en bijstand aan terrorismeslachtoffers.

(12)

Daarnaast wordt in Verordening (EU) 2021/784 van het Europees Parlement en de Raad (9) specifiek gedefinieerd wat terroristische online-inhoud is, namelijk materiaal dat aanzet tot het plegen van een terroristisch misdrijf, terroristische daden verheerlijkt, het plegen van dergelijke misdrijven bepleit, aanspoort tot het plegen van, het bijdragen aan of het deelnemen aan activiteiten die verband houden met terroristische misdrijven, instructies geeft voor het maken van verschillende soorten wapens met het oog op terrorisme of een dreiging vormt om een terroristisch misdrijf te plegen. Deze verordening biedt ook het rechtskader voor de lidstaten om verwijderingsbevelen naar aanbieders van hostingdiensten te sturen, waardoor de inhoud binnen een uur moet worden verwijderd. Voorts moeten aanbieders van hostingdiensten die aan terroristische inhoud worden blootgesteld, specifieke maatregelen invoeren om te voorkomen dat hun diensten worden misbruikt.

(13)

In dezelfde zin vereist Kaderbesluit 2008/913/JBZ van de Raad (10) de strafbaarstelling door de lidstaten van verschillende opzettelijke gedragingen waarbij publiekelijk wordt aangezet tot geweld of haat jegens een groep personen, of een lid van die groep, die op basis van ras, huidskleur, godsdienst, afstamming, dan wel nationale of etnische afkomst wordt gedefinieerd. Het kaderbesluit vereist ook de strafbaarstelling door de lidstaten van opzettelijke gedragingen die gericht zijn op het publiekelijk vergoelijken, ontkennen of verregaand bagatelliseren van genocide, misdaden tegen de menselijkheid, oorlogsmisdaden en misdrijven tegen de vrede, gericht tegen een groep personen, of een lid van die groep, die op basis van ras, huidskleur, godsdienst, afstamming dan wel nationale of etnische afkomst wordt gedefinieerd, indien de gedraging van dien aard is dat zij het geweld of de haat tegen een dergelijke groep of een lid van een dergelijke groep dreigt aan te wakkeren.

(14)

De Commissie herinnert er voorts aan dat bevoegde nationale autoriteiten ook nu al verbodsmaatregelen kunnen uitvaardigen tegen aanbieders van tussenhandeldiensten wier diensten worden gebruikt om illegale online-inhoud te verspreiden. In de huidige context is het van cruciaal belang dat de bevoegde nationale autoriteiten dergelijke illegale online-inhoud snel identificeren en verwijderingsbevelen uitvaardigen via hun nationale systemen. Uit artikel 9 van Verordening (EU) 2022/2065 blijkt dat dergelijke bevelen op grensoverschrijdende basis kunnen worden uitgevaardigd. Gezien het risico op incidenten is het van het grootste belang dat de bevoegde autoriteiten al het nodige bewijsmateriaal verzamelen om doeltreffende maatregelen mogelijk te maken tegen de versterking van illegale online-inhoud over vaak afschuwelijke misdrijven, en dat zij gebruikmaken van hun bevoegdheden krachtens verschillende instrumenten van het Unierecht om illegale inhoud aan te pakken.

(15)

Door de vele nationale en Uniewetgeving en de verschillende vormen van coördinatie met betrekking tot illegale inhoud is coördinatie tussen de lidstaten in aanloop naar de volledige toepassing van Verordening (EU) 2022/2065 nog belangrijker. Snelle en gecoördineerde actie is cruciaal om te voorkomen dat illegale inhoud, en met name terroristische inhoud en illegale haatzaaiende uitlatingen, online circuleert en eventueel viraal gaat. Als maatregelen die op nationaal niveau worden genomen om op te treden tegen de toename van illegale online-inhoud, niet gecoördineerd verlopen, kan dit het risico op juridische versnippering en onzekerheid vergroten en wrijving en responstijd verhogen. Zoals in Verordening (EU) 2022/2065 wordt erkend, is de Commissie bovendien beter in staat om die verordening te handhaven met betrekking tot aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines. Met het oog hierop is het raadzaam dat de lidstaten gecoördineerd optreden ter ondersteuning van de eventuele handhavingsmaatregelen die de Commissie kan nemen wanneer zij haar in hoofdstuk IV, afdeling 4, van Verordening (EU) 2022/2065 vastgestelde bevoegdheden uitoefent.

(16)

De Commissie herinnert er voorts aan dat er verschillende kaders voor vrijwillige samenwerking bestaan om de verspreiding van illegale online-inhoud aan te pakken.

(17)

Snelle en gecoördineerde actie in crisissituaties is van cruciaal belang om te voorkomen dat illegale inhoud, en met name terroristische inhoud en illegale haatzaaiende uitlatingen, viraal gaan. Het EU-crisisprotocol, dat in 2019 in het kader van het EU-internetforum is ontwikkeld en in 2023 is geactualiseerd, voorziet in een vrijwillig mechanisme voor een gecoördineerde en snelle grensoverschrijdende respons van aanbieders van onlinediensten en rechtshandhavingsinstanties op een vermoedelijke crisis in de onlineruimte die het gevolg is van een terroristische of gewelddadige extremistische daad. Het EU-crisisprotocol stelt procedures, rollen en verantwoordelijkheden van de belangrijkste actoren vast, met name om verstoring van onderzoeken te voorkomen en te zorgen voor bewijsvergaring, en is gebaseerd op vrijwillige samenwerking tussen de leden van het EU-internetforum. Lidstaten kunnen het protocol activeren in overleg met de EU-eenheid voor de melding van internetuitingen (EU IRU) van Europol. De EU IRU speelt een leidende rol bij de coördinatie tussen nationale rechtshandhavingsinstanties en aanbieders van onlinediensten. Ook is het cruciaal dat verwijderde inhoud wordt bewaard, zodat onrechtmatig verwijderde inhoud kan worden teruggeplaatst en de fundamentele vrijheden worden beschermd.

(18)

In het kader van de gedragscode voor de bestrijding van haatzaaiende uitlatingen op internet hebben grote socialemediaplatforms, waarvan sommige in het kader van Verordening (EU) 2022/2065 zijn aangewezen als zeer grote onlineplatforms, zich ertoe verbonden haatzaaiende uitlatingen in de meeste gevallen binnen 24 uur te beoordelen en zo nodig te verwijderen; of zij dit waarmaken wordt beoordeeld door een netwerk van betrouwbare flaggers. De Commissie en de ondertekenaars herzien momenteel de gedragscode, ook in het kader van de inwerkingtreding van artikel 45 van Verordening (EU) 2022/2065, om toezeggingen in te voeren die kunnen helpen systeemrisico’s te beperken en te anticiperen op mogelijke golven van illegale haatzaaiende uitlatingen voordat inhoud online viraal is gegaan.

(19)

Verordening (EU) 2022/2065 voorziet in coördinatiemechanismen om bij een crisis op te treden. Zoals de recente gebeurtenissen aantonen, doen zich ook vóór 17 februari 2024 al buitengewone omstandigheden voor die gevolgen hebben voor de Europese digitale ruimte. Dergelijke buitengewone omstandigheden, die ontstaan door specifieke incidenten of crises die het gevolg zijn van de verspreiding van illegale inhoud, vormen een duidelijk risico op intimidatie van bevolkingsgroepen en destabilisatie van politieke en sociale structuren in de Unie of delen daarvan. Deze situatie vereist een gecoördineerd optreden op het niveau van de Unie op dit moment, ruim vóór de toepassingsdatum van de desbetreffende bepalingen van Verordening (EU) 2022/2065 (bv. 17 februari 2024).

(20)

Bij dergelijke nooddreigingen bestaat het risico dat maatregelen die op nationaal niveau worden genomen om op te treden tegen de toename van illegale online-inhoud, niet gecoördineerd worden, wat kan leiden tot juridische versnippering en onzekerheid en meer wrijving en responstijd. Zoals in Verordening (EU) 2022/2065 wordt erkend, is de Commissie bovendien beter in staat om de verordening te handhaven wat betreft de systemische toepassing van de regels door aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines. De lidstaten moeten daarom worden aangemoedigd om gecoördineerd op te treden ter ondersteuning van de eventuele handhavingsmaatregelen die de Commissie kan nemen bij het vervullen van haar in Verordening (EU) 2022/2065 vastgestelde rol.

(21)

Het is van belang om rechtshandhavingsinstanties te betrekken bij de planning van nationale respons ter bestrijding van illegale inhoud zodat de genomen of geplande maatregelen hun werkzaamheden niet hinderen, met name als er sprake is van onmiddellijk levensbedreigend gevaar.

(22)

Aangezien de Unie zich in een ongekende periode van conflicten en instabiliteit bevindt, bevat deze aanbeveling mechanismen voor paraatheid, samenwerking en coördinatie tussen de Commissie en de lidstaten voorafgaand aan de volledige toepassing van Verordening (EU) 2022/2065 met ingang van 17 februari 2024, in een geest van loyale samenwerking, om een snelle overgang naar de toepassing van die verordening mogelijk te maken en ervoor te zorgen dat zij vanaf de inwerkingtreding maximaal doeltreffend is. Deze aanbeveling heeft niet tot doel de handhavingsmechanismen of het kader van verplichtingen van Verordening (EU) 2022/2065 te vervangen of aan te vullen.

(23)

De Commissie zal de ervaring met de toepassing van deze aanbeveling beoordelen zodra deze is verstreken, d.w.z. wanneer Verordening (EU) 2022/2065 volledig van toepassing wordt.

(24)

Deze aanbeveling moet van toepassing zijn tot en met 17 februari 2024,

HEEFT DE VOLGENDE AANBEVELING VASTGESTELD:

DOEL VAN DE AANBEVELING

Deze aanbeveling moedigt de lidstaten aan om vóór 17 februari 2024 op gecoördineerde en consistente wijze te reageren op incidenten die met name het gevolg zijn van de verspreiding van illegale inhoud en die een duidelijk risico inhouden op intimidatie van bevolkingsgroepen en op destabilisatie van politieke en sociale structuren in de Unie of delen daarvan, met inbegrip van incidenten die kunnen leiden tot een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid of de volksgezondheid in de Unie of in aanzienlijke delen daarvan, ten opzichte van aangewezen zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines overeenkomstig Verordening (EU) 2022/2065.

DEFINITIES

Voor de toepassing van deze aanbeveling wordt verstaan onder:

a)

“digitaledienstencoördinator”: de door elke lidstaat krachtens artikel 49 van Verordening (EU) 2022/2065 aangeduide coördinator voor digitale diensten;

b)

“digitaledienstenraad”: de Europese Raad voor digitale diensten die bij artikel 61 van Verordening (EU) 2022/2065 is opgericht;

c)

“zeer grote onlineplatforms” en “zeer grote onlinezoekmachines”: onlineplatforms en onlinezoekmachines die overeenkomstig artikel 33, lid 4, van Verordening (EU) 2022/2065 zijn aangewezen.

SPECIFIEKE AANBEVELINGEN

Informeel netwerk van potentiële digitaledienstencoördinatoren voor samenwerking en coördinatie vóór 17 februari 2024

1.

De lidstaten worden aangemoedigd om vóór 17 februari 2024 via een informeel netwerk (“het informele netwerk”) hun acties in verband met de verspreiding van illegale inhoud op zeer grote onlineplatforms en op zeer grote onlinezoekmachines die reeds overeenkomstig artikel 33, lid 4, van die verordening zijn aangewezen, te coördineren.

2.

De lidstaten die hun onafhankelijke digitaledienstencoördinator reeds overeenkomstig artikel 49 van Verordening (EU) 2025/2065 hebben benoemd of ten minste hebben aangeduid, worden aangemoedigd om de contactgegevens van de verantwoordelijke autoriteit die is of zal worden aangewezen, te delen met de Commissie. Alle overige lidstaten worden aangemoedigd dit zo spoedig mogelijk te doen, ook op ad-hocbasis om deel te nemen aan het netwerk van potentiële digitaledienstencoördinatoren overeenkomstig lid 1.

3.

Die andere lidstaten worden ook aangemoedigd een hoge ambtenaar te benoemen om aan het informele netwerk deel te nemen, en de contactgegevens van de autoriteit die deze ambtenaar vertegenwoordigt en die als contactpunt kan fungeren totdat zij hun digitaledienstencoördinator aanwijzen, te delen met de Commissie.

Specifieke bijeenkomsten voor de coördinatie van respons

4.

De Commissie kan op eigen initiatief of op aanbeveling van een of meer leden van het informele netwerk van digitaledienstencoördinatoren het informele netwerk van digitaledienstencoördinatoren bijeenroepen. Het informele netwerk wordt aanbevolen om met de Commissie samen te werken om via specifieke bijeenkomsten te reageren op incidenten die met name het gevolg zijn van de verspreiding van illegale inhoud en die een duidelijk risico inhouden op intimidatie van bevolkingsgroepen en op destabilisatie van politieke en sociale structuren in de Unie of delen daarvan, met inbegrip van incidenten die kunnen leiden tot een ernstige bedreiging van de openbare veiligheid of de volksgezondheid in de Unie of in aanzienlijke delen daarvan.

5.

De Commissie moedigt de lidstaten aan actief deel te nemen aan bijeenkomsten van het informele netwerk.

6.

De door het informele netwerk gecoördineerde respons kan de volgende instrumenten omvatten:

Regelmatige bijeenkomsten over respons bij incidenten

7.

In de context van dergelijke incidenten beveelt de Commissie aan dat het informele netwerk regelmatig bijeenkomt om gecoördineerd inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de buitengewone omstandigheden op nationaal niveau, en om een kader voor te stellen voor eventuele vervolgmaatregelen die noodzakelijk worden geacht in het licht van de vastgestelde buitengewone omstandigheden.

8.

Deze bijeenkomsten moeten de volgende aspecten bestrijken:

a)

uitwisseling van informatie, goede praktijken, methoden, technische systemen en instrumenten ter ondersteuning van de toezichtinspanningen omtrent zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines in de context van crises;

b)

uitwisseling van informatie die op nationaal niveau bij de bevoegde nationale autoriteiten is verzameld met betrekking tot de identificatie van illegale online-inhoud inzake de crisissituatie en de versterking daarvan door zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines, met inbegrip van, indien beschikbaar, informatie over het effect ervan op de lokale publieke opinie.

Verzamelen van informatie

9.

Het informele netwerk van potentiële digitaledienstencoördinatoren kan, in voorkomend geval, nuttige informatie verstrekken over de werking en het ontwerp van relevante zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines, die is verzameld bij de uitoefening van de respectieve taken van de potentiële digitaledienstencoördinatoren en binnen hun in Verordening (EU) 2022/2065 vastgestelde bevoegdheden, of bij andere bevoegde autoriteiten in hun respectieve lidstaat.

Ondersteuning van de Commissie bij het toezicht op en de handhaving van Verordening (EU) 2022/2065

10.

De lidstaten worden aangemoedigd om vóór 17 februari 2024 de Commissie bij te staan bij de uitoefening van haar bevoegdheden krachtens hoofdstuk IV, afdeling 4, van Verordening (EU) 2022/2065 in verband met aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines die reeds overeenkomstig artikel 33, lid 4, van die verordening zijn aangewezen.

11.

Deze bijstand kan bestaan uit:

a)

het bijstaan van de Commissie bij het horen van natuurlijke of rechtspersonen overeenkomstig artikel 68 van Verordening (EU) 2022/2065;

b)

het bijstaan van de Commissie bij het uitvoeren van inspecties op hun grondgebied overeenkomstig artikel 69 van Verordening (EU) 2022/2065, in overeenstemming met de toepasselijke nationale wetgeving en procedures.

Aanmoedigen van deelname aan bestaande kaders voor vrijwillige samenwerking

12.

De lidstaten worden verder aangemoedigd deel te nemen aan bestaande kaders voor vrijwillige samenwerking om de verspreiding van illegale online-inhoud aan te pakken. Dergelijke kaders voor vrijwillige samenwerking omvatten met name het EU-crisisprotocol, dat voorziet in een vrijwillig mechanisme om te reageren op een vermoedelijke crisis in de onlineruimte die het gevolg is van een terroristische of gewelddadige extremistische daad. Bovendien worden de lidstaten aangemoedigd om te zorgen voor coördinatie via internationale fora ter bestrijding van terrorisme, zoals de Christchurch Call en het door de industrie geleide wereldwijde internetforum ter bestrijding van terrorisme.

Toepassingsperiode

13.

Deze aanbeveling is van toepassing tot en met 17 februari 2024.

14.

Deze aanbeveling is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 20 oktober 2023.

Voor de Commissie

Thierry BRETON

Lid van de Commissie


(1)  Verordening (EU) 2022/2065 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende een eengemaakte markt voor digitale diensten en tot wijziging van Richtlijn 2000/31/EG (digitaledienstenverordening) (PB L 277 van 27.10.2022, blz. 1).

(2)  Artikel 1, lid 1, van Verordening (EU) 2022/2065.

(3)  De lijst van aangewezen diensten is krachtens artikel 33, lid 6, van Verordening (EU) 2022/2065 bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie: PB C 249 van 14.7.2023, blz. 2.

(4)  Zie artikel 49, lid 3, van Verordening (EU) 2022/2065.

(5)  Op grond van artikel 56, lid 2, van Verordening (EU) 2022/2065 is de Commissie exclusief bevoegd voor de monitoring en de handhaving van hoofdstuk III, afdeling 5, van die verordening, waarin strengere verplichtingen zijn opgenomen voor aangewezen zeer grote onlineplatforms en zeer grote onlinezoekmachines. Krachtens artikel 56, lid 3, van die verordening is de Commissie ook bevoegd voor de monitoring en de handhaving van de andere in die verordening vastgelegde zorgvuldigheidsverplichtingen dan die van hoofdstuk III, afdeling 5, ten aanzien van aanbieders van zeer grote onlineplatforms en van zeer grote onlinezoekmachines.

(6)  Ingevolge artikel 61 van Verordening (EU) 2022/2065 is de digitaledienstenraad een onafhankelijke adviesgroep, bestaande uit de digitaledienstencoördinatoren, voor het toezicht op aanbieders van tussenhandeldiensten.

(7)  Krachtens artikel 63 van Verordening (EU) 2022/2065 zal de digitaledienstenraad de Commissie en de digitaledienstencoördinatoren onder meer adviseren over gepaste onderzoeks- en handhavingsmaatregelen, met name ten opzichte van aanbieders van zeer grote onlineplatforms of van zeer grote onlinezoekmachines, met name rekening houdend met de vrijheid van de aanbieders van tussenhandeldiensten om in de hele Unie diensten aan te bieden.

(8)  Richtlijn (EU) 2017/541 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 inzake terrorismebestrijding en ter vervanging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ van de Raad en tot wijziging van Besluit 2005/671/JBZ van de Raad (PB L 88 van 31.3.2017, blz. 6).

(9)  Verordening (EU) 2021/784 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2021 inzake het tegengaan van de verspreiding van terroristische online-inhoud (PB L 172 van 17.5.2021, blz. 79).

(10)  Kaderbesluit 2008/913/JBZ van de Raad van 28 november 2008 betreffende de bestrijding van bepaalde vormen en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat door middel van het strafrecht (PB L 328 van 6.12.2008, blz. 55).


ELI: http://data.europa.eu/eli/reco/2023/2425/oj

ISSN 1977-0758 (electronic edition)