|
ISSN 1977-0758 |
||
|
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 155 |
|
|
||
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
66e jaargang |
|
Inhoud |
|
I Wetgevingshandelingen |
Bladzijde |
|
|
|
BESLUITEN |
|
|
|
* |
|
|
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
|
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
I Wetgevingshandelingen
BESLUITEN
|
16.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 155/1 |
BESLUIT (EU) 2023/1165 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
van 14 juni 2023
tot wijziging van Besluit (EU) 2022/563 wat betreft het bedrag van de macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië
HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 212, lid 2,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,
Handelend volgens de gewone wetgevingsprocedure (1),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Op 6 april 2022 hebben het Europees Parlement en de Raad Besluit (EU) 2022/563 (2) tot toekenning van macrofinanciële bijstand van de Unie aan de Republiek Moldavië (Moldavië) vastgesteld voor een bedrag van 150 000 000 EUR, in de vorm van leningen op middellange termijn en van subsidies. Het memorandum van overeenstemming waarin de macrofinanciële bijstand is vastgelegd, is op 18 juli 2022 in werking getreden en die bijstand zal beschikbaar zijn voor een periode van tweeënhalf jaar. Na de succesvolle uitvoering door Moldavië van alle beleidsmaatregelen die in het memorandum van overeenstemming met de Unie zijn overeengekomen, is op 1 augustus 2022 de eerste tranche van 50 000 000 EUR uitbetaald. |
|
(2) |
Besluit (EU) 2022/563 tot toekenning van macrofinanciële bijstand is parallel met het programma van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voor Moldavië van 20 december 2021 vastgesteld in het kader van de uitgebreide kredietfaciliteit en de uitgebreide financieringsfaciliteit (“Extended Credit Facility/Extended Fund Facility”) voor een bedrag van 564 000 000 USD. Als gevolg van de toenemende financieringsbehoeften die in grote mate toe te schrijven zijn aan de weerslag van de oorlog in Oekraïne op de Moldavische economie, heeft het IMF op 11 mei 2022 besloten de overeenkomst met 267 000 000 USD te verhogen. Op 9 januari 2023 heeft het IMF gemeld dat Moldavië de tweede evaluatie van het programma met succes had ondergaan, waardoor uit hoofde van de overeenkomst nog eens 27 000 000 USD onmiddellijk kon worden uitbetaald. |
|
(3) |
Het indicatieve Uniebudget voor Moldavië uit hoofde van het Europees nabuurschapsinstrument bedroeg 518 150 000 EUR voor de periode 2014-2020, inclusief begrotingssteun en technische bijstand. In de integrale steunkaders voor de perioden 2014-2017 en 2017-2020 is de prioritaire sector voor samenwerking met Moldavië vastgesteld die voor de vorige begrotingsperiode door het Europees nabuurschapsinstrument werd gefinancierd. De prioriteiten voor de periode 2021-2027 worden uiteengezet in het nieuwe indicatieve meerjarenprogramma, dat in nauw overleg met alle belanghebbenden is opgesteld. |
|
(4) |
Aangezien er voor 2023 nog steeds sprake is van een aanzienlijk resterend extern financieringstekort op de betalingsbalans van Moldavië, dat de door het IMF en andere multilaterale instellingen verstrekte middelen te boven gaat, is het nodig de aan Moldavië verleende macrofinanciële bijstand van de Unie overeenkomstig Besluit (EU) 2022/563 te verhogen. Die verhoging wordt in de huidige uitzonderlijke omstandigheden aangemerkt als een passende reactie op het verzoek van Moldavië om steun voor zijn economische stabilisatie, in samenhang met het IMF-programma. De macrofinanciële bijstand van de Unie zou de economische stabilisatie en de structurele hervormingsagenda van Moldavië ondersteunen en een aanvulling vormen op de middelen die in het kader van de financiële regeling van het IMF beschikbaar worden gesteld. |
|
(5) |
De vaststelling van het bedrag van de verhoogde macrofinanciële bijstand van de Unie is gebaseerd op een geactualiseerde kwantitatieve beoordeling van de resterende externe financieringsbehoeften van Moldavië, en bij de vaststelling ervan is rekening gehouden met het vermogen van het land om zichzelf te financieren met eigen middelen, met name met de internationale reserves waarover het beschikt. Bij de vaststelling van het bedrag van de bijstand wordt ook rekening gehouden met verwachte financiële bijdragen van multilaterale donoren, waaronder het IMF en de Wereldbank, en met de noodzaak te zorgen voor een billijke lastendeling tussen de Unie en andere donoren, alsook met de reeds bestaande inzet van de andere externe financieringsinstrumenten van de Unie in Moldavië en met de meerwaarde die over het geheel genomen door de betrokkenheid van de Unie wordt geboden. |
|
(6) |
De verhoging van de macrofinanciële bijstand van de Unie moet worden onderworpen aan aanvullende voorwaarden inzake economische beleid, die moeten worden toegevoegd aan het bestaande memorandum van overeenstemming, dat bijgevolg dienovereenkomstig moet worden gewijzigd. Voorts is het nodig de gedetailleerde financiële voorwaarden van de macrofinanciële bijstand van de Unie vast te leggen in een addendum bij de leningovereenkomst en subsidieovereenkomst die op 22 juni 2022 door de Commissie en Moldavië zijn ondertekend. |
|
(7) |
Besluit (EU) 2022/563 moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, |
HEBBEN HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Besluit (EU) 2022/563 wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
In artikel 1 wordt lid 1 vervangen door: “1. De Unie stelt Moldavië macrofinanciële bijstand (de “macrofinanciële bijstand van de Unie”) beschikbaar voor een maximumbedrag van 295 000 000 EUR, teneinde de economische stabilisatie van Moldavië en een substantiële hervormingsagenda te ondersteunen. Van dat maximumbedrag wordt ten hoogste 220 000 000 EUR verstrekt in de vorm van leningen en ten hoogste 75 000 000 EUR in de vorm van subsidies. De macrofinanciële bijstand van de Unie wordt uitgekeerd na vaststelling van de begroting van de Unie voor het betrokken jaar door het Europees Parlement en de Raad. De bijstand draagt bij aan het lenigen van de betalingsbalansbehoeften van Moldavië die in het kader van het IMF-programma zijn vastgesteld.” |
|
2) |
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
|
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de derde dag volgende op de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Straatsburg, 14 juni 2023.
Voor het Europees Parlement
De voorzitter
R. METSOLA
Voor de Raad
De voorzitter
J. ROSWALL
(1) Standpunt van het Europees Parlement van 9 mei 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad) en besluit van de Raad van 30 mei 2023.
(2) Besluit (EU) 2022/563 van het Europees Parlement en de Raad van 6 april 2022 tot toekenning van macrofinanciële bijstand aan de Republiek Moldavië (PB L 109 van 8.4.2022, blz. 6).
II Niet-wetgevingshandelingen
VERORDENINGEN
|
16.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 155/4 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1166 VAN DE COMMISSIE
van 9 juni 2023
tot inschrijving van een naam in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (“Gemlik Zeytini” (BOB))
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Overeenkomstig artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de door Turkije ingediende aanvraag tot registratie van de naam “Gemlik Zeytini” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2). |
|
(2) |
Aangezien bij de Commissie geen bezwaren zijn ingediend overeenkomstig artikel 51 van Verordening (EU) nr. 1151/2012, moet de naam “Gemlik Zeytini” worden ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De naam “Gemlik Zeytini” (BOB) wordt ingeschreven in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen.
Met de in de eerste alinea vermelde naam wordt een product aangeduid van categorie 1.6 (Groenten, fruit en granen, in ongewijzigde staat of verwerkt) als opgenomen in bijlage XI bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (3).
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 9 juni 2023.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Janusz WOJCIECHOWSKI
Lid van de Commissie
(1) PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1.
(2) PB C 72 van 28.2.2023, blz. 54.
(3) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).
|
16.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 155/6 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1167 VAN DE COMMISSIE
van 15 juni 2023
tot verlening van een vergunning voor een preparaat van 6-fytase, geproduceerd door Trichoderma reesei CBS 146250, als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle pluimveesoorten en alle varkens (vergunninghouder: Danisco (UK) Ltd onder de handelsnaam Danisco Animal Nutrition en vertegenwoordigd door Genencor International B.V.)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. |
|
(2) |
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag voor een vergunning voor een preparaat van 6-fytase, geproduceerd door Trichoderma reesei (CBS 146250), ingediend. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten zijn bij de aanvraag verstrekt. |
|
(3) |
De aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor een preparaat van 6-fytase geproduceerd door Trichoderma reesei CBS 146250 als toevoegingsmiddel voor alle pluimveesoorten en alle varkens, in te delen in de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “verteringsbevorderaars”. |
|
(4) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 27 september 2022 (2) geconcludeerd dat de genetische modificatie van de productiestam Trichoderma reesei CBS 146250 geen veiligheidsrisico oplevert, dat het preparaat van 6-fytase bij de voorgestelde gebruiksvoorwaarden veilig is voor alle pluimveesoorten en alle varkens en dat het gebruik ervan als toevoegingsmiddel voor diervoeding geen aanleiding geeft tot bezorgdheid voor de gezondheid van de consument en voor het milieu. De EFSA heeft tevens geconcludeerd dat het preparaat wegens de proteïneachtige aard van de werkzame stof als inhalatieallergeen wordt beschouwd, en heeft verklaard dat zij bij gebrek aan gegevens geen conclusies kon trekken over de vraag of het toevoegingsmiddel mogelijk irriterend is voor de huid of de ogen. De EFSA heeft verder geconcludeerd dat het preparaat onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden doeltreffend is voor het verhogen van de fosforbenutting. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen achtte de EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend. |
|
(5) |
Uit de beoordeling van 6-fytase geproduceerd door Trichoderma reesei CBS 146250, blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van dat preparaat moet daarom worden toegestaan. De Commissie is van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om ongunstige gevolgen voor de menselijke gezondheid — en met name voor de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel — te voorkomen. |
|
(6) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Vergunningverlening
Voor het in de bijlage beschreven preparaat, dat behoort tot de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “verteringsbevorderaars”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.
Artikel 2
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 juni 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.
(2) EFSA Journal 2022;20(11):7610.
BIJLAGE
|
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel |
Naam van de vergunninghouder |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||
|
Activiteitseenheden/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
|||||||||||||
|
Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: verteringsbevorderaars |
|||||||||||||
|
4a37 |
Danisco (UK) Ltd onder de handelsnaam Danisco Animal Nutrition en vertegenwoordigd door Genencor International B.V. |
6-fytase (EC 3.1.3.26) |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Bereiding van 6-fytase, geproduceerd door Trichoderma reesei (CBS 146250) met een minimale enzymeactiviteit van: 30 000 FTU (1)/g Vloeibaar of vast Karakterisering van de werkzame stof 6-fytase (EC 3.1.3.26) geproduceerd door Trichoderma reesei CBS 146250 Analysemethode (2) Voor de kwantificering van de werkzaamheid van fytase in het toevoegingsmiddel voor diervoeding: colorimetrische methode gebaseerd op de enzymatische reactie van fytase op fytaat — VDLUFA 27.1.4 Voor de kwantificering van de werkzaamheid van fytase in voormengsels: colorimetrische methode gebaseerd op de enzymatische reactie van fytase op fytaat — VDLUFA 27.1.3 Voor de kwantificering van de werkzaamheid van fytase in mengvoeders: colorimetrische methode gebaseerd op de enzymatische reactie van fytase op fytaat: EN ISO 30024. |
Alle pluimveesoorten met uitzondering van legpluimvee Alle varkens |
- |
500 FTU |
- |
|
6 juli 2033 |
||||
|
Alle legpluimveesoorten |
- |
300 FTU |
- |
||||||||||
(1) Eén fytase-eenheid is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 5,5 en een temperatuur van 37 °C 1 micromol anorganisch ortofosfaat per minuut vrijmaakt uit een natriumfytaatsubstraat.
(2) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op het volgende adres van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en
|
16.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 155/9 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1168 VAN DE COMMISSIE
van 15 juni 2023
tot rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/996 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van carvacrol, thymol, D-carvon, methylsalicylaat en L-menthol als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen, opfokleghennen en voor minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor legdoeleinden (vergunninghouder Biomin GmbH)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/996 van de Commissie (2) is een vergunning verleend voor het gebruik van een preparaat van carvacrol, thymol, D-carvon, methylsalicylaat en L-menthol als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen, opfokleghennen en voor minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor legdoeleinden. |
|
(2) |
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/996 bevat per abuis een beschrijving van de functionele groep “andere zoötechnische toevoegingsmiddelen (verbetering van zoötechnische parameters)”. In het advies van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) van 15 mei 2019 (3) werd gesteld dat het toevoegingsmiddel de groeiprestaties bij mestkippen, opfokleghennen en minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor legdoeleinden kan verbeteren. De term “zoötechnische” is te algemeen en kan verschillende functies omvatten, zonder de specifieke effecten van het toevoegingsmiddel tot uitdrukking te brengen. Om overeen te stemmen met het advies van de EFSA, moet de functionele groep van het toevoegingsmiddel voor diervoeding verwijzen naar de verbetering van de prestatieparameters. |
|
(3) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2020/996 moet derhalve dienovereenkomstig worden gerectificeerd. |
|
(4) |
Aangezien de functionele groep moet worden vermeld op het etiket van het toevoegingsmiddel voor diervoeding en van de voormengsels en mengvoeders die het bevatten, moet worden voorzien in een overgangsperiode om exploitanten van diervoederbedrijven in staat te stellen de nodige aanpassingen in de etikettering aan te brengen. |
|
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
In de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/996, in de tweede rij die verwijst naar de categorie en de functionele groep, wordt de zin “Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: andere zoötechnische toevoegingsmiddelen (verbetering van zoötechnische parameters)” vervangen door “Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: andere zoötechnische toevoegingsmiddelen (verbetering van prestatieparameters)”.
Artikel 2
1. Het in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/996 gespecificeerde preparaat en de voormengsels die dat preparaat bevatten en die vóór 17 december 2023 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 17 juni 2023 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.
2. De mengvoeders en voedermiddelen die het in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/996 gespecificeerde preparaat bevatten, en die vóór 17 juni 2024 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 17 juni 2023 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, wanneer zij bestemd zijn voor mestkippen, opfokleghennen en minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor legdoeleinden.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 juni 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2020/996 van de Commissie van 9 juli 2020 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van carvacrol, thymol, D-carvon, methylsalicylaat en L-menthol als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen, opfokleghennen en voor minder gangbare pluimveesoorten gehouden voor legdoeleinden (vergunninghouder Biomin GmbH) (PB L 221 van 10.7.2020, blz. 87).
(3) EFSA Journal 2019;17(6):5724.
|
16.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 155/11 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1169 VAN DE COMMISSIE
van 15 juni 2023
tot verlening van een vergunning voor een preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase, endo-1,4-bèta-glucanase en xyloglucaanspecifieke endo-bèta-1,4-glucanase, geproduceerd door Trichoderma citrinoviride DSM 33578, als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestpluimvee, pluimvee gehouden voor fok- en legdoeleinden en siervogels (vergunninghouder: Huvepharma EOOD)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. |
|
(2) |
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag ingediend voor de verlening van een vergunning voor een preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase, endo-1,4-bèta-glucanase en xyloglucaanspecifieke endo-bèta-1,4-glucanase, geproduceerd door Trichoderma citrinoviride DSM 33578. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd. |
|
(3) |
Die aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor het preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase, endo-1,4-bèta-glucanase en xyloglucaanspecifieke endo-bèta-1,4-glucanase, geproduceerd door Trichoderma citrinoviride DSM 33578, als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle pluimveesoorten, siervogels en biggen, in te delen in de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “verteringsbevorderaars”. |
|
(4) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 23 november 2022 (2) geconcludeerd dat het preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase, endo-1,4-bèta-glucanase en xyloglucaanspecifieke endo-bèta-1,4-glucanase, geproduceerd door Trichoderma citrinoviride DSM 33578, onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid, de consumentenveiligheid of het milieu. De EFSA heeft ook geconcludeerd dat het preparaat als inhalatieallergeen moet worden beschouwd, maar kon bij gebrek aan gegevens geen conclusies trekken over de vraag of het preparaat ook huidirritatie kan veroorzaken. De EFSA heeft ook geconcludeerd dat een preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase, endo-1,4-bèta-glucanase en xyloglucaanspecifieke endo-bèta-1,4-glucanase, geproduceerd door Trichoderma citrinoviride DSM 33578, werkzaam kan zijn bij mestpluimvee, pluimvee gehouden voor fok- en legdoeleinden en siervogels. Bij gebrek aan voldoende gegevens kon de EFSA echter geen conclusies trekken over de werkzaamheid van het preparaat bij legkippen en gespeende biggen. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen achtte de EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethoden voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend. |
|
(5) |
Uit de beoordeling van het preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase, endo-1,4-bèta-glucanase en xyloglucaanspecifieke endo-bèta-1,4-glucanase, geproduceerd door Trichoderma citrinoviride DSM 33578, blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor het verlenen van een vergunning is voldaan wat betreft mestpluimvee, pluimvee gehouden voor fok- en legdoeleinden en siervogels. Het gebruik van dat preparaat voor die diersoorten en -categorieën moet dienovereenkomstig worden toegestaan. De Commissie is voorts van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om negatieve gevolgen voor de gezondheid van de mens — en met name de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel — te voorkomen. |
|
(6) |
Er is aan de aanvrager voorgesteld om aanvullende informatie in te dienen om de in het advies van de EFSA vastgestelde tekortkomingen met betrekking tot de werkzaamheid van het preparaat bij legkippen en gespeende biggen te verhelpen, en de aanvrager heeft dit voorstel geaccepteerd. |
|
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Vergunningverlening
Voor het in de bijlage beschreven preparaat, dat behoort tot de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “verteringsbevorderaars”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.
Artikel 2
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 juni 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.
(2) EFSA Journal 2022;20(12):7702.
BIJLAGE
|
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel |
Naam van de vergunninghouder |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||
|
Activiteitseenheden/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
|||||||||||||
|
Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: verteringsbevorderaars. |
|||||||||||||
|
4a39 |
Huvepharma EOOD |
Endo-1,4-bèta-xylanase (EC 3.2.1.8) Endo-1,4-bèta-glucanase (EC 3.2.1.4) xyloglucaanspecifieke endo-bèta-1,4-glucanase (EC 3.2.1.151) |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Preparaat van endo-1,4-bèta-xylanase, endo-1,4-bèta-glucanase en xyloglucaanspecifieke endo-bèta-1,4-glucanase, geproduceerd door Trichoderma citrinoviride DSM 33578 met een minimumactiviteit van: endo-1,4-bèta-xylanase: 15 000 EPU (1)/g endo-1,4-bèta-glucanase: 1 000 CU (2)/g xyloglucaanspecifieke endo-bèta-1,4-glucanase: 1 000 XCU (3)/g Vaste of vloeibare vorm Karakterisering van de werkzame stof Endo-1,4-bèta-xylanase (EC 3.2.1.8), endo-1,4-bèta-glucanase (EC 3.2.1.4) en xyloglucaanspecifieke endo-bèta-1,4-glucanase (EC 3.2.1.151), geproduceerd door Trichoderma citrinoviride DSM 33578 Analysemethode (4) Voor de bepaling van de werkzaamheid van endo-1,4-bèta-xylanase in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, in voormengsels en in mengvoeders: colorimetrische methode waarmee de in water oplosbare kleurstof wordt gemeten, die door inwerking van endo-1,4-bèta-xylanase wordt vrijgemaakt uit met azurine vernette tarwearabinoxylaansubstraten. Voor de bepaling van de werkzaamheid van endo-1,4-bèta-glucanase in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, in voormengsels en in mengvoeders: colorimetrische methode gebaseerd op de kwantificering van in water oplosbare gekleurde fragmenten (azurine), geproduceerd door de inwerking van endo-1,4-bèta-glucanase op met azurine vernette cellulose. Voor de bepaling van de activiteit van xyloglucaanspecifieke endo-1,4-bèta-glucanase in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, in voormengsels en in mengvoeders: colorimetrische methode gebaseerd op de kwantificering van oplosbare gekleurde gelabelde fragmenten, geproduceerd door de inwerking van xyloglucaanspecifieke endo-bèta-1,4-glucanase op xyloglucaansubstraat. |
Mestpluimvee Pluimvee gehouden voor fok- en legdoeleinden Siervogels |
— |
Endo-1,4-bèta-xylanase 1 500 EPU Endo-1,4-bèta-glucanase 100 CU Xyloglucaanspecifieke endo-bèta-1,4-glucanase 100 XGU |
— |
|
6.7.2033 |
||||
(1) Eén eenheid xylanase (EPU) is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 4,7 en een temperatuur van 50 °C 0,0083 micromol reducerende suikers (xylose-equivalent) per minuut vrijmaakt uit haverxylaan.
(2) Eén eenheid glucanase (CU) is de hoeveelheid enzym die bij een pH van 4,5 en een temperatuur van 30 °C 0,128 micromol reducerende suikers (glucose-equivalent) per minuut vrijmaakt uit gerstbètaglucaan.
(3) Eén xyloglucanase-eenheid (XGU) is de hoeveelheid enzym die laagmoleculaire fragmenten vrijmaakt uit gekleurd xyloglucaan in de hoeveelheid die gelijk is aan de hoeveelheid van dergelijke fragmenten die onder de testomstandigheden (50 °C en pH 4,5) uit 1 standaardenzymeenheid zijn vrijgekomen.
(4) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op het volgende adres van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en
|
16.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 155/15 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1170 VAN DE COMMISSIE
van 15 juni 2023
tot verlening van een vergunning voor een preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-1077, als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor melkkoeien, minder gangbare herkauwers gehouden voor mestdoeleinden en kameelachtigen gehouden voor mestdoeleinden (vergunninghouder: Danstar Ferment AG, vertegenwoordigd door Lallemand SAS) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1200/2005
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10, lid 2, van die verordening voorziet in de herbeoordeling van toevoegingsmiddelen waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van de Raad (2). |
|
(2) |
Bij Verordening (EG) nr. 1200/2005 van de Commissie (3) is voor het preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-1077 overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG een vergunning zonder tijdsbeperking verleend als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor melkkoeien en mestrunderen. Vervolgens is dat preparaat overeenkomstig artikel 10, lid 1, punt b), van Verordening (EG) nr. 1831/2003 als bestaand product opgenomen in het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding. |
|
(3) |
Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 in samenhang met artikel 7 van die verordening is een aanvraag ingediend voor de beoordeling van het preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-1077 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor melkkoeien en mestrunderen. Ook is overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 een aanvraag ingediend voor een nieuw gebruik van dat preparaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor minder gangbare herkauwers en kameelachtigen. In die aanvragen werd verzocht om dat toevoegingsmiddel in de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groepen “verteringsbevorderaars” en “darmflorastabilisatoren” in te delen en waren de krachtens artikel 7, lid 3, van die verordening vereiste gegevens en documenten bijgevoegd. |
|
(4) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar adviezen van 4 juli 2017 (4) en 29 juni 2022 (5) geconcludeerd dat het preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-1077 onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden veilig is voor de doeldieren, de consumentenveiligheid en het milieu. De EFSA heeft ook geconcludeerd dat het preparaat niet als irriterend voor de huid of als huidallergeen moet worden beschouwd, maar wel als irriterend voor de ogen, en dat blootstelling via inademing niet waarschijnlijk is. De EFSA heeft geconcludeerd dat het preparaat de prestaties van mestrunderen kan verbeteren wanneer het wordt toegediend in een minimumdosis van zo’n 6 × 108 kve/kg volledig diervoeder, en merkte op dat bij twee in vivo-onderzoeken een positief effect werd aangetoond op de groeiprestaties van de runderen die het toevoegingsmiddel in een minimumdosis van 5 × 108 kve/kg volledig diervoeder kregen toegediend. De EFSA heeft deze conclusie uitgebreid tot minder gangbare herkauwers en voor de vleesproductie gefokte kameelachtigen. De EFSA heeft op basis van de door de aanvrager verstrekte gegevens geen conclusies kunnen trekken over de werkzaamheid van het toevoegingsmiddel bij melkkoeien, maar heeft opgemerkt dat het preparaat in drie studies een positief effect op de prestaties van melkkoeien vertoonde. De EFSA heeft ook het verslag over de analysemethoden voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend. |
|
(5) |
De aanvrager heeft de aanvraag voor de verlening van een vergunning voor het preparaat in de functionele groep “verteringsbevorderaars” en voor het gebruik ervan voor minder gangbare herkauwers en melkkameelachtigen, op 24 februari 2023 ingetrokken. |
|
(6) |
Rekening houdend met alle verstrekte informatie, het reeds aangetoonde vermogen van het toevoegingsmiddel om de prestatieparameters van andere melkgevende herkauwers, met name melkgeiten en melkschapen, te verbeteren, en aangezien het preparaat al sinds lange tijd wordt verhandeld en gebruikt, is de Commissie van oordeel dat het toevoegingsmiddel werkzaam is bij mestrunderen, minder gangbare herkauwers en voor de vleesproductie gefokte kameelachtigen bij een minimumdosis van 5 × 108 kve/kg volledig diervoeder, en bij melkkoeien bij een minimumdosis van 4 × 108 kve/kg volledig diervoeder. |
|
(7) |
Uit de beoordeling van het toevoegingsmiddel blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van dat preparaat moet daarom worden toegestaan. De Commissie is van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om ongunstige gevolgen voor de menselijke gezondheid — en met name voor de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel — te voorkomen. |
|
(8) |
Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing van de wijzigingen van de vergunningsvoorwaarden voor het betrokken preparaat voor melkkoeien en mestrunderen vereisen, moet een overgangsperiode worden vastgesteld om de belanghebbende partijen in staat te stellen zich voor te bereiden om aan de nieuwe eisen van de vergunning te voldoen. |
|
(9) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Vergunningverlening
Voor het in de bijlage beschreven preparaat, dat behoort tot de categorie “zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “darmflorastabilisatoren”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.
Artikel 2
Intrekking van Verordening (EG) nr. 1200/2005
Verordening (EG) nr. 1200/2005 wordt ingetrokken.
Artikel 3
Overgangsmaatregelen
1. Het in de bijlage gespecificeerde preparaat en de voormengsels die het preparaat bevatten, die bestemd zijn voor melkkoeien en mestrunderen en die vóór 6 januari 2024 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 6 juli 2023 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.
2. De mengvoeders en voedermiddelen die het in de bijlage gespecificeerde preparaat bevatten, die bestemd zijn voor melkkoeien en mestrunderen en die vóór 6 juli 2024 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 6 juli 2023 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.
Artikel 4
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 juni 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.
(2) Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1).
(3) Verordening (EG) nr. 1200/2005 van de Commissie van 26 juli 2005 tot verlening van een permanente vergunning voor bepaalde toevoegingsmiddelen en een voorlopige vergunning voor een nieuwe toepassing van een al toegelaten toevoegingsmiddel in de diervoeding (PB L 195 van 27.7.2005, blz. 6).
(4) EFSA Journal 2017;15(7):4944.
(5) EFSA Journal 2022;20(7):7431.
BIJLAGE
|
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel |
Naam van de vergunninghouder |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||||||
|
kve/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
|||||||||||||||||
|
Categorie: zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: darmflorastabilisatoren. |
|||||||||||||||||
|
4b1711 |
Danstar Ferment AG, vertegenwoordigd door Lallemand SAS |
Saccharomyces cerevisiae CNCM I-1077 |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Preparaat van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-1077 met een minimumconcentratie van:
Karakterisering van de werkzame stof Levensvatbare gedroogde cellen van Saccharomyces cerevisiae CNCM I-1077 Analysemethode (1) Telling: gietplaatmethode met gebruikmaking van chlooramfenicol-dextrosegistextractagar (EN 15789). Identificatie: polymerasekettingreactiemethode (PCR-methode) CEN/TS 15790. |
Mestrunderen Alle minder gangbare herkauwers gehouden voor mestdoeleinden Kameelachtigen gehouden voor mestdoeleinden |
— |
5 × 108 |
— |
|
6 juli 2033 |
||||||||
|
Melkkoeien |
4 × 108 |
||||||||||||||||
(1) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op het volgende adres van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en
|
16.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 155/19 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1171 VAN DE COMMISSIE
van 15 juni 2023
tot wijziging van de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2018/982 en (EU) 2021/2097 van de Commissie wat betreft het gecombineerde gebruik van een preparaat van benzoëzuur, calciumformiaat en fumaarzuur met andere additieven die benzoëzuur, mierenzuur, fumaarzuur en bronnen daarvan of zouten daarvan bevatten (vergunninghouder: Novus Europe NV)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Bij de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2018/982 (2) en (EU) 2021/2097 (3) van de Commissie zijn voor een periode van tien jaar vergunningen verleend voor het gebruik van een preparaat van benzoëzuur, calciumformiaat en fumaarzuur als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen, opfokleghennen, mestkalkoenen en opfokkalkoenen. |
|
(2) |
In de bijlagen bij de Uitvoeringsverordeningen (EU) 2018/982 en (EU) 2021/2097 is in de respectieve kolom “Overige bepalingen” bepaald dat het toevoegingsmiddel niet samen met andere bronnen van benzoëzuur of benzoaten, calciumformiaat of formiaat en fumaarzuur mag worden gebruikt. Zo moet worden voorkomen dat de maximumdosis wordt overschreden door het gebruik van andere toevoegingsmiddelen die deze stoffen of bronnen daarvan bevatten. |
|
(3) |
Deze beperking is gerechtvaardigd voor benzoëzuur en benzoaten, aangezien de samenstelling van het toevoegingsmiddel een hoog gehalte aan benzoëzuur bevat, maar is niet gerechtvaardigd voor de andere stoffen, calciumformiaat of formiaat en fumaarzuur, aangezien het toevoegingsmiddel zeer lage gehalten aan calciumformiaat en fumaarzuur bevat. Met het oog op de evenredigheid moet het verbod op combinaties met andere additieven alleen gelden voor andere additieven die benzoëzuur en benzoaten bevatten. De combinatie van dit toevoegingsmiddel met andere toevoegingsmiddelen die mierenzuur, formiaat, fumaarzuur en fumaraat bevatten, moet worden toegestaan op voorwaarde dat in volledige diervoeders voor mestkippen, opfokleghennen, mestkalkoenen en opfokkalkoenen de gehalten van 10 000 mg/kg voor mierenzuur en 20 000 mg/kg voor fumaarzuur niet worden overschreden. Wanneer het toevoegingsmiddel zouten van mierenzuur en fumaarzuur bevat, mogen die gehalten evenmin worden overschreden. |
|
(4) |
Formiaten (zouten van mierenzuur) zijn een bron van mierenzuur en fumaraten (zouten van fumaarzuur) een bron van fumaarzuur. De bestaande vergunningen moeten worden geharmoniseerd om ervoor te zorgen dat de maximumgehalten van die zuren en van alle mogelijke bronnen van die zuren (zouten van die zuren) niet worden overschreden. In Uitvoeringsverordening (EU) 2018/982 heeft de beperking in de kolom “overige bepalingen” betrekking op het gebruik van het preparaat met andere additieven die bronnen van calciumformiaat, formiaat en fumaarzuur bevatten. Aangezien calciumformiaat al is vervat in de term formiaat (zout van mierenzuur) en er andere formiaten zijn die een bron van mierenzuur kunnen zijn, moet de nieuwe beperking gelden voor formiaten in het algemeen. Bovendien moet de beperking gelden voor fumaarzuur en fumaraten, aangezien fumaraten ook een bron van fumaarzuur kunnen zijn. In de kolom “Overige bepalingen” van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2097 heeft de beperking betrekking op het gebruik van het preparaat met andere additieven die bronnen van calciumformiaat of mierenzuur en fumaarzuur bevatten. Omwille van de samenhang moet de voorgestelde nieuwe beperking worden uitgebreid tot formiaten en fumaraten en moet de verwijzing naar calciumformiaat worden geschrapt, aangezien deze stof reeds bij de verwijzing naar formiaten is inbegrepen. |
|
(5) |
De Uitvoeringsverordeningen (EU) 2018/982 en (EU) 2021/2097 moeten daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(6) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/982 wordt gewijzigd overeenkomstig punt 1 van de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2097 wordt gewijzigd overeenkomstig punt 2 van de bijlage bij deze verordening.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 juni 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/982 van de Commissie van 11 juli 2018 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van benzoëzuur, calciumformiaat en fumaarzuur als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen en opfokleghennen (vergunninghouder Novus Europe NV) (PB L 176 van 12.7.2018, blz. 13).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2097 van de Commissie van 29 november 2021 tot verlening van een vergunning voor een preparaat van benzoëzuur, calciumformiaat en fumaarzuur als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkalkoenen en opfokkalkoenen (vergunninghouder: Novus Europe NV) (PB L 427 van 30.11.2021, blz. 190).
BIJLAGE
1.
In de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/982 wordt in de negende kolom “Overige bepalingen” punt 2 vervangen door:|
“2. |
Het toevoegingsmiddel mag niet samen met andere bronnen van benzoëzuur ofbenzoaten worden gebruikt. Wanneer het toevoegingsmiddel in combinatie met andere bronnen van formiaat, mierenzuur, fumaarzuur en fumaraat wordt gebruikt, mogen de volgende totale gehalten van die stoffen in volledige diervoeders niet worden overschreden:
|
2.
In de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2097 wordt in de negende kolom “Overige bepalingen” punt 2 vervangen door:|
“2. |
Het toevoegingsmiddel mag niet samen met andere bronnen van benzoëzuur of benzoaten worden gebruikt. Wanneer het toevoegingsmiddel in combinatie met andere bronnen van formiaat, mierenzuur, fumaarzuur en fumaraat wordt gebruikt, mogen de volgende totale gehalten van die stoffen in volledige diervoeders niet worden overschreden:
|
|
16.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 155/22 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1172 VAN DE COMMISSIE
van 15 juni 2023
tot verlening van een vergunning voor een preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen, tot weigering van een vergunning voor een preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor opfokleghennen, het uit de handel nemen van een preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 15 % cc) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen en opfokleghennen, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1455/2004 en Uitvoeringsverordening (EU) 2021/932 (vergunninghouder: Zoetis Belgium SA)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2, artikel 10, lid 5, en artikel 13, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen of weigeren van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10, lid 2, van die verordening voorziet in voorschriften betreffende de herbeoordeling van toevoegingsmiddelen waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van de Raad (2). |
|
(2) |
Voor de preparaten van lasalocide-A-natrium (Avatec 15 % cc) en lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) is bij Verordening (EG) nr. 1455/2004 van de Commissie (3) een vergunning voor tien jaar verleend als toevoegingsmiddelen voor diervoeding van de groep “coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” voor mestkippen en opfokleghennen. Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 zijn die toevoegingsmiddelen vervolgens als bestaande producten opgenomen in het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding. |
|
(3) |
Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 in samenhang met artikel 7 van die verordening is een aanvraag ingediend voor de vergunning van het preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor mestkippen en opfokleghennen, waarbij is verzocht om het toevoegingsmiddel in de categorie “coccidiostatica en histomonostatica” in te delen. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten zijn bij de aanvraag verstrekt. Voor de verlening van een vergunning voor het preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 15 % cc) is geen dergelijke aanvraag ingediend. |
|
(4) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar adviezen van 16 mei 2017 (4) en 1 juli 2020 (5) verklaard dat zij geen conclusies kon trekken over de veiligheid en werkzaamheid van het preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) bij mestkippen en opfokleghennen, waarbij zij erop wees dat voor die doelsoorten geen veilig gehalte van de werkzame stof lasalocide-A-natrium kon worden vastgesteld wanneer deze aan het diervoeder wordt toegevoegd. De EFSA concludeerde dat de coccidiostatische werkzaamheid van het preparaat onvoldoende was aangetoond bij het laagste voorgestelde dosisniveau van 75 mg lasalocide-A-natrium per kg volledig diervoeder. Bijgevolg was niet aangetoond dat het preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) geen ongunstige gevolgen heeft voor de diergezondheid en dat het bij gebruik onder de voorgestelde voorwaarden een coccidiostatisch effect heeft op de doelsoort. Daarom is de bestaande vergunning voor het preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/932 van de Commissie (6) geschorst. |
|
(5) |
De vergunning voor het preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) werd geschorst in afwachting van de indiening en beoordeling van aanvullende gegevens die door de aanvrager moeten worden verstrekt volgens een tijdschema waarin de uit te voeren studies zijn opgenomen en die zouden bestaan uit onderzoek naar de werkzaamheid en tolerantie bij mestkippen en opfokleghennen in grondhokken. |
|
(6) |
Overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2021/932 moet de opschortingsmaatregel uiterlijk op 31 december 2023 worden herzien, en in elk geval nadat de EFSA een negatief advies over de veiligheid en werkzaamheid van het preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) voor gebruik bij mestkippen en opfokleghennen heeft uitgebracht. |
|
(7) |
Sinds de EFSA haar advies van 1 juli 2020 heeft uitgebracht, heeft de aanvrager op 29 juni 2022 aanvullende gegevens bij de Commissie ingediend, die aan de EFSA zijn toegezonden. |
|
(8) |
Op 23 november 2022 heeft de EFSA na de beoordeling van de door de aanvrager ingediende aanvullende gegevens een advies (7) uitgebracht en geconcludeerd dat het preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) bij het maximale en minimale dosisniveau van 90 mg lasalocide-A-natrium per kg volledig diervoeder, veilig en werkzaam is bij mestkippen. Zij was echter ook van oordeel dat de resultaten van de tolerantiestudies, die bij mestkippen waren uitgevoerd, niet naar opfokleghennen konden worden geëxtrapoleerd, aangezien zoötechnische prestaties weliswaar het gevoeligste eindpunt lijken te zijn voor de beoordeling van de tolerantie voor lasalocide-A-natrium, maar er negatieve effecten werden waargenomen op de prestaties van dieren met een lage groeisnelheid en een mogelijk negatief effect van lasalocide-A-natrium werd opgemerkt op de fokperiode bij voedering aan opfokkippen. De EFSA kon daarom nog steeds geen conclusies trekken over de veiligheid van dat toevoegingsmiddel voor opfokleghennen. |
|
(9) |
In haar advies van 16 mei 2017 heeft de EFSA ook geconcludeerd dat het preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) veilig is voor de gebruiker, het milieu en de consument, mits een wachttijd van drie dagen wordt toegepast om aan de maximumresidugehalten (MRL) te voldoen. De EFSA verklaarde met name dat haar eerdere conclusies dat er geen waarschijnlijk risico is voor de gebruiker die met het toevoegingsmiddel werkt, zoals vastgesteld in haar advies van 7 april 2010 (8), niet hoefden te worden heroverwogen. De EFSA heeft voorts verklaard dat de gelijktijdige toediening van lasalocide-A-natrium met tiamuline en bepaalde andere geneeskrachtige stoffen moet worden vermeden, en heeft aanbevolen de resistentie van Eimeria spp. tegen lasalocide-A-natrium na het in de handel brengen te monitoren. |
|
(10) |
Daarnaast heeft de EFSA het verslag over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel voor diervoeding dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium was ingediend, geverifieerd, met inbegrip van het op 23 januari 2023 geproduceerde addendum, waarin wordt aanbevolen een nieuwe multianalytmethode toe te voegen, die is gebaseerd vloeistofchromatografie gekoppeld aan tandemmassaspectrometrie (LC-MS/MS) voor de bepaling van lasalocide-A-natrium in mengvoeders. |
|
(11) |
Uit de beoordeling van het preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) blijkt dat wat het gebruik voor mestkippen betreft, aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van dat toevoegingsmiddel moet daarom voor dat gebruik worden toegestaan. Er moet worden voorzien in monitoring na het in de handel brengen van de resistentie van Eimeria spp. tegen lasalocide-A-natrium. Het in Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie (9) vastgestelde MRL voor lasalocide-A-natrium moet van toepassing zijn op residuen van die stof of metabolieten daarvan die afkomstig zijn van het gebruik ervan als toevoegingsmiddel voor diervoeding, in de desbetreffende levensmiddelen van dierlijke oorsprong. |
|
(12) |
Uit de adviezen van de EFSA van 16 mei 2017, 1 juli 2020 en 23 november 2022 blijkt evenwel dat niet is vastgesteld dat het preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) bij gebruik voor opfokleghennen geen ongunstige gevolgen voor de diergezondheid heeft. Uit de beoordeling van dat toevoegingsmiddel blijkt dus dat niet aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan wat het gebruik voor opfokleghennen betreft, en bijgevolg moet de vergunning voor het preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) als toevoegingsmiddel voor diervoeding van de categorie “coccidiostatica en histomonostatica” voor opfokleghennen worden geweigerd. |
|
(13) |
Op grond van artikel 10, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is de Commissie verplicht een verordening vast te stellen om toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor binnen de in die bepaling gestelde termijn geen aanvragen als bedoeld in artikel 10, lid 2, van die verordening zijn ingediend, uit de handel te nemen. Het preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 15 % cc) moet derhalve uit de handel worden genomen. Aangezien in artikel 10, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 geen onderscheid wordt gemaakt tussen vergunningen met een beperkte looptijd en vergunningen zonder tijdsbeperking is het omwille van de duidelijkheid passend om de toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor de vergunningen overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG zijn verlopen, uit de handel te nemen. |
|
(14) |
Als gevolg van bovengenoemde herziening en van de vergunning voor het preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) voor mestkippen, van de weigering van de vergunning voor opfokleghennen en van het uit de handel nemen van het preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 15 % cc), moeten Verordening (EG) nr. 1455/2004 en Uitvoeringsverordening (EU) 2021/932 worden ingetrokken. |
|
(15) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Vergunningverlening
Voor het in de bijlage gespecificeerde preparaat, dat behoort tot de categorie “coccidiostatica en histomonostatica”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.
Artikel 2
Weigering van een vergunning
De vergunning voor het preparaat van lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) als toevoegingsmiddel voor diervoeding van de categorie “coccidiostatica en histomonostatica” voor opfokleghennen wordt geweigerd.
Artikel 3
Uit de handel nemen
Het toevoegingsmiddel voor diervoeding lasalocide-A-natrium (Avatec 15 % cc) wordt uit de handel genomen.
Artikel 4
Intrekkingen
Verordening (EG) nr. 1455/2004 en Uitvoeringsverordening (EU) 2021/932 worden ingetrokken.
Artikel 5
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 juni 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.
(2) Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1).
(3) Verordening (EG) nr. 1455/2004 van de Commissie van 16 augustus 2004 tot verlening van een vergunning voor tien jaar voor het toevoegingsmiddel Avatec 15 % van de groep “Coccidiostatica en andere geneeskrachtige stoffen” in diervoeders (PB L 269 van 17.8.2004, blz. 14).
(4) EFSA Journal 2017; 15(8):4857.
(5) EFSA Journal 2020; 18(8):6202.
(6) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/932 van de Commissie van 9 juni 2021 tot schorsing van de vergunning voor lasalocide-A-natrium (Avatec 15 % cc) en lasalocide-A-natrium (Avatec 150 G) als toevoegingsmiddelen voor diervoeding voor mestkippen en opfokleghennen (vergunninghouder Zoetis Belgium SA) (PB L 204 van 10.6.2021, blz. 13).
(7) EFSA Journal 2022;20(12):7715.
(8) EFSA Journal 2010;8(4):1575.
(9) Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 15 van 20.1.2010, blz. 1).
BIJLAGE
|
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel |
Naam van de vergunninghouder |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
Maximumresidugehalten (MRL’s) in de desbetreffende levensmiddelen van dierlijke oorsprong |
||||||||||||||||||||||||
|
mg werkzame stof/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
Categorie: coccidiostatica en histomonostatica. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
51763 |
Zoetis Belgium SA. |
Lasalocide-A-natrium 15 g/100 g (Avatec 150 G) |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel Preparaat van: Lasalocide-A-natrium: 15 g/100 g Calciumlignosulfonaat: 4 g/100 g IJzeroxide: 0,1 g/100 g Calciumsulfaatdihydraat: quantum satis Karakterisering van de werkzame stof Lasalocide-A-natrium:
Productiegebonden onzuiverheden: lasalocide-natrium B-E: ≤ 10 % Analysemethode (1) Voor de bepaling van lasalocide-A-natrium in het toevoegingsmiddel en voormengsels: Reversed-phase hogeprestatievloeistofchromatografie met fluorescentiedetectie (RP-HPLC-FL) — Verordening (EG) nr. 152/2009 van de Commissie Voor de bepaling van lasalocide-A-natrium in mengvoeders:
|
Mestkippen |
— |
90 |
90 |
|
6 juli 2033 |
Verordening (EU) nr. 37/2010 |
||||||||||||||||||||||||
(1) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn beschikbaar op het volgende adres van het referentielaboratorium: https://joint-research-centre.ec.europa.eu/eurl-fa-eurl-feed-additives/eurl-fa-authorisation/eurl-fa-evaluation-reports_en
|
16.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 155/28 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1173 VAN DE COMMISSIE
van 15 juni 2023
betreffende het uit de handel nemen van bepaalde toevoegingsmiddelen voor diervoeding, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1810/2005 en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 1453/2004, (EG) nr. 2148/2004 en (EG) nr. 943/2005
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 10, lid 5,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de redenen en procedures voor het verlenen van dergelijke vergunningen, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10, lid 2, van die verordening voorziet met name in voorschriften inzake de herbeoordeling van toevoegingsmiddelen waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van de Raad (2). |
|
(2) |
Artikel 10, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 bevat een verplichting voor de Commissie om een verordening vast te stellen betreffende het uit de handel nemen van de toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor geen aanvragen overeenkomstig artikel 10, leden 2 en 7, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 zijn ingediend vóór het verstrijken van de in die bepalingen genoemde termijn, of waarvoor een aanvraag was ingediend die vervolgens is ingetrokken. |
|
(3) |
Daarom moeten de in de bijlage vermelde toevoegingsmiddelen voor diervoeding uit de handel worden genomen. |
|
(4) |
In het geval van toevoegingsmiddelen voor diervoeding waarvoor slechts voor bepaalde diersoorten of -categorieën aanvragen zijn ingediend of de aanvragen slechts voor bepaalde diersoorten of -categorieën zijn ingetrokken, moet het uit de handel nemen alleen betrekking hebben op de diersoorten en -categorieën waarvoor geen aanvraag is ingediend, of waarvoor de aanvraag is ingetrokken. |
|
(5) |
Als gevolg van het uit de handel nemen van de toevoegingsmiddelen voor diervoeding is het passend de bepalingen op grond waarvan een vergunning is verleend voor die toevoegingsmiddelen, in te trekken. Bijgevolg moet Verordening (EG) nr. 1810/2005 van de Commissie (3) dienovereenkomstig worden gewijzigd en moeten de Verordeningen (EG) nr. 1453/2004 (4), (EG) nr. 2148/2004 (5) en (EG) nr. 943/2005 (6) van de Commissie worden ingetrokken. |
|
(6) |
Er moet een overgangsperiode worden vastgesteld waarbinnen bestaande voorraden van de betrokken toevoegingsmiddelen, voormengsels, voedermiddelen en mengvoeders die met die toevoegingsmiddelen zijn geproduceerd, mogen worden opgebruikt, zodat belanghebbenden zich aan het uit de handel nemen van die producten kunnen aanpassen. |
|
(7) |
Het uit de handel nemen van de in de bijlage vermelde producten belet niet dat zij overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1831/2003 worden toegelaten of aan een maatregel betreffende hun status worden onderworpen. |
|
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Uit de handel nemen
De in de bijlage vermelde toevoegingsmiddelen voor diervoeding worden uit de handel genomen voor bepaalde diersoorten of -categorieën, zoals in die bijlage is aangegeven.
Artikel 2
Overgangsmaatregelen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding die uit de handel worden genomen
1. Bestaande voorraden van de in de bijlage vermelde toevoegingsmiddelen voor diervoeding mogen tot en met 6 juli 2024 in de handel gebracht en gebruikt blijven worden.
2. Met de in lid 1 bedoelde toevoegingsmiddelen geproduceerde voormengsels mogen tot en met 6 oktober 2024 in de handel gebracht en gebruikt blijven worden.
3. Met de in lid 1 bedoelde toevoegingsmiddelen of de in lid 2 bedoelde voormengsels geproduceerde mengvoeders en voedermiddelen mogen tot en met 6 juli 2025 in de handel gebracht en gebruikt blijven worden.
Artikel 3
Wijziging van Verordening (EG) nr. 1810/2005
Verordening (EG) nr. 1810/2005 wordt als volgt gewijzigd:
|
1) |
Artikel 3 wordt geschrapt. |
|
2) |
Bijlage III wordt geschrapt. |
Artikel 4
Intrekkingen
De Verordeningen (EG) nr. 1453/2004, (EG) nr. 2148/2004 en (EG) nr. 943/2005 worden ingetrokken.
Artikel 5
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 juni 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.
(2) Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1).
(3) Verordening (EG) nr. 1810/2005 van de Commissie van 4 november 2005 ter verlening van een nieuwe vergunning voor tien jaar voor een toevoegingsmiddel in de diervoeding, een permanente vergunning voor bepaalde toevoegingsmiddelen in de diervoeding en een voorlopige vergunning voor nieuwe toepassingen van bepaalde al toegelaten toevoegingsmiddelen in de diervoeding (PB L 291 van 5.11.2005, blz. 5).
(4) Verordening (EG) nr. 1453/2004 van de Commissie van 16 augustus 2004 tot verlening van permanente vergunningen voor bepaalde toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PB L 269 van 17.8.2004, blz. 3).
(5) Verordening (EG) nr. 2148/2004 van de Commissie van 16 december 2004 tot verlening van permanente en voorlopige vergunningen voor bepaalde toevoegingsmiddelen en een vergunning voor nieuwe toepassingen van een al toegelaten toevoegingsmiddel in de diervoeding (PB L 370 van 17.12.2004, blz. 24).
(6) Verordening (EG) nr. 943/2005 van de Commissie van 21 juni 2005 tot verlening van een permanente vergunning voor bepaalde toevoegingsmiddelen in diervoeding (PB L 159 van 22.6.2005, blz. 6).
BIJLAGE
Uit de handel te nemen toevoegingsmiddelen voor diervoeding als bedoeld in artikel 1
DEEL 1
Toevoegingsmiddelen voor diervoeding die voor alle diersoorten en -categorieën uit de handel worden genomen
|
Identificatienummer |
Toevoegingsmiddel |
Diersoort of -categorie |
|
Emulgatoren en stabilisatoren, verdikkingsmiddelen en geleermiddelen |
||
|
E 433 |
Polyoxyethyleen(20)sorbitaanmonoöleaat |
Alle soorten |
|
E 413 |
Tragant |
Alle soorten |
|
Bindmiddelen, antiklontermiddelen en stollingsmiddelen |
||
|
E 561 |
Vermiculiet |
Alle soorten |
|
E 599 |
Perliet |
Alle soorten |
|
Vitaminen, provitaminen en chemisch duidelijk omschreven stoffen met een gelijkaardige werking |
||
|
|
Vitamine B12 of cyanocobalamine. Alle vormen, met uitzondering van het preparaat van cyanocobalamine, geproduceerd door Ensifer adhaerens CNCM I-5541, bevattende ≤ 1 % cyanocobalamine in vaste vorm [3a835] (1). |
Alle soorten |
|
Inkuiltoevoegingsmiddelen |
||
|
Micro-organismen |
||
|
|
Lactobacillus casei NBRC 3425 (ATCC 7469) |
Alle soorten |
|
|
Saccharomyces cerevisiae NBRC 0203 (IFO 0203) |
Alle soorten |
|
Enzymen |
||
|
|
Alfa-amylase EC 3.2.1.1 uit Aspergillus oryzae CBS 585.94 |
Alle soorten |
|
Kleurstoffen met inbegrip van pigmenten |
||
|
Andere kleurstoffen |
||
|
E 150b, E 150c en E 150d |
Karamelkleurstoffen als kleurstoffen die op grond van de communautaire voorschriften zijn toegestaan voor de kleuring van levensmiddelen |
Alle soorten |
|
Aromatische en eetlustopwekkende stoffen |
||
|
Natuurlijke producten — botanisch gedefinieerd |
||
|
|
Abies alba Mill., A. sibirica Ledeb.: olie van dennennaald CAS-nr. 8021-29-2 FEMA-nr. 2905 RvE-nr. 5 Einecs-nr. 294-351-9 |
Alle soorten |
|
|
Eleutherococcus senticosus Rupr. et Maxim. = Acanthopanax s. Harms: extract van Siberische ginseng (op oplosmiddelbasis) |
Alle soorten |
|
|
Helianthus annuus L.: absolue van zonnebloem/olie van zonnebloem/tinctuur van zonnebloem |
Alle soorten |
|
|
Origanum heracleoticum L.: extract van Griekse oregano/oleohars/olie van Griekse oregano |
Alle soorten |
|
|
Origanum heracleoticum L.: olie van oregano |
Alle soorten |
|
|
Petroselinum sativum Hoffm. = P. crispum Mill. = P. hortense L.: olie van peterselieblad CAS-nr. 8000-68-8 FEMA-nr. 2836 RvE-nr. 326 Einecs-nr. 281-677-1/olie van peterseliezaad CAS-nr. 8000-68-8 RvE-nr. 326 Einecs-nr. 281-677-1 |
Alle soorten |
|
|
Trachyspermum ammi (L.) Sprag. et Turr.: olie van ajowan |
Alle soorten |
|
|
Bupleurum rotundifolium L.: tinctuur van doorwas |
Alle soorten |
|
|
Boswellia serrata Roxb. ex Colebr.: tinctuur van wierookboom |
Alle soorten |
|
|
Bambusa sp.: tinctuur |
Alle soorten |
|
|
Pimenta dioica L. Merr. = P. officinalis Lind L.: olie van piment CAS-nr. 8006-77-7 FEMA-nr. 2018 RvE-nr. 335 Einecs-nr. 284-540-4 |
Alle soorten |
|
Natuurlijke producten en dienovereenkomstige synthetische producten |
||
|
|
CAS-nr. 13678-67-6/difurfurylsulfide/Flavis-nr. 13.056 |
Alle soorten |
|
|
CAS-nr. 29606-79-9/isopulegon/Flavis-nr. 07.067 |
Alle soorten |
|
|
CAS-nr. 43052-87-5/α-damascon/Flavis-nr. 07.134 |
Alle soorten |
|
|
CAS-nr. 4437-22-3/difurfurylether/Flavis-nr. 13.061 |
Alle soorten |
|
|
CAS-nr. 623-15-4/4-(2-furyl)but-3-en-2-on/Flavis-nr. 13.044 |
Alle soorten |
DEEL 2
Toevoegingsmiddelen voor diervoeding die voor bepaalde diersoorten of -categorieën uit de handel worden genomen
|
Identificatienummer |
Toevoegingsmiddel |
Diersoort en categorie dieren |
|
Conserveermiddelen |
||
|
E 250 |
Natriumnitriet |
Honden; katten |
|
Emulgatoren en stabilisatoren, verdikkingsmiddelen en geleermiddelen |
||
|
E 406 |
Agaragar |
Gezelschapsdieren en andere niet-voedsel-producerende dieren |
|
Bindmiddelen, antiklontermiddelen en stollingsmiddelen |
||
|
E 567 |
Clinoptiloliet van vulkanische oorsprong |
Varkens en pluimvee |
|
Inkuiltoevoegingsmiddelen |
||
|
Stoffen |
||
|
|
Hexamethyleentetramine |
Runderen; schapen; varkens; pluimvee; konijnen; paarden; geiten |
|
Enzymen |
||
|
E 1613 |
Endo-1,4-bèta-glucanase/EC 3.2.1.8 geproduceerd door Trichoderma longibrachiatum (CNCM MA 6-10 W) |
Legkippen; mestkalkoenen; mestkippen |
|
Kleurstoffen met inbegrip van pigmenten |
||
|
Andere kleurstoffen |
||
|
E 127 |
Erytrosine als kleurstof die op grond van de communautaire voorschriften voor de kleuring van levensmiddelen is toegestaan |
Reptielen; katten |
|
E 127 |
Erytrosine [functionele groep 2, punt a), iii)] |
Siervissen |
|
Aromatische en eetlustopwekkende stoffen |
||
|
Natuurlijke producten — botanisch gedefinieerd |
||
|
|
Humulus lupulus L. flos: extract van hop (kegels), rijk aan bètazuren |
Alle diersoorten, met uitzondering van gespeende biggen, mestvarkens en varkens van minder gangbare soorten, gespeend en voor mestdoeleinden |
|
|
Natuurlijke producten en dienovereenkomstige synthetische producten |
|
|
|
CAS-nr. 3188-00-9/4,5-dihydro-2-methylfuraan-3(2H)-on/Flavis-nr. 13.042 |
Alle soorten met uitzondering van gezelschapsdieren |
|
|
CAS-nr. 3658-77-3/4-hydroxy-2,5-dimethylfuraan-3(2H)-on/Flavis-nr. 13.010 |
Alle soorten met uitzondering van gezelschapsdieren |
|
|
CAS-nr. 4180-23-8/1-methoxy-4-(prop-1(trans)-enyl)benzeen/Flavis-nr. 04.010 |
Pluimvee en vis |
|
|
CAS-nr. 97-53-0/eugenol/Flavis-nr. 04.003 |
Pluimvee |
|
Vitaminen, provitaminen en chemisch duidelijk omschreven stoffen met een gelijkaardige werking |
||
|
|
Essentiële onverzadigde omega 6-vetzuren (als octadecadieenzuur) |
Fokzeugen; zeugen, ten behoeve van de biggen; fokkoeien |
(1) Deze vorm van vitamine B12 of cyanocobalamine is toegelaten bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1249 van de Commissie van 19 juli 2022 tot verlening van een vergunning voor vitamine B12 in de vorm van cyanocobalamine geproduceerd door Ensifer adhaerens CNCM I-5541 als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten (PB L 191 van 20.7.2022, blz. 10).
|
16.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 155/33 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1174 VAN DE COMMISSIE
van 15 juni 2023
tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 wat betreft bepaalde uit het Verenigd Koninkrijk afkomstige voor opplant bestemde planten van de soort Crataegus monogyna
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad (1), en met name artikel 42, lid 4, eerste alinea,
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie (2) bevat een lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen met een hoog risico, die op basis van een voorlopige risicobeoordeling is vastgesteld. |
|
(2) |
Op basis van een voorlopige beoordeling zijn 34 geslachten en één soort van voor opplant bestemde planten afkomstig uit derde landen, voorlopig opgenomen in de lijst van planten met een hoog risico in Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019. In die lijst is het geslacht Crataegus L. opgenomen. |
|
(3) |
Op 3 mei 2022 heeft het Verenigd Koninkrijk (3) bij de Commissie een verzoek ingediend voor uitvoer naar de Unie van voor opplant bestemde planten van de soort Crataegus monogyna in rusttoestand, met naakte wortels en zonder blad van maximaal 7 jaar oud en met een diameter van maximaal 6,5 cm aan de voet van de stam, en van voor opplant bestemde planten van de soort Crataegus monogyna in groeimedium van maximaal 15 jaar oud en met een diameter van maximaal 13 cm aan de voet van de stam (“de betrokken planten”). Bij dat verzoek was het relevante technische dossier gevoegd. |
|
(4) |
Op 30 maart 2023 heeft de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) een wetenschappelijk advies uitgebracht over de risicobeoordeling van de betrokken planten die afkomstig zijn uit het Verenigd Koninkrijk (4). De EFSA heeft Erwinia amylovora geïdentificeerd als relevant plaagorganisme voor die planten. |
|
(5) |
De EFSA heeft met betrekking tot Erwinia amylovora beoordeeld of is voldaan aan de bijzondere voorschriften voor het binnenbrengen in en het verkeer binnen de aangegeven beschermde gebieden, zoals vermeld in punt 9 van bijlage X bij Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie (5), van planten van de soort Crataegus L., met uitzondering van vruchten en zaden. |
|
(6) |
Op basis van dat advies wordt het fytosanitaire risico dat voortvloeit uit het binnenbrengen op het grondgebied van de Unie van de betrokken planten vanuit het Verenigd Koninkrijk, geacht tot een aanvaardbaar niveau te zijn teruggebracht. |
|
(7) |
De betrokken planten die maximaal 7 jaar oud zijn en naakte wortels hebben, zoals opgenomen in het door het Verenigd Koninkrijk ingediende dossier, vormen wegens hun kenmerken een kleiner fytosanitair risico. Bijgevolg mogen uit het Verenigd Koninkrijk afkomstige betrokken planten van maximaal 15 jaar oud en met een diameter van maximaal 13 cm aan de voet van de stam niet langer als planten met een hoog risico worden beschouwd. |
|
(8) |
Alle uit het Verenigd Koninkrijk afkomstige betrokken planten van maximaal 15 jaar oud en met een diameter van maximaal 13 cm aan de voet van de stam moeten daarom uit de lijst van planten, plantaardige producten en andere materialen met een hoog risico in de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 worden geschrapt. |
|
(9) |
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(10) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 15 juni 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 317 van 23.11.2016, blz. 4.
(2) Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie van 18 december 2018 tot vaststelling van een voorlopige lijst van planten, plantaardige producten of andere materialen met een hoog risico in de zin van artikel 42 van Verordening (EU) 2016/2031 en een lijst van planten waarvoor geen fytosanitair certificaat is vereist voor het binnenbrengen in de Unie in de zin van artikel 73 van die Verordening (PB L 323 van 19.12.2018, blz. 10).
(3) Overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het protocol inzake Ierland en Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, gelden vermeldingen van het Verenigd Koninkrijk in deze handeling niet voor Noord-Ierland.
(4) EFSA PLH Panel (EFSA-panel voor de gezondheid van gewassen), 2023. Scientific Opinion on the commodity risk assessment of Crataegus monogyna plants from the UK. EFSA Journal 2023;21(4):8003.
(5) Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie (PB L 319 van 10.12.2019, blz. 1).
BIJLAGE
In de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 wordt in punt 1, de tabel, tweede kolom (“Omschrijving”), de tekst in de vermelding voor Crataegus L. vervangen door:
“ Crataegus L., met uitzondering van uit het Verenigd Koninkrijk afkomstige tot 15 jaar oude voor opplant bestemde planten van de soort Crataegus monogyna met een maximale diameter van 13 cm aan de voet van de stam”.
BESLUITEN
|
16.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 155/36 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/… VAN DE COMMISSIE
van 12 juni 2023
tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 betreffende bepaalde noodmaatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2023) 3922)
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 259, lid 1, punt c),
Overwegende hetgeen volgt:
|
(1) |
Hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) is een besmettelijke virale ziekte bij vogels die ernstige gevolgen kan hebben voor de rentabiliteit van pluimveehouderijen en die de handel binnen de Unie en de uitvoer naar derde landen verstoort. HPAI-virussen kunnen trekvogels besmetten, die deze virussen vervolgens tijdens hun trek in de herfst en in de lente over lange afstanden kunnen verspreiden. De aanwezigheid van HPAI-virussen bij wilde vogels vormt derhalve een voortdurende bedreiging wat betreft de directe en indirecte insleep van deze virussen in inrichtingen waar pluimvee of in gevangenschap levende vogels worden gehouden. Bij een uitbraak van HPAI bestaat het risico dat de ziekteverwekker wordt verspreid naar andere inrichtingen waar pluimvee of in gevangenschap levende vogels worden gehouden. |
|
(2) |
Bij Verordening (EU) 2016/429 is een nieuw wetgevingskader vastgesteld voor de preventie en bestrijding van ziekten die kunnen worden overgedragen op dieren of mensen. HPAI valt onder de definitie van een in de lijst in die verordening opgenomen ziekte en is onderworpen aan de daarin vastgestelde regels inzake ziektepreventie en -bestrijding. Daarnaast vormt Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie (2) een aanvulling op Verordening (EU) 2016/429 wat betreft de regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten, waaronder ziektebestrijdingsmaatregelen voor HPAI. |
|
(3) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 van de Commissie (3) is vastgesteld in het kader van Verordening (EU) 2016/429 en bevat noodmaatregelen op het niveau van de Unie in verband met uitbraken van HPAI. |
|
(4) |
Meer in het bijzonder is in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 bepaald dat de naar aanleiding van uitbraken van HPAI door de lidstaten overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde beschermings-, bewakings- en extra beperkingszones ten minste de gebieden moeten omvatten die in de lijst van de bijlage bij dat uitvoeringsbesluit als beschermings-, bewakings- en extra beperkingszones zijn opgenomen. |
|
(5) |
Naar aanleiding van uitbraken van HPAI bij pluimvee of in gevangenschap levende vogels in Duitsland, Frankrijk en Polen die in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 moesten worden weerspiegeld, is die bijlage onlangs bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/1083 van de Commissie (4) gewijzigd. |
|
(6) |
Sinds de datum waarop Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/1083 is vastgesteld, heeft Frankrijk de Commissie in kennis gesteld van nieuwe uitbraken van HPAI in inrichtingen waar pluimvee of in gevangenschap levende vogels werden gehouden, in de administratieve regio’s Nouvelle-Aquitaine en Occitanië. |
|
(7) |
De bevoegde autoriteit van Frankrijk heeft de nodige ziektebestrijdingsmaatregelen genomen overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687, waaronder de instelling van beschermings- en bewakingszones rond die uitbraken. |
|
(8) |
Daarnaast heeft de bevoegde autoriteit van Frankrijk besloten om naast de beschermings- en bewakingszones die zijn ingesteld, voor bepaalde uitbraken in die lidstaat extra beperkingszones in te stellen. |
|
(9) |
De Commissie heeft de door Frankrijk genomen ziektebestrijdingsmaatregelen in samenwerking met die lidstaat bestudeerd en heeft geconstateerd dat de grenzen van de door de bevoegde autoriteit van die lidstaat ingestelde beschermings- en bewakingszones in Frankrijk op voldoende afstand liggen van de inrichtingen waar de uitbraken van HPAI zijn bevestigd. |
|
(10) |
Om te voorkomen dat de handel in de Unie onnodig wordt verstoord en om te vermijden dat derde landen ongerechtvaardigde handelsbelemmeringen opwerpen, moeten de door Frankrijk overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 ingestelde beschermings-, bewakings- en extra beperkingszones in samenwerking met die lidstaat snel worden vastgesteld op het niveau van de Unie. |
|
(11) |
Daarom moeten de gebieden die voor Frankrijk in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 als beschermings-, bewakings- en extra beperkingszones zijn opgenomen, worden gewijzigd. |
|
(12) |
De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 moet derhalve worden gewijzigd om de regionalisering op het niveau van de Unie bij te werken om rekening te houden met de overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 door Frankrijk ingestelde beschermings-, bewakings- en extra beperkingszones en de duur van de daarin geldende maatregelen aan te geven. |
|
(13) |
Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd. |
|
(14) |
Gezien de urgentie van de epidemiologische situatie in de Unie wat de verspreiding van HPAI betreft, is het belangrijk dat de wijzigingen die bij dit besluit in Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 worden aangebracht, zo spoedig mogelijk in werking treden. |
|
(15) |
De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
Dit besluit is gericht tot de lidstaten.
Gedaan te Brussel, 12 juni 2023.
Voor de Commissie
Stella KYRIAKIDES
Lid van de Commissie
(1) PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 van de Commissie van 17 december 2019 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat regels voor de preventie en bestrijding van bepaalde in de lijst opgenomen ziekten betreft (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 64).
(3) Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 van de Commissie van 16 april 2021 betreffende bepaalde noodmaatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 134 van 20.4.2021, blz. 166).
(4) Uitvoeringsbesluit (EU) 2023/1083 van de Commissie van 31 mei 2023 tot wijziging van de bijlage bij Uitvoeringsbesluit (EU) 2021/641 betreffende bepaalde noodmaatregelen in verband met uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza in bepaalde lidstaten (PB L 144 van 5.6.2023, blz. 63).
BIJLAGE
“BIJLAGE
Deel A
In de artikelen 1 en 2 bedoelde beschermingszones in de betrokken lidstaten (*1):
Lidstaat: Frankrijk
|
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
|
Department: Gers (32) |
||
|
FR-HPAI(P)-2023-00065 FR-HPAI(P)-2023-00068 FR-HPAI(P)-2023-00069 FR-HPAI(P)-2023-00070 FR-HPAI(P)-2023-00066 FR-HPAI(P)-2023-00071 FR-HPAI(P)-2023-00072 FR-HPAI(P)-2023-00073 FR-HPAI(P)-2023-00074 FR-HPAI(P)-2023-00075 FR-HPAI(P)-2023-00076 FR-HPAI(P)-2023-00077 FR-HPAI(P)-2023-00078 FR-HPAI(P)-2023-00079 FR-HPAI(P)-2023-00080 FR-HPAI(P)-2023-00081 FR-HPAI(P)-2023-00085 FR-HPAI(P)-2023-00088 FR-HPAI(P)-2023-00090 FR-HPAI(P)-2023-00092 FR-HPAI(P)-2023-00093 FR-HPAI(P)-2023-00094 FR-HPAI(P)-2023-00095 FR-HPAI(P)-2023-00096 FR-HPAI(P)-2023-00100 FR-HPAI(P)-2023-00101 FR-HPAI(P)-2023-00102 FR-HPAI(P)-2023-00103 FR-HPAI(P)-2023-00104 FR-HPAI(P)-2023-00105 FR-HPAI(P)-2023-00106 FR-HPAI(P)-2023-00107 FR-HPAI(P)-2023-00108 FR-HPAI(P)-2023-00109 FR-HPAI(P)-2023-00110 FR-HPAI(P)-2023-00111 FR-HPAI(P)-2023-00112 FR-HPAI(P)-2023-00113 FR-HPAI(P)-2023-00114 FR-HPAI(P)-2023-00115 FR-HPAI(P)-2023-00116 FR-HPAI(P)-2023-00122 FR-HPAI(P)-2023-00123 FR-HPAI(P)-2023-00124 FR-HPAI(P)-2023-00127 FR-HPAI(P)-2023-00128 FR-HPAI(P)-2023-00130 FR-HPAI(P)-2023-00132 FR-HPAI(P)-2023-00133 FR-HPAI(P)-2023-00134 FR-HPAI(P)-2023-00139 FR-HPAI(P)-2023-00141 FR-HPAI(P)-2023-00140 FR-HPAI(P)-2023-00144 FR-HPAI(P)-2023-00145 FR-HPAI(P)-2023-00146 FR-HPAI(P)-2023-00149 |
AIGNAN ARBLADE-LE-BAS ARBLADE-LE-HAUT AURENSAN AVERON-BERGELLE AYZIEU BARCELONNE-DU-GERS BASCOUS BEAUMARCHES BELMONT BERNEDE BETOUS BOURROUILLAN BOUZON-GELLENAVE CAHUZAC-SUR-ADOUR CAMPAGNE-D'ARMAGNAC CASTELNAU-D'ANGLES CASTELNAVET CASTILLON-DEBATS CAUMONT CAUPENNE-D'ARMAGNAC CAZAUBON CORNEILLAN COULOUME-MONDEBAT COURTIES CRAVENCERES DEMU EAUZE ESCLASSAN-LABASTIDE ESPAS ESTANG FUSTEROUAU GEE-RIVIERE IZOTGES JUILLAC LABARTHE LABARTHETE LADEVEZE-RIVIERE LAGARDE-HACHAN LANNE-SOUBIRAN LANNUX LAREE LASSERADE LAUJUZAN LE HOUGA LELIN-LAPUJOLLE LIAS-D'ARMAGNAC LOUBEDAT LOURTIES-MONBRUN LOUSSOUS-DEBAT LUPIAC LUPPE-VIOLLES MAGNAN MANCIET MARGOUET-MEYMES MARGUESTAU MASSEUBE MAULEON-D'ARMAGNAC MAULICHERES MAUPAS MONCLAR MONLEZUN-D'ARMAGNAC MONTAUT MONTESQUIOU MORMES NOGARO PANJAS PERCHEDE PEYRUSSE-GRANDE PEYRUSSE-VIEILLE POUY-LOUBRIN POUYDRAGUIN PRENERON REANS RIGUEPEU RISCLE SABAZAN SAINT-ARAILLES SAINT-ARROMAN SAINT-AUNIX-LENGROS SAINT-ELIX-THEUX SAINT-GERME SAINT-GRIEDE SAINT-MARTIN-D'ARMAGNAC SAINT-MICHEL SAINT-MONT SAINT-OST SAINT-PIERRE-D'AUBEZIES SAINTE-AURENCE-CAZAUX SAINTE-CHRISTIE-D'ARMAGNAC SALLES-D'ARMAGNAC SARRAGACHIES SAUVIAC SEAILLES SEGOS SION SORBETS TARSAC TASQUE TERMES-D'ARMAGNAC TOUJOUSE TOURDUN URGOSSE VERGOIGNAN VERLUS VIC-FEZENSAC VIELLA VIOZAN “AUJAN-MOURNEDE ZP à l’ouest de route entre “Le Rentier” et “Le Sage” ZS à l’est de cette même route” |
22.6.2023 |
|
Department: Landes (40) |
||
|
FR-HPAI(P)-2023-00067 FR-HPAI(P)-2023-00082 FR-HPAI(P)-2023-00083 FR-HPAI(P)-2023-00084 FR-HPAI(P)-2023-00089 FR-HPAI(P)-2023-00091 FR-HPAI(P)-2023-00097 FR-HPAI(P)-2023-00098 FR-HPAI(P)-2023-00099 FR-HPAI(P)-2023-00117 FR-HPAI(P)-2023-00118 FR-HPAI(P)-2023-00119 FR-HPAI(P)-2023-00120 FR-HPAI(P)-2023-00121 FR-HPAI(P)-2023-00125 FR-HPAI(P)-2023-00126 FR-HPAI(P)-2023-00129 FR-HPAI(P)-2023-00131 FR-HPAI(P)-2023-00136 FR-HPAI(P)-2023-00137 FR-HPAI(P)-2023-00138 FR-HPAI(P)-2023-00142 FR-HPAI(P)-2023-00143 FR-HPAI(P)-2023-00148 |
Aire-sur-l'Adour Arboucave Artassenx Bahus-Soubiran Bascons Bats Benquet Bordères-et-Lamensans Bourdalat Bretagne-de-Marsan Buanes Castandet Castelnau-Tursan Cazères-sur-l'Adour Classun Clèdes Duhort-Bachen Eugénie-les-Bains Fargues Geaune Grenade-sur-l'Adour Hontanx Labastide-d'Armagnac Lacajunte Lagrange Larrivière-Saint-Savin Latrille Lussagnet Mauries Maurrin Mauvezin-d'Armagnac Miramont-Sensacq Montgaillard Montsoué Payros-Cazautets Pécorade Philondenx Pimbo Puyol-Cazalet Renung Saint-Agnet Saint-Gein Saint-Loubouer Saint-Maurice-sur-Adour Saint-Sever (Est D933.S) Samadet Sarron Sorbets Urgons Vielle-Tursan Le Vignau |
22.6.2023 |
|
Department: Pyrénées-Atlantiques (64) |
||
|
FR-HPAI(P)-2023-00135 |
BONNUT “ORTHEZ Au nord de la route de Dax (D947) et au nord de la route de Bonnut (D56)” “SAINT-BOES A l’est de la route de Dax (D947)” SALLESPISSE |
14.6.2023 |
|
Department: Hautes-Pyrénées (65) |
||
|
FR-HPAI(P)-2023-00147 |
ARIES-ESPENAN BETBEZE DEVEZE LALANNE MONLEON-MAGNOAC POUY SARIAC-MAGNOAC THERMES-MAGNOAC VILLEMUR |
22.6.2023 |
Lidstaat: Polen
|
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 39 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
||||||||
|
PL-HPAI(P)-2023-00068 |
W województwie warmińsko – mazurskim:
w powiecie kętrzyńskim.
w powiecie giżyckim.
w powiecie węgorzewskim. |
16.6.2023 |
Deel B
In de artikelen 1 en 3 bedoelde bewakingszones in de betrokken lidstaten (*1):
Lidstaat: Duitsland
|
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
|
BAYERN |
||
|
DE-HPAI (P)-2023-00026 |
Landkreis Regensburg Betroffen sind folgende Gemeinden bzw. Teile der Gemeinden: Gemeinde Bernhardswald, Ortsteile Adlmannstein, Bernhardswald, Darmannsdorf, Dingstetten, Elendbaumgarten, Erlbach, Gerstenhof, Hackenberg, Hauzendorf, Hinterappendorf, Högelstein, Kreuth, Kürn, Lehen, Lohhof, Oberharm, Oberhohenroith, Oberlipplgütl, Ödenhof, Pettenreuth, Pillmannsberg, Plitting, Rothenhofstatt, Schneckenreuth, Seibersdorf, Thalhof, Thonseigen, Unterbraunstuben, Unterlipplgütl, Weg, Wolfersdorf Gemeinde Holzheim, Ortsteile Trischlberg, Traidenloh, Haslach, Ödenholz, Bubach Gemeinde Lappersdorf, Ortsteile Baiern, Benhof, Einhausen, Geiersberg, Hainsacker, Kaulhausen, Lorenzen, Pielmühle, Schwaighausen, Unterkaulhausen Markt Regenstauf, Ortsteile Asing, Birkenzant, Breitwies, Brennthal, Buchenlohe, Danersdorf, Drackenstein, Edlhausen, Eitlbrunn, Ellmau, Ferneichlberg, Forstberg, Gfangen, Glapfenberg, Grafenwinn, Grub, Hirschling, Irlbründl, Kerm, Kirchberg, Kleeberg, Kürnberg, Lindach, Mettenbach, Neuried, Oberhaslach, Oberhub, Preßgrund, Regenstauf, Reiterberg, Richterskeller, Schönleiten, Steinsberg Gemeinde Wenzenbach, Ortsteile Abbachhof, Birkenhof, Birkenhof, Brunnhöfl, Fußenberg, Gonnersdorf, Grafenhofen, Grünthal, Irlbach, Jägerberg, Lehen, Probstberg, Roith, Schnaitterhof, Thanhausen, Zeitlhof, Ziegenhof Gemeinde Zeitlarn, Ortsteile Laub, Neuhof, Ödenthal, Pentlhof, Regendorf, Zeitlarn |
29.6.2023 |
|
Landkreis Regensburg Markt Regenstauf, Ortsteile Wöhrhof, Diesenbach, Karlstein, Kleinramspau, Steinsberg, Fidelhof, Fronau, Hagenau, Schneitweg, Medersbach, Regenstauf, Stadel, Ramspau, Münchsried, Kleeberg |
21.6.2023-29.6.2023 |
|
|
Landkreis Schwandorf Stadt Nittenau Ortsteile: Berglarn, Dürrmaul, Geiseck, Gunt, Hadriwa, Hammerhäng, Harthöfl, Hengersbach, Hinterberg, Hof A. Regen, Hofer Mühle, Kaaghof, Ödgarten (bei Stefling), Roneck, Rumelsölden, Schönberg (bei Sankt Martin), Steinhof (bei Sankt Martin), Untermainsbach, Vorderkohlstetten, Weinting, Wetzlgütl, Wetzlhof, Dobl, Eckartsreuth, Elendhof bei Pettenreuth, Eschlbach bei Grafenwinn, Höflarn, Knollenhof, Sankt Martin, Schwarzenberg, Steinmühl, Straßhof, Überfuhr am Regen, Weißenhof, Stefling, Hinterkohlstetten Stadt Burglengenfeld Ortsteile: Augustenhof, Burglengenfeld, Greinhof, Karlsberg, Wölland. Stadt Maxhütte-Haidhof Ortsteil: Almenhöhe, Berghof, Binkenhof, Birkenhöhe, Birkenzell, Blattenhof, Brunnheim, Deglhof, Eichelberg, Engelbrunn, Harberhof, Haugshöhe, Ibenthann, Katzheim, Kreilnberg, Lehenhaus, Lintermühle, Meßnerskreith, Neukappl, Pfaltermühle, Pirkensee, Rappenbügl, Roßbach, Stadlhof, Steinhof, Strieglhof, Verau, Winkerling, Ziegelhütte, Rohrhof, Almenhof, Fürsthof, Haidhof, Kappl, Leonberg, Ponholz, Roding, Schwarzhof, Roßbergeröd, Maxhütte Stadt Teublitz Ortsteile: Kuntsdorf, Saltendorf, Teublitz |
29.6.2023 |
|
|
Landkreis Schwandorf 3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb (Koordinaten UTM 32: 32728906/5447575). Betroffen sind: Stadt Maxhütte-Haidhof Ortsteile: Waldgebiete |
21.6.2023-29.6.2023 |
|
|
Stadt Regensburg Betroffen ist die Stadt Regensburg mit den Ortsteilen Haslbach, Ödenthal sowie Teile von Sallern-Gallingkofen und Wutzelhofen. Beginnend bei Schnittstelle B16 Richtung Cham mit östlichem Regenufer- Dem südl. Rand der B16 folgend bis zur Unterführung “Am Mühlberg”- Der Straße “Am Mühlberg” Richtung Süden folgend bis zur Kreuzung mit “Chamer Str.”- Chamer Str. folgend Richtung Osten bis auf Höhe Grundstück “Wutzlhofen 4”- Abkickend der Straße “Wutzelhofen” in süd-östl. Richtung folgend bis Bahndamm- Dem Bahndamm in südl- Richtung folgend bis auf Höhe nördl. Kante Sportplatz “BSC Regensburg”- Dem am nördl. Sportplatzrand verlaufenden Feldweg folgend bis zum östl. Waldrand des “Schwarzholz”- Dem Weg weiter Richtung Norden folgend bis zur Stadtgrenze- Von hier der Stadtgrenze entgegen des Uhrzeigersinnes folgend bis zur Schnittstelle B16 und Regen. |
29.6.2023 |
|
|
MECKLENBURG-VORPOMMERN |
||
|
DE-HPAI (P)-2023-00025 |
Landkreis Vorpommern-Greifswald 10 km Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den GPS-Koordinaten: 14.072728/53.924763 über den im Part A beschriebenen Bereich hinaus. Betroffen sind die Gemeinden bzw. Teile der Gemeinden Stolpe auf Usedom, Dargen, Zirchow, Garz, Korswandt, Ostseebad Heringsdorf, Pudagla, Ueckeritz, Benz, Mellenthin und Rankwitz |
12.6.2023 |
|
Landkreis Vorpommern-Greifswald 3 km Radius um den Ausbruchsbetrieb mit den GPS-Koordinaten: 14.072728/53.924763. Betroffen ist die Gemeinde Dargen mit dem Ortsteil Katschow und die Gemeinde Benz mit dem Ort Benz sowie den Ortsteilen Labömitz, Reetzow, Neppermin und Stoben |
6.6.2023 - 12.6.2023 |
|
Lidstaat: Frankrijk
|
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
|
Département: Gers (32) |
||
|
FR-HPAI(P)-2023-00065 FR-HPAI(P)-2023-00068 FR-HPAI(P)-2023-00069 FR-HPAI(P)-2023-00070 FR-HPAI(P)-2023-00066 FR-HPAI(P)-2023-00071 FR-HPAI(P)-2023-00072 FR-HPAI(P)-2023-00073 FR-HPAI(P)-2023-00074 FR-HPAI(P)-2023-00075 FR-HPAI(P)-2023-00076 FR-HPAI(P)-2023-00077 FR-HPAI(P)-2023-00078 FR-HPAI(P)-2023-00079 FR-HPAI(P)-2023-00080 FR-HPAI(P)-2023-00081 FR-HPAI(P)-2023-00085 FR-HPAI(P)-2023-00088 FR-HPAI(P)-2023-00090 FR-HPAI(P)-2023-00092 FR-HPAI(P)-2023-00093 FR-HPAI(P)-2023-00094 FR-HPAI(P)-2023-00095 FR-HPAI(P)-2023-00096 FR-HPAI(P)-2023-00100 FR-HPAI(P)-2023-00101 FR-HPAI(P)-2023-00102 FR-HPAI(P)-2023-00103 FR-HPAI(P)-2023-00104 FR-HPAI(P)-2023-00105 FR-HPAI(P)-2023-00106 FR-HPAI(P)-2023-00107 FR-HPAI(P)-2023-00108 FR-HPAI(P)-2023-00109 FR-HPAI(P)-2023-00110 FR-HPAI(P)-2023-00111 FR-HPAI(P)-2023-00112 FR-HPAI(P)-2023-00113 FR-HPAI(P)-2023-00114 FR-HPAI(P)-2023-00115 FR-HPAI(P)-2023-00116 FR-HPAI(P)-2023-00122 FR-HPAI(P)-2023-00123 FR-HPAI(P)-2023-00124 FR-HPAI(P)-2023-00127 FR-HPAI(P)-2023-00128 FR-HPAI(P)-2023-00130 FR-HPAI(P)-2023-00132 FR-HPAI(P)-2023-00133 FR-HPAI(P)-2023-00134 FR-HPAI(P)-2023-00139 FR-HPAI(P)-2023-00141 FR-HPAI(P)-2023-00140 FR-HPAI(P)-2023-00144 FR-HPAI(P)-2023-00145 FR-HPAI(P)-2023-00146 FR-HPAI(P)-2023-00149 |
“AUJAN-MOURNEDE ZP à l’ouest de route entre “Le Rentier” et “Le Sage” ZS à l’est de cette même route” “SAINT-BLANCARD ZS à l’Ouest des routes D 139 et D576 ZRS à l’Est” ARMENTIEUX ARMOUS-ET-CAU ARROUEDE AUSSOS BARCUGNAN BARRAN BARS BASSOUES BAZIAN BAZUGUES BELLEGARDE BELLOC-SAINT-CLAMENS BERDOUES BETCAVE-AGUIN BEZOLLES BEZUES-BAJON BIRAN BRETAGNE-D'ARMAGNAC CABAS-LOUMASSES CAILLAVET CALLIAN CANNET CASTELNAU D'AUZAN LABARRÈRE CASTEX-D'ARMAGNAC CAZAUX-D'ANGLES CAZENEUVE CHELAN CLERMONT-POUYGUILLES COURRENSAN CUELAS DUFFORT DURBAN ESTIPOUY GALIAX GAZAX-ET-BACCARISSE GONDRIN GOUX IDRAC-RESPAILLES JU-BELLOC JUSTIAN L'ISLE-DE-NOE LABEJAN LADEVEZE-VILLE LAGRAULET-DU-GERS LALANNE-ARQUE LAMAGUERE LANNEMAIGNAN LANNEPAX LAVERAET LE BROUILH-MONBERT LOUBERSAN LOUSLITGES MANAS-BASTANOUS MANENT-MONTANE MARAMBAT MARCIAC MASCARAS MAUMUSSON-LAGUIAN MEILHAN MIRANDE MIRANNES MONCASSIN MONCLAR-SUR-LOSSE MONCORNEIL-GRAZAN MONFERRAN-PLAVES MONGUILHEM MONLAUR-BERNET MONLEZUN MONT-D'ASTARAC MONT-DE-MARRAST MONTIES MOUCHES MOUREDE NOULENS ORNEZAN PANASSAC PLAISANCE PONSAMPERE PONSAN-SOUBIRAN POUYLEBON PRECHAC-SUR-ADOUR PROJAN RAMOUZENS RICOURT ROQUEBRUNE ROQUES ROZES SADEILLAN SAINT-CHRISTAUD SAINT-JEAN-POUTGE SAINT-JUSTIN SAINT-MARTIN SAINT-MEDARD SAINT-PAUL-DE-BAISE SAINTE-DODE SAMARAN SARRAGUZAN SCIEURAC-ET-FLOURES SEISSAN SERE TACHOIRES TIESTE-URAGNOUX TUDELLE |
1.7.2023 |
|
AIGNAN ARBLADE-LE-BAS ARBLADE-LE-HAUT AURENSAN AVERON-BERGELLE AYZIEU BARCELONNE-DU-GERS BASCOUS BEAUMARCHES BELMONT BERNEDE BETOUS BOURROUILLAN BOUZON-GELLENAVE CAHUZAC-SUR-ADOUR CAMPAGNE-D'ARMAGNAC CASTELNAU-D'ANGLES CASTELNAVET CASTILLON-DEBATS CAUMONT CAUPENNE-D'ARMAGNAC CAZAUBON CORNEILLAN COULOUME-MONDEBAT COURTIES CRAVENCERES DEMU EAUZE ESCLASSAN-LABASTIDE ESPAS ESTANG FUSTEROUAU GEE-RIVIERE IZOTGES JUILLAC LABARTHE LABARTHETE LADEVEZE-RIVIERE LAGARDE-HACHAN LANNE-SOUBIRAN LANNUX LAREE LASSERADE LAUJUZAN LE HOUGA LELIN-LAPUJOLLE LIAS-D'ARMAGNAC LOUBEDAT LOURTIES-MONBRUN LOUSSOUS-DEBAT LUPIAC LUPPE-VIOLLES MAGNAN MANCIET MARGOUET-MEYMES MARGUESTAU MASSEUBE MAULEON-D'ARMAGNAC MAULICHERES MAUPAS MONCLAR MONLEZUN-D'ARMAGNAC MONTAUT MONTESQUIOU MORMES NOGARO PANJAS PERCHEDE PEYRUSSE-GRANDE PEYRUSSE-VIEILLE POUY-LOUBRIN POUYDRAGUIN PRENERON REANS RIGUEPEU RISCLE SABAZAN SAINT-ARAILLES SAINT-ARROMAN SAINT-AUNIX-LENGROS SAINT-ELIX-THEUX SAINT-GERME SAINT-GRIEDE SAINT-MARTIN-D'ARMAGNAC SAINT-MICHEL SAINT-MONT SAINT-OST SAINT-PIERRE-D'AUBEZIES SAINTE-AURENCE-CAZAUX SAINTE-CHRISTIE-D'ARMAGNAC SALLES-D'ARMAGNAC SARRAGACHIES SAUVIAC SEAILLES SEGOS SION SORBETS TARSAC TASQUE TERMES-D'ARMAGNAC TOUJOUSE TOURDUN URGOSSE VERGOIGNAN VERLUS VIC-FEZENSAC VIELLA VIOZAN “AUJAN-MOURNEDE ZP à l’ouest de route entre “Le Rentier” et “Le Sage” ZS à l’est de cette même route” |
23.6.2023-1.7.2023 |
|
|
Département: Landes (40) |
||
|
FR-HPAI(P)-2023-00067 FR-HPAI(P)-2023-00082 FR-HPAI(P)-2023-00083 FR-HPAI(P)-2023-00084 FR-HPAI(P)-2023-00089 FR-HPAI(P)-2023-00091 FR-HPAI(P)-2023-00097 FR-HPAI(P)-2023-00098 FR-HPAI(P)-2023-00099 FR-HPAI(P)-2023-00117 FR-HPAI(P)-2023-00118 FR-HPAI(P)-2023-00119 FR-HPAI(P)-2023-00120 FR-HPAI(P)-2023-00121 FR-HPAI(P)-2023-00125 FR-HPAI(P)-2023-00126 FR-HPAI(P)-2023-00129 FR-HPAI(P)-2023-00131 FR-HPAI(P)-2023-00136 FR-HPAI(P)-2023-00137 FR-HPAI(P)-2023-00138 FR-HPAI(P)-2023-00142 FR-HPAI(P)-2023-00143 FR-HPAI(P)-2023-00148 |
Amou Arsague Arthez-d'Armagnac Aubagnan Audignon Aurice Banos Bas-Mauco Betbezer-d'Armagnac Beyries Bonnegarde Bougue Brassempouy Castaignos-Souslens Castel-Sarrazin Cauna Coudures Créon-d'Armagnac Dumes Escalans Estigarde Eyres-Moncube Le Frêche Gabarret Gaujacq Hagetmau Haut-Mauco Herré Horsarrieu Laglorieuse Lamothe Lauret Mant Marpaps Mazerolles Monget Monségur Mont-de-Marsan Montégut Mouscardès Nassiet Ossages Parleboscq Perquie Pomarez Pujo-le-Plan Sainte-Colombe Saint-Cricq-Villeneuve Saint-Julien-d'Armagnac Saint-Justin Saint-Perdon Saint-Pierre-du-Mont Saint-Sever (Ouest D933.S) Sarraziet Serres-Gaston Tilh Villeneuve-de-Marsan |
1.7.2023 |
|
Aire-sur-l'Adour Arboucave Artassenx Bahus-Soubiran Bascons Bats Benquet Bordères-et-Lamensans Bourdalat Bretagne-de-Marsan Buanes Castandet Castelnau-Tursan Cazères-sur-l'Adour Classun Clèdes Duhort-Bachen Eugénie-les-Bains Fargues Geaune Grenade-sur-l'Adour Hontanx Labastide-d'Armagnac Lacajunte Lagrange Larrivière-Saint-Savin Latrille Lussagnet Mauries Maurrin Mauvezin-d'Armagnac Miramont-Sensacq Montgaillard Montsoué Payros-Cazautets Pécorade Philondenx Pimbo Puyol-Cazalet Renung Saint-Agnet Saint-Gein Saint-Loubouer Saint-Maurice-sur-Adour Saint-Sever (Est D933.S) Samadet Sarron Sorbets Urgons Vielle-Tursan Le Vignau |
23.6.2023-1.7.2023 |
|
|
Department: Pyrénées-Atlantiques (64) |
||
|
FR-HPAI(P)-2023-00086 FR-HPAI(P)-2023-00087 |
ABERE ANDOINS ANOS ARESSY ARGELOS ARRIEN ARROSES ARTIGUELOUTAN ASSAT ASTIS AUBIN AUBOUS AURIAC AURIONS-IDERNES AUSSEVIELLE AYDIE BALIRACQ-MAUMUSSON BARINQUE BEYRIE-EN-BEARN BILLERE BIZANOS BOUGARBER BOURNOS CADILLON CASTEIDE-CAMI CASTETPUGON CAUBIOS-LOOS CESCAU CONCHEZ-DE-BEARN CROUSEILLES DENGUIN DIUSSE DOUMY ESCOUBES ESPECHEDE GABASTON GARLIN IDRON LABASTIDE-MONREJEAU LAROIN LASCLAVERIES LEE LESCAR LESPOURCY LONCON LONS MASCARAAS-HARON MAZEROLLES MEILLON MOMAS MONASSUT-AUDIRACQ MONCLA MONT-DISSE NAVAILLES-ANGOS OUILLON OUSSE PAU POEY-DE-LESCAR PORTET RIUPEYROUS SAINT-ARMOU SAINT-JEAN-POUDGE SAINT-LAURENT-BRETAGNE SEBY SEDZERE SENDETS SEVIGNACQ SIROS TADOUSSE-USSAU VIELLENAVE-D'ARTHEZ VIVEN |
10.6.2023 |
|
BERNADETS BUROS HIGUERES-SOUYE MAUCOR MONTARDON MORLAAS SAINT-CASTIN SAINT-JAMMES SAUVAGNON SERRES-CASTET SERRES-MORLAAS UZEIN |
2.6.2023-10.6.2023 |
|
|
FR-HPAI(P)-2023-00135 |
BAIGTS-DE-BEARN BALANSUN BERENX BIRON CASTETIS LAA-MONDRANS LACADEE LANNEPLAA MESPLEDE “ORTHEZ Au sud de la route de Dax (D947) et au sud de la route de Bonnut (D56)” PUYOO RAMOUS “SAINT-BOES A l’ouest de la route de Dax (D947)” SAINT-GIRONS-EN-BEARN SALLES-MONGISCARD SARPOURENX SAULT-DE-NAVAILLES |
23.6.2023 |
|
BONNUT “ORTHEZ Au nord de la route de Dax (D947) et au nord de la route de Bonnut (D56)” “SAINT-BOES A l’est de la route de Dax (D947)” SALLESPISSE |
15.6.2023-23.6.2023 |
|
|
Department: Hautes-Pyrénées (65) |
||
|
FR-HPAI(P)-2023-00141 FR-HPAI(P)-2023-00147 |
ARNE AURIEBAT BARTHE BAZORDAN BETPOUY CASTELNAU-MAGNOAC CASTELNAU-RIVIERE-BASSE CASTERETS CAUBOUS CAUSSADE-RIVIERE CIZOS ESTIRAC FONTRAILLES GAUSSAN GUIZERIX HACHAN HERES LABATUT-RIVIERE LARAN LARROQUE LASSALES MADIRAN MAUBOURGUET MONLONG ORGAN PEYRET-SAINT-ANDRE PUNTOUS SABARROS SADOURNIN SAINT-LANNE SAUVETERRE TRIE-SUR-BAISE VIEUZOS |
1.7.2023 |
|
ARIES-ESPENAN BETBEZE DEVEZE LALANNE MONLEON-MAGNOAC POUY SARIAC-MAGNOAC THERMES-MAGNOAC VILLEMUR |
23.6.2023 - 1.7.2023 |
|
Lidstaat: Polen
|
ADIS-referentienummer van de uitbraak |
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid overeenkomstig artikel 55 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/687 |
||||||||||||||
|
DE-HPAI(P)-2023-00025 |
W województwie zachodniopomorskim:
w powiecie Miasto Świnoujście – polska część wyspy Uznam zawierająca się w promieniu ponad 10 km od współrzędnych GPS 14.072728/53.924763. |
12.6.2023 |
||||||||||||||
|
PL-HPAI(P)-2023-00068 |
W województwie warmińsko — mazurskim:
w powiecie kętrzyńskim.
w powiecie giżyckim.
w powiecie węgorzewskim. |
25.6.2023 |
||||||||||||||
|
W województwie warmińsko – mazurskim:
w powiecie kętrzyńskim.
w powiecie giżyckim.
w powiecie węgorzewskim. |
17.6.2023-25.6.2023 |
Deel C
In de artikelen 1 en 3 bis bedoelde extra beperkingszones in de betrokken lidstaten (*1):
Lidstaat: Frankrijk
|
Gebied omvattende: |
Datum einde geldigheid van de in artikel 3 bis bedoelde maatregelen |
|
Les communes suivantes dans le département: Cher (18) |
|
|
GENOUILLY GRACAY SAINT-OUTRILLE |
10.6.2023 |
|
Les communes suivantes dans le département: Gers (32) |
|
|
ANTRAS AUCH AUTERIVE AUX-AUSSAT AYGUETINTE BEAUCAIRE BEAUMONT BECCAS BETPLAN BLOUSSON-SERIAN BONAS BOUCAGNERES BOULAUR CASSAIGNE CASTELNAU-BARBARENS CASTERA-VERDUZAN CASTEX CASTIN CAZAUX-VILLECOMTAL DURAN ESTAMPES FAGET-ABBATIAL FOURCES GAUJAC GAUJAN HAGET HAULIES JEGUN LAAS LAGARDERE LAGUIAN-MAZOUS LAMAZERE LARROQUE-SAINT-SERNIN LARTIGUE LASSERAN LASSEUBE-PROPRE LAURAET MAIGNAUT-TAUZIA MALABAT MANSENCOME MARSEILLAN MIELAN MIRAMONT-D'ASTARAC MONBARDON MONGAUSY MONPARDIAC MONTEGUT-ARROS MONTREAL MOUCHAN ORBESSAN ORDAN-LARROQUE PALLANNE PAVIE PELLEFIGUE PESSAN SABAILLAN SAINT-ELIX SAINT-JEAN-LE-COMTAL SAINT-LARY SAINT-MAUR SAINT-PUY SANSAN SARAMON SARCOS SEMBOUES SEMEZIES-CACHAN SIMORRE TILLAC TOURNAN TRAVERSERES TRONCENS VALENCE-SUR-BAISE VILLECOMTAL-SUR-ARROS VILLEFRANCHE “SAINT-BLANCARD ZS à l’Ouest des routes D 139 et D576 ZRS à l’Est” SADEILLAN SAINT-ARAILLES SAINT-BLANCARD |
1.7.2023 |
|
Les communes suivantes dans le département: Landes (40) |
|
|
Argelos Baigts Bassercles Bastennes Baudignan Bergouey Bostens Campagne Campet-et-Lamolère Castelnau-Chalosse Castelner Caupenne Cazalis Clermont Doazit Donzacq Estibeaux Gaillères Garrey Gibret Gouts Habas Hauriet Labastide-Chalosse Labatut Lacquy Lacrabe Lahosse Larbey Le Leuy Losse Lubbon Lucbardez et Bargues Maylis Meilhan Mimbaste Misson Momuy Montaut Montfort-en-Chalosse Morganx Mugron Nerbis Nousse Ozourt Peyre Poudenx Pouillon Pouydesseaux Poyartin Rimbez-et-Baudiets Roquefort Saint-Aubin Saint-Avit Saint-Cricq-Chalosse Saint-Cricq-du-Gave Sainte-Foy Saint-Gor Saint-Martin-d'Oney Sarbazan Serreslous-et-Arribans Sorde-l'Abbaye Sort-en-Chalosse Souprosse Toulouzette Uchacq-et-Parentis Vielle-Soubiran |
1.7.2023 |
|
Les communes suivantes dans le département: Lot-et-Garonne (47) |
|
|
SAINTE MAURE DE PEYRIAC SAINT PE SAINT SIMON |
16.6.2023 |
|
Les communes suivantes dans le département: Pyrénées-Atlantiques(64) |
|
|
AAST ABIDOS ABOS ANGAIS ANOYE ARBUS ARNOS ARRICAU-BORDES ARROS-DE-NAY ARTHEZ-DE-BEARN ARTIGUELOUVE ARTIX ARZACQ-ARRAZIGUET AUBERTIN AUGA BALEIX BALIROS BARZUN BASSILLON-VAUZE BAUDREIX BEDEILLE BENEJACQ BENTAYOU-SEREE BESINGRAND BETRACQ BEUSTE BOEIL-BEZING BORDERES BORDES BOSDARROS BOUEILH-BOUEILHO-LASQUE BOUILLON BOUMOURT BOURDETTES BUROSSE-MENDOUSSE CABIDOS CARRERE CASTILLON (CANTON D'ARTHEZ-DE-BEARN) CASTILLON (CANTON DE LEMBEYE) CLARACQ CORBERE-ABERES COSLEDAA-LUBE-BOAST COUBLUCQ CUQUERON DOAZON ESCURES ESLOURENTIES-DABAN ESPOEY FICHOUS-RIUMAYOU GAN GARLEDE-MONDEBAT GAROS GAYON GELOS GER GERDEREST GEUS-D'ARZACQ GOMER HOURS JURANCON LABASTIDE-CEZERACQ LACOMMANDE LACQ LAGOS LAHOURCADE LALONGUE LALONQUETTE LANNECAUBE LARREULE LASSERRE LASSEUBE LEMBEYE LEME LESPIELLE LIMENDOUS LIVRON LOMBIA LOURENTIES LOUVIGNY LUC-ARMAU TROIS-VILLES PEYRET-SAINT-ANDRE PEYRUN MASPIE-LALONQUERE-JUILLACQ MAURE MAZERES-LEZONS MERACQ MIALOS MIOSSENS-LANUSSE MIREPEIX MOMY MONCAUP MONEIN MONPEZAT MORLANNE MOUHOUS MOURENX NARCASTET NAY NOGUERES NOUSTY OS-MARSILLON PARBAYSE PARDIES PARDIES-PIETAT PEYRELONGUE-ABOS PIETS-PLASENCE-MOUSTROU POMPS PONSON-DEBAT-POUTS PONSON-DESSUS PONTIACQ-VIELLEPINTE POULIACQ POURSIUGUES-BOUCOUE RIBARROUY RONTIGNON SAINT-ABIT SAINT-FAUST SAMSONS-LION SAUBOLE SEDZE-MAUBECQ SEMEACQ-BLACHON SERRES-SAINTE-MARIE SIMACOURBE SOUMOULOU TARON-SADIRAC-VIELLENAVE TARSACQ THEZE URDES UROST UZAN UZOS VIALER VIGNES |
10.6.2023 |
|
ANDREIN ARGAGNON ARGET AUDAUX BARRAUTE-CAMU BELLOCQ BUGNEIN BURGARONNE CARRESSE-CASSABER CASTAGNEDE CASTEIDE-CANDAU CASTETBON CASTETNER HAGETAUBIN L'HOPITAL-D'ORION LAAS LABEYRIE LAGOR LAHONTAN LOUBIENG MASLACQ MONT NARP ORAAS ORION ORRIULE OSSENX OZENX-MONTESTRUCQ SAINT-MEDARD SALIES-DE-BEARN SAUVELADE SAUVETERRE-DE-BEARN |
23.6.2023 |
|
Les communes suivantes dans le département: Hautes-Pyrénées (65) |
|
|
ANSOST ARNE ARTAGNAN AURIEBAT BARBACHEN BARTHE BAZORDAN BETPOUY BUZON CAIXON CASTELNAU-MAGNOAC CASTELNAU-RIVIERE-BASSE CASTERETS CAUBOUS CAUSSADE-RIVIERE CIZOS ESCAUNETS ESTIRAC FONTRAILLES GARDERES GAUSSAN GENSAC GUIZERIX HACHAN HAGEDET HERES LABATUT-RIVIERE LAFITOLE LAHITTE-TOUPIERE LARAN LARREULE LARROQUE LASCAZERES LASSALES LIAC LUQUET MADIRAN MAUBOURGUET MONFAUCON MONLONG NOUILHAN ORGAN OROIX PEYRET-SAINT-ANDRE PUNTOUS RABASTENS-DE-BIGORRE SABARROS SADOURNIN SAINT-LANNE SARRIAC-BIGORRE SAUVETERRE SEGALAS SERON SOMBRUN SOUBLECAUSE TRIE-SUR-BAISE VIC-EN-BIGORRE VIDOUZE VIEUZOS VILLEFRANQUE VILLENAVE-PRES-BEARN |
1.7.2023 |
(*1) Voor de toepassing van deze bijlage wordt, overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, bij verwijzingen naar de lidstaten ook het Verenigd Koninkrijk met betrekking tot Noord-Ierland bedoeld.