ISSN 1977-0758

Publicatieblad

van de Europese Unie

L 71

European flag  

Uitgave in de Nederlandse taal

Wetgeving

66e jaargang
9 maart 2023


Inhoud

 

II   Niet-wetgevingshandelingen

Bladzijde

 

 

VERORDENINGEN

 

*

Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/511 van de Commissie van 24 november 2022 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor het bepalen van risicogewogen posten van instellingen voor collectieve belegging in het kader van de beleidsbenadering ( 1 )

1

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/512 van de Commissie van 2 maart 2023 tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een naam die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Aceto Balsamico di Modena (BGA))

4

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/513 van de Commissie van 8 maart 2023 tot wijziging van de bijlagen XV en XIX bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 wat betreft de lijst van derde landen, gebieden of zones daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van vleesproducten van hoefdieren, pluimvee en vederwild, en eieren en eiproducten is toegestaan ( 1 )

8

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/514 van de Commissie van 8 maart 2023 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 wat betreft zeer verfijnde producten, de lijst van derde landen met een goedgekeurd controleplan en de opname van Moldavië in de lijst van derde landen waaruit de binnenkomst in de Unie van zendingen eieren die bestemd zijn om als eieren van klasse A in de handel te worden gebracht, is toegestaan ( 1 )

11

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/515 van de Commissie van 8 maart 2023 tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof abamectine overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie ( 1 )

22

 

*

Uitvoeringsverordening (EU) 2023/516 van de Commissie van 8 maart 2023 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 wat betreft het model van diergezondheidscertificaat voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van waterdieren bestemd voor bepaalde aquacultuurinrichtingen, vrijlating in het wild of andere doeleinden, met uitzondering van rechtstreekse menselijke consumptie ( 1 )

27

 

 

Rectificaties

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) 2022/123 van het Europees Parlement en de Raad van 25 januari 2022 betreffende een grotere rol van het Europees Geneesmiddelenbureau inzake crisisparaatheid en -beheersing op het gebied van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen ( PB L 20 van 31.1.2022 )

37

 

*

Rectificatie van Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad ( PB L 106 van 17.4.2001 )

42

 

*

Rectificatie van Verordening (EU) 2023/194 van de Raad van 30 januari 2023 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden ( PB L 28 van 31.1.2023 )

43

 

*

Rectificatie van Besluit (GBVB) 2022/1965 van de Raad van 17 oktober 2022 ter ondersteuning van het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, estrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten ( PB L 270 van 18.10.2022 )

54

 

*

Rectificatie van Besluit (GBVB) 2022/2320 van de Raad an 25 november 2022 betreffende steun van de Unie voor de uitvoering van een project De weg vrijmaken voor innovatie: ontsluitingstechnologie en internationale veiligheid( PB L 307 van 28.11.2022 )

55

 

*

Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/419 van de Raad van 24 februari 2023 tot uitvoering van artikel 8 bis van Verordening (EG) nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen met het oog op de situatie in Belarus en de betrokkenheid van Belarus bij de Russische agressie tegen Oekraïne ( PB L 61 van 27.2.2023 )

56

 


 

(1)   Voor de EER relevante tekst.

NL

Besluiten waarvan de titels mager zijn gedrukt, zijn besluiten van dagelijks beheer die in het kader van het landbouwbeleid zijn genomen en die in het algemeen een beperkte geldigheidsduur hebben.

Besluiten waarvan de titels vet zijn gedrukt en die worden voorafgegaan door een sterretje, zijn alle andere besluiten.


II Niet-wetgevingshandelingen

VERORDENINGEN

9.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 71/1


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2023/511 VAN DE COMMISSIE

van 24 november 2022

tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen voor het bepalen van risicogewogen posten van instellingen voor collectieve belegging in het kader van de beleidsbenadering

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (1), en met name artikel 132 bis, lid 4, derde alinea,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Om onnodige variabiliteit in kapitaalvereisten tussen instellingen te voorkomen en om de beleidsbenadering te kunnen aanwenden in situaties waarin onvoldoende informatie beschikbaar is, moet de methode voor het bepalen van de risicogewogen posten voor een instelling voor collectieve belegging (icb) in het kader van de beleidsbenadering worden gespecificeerd voor de gevallen waarin berekening van de risicogewogen posten door ontbrekende inputs onmogelijk is.

(2)

Indien een icb derivatentransacties aangaat en de onderliggende waarden van de derivaten of het onderliggende risico van de derivatenposities onbekend zijn, kunnen instellingen de vervangingswaarde van de posities niet bepalen, en de blootstellingswaarde ervan dus evenmin. In dat geval moeten instellingen hun berekeningen baseren op het notionele bedrag van de derivatenpositie, dat gewoonlijk bekend zou zijn en de beste indicator voor de omvang van de positie zou zijn, zodat een benadering van de blootstellingswaarde wordt gegeven.

(3)

Indien het beleggingsbeleid van de icb het aangaan van derivatentransacties niet uitsluit, maar niet voldoende informatie bevat om te bepalen of een onderliggende waarde een blootstelling binnen of buiten de balanstelling vormt, kan niet worden uitgesloten dat een dergelijke blootstelling bestaat. Daarom moet die blootstelling worden meegenomen in de berekening van de risicogewogen posten van de blootstellingen van de icb.

(4)

Indien het beleggingsbeleid onvoldoende informatie verschaft over de blootstellingswaarde van een dergelijke positie, kan niet worden uitgesloten dat de blootstellingswaarde de volledige notionele waarde van de derivatenpositie is.

(5)

Indien het beleggingsbeleid het notionele bedrag van de derivatenpositie niet specificeert, moet, om ervoor te zorgen dat de benadering prudent genoeg is, dat bedrag worden afgeleid van het in het kader van dat beleid toegestane maximale notionele bedrag van derivaten.

(6)

Indien de vervangingswaarde of de potentiële toekomstige blootstelling voor de berekening van het blootstellingsbedrag in verband met het tegenpartijkredietrisico onbekend zijn, moeten instellingen hun berekeningen baseren op de som van de notionele bedragen van de transacties in het samenstel van verrekenbare transacties; dit zou de best beschikbare voorzichtige raming zijn om het gebruik van de beleidsbenadering mogelijk te maken.

(7)

Er zijn gevallen waarin het voor instellingen niet mogelijk is om de relevante samenstellen van verrekenbare transacties voor een bepaald type derivaat in de icb vast te stellen, aangezien er geen informatie beschikbaar is over de tegenpartijen of over de vraag of de transacties onderworpen zijn aan een in rechte afdwingbare bilaterale verrekeningsovereenkomst als bedoeld in artikel 272, punt 4), van Verordening (EU) nr. 575/2013. In die gevallen moeten instellingen ervan uitgaan dat voor dat type derivaat geen sprake is van verrekeningseffecten en evenmin van diversificatie van tegenpartijen. Instellingen moeten dus ervan uitgaan dat de icb transacties voor één derivaat is aangegaan met het maximale notionele bedrag dat volgens het beleid voor dat type derivaat is toegestaan.

(8)

Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Bankautoriteit aan de Commissie heeft voorgelegd.

(9)

De Europese Bankautoriteit heeft openbare raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische reguleringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, de mogelijke daaraan verbonden kosten en baten geanalyseerd en de bij artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (2) opgerichte Stakeholdergroep bankwezen om advies verzocht,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bepaling van de blootstellingswaarde van de derivatenposities van een icb indien de onderliggende waarde onbekend is voor de toepassing van artikel 132 bis, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013

1.   Wanneer instellingen de beleidsbenadering toepassen overeenkomstig artikel 132 bis, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013 en het beleid van de icb niet uitsluit dat de onderliggende waarde van de derivatenpositie van een icb een blootstelling binnen of buiten de balanstelling vormt, maar de blootstellingswaarde of, in het geval van blootstellingen buiten de balanstelling, het toepasselijke percentage overeenkomstig artikel 111 van Verordening (EU) nr. 575/2013 onbekend is, gebruiken instellingen het volledige notionele bedrag van de derivatenpositie als blootstellingswaarde voor de berekening van de risicogewogen posten.

2.   Voor het bepalen van de blootstellingswaarde als bedoeld in lid 1 gebruiken instellingen, indien het notionele bedrag van de derivatenposities onbekend is, als blootstellingswaarde een voorzichtige raming op basis van het maximale notionele bedrag van de derivaten dat in het kader van het beleid van een icb is toegestaan.

Artikel 2

Berekening van de blootstellingswaarden voor het tegenpartijkredietrisico van een samenstel van verrekenbare transacties van derivatenposities van een icb

1.   Bij de berekening van de blootstellingswaarde van een samenstel van verrekenbare transacties voor tegenpartijkredietrisico overeenkomstig de benaderingen van deel 3, titel II, hoofdstuk 6, afdeling 3, 4 of 5, naargelang het geval, van Verordening (EU) nr. 575/2013 passen instellingen het volgende toe:

a)

indien de instelling wegens ontbrekende inputs niet in staat is de vervangingswaarde van het samenstel van verrekenbare transacties te berekenen volgens de desbetreffende benadering, gebruikt zij als vervangingswaarde de som van de notionele bedragen van alle derivaten in het samenstel van verrekenbare transacties;

b)

indien de instelling wegens ontbrekende inputs niet in staat is de potentiële toekomstige blootstelling van het samenstel van verrekenbare transacties te berekenen volgens de desbetreffende benadering, vervangt zij deze door 0,15 maal de som van de notionele bedragen van alle derivaten in het samenstel van verrekenbare transacties.

2.   Bij het berekenen van de blootstellingswaarde voor het tegenpartijkredietrisico overeenkomstig lid 1 gebruiken instellingen, indien het notionele bedrag van de derivaten in het samenstel van verrekenbare transacties onbekend is, een voorzichtige raming op basis van het maximale notionele bedrag van de derivaten dat in het kader van het beleid van een icb is toegestaan, om de blootstellingswaarde van dat samenstel van verrekenbare transacties te bepalen.

3.   Voor de toepassing van de leden 1 en 2 gaan instellingen, indien het voor hen niet mogelijk is de relevante samenstellen van verrekenbare transacties voor een bepaald type derivaat in de icb te achterhalen, ervan uit dat de icb transacties voor één derivaat is aangegaan met het maximale notionele bedrag dat volgens het beleid voor dat type derivaat is toegestaan.

Artikel 3

Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 24 november 2022.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 176 van 27.6.2013, blz. 1.

(2)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).


9.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 71/4


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/512 VAN DE COMMISSIE

van 2 maart 2023

tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van een naam die is opgenomen in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (“Aceto Balsamico di Modena” (BGA))

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (1), en met name artikel 52, lid 3, punt b),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op grond van artikel 50, lid 2, punt a), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 is de door Italië ingediende aanvraag tot goedkeuring van een niet-minimale wijziging van het productdossier van de beschermde geografische aanduiding “Aceto Balsamico di Modena” bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie (2).

(2)

Op 31 augustus 2021 heeft de Commissie van Duitsland drie aankondigingen van bezwaar en één met redenen omkleed bezwaarschrift ontvangen. Op 11 oktober 2021 heeft Duitsland nog twee met redenen omklede bezwaarschriften ingediend. Op 16 september 2021 heeft de Commissie de vierde aankondiging van bezwaar ontvangen van een in Turkije gevestigde opposant. Het bijbehorende met redenen omklede bezwaarschrift werd op 16 november 2021 ingediend.

(3)

Nadat de Commissie de met redenen omklede bezwaarschriften had onderzocht en ontvankelijk had verklaard, heeft de Commissie, overeenkomstig artikel 51, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1151/2012, bij brief van 10 december 2021 zowel Italië en Duitsland als Italië en de opposant uit Turkije verzocht op gepaste wijze overleg te plegen om tot een akkoord te komen.

(4)

Op 4 maart 2021 heeft Duitsland de Commissie meegedeeld dat een van de bezwaarschriften werd ingetrokken, maar dat de twee andere opposanten uit Duitsland hun bezwaar handhaafden.

(5)

Het overleg tussen Italië en Duitsland enerzijds en Italië en de opposant uit Turkije anderzijds is afgesloten zonder dat een akkoord is bereikt. Daarom moet de Commissie overeenkomstig de procedure van artikel 52, lid 3, punt b), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 een besluit nemen over de wijzigingen, rekening houdende met de resultaten van dat overleg.

(6)

De opposanten waren van mening dat de wijzigingen van het productdossier zouden leiden tot niet-naleving van de voorwaarden van artikel 5, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1151/2012, met name omdat ze het verband tussen het product en het geografische gebied zouden verbreken. Zij plaatsten vraagtekens bij de vermeende wijzigingen in de organoleptische kenmerken van “Aceto Balsamico di Modena”, de wijziging van de minimale totale zuurgraad van het gerijpte product en een correctieprocedure voor mogelijke afwijkingen van de parameters. Deze wijzigingen werden ook betwist omdat zij de kwaliteit van “Aceto Balsamico di Modena” zouden verlagen en zouden leiden tot niet-naleving van de eisen voor wijnazijn in bijlage VII, deel II, punt 17, van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad (3) tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten (zuurgehalte van ten minste 60 gram per liter = ten minste 6 %).

(7)

Bovendien stelden de opposanten, met betrekking tot de schrapping van de vermelding van het controleorgaan voor “Aceto Balsamico di Modena”, dat de minimumeisen voor de inhoud van het productdossier niet waren nageleefd wat betreft artikel 7, lid 1, punt g), van Verordening (EU) nr. 1151/2012.

(8)

Voorts voerden de opposanten aan dat het bestaande toepassingsgebied van de bescherming ten onrechte is uitgebreid en dat de registratie van de wijzigingen bijgevolg het bestaan van namen, handelsmerken of producten, met inbegrip van balsamicoazijn van andere oorsprong, in gevaar zou brengen. Deze stelling heeft met name betrekking op de vermeende opname van de verplichting tot botteling in het afgebakende gebied, een aanvullende regel inzake de vorm van de recipiënten en de invoering van parameters met betrekking tot de isotopenverhouding. Bijgevolg stellen de opposanten dat de voorgenomen wijzigingen afbreuk zouden doen aan de belangen van de bottelaars van “Aceto Balsamico di Modena” en van de Duitse producenten van andere azijn.

(9)

Tot slot voerden zij aan dat de onlangs ingevoerde verlaging van de minimumzuurgraad zou kunnen leiden tot verwarring tussen de BGA “Aceto Balsamico di Modena” en de BOB “Aceto Balsamico Tradizionale di Modena”.

(10)

De Commissie heeft de argumenten in de met redenen omklede bezwaarschriften van Duitsland en Turkije beoordeeld in het licht van de bepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012, rekening houdend met de resultaten van het gepaste overleg tussen de aanvrager en de opposanten, en heeft geconcludeerd dat de wijziging van het productdossier voor de beschermde geografische aanduiding “Aceto Balsamico di Modena” moet worden goedgekeurd.

(11)

Italië voerde aan dat de opposanten niet hadden aangetoond een rechtmatig belang te hebben bij het indienen van de bezwaarschriften, zoals vereist bij artikel 51, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1151/2012, aangezien zij wijzigingen betwistten die ofwel niet waren aangevraagd, ofwel niet leiden tot handels- en/of marktbelemmeringen.

In het kader van de procedure die van toepassing is op aanvragen tot wijziging van het productdossier die niet minimaal zijn, kan elke natuurlijke of rechtspersoon met een rechtmatig belang bezwaar maken tegen de ingediende wijzigingsaanvraag. In het onderhavige geval werd het risico van schade aan de belangen van de opposanten niet als volstrekt onwaarschijnlijk of hypothetisch beschouwd en werd derhalve geconcludeerd dat zij een rechtmatig belang hadden bij de indiening van de bezwaarschriften.

(12)

Uit de analyse van de door de opposanten gemaakte voorbehouden is gebleken dat sommige beweringen inderdaad betrekking hadden op elementen in het productdossier die in feite niet zijn gewijzigd als gevolg van de onderhavige wijzigingen, maar die louter redactionele wijzigingen inhouden. Deze redactionele wijzigingen waren bedoeld om het enig document in overeenstemming te brengen met artikel 8, lid 1, punt c), van Verordening (EU) nr. 1151/2012 en om de voorwaarden van het productdossier van de BGA “Aceto Balsamico di Modena” beter weer te geven. Dit betreft met name de vermeende wijzigingen in de organoleptische kenmerken, de vermeende wijzigingen met betrekking tot het gebruik van additieven en het gebruik van plastic recipiënten, en de vermeende verplichting tot botteling in het afgebakende gebied. Deze regels zijn niet gewijzigd; de herformulering die in het enig document voorkwam en die als een wijziging van het productdossier had kunnen worden beschouwd, is in feite het gevolg van de correctie van tegenstrijdigheden tussen het productdossier en de samenvatting van het productdossier die in het Publicatieblad van de Europese Unie was bekendgemaakt (4). De beoordeling door de Commissie van de aanvraag tot wijziging van de BGA “Aceto Balsamico di Modena” had in de eerste plaats betrekking op de substantiële wijzigingen die werden aangevraagd.

(13)

De wijzigingen met betrekking tot de minimumzuurgraad voor het type “invecchiato” (gerijpt), die daalt van 6 % tot 5,5 %, of tot de toegestane correctieprocedure voor mogelijke afwijkingen kunnen niet worden geacht een negatieve invloed te hebben op het verband tussen het product en de geografische oorsprong ervan. De redenen voor deze wijzigingen zijn toegelicht en naar behoren gemotiveerd in de bekendmaking van de aanvraag, en het is duidelijk dat de aard en de omvang van deze wijzigingen de wezenlijke kenmerken van de BGA “Aceto Balsamico di Modena” niet wijzigen en het verband dus niet kunnen doen verdwijnen.

(14)

Bovendien kan de vergelijkbare zuurgraad niet leiden tot verwarring tussen de BGA “Aceto Balsamico di Modena” en de BOB “Aceto Balsamico Tradizionale di Modena” en evenmin een beeld (voorstelling) oproepen van deze laatste. Hoewel producten onder beide benamingen bepaalde kenmerken delen, zoals de zuurgraad, zijn zij gemaakt van verschillende grondstoffen en volgens een andere productiemethode en blijven zij dus verschillend.

(15)

Ten slotte wordt de BGA “Aceto Balsamico di Modena” niet gedefinieerd als wijnazijn en valt het product dus niet onder de voor wijnazijn geldende voorschriften, met name wat de minimumzuurgraad betreft.

(16)

Wat de bezwaren met betrekking tot de uitbreiding van het gamma aan flesgroottes betreft, kan de wijziging niet worden geacht beperkingen op te leggen aan de marktdeelnemers die betrokken zijn bij de verpakking van “Aceto Balsamico di Modena”. Integendeel, de toelating om ook recipiënten met een inhoud van 0,100 l, 0,150 l, 0,200 l of 1,5 l te gebruiken, kan worden beschouwd als een versoepeling van de voorwaarden voor botteling. Een mogelijk effect van een eventuele toename van de concurrentie ten gevolge van het in de handel brengen van “Aceto Balsamico di Modena” in een breder gamma aan flesgroottes zou in overeenstemming zijn met de grondbeginselen van het EU-mededingingsbeleid en mag niet worden beschouwd als schadelijk voor de reputatie van de BGA “Aceto Balsamico di Modena”.

(17)

Het doel van de in punt 3.5 van het enig document vermelde kenmerken van de recipiënten met een inhoud van minder dan 0,250 liter is te zorgen voor een minimale uniformiteit van de flessen waarin het product zal worden verkocht. Deze verpakkingsregel is niet opgenomen in de beschrijving van het product en is evenmin uitgewerkt met betrekking tot de specificiteit van het product in het deel van het enig document dat gewijd is aan het verband, en kan derhalve niet worden beschouwd als een essentieel kenmerk van de presentatie van het product. Aangezien deze eisen alleen gelden voor nieuwe recipiënten met een inhoud van minder dan 0,250 liter, die vóór deze wijziging niet waren toegestaan, zal de betwiste wijziging geen negatieve gevolgen hebben voor investeringen in recipiënten die reeds door de bottelaars van “Aceto Balsamico di Modena” zijn gedaan, en zal zij bijgevolg niet leiden tot economisch verlies.

(18)

Informatie over het controleorgaan is niet rechtstreeks in het enig document verstrekt, aangezien dit niet vereist is uit hoofde van bijlage I bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie (5). Deze informatie is echter opgenomen in het productdossier, zoals bepaald in artikel 7, lid 1, punt g), van Verordening (EU) nr. 1151/2012.

(19)

Wat betreft de bezwaren van de opposanten tegen de vereiste naleving van de parameters met betrekking tot de isotopenverhouding, zijn dergelijke parameters ingevoerd om mogelijke vervalsing van de wijnazijn beter op te sporen en het controlesysteem voor “Aceto Balsamico di Modena” te verbeteren. De verificatie van de isotopenverhouding vindt in elk geval plaats in het productiestadium en heeft dus alleen gevolgen voor de producenten van “Aceto Balsamico di Modena”.

(20)

De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijzigingen van het productdossier met betrekking tot de naam “Aceto Balsamico di Modena” (BGA) moeten derhalve worden goedgekeurd.

(21)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité kwaliteitsbeleid inzake landbouwproducten,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte wijziging van het productdossier met betrekking tot de naam “Aceto Balsamico di Modena” (BGA) wordt goedgekeurd.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten.

Gedaan te Brussel, 2 maart 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 343 van 14.12.2012, blz. 1

(2)  PB C 231 van 16.6.2021, blz. 11.

(3)  Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671).

(4)  PB C 152 van 6.7.2007, blz. 18, en Verordening (EG) nr. 583/2009 van de Commissie van 3 juli 2009 houdende inschrijving van een benaming in het register van beschermde oorsprongsbenamingen en beschermde geografische aanduidingen (Aceto Balsamico di Modena (BGA)) (PB L 175 van 4.7.2009, blz. 7).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 668/2014 van de Commissie van 13 juni 2014 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EU) nr. 1151/2012 van het Europees Parlement en de Raad inzake kwaliteitsregelingen voor landbouwproducten en levensmiddelen (PB L 179 van 19.6.2014, blz. 36).


9.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 71/8


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/513 VAN DE COMMISSIE

van 8 maart 2023

tot wijziging van de bijlagen XV en XIX bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 wat betreft de lijst van derde landen, gebieden of zones daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van vleesproducten van hoefdieren, pluimvee en vederwild, en eieren en eiproducten is toegestaan

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 230, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EU) 2016/429 bevat onder andere de diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van zendingen dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong, en is met ingang van 21 april 2021 van toepassing. Eén van die diergezondheidsvoorschriften houdt in dat die zendingen afkomstig moeten zijn uit een overeenkomstig artikel 230, lid 1, van die verordening in de lijst opgenomen derde land of gebied of een zone of compartiment daarvan.

(2)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie (2) vormt een aanvulling op Verordening (EU) 2016/429 wat betreft de diergezondheidsvoorschriften voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde soorten en categorieën dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong uit derde landen of gebieden, of zones of compartimenten daarvan. In Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 is bepaald dat de binnenkomst in de Unie van zendingen van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong die binnen het toepassingsgebied van de verordening vallen, alleen wordt toegestaan als zij afkomstig zijn uit een derde land of gebied, of een zone of compartiment daarvan, dat/die voor de specifieke soorten en categorieën dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong in de lijst is opgenomen overeenkomstig de in die gedelegeerde verordening vastgestelde diergezondheidsvoorschriften.

(3)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 van de Commissie (3) zijn de lijsten van derde landen of gebieden, of zones of compartimenten daarvan vastgesteld waaruit de binnenkomst in de Unie van de soorten en categorieën dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong die binnen het toepassingsgebied van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 vallen, is toegestaan. De bijlagen I tot en met XXII bij die uitvoeringsverordening bevatten de lijsten alsook bepaalde algemene regels betreffende de lijsten.

(4)

Deel 1 van bijlage XV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 bevat de lijst van derde landen, gebieden of zones daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van vleesproducten van hoefdieren, pluimvee en vederwild is toegestaan. Deel 1 van bijlage XIX bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 bevat de lijst van derde landen en gebieden of zones daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van zendingen eieren en eiproducten is toegestaan.

(5)

Moldavië heeft bij de Commissie een aanvraag ingediend om de binnenkomst in de Unie van zendingen vleesproducten van pluimvee, met uitzondering van loopvogels, en eieren toe te staan en heeft garanties verstrekt betreffende de naleving door dat derde land van de meldings- en rapportageverplichtingen van de in de lijst in bijlage I bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 opgenomen ziekten die relevant zijn voor pluimvee, en garanties betreffende de naleving door dat derde land van de desbetreffende diergezondheidsvoorschriften van de Unie of van gelijkwaardige voorschriften. Daarom, en rekening houdend met de gezondheidssituatie van pluimvee in Moldavië, is het passend dat derde land op te nemen in de lijsten in deel 1 van bijlage XV en deel 1 van bijlage XIX bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 wat betreft vleesproducten van pluimvee met uitzondering van loopvogels, en eieren.

(6)

De bijlagen XV en XIX bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(7)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

De bijlagen XV en XIX bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 worden gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 maart 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 van de Commissie van 24 maart 2021 tot vaststelling van de lijsten van derde landen en gebieden of zones daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong is toegestaan overeenkomstig Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 114 van 31.3.2021, blz. 1).


BIJLAGE

De bijlagen XV en XIX bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/404 worden als volgt gewijzigd:

1)

In deel 1 van bijlage XV wordt tussen de vermelding voor Marokko en die voor Montenegro de volgende vermelding voor Moldavië ingevoegd:

MD

Moldavië

MD-0

Niet toegestaan

Niet toegestaan

Niet toegestaan

Niet toegestaan

Niet toegestaan

Niet toegestaan

Niet toegestaan

D

Niet toegestaan

Niet toegestaan

MPST”

 

2)

In bijlage XIX, deel 1, wordt de vermelding voor Moldavië vervangen door:

MD

Moldavië

MD-0

Eieren

E

 

 

 

 

Eiproducten

EP”

 

 

 

 


9.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 71/11


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/514 VAN DE COMMISSIE

van 8 maart 2023

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 wat betreft zeer verfijnde producten, de lijst van derde landen met een goedgekeurd controleplan en de opname van Moldavië in de lijst van derde landen waaruit de binnenkomst in de Unie van zendingen eieren die bestemd zijn om als eieren van klasse A in de handel te worden gebracht, is toegestaan

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (1), en met name artikel 127, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/2292 van de Commissie (2) vormt een aanvulling op Verordening (EU) 2017/625 en heeft tot doel te verzekeren dat zendingen van voedselproducerende dieren en bepaalde voor menselijke consumptie bestemde goederen uit derde landen of regio’s daarvan voldoen aan bepaalde voorschriften van de Unie inzake voedselveiligheid of aan voedselveiligheidsvoorschriften waarvan erkend is dat zij daaraan ten minste gelijkwaardig zijn. Die verordening omvat met name de identificatie van de voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen die afkomstig moeten zijn uit derde landen of regio’s daarvan die voorkomen op de in artikel 126, lid 2, punt a), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde lijst.

(2)

Artikel 7 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/2292 bepaalt dat bepaalde zendingen van voedselproducerende dieren, producten van dierlijke oorsprong en samengestelde producten de Unie alleen mogen binnenkomen vanuit een derde land dat is opgenomen in de lijst van derde landen waaruit de binnenkomst in de Unie van dergelijke voor menselijke consumptie bestemde zendingen is toegestaan.

(3)

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 van de Commissie (3) bevat een lijst van derde landen of regio’s daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van zendingen van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde zeer verfijnde producten is toegestaan.

(4)

Sinds een recente wijziging (4) van Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad (5) vallen onder zeer verfijnde producten ook vetderivaten en aroma’s die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad (6) zijn toegelaten als levensmiddelenadditieven, mits zij behandelingen ondergaan die elk risico voor de volks- of diergezondheid wegnemen. Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 moet worden gewijzigd om met die wijziging in overeenstemming te zijn.

(5)

Azerbeidzjan heeft een controleplan ingediend dat betrekking heeft op hom en kuit en kaviaar. Dat plan biedt voldoende garanties en moet daarom worden goedgekeurd.

(6)

Libanon heeft een controleplan ingediend dat betrekking heeft op honing. Dat plan biedt voldoende garanties en moet daarom worden goedgekeurd.

(7)

Man is in de tabel in bijlage -I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 opgenomen voor de uitvoer van schapen- en geitenvlees naar de Unie. Man heeft de Commissie echter meegedeeld dat het niet langer geïnteresseerd is in de uitvoer van geitenvlees naar de Unie. De vermelding voor Man voor schapen- en geitenvlees in die tabel in bijlage -I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 mag daarom alleen betrekking hebben op schapenvlees.

(8)

Japan is in de tabel in bijlage -I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 opgenomen voor de uitvoer van varkensvlees naar de Unie. Japan heeft de Commissie echter meegedeeld dat het niet langer geïnteresseerd is in het indienen van een controleplan voor varkensvlees, maar voornemens is alleen varkensvlees te gebruiken dat afkomstig is uit lidstaten of uit derde landen waaruit de binnenkomst in de Unie van dergelijke producten is toegestaan. Bijgevolg moet de vermelding voor Japan voor varkensvlees in bijlage -I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 dienovereenkomstig worden aangepast.

(9)

Het Verenigd Koninkrijk is in de tabel in bijlage -I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 opgenomen voor de uitvoer van konijnenvlees naar de Unie. Het Verenigd Koninkrijk heeft de Commissie echter meegedeeld dat het niet langer geïnteresseerd is in het indienen van een controleplan voor konijnenvlees, maar voornemens is alleen konijnenvlees te gebruiken dat afkomstig is uit lidstaten of uit derde landen waaruit de binnenkomst in de Unie van dergelijke producten is toegestaan. Bijgevolg moet de vermelding voor het Verenigd Koninkrijk voor konijnenvlees in bijlage -I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 dienovereenkomstig worden aangepast.

(10)

Thailand heeft bij de Commissie geen controleplan voor melk ingediend. Thailand heeft echter garanties gegeven alleen melk te gebruiken die afkomstig is uit lidstaten of uit derde landen waaruit de binnenkomst in de Unie van melk is toegestaan. Het land heeft de Commissie ook meegedeeld dat dergelijke naar de Unie uit te voeren melk niet beperkt zal zijn tot samengestelde producten die verwerkte melkproducten bevatten. Bijgevolg moet de vermelding voor Thailand voor melk in bijlage -I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 dienovereenkomstig worden aangepast.

(11)

De Verenigde Staten van Amerika hebben een controleplan ingediend dat betrekking heeft op casings. Dat plan biedt voldoende garanties en moet daarom worden goedgekeurd.

(12)

Rwanda is momenteel in de tabel in bijlage -I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 opgenomen voor honing en Colombia en Syrië zijn opgenomen voor casings. Aangezien die derde landen geen plannen voor de respectieve producten bij de Commissie hebben ingediend, moeten die vermeldingen uit de tabel in die bijlage worden geschrapt.

(13)

Moldavië heeft een programma ter bestrijding van salmonella bij koppels legkippen ingediend met het oog op het toestaan van de binnenkomst in de Unie van eieren van klasse A overeenkomstig artikel 7 van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405. Dat controleprogramma is door de Commissie met tevredenheid beoordeeld. De naleving van de voorschriften inzake salmonellabestrijding overeenkomstig artikel 10, lid 6, van Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad (7) is tijdens de door de Commissie in april 2022 uitgevoerde audit (8) opnieuw gecontroleerd. De binnenkomst in de Unie van eieren van klasse A uit Moldavië moet daarom worden toegestaan.

(14)

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(15)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405

Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In artikel 22 wordt de inleidende zin vervangen door:

“De binnenkomst in de Unie van zendingen voor menselijke consumptie bestemde zeer verfijnde producten zoals beschreven in sectie XVI van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004, wordt enkel toegestaan als de zendingen afkomstig zijn uit de volgende derde landen of regio’s daarvan:”.

2)

Bijlage -I wordt vervangen door de tekst in bijlage I bij deze verordening.

3)

Bijlage IV wordt vervangen door de tekst in bijlage II bij deze verordening.

Artikel 2

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 maart 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.

(2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/2292 van de Commissie van 6 september 2022 tot aanvulling van Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft voorwaarden voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van voedselproducerende dieren en bepaalde voor menselijke consumptie bestemde goederen (PB L 304 van 24.11.2022, blz. 1).

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 van de Commissie van 24 maart 2021 tot vaststelling van de lijsten van derde landen of regio’s daarvan waaruit de binnenkomst in de Unie van bepaalde voor menselijke consumptie bestemde dieren en goederen is toegestaan overeenkomstig Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad (PB L 114 van 31.3.2021, blz. 118).

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/2258 van de Commissie van 9 september 2022 tot wijziging en rectificatie van bijlage III bij Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong wat visserijproducten, eieren en bepaalde zeer verfijnde producten betreft, en tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/624 van de Commissie wat bepaalde tweekleppige weekdieren betreft (PB L 299 van 18.11.2022, blz. 5).

(5)  Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55).

(6)  Verordening (EG) nr. 1334/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake aroma’s en bepaalde voedselingrediënten met aromatiserende eigenschappen voor gebruik in en op levensmiddelen en tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad, Verordening (EG) nr. 2232/96, Verordening (EG) nr. 110/2008 en Richtlijn 2000/13/EG (PB L 354 van 31.12.2008, blz. 34).

(7)  Verordening (EG) nr. 2160/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake de bestrijding van salmonella en andere specifieke door voedsel overgedragen zoönoseverwekkers (PB L 325 van 12.12.2003, blz. 1).

(8)  DG (SANTE) 2021-7268 — eindverslag beschikbaar op https://ec.europa.eu/food/audits-analysis/audit-report/details/4533


BIJLAGE I

Bijlage -I bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 wordt vervangen door:

“BIJLAGE -I

Lijst van derde landen of regio’s daarvan met goedgekeurde controleplannen voor bepaalde voedselproducerende dieren en voor menselijke consumptie bestemde producten van dierlijke oorsprong, als bedoeld in artikel 2 bis, artikel 3, artikel 6, eerste alinea, artikel 7, eerste alinea, artikel 10, tweede alinea, de artikelen 11, 15, 16 en 21 en artikel 25, punten a) en c)

ISO-code land

Derde land (1) of regio’s daarvan

Runderen

Schapen/geiten

Varkens

Paardachtigen

Pluimvee

Aquacultuur (17)

Melk

Eieren

Konijnen

Vrij wild

Gekweekt wild

Honing

Casings

AD

Andorra

X

X

Δ

X

 

P

 

 

 

 

 

X

 

AE

Verenigde Arabische Emiraten

 

 

 

 

 

Δ

P

X (2)

O

O

 

 

 

X (3)

 

AL

Albanië

 

X

 

 

 

X (14)

P

O

X

 

 

 

 

X

AM

Armenië

 

 

 

 

 

X (14)

P

O

O

 

 

 

X

 

AR

Argentinië

X

X

 

X

X

X (14)

P

X

X

X

X

X

X

X

AU

Australië

X

X

 

X

 

X

M

X

X

 

X

X

X

X

AZE

Azerbeidzjan

 

 

 

 

 

X (16)

P

 

 

 

 

 

 

 

BA

Bosnië en Herzegovina

X

X

X

 

X

X (14)

P

X

X

 

 

 

X

 

BD

Bangladesh

 

 

 

 

 

X

P

O

O

 

 

 

 

 

BF

Burkina Faso

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

BJ

Benin

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

BN

Brunei

 

 

 

 

 

X (15)

P

O

O

 

 

 

 

 

BR

Brazilië

X

 

 

X

X

X

P

O

O

 

 

 

X

X

BW

Botswana

X

 

 

 

 

P

 

 

 

 

 

 

 

BY

Belarus

 

 

 

X (8)

 

X (14)

P

X

X

 

 

 

X

X

BZ

Belize

 

 

 

 

 

X (15)

P

O

O

 

 

 

 

 

CA

Canada

X

X

X

X

X

X

M

X

X

X

X

X

X

 

CH

Zwitserland (7)

X

X

X

X

X

X (14)

M

X

X

X

X

X

X

X

CL

Chili

X

X5

X

 

X

X (14)

M

X

O

 

X

 

X

X

CM

Kameroen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

CN

China

 

 

 

 

X

X

P

O

X

X

 

 

X

X

CO

Colombia

 

 

 

 

 

X

P

X

Δ

 

 

 

 

 

CR

Costa Rica

 

 

 

 

 

X

P

O

O

 

 

 

 

 

CU

Cuba

 

 

 

 

 

X (15)

P

O

O

 

 

 

X

 

DO

Dominicaanse Republiek

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

EC

Ecuador

 

 

 

 

 

X

P

O

O

 

 

 

 

 

EG

Egypte

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

ET

Ethiopië

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

FK

Falklandeilanden

X

X (5)

 

 

 

X (14)

P

O

O

 

 

 

 

 

FO

Faeröer

 

 

 

 

 

X (14)

P

O

O

 

 

 

 

 

GB

Verenigd Koninkrijk (6)

X

X

X

X

X

X (14)

Δ

M

X

X

Δ

X

X

X

X

GE

Georgië

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

GG

Guernsey

 

 

 

 

 

O

M

X

O

 

 

 

 

 

GL

Groenland

 

X (5)

 

 

 

M

 

 

 

 

X

 

 

GT

Guatemala

 

 

 

 

 

X (15)

P

O

O

 

 

 

X

 

HK

Hongkong

 

 

 

 

 

Δ

P

 

Δ

 

 

 

 

 

HN

Honduras

 

 

 

 

 

X

P

O

O

 

 

 

 

 

ID

Indonesië

 

 

 

 

 

X

P

O

O

 

 

 

 

 

IL

Israël (4)

 

 

 

 

X

X (14)

P

X

X

 

 

 

X

 

IM

Man

X

X (5)

X

 

 

X (14)

M

X

O

 

 

 

X

 

IN

India

 

 

 

 

O

X

P

O

X

 

 

 

X

X

IR

Iran

 

 

 

 

 

X (15)

X (16)

P

O

O

 

 

 

 

X

JE

Jersey

X

 

 

 

 

M

X

O

 

 

 

 

 

JM

Jamaica

 

 

 

 

 

M

 

 

 

 

 

X

 

JP

Japan

X

 

Δ

 

X

X (14)

M

X

X

 

 

 

Δ

X

KE

Kenia

 

 

 

 

 

X (14)

P

O

O

 

 

 

 

 

KR

Zuid-Korea

 

 

 

 

X

X

M

O

O

 

 

 

Δ

 

LB

Libanon

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

X

LK

Sri Lanka

 

 

 

 

 

X

P

O

O

 

 

 

 

 

MA

Marokko

 

 

 

 

X

X (14)

Δ

M

O

O

 

 

 

 

X

MD

Moldavië

 

 

 

 

X

X (14)

P

X

X

 

 

 

X

 

ME

Montenegro

X

X (5)

X

 

X

X (14)

P

X

X

 

 

 

X

 

MG

Madagaskar

 

 

 

 

 

X

P

O

O

 

 

 

X

 

MK

Noord-Macedonië

X

X

X

 

X

X (14)

P

X

X

 

X

 

X

 

MM

Myanmar/Birma

 

 

 

 

 

X

P

O

O

 

 

 

X

 

MN

Mongolië

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

MU

Mauritius

 

 

 

 

 

X (14)

P

O

O

 

 

 

Δ

 

MX

Mexico

 

 

Δ

 

 

X

P

O

X

 

 

 

X

 

MY

Maleisië

 

 

 

 

Δ

X

P

O

O

 

 

 

 

 

MZ

Mozambique

 

 

 

 

 

X (15)

P

O

O

 

 

 

 

 

NA

Namibië

X

X (5)

 

 

 

P

 

 

 

X

 

 

 

NC

Nieuw-Caledonië

 

 

 

 

 

X (15)

P

O

O

 

 

X

X

 

NG

Nigeria

 

 

 

 

 

X (15)

P

O

O

 

 

 

 

 

NI

Nicaragua

 

 

 

 

 

X (15)

P

O

O

 

 

 

X

 

NZ

Nieuw-Zeeland

X

X

O

X

O

X (14)

M

X

O

O

X

X

X

X

PA

Panama

 

 

 

 

 

X

P

O

O

 

 

 

 

 

PE

Peru

 

 

 

 

 

X

M

O

O

 

 

 

 

 

PH

Filipijnen

 

 

 

 

 

X

P

O

O

 

 

 

 

 

PK

Pakistan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

PM

Saint-Pierre en Miquelon

 

 

 

 

X

P

 

 

 

 

 

 

 

PN

Pitcairneilanden

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

PY

Paraguay

X

 

 

 

 

P

 

 

 

 

 

 

X

RS

Servië

X

X

X

X (8)

X

X (14)

P

X

X

X

X

 

X

X

RU

Rusland

X

X

X

 

X

O

P

X

X

 

 

X (9)

X

X

RW

Rwanda

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SA.

Saudi-Arabië

 

 

 

 

 

X

P

O

O

 

 

 

 

 

SG

Singapore

Δ

Δ

Δ

X (10)

Δ

X (14)

P

Δ

Δ

 

X (10)

X (10)

 

 

SM

San Marino

X

 

Δ

 

 

O

P

X

O

 

 

 

X

 

SV

El Salvador

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

SY

Syrië

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SZ

Eswatini

X

 

 

 

 

P

 

 

 

 

 

 

 

TG

Togo

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

TH

Thailand

O

 

O

 

X

X

M

Δ

Δ

 

 

 

X

 

TN

Tunesië

 

 

 

 

 

X (14)

M

O

O

 

 

 

 

X

TR

Turkije

 

 

 

 

X

X (14)

M

X

X

 

 

 

X

X

TW

Taiwan

 

 

 

 

 

X

P

O

X

 

 

 

X

 

TZ

Tanzania

 

 

 

 

 

X (15)

P

O

O

 

 

 

X

 

UA

Oekraïne

X

 

X

 

X

X (14)

M

X

X

X

 

 

X

X

UG

Uganda

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

US

Verenigde Staten

X

X (11)

X

 

X

X

M

X

X

X

X

X

X

X

UY

Uruguay

X

X

 

X

 

X (14)

M

X

O

 

X

 

X

X

UZ

Oezbekistan

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

VE

Venezuela

 

 

 

 

 

X (15)

P

O

O

 

 

 

 

 

VN

Vietnam

 

 

 

 

 

X

M

O

O

 

 

 

X

 

WF

Wallis en Futuna

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

XK

Kosovo (12)

 

 

 

 

Δ

 

 

 

 

 

 

 

 

ZA

Zuid-Afrika

 

 

 

 

 

P

 

 

 

X

X (13)

 

 

ZM

Zambia

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

X

 

”.

(1)  Lijst van derde landen en gebieden (niet beperkt tot derde landen die door de EU zijn erkend).

(2)  Alleen kamelenmelk.

(3)  Alleen de regio Ras al Khaimah.

(4)  De Staat Israël met uitzondering van gebieden onder bestuur van de Staat Israël sinds 5 juni 1967, namelijk de Golanhoogvlakte, de Gazastrook, Oost-Jeruzalem en de rest van de Westelijke Jordaanoever.

(5)  Alleen schapen.

(6)  Overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, gelden vermeldingen van het Verenigd Koninkrijk in deze bijlage niet voor Noord-Ierland.

(7)  Overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van 21 juni 1999 (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 132).

(8)  Uitvoer naar de Unie van levende paardachtigen die bestemd zijn voor de slacht (uitsluitend voedselproducerende dieren).

(9)  Alleen rendieren.

(10)  Alleen voor zendingen vers vlees van oorsprong uit Nieuw-Zeeland die bestemd zijn voor de Unie en die al dan niet met opslag in Singapore worden gelost en overgeladen in een erkende inrichting tijdens de doorvoer via Singapore.

(11)  Alleen geiten.

(12)  Deze benaming laat de standpunten over de status van Kosovo onverlet, en is in overeenstemming met Resolutie 1244 (1999) van de VN-Veiligheidsraad en het advies van het Internationaal Gerechtshof over de onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo.

(13)  Alleen loopvogels.

(14)  Alleen vis.

(15)  Alleen schaaldieren.

(16)  Alleen hom en kuit en kaviaar.

(17)  Onder aquacultuur valt vis, met inbegrip van aal, en visproducten (zoals hom en kuit en kaviaar) en schaaldieren. De derde landen of regio’s daarvan die in bijlage VIII voor levende, gekoelde, bevroren of bewerkte tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren en mariene buikpotigen zijn opgenomen, worden in deze kolom met een “M” gemarkeerd.


BIJLAGE II

Bijlage IV bij Uitvoeringsverordening (EU) 2021/405 wordt vervangen door:

“BIJLAGE IV

Lijst van derde landen waaruit de binnenkomst in de Unie van zendingen eieren die bestemd zijn om als eieren van klasse A in de handel te worden gebracht, is toegestaan zoals bedoeld in artikel 7, tweede alinea

ISO-CODE LAND

DERDE LAND

OPMERKINGEN

CH

Zwitserland  (1)

 

GB

Verenigd Koninkrijk  (2)

 

JP

Japan

 

MD

Moldavië

 

MK

Noord-Macedonië

 

UA

Oekraïne

 


(1)  Overeenkomstig de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de handel in landbouwproducten van 21 juni 1999 (PB L 114 van 30.4.2002, blz. 132).

(2)  Overeenkomstig het Akkoord inzake de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, en met name artikel 5, lid 4, van het Protocol inzake Ierland/Noord-Ierland, in samenhang met bijlage 2 bij dat protocol, gelden vermeldingen van het Verenigd Koninkrijk in deze bijlage niet voor Noord-Ierland.”


9.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 71/22


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/515 VAN DE COMMISSIE

van 8 maart 2023

tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof abamectine overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad, en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (1), en met name artikel 20, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Richtlijn 2008/107/EG van de Commissie (2) is abamectine in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad (3) opgenomen als werkzame stof.

(2)

De in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen werkzame stoffen worden geacht te zijn goedgekeurd krachtens Verordening (EG) nr. 1107/2009 en zijn opgenomen in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie (4).

(3)

De goedkeuring van de in deel A van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 opgenomen werkzame stof abamectine vervalt op 30 april 2023.

(4)

Er is overeenkomstig artikel 1 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie (5) bij Oostenrijk, de lidstaat-rapporteur, en Malta, de lidstaat-corapporteur, binnen de in dat artikel vastgestelde termijn een aanvraag tot verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof abamectine ingediend.

(5)

De aanvrager heeft de aanvullende dossiers ingediend bij de lidstaat-rapporteur, de lidstaat-corapporteur, de Commissie en de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) overeenkomstig artikel 6 van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012. De lidstaat-rapporteur heeft vastgesteld dat de aanvraag volledig was.

(6)

De lidstaat-rapporteur heeft in overleg met de lidstaat-corapporteur een ontwerpbeoordelingsverslag over de verlenging opgesteld en dit verslag op 17 april 2019 bij de EFSA en de Commissie ingediend. In zijn ontwerpbeoordelingsverslag over de verlenging heeft de lidstaat-rapporteur voorgesteld de goedkeuring van abamectine te verlengen.

(7)

De EFSA heeft het ontwerpbeoordelingsverslag over de verlenging voor opmerkingen aan de aanvrager en de lidstaten doorgestuurd en de ontvangen opmerkingen aan de Commissie doen toekomen. De EFSA heeft het aanvullende beknopte dossier ook toegankelijk gemaakt voor het publiek.

(8)

Op 15 juli 2020 heeft de EFSA de Commissie haar conclusie (6) meegedeeld met betrekking tot de vraag of abamectine naar verwachting zal voldoen aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009. De EFSA stelde een aantal problemen vast die niet konden worden opgelost. Zij heeft met name risico’s vastgesteld met betrekking tot vogels en zoogdieren, in het water levende organismen en macro-organismen in de bodem.

(9)

Op 1 februari 2022 heeft de Commissie de EFSA een mandaat gestuurd met het verzoek om de blootstellings- en risicobeoordelingen met betrekking tot vogels en zoogdieren, in het water levende organismen en macro-organismen in de bodem te herzien. De EFSA heeft op 27 juli 2022 een bijgewerkte conclusie (7) aan de Commissie toegezonden. In haar bijgewerkte conclusie heeft de EFSA de bij de vorige beoordeling vastgestelde risico’s bevestigd.

(10)

De Commissie heeft op 25 maart 2021 een verslag over de verlenging en de ontwerpverordening voor abamectine en op 8 december 2022 herziene versies van de twee documenten bij het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders ingediend om rekening te houden met de resultaten in de bijgewerkte conclusie van de EFSA.

(11)

De Commissie heeft de aanvrager verzocht zijn opmerkingen in te dienen over de conclusie van de EFSA, en overeenkomstig artikel 14, lid 1, derde alinea, van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012, over het verslag over de verlenging. De aanvrager heeft zijn opmerkingen over beide versies van het verslag over de verlenging ingediend, die zorgvuldig zijn onderzocht.

(12)

Met betrekking tot een of meer representatieve gebruiksdoeleinden van minstens één gewasbeschermingsmiddel dat abamectine bevat, is vastgesteld dat aan de goedkeuringscriteria van artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1107/2009 werd voldaan.

(13)

De risicobeoordeling voor de verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof abamectine is gebaseerd op representatieve gebruiksdoeleinden als insecticide en acaricide in beschermde gewassen. Hoewel het in het licht van deze risicobeoordeling niet nodig is de beperking tot gebruik als insecticide en acaricide te handhaven, is het noodzakelijk om, overeenkomstig artikel 14, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 in samenhang met artikel 6 van die verordening en in het licht van de huidige wetenschappelijke en technische kennis, bepaalde voorwaarden en beperkingen vast te stellen. Het is met name passend het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen die abamectine bevatten, te beperken tot toepassingen die de mogelijkheid bieden voor een gecontroleerde uitwisseling van materiaal en energie met de omgeving, om te voorkomen dat gewasbeschermingsmiddelen in het milieu terechtkomen en om het vastgestelde hoge risico voor in het water levende organismen en wilde, niet tot de doelsoorten behorende landdieren te beperken. Dienovereenkomstig mag alleen het gebruik in permanente kassen worden toegelaten.

(14)

Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(15)

Bij Uitvoeringsverordening (EU) 2022/378 van de Commissie (8) is de geldigheidsduur van de goedkeuring voor abamectine verlengd tot en met 30 april 2023, opdat de verlengingsprocedure vóór het verstrijken van de geldigheidsduur van de goedkeuring van die werkzame stof kan worden voltooid. Aangezien vóór die verlengde vervaldatum een besluit over de verlenging is genomen, en rekening houdend met het feit dat de huidige goedkeuring van abamectine op 30 april 2023 vervalt, moet deze verordening zo spoedig mogelijk in werking treden en eerder dan die datum van toepassing zijn.

(16)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verlenging van de goedkeuring van de werkzame stof

De goedkeuring van de in bijlage I gespecificeerde werkzame stof abamectine wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden verlengd.

Artikel 2

Wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt gewijzigd overeenkomstig bijlage II bij deze verordening.

Artikel 3

Inwerkingtreding en datum van toepassing

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 april 2023.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 maart 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 309 van 24.11.2009, blz. 1.

(2)  Richtlijn 2008/107/EG van de Commissie van 25 november 2008 tot wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad ten einde abamectine, epoxiconazool, fenpropimorf, fenpyroximaat en tralkoxydim op te nemen als werkzame stoffen (PB L 316 van 26.11.2008, blz. 4).

(3)  Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1).

(4)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 van de Commissie van 25 mei 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad wat de lijst van goedgekeurde werkzame stoffen betreft (PB L 153 van 11.6.2011, blz. 1).

(5)  Uitvoeringsverordening (EU) nr. 844/2012 van de Commissie van 18 september 2012 tot vaststelling van de nodige bepalingen voor de uitvoering van de verlengingsprocedure voor werkzame stoffen, als bedoeld in Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (PB L 252 van 19.9.2012, blz. 26).

(6)  EFSA Journal 2020;18(8):6227. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu.

(7)  EFSA Journal 2022;20(8):7544. Online beschikbaar op: www.efsa.europa.eu.

(8)  Uitvoeringsverordening (EU) 2022/378 van de Commissie van 4 maart 2022 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft verlenging van de geldigheidsduur van de goedkeuring voor de werkzame stoffen abamectine, Bacillus subtilis (Cohn 1872) stam QST 713, Bacillus thuringiensis subsp. aizawai stammen ABTS-1857 en GC-91, Bacillus thuringiensis subsp. israeliensis (serotype H-14) stam AM65-52, Bacillus thuringiensis subsp. kurstaki stammen ABTS 351, PB 54, SA 11, SA12 en EG 2348, Beauveria bassiana stammen ATCC 74040 en GHA, clodinafop, Cydia pomonella Granulovirus (CpGV), cyprodinil, dichloorprop-P, fenpyroximaat, fosetyl, malathion, mepanipyrim, metconazool, metrafenon, pirimicarb, Pseudomonas chlororaphis stam MA342, pyrimethanil, Pythium oligandrum M1, rimsulfuron, spinosad, Trichoderma asperellum (vroeger T. harzianum) stammen ICC012, T25 en TV1, Trichoderma atroviride (vroeger T. harzianum) stam T11, Trichoderma gamsii (vroeger T. viride) stam ICC080, Trichoderma harzianum stammen T-22 en ITEM 908, triclopyr, trinexapac, triticonazool en ziram (PB L 72 van 7.3.2022, blz. 2).


BIJLAGE I

Benaming, Identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

Abamectine

CAS-nr. 71751-41-2

Avermectine B1a

CAS-nr. 65195-55-3

Avermectine B1b

CAS-nr. 65195-56-4

Abamectine

Cipac-nr. 495

Avermectine B1a

(10E,14E,16E)-(1R,4S,5′S,6S,6′R,8R,12S,13S,20R,21R,24S)-6′-[(S)-sec-butyl]-21,24-dihydroxy-5′,11,13,22-tetramethyl-2-oxo(3,7,19-trioxatetracyclo[15.6.1.14,8.020,24]pentacosa-10,14,16,22-tetraeen)-6-spiro-2′-(5′,6′-dihydro-2′H-pyran)-12-yl-2,6-dideoxy-4-O-(2,6-dideoxy-3-O-methyl-α-L-arabino-hexopyranosyl)-3-O-methyl-α-L-arabino-hexopyranoside

Avermectine B1b

(10E,14E,16E)-(1R,4S,5′S,6S,6′R,8R,12S,13S,20R,21R,24S)-21,24-dihydroxy-6′-isopropyl-5′,11,13,22-tetramethyl-2-oxo(3,7,19-trioxatetracyclo[15.6.1.14,8.020,24]pentacosa-10,14,16,22-tetraeen)-6-spiro-2′-(5′,6′-dihydro-2′H-pyran)-12-yl-2,6-dideoxy-4-O-(2,6-dideoxy-3-O-methyl-α-L-arabino-hexopyranosyl)-3-O-methyl-α-L-arabino-hexopyranoside

≥ 850 g/kg abamectine (som van avermectine B1a en avermectine B1b), min. 800 g/kg avermectine B1a en max. 200 g/kg avermectine B1b

1 april 2023

31 maart 2038

Alleen gebruik dat de mogelijkheid biedt voor een gecontroleerde uitwisseling van materiaal en energie met de omgeving en voorkomt dat gewasbeschermingsmiddelen in het milieu terechtkomen, mag worden toegelaten, en met name gebruik in permanente kassen.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het verslag over de verlenging voor abamectine, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

de bescherming van de toedieners en werknemers, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven, zoals het gebruik van handschoenen;

het effect van fotolyse op het gehalte aan bestrijdingsmiddelenresiduen in gewassen. Er moet in het bijzonder op worden toegezien dat de beschikbare residuproeven op gewassen de meest kritieke residusituatie weerspiegelen. In voorkomend geval en afhankelijk van het gebied worden seizoensgebonden beperkingen voor het tijdstip van toepassing toegepast (vgl. representatieve gebruiksdoeleinden die van november tot februari zijn uitgesloten).


(1)  Het verslag over de verlenging bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


BIJLAGE II

De bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In deel A wordt vermelding 210 over abamectine geschrapt.

2)

In deel B wordt de volgende vermelding toegevoegd:

Nr.

Benaming, Identificatienummers

IUPAC-benaming

Zuiverheid (1)

Datum van goedkeuring

Geldigheidsduur

Specifieke bepalingen

“157

Abamectine

CAS-nr. 71751-41-2

Avermectine B1a

CAS-nr. 65195-55-3

Avermectine B1b

CAS-nr. 65195-56-4

Abamectine

Cipac-nr. 495

Avermectine B1a

(10E,14E,16E)-(1R,4S,5′S,6S,6′R,8R,12S,13S,20R,21R,24S)-6′-[(S)-sec-butyl]-21,24-dihydroxy-5′,11,13,22-tetramethyl-2-oxo(3,7,19-trioxatetracyclo[15.6.1.14,8.020,24]pentacosa-10,14,16,22-tetraeen)-6-spiro-2′-(5′,6′-dihydro-2′H-pyran)-12-yl-2,6-dideoxy-4-O-(2,6-dideoxy-3-O-methyl-α-L-arabino-hexopyranosyl)-3-O-methyl-α-L-arabino-hexopyranoside

Avermectine B1b

(10E,14E,16E)-(1R,4S,5′S,6S,6′R,8R,12S,13S,20R,21R,24S)-21,24-dihydroxy-6′-isopropyl-5′,11,13,22-tetramethyl-2-oxo(3,7,19-trioxatetracyclo[15.6.1.14,8.020,24]pentacosa-10,14,16,22-tetraeen)-6-spiro-2′-(5′,6′-dihydro-2′H-pyran)-12-yl-2,6-dideoxy-4-O-(2,6-dideoxy-3-O-methyl-α-L-arabino-hexopyranosyl)-3-O-methyl-α-L-arabino-hexopyranoside

≥ 850 g/kg abamectine (som van avermectine B1a en avermectine B1b), min. 800 g/kg avermectine B1a en max. 200 g/kg avermectine B1b

1 april 2023

31 maart 2038

Alleen gebruik dat de mogelijkheid biedt voor een gecontroleerde uitwisseling van materiaal en energie met de omgeving en voorkomt dat gewasbeschermingsmiddelen in het milieu terechtkomen, mag worden toegelaten, en met name gebruik in permanente kassen.

Voor de toepassing van de in artikel 29, lid 6, van Verordening (EG) nr. 1107/2009 bedoelde uniforme beginselen moet rekening worden gehouden met de conclusies van het verslag over de verlenging voor abamectine, en met name met de aanhangsels I en II daarvan.

Bij deze algemene beoordeling moeten de lidstaten bijzondere aandacht besteden aan:

de bescherming van de toedieners en werknemers, waarbij ervoor moet worden gezorgd dat de gebruiksvoorwaarden de toepassing van geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen voorschrijven, zoals het gebruik van handschoenen;

het effect van fotolyse op het gehalte aan bestrijdingsmiddelenresiduen in gewassen. Er moet in het bijzonder op worden toegezien dat de beschikbare residuproeven op gewassen de meest kritieke residusituatie weerspiegelen. In voorkomend geval en afhankelijk van het gebied worden seizoensgebonden beperkingen voor het tijdstip van toepassing toegepast (vgl. representatieve gebruiksdoeleinden die van november tot februari zijn uitgesloten)”.


(1)  Het verslag over de verlenging bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.


9.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 71/27


UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/516 VAN DE COMMISSIE

van 8 maart 2023

tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 wat betreft het model van diergezondheidscertificaat voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van waterdieren bestemd voor bepaalde aquacultuurinrichtingen, vrijlating in het wild of andere doeleinden, met uitzondering van rechtstreekse menselijke consumptie

(Voor de EER relevante tekst)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (“diergezondheidswetgeving”) (1), en met name artikel 238, lid 3, punten a) en c),

Gezien Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles) (2), en met name artikel 90,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 van de Commissie (3) bevat de modellen van diergezondheidscertificaten voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen binnen de Unie van zendingen van waterdieren en bepaalde producten van dierlijke oorsprong van waterdieren.

(2)

Bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 bevat meer bepaald het model van diergezondheidscertificaat voor de binnenkomst in de Unie van zendingen van waterdieren bestemd voor bepaalde aquacultuurinrichtingen, vrijlating in het wild of andere doeleinden, met uitzondering van rechtstreekse menselijke consumptie (model AQUA-ENTRY-ESTAB/RELEASE/OTHER). Artikel 166 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie (4) is recent gewijzigd bij Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/119 (5) om gezondheidswerkers voor waterdieren toe te staan voorafgaand aan de uitvoer naar de Unie klinische inspecties van zendingen van waterdieren te verrichten, op voorwaarde dat zij daartoe op grond van de wetgeving van het derde land of gebied van uitvoer gemachtigd zijn. Die nieuwe voorschriften voor de binnenkomst in de Unie van die zendingen moeten in punt II.3.2 van dat model van diergezondheidscertificaat worden weerspiegeld. Bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(3)

Om verstoringen van de handel te voorkomen wat betreft de binnenkomst in de Unie van zendingen van waterdieren bestemd voor bepaalde aquacultuurinrichtingen, vrijlating in het wild of andere doeleinden, met uitzondering van rechtstreekse menselijke consumptie, moet het gebruik van diergezondheidscertificaten die overeenkomstig Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236, zoals die vóór de bij deze uitvoeringsverordening ingevoerde wijzigingen van toepassing was, zijn afgegeven, toegestaan blijven gedurende een overgangsperiode, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.

(4)

Aangezien Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 met ingang van 21 april 2021 van toepassing is, moeten de wijzigingen die bij deze verordening in Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 worden aangebracht, omwille van de rechtszekerheid en met het oog op het vergemakkelijken van de handel met spoed in werking treden.

(5)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze verordening.

Artikel 2

Gedurende een overgangsperiode die loopt tot en met 15 december 2023, blijft de binnenkomst in de Unie toegestaan van zendingen van waterdieren bestemd voor bepaalde aquacultuurinrichtingen, vrijlating in het wild of andere doeleinden, met uitzondering van rechtstreekse menselijke consumptie, die vergezeld gaan van het diergezondheidscertificaat dat is afgegeven overeenkomstig het model in bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236, zoals die van toepassing was vóór de bij deze uitvoeringsverordening ingevoerde wijzigingen, op voorwaarde dat het certificaat uiterlijk op 15 september 2023 is afgegeven.

Artikel 3

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 maart 2023.

Voor de Commissie

De voorzitter

Ursula VON DER LEYEN


(1)  PB L 84 van 31.3.2016, blz. 1.

(2)  PB L 95 van 7.4.2017, blz. 1.

(3)  Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 van de Commissie van 16 december 2020 tot vaststelling van regels voor de toepassing van de Verordeningen (EU) 2016/429 en (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft modellen van diergezondheidscertificaten voor de binnenkomst in de Unie en verplaatsingen binnen de Unie van zendingen van waterdieren en bepaalde producten van dierlijke oorsprong van waterdieren, officiële certificering van dergelijke certificaten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1251/2008 (PB L 442 van 30.12.2020, blz. 410).

(4)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 van de Commissie van 30 januari 2020 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 174 van 3.6.2020, blz. 379).

(5)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/119 van de Commissie van 9 november 2022 tot wijziging van Gedelegeerde Verordening (EU) 2020/692 tot aanvulling van Verordening (EU) 2016/429 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft regels voor de binnenkomst in de Unie en het na binnenkomst verplaatsen van en werken met zendingen van bepaalde dieren, levende producten en producten van dierlijke oorsprong (PB L 16 van 18.1.2023, blz. 5).


BIJLAGE

Bijlage II bij Uitvoeringsverordening (EU) 2020/2236 wordt vervangen door:

“BIJLAGE II

Bijlage II bevat het volgende model van diergezondheidscertificaat:

Model

AQUA-ENTRY-ESTAB/RELEASE/OTHER

Model van diergezondheidscertificaat voor de binnenkomst in de Unie van waterdieren bestemd voor bepaalde aquacultuurinrichtingen, vrijlating in het wild of andere doeleinden, met uitzondering van rechtstreekse menselijke consumptie

MODEL VAN DIERGEZONDHEIDSCERTIFICAAT VOOR DE BINNENKOMST IN DE UNIE VAN WATERDIEREN BESTEMD VOOR BEPAALDE AQUACULTUURINRICHTINGEN, VRIJLATING IN HET WILD OF ANDERE DOELEINDEN, MET UITZONDERING VAN RECHTSTREEKSE MENSELIJKE CONSUMPTIE (MODEL “AQUA-ENTRY-ESTAB/RELEASE/OTHER”)

Image 1

Image 2

Image 3

Image 4

Image 5

Image 6

Image 7

”.

Rectificaties

9.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 71/37


Rectificatie van Verordening (EU) 2022/123 van het Europees Parlement en de Raad van 25 januari 2022 betreffende een grotere rol van het Europees Geneesmiddelenbureau inzake crisisparaatheid en -beheersing op het gebied van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen

( Publicatieblad van de Europese Unie L 20 van 31 januari 2022 )

1.

Bladzijde 11, artikel 1, punt a):

in plaats van:

“a)

voor te bereiden op de gevolgen van noodsituaties op het gebied van volksgezondheid voor geneesmiddelen en medische hulpmiddelen, en op de gevolgen van ingrijpende gebeurtenissen voor geneesmiddelen en voor medische hulpmiddelen op het niveau van de Unie, en deze te voorkomen, te coördineren en te beheren;”,

lezen:

“a)

voor te bereiden op de gevolgen van noodsituaties op het gebied van volksgezondheid voor geneesmiddelen en medische hulpmiddelen, en op de gevolgen van ingrijpende gebeurtenissen voor geneesmiddelen op het niveau van de Unie, en deze te voorkomen, te coördineren en te beheren;”.

2.

Bladzijde 14, artikel 4, lid 2:

in plaats van:

“2.   Om de in lid 1 bedoelde monitoring te vergemakkelijken, brengen de nationale bevoegde autoriteiten voor geneesmiddelen, handelend via de in artikel 3, lid 6, bedoelde centrale aanspreekpunten of via het in artikel 13 bedoelde platform (het “ESMP”), zodra dit volledig functioneel is, tijdig verslag uit aan het Bureau […]”,

lezen:

“2.   Om de in lid 1 bedoelde monitoring te vergemakkelijken, brengen de nationale bevoegde autoriteiten voor geneesmiddelen, handelend via de in artikel 3, lid 6, tweede alinea, bedoelde centrale aanspreekpunten of via het in artikel 13 bedoelde platform (het “ESMP”), zodra dit volledig functioneel is, tijdig verslag uit aan het Bureau […]”.

3.

Bladzijde 16, artikel 8, lid 1:

in plaats van:

“1.   Voor de duur van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid of na de erkenning van een ingrijpende gebeurtenis als bedoeld in artikel 4, lid 3, totdat bevestigd is dat de ingrijpende gebeurtenis voldoende is aangepakt op grond van artikel 4, lid 4, brengt de stuurgroep tekorten aan geneesmiddelen regelmatig verslag over de resultaten van de in artikel 7 bedoelde monitoring uit aan de Commissie en de in artikel 3, lid 6, bedoelde centrale aanspreekpunten, en signaleert zij met name daadwerkelijke of potentiële tekorten aan in de lijsten van kritieke geneesmiddelen opgenomen geneesmiddelen of elke gebeurtenis die kan leiden tot een ingrijpende gebeurtenis.”,

lezen:

“1.   Voor de duur van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid of na de erkenning van een ingrijpende gebeurtenis als bedoeld in artikel 4, lid 3, totdat bevestigd is dat de ingrijpende gebeurtenis voldoende is aangepakt op grond van artikel 4, lid 4, brengt de stuurgroep tekorten aan geneesmiddelen regelmatig verslag over de resultaten van de in artikel 7 bedoelde monitoring uit aan de Commissie en de in artikel 3, lid 6, tweede alinea, bedoelde centrale aanspreekpunten, en signaleert zij met name daadwerkelijke of potentiële tekorten aan in de lijsten van kritieke geneesmiddelen opgenomen geneesmiddelen of elke gebeurtenis die kan leiden tot een ingrijpende gebeurtenis.”.

4.

Bladzijde 16, artikel 8, lid 2, inleidende zin:

in plaats van:

“2.   Op verzoek van de Commissie of een of meer van de in artikel 3, lid 6, bedoelde centrale aanspreekpunten verstrekt de stuurgroep tekorten aan geneesmiddelen geaggregeerde gegevens en vraagprognoses om haar bevindingen en conclusies te onderbouwen. In dat verband zal de stuurgroep tekorten aan geneesmiddelen:”,

lezen:

“2.   Op verzoek van de Commissie of een of meer van de in artikel 3, lid 6, tweede alinea, bedoelde centrale aanspreekpunten verstrekt de stuurgroep tekorten aan geneesmiddelen geaggregeerde gegevens en vraagprognoses om haar bevindingen en conclusies te onderbouwen. In dat verband zal de stuurgroep tekorten aan geneesmiddelen:”.

5.

Bladzijde 18, artikel 9, lid 2, punt d):

in plaats van:

“d)

informatie over geneesmiddelen op de lijsten van kritieke geneesmiddelen opvragen bij de in artikel 3, lid 6, bedoelde centrale aanspreekpunten op basis van de in artikel 6, lid 4, bedoelde verzameling gegevens, en een termijn vaststellen voor de indiening van die informatie, indien die informatie niet beschikbaar is op het ESMP.”,

lezen:

“d)

informatie over geneesmiddelen op de lijsten van kritieke geneesmiddelen opvragen bij de in artikel 3, lid 6, tweede alinea, bedoelde centrale aanspreekpunten op basis van de in artikel 6, lid 4, bedoelde verzameling gegevens, en een termijn vaststellen voor de indiening van die informatie, indien die informatie niet beschikbaar is op het ESMP.”.

6.

Bladzijde 18, artikel 10, lid 2, tweede alinea:

in plaats van:

“De in de eerste alinea van dit lid bedoelde houders van een vergunning voor het in de handel brengen dienen de informatie waarom werd verzocht binnen de door het Bureau vastgestelde termijn in via de in artikel 9, lid 2, punt b), bedoelde aanspreekpunten met gebruikmaking van de krachtens artikel 9, lid 1, punt b) respectievelijk punt c), vastgestelde monitorings- en verslagleggingsmethoden en -systemen. Die houders van een vergunning voor het in de handel brengen werken deze informatie waar nodig bij”,

lezen:

“De in de eerste alinea van dit lid bedoelde houders van een vergunning voor het in de handel brengen dienen de informatie waarom werd verzocht binnen de door het Bureau vastgestelde termijn in via de in artikel 9, lid 2, punt a), bedoelde aanspreekpunten met gebruikmaking van de krachtens artikel 9, lid 1, punt b) respectievelijk punt c), vastgestelde monitorings- en verslagleggingsmethoden en -systemen. Die houders van een vergunning voor het in de handel brengen werken deze informatie waar nodig bij”.

7.

Bladzijde 19, artikel 11, lid 1, punt a):

in plaats van:

“a)

indiening van de in artikel 6, lid 4, bedoelde verzameling gegevens, met inbegrip van beschikbare en geraamde gegevens over de omvang van de vraag en de vraagprognoses, via het in artikel 3, lid 6, bedoelde centrale aanspreekpunt en met gebruikmaking van de krachtens artikel 9, lid 1, punten b) en c), ingestelde verslagleggingsmethoden en -systemen;”,

lezen:

“a)

indiening van de in artikel 9, lid 2, punt d), bedoelde verzameling gegevens, met inbegrip van beschikbare en geraamde gegevens over de omvang van de vraag en de vraagprognoses, via het in artikel 3, lid 6, tweede alinea, bedoelde centrale aanspreekpunt, met gebruikmaking van de krachtens artikel 9, lid 1, punten b) en c), ingestelde verslagleggingsmethoden en -systemen;”.

8.

Bladzijde 20, artikel 11, lid 3:

in plaats van:

“3.   Wanneer de lidstaten naast de overeenkomstig de leden 1 en 2 van dit artikel te verstrekken informatie beschikken over informatie over het afzetvolume van en het aantal voorschriften voor geneesmiddelen, waaruit blijkt dat er een daadwerkelijk of potentieel tekort aan een in de lijsten van kritieke geneesmiddelen opgenomen geneesmiddel bestaat, met inbegrip van de in artikel 23 bis, derde lid, van Richtlijn 2001/83/EG bedoelde gegevens, verstrekken zij die informatie onmiddellijk aan de stuurgroep tekorten aan geneesmiddelen via hun respectieve centrale aanspreekpunten als bedoeld in artikel 3, lid 6, van deze verordening.”,

lezen:

“3.   Wanneer de lidstaten naast de overeenkomstig de leden 1 en 2 van dit artikel te verstrekken informatie beschikken over informatie over het afzetvolume van en het aantal voorschriften voor geneesmiddelen, waaruit blijkt dat er een daadwerkelijk of potentieel tekort aan een in de lijsten van kritieke geneesmiddelen opgenomen geneesmiddel bestaat, met inbegrip van de in artikel 23 bis, derde lid, van Richtlijn 2001/83/EG bedoelde gegevens, verstrekken zij die informatie onmiddellijk aan de stuurgroep tekorten aan geneesmiddelen via hun respectieve centrale aanspreekpunten als bedoeld in artikel 3, lid 6, tweede alinea, van deze verordening.”.

9.

Bladzijde 21, artikel 13, lid 3, punt b):

in plaats van:

“b)

gebruiken de lidstaten het EMSP om informatie over geneesmiddelen op de lijsten van kritieke geneesmiddelen te rapporteren aan het Bureau, via de in artikel 9, lid 1, punt d), bedoelde centrale aanspreekpunten, in overeenstemming met de artikelen 9 en 11.”,

lezen:

“b)

gebruiken de lidstaten het EMSP om informatie over geneesmiddelen op de lijsten van kritieke geneesmiddelen te rapporteren aan het Bureau, via de in artikel 3, lid 6, tweede alinea, bedoelde centrale aanspreekpunten, in overeenstemming met de artikelen 9 en 11.”.

10.

Bladzijde 21, artikel 13, lid 4, punt b):

in plaats van:

“b)

gebruiken de lidstaten het ESMP om aan het Bureau via de in artikel 9, lid 1, punt e), bedoelde centrale aanspreekpunten te rapporteren over tekorten aan geneesmiddelen die tot een ingrijpende gebeurtenis of een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid overeenkomstig artikel 4, lid 2, kunnen leiden.”,

lezen:

“b)

gebruiken de lidstaten het ESMP om aan het Bureau via de in artikel 3, lid 6, tweede alinea, bedoelde centrale aanspreekpunten te rapporteren over tekorten aan geneesmiddelen die tot een ingrijpende gebeurtenis of een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid overeenkomstig artikel 4, lid 2, kunnen leiden.”.

11.

Bladzijde 28, artikel 22, lid 2:

in plaats van:

“2.   Voor de toepassing van artikel 25, lid 2, stelt de stuurgroep tekorten aan medische hulpmiddelen de in artikel 25, lid 2, punten b) en c), bedoelde verzameling gegevens vast die nodig zijn voor het monitoren van de vraag naar en het aanbod van medische hulpmiddelen die op de lijst van in een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid kritieke hulpmiddelen zijn opgenomen, maakt zij die verzameling gegevens openbaar, en stelt zij de in artikel 21, lid 5, bedoelde werkgroep van die verzameling gegevens in kennis.”,

lezen:

“2.   Voor de toepassing van artikel 25, lid 2, stelt de stuurgroep tekorten aan medische hulpmiddelen de in artikel 25, lid 2, punten c) en d), bedoelde verzameling gegevens vast die nodig zijn voor het monitoren van de vraag naar en het aanbod van medische hulpmiddelen die op de lijst van in een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid kritieke hulpmiddelen zijn opgenomen, maakt zij die verzameling gegevens openbaar, en stelt zij de in artikel 21, lid 5, bedoelde werkgroep van die verzameling gegevens in kennis.”.

12.

Bladzijde 28, artikel 24, lid 1:

in plaats van:

“1.   Voor de duur van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid brengt de stuurgroep tekorten aan medische hulpmiddelen regelmatig verslag uit over de in artikel 23 bedoelde monitoring aan de Commissie en de in artikel 25, lid 2, punt a), bedoelde centrale aanspreekpunten, en signaleert zij met name daadwerkelijke of potentiële tekorten aan medische hulpmiddelen die op de lijst van in een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid kritieke hulpmiddelen zijn opgenomen.”,

lezen:

“1.   Voor de duur van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid brengt de stuurgroep tekorten aan medische hulpmiddelen regelmatig verslag uit over de in artikel 23 bedoelde monitoring aan de Commissie en de in artikel 21, lid 5, tweede alinea, bedoelde centrale aanspreekpunten, en signaleert zij met name daadwerkelijke of potentiële tekorten aan medische hulpmiddelen die op de lijst van in een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid kritieke hulpmiddelen zijn opgenomen.”.

13.

Bladzijde 29, artikel 24, lid 5:

in plaats van:

“5.   Op verzoek van de Commissie kan de stuurgroep tekorten aan medische hulpmiddelenmaatregelen coördineren tussen de nationale bevoegde autoriteiten voor medische hulpmiddelen, fabrikanten van medische hulpmiddelen, aangemelde instanties en andere entiteiten, naargelang het geval, om daadwerkelijke of potentiële tekorten aan medische hulpmiddelen in het kader van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid of een ingrijpende gebeurtenis te voorkomen of te beperken.”,

lezen:

“5.   Op verzoek van de Commissie kan de stuurgroep tekorten aan medische hulpmiddelenmaatregelen coördineren tussen de nationale bevoegde autoriteiten voor medische hulpmiddelen, fabrikanten van medische hulpmiddelen, aangemelde instanties en andere entiteiten, naargelang het geval, om daadwerkelijke of potentiële tekorten aan medische hulpmiddelen in het kader van een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid te voorkomen of te beperken.”.

14.

Bladzijde 31, artikel 27, lid 1, punt a):

in plaats van:

“a)

de in artikel 22, lid 2, bedoelde verzameling gegevens, met inbegrip van beschikbare informatie over de behoeften met betrekking tot medische hulpmiddelen die op de lijst van in een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid kritieke hulpmiddelen zijn opgenomen, en beschikbare en geraamde gegevens over de omvang van de vraag en vraagprognoses voor die medische hulpmiddelen, via het in artikel 25, lid 2, punt a), bedoelde respectieve centrale aanspreekpunt en met gebruikmaking van de krachtens artikel 25, lid 1, punt b), ingestelde monitorings- en verslagleggingsmethoden en -systemen, in te dienen;”,

lezen:

“a)

de in artikel 25, lid 2, punt d), bedoelde verzameling gegevens, met inbegrip van beschikbare informatie over de behoeften met betrekking tot medische hulpmiddelen die op de lijst van in een noodsituatie op het gebied van de volksgezondheid kritieke hulpmiddelen zijn opgenomen, en beschikbare en geraamde gegevens over de omvang van de vraag en vraagprognoses voor die medische hulpmiddelen, via het in artikel 21, lid 5, tweede alinea, bedoelde respectieve centrale aanspreekpunt, met gebruikmaking van de op grond van artikel 25, lid 1, punt b), ingestelde monitorings- en verslagleggingsmethoden en -systemen, in te dienen;”.

15.

Bladzijde 32, artikel 27, lid 3:

in plaats van:

“3.   Wanneer de lidstaten naast de overeenkomstig de leden 1 en 2 van dit artikel te verstrekken informatie beschikken over informatie waaruit blijkt dat er een daadwerkelijk of potentieel tekort aan medische hulpmiddelen bestaat, verstrekken zij die informatie onmiddellijk aan de stuurgroep tekorten aan medische hulpmiddelen via de in artikel 25, lid 2, punt a), bedoelde respectieve centrale aanspreekpunt.”,

lezen:

“3.   Wanneer de lidstaten naast de overeenkomstig de leden 1 en 2 van dit artikel te verstrekken informatie beschikken over informatie waaruit blijkt dat er een daadwerkelijk of potentieel tekort aan medische hulpmiddelen bestaat, verstrekken zij die informatie onmiddellijk aan de stuurgroep tekorten aan medische hulpmiddelen via hun respectieve centrale aanspreekpunten als bedoeld in artikel 21, lid 5, tweede alinea.”.

16.

Bladzijde 32, artikel 27, lid 4, punt b):

in plaats van:

“b)

rekening houden met alle in artikel 24, lid 3, bedoelde aanbevelingen en in artikel 28, punt b), bedoelde richtsnoeren en hun acties in verband met alle op grond van artikel 12, punt a), genomen acties op het niveau van de Unie coördineren;”,

lezen:

“b)

rekening houden met alle in artikel 24, lid 3, bedoelde aanbevelingen en in artikel 28, punt b), bedoelde richtsnoeren en hun acties in verband met alle op grond van artikel 28, punt a), genomen acties op het niveau van de Unie coördineren;”.


9.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 71/42


Rectificatie van Richtlijn 2001/18/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 maart 2001 inzake de doelbewuste introductie van genetisch gemodificeerde organismen in het milieu en tot intrekking van Richtlijn 90/220/EEG van de Raad

( Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 106 van 17 april 2001 )

Bladzijde 2, overweging (17):

in plaats van:

“(17)

Deze richtlijn dient niet van toepassing te zijn op organismen die zijn verkregen door bepaalde technieken van genetische modificatie die bij wege van overeenkomst in een aantal toepassingsgevallen zijn gebruikt en die hun veiligheid reeds hebben bewezen.”,

lezen:

“(17)

Deze richtlijn dient niet van toepassing te zijn op organismen die zijn verkregen door bepaalde technieken van genetische modificatie die traditioneel in een aantal toepassingsgevallen zijn gebruikt en die hun veiligheid reeds hebben bewezen.”.

9.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 71/43


Rectificatie van Verordening (EU) 2023/194 van de Raad van 30 januari 2023 tot vaststelling, voor 2023, van de vangstmogelijkheden voor bepaalde visbestanden welke in de wateren van de Unie en, voor vissersvaartuigen van de Unie, in bepaalde wateren buiten de Unie van toepassing zijn, en tot vaststelling, voor 2023 en 2024, van dergelijke vangstmogelijkheden voor bepaalde diepzeevisbestanden

( Publicatieblad van de Europese Unie L 28 van 31 januari 2023 )

1.

Bladzijden 61, 62 en 63, bijlage IA, deel B, in de tabel, met betrekking tot het soort “Kabeljauw”, onder de informatie betreffende het “Gebied”:

in plaats van:

“Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

6b; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b ten westen van 12°00’ WL en van 12 en 14

(KABELJAUW/5W6-14)

België

 

0

(1)

Voorzorgs-TAC

Duitsland

 

1

(1)

Frankrijk

 

7

(1)

Ierland

 

14

(1)

Unie

 

22

(1)

Verenigd Koninkrijk

 

52

(1)

 

 

 

 

TAC

 

74

(1)

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. In het kader van deze TAC is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan.


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

6a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b ten oosten van 12°00' WL

(KABELJAUW/5BE6A)

België

 

1

(1)

Analytische TAC

Artikel 8 van deze verordening is van toepassing.

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

 

9

(1)

Frankrijk

 

99

(1)

Ierland

 

188

(1)

Unie

 

297

(1)

Verenigd Koninkrijk

 

913

(1)

 

 

 

 

TAC

 

1 210

(1)

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan.


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

7a

(KABELJAUW/07A.)

België

 

2

(1)

Voorzorgs-TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

 

6

(1)

Ierland

 

83

(1)

Nederland

 

1

(1)

Unie

 

92

(1)

Verenigd Koninkrijk

 

73

(1)

 

 

 

 

TAC

 

165

(1)

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

7b, 7c, 7e-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

(KABELJAUW/7XAD34)

België

 

14

(1)

Analytische TAC

Artikel 8 van deze verordening is van toepassing.

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

 

231

(1)

Ierland

 

336

(1)

Nederland

 

0

(1)

Unie

 

581

(1)

Verenigd Koninkrijk

 

63

(1)

 

 

 

 

TAC

 

644

(1)

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan.


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

7d

(KABELJAUW/07D.)

België

 

54

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

 

1 059

(1)

Nederland

 

31

(1)

Unie

 

1 144

(1)

Verenigd Koninkrijk

 

117

(2)

 

 

 

 

TAC

 

1 261

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag maximaal 5 % worden gevangen in 4, het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, en de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (COD/ * 2A3X4).

(2)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag maximaal 5 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4, het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, en de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (COD/ * 2A3X4X).”

lezen:

“Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

6b; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b ten westen van 12°00’ WL en van 12 en 14

(COD/5W6-14)

België

 

0

(1)

Voorzorgs-TAC

Duitsland

 

1

(1)

Frankrijk

 

7

(1)

Ierland

 

14

(1)

Unie

 

22

(1)

Verenigd Koninkrijk

 

52

(1)

 

 

 

 

TAC

 

74

(1)

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. In het kader van deze TAC is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan.


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

6a; wateren van het Verenigd Koninkrijk en internationale wateren van 5b ten oosten van 12°00' WL

(COD/5BE6A)

België

 

1

(1)

Analytische TAC

Artikel 8 van deze verordening is van toepassing.

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Duitsland

 

9

(1)

Frankrijk

 

99

(1)

Ierland

 

188

(1)

Unie

 

297

(1)

Verenigd Koninkrijk

 

913

(1)

 

 

 

 

TAC

 

1 210

(1)

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan.


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

7a

(COD/07A.)

België

 

2

(1)

Voorzorgs-TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

 

6

(1)

Ierland

 

83

(1)

Nederland

 

1

(1)

Unie

 

92

(1)

Verenigd Koninkrijk

 

73

(1)

 

 

 

 

TAC

 

165

(1)

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan.


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

7b, 7c, 7e-k, 8, 9 en 10; wateren van de Unie van Cecaf 34.1.1

(COD/7XAD34)

België

 

14

(1)

Analytische TAC

Artikel 8 van deze verordening is van toepassing.

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

 

231

(1)

Ierland

 

336

(1)

Nederland

 

0

(1)

Unie

 

581

(1)

Verenigd Koninkrijk

 

63

(1)

 

 

 

 

TAC

 

644

(1)

(1)

Uitsluitend voor bijvangsten van kabeljauw in visserijen op andere soorten. In het kader van dit quotum is gerichte visserij op kabeljauw niet toegestaan.


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

7d

(COD/07D.)

België

 

54

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Frankrijk

 

1 059

(1)

Nederland

 

31

(1)

Unie

 

1 144

(1)

Verenigd Koninkrijk

 

117

(2)

 

 

 

 

TAC

 

1 261

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag maximaal 5 % worden gevangen in 4, het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, en de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (COD/ * 2A3X4).

(2)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag maximaal 5 % worden gevangen in de wateren van het Verenigd Koninkrijk en van de Unie van 4, het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort, en de wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2a (COD/ * 2A3X4X).”

2.

Bladzijden 98 en 99, bijlage IA, deel B, in de tabel, met betrekking tot het soort “Kabeljauw”, onder de informatie betreffende het “Gebied”:

in plaats van:

“Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

Skagerrak

(KABELJAUW/03AN.)

België

 

8

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

 

2 476

 

Duitsland

 

62

 

Nederland

 

16

 

Zweden

 

433

 

Unie

 

2 995

 

 

 

 

 

TAC

 

3 095

 


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2 a; het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

(KABELJAUW/2A3AX4)

België

 

542

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

 

3 118

 

Duitsland

 

1 977

 

Frankrijk

 

670

(1)

Nederland

 

1 761

(1)

Zweden

 

21

 

Unie

 

8 089

 

Noorwegen

 

3 681

(2)

Verenigd Koninkrijk

 

9 882

(1)

 

 

 

 

TAC

 

21 652

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in: 7d (COD/ * 07D.).

(2)

Mag in de wateren van de Unie worden gevangen. Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse deel van de TAC.

Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van deze quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheid:

Noorse wateren van 4 (COD/ * 04N-)

Unie

 

Nog vast te stellen


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

(KABELJAUW/4N-S62)

Zweden

 

382

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

 

382

 

 

 

 

 

TAC

 

Niet relevant

 

(1)

Bijvangsten van schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis moeten in mindering worden gebracht op de quota voor die soorten.”

lezen:

“Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

Skagerrak

(COD/03AN.)

België

 

8

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

 

2 476

 

Duitsland

 

62

 

Nederland

 

16

 

Zweden

 

433

 

Unie

 

2 995

 

 

 

 

 

TAC

 

3 095

 


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

4; wateren van het Verenigd Koninkrijk van 2 a; het gedeelte van 3a dat niet tot het Skagerrak en het Kattegat behoort

(COD/2A3AX4)

België

 

542

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Denemarken

 

3 118

 

Duitsland

 

1 977

 

Frankrijk

 

670

(1)

Nederland

 

1 761

(1)

Zweden

 

21

 

Unie

 

8 089

 

Noorwegen

 

3 681

(2)

Verenigd Koninkrijk

 

9 882

(1)

 

 

 

 

TAC

 

21 652

 

(1)

Bijzondere voorwaarde: hiervan mag tot 5 % worden gevangen in: 7d (COD/ * 07D.).

(2)

Mag in de wateren van de Unie worden gevangen. Binnen dit quotum gedane vangsten moeten in mindering worden gebracht op het Noorse deel van de TAC.

Bijzondere voorwaarde: binnen de limieten van deze quota mag in het onderstaande gebied niet meer worden gevangen dan de hieronder vermelde hoeveelheid:

Noorse wateren van 4 (COD/ * 04N-)

Unie

 

Nog vast te stellen


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

Noorse wateren ten zuiden van 62° NB

(COD/4N-S62)

Zweden

 

382

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

 

382

 

 

 

 

 

TAC

 

Niet relevant

 

(1)

Bijvangsten van schelvis, witte koolvis, wijting en zwarte koolvis moeten in mindering worden gebracht op de quota voor die soorten.”

3.

Bladzijde 119, bijlage IA, deel D, in de titel van de tweede kolom:

in plaats van:

“DrieletterKabeljauwe”,

lezen:

“Drielettercode”.

4.

Bladzijden 126 en 127, bijlage IB, in de tabel, met betrekking tot het soort “Kabeljauw”, onder de informatie betreffende het “Gebied”:

in plaats van:

“Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

Noorse wateren van 1 en 2

(KABELJAUW/1N2AB.)

Duitsland

Nog vast te stellen

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Griekenland

Nog vast te stellen

 

Spanje

Nog vast te stellen

 

Ierland

Nog vast te stellen

 

Frankrijk

Nog vast te stellen

 

Portugal

Nog vast te stellen

 

Unie

Nog vast te stellen

 

 

 

 

TAC

Niet relevant

 


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5, 12 en 14

(KABELJAUW/N1GL14)

Duitsland

1 950

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

1 950

(1)

 

 

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Mag niet worden gevangen van 1 maart tot en met 31 mei in het beheersgebied Kleine Bank binnen de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden:

Punt

Breedtegraad

Lengtegraad

 

1

65° 00' NB

38° 00' WL

 

2

65° 00' NB

35° 15' WL

 

3

64° 00' NB

35° 15' WL

 

4

64° 00' NB

38° 00' WL

 


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

wateren rond Spitsbergen; internationale wateren van 1 en 2b

(KABELJAUW/1/2B.)

Duitsland

773

(1)(2)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Spanje

2 000

(1)(2)

Frankrijk

330

(1)(2)

Polen

362

(1)(2)

Portugal

422

(1)(2)

Andere lidstaten

20

(1)(2)(3)

Unie

3 907

(1)(2)

 

 

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Geldt voorlopig voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2023. De toewijzing van het aandeel van het voor de Unie beschikbare kabeljauwbestand in de zone Spitsbergen en Bereneiland en de geassocieerde bijvangsten van schelvis laten de uit het Verdrag van Parijs van 1920 voortvloeiende rechten en verplichtingen onverlet.

(2)

Bijvangsten van schelvis mogen per trek hoogstens 14 % uitmaken. De bijvangsten van schelvis komen boven op het quotum voor kabeljauw.

(3)

Met uitzondering van Duitsland, Spanje, Frankrijk, Polen en Portugal. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (KABELJAUW/1/2B_AMS).”

lezen:

“Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

Noorse wateren van 1 en 2

(COD/1N2AB.)

Duitsland

Nog vast te stellen

 

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Griekenland

Nog vast te stellen

 

Spanje

Nog vast te stellen

 

Ierland

Nog vast te stellen

 

Frankrijk

Nog vast te stellen

 

Portugal

Nog vast te stellen

 

Unie

Nog vast te stellen

 

 

 

 

TAC

Niet relevant

 


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

Groenlandse wateren van NAFO 1F en Groenlandse wateren van 5, 12 en 14

(COD/N1GL14)

Duitsland

1 950

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Unie

1 950

(1)

 

 

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Mag niet worden gevangen van 1 maart tot en met 31 mei in het beheersgebied Kleine Bank binnen de lijnen die de punten met de volgende coördinaten met elkaar verbinden:

Punt

Breedtegraad

Lengtegraad

 

1

65° 00' NB

38° 00' WL

 

2

65° 00' NB

35° 15' WL

 

3

64° 00' NB

35° 15' WL

 

4

64° 00' NB

38° 00' WL

 


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

wateren rond Spitsbergen; internationale wateren van 1 en 2b

(COD/1/2B.)

Duitsland

773

(1)(2)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Spanje

2 000

(1)(2)

Frankrijk

330

(1)(2)

Polen

362

(1)(2)

Portugal

422

(1)(2)

Andere lidstaten

20

(1)(2)(3)

Unie

3 907

(1)(2)

 

 

 

TAC

Niet relevant

 

(1)

Geldt voorlopig voor de periode van 1 januari tot en met 31 maart 2023. De toewijzing van het aandeel van het voor de Unie beschikbare kabeljauwbestand in de zone Spitsbergen en Bereneiland en de geassocieerde bijvangsten van schelvis laten de uit het Verdrag van Parijs van 1920 voortvloeiende rechten en verplichtingen onverlet.

(2)

Bijvangsten van schelvis mogen per trek hoogstens 14 % uitmaken. De bijvangsten van schelvis komen boven op het quotum voor kabeljauw.

(3)

Met uitzondering van Duitsland, Spanje, Frankrijk, Polen en Portugal. Vangsten die in mindering moeten worden gebracht op dit gedeelde quotum, moeten afzonderlijk worden gerapporteerd (COD/1/2B_AMS).”

5.

Bladzijde 137, bijlage IC, in de tabel, met betrekking tot het soort “Kabeljauw”, onder de informatie betreffende het “Gebied”:

in plaats van:

“Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

NAFO 2J3KL

(KABELJAUW/N2J3KL)

Unie

0

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

 

 

TAC

0

(1)

(1)

In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

NAFO 3NO

(KABELJAUW/N3NO.)

Unie

0

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

 

 

TAC

0

(1)

(1)

In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 000 kg of van 4 % indien dat meer is.


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

NAFO 3M

(KABELJAUW/N3M.)

Estland

68

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.”

Duitsland

284

(1)

Letland

68

(1)

Litouwen

68

(1)

Polen

231

(1)

Spanje

873

(1)

Frankrijk

122

(1)

Portugal

1 196

(1)

Unie

2 910

(1)

 

 

 

TAC

6 100

(1)

lezen:

“Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

NAFO 2J3KL

(COD/N2J3KL)

Unie

0

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

 

 

TAC

0

(1)

(1)

In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 250 kg of van 5 % indien dat meer is.


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

NAFO 3NO

(COD/N3NO.)

Unie

0

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

 

 

 

TAC

0

(1)

(1)

In het kader van dit quotum is gerichte visserij niet toegestaan. Deze soort mag uitsluitend als bijvangst worden gevangen, met een maximum van 1 000 kg of van 4 % indien dat meer is.


Soort:

Kabeljauw

Gadus morhua

Gebied:

NAFO 3M

(COD/N3M.)

Estland

68

(1)

Analytische TAC

Artikel 3 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.

Artikel 4 van Verordening (EG) nr. 847/96 is niet van toepassing.”

Duitsland

284

(1)

Letland

68

(1)

Litouwen

68

(1)

Polen

231

(1)

Spanje

873

(1)

Frankrijk

122

(1)

Portugal

1 196

(1)

Unie

2 910

(1)

 

 

 

TAC

6 100

(1)


9.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 71/54


Rectificatie van Besluit (GBVB) 2022/1965 van de Raad van 17 oktober 2022 ter ondersteuning van het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, estrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten

( Publicatieblad van de Europese Unie L 270 van 18 oktober 2022 )

In de inhoudsopgave en op bladzijde 67, de titel:

in plaats van:

“Besluit (GBVB) 2022/1965 van de Raad van 17 oktober 2022 ter ondersteuning van het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, estrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten”,

lezen:

“Besluit (GBVB) 2022/1965 van de Raad van 17 oktober 2022 ter ondersteuning van het actieprogramma van de Verenigde Naties ter voorkoming, bestrijding en uitbanning van de illegale handel in handvuurwapens en lichte wapens in al zijn aspecten”.


9.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 71/55


Rectificatie van Besluit (GBVB) 2022/2320 van de Raad an 25 november 2022 betreffende steun van de Unie voor de uitvoering van een project “De weg vrijmaken voor innovatie: ontsluitingstechnologie en internationale veiligheid”

( Publicatieblad van de Europese Unie L 307 van 28 november 2022 )

In de inhoudsopgave en op bladzijde 142, de titel:

in plaats van:

“Besluit (GBVB) 2022/2320 van de Raad an 25 november 2022 betreffende steun van de Unie voor de uitvoering van een project “De weg vrijmaken voor innovatie: ontsluitingstechnologie en internationale veiligheid”,

lezen:

“Besluit (GBVB) 2022/2320 van de Raad van 25 november 2022 betreffende steun van de Unie voor de uitvoering van een project “De weg vrijmaken voor innovatie: ontsluitingstechnologie en internationale veiligheid”.


9.3.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 71/56


Rectificatie van Uitvoeringsverordening (EU) 2023/419 van de Raad van 24 februari 2023 tot uitvoering van artikel 8 bis van Verordening (EG) nr. 765/2006 betreffende beperkende maatregelen met het oog op de situatie in Belarus en de betrokkenheid van Belarus bij de Russische agressie tegen Oekraïne

( Publicatieblad van de Europese Unie L 61 van 27 februari 2023 )

Bladzijde 22, in de bijlage, in de aanhef:

in plaats van:

“Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 765/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In tabel “A. In artikel 2, lid 1, bedoelde natuurlijke personen” worden de vermeldingen 10, 17, 20, 22, 35, 39, 41, 42, 64, 65, 71, 73, 75, 78, 85, 87, 89, 90, 123, 125 en 179 vervangen door de volgende vermeldingen:”,

lezen:

“Bijlage I bij Verordening (EG) nr. 765/2006 wordt als volgt gewijzigd:

1)

In tabel “A. In artikel 2, lid 1, bedoelde natuurlijke personen” worden de vermeldingen 10, 17, 20, 22, 35, 39, 41, 42, 64, 65, 71, 73, 75, 78, 85, 87, 89, 90, 104, 123, 125, 129, 131, 179 en 195 vervangen door de volgende vermeldingen:”.