BESLUIT VAN HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER Nr. 30/2023

van 17 maart 2023

tot wijziging van bijlage I (Veterinaire en fytosanitaire aangelegenheden) bij de EER-overeenkomst [2023/2346]

HET GEMENGD COMITÉ VAN DE EER,

Gezien de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (hierna “de EER-overeenkomst” genoemd), en met name artikel 98,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/925 van de Commissie van 14 juni 2022 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 betreffende in de lijst opgenomen ziekten bij waterdieren en van de lijst van soorten en groepen soorten die een aanzienlijk risico vormen in verband met de verspreiding van die in de lijst opgenomen ziekten (1) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(2)

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1183 van de Commissie van 8 juli 2022 tot wijziging van de bijlagen II en IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2002 wat betreft melding in de Unie en rapportage in de Unie over de vaststelling van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten (2) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1218 van de Commissie van 14 juli 2022 tot wijziging van bepaalde bijlagen bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/620 wat betreft de goedkeuring van de ziektevrije status van bepaalde lidstaten of zones daarvan ten aanzien van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten en de goedkeuring van uitroeiingsprogramma’s voor bepaalde in de lijst opgenomen ziekten (3) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(4)

Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/1188 van de Commissie van 8 juli 2022 tot wijziging van de bijlagen I en II bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/260 wat betreft lidstaten of delen daarvan waarvoor nationale maatregelen voor bepaalde ziekten bij waterdieren zijn goedgekeurd overeenkomstig artikel 226, lid 3, van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad (4) moet in de EER-overeenkomst worden opgenomen.

(5)

Dit besluit heeft betrekking op wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden. Wetgeving inzake veterinaire aangelegenheden is niet van toepassing op Liechtenstein zolang de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van toepassing blijft in Liechtenstein, zoals bepaald in de sectorale aanpassingen van bijlage I bij de EER-overeenkomst. Dit besluit is derhalve niet van toepassing op Liechtenstein.

(6)	Bijlage I bij de EER-overeenkomst moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Deel 1.1 van hoofdstuk I van bijlage I bij de EER-overeenkomst wordt als volgt gewijzigd:

In punt 13a (Uitvoeringsverordening (EU) 2018/1882 van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

“, gewijzigd bij:

—	32022 R 0925: Uitvoeringsverordening (EU) 2022/925 van de Commissie van 14 juni 2022 (PB L 160 van 15.6.2022, blz. 30).”.

In punt 13k (Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2002 van de Commissie) wordt het volgende toegevoegd:

“, gewijzigd bij:

—	32022 R 1183: Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1183 van de Commissie van 8 juli 2022 (PB L 184 van 11.7.2022, blz. 6).”.

In punt 13o (Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/260 van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:

“—	32022 D 1188: Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/1188 van de Commissie van 8 juli 2022 (PB L 184 van 11.7.2022, blz. 59).”.

In punt 13r (Uitvoeringsverordening (EU) 2021/620 van de Commissie) wordt het volgende streepje toegevoegd:

“—	32022 R 1218: Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1218 van de Commissie van 14 juli 2022 (PB L 188 van 15.7.2022, blz. 65).”.

Artikel 2

De in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie bekend te maken teksten in de IJslandse en de Noorse taal van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2022/925, (EU) 2022/1183 en (EU) 2022/1218, en Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/1188 zijn authentiek.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking op 18 maart 2023, op voorwaarde dat alle in artikel 103, lid 1, van de EER-overeenkomst bedoelde kennisgevingen hebben plaatsgevonden (*1).

Artikel 4

Dit besluit wordt bekendgemaakt in het EER-gedeelte van en in het EER-supplement bij het Publicatieblad van de Europese Unie.

Gedaan te Brussel, 17 maart 2023.

Voor het Gemengd Comité van de EER

De voorzitter

Nicolas VON LINGEN

(1) PB L 160 van 15.6.2022, blz. 30.

(2) PB L 184 van 11.7.2022, blz. 6.

(3) PB L 188 van 15.7.2022, blz. 65.

(4) PB L 184 van 11.7.2022, blz. 59.

(*1) Geen grondwettelijke vereisten aangegeven.