DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 18, lid 8, punt a),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)	Rapportagevereisten zijn van essentieel belang voor een goede monitoring en correcte handhaving van wetgeving. Het is echter belangrijk om die vereisten te stroomlijnen om ervoor te zorgen dat zij beantwoorden aan het beoogde doel, en om de administratieve lasten te beperken.

(2)

Trichinella is een parasiet die aanwezig kan zijn in het vlees van vatbare soorten, zoals varkens, en die door voedsel overgedragen ziekten bij de mens veroorzaakt wanneer besmet vlees wordt geconsumeerd. Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie (2) bevat specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees, met inbegrip van de voorschriften van artikel 2, lid 1, van die verordening betreffende de bemonstering van karkassen van gedomesticeerde varkens in slachthuizen in het kader van de postmortemkeuring met het oog op het onderzoek op de aanwezigheid van die ziekte.

(3)

Daarnaast voorziet artikel 3, lid 3, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 in een afwijking op grond waarvan karkassen en vlees van gedomesticeerde varkens kunnen worden vrijgesteld van het onderzoek op Trichinella wanneer die dieren komen van een bedrijf of een compartiment dat officieel is erkend als bedrijf of compartiment dat overeenkomstig hoofdstuk I van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 gecontroleerde huisvestingsomstandigheden toepast (“de afwijking”). Voor de afwijking moet zijn voldaan aan bepaalde voorwaarden, onder meer dat een lidstaat die de afwijking toepast, overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 bij de Commissie een jaarverslag indient met de in bijlage IV, hoofdstuk II, bedoelde informatie (“het jaarverslag”).

(4)

Overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad (3) moeten alle lidstaten bij de Commissie ook een verslag indienen over de tendensen en bronnen van zoönoses, zoönoseverwekkers en antimicrobiële resistentie, dat alle gegevens bevat die in het voorafgaande jaar uit hoofde van artikel 4 zijn verzameld, met inbegrip van de uitslag van het Trichinella-onderzoek. Hoofdstuk II van bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 bevat dezelfde specifieke informatie over het Trichinella-onderzoek die moet worden gerapporteerd door de lidstaten die voor de toepassing van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 en Richtlijn 2003/99/EG gebruikmaken van de afwijking. Bijgevolg moet het jaarverslag dezelfde informatie bevatten als de gegevens die alle lidstaten overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2003/99/EG moeten indienen.

(5)

Het jaarverslag is daarom omslachtig en onnodig, aangezien het de indiening vereist van gegevens die reeds overeenkomstig artikel 9, lid 1, van Richtlijn 2003/99/EG moeten worden ingediend. In dit verband moet de verplichting om het jaarverslag overeenkomstig artikel 3, lid 4, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 bij de Commissie in te dienen, worden geschrapt zonder dat dit gevolgen heeft voor de belangrijkste beleidsdoelstellingen van die uitvoeringsverordening. Artikel 3, lid 4, van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(6)	Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)	De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

In artikel 3 van Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 wordt lid 4 vervangen door:

“4. Wanneer een lidstaat de afwijking toepast waarin lid 3 van dit artikel voorziet, stelt de desbetreffende lidstaat de Commissie en de andere lidstaten in het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders daarvan in kennis. De Commissie publiceert de lijst van de lidstaten die de afwijking toepassen op haar website.

Indien een lidstaat de in hoofdstuk II van bijlage IV bij deze verordening bedoelde gegevens over het Trichinella-onderzoek niet overeenkomstig artikel 9, lid 1, tweede alinea, van Richtlijn 2003/99/EG indient, vervalt de in lid 3 van dit artikel bedoelde afwijking voor die lidstaat.”.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 17 oktober 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN

(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2015/1375 van de Commissie van 10 augustus 2015 tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de officiële controles op Trichinella in vlees (PB L 212 van 11.8.2015, blz. 7).

(3) Richtlijn 2003/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers en houdende wijziging van Beschikking 90/424/EEG van de Raad en intrekking van Richtlijn 92/117/EEG van de Raad (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 31).