ISSN 1977-0758 |
||
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 142 |
|
Uitgave in de Nederlandse taal |
Wetgeving |
66e jaargang |
|
|
Rectificaties |
|
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
||
|
* |
|
|
|
(1) Voor de EER relevante tekst. |
NL |
Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben. Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten. |
II Niet-wetgevingshandelingen
INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN
1.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 142/1 |
BESLUIT (EU) 2023/1056 VAN DE RAAD
van 25 mei 2023
betreffende de sluiting, namens de Unie, van de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Republiek Brazilië op grond van artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 met betrekking tot de wijziging van de concessies voor alle in EU-lijst CLXXV opgenomen tariefcontingenten als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207, lid 4, eerste alinea, in samenhang met artikel 218, lid 6, punt a), v),
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Gezien de goedkeuring van het Europees Parlement (1),
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op 15 juni 2018 heeft de Raad de Commissie gemachtigd onderhandelingen te openen overeenkomstig artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 met de Federale Republiek Brazilië over de wijziging van concessies voor alle in EU-lijst CLXXV opgenomen tariefcontingenten als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. |
(2) |
De onderhandelingen met de Federale Republiek Brazilië zijn succesvol afgesloten en de overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Republiek Brazilië overeenkomstig artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 betreffende de wijziging van de concessies voor alle in EU-lijst CLXXV opgenomen tariefcontingenten als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (“de overeenkomst”) is geparafeerd op 14 september 2022. |
(3) |
De overeenkomst is namens de Unie ondertekend op 1 februari 2023, onder voorbehoud van de sluiting ervan op een latere datum, overeenkomstig Besluit (EU) 2020/2492 (2) van de Raad. |
(4) |
De overeenkomst moet worden goedgekeurd, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Republiek Brazilië uit hoofde van artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel (GATT) 1994 met betrekking tot de wijziging van de concessies voor alle in EU-lijst CLXXV opgenomen tariefcontingenten als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie wordt namens de Unie goedgekeurd (3).
Artikel 2
De voorzitter van de Raad verricht namens de Unie de in artikel 6, lid 1, van de overeenkomst (4) bedoelde kennisgeving.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 25 mei 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
J. FORSSELL
(1) Goedkeuring van 9 mei 2023 (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).
(2) Besluit (EU) 2022/2492 van de Raad van 12 december 2022 betreffende de ondertekening, namens de Unie, van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Federale Republiek Brazilië uit hoofde van artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst inzake Tarieven en Handel (GATT) 1994 betreffende de wijziging van de concessies voor alle in EU-lijst CLXXV opgenomen tariefcontingenten als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (PB L 323 van 19.12.2022, blz. 96).
(3) Zie blz. 3 van dit Publicatieblad.
(4) De datum van inwerkingtreding van de overeenkomst zal door het secretariaat-generaal van de Raad in het Publicatieblad van de Europese Unie worden bekendgemaakt.
1.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 142/3 |
OVEREENKOMST
tussen de Europese Unie en de Federale Republiek Brazilië uit hoofde van artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel (GATT) 1994 met betrekking tot de wijziging van de concessies voor alle in EU-lijst CLXXV opgenomen tariefcontingenten als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie
DE EUROPESE UNIE,
hierna “de Unie” genoemd, en
DE FEDERALE REPUBLIEK BRAZILIË,
hierna “Brazilië” genoemd,
hierna gezamenlijk “de partijen” genoemd,
GEZIEN de onderhandelingen die overeenkomstig artikel XXVIII van de Algemene Overeenkomst betreffende tarieven en handel (GATT) 1994 zijn gevoerd over de wijziging van de concessies voor de in tarieflijst CLXXV van de Europese Unie opgenomen tariefcontingenten als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie, zoals meegedeeld aan de WTO-leden in document G/SECRET/42/Add.2,
EROP WIJZENDE dat deze overeenkomst geen precedent vormt voor toekomstige onderhandelingen,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
ARTIKEL 1
Doelstellingen
Onverminderd toekomstige onderhandelingen in het kader van artikel XXVIII van de GATT 1994 en uitsluitend in de context van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie heeft deze overeenkomst tot doel om overeenstemming te bereiken over de kwantitatieve verbintenissen van de Unie, die niet langer het Verenigd Koninkrijk omvat, in gevallen waarin Brazilië uit hoofde van artikel XXVIII van de GATT 1994 onderhandelings- of raadplegingsrechten heeft.
ARTIKEL 2
Tariefcontingenten van de Unie, die niet langer het Verenigd Koninkrijk omvat
1. Met betrekking tot de tariefcontingenten waarvoor Brazilië uit hoofde van artikel XXVIII van de GATT 1994 onderhandelingsrechten heeft, komen Brazilië en de Unie de volgende volumes overeen voor in de lijst opgenomen verbintenissen:
Volgnummer tariefcontingent |
Omschrijving |
Eenheid |
Andere voorwaarden |
Concessie voor de Unie, die niet langer het Verenigd Koninkrijk omvat |
008 |
Vlees van runderen, zonder been, vers, gekoeld of bevroren Eetbaar slachtafval van runderen, vers, gekoeld of bevroren |
t |
Brazilië |
8 951 |
010 |
Vlees van runderen, bevroren Eetbaar slachtafval van runderen, bevroren |
t (gewicht zonder been) |
Erga omnes |
43 732 |
011 |
Vlees van runderen, bevroren Eetbaar slachtafval van runderen, bevroren |
t (gewicht met been) |
Erga omnes |
19 676 |
020 |
Vlees van schapen of van geiten, vers, gekoeld of bevroren |
t (geslacht gewicht) |
Andere |
200 |
020 |
Vlees van schapen of van geiten, vers, gekoeld of bevroren |
t (geslacht gewicht) |
Erga omnes |
178 |
021 |
Eetbaar slachtafval van runderen, bevroren |
t |
Andere |
800 |
022 |
Kippenkarkassen, vers, gekoeld of bevroren |
t |
Erga omnes |
4 054 |
024 |
Delen van hanen of van kippen, vers, gekoeld of bevroren |
t |
Erga omnes |
8 253 |
025 |
Delen van pluimvee van de soort Gallus domesticus, zonder been, bevroren |
t |
Erga omnes |
2 427 |
026 |
Delen van pluimvee van de soort Gallus domesticus, bevroren |
t |
Brazilië |
8 879 |
026 |
Delen van pluimvee van de soort Gallus domesticus, bevroren |
t |
Erga omnes |
13 471 |
027 |
Vlees van kalkoenen, vers, gekoeld of bevroren |
t |
Erga omnes |
1 781 |
028 |
Delen van kalkoenen, bevroren |
t |
Brazilië |
2 885 |
028 |
Delen van kalkoenen, bevroren |
t |
Erga omnes |
4 253 |
029 |
Gezouten vlees van pluimvee |
t |
Brazilië |
124 497 |
053 |
Maniok (cassave), andere dan pellets van meel en gries Arrowroot (pijlwortel), salepwortel en dergelijke wortels en knollen met een hoog gehalte aan zetmeel |
t |
Andere WTO-leden met uitzondering van Thailand, China en Indonesië |
124 552 |
057 |
Sinaasappelen, andere dan pomeransen (bittere oranjeappelen), vers |
t |
Erga omnes |
20 000 |
060 |
Druiven voor tafelgebruik, vers, van 21 juli tot en met 31 oktober |
t |
Erga omnes |
885 |
071 |
Mais |
t |
Erga omnes |
276 440 |
088 |
Bereid vlees van kalkoenen |
t |
Brazilië |
91 767 |
089 |
Verwerkt vlees van hanen of van kippen, niet gekookt en niet gebakken, 57 of meer gewichtspercenten vlees of slachtafval, van pluimvee, bevattend |
t |
Brazilië |
13 800 |
090 |
Gekookt of gebakken vlees van pluimvee van de soort Gallus domesticus |
t |
Brazilië |
37 453 |
091 |
Verwerkt vlees van hanen of van kippen, 25 of meer doch minder dan 57 gewichtspercenten vlees of slachtafval, van pluimvee, bevattend |
t |
Brazilië |
59 343 |
092 |
Verwerkt vlees van hanen of van kippen, minder dan 25 gewichtspercenten vlees of slachtafval, van pluimvee, bevattend |
t |
Brazilië |
295 |
098 |
Ruwe rietsuiker, bestemd om te worden geraffineerd |
t |
Brazilië |
341 553 |
098 |
Ruwe rietsuiker, bestemd om te worden geraffineerd |
t |
Erga omnes |
341 460 |
103 |
Chocolade |
t |
Erga omnes |
81 |
108 |
Ananas, citrusvruchten, peren, abrikozen, kersen, perziken en aardbeien, verduurzaamd |
t |
Erga omnes |
2 820 |
109 |
Sinaasappelsap, bevroren, met een dichtheid van niet meer dan 1,33 g/cm3 bij 20 C |
t |
Erga omnes |
1 500 |
110 |
Vruchtensappen |
t |
Erga omnes |
6 551 |
013 |
Triplex- en multiplexhout van naaldhout, zonder toevoeging van andere stoffen: – waarvan de buitenzijden ruw zijn van het schillen, met een dikte van meer dan 8,5 mm, of – geschuurd, met een dikte van meer dan 18,5 mm |
kubieke meter |
Erga omnes |
448 500 |
2. Met betrekking tot de tariefcontingenten waarvoor Brazilië uit hoofde van artikel XXVIII van de GATT 1994 raadplegingsrechten heeft, is Brazilië tevreden met de volgende volumes voor in de lijst opgenomen verbintenissen:
Volgnummer tariefcontingent |
Omschrijving |
Eenheid |
Andere voorwaarden |
Concessie voor de Unie, die niet langer het Verenigd Koninkrijk omvat |
046 |
Knoflook |
t |
Andere |
3 711 |
061 |
Appelen, vers, van 1 april tot en met 31 juli |
t |
Erga omnes |
666 |
068 |
Zachte tarwe (gemiddelde en lage kwaliteit) |
t |
Andere |
2 285 665 |
068 |
Zachte tarwe (gemiddelde en lage kwaliteit) |
t |
Erga omnes |
129 577 |
075 |
Gedopte (bruine) rijst of zilvervliesrijst |
t |
Erga omnes |
1 416 |
076 |
Halfwitte of volwitte rijst |
t |
Erga omnes |
45 272 |
077 |
Halfwitte of volwitte rijst |
t |
Andere |
7 779 |
078 |
Halfwitte of volwitte rijst |
t |
Erga omnes |
22 442 |
079 |
Breukrijst, bestemd voor de vervaardiging van bereidingen voor de voeding bedoeld bij onderverdeling 1901 10 00 |
t |
Erga omnes |
1 000 |
080 |
Breukrijst |
t |
Erga omnes |
28 360 |
081 |
Breukrijst |
t |
Erga omnes |
93 709 |
102 |
Suikergoed |
t |
Erga omnes |
2 245 |
112 |
Bereidingen voor menselijke consumptie |
t |
Erga omnes |
783 |
119 |
Bereidingen bestaande uit een mengsel van moutkiemen en resten van het zeven van gerst (eventueel andere graankorrels daaronder begrepen) verkregen bij de aan het mouten voorafgaande bewerkingen, alsmede resten verkregen bij het reinigen van de gerstekorrels na het moutproces, met een gehalte aan proteïnen van 12,5 of meer gewichtspercenten Bereidingen bestaande uit een mengsel van moutkiemen en resten van het zeven van gerst (eventuele andere graankorrels daaronder begrepen) verkregen bij de aan het mouten voorafgaande bewerkingen, alsmede resten verkregen bij het reinigen van de gerstekorrels na het moutproces, met een gehalte aan proteïnen van 12,5 of meer gewichtspercenten en een zetmeelgehalte van niet meer dan 28 gewichtspercenten |
t |
Erga omnes |
20 000 |
120 |
Bereidingen bestaande uit een mengsel van moutkiemen en resten van het zeven van gerst (eventueel andere graankorrels daaronder begrepen) verkregen bij de aan het mouten voorafgaande bewerkingen, alsmede resten verkregen bij het reinigen van de gerstekorrels na het moutproces, met een gehalte aan proteïnen van 15,5 of meer gewichtspercenten Bereidingen bestaande uit een mengsel van moutkiemen en resten van het zeven van gerst (eventuele andere graankorrels daaronder begrepen) verkregen bij de aan het mouten voorafgaande bewerkingen, alsmede resten verkregen bij het reinigen van de gerstekorrels na het moutproces, met een gehalte aan proteïnen van 15,5 of meer gewichtspercenten en een zetmeelgehalte van niet meer dan 23 gewichtspercenten |
t |
Erga omnes |
100 000 |
121 |
Andere bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren: geen zuivelproducten bevattend of met een gehalte aan zuivelproducten van minder dan 10 gewichtspercenten |
t |
Erga omnes |
2 800 |
122 |
Andere bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren: geen zuivelproducten bevattend of met een gehalte aan zuivelproducten van minder dan 10 gewichtspercenten |
t |
Erga omnes |
2 700 |
001 |
Tonijn (van het geslacht Thunnus) en vis van het geslacht Euthynnus |
t |
Erga omnes |
17 221 |
016 |
Ferrosilicium |
t |
Erga omnes |
12 600 |
017 |
Ferrosilicomangaan |
t |
Erga omnes |
18 550 |
018 |
Ferrochroom bevattende niet meer dan 0,10 gewichtspercent koolstof en meer dan 30 doch niet meer dan 90 gewichtspercenten chroom |
t |
Erga omnes |
2 804 |
3. Met betrekking tot de in lid 1 vermelde tariefcontingenten zal de Unie de oorspronkelijke onderhandelingsrechten van Brazilië erkennen.
4. Met betrekking tot tariefcontingent 011 (vlees van runderen, bevroren; eetbaar slachtafval van runderen, bevroren) komen Brazilië en de Unie de volgende wijziging van de in de lijst opgenomen verbintenissen overeen om het gebruik van het tariefcontingent te vergemakkelijken: het ad-valoremgedeelte van het contingentrecht wordt beperkt tot 15 % in plaats van de huidige 20 %.
5. Met betrekking tot de landspecifieke toewijzing voor Brazilië voor het tariefcontingent 098 (ruwe rietsuiker, bestemd om te worden geraffineerd) zal de Unie, niettegenstaande het geconsolideerde contingentrecht van 98 EUR per ton, en op voorwaarde dat de betrokken hoeveelheden beschikbaar zijn binnen de tariefcontingentperiode die loopt op het moment van inwerkingtreding van deze overeenkomst, autonoom de volgende rechten toepassen:
a) |
in het jaar waarin de overeenkomst in werking treedt (jaar 1), een contingentrecht van niet meer dan 11 EUR per ton voor een volume van 5 963 ton; |
b) |
in jaar 2, een contingentrecht van niet meer dan 11 EUR per ton voor een volume van 4 472 ton en een contingentrecht van niet meer dan 54 EUR per ton voor een extra volume van 5 963 ton. |
Wanneer de betrokken hoeveelheden niet volledig beschikbaar zijn binnen de tariefcontingentperiode die loopt op het moment van inwerkingtreding van deze overeenkomst, zal de Unie punt a) uitvoeren vanaf jaar 2 en voor een periode die overeenkomt met de periode tussen de inwerkingtreding van deze overeenkomst en de uitvoering van punt b) in jaar 3.
ARTIKEL 3
Lopende onderhandelingen van de Unie in het kader van artikel XXVIII van de GATT 1994
1. De partijen erkennen dat de Unie, zoals meegedeeld aan de WTO-leden, als gevolg van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie onderhandelingen en overleg blijft voeren met andere WTO-leden die onderhandelings- of raadplegingsrechten hebben uit hoofde van artikel XXVIII van de GATT 1994.
2. Naar aanleiding van die onderhandelingen en dat overleg kan de Unie overwegen een wijziging aan te brengen in de aandelen en hoeveelheden als vastgesteld in artikel 2 of in document G/SECRET/42/Add.2. In geval van een dergelijke wijziging met betrekking tot een eerdere verbintenis inzake tariefcontingenten van de Unie waarvoor Brazilië een onderhandelings- of raadplegingsrecht heeft, treedt de Unie, alvorens die wijziging aan te brengen, naargelang het geval in overleg of in onderhandeling met Brazilië om tot een wederzijds bevredigend resultaat te komen, onverminderd de rechten van elke partij uit hoofde van artikel XXVIII van de GATT 1994.
ARTIKEL 4
Tariefcontingenten voor pluimvee 029, 088, 089, 090, 091, 092
Voor de invoer van pluimveeproducten in het kader van de tariefcontingenten 029, 088, 089, 090, 091 en 092 die de Unie ten gunste van Brazilië heeft geopend, blijft het bewijs van oorsprong dat moet worden overgelegd wanneer het product in het vrije verkeer wordt gebracht, een certificaat van oorsprong dat op niet-discriminerende wijze door de bevoegde autoriteiten in Brazilië is afgegeven.
ARTIKEL 5
Uitvoering van de nieuwe tariefcontingentvolumes
1. De bij deze overeenkomst ingevoerde wijzigingen van tariefcontingenten zijn ten vroegste van toepassing vanaf de datum van toepassing van de overeenkomstige wijzigingen waarin de overeenkomst uit hoofde van artikel XXVIII van de GATT 1994 tussen Brazilië en het Verenigd Koninkrijk voorziet.
2. Brazilië stelt de Unie onverwijld in kennis van de afsluiting van de onderhandelingen in het kader van artikel XXVIII van de GATT 1994 met het Verenigd Koninkrijk.
3. De Unie zal alles in het werk stellen om met het Verenigd Koninkrijk een tijdschema te coördineren voor de uitvoering van de relevante wijzigingen betreffende de bij deze overeenkomst gewijzigde volumes van de tariefcontingenten voor pluimvee, om ervoor te zorgen dat het totale volume van elk koppel tariefcontingenten voor pluimvee van de Unie en het Verenigd Koninkrijk nooit lager zal zijn dan het bestaande volume van de tariefcontingenten van de Unie vóór de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie. Dit doet geen afbreuk aan een eventueel toekomstig beroep op artikel XXVIII van de GATT 1994 door de Unie of het Verenigd Koninkrijk.
ARTIKEL 6
Slotbepalingen
1. Deze overeenkomst treedt in werking op de dag na de datum waarop de Unie Brazilië ervan in kennis heeft gesteld dat de daartoe vereiste interne juridische procedures zijn afgerond.
2. Deze regeling vormt een internationale overeenkomst tussen de Unie en Brazilië, ook voor de toepassing van artikel XXVIII, lid 3, punten a) en b), van de GATT 1994.
3. Deze overeenkomst is in tweevoud opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Kroatische, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische en de Zweedse taal, waarbij alle teksten gelijkelijk authentiek zijn.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze overeenkomst hebben ondertekend.
Съставено в Брюксел на първи февруари две хиляди двадесет и трета година.
Hecho en Bruselas, el uno de febrero de dos mil veintitrés.
V Bruselu dne prvního února dva tisíce dvacet tři.
Udfærdiget i Bruxelles den første februar to tusind og treogtyve.
Geschehen zu Brüssel am ersten Februar zweitausenddreiundzwanzig.
Kahe tuhande kahekümne kolmanda aasta veebruarikuu esimesel päeval Brüsselis.
Έγινε στις Βρυξέλλες, την πρώτη Φεβρουαρίου δύο χιλιάδες είκοσι τρία.
Done at Brussels on the first day of February in the year two thousand and twenty three.
Fait à Bruxelles, le premier février deux mille vingt-trois.
Arna dhéanamh sa Bhruiséil, an chéad lá de Feabhra na bhliain dhá mhíle fiche a trí.
Sastavljeno u Bruxellesu prvog veljače godine dvije tisuće dvadeset treće.
Fatto a Bruxelles, addì primo febbraio duemilaventitré.
Briselē, divi tūkstoši divdesmit trešā gada pirmajā februārī.
Priimta du tūkstančiai dvidešimt trečių metų vasario pirmą dieną Briuselyje.
Kelt Brüsszelben, a kétezer-huszonharmadik év február havának első napján.
Magħmul fi Brussell, fl-ewwel jum ta' Frar fis-sena elfejn u tlieta u għoxrin.
Gedaan te Brussel, een februari tweeduizend drieëntwintig.
Sporządzono w Brukseli dnia pierwszego lutego roku dwa tysiące dwudziestego trzeciego.
Feito em Bruxelas, em um de fevereiro de dois mil e vinte e três.
Întocmit la Bruxelles la întâi februarie două mii douăzeci și trei.
V Bruseli prvého februára dvetisícdvadsaťtri.
V Bruslju, prvega februarja dva tisoč triindvajset.
Tehty Brysselissä ensimmäisenä päivänä helmikuuta vuonna kaksituhattakaksikymmentäkolme.
Som skedde i Bryssel den första februari år tjugohundratjugotre.
VERORDENINGEN
1.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 142/11 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1057 VAN DE COMMISSIE
van 26 mei 2023
tot indeling van bepaalde goederen in de gecombineerde nomenclatuur
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (1), en met name artikel 57, lid 4, en artikel 58, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Om de uniforme toepassing te waarborgen van de gecombineerde nomenclatuur die als bijlage bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad (2) is gevoegd, dienen bepalingen voor de indeling van de in de bijlage bij onderhavige verordening vermelde goederen te worden vastgesteld. |
(2) |
Bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 zijn de algemene regels voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur vastgesteld. Deze regels zijn ook van toepassing op iedere andere nomenclatuur die, geheel of gedeeltelijk of met toevoeging van onderverdelingen, de gecombineerde nomenclatuur overneemt en die bij specifieke EU-wetgeving is vastgesteld met het oog op de toepassing van tarief- of andere maatregelen in het kader van het goederenverkeer. |
(3) |
Volgens deze algemene regels dienen de in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen te worden ingedeeld onder de in kolom 2 vermelde GN-code om de in kolom 3 genoemde redenen. |
(4) |
Er dient te worden bepaald dat een bindende tariefinlichting die is afgegeven voor onder deze verordening vallende goederen en die in strijd is met deze verordening, door de houder van die inlichting nog gedurende een bepaalde periode mag worden gebruikt op grond van artikel 34, lid 9, van Verordening (EU) nr. 952/2013. Die periode moet worden vastgesteld op drie maanden. |
(5) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité douanewetboek, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De in kolom 1 van de tabel in de bijlage omschreven goederen worden in de gecombineerde nomenclatuur ingedeeld onder de in kolom 2 van die tabel vermelde GN-code.
Artikel 2
Een bindende tariefinlichting die niet in overeenstemming is met deze verordening, mag op grond van artikel 34, lid 9, van Verordening (EU) nr. 952/2013 nog gedurende een periode van drie maanden na de inwerkingtreding van deze verordening worden gebruikt.
Artikel 3
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 mei 2023.
Voor de Commissie,
namens de voorzitter,
Gerassimos THOMAS
Directeur-generaal
Directoraat-generaal Belastingen en Douane-unie
(1) PB L 269 van 10.10.2013, blz. 1.
(2) Verordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad van 23 juli 1987 met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en het gemeenschappelijk douanetarief (PB L 256 van 7.9.1987, blz. 1).
BIJLAGE
Omschrijving |
Indeling (GN-code) |
Motivering |
(1) |
(2) |
(3) |
Rechthoekig artikel (“koelmat”) met afmetingen van ongeveer 50 cm × 40 cm × 1 cm of 90 cm × 50 cm × 1 cm, bestaande uit: een zachte plaat van kunststofschuim (polyurethaan), geïmpregneerd met een gel bestaande uit water en 1,6 gewichtspercent carboxymethylcellulose. De koelmat is bekleed met een waterdicht textielweefsel van synthetische vezels (polyester) en aan de binnenkant voorzien van een kunststoflaag. De koelmat heeft door de gel een verkoelend effect op bijvoorbeeld een dier dat erop ligt. De koelmat is opgemaakt voor de verkoop in het klein en wordt aangeboden om voor honden of katten te worden gebruikt, maar kan ook door mensen worden gebruikt. (Zie afbeelding) (*1) |
3926 90 97 |
De indeling is vastgesteld op basis van de algemene regels 1, 3 b) en 6 voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur en de tekst van de GN-codes 3926 , 3926 90 en 3926 90 97 . Indeling onder post 9404 als artikelen voor bedden en dergelijke is uitgesloten, omdat de koelmat voornamelijk bedoeld is om een verkoelend effect te leveren. De functie ervan is dus niet vergelijkbaar met die van artikelen voor bedden en dergelijke als bedoeld bij post 9404 . De koelmat is een samengesteld artikel in de zin van algemene regel 3 b) voor de interpretatie van de gecombineerde nomenclatuur, bestaande uit een buitenlaag van textielweefsel, een plaat van kunststofschuim en gel die carboxymethylcellulose bevat. De gel verleent het product zijn wezenlijke karakter; de plaat van kunststofschuim heeft alleen een draagfunctie, terwijl het waterdichte textiel slechts als buitenlaag dient (zie ook de GS-toelichtingen op post 3926 , punt 9)). De mat met de gel is een artikel van stoffen van post 3912 . De koelmat moet daarom worden ingedeeld onder GN-code 3926 90 97 als andere artikelen van andere stoffen bedoeld bij de posten 3901 tot en met 3914 . |
(*1) De foto is louter ter informatie.
1.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 142/15 |
UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1058 VAN DE COMMISSIE
van 30 mei 2023
tot wijziging van de bijlagen V en XIV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 wat betreft de gegevens voor Canada, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten in de lijsten van derde landen waaruit de binnenkomst in de Unie van zendingen pluimvee, levende producten van pluimvee en vers vlees van pluimvee en vederwild is toegestaan
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 230, lid 1, artikel 232, leden 1 en 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
In Verordening (EU) 2016/429 is bepaald dat zendingen dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong die de Unie binnenkomen, afkomstig moeten zijn uit een derde land of gebied, of een zone of compartiment daarvan, dat/die overeenkomstig artikel 230, lid 1, van die verordening in een lijst is opgenomen. |
(2) |
In Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie (2) zijn de diergezondheidsvoorschriften vastgesteld waaraan zendingen van bepaalde soorten en categorieën dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong uit derde landen of gebieden, of zones of, in het geval van aquacultuurdieren, compartimenten daarvan, moeten voldoen om de Unie binnen te komen. |
(3) |
Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 van de Commissie (3) zijn de lijsten vastgesteld van derde landen of gebieden, of zones of compartimenten daarvan, waaruit de binnenkomst in de Unie van de soorten en categorieën dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong die binnen het toepassingsgebied van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 vallen, is toegestaan. |
(4) |
Meer in het bijzonder bevatten de bijlagen V en XIV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 de lijsten van derde landen of gebieden, of zones daarvan, waaruit de binnenkomst in de Unie van zendingen pluimvee en levende producten van pluimvee, respectievelijk van zendingen vers vlees van pluimvee en vederwild is toegestaan. |
(5) |
Canada heeft de Commissie in kennis gesteld van vijf uitbraken van hoogpathogene aviaire influenza (HPAI) bij pluimvee in de provincies Quebec (4) en British Columbia (1), die op 18 april 2023 en 6 mei 2023 door laboratoriumanalyses (RT-PCR) zijn bevestigd. |
(6) |
Verder heeft het Verenigd Koninkrijk de Commissie in kennis gesteld van een uitbraak van HPAI bij pluimvee in het graafschap Lincolnshire in Engeland, die op 16 mei 2023 door laboratoriumanalyses (RT-PCR) is bevestigd. |
(7) |
Naar aanleiding van die recente uitbraken van HPAI hebben de veterinaire autoriteiten van Canada en het Verenigd Koninkrijk beperkingszones met een straal van ten minste tien kilometer rond de getroffen inrichtingen ingesteld en een ruimingsbeleid ingevoerd om de aanwezigheid van HPAI te bestrijden en de verspreiding van die ziekte te beperken. |
(8) |
Canada en het Verenigd Koninkrijk hebben de Commissie informatie verstrekt over de epidemiologische situatie op hun grondgebied en de maatregelen die zij hebben genomen ter voorkoming van de verdere verspreiding van HPAI. De Commissie heeft die informatie geëvalueerd. Op basis van die evaluatie en ter bescherming van de diergezondheidsstatus van de Unie mag de binnenkomst in de Unie van zendingen pluimvee, levende producten van pluimvee en vers vlees van pluimvee en vederwild uit de gebieden waarvoor door de veterinaire autoriteiten van Canada en het Verenigd Koninkrijk beperkende maatregelen zijn vastgesteld in verband met de recente uitbraken van HPAI, niet langer worden toegestaan. |
(9) |
Voorts heeft Canada geactualiseerde informatie ingediend over de epidemiologische situatie op zijn grondgebied in verband met zes uitbraken van HPAI in pluimveebedrijven in de provincies British Columbia (4) en Quebec (2), die tussen 25 november 2022 en 2 februari 2023 zijn bevestigd. |
(10) |
Daarnaast heeft het Verenigd Koninkrijk geactualiseerde informatie ingediend over de epidemiologische situatie op zijn grondgebied in verband met een uitbraak van HPAI in pluimveebedrijven in het graafschap Devon in Engeland, Verenigd Koninkrijk, die op 31 maart 2023 was bevestigd. |
(11) |
Voorts hebben de Verenigde Staten geactualiseerde informatie ingediend over de epidemiologische situatie op hun grondgebied in verband met 25 uitbraken van HPAI in pluimveebedrijven in de staten Alaska (1), Colorado (1), Florida (2), Illinois (2), Indiana (1), Missouri (1), New York (2), Oregon (4), Pennsylvania (3), South Dakota (1), Tennessee (3), Utah (1), Virginia (2) en Wisconsin (1), die tussen 12 juli 2022 en 5 april 2023 zijn bevestigd. |
(12) |
Verder hebben Canada, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten ook informatie ingediend over de maatregelen die zij hebben genomen om de verdere verspreiding van HPAI te voorkomen. Naar aanleiding van die uitbraken van die ziekte hebben Canada, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten met name een ruimingsbeleid ingevoerd om de verspreiding van die ziekte te beheersen en te beperken, en hebben zij ook de vereiste reiniging en ontsmetting voltooid na de uitvoering van het ruimingsbeleid in de besmette pluimveebedrijven op hun grondgebied. |
(13) |
De Commissie heeft de door Canada, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten ingediende informatie geëvalueerd en is tot de conclusie gekomen dat de uitbraken van HPAI in pluimveebedrijven voorbij zijn en dat er geen risico meer bestaat in verband met de binnenkomst in de Unie van pluimveeproducten uit de gebieden van Canada, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten waaruit de binnenkomst in de Unie van pluimveeproducten als gevolg van die uitbraken was opgeschort. |
(14) |
De bijlagen V en XIV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 moeten daarom worden gewijzigd om rekening te houden met de huidige epidemiologische situatie ten aanzien van HPAI in Canada, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. |
(15) |
Rekening houdend met de huidige epidemiologische situatie in Canada, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten ten aanzien van HPAI en het ernstige risico op de insleep ervan in de Unie, moeten de wijzigingen die door deze verordening in de bijlagen V en XIV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 moeten worden aangebracht, met spoed in werking treden. |
(16) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
De bijlagen V en XIV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 30 mei 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.
(2) Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).
(3) Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 van de Commissie van 24 maart 2021 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden of zones daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong is toegestaan overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 114 van 31.3.2021, blz. 1).
BIJLAGE
De bijlagen V en XIV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 worden als volgt gewijzigd:
1) |
Bijlage V wordt als volgt gewijzigd:
|
2) |
In bijlage XIV, deel 1, wordt afdeling B als volgt gewijzigd:
|
BESLUITEN
1.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 142/29 |
BESLUIT (EU) 2023/1059 VAN DE RAAD
van 25 mei 2023
betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid dat is opgericht bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, over de aanwijzing van de financiële instelling die als referentie zal dienen voor de bepaling van de moratoire rentevoet en de wisselkoers voor valutaomrekeningen, alsook van de peildatum voor de berekening van de valutaomrekeningskoersen
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 48, in samenhang met artikel 218, lid 9,
Gezien het voorstel van de Europese Commissie,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (de “Handels- en samenwerkingsovereenkomst”) is door de Unie gesloten bij Besluit (EU) 2021/689 van de Raad (1) en is op 1 mei 2021 in werking getreden; zij wordt sinds 1 januari 2021 voorlopig toegepast. |
(2) |
Op grond van artikel 778, lid 1, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst maken de protocollen en bijlagen bij die overeenkomst er integrerend deel van uit. Overeenkomstig artikel 783, lid 3, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst worden — vanaf de datum waarop ze voorlopig wordt toegepast — verwijzingen naar de datum van inwerkingtreding ervan verstaan als verwijzingen naar de datum met ingang waarvan de overeenkomst voorlopig wordt toegepast. |
(3) |
Krachtens artikel 8, lid 4, punt c), van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst is het Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid (het “Gespecialiseerd Comité”) bevoegd besluiten vast te stellen, met inbegrip van wijzigingen, en aanbevelingen te doen over alle aangelegenheden waarin die overeenkomst voorziet. Overeenkomstig artikel 10, lid 1, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst zijn de door een comité genomen besluiten bindend voor de partijen. |
(4) |
Op grond van artikel SSCI.53, lid 2, van het Protocol betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst (het “Protocol”) wordt de moratoire rente berekend op basis van de referentievoet die op haar belangrijkste herfinancieringsverrichtingen wordt toegepast door de financiële instelling die daartoe wordt aangewezen door het Gespecialiseerd Comité. |
(5) |
Een groot aantal bepalingen, zoals artikel SSC.6, punt a), artikel SSC.19, lid 1, de artikelen SSC.26, SSC.47 en SSC.64, artikel SSCI.22, leden 4 en 5, artikel SSCI.23, lid 7, en de artikelen SSCI.56, SSCI.57, SSCI.62 en SSCI.64 van het Protocol, betreffen situaties waarbij de wisselkoers moet worden bepaald voor de betaling, de berekening of de herberekening van uitkeringen of bijdragen, voor vergoedingen of voor verrekenings- of terugvorderingsprocedures. |
(6) |
Op grond van artikel SSCI.73 van het Protocol moet voor de toepassing van het Protocol en bijlage SSC-7 daarbij de wisselkoers tussen twee valuta’s de referentievoet zijn die wordt bekendgemaakt door de financiële instelling die daartoe wordt aangewezen door het Gespecialiseerd Comité. De peildatum voor de berekening van de wisselkoers moet worden vastgesteld door het Gespecialiseerd Comité. |
(7) |
Het Gespecialiseerd Comité merkt op dat — hoewel de regels inzake de coördinatie van de sociale zekerheid in het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2), dat door de Unie is gesloten bij Besluit (EU) 2020/135 van de Raad (3) juridisch losstaan van de in de Handels- en samenwerkingsovereenkomst vastgestelde regels — het de voorkeur zou verdienen voor beide overeenkomsten dezelfde financiële instelling te gebruiken en dezelfde vaste peildatum voor de berekening van de wisselkoers te hanteren, aangezien dat complicaties zou vermijden voor de socialezekerheidsinstellingen die die overeenkomsten uitvoeren, en het risico op fouten zou beperken. |
(8) |
Het is wenselijk om het standpunt te bepalen dat namens de Unie in het Gespecialiseerd Comité moet worden ingenomen over de aanwijzing van de financiële instelling die als referentie zal dienen voor de bepaling van de moratoire rentevoet en de wisselkoers voor valutaomrekeningen, alsook van de peildatum voor de berekening van de valutaomrekeningskoersen, aangezien het beoogde besluit voor de Unie bindend zal zijn, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
Het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het bij artikel 8, lid 1, punt p), van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst opgericht Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid, over de aanwijzing van de financiële instelling die als referentie zal dienen voor de bepaling van de moratoire rentevoet en de wisselkoers voor valutaomrekeningen, alsook van de peildatum voor de berekening van de valutaomrekeningskoersen, is opgenomen in het aan dit besluit gehechte ontwerpbesluit van het Gespecialiseerd Comité.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te Brussel, 25 mei 2023.
Voor de Raad
De voorzitter
J. FORSSELL
(1) Besluit (EU) 2021/689 van de Raad van 29 april 2021 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, en van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens (PB L 149 van 30.4.2021, blz. 2).
(2) PB L 29 van 31.1.2020, blz. 7.
(3) Besluit (EU) 2020/135 van de Raad van 30 januari 2020 betreffende de sluiting van het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (PB L 29 van 31.1.2020, blz. 1).
ONTWERP
BESLUIT Nr. …/2023 VAN HET GESPECIALISEERD COMITÉ VOOR COÖRDINATIE VAN DE SOCIALE ZEKERHEID DAT IS OPGERICHT BIJ ARTIKEL 8, LID 1, PUNT p), VAN DE HANDELS- EN SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE, ENERZIJDS, EN HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIË EN NOORD-IERLAND, ANDERZIJDS,
van …
betreffende de aanwijzing van de financiële instelling die als referentie zal dienen voor de bepaling van de moratoire rentevoet en de wisselkoers voor valutaomrekeningen, alsook van de peildatum voor de berekening van de valutaomrekeningskoersen
HET GESPECIALISEERD COMITÉ VOOR COÖRDINATIE VAN DE SOCIALE ZEKERHEID,
Gezien de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (1), en met name artikel SSCI.53, lid 2, en artikel SSCI.73 van het Protocol betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid bij die Handels- en samenwerkingsovereenkomst,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Op grond van artikel SSCI.53, lid 2, van het Protocol betreffende de coördinatie van de sociale zekerheid (het “Protocol”) bij de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds (de “Handels- en samenwerkingsovereenkomst”) wordt de moratoire rente berekend op basis van de referentievoet die op haar belangrijkste herfinancieringsverrichtingen wordt toegepast door de financiële instelling die daartoe wordt aangewezen door het Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid (het “Gespecialiseerd Comité”). |
(2) |
Een groot aantal bepalingen, zoals artikel SSC.6, punt a), artikel SSC.19, lid 1, de artikelen SSC.26, SSC.47 en SSC.64, artikel SSCI.22, leden 4 en 5, artikel SSCI.23, lid 7, en de artikelen SSCI.56, SSCI.57, SSCI.62 en SSCI.64 van het Protocol, betreffen situaties waarbij de wisselkoers moet worden bepaald voor de betaling, de berekening of de herberekening van uitkeringen of bijdragen, voor vergoedingen of voor verrekenings- of terugvorderingsprocedures. |
(3) |
Op grond van artikel SSCI.73 van het Protocol moet voor de toepassing van het Protocol en bijlage SSC-7 daarbij de wisselkoers tussen twee valuta’s de referentievoet zijn die wordt bekendgemaakt door de financiële instelling die daartoe wordt aangewezen door het Gespecialiseerd Comité. De peildatum voor de berekening van de wisselkoers moet worden vastgesteld door het Gespecialiseerd Comité. |
(4) |
Het Gespecialiseerd Comité merkt op dat — hoewel de regels inzake de coördinatie van de sociale zekerheid in het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (2) juridisch losstaan van de in de Handels- en samenwerkingsovereenkomst vastgestelde regels — het de voorkeur zou verdienen voor beide overeenkomsten dezelfde financiële instelling te gebruiken en dezelfde vaste peildatum voor de berekening van de wisselkoers te hanteren, aangezien dat complicaties zou vermijden voor de socialezekerheidsinstellingen die die overeenkomsten uitvoeren, en het risico op fouten zou beperken, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De Europese Centrale Bank is de financiële instelling die wordt aangewezen voor de toepassing van artikel SSCI.53, lid 2, en artikel SSCI.73.
Artikel 2
Voor de toepassing van dit besluit wordt onder omrekeningskoers de dagelijks door de Europese Centrale Bank bekendgemaakte omrekeningskoers verstaan.
Artikel 3
Tenzij in dit besluit anders wordt vermeld, is de omrekeningskoers de koers die is bekendgemaakt op de dag waarop de verrichting wordt uitgevoerd.
Artikel 4
Een orgaan van een staat dat voor het vaststellen van rechten en voor de eerste berekening van een uitkering een bedrag moet omrekenen, hanteert:
a) |
wanneer het orgaan — overeenkomstig de nationale wetgeving of het Protocol — rekening houdt met bedragen, zoals inkomsten uit arbeid of uitkeringen, gedurende een bepaalde periode vóór de datum waarvoor de uitkering wordt berekend, de op de laatste dag van die periode bekendgemaakte omrekeningskoers; |
b) |
wanneer het orgaan — overeenkomstig de nationale wetgeving of het Protocol — voor de berekening van de uitkering rekening houdt met één bedrag, de omrekeningskoers die is bekendgemaakt op de eerste dag van de maand die onmiddellijk voorafgaat aan de maand waarin de bepaling moet worden toegepast. |
Artikel 5
Artikel 4 is van overeenkomstige toepassing wanneer een orgaan van een staat een bedrag moet omrekenen voor de herberekening van een uitkering als gevolg van veranderingen van de feitelijke of juridische situatie van de betrokkene.
Artikel 6
Een orgaan van een staat dat een uitkering uitbetaalt die overeenkomstig de nationale wetgeving regelmatig geïndexeerd wordt en waarbij de bedragen in een andere valuta van invloed zijn op die uitkering, hanteert bij de herberekening van die uitkering de omrekeningskoers die is bekendgemaakt op de eerste dag van de maand die voorafgaat aan de maand waarin de indexering moet plaatsvinden, tenzij de nationale wetgeving anders bepaalt.
Artikel 7
Voor de toepassing van artikel SSCI.73 van het Protocol is de peildatum voor de berekening van de toepasselijke wisselkoers tussen twee valuta’s:
a) |
bij een verzoek om verrekening met achterstallige of lopende betalingen: de werkdag onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop de verzoekende partij het definitieve verzoek om verrekening met achterstallige of lopende betalingen heeft ingediend; of |
b) |
bij een verzoek tot terug- of invordering: de werkdag onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop de verzoekende partij het eerste verzoek tot terug- of invordering heeft ingediend. |
Voor de toepassing van dit artikel wordt onder “werkdag” een werkdag van de Europese Centrale Bank verstaan waarop zij een dagelijkse referentiewisselkoers bekendmaakt.
Artikel 8
Dit besluit treedt in werking op de datum van de vaststelling ervan.
Gedaan te …, …
Voor het Gespecialiseerd Comité voor coördinatie van de sociale zekerheid
De medevoorzitters
1.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 142/34 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/1060 VAN DE COMMISSIE
van 30 mei 2023
betreffende een ter ondersteuning van Richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees Parlement en de Raad opgestelde geharmoniseerde norm voor testmethoden en vereisten om aan te tonen dat plastic doppen en deksels op drankverpakkingen blijven zitten
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EU) nr. 1025/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 betreffende Europese normalisatie, tot wijziging van de Richtlijnen 89/686/EEG en 93/15/EEG van de Raad alsmede de Richtlijnen 94/9/EG, 94/25/EG, 95/16/EG, 97/23/EG, 98/34/EG, 2004/22/EG, 2007/23/EG, 2009/23/EG en 2009/105/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Beschikking 87/95/EEG van de Raad en Besluit nr. 1673/2006/EG van het Europees Parlement en de Raad (1), en met name artikel 10, lid 6,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig artikel 6, lid 4, van Richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees Parlement en de Raad (2) worden de in artikel 6, lid 1, van die richtlijn bedoelde kunststofproducten voor eenmalig gebruik die in overeenstemming zijn met geharmoniseerde normen of delen daarvan, waarvan de referenties in het Publicatieblad van de Europese Unie zijn bekendgemaakt, geacht in overeenstemming te zijn met de eisen van artikel 6, lid 1, van die richtlijn die door die normen of delen daarvan worden bestreken. |
(2) |
Bij Uitvoeringsbesluit C(2020) 7244 van de Commissie (3) heeft de Commissie het Europees Comité voor Normalisatie (CEN) verzocht een nieuwe geharmoniseerde norm op te stellen voor bepaalde plastic drankverpakkingen voor eenmalig gebruik van maximaal drie liter met plastic doppen en deksels, ter ondersteuning van artikel 6, lid 1, van Richtlijn (EU) 2019/904. |
(3) |
Op basis van het verzoek in Uitvoeringsbesluit C(2020) 7244 heeft het CEN de nieuwe geharmoniseerde norm EN 17665:2022+A1:2023 opgesteld. |
(4) |
De Commissie heeft samen met het CEN beoordeeld of de door het CEN opgestelde norm voldoet aan het verzoek in Uitvoeringsbesluit C(2020) 7244. |
(5) |
De geharmoniseerde norm EN 17665:2022+A1:2023 voldoet aan de eisen die zij beoogt te bestrijken en die zijn vastgesteld in Richtlijn (EU) 2019/904. Daarom is het passend de referentie van die norm bekend te maken in het Publicatieblad van de Europese Unie. |
(6) |
Door naleving van een geharmoniseerde norm wordt een vermoeden van conformiteit gevestigd met de overeenkomstige essentiële eisen die in de harmonisatiewetgeving van de Unie zijn opgenomen vanaf de datum van bekendmaking van de referentie van deze norm in het Publicatieblad van de Europese Unie. Dit besluit moet derhalve in werking treden op de datum van de bekendmaking ervan, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De referentie van de ter ondersteuning van Richtlijn (EU) 2019/904 opgestelde geharmoniseerde norm “EN 17665:2022+A1:2023, Verpakking — Testmethoden en vereisten om aan te tonen dat plastic doppen en deksels op drankverpakkingen blijven zitten”, wordt hierbij bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 30 mei 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 316 van 14.11.2012, blz. 12.
(2) Richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu (PB L 155 van 12.6.2019, blz. 1).
(3) Uitvoeringsbesluit C(2020) 7244 van de Commissie van 27 oktober 2020 betreffende een normalisatieverzoek aan het Europees Comité voor normalisatie met betrekking tot bepaalde plastic drankverpakkingen voor eenmalig gebruik van maximaal drie liter met plastic doppen en deksels ter ondersteuning van Richtlijn (EU) 2019/904 van het Europees Parlement en de Raad.
1.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 142/36 |
UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2023/1061 VAN DE COMMISSIE
van 31 mei 2023
betreffende de vaststelling van de lijst van reisdocumenten van de Russische Federatie die zijn afgegeven in — dan wel aan ingezetenen van — regio’s of gebieden in Oekraïne die worden bezet door de Russische Federatie, of afgescheiden gebieden in Georgië die niet onder Georgisch regeringsgezag staan, en die niet worden aanvaard als geldige reisdocumenten voor de afgifte van een visum of het overschrijden van de buitengrenzen
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Besluit (EU) 2022/2512 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende de niet-aanvaarding van in Oekraïne en Georgië afgegeven reisdocumenten van de Russische Federatie (1), en met name artikel 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
Overeenkomstig Besluit (EU) 2022/2512 moet een lijst worden opgesteld van reisdocumenten van de Russische Federatie die zijn afgegeven in — dan wel aan ingezetenen van — regio’s of gebieden in Oekraïne die worden bezet door de Russische Federatie, of afgescheiden gebieden in Georgië die op 22 december 2022 niet onder Georgisch regeringsgezag stonden, en die niet mogen worden aanvaard als geldige reisdocumenten voor de afgifte van een visum overeenkomstig Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad (2) of het overschrijden van de buitengrenzen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad (3). |
(2) |
De lijst moet ervoor zorgen dat de autoriteiten van de lidstaten die belast zijn met de behandeling van visumaanvragen en de uitvoering van grenscontroles, beschikken over nauwkeurige en bijgewerkte informatie over reisdocumenten die niet mogen worden aanvaard overeenkomstig Besluit (EU) 2022/2512. Het doel van de lijst is te zorgen voor een uniforme toepassing van het EU-acquis inzake visa en controles waaraan personen die de buitengrenzen overschrijden, zijn onderworpen. |
(3) |
Na de illegale annexatie van de Autonome Republiek Krim en de stad Sebastopol door de Russische Federatie heeft de president van de Russische Federatie op 18 maart 2014 het annexatieverdrag ondertekend. Daarom moeten de reisdocumenten die na 18 maart 2014 zijn afgegeven in — dan wel aan ingezetenen van — de Autonome Republiek Krim en de stad Sebastopol, op die lijst staan. |
(4) |
Op 24 april 2019 heeft de Russische Federatie bij Decreet van de president van de Russische Federatie nr. 183 de procedure vereenvoudigd waarmee ingezetenen van de niet onder regeringsgezag vallende Oekraïense regio’s Donetsk en Loehansk het Russische staatsburgerschap kunnen verkrijgen, met inbegrip van de procedure voor de afgifte van Russische internationale paspoorten aan die ingezetenen. Daarom moeten de reisdocumenten die na 24 april 2019 zijn afgegeven in — dan wel aan ingezetenen van — de regio’s Donetsk en Loehansk, op die lijst staan. |
(5) |
Op 25 mei 2022 heeft de Russische Federatie de vereenvoudigde procedure voor het verkrijgen van het Russische staatsburgerschap uitgebreid tot de regio’s Cherson en Zaporizja. Op 11 juli 2022 breidde Rusland zijn beleid inzake grootschalige paspoortafgifte uit tot het gehele grondgebied van Oekraïne, zodat alle burgers van Oekraïne aanspraak konden maken op het Russische staatsburgerschap en in het kader van de vereenvoudigde procedure een Russisch paspoort konden verkrijgen. Op basis van het decreet van 11 juli 2022 worden sinds 1 augustus 2022 Russische reisdocumenten afgegeven in de regio Charkiv. Het grootste deel van de regio Charkiv is op 9 september 2022 door Oekraïne bevrijd. Russische reisdocumenten die in deze regio zijn afgegeven, kunnen in omloop zijn. Daarom moeten de reisdocumenten die na 25 mei 2022 zijn afgegeven in — dan wel aan ingezetenen van — de regio’s Cherson en Zaporizja, en de reisdocumenten die na 1 augustus 2022 zijn afgegeven in — dan wel aan ingezetenen van — de regio Charkiv, op die lijst staan. |
(6) |
De president van de Russische Federatie heeft op 26 augustus 2008 besloten dat Rusland Abchazië en Zuid-Ossetië formeel als onafhankelijke staten zou erkennen. Daarom moeten de reisdocumenten die na 26 augustus 2008 zijn afgegeven in — dan wel aan ingezetenen van — Abchazië en Zuid-Ossetië, op die lijst staan. |
(7) |
Het feit dat een land of entiteit op de lijst staat, mag niet worden niet worden geïnterpreteerd als zou dat land of die entiteit door een of meer lidstaten naar internationaal recht worden erkend. |
(8) |
Aangezien Besluit (EU) 2022/2512 voortbouwt op het Schengenacquis, heeft Denemarken, overeenkomstig artikel 4 van Protocol nr. 22 betreffende de positie van Denemarken, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht, kennisgegeven van de omzetting van Besluit (EU) 2022/2512 in zijn nationale wetgeving. Denemarken is daarom krachtens internationaal recht verplicht dit besluit uit te voeren. |
(9) |
Dit besluit vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad (4). Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van dit besluit en dit besluit is niet bindend voor, noch van toepassing op deze lidstaat. |
(10) |
Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Raad van de Europese Unie en de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen inzake de wijze waarop IJsland en Noorwegen worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (5) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punten A en B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad (6). |
(11) |
Wat Zwitserland betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (7) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punten A en B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2008/146/EG van de Raad (8). |
(12) |
Wat Liechtenstein betreft, vormt dit besluit een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (9) die vallen onder het gebied bedoeld in artikel 1, punten A en B, van Besluit 1999/437/EG van de Raad, in samenhang met artikel 3 van Besluit 2011/350/EU van de Raad (10). |
(13) |
Wat Cyprus, Bulgarije en Roemenië betreft, vormt dit besluit een handeling die op het Schengenacquis voortbouwt of anderszins daaraan is gerelateerd in de zin van respectievelijk artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003, artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005, en artikel 4, lid 2, van de Toetredingsakte van 2011 met betrekking tot de afgifte van visa overeenkomstig Verordening (EG) nr. 810/2009, als bedoeld in artikel 1, punt a), van Besluit (EU) 2022/2512, terwijl het een handeling vormt die op het Schengenacquis voortbouwt of anderszins daaraan is gerelateerd in de zin van respectievelijk artikel 3, lid 1, van de Toetredingsakte van 2003 en artikel 4, lid 1, van de Toetredingsakte van 2005 met betrekking tot het overschrijden van de buitengrenzen overeenkomstig Verordening (EU) 2016/399, als bedoeld in artikel 1, punt b), van Besluit (EU) 2022/2512. |
(14) |
Om een snelle en uniforme toepassing mogelijk te maken van de maatregelen waarin Besluit (EU) 2022/2512 voorziet en gezien de urgentie van de situatie in de door Rusland bezette regio’s of gebieden in Oekraïne alsook in de afgescheiden gebieden in Georgië, moet dit besluit met spoed in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie, |
HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:
Artikel 1
De in artikel 1 van Besluit (EU) 2022/2512 bedoelde lijst van reisdocumenten van de Russische Federatie is opgenomen in de bijlage.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Gedaan te Brussel, 31 mei 2023.
Voor de Commissie
De voorzitter
Ursula VON DER LEYEN
(1) PB L 326 van 21.12.2022, blz. 5.
(2) Verordening (EG) nr. 810/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot vaststelling van een gemeenschappelijke visumcode (Visumcode) (PB L 243 van 15.9.2009, blz. 1).
(3) Verordening (EU) 2016/399 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende een Uniecode voor de overschrijding van de grenzen door personen (Schengengrenscode) (PB L 77 van 23.3.2016, blz. 1).
(4) Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan bepalingen van het Schengenacquis (PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20).
(5) PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.
(6) Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31).
(7) PB L 53 van 27.2.2008, blz. 52.
(8) Besluit 2008/146/EG van de Raad van 28 januari 2008 betreffende de sluiting namens de Europese Gemeenschap van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (PB L 53 van 27.2.2008, blz. 1).
(9) PB L 160 van 18.6.2011, blz. 21.
(10) Besluit 2011/350/EU van de Raad van 7 maart 2011 betreffende de sluiting namens de Europese Unie van het Protocol tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap, de Zwitserse Bondsstaat en het Vorstendom Liechtenstein betreffende de toetreding van het Vorstendom Liechtenstein tot de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis betreffende de afschaffing van controles aan de binnengrenzen en het verkeer van personen (PB L 160 van 18.6.2011, blz. 19).
BIJLAGE
De lijst van reisdocumenten van de Russische Federatie als bedoeld in artikel 1 van Besluit (EU) 2022/2512 van het Europees Parlement en de Raad (1) 1
1. Oekraïne
Gewoon paspoort
Diplomatiek paspoort
Verblijfsvergunning voor staatlozen
Certificaat voor terugkeer
Identiteitsbewijs voor zeevarenden
Zeemansboekje
Afgegeven in — dan wel aan ingezetenen van:
|
de Autonome Republiek Krim en de stad Sebastopol na 18 maart 2014; |
|
de regio Donetsk na 24 april 2019; |
|
de regio Loehansk na 24 april 2019; |
|
de regio Cherson na 25 mei 2022; |
|
de regio Zaporizja na 25 mei 2022; |
|
de regio Kharkiv na 1 augustus 2022. |
2. Georgië
Gewoon paspoort
Diplomatiek paspoort
Verblijfsvergunning voor staatlozen
Certificaat voor terugkeer
Identiteitsbewijs voor zeevarenden
Zeemansboekje
Afgegeven in — dan wel aan ingezetenen van:
|
Abchazië na 26 augustus 2008; |
|
Zuid-Ossetië na 26 augustus 2008. |
(1) Besluit (EU) 2022/2512 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2022 betreffende de niet-aanvaarding van in Oekraïne en Georgië afgegeven reisdocumenten van de Russische Federatie (PB L 326 van 21.12.2022, blz. 1).
Rectificaties
1.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 142/40 |
Rectificatie van Uitvoeringsbesluit (EU) 2022/1684 van de Commissie van 28 september 2022 betreffende de gelijkwaardigheid van het regelgevingskader voor centrale tegenpartijen in Taiwan (1) aan Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft futuresclearinghuizen die onder toezicht staan van de Financial Supervisory Commission
( Publicatieblad van de Europese Unie L 252 van 30 september 2022 )
Bladzijde 85, artikel 2:
in plaats van:
“2022”,
lezen:
“2025”.
(1) Dit besluit mag niet worden geïnterpreteerd als een weergave van enig officieel standpunt van de Europese Unie met betrekking tot de juridische status van Taiwan.
1.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 142/41 |
Rectificatie van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2011 betreffende de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1924/2006 en (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 87/250/EEG van de Commissie, Richtlijn 90/496/EEG van de Raad, Richtlijn 1999/10/EG van de Commissie, Richtlijn 2000/13/EG van het Europees Parlement en de Raad, Richtlijnen 2002/67/EG en 2008/5/EG van de Commissie, en Verordening (EG) nr. 608/2004 van de Commissie
( Publicatieblad van de Europese Unie L 304 van 22 november 2011 )
Bladzijde 49, bijlage VI, deel A, punt 7:
in plaats van:
“in het Italiaans: “carne ricomposta” en “pesce ricomposto”;”,
lezen:
“in het Italiaans: “costituito da parti di carne” en “costituito da parti di pesce”;”.
1.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 142/42 |
Rectificatie van Besluit (GBVB) 2023/193 van de Raad van 30 januari 2023 tot wijziging van Besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen
( Publicatieblad van de Europese Unie L 26 I van 30 januari 2023 )
Bladzijde 5, bijlage, eerste kolom, onder “Entiteiten”:
in plaats van:
“175.”,
lezen:
“174 bis.”.
1.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 142/43 |
Rectificatie van Besluit (GBVB) 2023/193 van de Raad van 30 januari 2023 tot wijziging van Besluit 2014/145/GBVB betreffende beperkende maatregelen met betrekking tot acties die de territoriale integriteit, soevereiniteit en onafhankelijkheid van Oekraïne ondermijnen of bedreigen
( Publicatieblad van de Europese Unie L 26 I van 30 januari 2023 )
Bladzijde 5, bijlage, eerste kolom, onder “Entiteiten”:
in plaats van:
“175.”,
lezen:
“174 bis.”.
1.6.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 142/44 |
Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2022/2504 van de Commissie van 19 december 2022 tot wijziging van de bijlagen III en V bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235 wat betreft modellen van diergezondheids-/officiële certificaten en officiële certificaten voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde visserijproducten en zeer verfijnde producten van dierlijke oorsprong, en het model van een particuliere verklaring voor de binnenkomst in de Unie van bepaalde samengestelde producten
( Publicatieblad van de Europese Unie L 325 van 20 december 2022 )
Bladzijde 65, bijlage, punt 1), a), tot wijziging van de inleidende tabel in bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235, tabel, tweede rij, tweede kolom:
in plaats van:
“… VEFIJNDE …”,
lezen:
“… VERFIJNDE …”.
Bladzijde 74, bijlage, punt 1), b), tot wijziging van de hoofdstukken 30 en 31 in bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235, hoofdstuk 31, deel II: Certificering, punten II.2.4.1 en II.2.4.2:
in plaats van:
“…, worden alle voor de relevante ziekte(n) (3)in de lijst opgenomen soorten zijn:”,
lezen:
“…, zijn alle voor de relevante ziekte(n) (3) in de lijst opgenomen soorten:”.
Bladzijde 79, bijlage, punt 1), c), tot vervanging van hoofdstuk 46 in bijlage III bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2235, hoofdstuk 46, in de titel:
in plaats van:
“… VEFIJNDE … ”,
lezen:
“… VERFIJNDE … ”.